Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
9 Cards in this Set
- Front
- Back
De totale waarden van alle items in de rij opgeteld en gedeeld door het aantal aanwezigen in de rij. Wat ben ik? |
Gemiddelde |
|
Cumulatief gemiddelde / voortschrijdend gemiddelde (cumulative average / moving average) |
Het gemiddelde van een vast aantal opeenvolgende elementen in een tijdreeks |
|
Ik ben de middelste waarde van de verdeling. |
Mediaan |
|
Afstand tot de centrummaat (het gemiddelde). Je kijkt dus naar elke waarde in de rij en hoeveel die verschilt van het gemiddelde. De uitkomst, door deze twee waarde van elkaar af te halen, kwadrateer je. |
Deviatie |
|
Alle waarde van de deviatie bij elkaar opgeteld en dan gedeeld door het totaal aantal items in de rij. Dus je trekt eigenlijk het gemiddelde van de deviatie. |
Variantie |
|
Hierbij reken je eerst de variatie uit en dan trek je daar de wortel van. |
Standaard deviatie |
|
Dit is bijna hetzelfde als de variantie alleen deel je niet door het totale aantal items in een rij maar door het totale aantal items min één. |
Covariantie |
|
Dit is de deviatie gedeeld door de standaard deviatie. De waarde die hier uitkomt laat zien hoeveel standaard deviaties het punt van het gemiddelde ligt. Ook kan je zeggen dat de meeste waarde tussen het positieve en negatieve getal van deze waarde liggen. |
Normaliseren |
|
Om dit te berekenen moet je eerst de covariantie berekenen en de standaard deviatie van beide rijen waarvan je de correlatie wilt aantonen. Je deelt de covariantie door de uitkomst van de standaard deviatie van rij één maal de standaard deviatie van rij twee. |
Correlatie |