Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
7 Cards in this Set
- Front
- Back
6.1 Hoe luidt de stelling van PYTHAGORAS?
|
In elke rechthoekige driehoek is@
|
|
6.2 Hoe luidt de omgekeerde stelling van PYTHAGORAS?
|
Geld in een driehoek@
|
|
6.3 Welke geometrische vorm heeft een DIAGONAALVLAK van een balk?
|
een rechthoek@Je kan pythagoras hierop toepassen.
|
|
6.3.1 Wat is een LICHAAMDIAGONAAL? En hoe bereken je deze?
|
in 2 stappen @ schets de grondvlak ABCD en berekent AC@ schets de diagonaalvlak ACGE en bereken CE.
|
|
6.4 Hoe luidt de BACH-Stelling?
|
In een rechthoekige driehoek @is het product van de rechthoekzijden gelijk aan@ het product van de schuine zijde en de bijgehorende hoogte.
|
|
6.5 Hoe luidt de hpq-Stelling?
|
Verdeelt in een rechthoekige driehoek@ de hoogte h de schuine zijde in de stukken p en q, dan is h2=pq
|
|
6.6 Hoe luidt de stelling van THALES?
|
Teken je een cirkel@ een middellijn AB@ een punt C op de cirkel en ABC@ dan ABC rechthoekig@met C=90o
|