• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/139

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

139 Cards in this Set

  • Front
  • Back
el fragmento
fragment
andar con rodeos
er omheen draaien
hablar alto
hard praten
el gesto
gebaar
al menos
tenminste
la regla
regel
tomar la palabra
het woord nemen
el horario
hier: dagindeling
el día laborable
werkdag
aún
nog
la locura
waanzin
chocar
shockeren
intocable
onaantastbaar, heilig
cerrar (ie)
dichtgaan, sluiten
emitir
uitzenden
el canal
(televisie)kanaal
la pausa
pauze
por todas partes
overal
la Caja de ahorro
spaarbank
el churro
gefrituurde deegstengel
a media mañana
tussen 11 en 12 uur 's morgens
el cafecito
kleine koffie
el aperitivo
aperitief
el canapé
borrelhapje
merendar (ie)
tussendoortje eten aan het eind van de middag
a media tarde
tussen 4 en 6 uur 's middags
impresionar
indruk maken
la importancia
belang
acostumbrarse (a)
wennen (aan)
pegar
kleven
aprovechar
benutten
desconocer (zc)
niet kennen
el comportamiento
gedrag
el estereotipo
stereotype
la explicación
verklaring
plantear
naar voren brengen
la rutina
routine
que no
zeker niet
en mi época
in mijn tijd, toentertijd
en punto
precies,
la juventud
jeugd
a menudo
dikwijls
la empresa petrolífera
oliemaatschappij
recorrer
doorkruisen, doorreizen
bastantes veces
tamelijk vaak
muchas veces
vaak
la ducha
douche
la americana
colbert, jasje
la gabardina
regenjas
los calzoncillos
(heren)onderbroek
mayo
mei
el instrumento musical
muziekinstrument
entonces
toen(tertijd)
la banda
band
el chico en cuestión
de desbetreffende jongen
la cuestión
vraag
suponer
aannemen
exactamente
precies
juntos/as
samen
entenderse (ie)
elkaar begrijpen
unirse
zich vereningen
poner
hier: geven
acordarse (ue)
zich herinneren
gratis
gratis
la compañía discográfica
platenfirma
fichar
contracteren
noviembre
november
a pesar de
ondanks
fulgurante
flitsend
no acabar de funcionar
niet functioneren
la pelea
strijd
interno/a
intern
saltar
springen; hier: plaatsen
realmente
werkelijk
el motivo
motief, reden
maduro/a
rijp
repentino/a
plotseling (bijv. nw.)
pelearse
ruzie krijgen
presionar
druk uitoefenen (op)
explotar
exploderen, ontploffen
en directo
live
recuperar
terughalen
viejo/a
oud
incluir (y)
opnemen
por supuesto
natuurlijk
el principio
begin
la etapa
etappe
productivo/a
productief
duradero/a
duurzaam, blijvend
las bragas
(dames)slipje
los calcetines
sokken
las medias
panty
el pijama
pyjama
el camisón
nachthemd
el sujetador
beha
el cinturón
riem
la manía
manie, stokpaardje
sumar
optellen
la matrícula
kenteken
simétrico/a
symmetrisch
la flor
bloem
el paso de cebra
zebrapad
pisar
lopen op
la raya
streep
habitual
gebruikelijk, gewoon
hacer una sobremesa
natafelen
la siesta
middagdutje, siësta
la barbacoa
barbecue
el crucigrama
kruiswoordraadsel
el suplemento dominical
zondagsbijlage
los abuelos
grootouders
poner
hier: schrijven
Muy señor/a mío/a
Geachte heer/dame
Distinguido/a señor/a
Geachte heer/dame
estimado/a
geacht(e)
Un cordial saludo
Met vriendelijke groeten
cordial
vriendelijk
Atentamente.
Hoogachtend.
Querido/a
Lieve, Beste
Besos
hier: veel liefs
un fuerte abrazo
veel liefs, hartelijke groeten
el abrazo
omarming
el encabezamiento
briefhoofd
la coma
komma
el cambio
verandering
sufrir cambios
veranderingen ondergaan
el juego
spel
antes
vroeger
el albergue (juvenil)
(jeugd)herberg
al revés
omgekeerd
Nochebuena
kerstavond
Día de los Inocentes
28 december (vgl. 1 april)
Reyes
Driekoningen (6 januari)
el/la fundador/a
oprichter (m/v)
mítico/a
mythisch
mar adentro
zeewaarts, de zee op
formarse
vormen
separarse
uit elkaar gaan
el inicio
begin