• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/30

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

30 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)

Jij herinnert je dat nog

Te lo ricordi ancora

You still remember dat

Ik denk dat u zich wassen moet

Penso che dovrebbe lavarsi

Ik herinner me zijn naam niet

Non ricordo il suo nome

Jij wast je

Ti lavi

Kan je je zijn naam herinneren?

Puoi ricordarti il suo nome?

Hij heeft me gevraagd een boek te schrijven

Mi ha chiesto di scrivere un libro

Zij kunnen zich niet bewegen

Non possono muoversi

We voelen ons vandaag niet goed

Non ci sentiamo bene oggi

De jongen gedraagt zich slecht omdat hij geen ontbijt 🥣 heeft gehad

Il bimbo si comporta male perché non ha fatto colazione

Jullie moeten je gedragen

Dovete comportarvi (bene)

Het kind haast zich niet

Il bimbo non fa di fretta

Ik voel me heel gezond

Mi sento molto in salute

We moeten ons haasten!

Dobbiamo fare in fretta!

Houden jullie van elkaar?

Vi amate?

Dat kan ik me niet voorstellen

Non posso immaginarlo

U bevindt zich hier

Si trova qui

Je moet je in twee minuten aankleden

Devi vestirti in due minuti

Ik realiseer me hoe oud ik ben

Mi sono resa conto di quanto vecchia io sia

Ik kleed me 's morgens ann

Mi vesto al mattino

Hij realiseerde zich niet dat ik er ook was

Non si rendeva conto che anch'io ero

Aan wie stelt u zich voor?

A chi si presenta?

Het station bevindt zich ten westen van het hotel

La stazione si trova ad ovest dell'Hotel

Ik scheer me elke morgen

Mi rado ogni mattina

Ik verveel me

Mi annoio

Ik vraag me af hoeveel dit kost

Mi chiedo quanto costi

Het kind verheugt zich niet op de vlucht

Il bambino non aspetta il volo

Ik verveel me nooit dankzij mijn telefoon

Non mi annoio mai grazie al mio telefono

Het model kleedt zich om

Il modello si cambia

Ik verbaas me over jouw vraag

Mi meraviglio della tua domanda

Wij vervelen ons altijd op maandagavond

Ci annoiamo sempre il lunedì sera