Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
74 Cards in this Set
- Front
- Back
Wet voor 1 oktober 1980 is ... |
Wet = wetgevende norm
--> DS kunnen regelen indien: 1) Uitdrukkelijk en ondubbelzinnig toegewezen door BWHI 2) Accessorium bevoegdheid |
|
Wet na 1 oktober 1980 is ... |
Wet = federale wet --> DS kunnen regelen indien: 1) Uitdrukkelijk en ondubbelzinnig toegewezen door BWHI 2) Noodzakelijk voor uitoefening van de hun uitdrukkelijk en ondubbelzinnig toegewezen bevoegdheden (art. 10 BWHI) |
|
Bij/door wet |
Wetgevende macht is uitsluitend bevoegd essentiële elementen te regelen --> Niet-essentiële elementen mogen wél --> Essentiële elementen mogen wanneer: 1) Uitdrukkelijke en ondubbelzinnige machtiging 2) Uitzonderlijke omstandigheden 3) Bekrachtigd bij wet binnen redelijke termijn --> Nooit delegatie essentiële elementen bij: 1) art. 24: onderwijs 2) art. 12: strafrecht 3) art. 24: verzwakt wettigheidsbeginsel |
|
Krachtens wet |
Wetgevende macht mag haar regelingsbevoegdheid opdragen aan Koning, die moet handelen in kader van wet |
|
Interpretatieve wet |
Wet die wetsbepaling betekenis geeft die wetgever reeds bij aanneming ervan had willen geven en die zij redelijkerwijze kon krijgen --> Toepassen op hangende rechtsgeschillen Grenzen: 1) Niet toepassen op definitieve rechterlijke beslissingen 2) Verbod retroactieve werking strafbaar feit en zwaardere straf 3) Is het een interpretatieve wet? Geen wijzigende bepaling? --> Ingrijpen in hangende rechtsgeschillen als: 1. Uitzonderlijke omstandigheden 2. Dwingende motieven van algemeen belang 3. Redelijke verantwoording --> Uitbreiding authentiek interpretatierecht tot decreten van gemeenschappen (vooral, ook impliciet erkend aan gewesten) |
|
Smeerkaasarrest (27 mei 1971) |
Theorie van monisme aanvaard: een op rechtsgeldige wijze tot stand gekomen verdrag met directe werking aat voor op zowel vroegere wetten, als op latere wetten. Elke wetgevende norm dient buiten toepassing gelaten te worden indien in strijd met verdragsbepaling (ARB) Rechtsgeldige wijze: art. 167 GW - Sluiting - Goedkeuring - Bekendmaking - Ratificatie Directe werking: rechten en plichten - Objectief: volledig en nauwkeurig (HvC en RvS) - Subjectief: bedoeling verdragspartijen (HvC) --> EVRM, BUPO, EU-recht |
|
Verhouding EU-recht en GW |
EU-recht > GW Redenering: - RvS en GwH: art. 34 GW - HvJ en HvC: volgt uit aard unierecht |
|
Verhouding Internationaal Recht en GW |
HvC: IR > GW - GW biedt geen grotere bescherming GwH: GW > IR - Goedkeuringswet moet GW respecteren --> Tweevoudige oplossing: 1) Art. 3, paragraaf 2 BwGwH: verkort beroepstermijn 2) Art. 26, paragraaf 1bis BwGwH: geen PV over bepaalde vragen MAAR: werken niet in praktijk |
|
Bevoegde rechter wetgevende normen buiten toepassing laten indien in strijd met verdragsbepaling met directe werking |
- Gewone rechter - Afdeling bestuursrechtspraak RvS - Administratieve rechter GwH kan dit niet rechtstreeks, wel: (1) onrechtstreeks via samenlezing met art. 10 en 11 GW (2) onrechtstreeks via samenlezing met analoge rechten en vrijheden van Titel II GW |
|
Samenloop van grondrechten |
Art. 26, paragr. 4 BwGwH: volgorde van toetsing: Rechter moet ambtshalve nagaan of er "samenloop van grondrechten' is en, zo dit het geval is, ambtshalve een PV stellen Uitzonderingen: 1) Ante clair: klaarblijkelijk niet geschonden 2) Ante éclairé: klaarblijkelijk wel geschonden 3) Gevallen bedoeld in art. 26, paragr. 2 en 3 BwGwH --> Geen probleem in volgorde van toetsing als geen band met EU-recht (Simmenthal) --> Wél probleem in volgorde van toetsing als band met EU-recht (arrest-Melki en Abdeli): 1) Rechter moet over mogelijkheid beschikken PV aan HvJ stellen 2) Rechter moet alle voorlopige maatregelen kunnen bevelen 3) Rechter moet na GWtoetsing zelf wet aan EU-recht kunnen toetsen 4) Verplichte PV aan HvJ indien wet dwingende EU-richtlijn omzet MAAR aanpassingen: - art. 26, paragr. 4, lid 1 BwGwH: rechter mag tegelijkertijd of later PV aan HvJ stellen - art. 30 BwGwH: rechtscollege kan voorlopige maatregelen nemen, zelfs ambtshalve |
|
Simmenthal-arrest |
Verbiedt in enige mate de uitwerking van het unierecht te verminderen |
|
Arrest-Waleffe |
Vermoeden van grondwettigheid van wet: grondwetsconforme interpretatie |
|
Indirecte derdenwerking |
EHRM kan een verdragsstaat veroordelen wanneer deze niet de nodige maatregelen heeft genomen om het effectief genot van de door het EVRM gewaarborgde rechten en vrijheden te verzekeren, ook al is dat in verhouding tussen particulieren onderling |
|
Standstill-verplichting |
Verbod aan overheid om te dalen naar vorig niveau dat reeds verworven is - Art. 23 GW - Niet absoluut: geen schending wanneer vermindering: (1) niet aanzienlijk is, (2) wel aanzienlijk is, maar redenen van algemeen belang - Referentiepunt: voorheen bestaande regelgeving |
|
Beperkingen grondrechten in GW |
- Regelende maatregelen - Repressieve maatregelen - Preventieve maatregelen --> HvC: alle rechten en vrijheden in open lucht --> RvS: kritiek, enkel vergaderingen in open lucht |
|
Voorwaarden beperkingen grondrechten in mensenrechtenverdragen
|
1) Beperking bij wet 2) Beperking moet wettig doel nastreven 3) Beperking moet noodzakelijk zijn in democratische samenleving --> Evenredigheidscriteirum --> Pertinentiecriterium GwH combineert vereisten beperking GW en beperking mensenrechtenverdragen |
|
Categorieën van grondrechten |
1) Politieke rechten: afweerrechten (verbod) 2) Burgerlijke rechten: afweerrechten (verbod) 3) Socio-economische rechten: doe-rechten (gebod) |
|
Politieke rechten |
- 191GW: vreemdelingen hebben dezelfde rechten en vrijheden als de Belgen, behalve de uitzonderingen die bij wet bepaald zijn (onderworpen aan toetsingsbevoegdheid van het GWH. Enge zin: 8 GW: kiesrecht: Staat van Belg vereist, wat geldt voor alle verkiezingen, behalve deverkiezingen voor het Europees parlement en voor de volksraadplegingen geldt dit niet. --> Heeft geleid tot een Gwherziening. 3e en 4e lid: EU-onderdanen mogen ook deelnemen aangemeenteraadverkiezingen (3e lid) en Niet-EU-onderdanen kunnen ook bij federalewet deelnemen aan die gemeenteraadsverkiezingen, maar is nooit ruimer. MAAR: 2beperkingen: enkel het actief kiesrecht, niet het passief (kunnen niet verkozenworden); ze moeten 5 jaar wettig in België verbleven hebben en een verklaringin het gemeentehuis ondertekenen dat zij de GW en het EVRM zullen eerbiedigen(4e lid). 3e en 4e lid: 'wet' lezen als federale wet. Kan die bevoegdheid dusniet delegeren aan gemeenschappen en gewesten. · Ruime zin: 10, 2e lid GW: recht ommilitaire en openbare ambten te bekleden. HvJ onderscheid tussen 2 soorten vanoverheidsbetrekkingen: Gezagsfuncties: impliceert een band van vertrouwen. Vb.: functies in het leger, kerncentrales, … Deze functies mogen, maar moeten niet, voorbehouden worden aan de eigen onderdanen Alle andere functies moeten openstaan voor alle EU-onderdanen |
|
Gemeenschappelijke kenmerken verdragen |
1) Universeel karakter 2) Eenzelfde beperkingssysteem 3) Autonome begrippen, niet noodzakelijk dezelfde betekenis in interne rechtsorde 4) Voorrang ruimste bescherming |
|
Mensenrechtenbescherming op wereldvlak |
1948: UVRM (Algemene Vergadering) = verklaring, geen verdrag 1966: principes verder uitgewerkt in 2 UNO-pacten: 1) IVESCR: hoogstens standstill-verplichting 2) BUPO: directe werking, geen internationale afdwingbaarheid |
|
Raad van Europa |
1961: Europees Sociaal Handvest 1950: EVRM 1) Directe werking 2) Internationale afdwingbaarheid - Klachtenrecht particulieren in Straatsburg - Supranationaal rechtscollege afdwingbaar ten aanzien van verdragsstaten (comité van ministers) |
|
Procedure EVRM |
Europees Hof: voltijds rechtscollege - Alleenzetelende rechter - Comité van 3 rechters - Kamers van 7 rechters - Grote Kamer van 17 rechters (beroepsmogelijkheid) EHRM kan GEEN wetgevende normen verbreken of hervormen: resultaatsverbintenis Staat (versterkt gezag van gewijsde) |
|
Europese Unie |
HvJ: bevoegd mensenrechtscollege 1) VEU-verdrag 2) VWEU-verdrag 3) Handvest van grondrechten van de EU |
|
Gevolgen nationale soevereiniteit |
1) Verbod imperatief mandaat 2) Verbod volksraadpleging 3) Verbod delegatie |
|
Consultatief referendum |
- Federaal niveau: GWherziening nodig - Deelstatelijk niveau: GWherziening nodig (enkel gewesten): geen betrekking op financiën, begroting, of aangelegenheden bij bijzonder meerderheidsdecreet of -ordonnantie geregeld + preventief toezicht GwH - Lokaal niveau: geen wetswijziging indien: (1) Alleen gemeenteraad bevoegd (2) Aangelegenheden van gemeentelijk belang (3) Inwoners zijn niet verplicht (4) Uitslag is niet bindend |
|
Statuut Koning |
1) Erfelijkheid 2) Onschendbaarheid 3) Politieke ministeriële onschendbaarheid 4) Politieke invloed wél: besluitwetten (wetten in formele zin) |
|
Het gedwongen regeringsontslag |
Art. 96 GW 1) Constructieve motie van wantrouwen 2) Motie van voordracht binnen 3 dagen na verwerpen van motie van vertrouwen --> Pas stemmen na verloop van minstens 48 uur Koning: regeringsontslag aanvaarden en ontslagnemende Regering belasten met lopende zaken ! Niet tegen individueel regeringslid ! ! Aangenomen worden door meerderheid van LEDEN ! |
|
De voortijdige parlementsontbinding |
Art. 46 GW 1) Wanneer Kamer gewone moties stemt 2) Wanneer regering vrijwillig ontslag neemt + Senaat niet van rechtswege mee ontbonden, enkel na verklaring tot herziening van GW + Nieuwe legislatuur duurt slechts tot dag van eerstvolgende verkiezingen voor Europees Parlement |
|
Traditionele regeringsvormen |
1) Vrijwillig regeringsontslag zonder parlementsontbinding 2) Regeringsontslag na parlementsverkiezingen Koning: 1. Weigeren 2. In beraad houden 3. Officieus aanvaarden: lopende zaken |
|
Lopende zaken
|
(1) Dringende zaken (2) Zaken van dagelijks bestuur (3) Zaken meer dan zaken van dagelijks bestuur, maar ook geen algemeen politiek belang GwH onbevoegd om te oordelen !!! |
|
Interacties federale Regering in federaal Parlement |
1) Zittings-en spreekrecht 2) Tussenkomsten Koning in werking Kamers: "onderzoek van geloofsbrieven" |
|
Wetgevende procedure
|
1) Initiatiefrecht
- Wetsvoorstel: Kamer/Senaat (enkel art. 77 GW) --> Ontvankelijk? --> Inoverwegingneming plenaire vergadering --> Optioneel voorafgaand advies RvS - Wetsontwerp: Koning --> Verplicht voorafgaand advies RvS 2) Parlementaire behandeling in commissie - Evenredige vertegenwoordiging - Beslissingen bij gewone meerderheid 3) Parlementaire behandeling in plenaire vergadering - Algemene bespreking - Artikelsgewijze bespreking - Stemming voorgestelde amendementen - Stemming artikel zelf - Hoofdelijke eindstemming ! Meerderheid van leden aanwezig en volstrekte meerderheid van stemmen (onthoudingen tellen mee voor berekenen aanwezigheidsquorum) 4) Bekrachtiging - Door Koning als tak van WM - Vetorecht, geen termijn 5) Afkondiging - Door Koning als hoofd UM (verplichting) - Bevestigt en beveelt tenuitvoerlegging - Geen controle door rechtscollege - Rechten kunnen vanaf nu worden ingeroepen 6) Bekendmaking - Verplichtingen tegenstelbaar vanaf nu - Regel: 10e dag na bekendmaking in BS |
|
Terugwerkende kracht van wet |
1) In GW: verbod art. 2 BW en art. 2 Sw. 2) In strafzaken: verbod art. 7 EVRM en art. 15 BUPO 3) Buiten strafzaken beperkingen: - tast rechtszekerheid aan - tast gelijkheid en niet-discriminatie aan - interpretatieve wetten |
|
Controlemiddelen van federale Parlement in de reglementen van Wetgevende Kamers |
1) Vragenrecht - Individueel lid Kamer: schriftelijk of mondeling - Individueel lid Senaat: enkel schriftelijk - Doel: opheldering juridische problemen, bekomen informatie, aansporen handelingen 2) Interpellatierecht - Enkel individueel lid van Kamer - Inhoud: belangrijk actueel probleem - Meestal gevolg door stemming over motie |
|
Controlemiddelen van federale Parlement in GW
|
1) Vordering van aanwezigheid van regeringsleden - Kamer: onbeperkt - Senaat: bij volledige of gedeeltelijk bicamerale aangelegenheid 2) Recht van onderzoek - Collectief recht - Enkel Kamer - Sektenarrest: parlementaire onverantwoordelijkheid - Zeer ruim, doch niet onbeperkt (non-incriminatierecht: recht om niet gedwongen te worden tegen zichzelf te getuigen) 3) Strafrechtelijke verantwoordelijkheid en burgerrechtelijke aansprakelijkheid van ministers - Art. 103 GW (openbare orde) - Berecht door Hof va nBeroep - Vervolging enkel ingesteld en geleid door openbaar misterie |
|
Structuur provincies |
WM: 6 jaar rechtstreeks verkozen provincieraad UM: uit en door raad volgens meerderheidsbeginsel verkozen bestendige deputatie, met als hoofd de provinciegouverneur (buiten raad, onbepaalde duur) Gewesten regelen verkiezingen, benoemingen, afzettingen |
|
Structuur gemeenten |
WM: 6 jaar rechtstreeks verkozen gemeenteraad UM: uit en door raad volgens meerderheidsbeginsel verkozen college van burgemeester en schepenen, met als hoofd de burgemeester (buiten raad, termijn van 6 jaar) Gewesten regelen verkiezingen, benoemingen, afzettingen |
|
"Impliciete" grondwetsherziening |
Draagwijdte van grondwetspaling, die zelf niet kan worden herzien, omdat zij niet voor herziening vatbaar is verklaard, onrechtstreeks toch wordt gewijzigd ten gevolge van de herziening of de invoeging van andere grondwetsbepalingen --> GwH onbevoegd om na te gaan of bepaling al dan niet is aangenomen met inachtneming van voorwaarden bepaald bij art. 195 GW |
|
Procedure grondwetsherziening |
1) Verklaring tot herziening van GW - Preconstituante (Koning, Kamer, Senaat) - Identieke verklaringen aannemen - Aanwezigheids- en meerderheidsquorum van gewone wet - Bekendmaking in BS 2) Ontbinding Wetgevende Kamers - Integrale vernieuwing federale Senaat + Kamer - Bijeenroeping nieuwe Kamer binnen 3 maanden 3) Eigenlijke herziening - Constituante (Koning, nieuw verkozen Kamers) - Dubbele tweederde meerderheid - Na aanneming, bekrachtigd en afgekondigd door Koning en bekendgemaakt in BS - Onmiddellijke inwerkingtreding |
|
Bevoegdheid Constituante |
Vrij voor herziening aangewezen bepalingen al dan niet te herzien Beperkingen: - In tijd (tijdens legislatuur) - Naar voorwerp (enkel bepalingen van identieke tekst) - Onmogelijk in oorlogstijd/regentschap - Tijdens "lopende zaken" |
|
Geschiedenis federaal parlementair kiesstelsel |
1831: cijnkiesstelsel
1893: algemeen meervoudig mannelijk stemrecht 1919: algemeen enkelvoudig mannelijk stemrecht 1948: algemeen enkelvoudig stemrecht 1981: verlaging tot 18 jaar 1988: ten minste zes maanden woonplaats in dezelfde gemeente en actief stemrecht aan Belgen in het buitenland |
|
Vergelijking kiesstelsels met voor- en nadelen |
1) Meerderheidsstelsel - Relatief: zetel naar kandidaat/lijst met grootste aantal stemmen - Absoluut: kandidaat/lijst behaalt absolute meerderheid om verkozen te worden (zoniet: tweede stemronde met kandidaat/lijst met meeste stemmen) + homogene en stabiele regeringen - sterke wanverhouding tussen percentage stemmen en percentage zetels 2) Evenredige vertegenwoordiging - Zetels in kieskring worden verdeeld in functie van aantal stemmen die kandidaten/lijsten behalen + Democratisch - verbrokkeling politieke partijen --> Correctie: kiesdrempel, kieskringen, coalities |
|
Kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde |
1) Provincie Vlaams-Brabant opgesplitst in: - Leuven - Halle-Vilvoorde 2) Discriminatie: Franstalige lijsten in BHV, terwijl H-V ééntalig NL is, terwijl geen Nederlandstalige lijsten in Frans gebied 3) Oplossing: splitsing: - Nederlandstaligen halenstemmen in Nederlandstaliggebied en Brussel - Franstaligen halen stemmen inFranstalig gebied en Brussel énniet in Nederlandstalig gebied --> 6 faciliteitengemeenten rond Brussel kunnen nog kiezen waar stemmen ZONDER ZICH TE VERPLAATSEN (verzachting) --> Inwoners Komen-Waasten en Voeren moeten zich begeven naar Aubel en Heuvelland om te kunnen stemmen |
|
Wet van 4 juli 1989 |
1) Beperking en controle financiering - Jaarlijkse dotatie vanwege Kamer - Giften van rechtspersonen verboden (natuurlijke personen wel toegelaten) 2) Beperking en controle verkiezingsuitgaven - Naleving nagegaan door parlementaire controlecommissie - Sanctie: tijdelijke inhouding financiële steun en/of administratieve geldboete - Beroep tot vernietiging bij GwH tegen beslissing schending regels 3) Beperking en controle open boekhouding |
|
Devolutieve kracht van lijststemmen terugbrengen |
Stembiljetten waarbij uitsluitend bovenaan op de lijst is gestemd, blijven meetellen voor berekening van kiescijfer van de lijst, maar hun overdracht aan kandidaat-titularissen in volgorde van hun voordracht op de lijst tot wanneer deze het verkiesbaarheidscijfer hebben bereikt, geschiedt slechts voor de helft |
|
Samenstelling Kamer van Volksvertegenwoordigers |
150 rechtstreeks verkozen leden - Elke kieskring (11) krijgt aantal zetels toegekend op grond van zijn bevolkingscijfer - Bevolkingscijfers om de 10 jaar vastgesteld door volkstelling of enig ander door wet bepaald middel |
|
Samenstelling Senaat |
A. 50 deelsenatoren, aangewezen door en uit deelstaatparlementen: - 29: Vlaams Parlement - 20: Franse taalgroep (10-8-2) 1: Parlement van Duitstalige Gemeenschap B. 10 gecoöpteerde senatoren, aangewezen door deelstaatsenatoren: - 6 Nederlandstaligen - 4 Franstaligen --> Niet meer dan twee derden van hetzelfde geslacht! |
|
Indeling in taalgroepen van leden van Wetgevende Kamer |
- Objectief criterium: naargelang kieskring waarin zij zijn verkozen in Nederlands of Franse taalgebied is gelegen, behoren zij tot Nederlandse of Franse taalgroep - Subjectief criterium (voor leden van Kamer verkozen in kieskring Brussel-Hoofdstad): behoren tot Nederlandse of Franse taalgroep naargelang zij de eed van gehoorzaamheid aan GW in NL of Frans afleggen (meerdere talen: eerste is beslissend) |
|
Ambtsduur Kamer en Senaat |
Kamer: 5 jaar
- Uitz.: bij vervroegde ontbinding tot dag van eerstvolgende verkiezing Europees Parlement Senaat: - Deelstaatsenatoren: tot nieuwe verkiezing deelstaatparlementen - Gecoöpteerde senatoren: tot nieuwe verkiezing Kamer |
|
Immuniteiten federale parlementsleden |
1) Parlementaire onverantwoordelijkheid - Freedom of speech - Federale staat aansprakelijk 2) Parlementaire onschendbaarheid - Geldt alleen in strafzaken - Alleen tijdens parlementair mandaat (zitting) - Geldt niet bij ontdekking op heterdaad |
|
Basisconcepten staatshervormingen |
1) Vier taalgebieden - Nederlands - Frans - Tweetalig Brussel-Hoofdstad - Duits = grondslag territorialiteitsbeginsel 2) Drie gemeenschappen - Vlaamse (+ ééntalige instelling in Brussel) - Franse (+ ééntalige instelling in Brussel) - Duitstalige = exclusieve bevoegdheden 3) Drie gewesten - Vlaamse - Waalse - Brusselse |
|
Asymmetrie in gemeenschaps- en gewestinstellingen |
1) Nederlandstalige zijde (art. 137 GW): Vlaams parlement en Vlaamse Regering kunnen bevoegdheden van Vlaams Gewest uitoefenen
2) Franstalige zijde (art. 138 GW): Waals Gewest (Franse taalgroep) en COCOF (1talig Brusselse instellingen) kunnen bevoegdheden van Franse Gemeenschap uitoefenen (decreterende bvh) 3) Duitstalige zijde (art. 139 GW): Duitstalige Gemeenschap kunnen bevoegdheden van Waals Gewest uitoefenen in Duits taalgebied: (i) monumenten en landschappen (ii) tewerkstelling en opgravingen (iii) sommige bevoegdheden inzake ondergeschikte besturen (iv) toerisme |
|
Draagwijdte art. 30 GW |
- Private sfeer: absolute vrijheid - Publieke sfeer: beperkingen op taalvrijheid zijn geoorloofd |
|
Drie reeksen van taalwetten |
1) Erkenning tweetaligheid Vlaanderen 2) Territorialiteitsbeginsel 3) Talentelling afgeschaft - Taalgrens vastgelegd - Gebruik taal in bestuurszaken geregeld - Creatie 4 taalgebieden - Creatie 27 faciliteitengemeenten |
|
Taalgebruik regeling in deelstaten
|
Vlaamse Gemeenschap en Franse Gemeenschap: bestuurszaken, onderwijs en bedrijfsleven binnen eigen taalgebied
Duitstalige Gemeenschap: onderwijs Federale wetgever: (I) Bestuurszaken, onderwijs en bedrijfsleven in tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad (II) In faciliteitengemeenten bij bijzondere meerderheidswet (III) Bestuurszaken en bedrijfsleven in Duits taalgebied (IV) Gerechtszaken en handelingen van openbaar gezag, buiten begrip "bestuurszaken" Overige: individuele taalvrijheid |
|
Pacificatiewet 9 augustus 1988 |
Iedere gemeentelijke of OCMW-mandataris in de rand- en taalgrensgemeenten moet de nodige kennis hebben van taal van taalgebied waarin gemeente is gelegen --> Vereiste taalkennis wordt vermoed --> Onweerlegbaar vermoeden voor rechtstreeks verkozen mandatarissen (Voeren, Komen-Waasten, 6 randgemeenten) |
|
Bijzondere meerderheidswetten |
Doel: inspraak aan Frans- en Nederlandstaligen --> Dubbele meerderheid: gewone meerderheid der stemmen in elk van beide taalgroepen (voorwaarde: meerderheid van leden aanwezig) + tweederde meerderheid van stemmen --> gelijkelijke bevoegdheid Kamer én Senaat --> GwH onbevoegd na te gaan of vereiste bijzondere meerderheid op juiste wijze is berekend |
|
Alarmbelprocedure |
Art. 54 GW: Parlementaire behandeling van gewraakt wetsontwerp of -voorstel wordt tijdelijk geschorst 1) 3/4 van leden van NL of Franstalige taalgroep, na indiening commissieverslag en VOOR eindstemming plenaire vergadering een met redenen omklede motie (ernstig in gedrang) 2) Verwezen naar Ministerraad, die binnen 30 dagen advies geeft (Regering mag niet ontslagnemend zijn!) 2 beperkingen: - Niet voor begrotingen (wetten in formele zin) - Eenmaal per taalgroep per ontwerp/voorstel "Geschreven om nooit te worden toegepast" |
|
Ministerraad |
= kabinetsraad - Samenstelling: Evenveel NL en Franstalige - Werking: besluitvorming geschiedt bij consensus: neerleggen/ontslag nemen - Opmerking: ontslag/overlijden: zo vlug mogelijk vervangen !! |
|
Regeringsraad |
Gezamenlijke vergadering van alle federale regeringsleden, ministers én staatssecretarissen |
|
Kernkabinet |
Voorgezeten door Eerste Minister en bestaat uit Vice-Eerste Ministers |
|
Federale staatssecretarissen |
Minister bijstaan en van bepaalde taken ontlasten, maken deel uit van regering (niet van Ministerraad) en worden toegevoegd aan minister |
|
Trias politica in deelstaten |
WM: Parlement (neemt decreten/ordonnanties aan) en Regering (bekrachtigt en kondigt af) UM: Regering (maakt verordeningen en neemt besluiten voor uitvoering decreten&ordonnanties) RM: federale bevoegdheid --> 5 deelstaatparlementen en -regeringen |
|
Beperkte constitutieve autonomie
|
Gemeenschappen & gewesten mogen bepaalde aangelegenheden inzake samenstelling en werking van organen zelf regelen (bv. BWHi wijzigen, aanvullen, vervangen of opheffen) Uitbreiding 6e SH: 1) Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en Duitstalige Gemeenschap ook constitutieve autonomie 2) Aantal aangelegenheden neemt aanzienlijk toe Beperking: 1) Bijzondere meerderheidsdecreten of -ordonnanties 2) Aangelegenheden beperkt (verkiezingen, samenstelling, werking, kieskringen, stelsel van opvolgers, devolutieve kracht lijststem, aanwezigheid mannen en vrouwen, aantal leden Parlementen, bijkomende onverenigbaarheden) |
|
Gevallen van beraadslaging |
In Ministerraad slechts uitzonderlijk toch stemming --> GwH kan dit niet sanctionneren, enkel politieke sanctie |
|
Gemeenschaps- en gewestparlementen |
- Duur: Vast termijn van 5 jaar, tegelijk met Europese verkiezingen (nooit voortijden ontbonden, kan veranderen door constitutieve autonomie) - Samenstelling: op gewestelijke basis: --> Brussels-Hoofdstedelijke Parlement: elke taalgroep vast aantal zetels: 17 NL <-> 72 FR --> Parlements Duitstalige Gemeenschap: 25 leden, rechtstreeks uit Duits taalgebied --> Vlaams Parlement: 118 NL <-> 6 BXL --> Parlement van Waals Gewest: 75 leden --> Parlement van Franse Gem: 75 FR <-> 19 BXL - Werking: geïnspireerd op Kamer + procedure van tweede lezing |
|
Gemeenschaps- en gewestregeringen
|
- Samenstelling: verkozen door Parlement met volstrekte meerderheid van leden + Regering duidt voorzitter aan, bekrachtigd door Koning --> Vlaamse Regering: 11 leden hoogstens (ten minste 1 woonplaats in BXL) --> Franse Gemeenschapsregering: 8 leden hoogstens (ten minste 1 woonplaats in BXL) --> Waalse Regering: 9 leden hoogstens --> Regering van Duitstalige Gemeenschap: minstens 3 en hoogstens 5 leden - Werking: collegiale besluitvorming of besluitvorming bij consensus |
|
Verhoudingen Parlement en Regering op deelstatelijk niveau |
1) Regering kan Parlement niet ontbinden 2) Regering politiek verantwoordelijk voor Parlement 3) Regering van rechtswege ontslagnemend bij aanneming constructieve motie van wantrouwen, mits meerderheid Parlement en afkoelingsperiode van 48 uur 4) Regering van rechtswege ontslagnemend bij verwerping constructieve motie van vertrouwen, mits meerderheid Parlement en afkoelingsperiode van 48 uur |
|
Rechtspersonen Brusselse instellingen |
Per taalgroep: - Vlaamse Gemeenschapscommissie (administratieve besluiten en verordeningen) Franse Gemeenschapscommissie = COCOF (wetgevende bevoegdheid) In hun geheel: - Brusselse agglomeratie (administratieve besluiten en verordeningen) - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (ordonnantiegevende bevoegdheid) |
|
Grondgebied Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
Brusselse agglomeratie = 19 gemeenten van administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad die tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad vormen |
|
Bevoegdheden instellingen in Brussel
|
Vlaamse Gemeenschap: eentalige instellingen in Brussel inzake cultuur, onderwijs en persoonsgebonden aangelegenheden Franse Gemeenschap: eentalige instellingen in Brussel inzake cultuur, onderwijs en persoonsgebonden aangelegenheden Federale overheid: taalgebruik in Brussel, biculturele instellingen en aangelegenheden (uitzonderingen: art. 4bis Brusselwet) COCOF: uitzonderlijk decreten, art. 138 GW GGC: uitzonderlijk ordonnanties, bipersoonsgebonden instellingen in Brussel, (art. 5 BWHI = persoonsgebonden), jeugdsanctierecht en gezinsbijslagen |
|
Ordonnantie Brussel |
Niet dezelfde rechtskracht als decreten (symbolisch): - verschilt in beperkt administratief toezicht - beperkt rechterlijk wettigheidstoezicht --> Enkel vernietigbaar door GwH, niet door RvS |
|
Organen Brusselse Instellingen
|
1) Brussels Hoofdstedelijk Parlement Elke taalgroep vast aantal zetels: 17 NL <-> 72 FR 2) Brussels Hoofdstedelijke Regering 5 leden (2 NL <-> 2 FR <-> 1 voorzitter) 3) Gewestelijke staatssecretarissen 3 leden (1 NL <-> 1 FR <-> 1 X) 4) Gemeenschapscommissies Vlaamse en Franse samen: Verenigde Vergadering en Verenigd College |
|
Bescherming Nederlandstaligen in Brusselse instellingen |
WM: 1) Vaste zetelverdeling 2) Alarmbelprocedure 3) Meerderheid van stemmen in elke taalgroep UM: 1) Pariteit 2) Collegiale besluitvorming 3) Besluitvorming bij consensus 4) Gewaarborgde bevoegdheidspaketten 5) Aangepaste constructieve motie van wantrouwen Verenigde Vergadering en Verenigd College: 1) Meerderheid van stemmen in elke taalgroep |