• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/13

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

13 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Wat is het verschil tussen dom- en kloosterscholen? (Begin 7e eeuw)

Allebei voor jongens vanaf 7 jaar (5 tot 12j)



Kloosterscholen: aandacht voor ambacht, handarbeid en beheersing latijn, is voor beroep van monnik; lkr zijn ook monniken


--> diff, selectie en allocatiefunctie, socialisatie



Domscholen: voorbereiding kerkelijke functie; hoofdarbeid en beheersing latijn (voor elite); is voor beroep van priester; lkr zijn priesters


--> diff, selectie en allocatie


Wat kan je vertellen over de parochiescholen? (12e eeuw)

-voor jongens en meisjes (7 tot 10 j)


-leren godsdienstige waarheden


-niet voor lezen en schrijven, miss wel beetje latijn tot 12


-echt voor gedragsregels


--> socialisatie en integratie


-lkr zijn leken aangesteld door mensen die touwtjes in handen hebben

Wat kan je vertellen over stedelijk en dorpsonderwijs vanaf de 12e eew? Bespreek het beroepsonderwijs (gilden en franse scholen), algemeen vormend onderwijs (latijnse scholen), lager onderwijs (dietse en kleine kinderscholen) en het bijzonder onderwijs (bijscholen)

Beroepsonderwijs


1. Gilden: vanaf 12j, 4 a 5 j opleiding, van gezel naar meester; ambachtslieden


2. Franse scholen: 8 -10/15j, handelaars en kooplieden, frans leren en leren rekenen



Algemeen vormend onderwijs


3. Latijnse scholen: jongens van 10- 15/17j, spreken, lezen en schrijven van latijn, opent deur naar unif (deels gesubsidieerd)



Lager onderwijs


4. Kleine kinderschool: 5-8j, gebeden, godsdienst, abc boekje (spellen), sierlijk schrijven, leren lezen


5. Dietse school: 8-10 j voortzetting kleine kinderschool, voor de franse of latijnse school



Bijzonder onderwijs


6. Bijscholen: voortgezet en lager onderwijs, vakken die ouders als relevant beschiuwen (bvb rekenen), meer richting particulier onderwijs

Wat kan je vertellen over het calvinistische schoolsysteem (16e eeuw)?

1. Kleine kinderscholen; van 4-6j; leren van letters van alfabet


2. Lager onderwijs; 6-12; leren lezen (ook gemeente´ijke en kerkelijke armenscholen gratis onderwijs voor het kunnen lezen van de bijbel)


3. Voortgezet onderwijs; na 12 j; eerst gilden franse en latijnse scholen later bij eind 18e eeuw; gildenonderwijs wordt vakonderwijs (tekenacademies jongens en naaionderwijs meisjes); e franse school wordt een beroepsopleiding, uitgebreider vakkenpakket; latijnse scvolen veranderen nauwelijks en blijven toegang tor unif

Bespreek het volgende van het nationaal onderwijssysteem;


-hoofdelijk onderwijs (16-18e eeuw)


-klassikaal onderwijs (19e eeuw)


-het monitorial system (2e helft 18e eeuw)

-hoofdelijk onderwijs (16-18e eeuw); jongens en meisjes versch leeftijden (lager onderwijs), niet in groep 1 op 1 bij schoolmeester, fysiek straffen


--> geen selectie en diff


Daarna verlichtingsdenken; vormen van kinderen tot nuttige leden van de maatschappij (= burgerlijk beschavingsoffensief)


-klassikaal onderwijs (19e eeuw);


3 klassen voor 1 onderwijzer (klas 1: letters woorden en cijfers, klas 2: begin lezen schrijven en rekenen, klas 3: vervolmaakt klas 2) ook voor christelijke deugden


--> socialisatke en integratie


+Leerplichtwet 1901 nederland (klass onderwijs verplicht)


-het monitorial system (2e helft 18e eeuw)


Oudere groep lln worden monitors die kleine kinderen moeten aanleren


!link met economie en onderwijs correspondentieprincipe van marx (in belgië kwalificatiefunctie tijdens industrieel tijdperk, nederland niet)


--> kwalificatiefunctie

Geef de verschillen tussen belgië en nederland over de vrijheid van onderwijs

Belgie; vrijheid van onderwijs in grondwet 1831, leerplicht vanaf 1914, eind 20e eeuw decentralisatie privatisering deregulering en autonomievergroting


Nederland: 1848 vrijheid van onderwijs in grondwet oprichting van scholen, 1917 onderwijs vrijheid financiële gelijkstelling tuss openbare en bijzondere scholen

Waarvoor staat OESO en welke functie hebben ze op het internationale perspectief van onderwijs?

Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling


--> doet internationaal vergelijkend onderzoek op gebied van onderwijs

Wat zijn de 3 mogelijkheden van differentiatie internationaal en wat zijn de gevolgen?

-vroege diff: direct na basisonderwijs worden bepaalde schooltypes geselecteerd


--> gevolg; grotere ongelijkheden van uitkomsten en grote invloed cab soc ec achtergrond op onderwijsprestaties



-1 a 2 jaar diff, na basis nog allemaal dezelfde school en curriculum



-nauwelijks diff: hele curriculum gemeenschappelijk


--> gevolg: rolmodel voor laget soc ec achtergrond, optrekken aan get niveau, werkelijke prestaties worden beoordeeld en minder gebaseerd op vooroordelen

Wat kan je vertellen over de internationale kwalificatie?

Sinds 1980 grote toestroom in hoger onderwijs, is rendabel (privet and public investment)



Is gedecentraliseerd, meer autonomie voor scholen zelf

Wat kzn je vertellen over de socialisatie internationaal?

-sociale mobiliteit= de verandering in sociale positie van een persoon of groep binnen de sociale stratificatie


--> gelijke kansen onderwijs en integratie van migranten


--> keuzevrijheid en ongelijkheid

Leidt keuzevrijheid tot betere onderwijskwaliteit?

Nee, ouders kiezen meer op populatie dan kwaliteit, hoger opgeleide ouders kiezen bewuster

Leidt keuzevrijheid tot meer segregatie?

Ja,


-hoger opgeleiden in betere scholen krijgen en stijgt alleen maar in kwaliteit en het publiek dat aangetrokken wordt

Zoektocht wegwerken sociale ongelijkheid binnen hoger onderwijs volgens het model van Esping- Andersen (1990); leg uit;

-de liberale verzorgingsstaat: veel ruimte voor particulier initiatief en de markt ( overheid terughoudend engeland ierland)


-sociaal- democratische verzorgingsstaat: overheid activistisch om sociale ongelijkheud te vermijden (scand.)


-corporatistisch model/rijnlands model: onderwijs wordt vanuit privé instellingen georganiseerd, maar in hoge mate gefinancierd en gereguleerd door overheid