• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/10986

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

10986 Cards in this Set

  • Front
  • Back
de aandacht
zelfst.naamw. (m./v.)


Uitspraak:

[ˈandɑxt]
keer dat je ergens op let of over iets nadenkt


Voorbeelden:

`geen aandacht schenken aan iets of iemand`,
`door vreemd gedrag de aandacht trekken`,
`de aandacht vestigen op een belangrijk punt`
I de appel
zelfst.naamw. (m.)


Uitspraak:

[ˈɑpəl]



Verbuigingen:

appel|en, appel|s (meerv.)
ronde, harde, zoetzure vrucht met een klokhuis waarin donkere pitjes zitten culinair


Voorbeeld:

`rodekool met appeltjes`
De appel valt niet ver van de boom.
(kinderen hebben vaak hetzelfde karakter als hun ouders)
dat zal een flinke duit kosten
[heel veel]
een boom van een vent
[een grote stevige man]
het voorstel is met algemene stemmen aangenomen
[niemand was ertegen]
het is algemeen bekend
[iedereen weet het]
algemeen kiesrecht
[voor en van iedereen]
het algemeen klassement
[overzicht van het totale resultaat]
Algemeen Beschaafd Nederlands
[de taal die in het hele taalgebied te gebruiken is]
met algemene stemmen iets aannemen
[iedereen is het ermee eens]
de algemene middelen
[belastinggelden die geen speciale bestemming hebben]
algemene ontwikkeling
[globale kennis van aspecten van de beschaving]
in algemene termen spreken
[niet over de details]
in het algemeen, over het algemeen
[meestal, doorgaans]
daar heb ik part noch deel aan
[ik heb er niets mee te maken]
voor mijn part
[wat mij betreft]
de angst speelt hem parten
[hij heeft er last van]
een boom van een vent
[een grote stevige man]
hoge bomen vangen veel wind
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
door de bomen het bos niet zien
[door de details het geheel niet zien]
aan zijn vruchten kent men de boom
[aan zijn daden kent men de mens]
de bomen groeien niet tot in de hemel
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
aan de vruchten kent men de boom
[men kent de mens aan wat hij doet]
de appel valt niet ver van de boom
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
omdraaien als een blad aan een boom
[je ineens heel anders gaan gedragen]
de kat uit de boom kijken
[een afwachtende houding aannemen]
je kunt de boom in!
[ik weiger het echt]
een boom omzagen
[hard snurken]
de ark van Noach
[vaartuig door Noach gebouwd om zich en de zijnen te redden]
het is alsof het van de armen gaat
[zuur commentaar als men zuinig is]
zo arm als Job (de mieren, een kerkrat)
[heel erg arm]
arm en rijk
[iedereen]
de armen van geest
[eenvoudige mensen]
een illusie armer zijn
[ergens teleurgesteld over zijn]
het arme schaap
[de stakker]
een arme sloeber (stakker, stumper, sukkel)
[iemand die medelijden opwekt]
hij gaf de geest
[hij stierf]
het je voor de geest halen
[eraan terugdenken]
de armen van geest
[de eenvoudigen]
een scheiding der geesten
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
iets in de geest van...
[zoiets als ...]
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
de Heilige Geest
[God in de vorm van een geest]
de geest krijgen
[ergens door bezield worden]
de geest geven
[sterven]
een boze geest
[gevallen engel, duivel]
eruitzien als een geest
[heel mager en bleek]
de geest is uit de fles
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
toen kreeg Ida de geest
[ze ging ineens aan het werk]
het was iets in de geest van ....
[iets als ....]
de atmosfeer was om te snijden
[er was veel spanning]
in staat van opwinding
[erg opgewonden]
de auto is nog in goede staat
[hij is nog goed]
de staat van beleg
[het gezag is in handen van de militairen]
de echtelijke staat
[het getrouwd zijn]
in gezegende staat zijn
[zwanger zijn]
in alle staten zijn
[heel erg opgewonden]
in staat zijn
[het kunnen]
tot alles in staat zijn
[zonder nadenken de ergste dingen kunnen doen]
de burgerlijke staat
[geeft aan wat iemands handelingsbevoegdheid is]
zijn staat van dienst
[het overzicht van zijn prestaties]
er geen staat op kunnen maken
[niet voorspelbaar zijn]
hij is in staat om ....
[hij kan het]
hij is tot alles in staat
[je kunt alles van hem verwachten]
ik ben op!
[ik heb geen energie meer]
het kan niet op!
[wat is er veel]
hij kwam op mij af
[naar mij toe]
de auto loopt één op tien
[een liter benzine is nodig voor tien kilometer]
vertel op!
[vertel het aan me]
op de man af
[rechtstreeks]
op zijn minst
[minstens]
op één na
[één is er over]
op grote schaal
[heel veel]
ik moet op voor het examen
[ik moet examen doen]
op en neer tussen Amsterdam en Haarlem
[heen en terug]
zuinig leven
[weinig geld gebruiken]
de auto rijdt zuinig
[gebruikt weinig brandstof]
ik ben er zuinig op
[ga er heel voorzichtig mee om]
ergens zuinig mee omgaan
[er weinig van gebruiken]
en niet zo zuinig ook!
[stevig, flink]
zuinig zijn met woorden
[weinig zeggen]
zuinig op jezelf zijn
[gezond en veilig leven]
zuinig kijken
[teleurgesteld of weinig toeschietelijk]
de automatische piloot
[een zelfsturend systeem in een vliegtuig]
op de automatische piloot overgaan
[terugvallen op je routine]
de baard in je keel krijgen
[als jongen je hoge stem kwijtraken]
ergens een baard van krijgen
[er genoeg van krijgen]
in de maat spelen
[je goed aan de maat houden]
de baas spelen
[de baas zijn]
een rol spelen
[doen alsof je iemand anders bent]
open kaart spelen
[precies zeggen wat je vindt]
spelen met je gezondheid
[je gezondheid in gevaar brengen]
ze eten droog brood
[zonder boter of beleg]
de baby is droog
[heeft niet in zijn broek geplast]
een droge keel hebben
[dorst hebben]
het niet met droge ogen kunnen aanzien
[niet zonder te huilen]
hoog en droog zitten
[veilig zijn]
nog niet droog zijn achter de oren
[jong en onervaren]
zijn schaapjes op het droge hebben
[van zijn verdiende geld kunnen leven]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
als droog zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
er is geen droog brood mee te verdienen
[het levert bijna niets op]
een Haags bakje
[een halfvol kopje]
een bakje troost
[een kopje koffie]
dat is kat in het bakkie
[een eenvoudig karweitje]
de bak in draaien
[gevangengenomen worden]
een volle bak
[een volle zaal]
niet aan de bak komen
[geen werk kunnen vinden]
de bakens verzetten
[je plannen veranderen]
een balletje trappen
[een partijtje voetballen]
wie kaatst moet de bal verwachten
[als je plaagt word je teruggeplaagd]
er geen bal van snappen
[er niets van snappen]
de bal afgeven
[aan iemand anders toespelen]
de bal ligt nu bij hem
[nu moet hij actie ondernemen]
ergens een balletje over opgooien
[erover beginnen om de reacties te peilen]
de bal is rond
[er is van alles mogelijk]
de bal terugkaatsen
[een gevat antwoord geven]
een balletje trappen
[een partijtje voetballen]
wie kaatst moet de bal verwachten
[als je plaagt word je teruggeplaagd]
er geen bal van snappen
[er niets van snappen]
de bal afgeven
[aan iemand anders toespelen]
de bal ligt nu bij hem
[nu moet hij actie ondernemen]
ergens een balletje over opgooien
[erover beginnen om de reacties te peilen]
de bal is rond
[er is van alles mogelijk]
de bal terugkaatsen
[een gevat antwoord geven]
ik ben er helemaal uit
[ik weet niet meer hoe het moet]
hun verkering is uit
[ze hebben geen verkering meer]
hij kucht uit gewoonte
[hij kucht omdat hij dat altijd doet]
de kinderen waren de deur uit
[vertrokken]
de bal is uit
[buiten de lijn]
een balletje trappen
[een partijtje voetballen]
wie kaatst moet de bal verwachten
[als je plaagt word je teruggeplaagd]
er geen bal van snappen
[er niets van snappen]
de bal afgeven
[aan iemand anders toespelen]
de bal ligt nu bij hem
[nu moet hij actie ondernemen]
ergens een balletje over opgooien
[erover beginnen om de reacties te peilen]
de bal is rond
[er is van alles mogelijk]
de bal terugkaatsen
[een gevat antwoord geven]
ergens de ballen van begrijpen
[er niets van snappen]
het interesseert me geen bal
[niets]
er de ballen verstand van hebben
[er helemaal geen verstand van hebben]
de ballen!
[informele afscheidsgroet]
geen bal uitvoeren
[helemaal niets]
lopende band
[bewegende strook waarop producten langskomen]
aan de lopende band heeft hij geluk
[steeds opnieuw heeft hij geluk]
iemand aan banden leggen
[zijn macht beperken]
de banden nauwer aanhalen
[de vriendschap inniger maken]
de banden doorsnijden
[de vriendschap verbreken]
uit de band springen
[gekke, dwaze dingen doen]
uit de band springen
[zich laten gaan]
de bebouwde kom
[geheel van bij elkaar staande huizen]
de beer een jurk aantrekken
[de zaak mooier voorstellen dan ze is]
een blote jurk
[die veel bloot laat]
alles wat los en vast zit is weggehaald
[alles dus]
de beer is los
[de narigheid is begonnen]
er zit een draadje (schroefje) bij hem los
[hij is niet goed bij zijn verstand]
losse handen hebben
[veel en gauw slaan]
iets uit de losse pols doen
[met groot gemak]
op losse schroeven staan
[onzeker, twijfelachtig of het doorgaat]
aan hem is een steekje los
[hij is een beetje gek]
als los zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
dat was maar een losse opmerking
[ik bedoelde er niet iets bijzonders mee]
een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
een los nummer
[dat niet bij een abonnement hoort]
los van...
[afgezien van...]
zij leven erop los
[doen waar ze zin in hebben]
hij slaat erop los
[slaat hard en wild]
een losse flodder
[munitiepatroon zonder kogel]
van God los zijn
[verderfelijk]
erop los leven
[losbandig zijn]
zo sterk als een beer
[heel erg sterk]
een beer van een vent
[een grote, sterke man]
beren op de weg zien
[bang zijn voor iets wat niet bestaat]
de beer is los!
[de strijd is begonnen]
een ongelikte beer
[iemand zonder goede manieren]
je moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is
[geen toezeggingen doen over iets wat nog niet van jou is]
het beestje bij de naam noemen
[precies zeggen wat je denkt]
het is een beest van een vent
[iemand die wreed en onbeschoft is]
het is bij de beesten af
[uiting van verontwaardiging]
dat is de aard van het beestje
[een slechte eigenschap waar niets aan te doen is]
de beest uithangen
[zich liederlijk gedragen]
groente van de koude grond
[niet in de kas gekweekt]
de begane grond
[de onderste woonlaag]
iets uit de grond stampen
[het heel snel maken]
uit de grond van mijn hart
[met volle overtuiging]
hem te gronde richten
[hem vernietigen]
aan de grond zitten
[geen geld meer hebben]
het van de grond krijgen
[erin slagen het te organiseren]
het met de grond gelijkmaken
[het afbreken]
als aan de grond genageld bleef hij staan
[hij kon zich van schrik niet meer bewegen]
ik ging door de grond
[ik schaamde me diep]
het plan de grond in boren
[het afkraken]
met beide benen op de grond staan
[nuchter zijn]
geen poot aan de grond krijgen
[geen enkele kans]
de grond wordt me te heet onder de voeten
[ik ga ervandoor, want het wordt me te riskant]
stille waters hebben diepe gronden
[wie het minst spreekt is vaak het meest interessant]
uit de grond van mijn hart
[omdat ik het echt meen]
op grond van
[om reden van, wegens]
een grond van waarheid
[een waar element in een bewering]
in de grond van de zaak
[in feite, eigenlijk]
je beste beentje voorzetten
[heel erg je best doen]
het been stijf houden
[niet toegeven]
op het verkeerde been zetten
[de verkeerde informatie geven, misleiden]
op je achterste benen staan
[verontwaardigd zijn]
geen been hebben om op te staan
[niet kunnen bewijzen dat je gelijk hebt]
de benen nemen
[ervandoor gaan]
met één been in het graf staan
[bijna dood zijn]
goed ter been zijn
[nog goed kunnen lopen]
zich de benen uit het lijf lopen
[zich erg inspannen om iets te bereiken]
op de been zijn
[opgestaan zijn, uit bed zijn]
er was veel volk op de been
[op straat]
met beide benen op de grond staan
[de werkelijkheid niet uit het oog verliezen]
op je laatste benen lopen
[bijna dood zijn]
met het verkeerde been uit bed stappen
[een slecht humeur hebben]
tegen het zere been zijn
[erg pijnlijk zijn]
met de staart tussen de benen afdruipen
[beschaamd weglopen]
een blok aan je been zijn
[je het leven moeilijk maken]
op eigen benen staan
[zelfstandig zijn]
op één been kun je niet lopen
[neem nóg een consumptie!]
er geen been in zien
[er niet voor terugschrikken]
als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen
[als twee mensen ruzie maken, krijgt de derde meestal het voordeel]
door merg en been gaan
[heel indringend zijn]
vel over been zijn
[broodmager]
ze ziet er geen been in
[ze heeft er geen bezwaar tegen]
steen en been klagen
[voortdurend klagen en jammeren]
de benen strekken
[een stukje lopen]
zolang de voorraad strekt
[zolang er nog iets is]
dat muisje had nog een staartje
[die gebeurtenis had onverwachte gevolgen]
de berg heeft een muis gebaard
[het grote plan is op niets uitgelopen]
als een muis in de val zitten
[niet meer weg kunnen]
de muizen liggen er dood in de broodkast
[ze zijn erg arm]
een grijze muis
[een onopvallend persoon]
met man en muis vergaan
[het schip zinkt en alle opvarenden verdrinken]
met spek vangt men muizen
[als je gul bent, kun je iedereen voor je winnen]
hij kan bergen verzetten
[heel veel werk doen]
ik zie er als een berg tegenop
[ik zie er heel erg tegenop]
hij beloofde ons gouden bergen
[de prachtigste dingen]
een geloof dat bergenkan verzetten
[waaruit je veel kracht kunt putten]
als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg naar Mohammed
[als je initiatief neemt, maar dat eigenlijk van de andere partij had verwacht]
van een molshoop een berg maken
[een zaak enorm opblazen]
de berg heeft een muis gebaard
[schamper commentaar als alle drukte op niets uitloopt]
de haren rijzen mij te berge
[ik ben erg verontwaardigd]
je stem verheffen
[harder gaan praten]
de tweede stem zingen
[een hogere of lagere melodie]
ze is haar stem kwijt
[kan niet meer hardop praten]
een stem van binnen
[het geweten dat spreekt]
de stem van het hart volgen
[het gevoel, de intuïtie]
je stem uitbrengen
[voor of tegen iets stemmen]
bij meerderheid van stemmen
[omdat de meesten het vonden]
er gaan stemmen op om ...
[sommige mensen willen het]
de beslissende stem hebben
[de uitslag bepalen]
meeste stemmen gelden
[wat de meerderheid wil, dat gebeurt]
de stemmen staken
[er zijn evenveel stemmen vóór als tégen]
in slaap vallen
[gaan slapen]
het valt hem zwaar
[het is zwaar voor hem]
de beslissing is gevallen
[ze hebben het besloten]
er valt weinig te beleven
[je kunt er weinig afleiding vinden]
dat viel in goede aarde
[dat vonden ze goed of leuk]
met hem valt niet te praten
[je kunt niet met hem praten]
er valt niets te lachen
[je mag niet lachen]
er viel een schot
[er werd geschoten]
de keus viel op hem
[hij werd gekozen]
de beste stuurlui staan aan wal
[het is gemakkelijk om kritiek te geven als je het zelf niet hoeft te doen]
van wal steken
[beginnen]
tussen wal en schip terechtkomen
[het een noch het ander krijgen, alles mislopen]
hem van de wal in de sloot helpen
[nog meer moeilijkheden bezorgen]
aan lager wal raken
[in armoedige omstandigheden terechtkomen]
de beste stuurlui staan aan wal
[het is gemakkelijk om kritiek te geven als je het zelf niet hoeft te doen]
van twee walletjes eten
[beide partijen steunen en daarvan profiteren]
ergens een wal tegen opwerpen
[een onwenselijke ontwikkeling verhinderen]
het walletje moet bij het schuurtje blijven
[met moet niet overdrijven]
wallen onder je ogen
[donkere kringen door te weinig slaap]
een wens doen
[zeggen wat je graag zou willen]
zijn wens vervullen
[geven wat hij graag wil]
de beste wensen
[ik wens u heel veel goeds]
alles gaat naar wens
[zoals het moet]
de wens is de vader van de gedachte
[het gebeurt omdat je graag wilt dat het gebeurt]
de beuk erin!
[aansporing om flink aan de slag te gaan]
de bink uithangen
[stoer doen]
het klokje van gehoorzaamheid
[de tijd waarop je naar bed moet]
het klokje rond slapen
[twaalf uur slapen]
hij is een man van de klok
[hij is altijd op tijd]
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
[het is nergens zo goed als thuis]
een analoge klok
[met wijzers]
een digitale klok
[met alleen cijfers]
het klokje van gehoorzaamheid
[bedtijd voor kinderen]
daar kun je de klok op gelijkzetten
[als iets altijd op een vaste tijd gebeurt]
met de regelmaat van de klok
[herhaaldelijk, regelmatig]
de klok terugdraaien
[terugkeren naar een vroegere situatie]
tegen de klok werken
[hard werken om nog op tijd klaar te zijn]
de biologische klok
[het natuurlijke mechanisme van onder andere waken en slapen]
het aan de grote klok hangen
[het aan iedereen vertellen]
hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
[hij weet het wel ongeveer, maar niet precies]
dat klinkt als een klok
[het zit goed in elkaar, is perfect]
de biologische klok
[intern mechanisme dat zorgt voor het slaap- en waakritme]
biologische oorlogvoering
[door ziekteverwekkers te verspreiden]
de biologische vader
[die het kind verwekt heeft]
biologische oorlogsvoering
[waarbij gebruik wordt gemaakt van krachten uit de natuur]
iemand blij maken met een dode mus
[met iets wat geen waarde blijkt te hebben]
blij toe
[om aan te geven dat je tevreden bent]
blij zijn voor iemand
[je verheugen over iemands geluk]
de Blijde Boodschap
[het evangelie]
de blits maken
[stoer overkomen]
de bloemetjes buiten zetten
[flink feestvieren]
zeg het met bloemen!
[laat met een bos bloemen zien dat je om iemand geeft]
haar bloempje is geplukt
[ze is geen maagd meer]
iemand in de bloemetjes zetten
[feestelijk onthalen]
de bloem der natie
[de jeugd]
bloemen op de ruiten
[bevroren aanslag]
de bocht afsnijden
[een kortere weg nemen]
door de bocht gaan
[toegeven]
uit de bocht vliegen
[door het verkeerd nemen van de bocht van de weg af raken]
hij wringt zich in alle bochten
[doet van alles om zijn zin te krijgen]
Mehmet in de bocht!
[Mehmet is weer gek bezig]
de bodem van de schatkist is in zicht
[er is bijna geen geld meer]
een hoofd als een boei hebben
[sterk blozen]
de boeien afschudden
[zich onafhankelijk maken]
hij gaat zijn boekje te buiten
[doet of zegt dingen die niet mogen]
ik zal eens een boekje over hem open doen
[slechte dingen over hem vertellen]
een open boek zijn
[geen geheimen hebben]
hij staat hoog te boek
[ze denken positief over hem]
dat is een gesloten boek
[een afgesloten periode]
met je neus in de boeken zitten
[studeren]
het boek der boeken
[de Bijbel]
de boeken afsluiten
[een financieel jaarverslag maken]
buiten zijn boekje gaan
[andere dingen doen dan je mag doen]
een boekje opendoen over iemand
[geheimen verklappen]
volgens het boekje
[volgens de voorschriften]
de boeken verhuizen naar een andere kast
[worden in een andere kast gezet]
ga eens aan de kant
[opzij]
het was kantje boord
[het liep maar net goed af]
zij loopt de kantjes ervan af
[ze doet bijna niets]
ik ben door hem aan de kant gezet
[weggestuurd]
aan de kant staan
[niet meedoen]
dat raakt kant nog wal
[is onzin]
welke kant moet jij uit?
[in welke richting ga jij?]
van moeders kant is hij Turks
[zijn moeder is Turks]
ik kan geen kant meer op
[zit erg in het nauw]
daar kun je alle kanten mee uit
[dat kun je op verschillende manieren opvatten]
ga ik zo goed? nee, je gaat de verkeerde kant op
[in de verkeerde richting]
het mes snijdt aan twee kanten
[het levert dubbel voordeel op]
het is een dubbeltje op zijn kant
[onzeker hoe het afloopt]
de scherpe kantjes van iets afnemen
[het verzachten]
iets van alle kanten bekijken
[de voors en tegens goed afwegen]
het deugt van geen kant
[is helemaal niet in orde]
even de andere kant op kijken
[iets gedogen]
geen kant meer op kunnen
[geen uitweg meer weten]
ergens alle kanten mee op kunnen
[er veel mogelijkheden mee hebben]
familie van de koude kant
[aangetrouwd]
het gelijk aan zijn kant hebben
[het bij het juiste eind hebben]
dat hoor je van alle kanten
[dat zegt iedereen]
iemands kant kiezen
[zijn partij]
van de verkeerde kant zijn
[homoseksueel]
je van kant maken
[zelfmoord plegen]
het niet over je kant laten gaan
[je ertegen verzetten]
de boel aan kant maken
[opruimen]
iets over zijn kant laten gaan
[zich er niet tegen verzetten]
de boel afbreken
[verschrikkelijk tekeer gaan]
de boel aan kant maken
[opruimen]
de boel in het honderd sturen
[laten mislukken]
een vrolijke boel is het hier
[er is hier veel gezelligheid]
het is hier een dooie boel
[het is hier saai]
de boel de boel laten
[de dingen op hun beloop laten]
de boer op gaan
[naar buiten gaan om te verkopen of te bedelen]
wat de boer niet kent, dat eet hij niet
[afkeurend commentaar als iemand erg kieskeurig is]
lachen als een boer die kiespijn heeft
[niet van harte]
geef die boer een stoel
[schertsend commentaar als iemand een boer laat]
goed boeren
[goede zaken doen]
een schaap met vijf poten
[iemand die alles kan]
het zwarte schaap
[iemand die altijd beschuldigd wordt]
je schaapjes op het droge hebben
[genoeg verdiend hebben om te leven zonder zorgen]
er gaan veel makke schapen in een hok
[veel mensen in één ruimte bij elkaar]
als er één schaap over de dam is, volgen er meer
[als iemand het voorbeeld geeft, komen de anderen ook]
de bokken van de schapen scheiden
[de goede van de slechte mensen scheiden]
de bokken van de schapen scheiden
[de mannen van de vrouwen scheiden]
een oude bok lust wel een groen blaadje
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
een bok schieten
[een grote fout maken]
erop zitten als een bok op de haverkist
[erg happig zijn op iets]
de bokken van de schapen scheiden
[de goede van de slechte mensen scheiden]
de bokkenpruik op hebben
[chagrijnig zijn, een slecht humeur hebben]
de bokkenpruik op hebben
[boos of chagrijnig zijn]
zijn pruik staat scheef
[hij is uit zijn humeur]
een boom van een vent
[een grote stevige man]
hoge bomen vangen veel wind
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
door de bomen het bos niet zien
[door de details het geheel niet zien]
aan zijn vruchten kent men de boom
[aan zijn daden kent men de mens]
de bomen groeien niet tot in de hemel
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
aan de vruchten kent men de boom
[men kent de mens aan wat hij doet]
de appel valt niet ver van de boom
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
de kat uit de boom kijken
[een afwachtende houding aannemen]
omdraaien als een blad aan een boom
[je ineens heel anders gaan gedragen]
je kunt de boom in!
[ik weiger het echt]
een boom omzagen
[hard snurken]
iemand de bons geven
[de verkering uitmaken]
de bons krijgen
[afgedankt worden als minnaar of minnares]
iemand bont en blauw slaan
[afranselen]
bekendstaan als de bonte hond
[overal bekend zijn]
de bonte was
[was voor gekleurd goed]
een bonte avond
[avondprogramma met veel afwisseling]
een bonte mengeling
[allerlei soorten mensen]
het te bont maken
[te ver gaan]
de boog kan niet altijd gespannen zijn
[je kunt niet altijd alleen serieuze dingen doen]
als een pijl uit een boog
[heel snel]
meer pijlen op zijn boog hebben
[nog andere argumenten hebben]
er met een grote boog omheen lopen
[het willen vermijden]
uit de boot vallen
[niet meer mee mogen doen]
we hebben de boot gemis
[we zijn er te laat voor]
hij houdt de boot af
[reageert terughoudend]
iemand in de boot nemen
[hem beetnemen]
in het huwelijksbootje stappen
[trouwen]
de boot is aan
[de narigheid is begonnen]
schoolbord
[zwart bord waar je met krijt op schrijft]
hij heeft een bord voor zijn kop
[heeft niet door hoe anderen over hem denken]
de bordjes zijn verhangen
[alles is veranderd]
dat komt op mijn bordje terecht
[daar ben ik verantwoordelijk voor]
voor het bord moeten komen
[voor de klas]
de botte bijl hanteren
[harde, grove maatregelen nemen]
dat snap jij niet met je botte hersens
[beledigend commentaar als iemand iets niet begrijpt]
bot ijs
[niet glad, hobbelig ijs]
het bijltje erbij neergooien
[het opgeven, ermee stoppen]
voor de bijl gaan
[verliezen]
de botte bijl hanteren
[harde maatregelen nemen]
al eerder met dit bijltje gehakt hebben
[ervaring hebben]
we zijn uit de brand
[onze moeilijkheden zijn voorbij]
brand stichten
[een brand aansteken]
de brand is weer geblust
[we zijn uit de problemen]
moord en brand schreeuwen
[hard schreeuwen]
de wereld staat in brand
[wordt verwoest door oorlog]
zo stijf als een plank
[heel erg stijf]
de brief staat stijf van de fouten
[er staan heel veel fouten in]
een stijve krijgen
[een stijve penis krijgen]
zijn been (poot) stijf houden
[niet toegeven]
iemand stijf vloeken
[overdonderen met scheldwoorden]
een stijve hark
[een onhandig en houterig iemand]
het anker lichten
[van de bodem omhoog halen]
de brievenbus lichten
[er de brieven uithalen om te versturen]
een pak voor zijn broek krijgen
[klappen tegen zijn achterwerk]
een broekje
[een jong en onervaren iemand]
dat zal je dun door de broek lopen
[lelijk tegenvallen]
de broek aan hebben
[de baas zijn]
iemand achter de broek aan zitten
[hem voortdurend aanmanen]
daar zakt mijn broek van af
[verontwaardigde, verbaasde reactie]
het loopt hem dun door de broek
[hij is erg bang]
het in je broek doen
[in je broek plassen of poepen]
hij heeft geen broek aan zijn gat
[is erg arm]
een proces aan je broek krijgen
[het moeten voeren]
je eigen broek op kunnen houden
[onafhankelijk zijn]
de broekriem (buikriem) aanhalen
[zuiniger gaan leven]
de teugels aanhalen
[strenger worden]
de vriendschapsbanden aanhalen
[inniger maken]
je iets op de hals halen
[iets vervelends voor je rekening nemen]
ik zag de bui al hangen
[ik zag de narigheid al aankomen]
de bui zal wel overwaaien
[de boosheid gaat wel over]
voor de bui binnen zijn
[voor het ongeval, de ramp]
je een vreemde taal eigen maken
[een vreemde taal leren]
eigen baas zijn
[niet in loondienst]
in haar eigen belang
[in het belang van haarzelf]
uit eigen beweging kwam hij
[we vroegen het niet]
de burgemeester in eigen persoon
[de burgemeester zelf]
vijf gulden per persoon
[voor elke mens vijf gulden]
je bent er de aangewezen persoon voor
[je bent er het meest geschikt voor]
de burgemeester in eigen persoon
[de burgemeester zelf]
in staat van opwinding
[erg opgewonden]
de auto is nog in goede staat
[hij is nog goed]
de staat van beleg
[het gezag is in handen van de militairen]
de echtelijke staat
[het getrouwd zijn]
in gezegende staat zijn
[zwanger zijn]
in alle staten zijn
[heel erg opgewonden]
in staat zijn
[het kunnen]
tot alles in staat zijn
[zonder nadenken de ergste dingen kunnen doen]
de burgerlijke staat
[geeft aan wat iemands handelingsbevoegdheid is]
zijn staat van dienst
[het overzicht van zijn prestaties]
er geen staat op kunnen maken
[niet voorspelbaar zijn]
hij is in staat om ....
[hij kan het]
hij is tot alles in staat
[je kunt alles van hem verwachten]
de stand van zaken
[hoe de toestand is]
de stand in de wedstrijd
[hoeveel doelpunten er gevallen zijn en voor wie]
de burgerlijke stand
[waar gegevens van burgers worden bijgehouden]
iets tot stand brengen
[ontwikkelen, vormen]
iets in stand houden
[zorgen dat het blijft bestaan]
boven je stand leven
[meer uitgeven dan je hebt]
boven je stand trouwen
[met iemand van een hogere stand]
een heer van stand
[een man die laat blijken bij de hogere klasse te horen]
iets tot stand brengen
[iets presteren]
het in stand houden
[zorgen dat het blijft]
tot stand komen
[ontstaan]
de bus pakken
[met de bus gaan]
wie doet de post op de bus?
[in de brievenbus]
hij kwam als beste uit de bus
[tevoorschijn]
het klopt als een bus
[helemaal, perfect]
een collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
[tussen werkgevers en werknemers in een bepaalde bedrijfstak]
collectieve lastendruk
[het geheel aan belastingen en premies]
de collectieve sector
[de afdeling die afhankelijk is van overheidsgelden]
collectieve uitgaven
[het geheel van subsidies en uitkeringen aan instellingen en personen]
de crème de la crème
[het allerfijnste, allerbeste]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
het hoge woord komt eruit
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
met twee woorden spreken
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
geen woorden maar daden
[we hebben niets aan praatjes alleen]
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
let op mijn woorden!
[dat zal zeker gebeuren]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
met twee woorden spreken
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
woord voor woord
[volledig en precies]
je woorden wegen
[zorgvuldig formuleren]
ik geloof je op je woord
[omdat je het zegt]
woord houden
[doen wat je beloofd hebt]
iemand aan zijn woord houden
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
een man van zijn woord
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
een man een man, een woord een woord
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
iemand aan het woord laten
[laten uitspreken]
het woord voeren
[spreken]
zijn woordje kunnen doen
[zich goed kunnen uitdrukken]
het woord richten tot iemand
[hem toespreken]
iemand te woord staan
[hem aanhoren]
een goed woordje voor hem doen
[hem aanbevelen]
een vies woord
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
niet uit je woorden kunnen komen
[er niet in slagen het te zeggen]
hem op zijn woord geloven
[hij hoeft het niet te bewijzen]
een hartig woordje spreken met iemand
[hem zeggen wat je vindt]
er was geen woord tussen te krijgen
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
enkele woorden wisselen
[met elkaar spreken]
een aardig woordje Engels spreken
[die taal goed beheersen]
altijd het laatste woord willen hebben
[altijd nog iets willen toevoegen]
de daad bij het woord voegen
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
daar is geen woord Frans bij
[dat is heel duidelijk]
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
[die zaak is nog niet afgehandeld]
woorden hebben
[ruzie hebben]
een daad stellen
[iets met nadruk doen, zodat anderen het zien]
de daad bij het woord voegen
[het zeggen en het meteen doen]
een onrechtmatige daad
[waarvoor je strafbaar bent]
geen woorden maar daden
[niet praten maar doen]
als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
zijn dagen zijn geteld
[hij gaat bijna dood]
heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
sinds jaar en dag
[al heel lang]
tot in lengte van dagen
[nog heel lang]
een man van de dag zijn
[vlak voor zijn dood staan]
de dag des oordeels
[de laatste dag van de wereld]
overgaan tot de orde van de dag
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
voor je oude dag zorgen
[sparen voor later]
ouden van dagen
[bejaarden]
pluk de dag!
[leef; geniet nu!]
vandaag de dag
[tegenwoordig]
je dag niet hebben
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
geen zorgen voor de dag van morgen
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
het is morgen weer vroeg dag
[we moeten vroeg op]
iets voor de dag halen
[het tevoorschijn halen]
goed voor de dag komen
[iets goeds presteren]
het is kort dag
[er is nog maar weinig tijd]
dag en nacht
[onophoudelijk]
een gat in de dag slapen
[lang uitslapen]
ermee voor de dag komen
[het zeggen]
voor dag en dauw
[heel vroeg]
een verschil van dag en nacht
[een groot verschil]
de dagelijkse sleur doorbreken
[iets anders doen dan gewoonlijk]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen]
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
lange vingers hebben
[stelen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
hij zal het niet lang meer maken
[hij leeft nog maar kort]
ze heeft erg lang werk
[ze doet er een hele tijd over]
werk je daar al lang?
[al een tijd?]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
een zaak van lange adem
[die lange tijd blijft bestaan]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
al lang en breed
[al lang]
eerlijk duurt het langst
[met bedrog kom je niet ver]
lang geleden
[ver in het verleden]
we kennen elkaar langer dan vandaag
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
van zijn lang zal z'n leven niet
[absoluut nooit]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
lang van stof zijn
[altijd veel woorden nodig hebben]
dan kun je lang wachten
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
een lang weekend
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
ergens lang werk mee hebben
[niet opschieten]
iets niet langer doen
[het niet meer doen]
dat is lang niet slecht
[behoorlijk goed]
ten langen leste
[eindelijk]
met lange tanden eten
[met tegenzin]
er is sprake van een loonsverhoging
[daar wordt over gesproken]
geen sprake van!
[dat wil ik niet hebben]
ook de ruzie met Joop kwam ter sprake
[werd besproken]
de derde man brengt de spraak aan
[doet het gesprek vlotter verlopen]
een kind ter wereld brengen
[een kind krijgen]
hem naar de andere wereld helpen
[hem doden]
de derde wereld
[de ontwikkelingslanden]
een man van de wereld
[die veel heeft gereisd en veel heeft meegemaakt]
hij leeft in een eigen wereld
[in zijn gedachten]
een wereld van verschil
[een heel groot verschil]
het doet me deugd
[ik vind het fijn]
lieve deugd!
[uitroep van onsteltenis]
de deugd in het midden
[schertsend gezegd als iemand tussen twee anderen in zit]
van de nood een deugd maken
[uit een ongunstige situatie voordeel halen]
ik ga met het lood in mijn schoenen
[met veel tegenzin]
het loodje leggen
[verliezen of doodgaan]
dat is lood om oud ijzer
[het maakt niet uit wat je kiest]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
de deur hangt uit het lood
[scheef]
hij is uit het lood geslagen
[verbaasd, verdrietig, machteloos]
per slot van rekening ben ik de oudste
[ik ben immers de oudste]
ten slotte gingen we een patatje halen
[als laatste deden we dat]
de deur is op slot
[afgesloten]
zijn fiets op slot zetten
[afsluiten]
achter slot en grendel
[in de gevangenis]
de deur staat op een kier
[staat een klein stukje open]
de deur op een kier zetten
[bereid zijn om te onderhandelen]
zo gek als een deur
[heel erg gek]
ze is net de deur uit
[net weg]
dat is niet naast de deur
[dat is ver weg]
een open deur
[iets wat iedereen al weet]
met de deur in huis vallen
[het meteen vertellen]
de deur plat lopen
[er heel vaak komen]
dat doet de deur dicht
[nu moet er iets aan gedaan worden]
niet samen door één deur kunnen
[elkaar niet kunnen verdragen]
dat staat voor de deur
[het is bijna zover]
iemand het gat van de deur wijzen
[zeggen dat hij moet vertrekken]
de deur uit zijn
[niet meer thuis wonen]
buiten de deur eten
[in een restaurant]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
de deur staat op een kier
[staat een klein stukje open]
de deur op een kier zetten
[bereid zijn om te onderhandelen]
zo gek als een deur
[heel erg gek]
ze is net de deur uit
[net weg]
dat is niet naast de deur
[dat is ver weg]
een open deur
[iets wat iedereen al weet]
met de deur in huis vallen
[het meteen vertellen]
de deur plat lopen
[er heel vaak komen]
dat doet de deur dicht
[nu moet er iets aan gedaan worden]
niet samen door één deur kunnen
[elkaar niet kunnen verdragen]
dat staat voor de deur
[het is bijna zover]
iemand het gat van de deur wijzen
[zeggen dat hij moet vertrekken]
de deur uit zijn
[niet meer thuis wonen]
buiten de deur eten
[in een restaurant]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
je neus stoten
[afgewezen worden]
je neus ervoor ophalen
[het minderwaardig vinden]
hem met zijn neus op de feiten drukken
[laten zien hoe het werkelijk zit]
de neuzen tellen
[tellen hoeveel mensen er zijn]
er met je neus bovenop staan
[er vlakbij staan]
met je neus kijken
[niet goed zoeken]
uit je neus zitten eten
[niets doen]
je neus in de wind steken
[ergens trots op zijn]
op je neus kijken
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
overal zijn neus in steken
[zich overal mee bemoeien]
een frisse neus halen
[bij koud weer buiten lopen]
geen knip voor zijn neus waard zijn
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
m'n neus!
[kom nou, dat is onzin]
iemand bij de neus nemen
[hem voor de gek houden, bedriegen]
dat komt me de neus uit
[daar heb ik schoon genoeg van]
iemand iets door de neus boren
[niet betalen wat men hem schuldig is]
plotseling voor iemands neus staan
[hem onverwacht ontmoeten]
de deur voor zijn neus dichtdoen
[terwijl hij er vlak voor staat]
dat gaat je neus voorbij
[daar krijg je niets van]
iemand iets onder de neus wrijven
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
dat zal ik je niet aan je neus hangen
[niet vertellen]
iets langs zijn neus weg zeggen
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
doen alsof je neus bloedt
[alsof je van niets weet]
zijn neus krult
[hij is blij over een compliment]
iemand de pen op de neus zetten
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
[iedereen heeft dezelfde mening]
bleek om de neus worden
[ergens heel bang voor zijn]
niet verder kijken dan je neus lang is
[niet goed nadenken]
iemand iets door de neus boren
[verhinderen dat hij het krijgt]
plotseling voor iemands neus staan
[hem onverwacht ontmoeten]
de deur voor zijn neus dichtdoen
[terwijl hij er vlak voor staat]
dat gaat je neus voorbij
[daar krijg je niets van]
iemand iets onder de neus wrijven
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
dat zal ik je niet aan je neus hangen
[niet vertellen]
iets langs zijn neus weg zeggen
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
doen alsof je neus bloedt
[alsof je van niets weet]
zijn neus krult
[hij is blij over een compliment]
iemand de pen op de neus zetten
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
[iedereen heeft dezelfde mening]
bleek om de neus worden
[ergens heel bang voor zijn]
niet verder kijken dan je neus lang is
[niet goed nadenken]
iemand iets door de neus boren
[verhinderen dat hij het krijgt]
met de neus in de boter vallen
[het goed treffen]
het deksel op je neus krijgen
[gestraft worden als je te begerig bent]
het ligt voor je neus
[vlak voor je]
iemand de pin op de neus zetten
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
een fijne neus voor iets hebben
[intuïtief iets opmerken]
een scherpe neus hebben
[goed kunnen ruiken]
de deur wijd openzetten voor iets
[er alle gelegenheid voor geven]
de wijde wereld in trekken
[op reis gaan om avonturen te beleven en kennis op te doen]
wijd en zijd
[overal, naar alle kanten]
de digitale snelweg
[internet]
ik heb er een lief ding voor over
[ik heb er veel voor over]
een aardig ding
[een lief meisje]
de dingen bij hun naam noemen
[precies zeggen hoe je erover denkt]
de dingen nemen zoals ze zijn
[met alle gebreken en fouten die erbij horen]
een lekker ding
[een aantrekkelijke man of vrouw]
dat geeft niets!
[dat is niet erg]
de dokter gaf mij het advies minder te roken
[hij adviseert het mij]
hij geeft gas
[drukt op het gaspedaal van de auto]
zij geeft te kennen dat ze weg wil
[ze zegt het]
ik geef hem een teken dat hij moet stoppen
[ik maak een gebaar]
jij moet het goede voorbeeld geven
[jij moet je goed gedragen]
ik heb hem zijn zin gegeven
[hij mocht doen wat hij wilde doen]
mag ik u het woord geven?
[wilt u nu iets zeggen?]
de dokter heeft geen dienst
[werkt vandaag niet]
de ene dienst is de andere waard
[als je mij helpt, help ik jou]
tot uw dienst
[als iemand je bedankt omdat je wat voor hem deed]
wat is er van uw dienst?
[waarmee kan ik u helpen?]
wie maakt hier de dienst uit?
[wie is de baas?]
de lift is buiten dienst
[doet het niet]
de dokter onderzoekt de patiënt
[kijkt welke ziektes of gebreken hij heeft]
eten wat de pot schaft
[wat op tafel komt]
hij kan een potje bij me breken
[ik word niet gauw boos op hem]
zijn eigen potje koken
[zijn eigen eten klaarmaken]
op ieder potje past een dekseltje
[voor iedereen is een geschikte partner te vinden]
de dood in de pot
[een saaie boel]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
een hoofd als een ijzeren pot
[een goed geheugen]
jongens van de gestampte pot
[zonder kapsones]
het is één pot nat
[er bestaat nauwelijks verschil tussen]
kleine potjes hebben grote oren
[als er kinderen in de buurt zijn moet je niet te veel vertellen]
hij kan de pot op
[ik trek me niets van hem aan]
ben je nou helemaal van de pot gerukt!
[ben je gek geworden?]
naast de pot piesen
[misgrijpen of te laat zijn]
naast de pot piesen
[overspel plegen]
het is allemaal één pot nat
[hetzelfde]
je maakt er een potje van
[een rommeltje]
iemands dood
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
de een zijn dood is de ander zijn brood
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
de dood vinden
[omkomen]
de dood zoeken
[zelf een eind aan je leven maken]
de dood voor ogen hebben
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
ten dode opgeschreven (mensen)
[op korte termijn gaan sterven]
ten dode opgeschreven (dingen)
[gedoemd zijn te mislukken]
als de dood zijn voor iets
[er erg bang voor zijn]
om de dooie dood niet
[absoluut niet]
de dood in hebben
[de pest in hebben]
het is er de dood in de pot
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
duizend doden sterven
[heel veel angsten hebben]
een mooie dood
[zonder doodstrijd]
iemand de dood op het lijf jagen
[heel erg laten schrikken]
zo bleek als de dood
[heel erg bleek]
de zwarte dood
[de pest]
als de dood zijn voor iemand of iets
[er heel erg bang voor zijn]
iemands dood
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
de een zijn dood is de ander zijn brood
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
de dood vinden
[omkomen]
de dood zoeken
[zelf een eind aan je leven maken]
de dood voor ogen hebben
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
ten dode opgeschreven (mensen)
[op korte termijn gaan sterven]
ten dode opgeschreven (dingen)
[gedoemd zijn te mislukken]
als de dood zijn voor iets
[er erg bang voor zijn]
om de dooie dood niet
[absoluut niet]
de dood in hebben
[de pest in hebben]
het is er de dood in de pot
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
duizend doden sterven
[heel veel angsten hebben]
een mooie dood
[zonder doodstrijd]
iemand de dood op het lijf jagen
[heel erg laten schrikken]
zo bleek als de dood
[heel erg bleek]
de doorslag geven
[de beslissing bepalen]
in doorsnee
[gemiddeld]
de doorsnee Hollander
[de gemiddelde Hollander]
ik ben daar veel tijd aan kwijt
[ik doe daar lang over]
de draad kwijt zijn
[niet weten hoe het vervolg gaat]
de kluts kwijt zijn
[in de war zijn]
iemands naam kwijt zijn
[die je niet meer kunnen herinneren]
de tel kwijt zijn
[niet meer weten hoeveel je er al geteld hebt]
je ei niet kwijt kunnen
[met niemand over je problemen kunnen praten]
kan ik iets aan je kwijt?
[wil je iets gebruiken?]
iemand liever kwijt dan rijk zijn
[hem liever niet meer om je heen hebben]
iets aan de straatstenen niet kwijt kunnen
[er geen kopers voor kunnen vinden]
ergens iets over kwijt willen
[er iets over willen zeggen]
zeg maar wat je kwijt wilt
[hoeveel geld je eraan wilt besteden]
hij gaat altijd tegen de draad in
[is eigenwijs]
de rode draad van een verhaal
[een onderwerp dat steeds terugkomt]
ze raakte de draad kwijt
[begreep het niet meer]
tot op de draad versleten
[helemaal versleten]
ermee voor de draad komen
[het zeggen]
de draad weer oppakken
[verdergaan waar je gebleven was]
de draad van Ariadne
[waarmee Theseus zijn weg uit het doolhof kon vinden]
zijn leven hangt aan een zijden draadje
[is ernstig in gevaar]
kom op, voor de draad ermee!
[zeg wat er aan de hand is]
de driehoek Amsterdam, Utrecht, Den Haag
[deze steden vormen de punten van een driehoek]
rare druif!
[gek mens!]
de druiven zijn zuur
[hij kan het niet krijgen en doet alsof hij het ook niet hebben wil]
zuur kijken
[onvriendelijk]
iemand het leven zuur maken
[hem dwarszitten]
door de zure appel heen bijten
[aanvaarden wat onvermijdelijk en vervelend is]
een zure bom
[grote, zoetzure augurk]
de druiven zijn zuur
[de nederlaag is moeilijk te accepteren]
nou ben je zuur
[nou ben je betrapt]
hem onder druk zetten
[proberen hem ergens toe te dwingen]
een gebied van hoge druk
[weer zonder bewolking en depressies]
de druk is van de ketel
[de grootste spanning is voorbij]
druk uitoefenen
[je invloed aanwenden om iets voor elkaar te krijgen]
het voor hem opnemen
[hem verdedigen]
het tegen hem opnemen
[de strijd met hem aangaan]
de dweil neemt het water op
[zuigt het water op]
zij neemt zijn woorden goed in zich op
[ze luistert er goed naar]
hij wil zijn oude beroep weer opnemen
[er weer mee beginnen]
in staat van opwinding
[erg opgewonden]
de auto is nog in goede staat
[hij is nog goed]
de staat van beleg
[het gezag is in handen van de militairen]
de echtelijke staat
[het getrouwd zijn]
in gezegende staat zijn
[zwanger zijn]
in alle staten zijn
[heel erg opgewonden]
in staat zijn
[het kunnen]
tot alles in staat zijn
[zonder nadenken de ergste dingen kunnen doen]
de burgerlijke staat
[geeft aan wat iemands handelingsbevoegdheid is]
zijn staat van dienst
[het overzicht van zijn prestaties]
er geen staat op kunnen maken
[niet voorspelbaar zijn]
hij is in staat om ....
[hij kan het]
hij is tot alles in staat
[je kunt alles van hem verwachten]
de echtelijke staat
[het getrouwd zijn]
de edele delen
[geslachtsorganen]
ten dele
[gedeeltelijk]
ergens deel van uitmaken
[erbij horen]
de vitale delen
[die nodig zijn voor het goed functioneren van het lichaam]
de een of ander nam mijn tas mee
[iemand nam mijn tas mee]
een dag of wat geleden
[een paar dagen geleden]
een voor een doken ze in het water
[na elkaar]
dat lukt niet een twee drie
[niet meteen]
het heeft aan een stuk door geregend
[het heeft voortdurend geregend]
het pad was een en al blad
[er lagen overal bladeren]
er waren me daar een mensen
[er waren erg veel mensen]
iemands dood
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
de een zijn dood is de ander zijn brood
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
de dood vinden
[omkomen]
de dood zoeken
[zelf een eind aan je leven maken]
de dood voor ogen hebben
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
ten dode opgeschreven (mensen)
[op korte termijn gaan sterven]
ten dode opgeschreven (dingen)
[gedoemd zijn te mislukken]
als de dood zijn voor iets
[er erg bang voor zijn]
om de dooie dood niet
[absoluut niet]
de dood in hebben
[de pest in hebben]
het is er de dood in de pot
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
duizend doden sterven
[heel veel angsten hebben]
een mooie dood
[zonder doodstrijd]
iemand de dood op het lijf jagen
[heel erg laten schrikken]
zo bleek als de dood
[heel erg bleek]
de zwarte dood
[de pest]
als de dood zijn voor iemand of iets
[er heel erg bang voor zijn]
als klap op de vuurpijl
[als hoogtepunt]
in één klap
[in één keer]
de eerste klap is een daalder waard
[een goed begin is heel belangrijk]
dat was een klap in het gezicht
[een belediging of onverwachte tegenslag]
hij heeft een klap van de molen gehad
[is niet goed wijs]
twee vliegen in één klap
[twee zaken die je in één keer kunt afdoen]
er geen klap van begrijpen
[helemaal niets]
de eerste minister
[de premier, leider van de regering]
ik heb hem in geen eeuwen gezien
[al een hele tijd niet]
de eeuwen kunnen trotseren
[duurzaam zijn]
de elementen trotseren
[ondanks slecht weer naar buiten gaan]
hij is in zijn element
[hij voelt zich prettig]
ik ben ermee in mijn element
[ik ben er blij mee]
het achter de ellebogen hebben
[stiekem zijn]
de ellebogen gebruiken
[op een onsportieve manier iets bereiken]
de ellende is niet te overzien
[is erg groot]
de emoties laaiden hoog op
[er kwamen felle emoties los]
de dokter heeft geen dienst
[werkt vandaag niet]
de ene dienst is de andere waard
[als je mij helpt, help ik jou]
tot uw dienst
[als iemand je bedankt omdat je wat voor hem deed]
wat is er van uw dienst?
[waarmee kan ik u helpen?]
wie maakt hier de dienst uit?
[wie is de baas?]
de lift is buiten dienst
[doet het niet]
de fabriek draait dag en nacht
[altijd]
zo lelijk als de nacht
[heel erg lelijk]
bij nacht en ontij
[op ongewone en onplezierige uren]
daar moet ik een nachtje over slapen
[nog eens goed over nadenken]
dag en nacht
[onophoudelijk]
van de nacht een dag maken
['s nachts doen wat je eigenlijk overdag hoort te doen]
als een dief in de nacht
[ongemerkt]
niet over één nacht ijs gaan
[geen risico's nemen]
een platte neus
[die niet ver uitsteekt]
zo plat als een dubbeltje
[heel erg plat]
ik ga plat
[ik ga slapen]
hem plat spuiten
[veel kalmerende middelen inspuiten]
iemand plat krijgen
[hem voor je winnen]
de fabriek gaat plat
[er wordt gestaakt]
achter de feiten aanlopen
[pas iets doen als het te laat is]
een strafbaar feit
[iets waarvoor de rechter je kan straffen]
in feite heeft hij gelijk
[hij heeft inderdaad gelijk]
het is een feit dat ...
[het staat vast]
de feiten aan het licht brengen
[laten zien wat werkelijk gebeurd is]
iemand met zijn neus op de feiten drukken
[hem dwingen te zien hoe het werkelijk is]
de feiten spreken voor zich
[een toelichting is niet nodig]
een voldongen feit
[waar niets aan te veranderen is]
achter de feiten aanlopen
[pas iets doen als het te laat is]
een strafbaar feit
[iets waarvoor de rechter je kan straffen]
in feite heeft hij gelijk
[hij heeft inderdaad gelijk]
het is een feit dat ...
[het staat vast]
de feiten aan het licht brengen
[laten zien wat werkelijk gebeurd is]
iemand met zijn neus op de feiten drukken
[hem dwingen te zien hoe het werkelijk is]
de feiten spreken voor zich
[een toelichting is niet nodig]
een voldongen feit
[waar niets aan te veranderen is]
dat was te voorzien
[dat had je kunnen weten]
in je onderhoud voorzien
[ervoor zorgen dat er geld is om van te leven]
de regels voorzien daar niet in
[de regels zeggen daar niets over]
in de behoefte voorzien
[ervoor zorgen dat er geen behoefte meer aan is]
de fiets is voorzien van een bel
[heeft een bel]
het fijne van de zaak wisten we niet
[we wisten niet precies hoe het zat]
een fijne kam
[de tanden staan dicht bij elkaar]
ze heeft een fijne neus
[ze kan alles heel goed ruiken]
laat ie fijn zijn!
[dat is prachtig]
fijne manieren zijn dat!
[het is niet zo fraai wat hij doet]
de fijne kneepjes kennen
[precies weten hoe het moet]
ergens het fijne van weten
[precies weten hoe het zit]
daar zit hem de kneep!
[dat is precies waar het om gaat]
de fijne kneepjes van het vak kennen
[vakkundig zijn]
de fiscale recherche
[die belastingfraude opspoort]
tot zichzelf komen
[weer rustig worden]
op zich(zelf) vind ik het best
[los van al het andere]
in zichzelf praten
[iets tegen jezelf zeggen]
voor zichzelf beginnen
[een eigen zaak beginnen]
hij blijft zichzelf
[laat zich niet beïnvloeden]
de foto's spreken voor zich
[er is geen uitleg nodig]
de foto's zijn in spiegelbeeld afgedrukt
[wat links staat staat rechts, en omgekeerd]
een frisse adem
[die aangenaam ruikt]
de frisse lucht
[de buitenlucht]
een frisse neus halen
[een luchtje scheppen]
dat is geen fris zaakje
[er is op een verdachte manier gewerkt]
met frisse tegenzin
[ironische opmerking als je ergens geen zin in hebt]
zo fris als een hoentje
[goed uitgerust, vol energie]
fris van de lever
[spontaan]
er kwam geen hond
[er kwam niemand]
zo ziek als een hond zijn
[heel erg ziek]
geen slapende honden wakkermaken
[geen aandacht vestigen op wat beter geheim kan blijven]
de gebeten hond zijn
[de schuld krijgen]
commandeer je hondje en blaf zelf
[je hebt niet het recht te zeggen wat ik moet doen]
we hebben een hond aan tafel
[als iemand vergeet te bidden]
als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen
[als twee mensen ruzie hebben, heeft een derde er vaak voordeel van]
bekend zijn als de bonte hond
[overal ongunstig bekend zijn]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
blaffende honden bijten niet
[voor schreeuwers hoef je niet bang te zijn]
als kat en hond leven
[veel ruzie maken]
rode hond
[ziekte waarbij je rode vlekken krijgt]
postduif
[die over grote afstanden de weg terug naar huis weet te vinden]
duiven melken
[duiven houden]
de gebraden duiven vliegen je niet zomaar in de mond
[je moet er wel moeite voor doen]
onder iemands duiven schieten
[op een oneerlijke manier iets krijgen wat voor een ander bestemd was]
een vreemde eend in de bijt
[iemand die een vreemdeling is in een groep]
de gebraden eenden vliegen hem in de mond
[het gaat hem erg voorspoedig]
een lelijke eend
[een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
zijn haan moet altijd koning kraaien
[hij moet altijd zijn zin krijgen]
de gebraden haan uithangen
[veel geld uitgeven]
daar kraait geen haan naar
[niemand zal het opmerken]
iemand iets opdringen
[net zo lang praten tot hij het neemt]
de gedachten dringen zich op
[opkomen zonder dat je er iets tegen kunt doen]
hij gaf de geest
[hij stierf]
het je voor de geest halen
[eraan terugdenken]
de armen van geest
[de eenvoudigen]
een scheiding der geesten
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
iets in de geest van...
[zoiets als ...]
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
de Heilige Geest
[God in de vorm van een geest]
de geest krijgen
[ergens door bezield worden]
de geest geven
[sterven]
een boze geest
[gevallen engel, duivel]
eruitzien als een geest
[heel mager en bleek]
de geest is uit de fles
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
toen kreeg Ida de geest
[ze ging ineens aan het werk]
het was iets in de geest van ....
[iets als ....]
hij gaf de geest
[hij stierf]
het je voor de geest halen
[eraan terugdenken]
de armen van geest
[de eenvoudigen]
een scheiding der geesten
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
iets in de geest van...
[zoiets als ...]
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
de Heilige Geest
[God in de vorm van een geest]
de geest krijgen
[ergens door bezield worden]
een boze geest
[gevallen engel, duivel]
de geest geven
[sterven]
eruitzien als een geest
[heel mager en bleek]
de geest is uit de fles
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
toen kreeg Ida de geest
[ze ging ineens aan het werk]
het was iets in de geest van ....
[iets als ....]
hij drinkt een fles jenever per dag
[de inhoud van een fles jenever]
ik geef de baby de fles
[laat hem drinken uit de zuigfles]
een flessentrekker
[oplichter, zwendelaar]
de geest is uit de fles
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
een fles wijn soldaat maken
[hem leegdrinken]
hij is op de fles gegaan
[zijn bedrijf is failliet verklaard]
hij gaf de geest
[hij stierf]
het je voor de geest halen
[eraan terugdenken]
de armen van geest
[de eenvoudigen]
een scheiding der geesten
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
iets in de geest van...
[zoiets als ...]
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
de Heilige Geest
[God in de vorm van een geest]
de geest krijgen
[ergens door bezield worden]
de geest geven
[sterven]
een boze geest
[gevallen engel, duivel]
eruitzien als een geest
[heel mager en bleek]
de geest is uit de fles
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
toen kreeg Ida de geest
[ze ging ineens aan het werk]
het was iets in de geest van ....
[iets als ....]
hij gaf de geest
[hij stierf]
het je voor de geest halen
[eraan terugdenken]
de armen van geest
[de eenvoudigen]
een scheiding der geesten
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
iets in de geest van...
[zoiets als ...]
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
de Heilige Geest
[God in de vorm van een geest]
de geest krijgen
[ergens door bezield worden]
een boze geest
[gevallen engel, duivel]
eruitzien als een geest
[heel mager en bleek]
de geest is uit de fles
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
toen kreeg Ida de geest
[ze ging ineens aan het werk]
het was iets in de geest van ....
[iets als ....]
de geheime dienst
[overheidsdienst die in het geheim voor de veiligheid zorgt]
een geheime agenda hebben
[andere bedoelingen hebben dan je voorgeeft]
een geheim telefoonnummer
[dat niet in het telefoonboek staat]
het gele gevaar
[de Chinezen]
de gele gids
[telefoongids van bedrijven en instellingen]
zich groen en geel ergeren
[zich hevig ergeren]
de gele kaart
[teken van formele bestraffing bij een overtreding]
de gele trui
[leider van het algemeen klassement bij een wielerwedstrijd]
de gele vlek
[het gevoeligste deel van het netvlies]
het gele gevaar
[de Chinezen]
de gele gids
[telefoongids van bedrijven en instellingen]
zich groen en geel ergeren
[zich hevig ergeren]
de gele kaart
[teken van formele bestraffing bij een overtreding]
de gele trui
[leider van het algemeen klassement bij een wielerwedstrijd]
de gele vlek
[het gevoeligste deel van het netvlies]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
de gele trui
[leiderstrui van het algemeen klassement van een wielerronde]
de groene trui
[leiderstrui van het puntenklassement van een wielerronde]
het gele gevaar
[de Chinezen]
de gele gids
[telefoongids van bedrijven en instellingen]
zich groen en geel ergeren
[zich hevig ergeren]
de gele kaart
[teken van formele bestraffing bij een overtreding]
de gele trui
[leider van het algemeen klassement bij een wielerwedstrijd]
de gele vlek
[het gevoeligste deel van het netvlies]
wie eens steelt, is altijd een dief
[als je een keer gestolen hebt, vertrouwen de mensen je nooit meer]
hem knijpen als een oude dief
[heel bang zijn]
de gelegenheid maakt de dief
[waarschuwing om het dieven niet te gemakkelijk te maken]
een dief van je eigen portemonnee zijn
[jezelf benadelen]
de gemoederen zijn verhit
[iedereen is erg emotioneel]
de gemoederen sussen
[de mensen kalmeren]
mijn gemoed schoot vol
[ik werd erg emotioneel]
de gemoederen sussen
[opgelaaide emoties weer rustig laten worden]
je geweten sussen
[voor jezelf goedpraten wat je gedaan hebt]
de gemoederen zijn verhit
[iedereen is erg emotioneel]
de gemoederen sussen
[de mensen kalmeren]
mijn gemoed schoot vol
[ik werd erg emotioneel]
de generale repetitie
[laatste repetitie voor de uitvoering]
een generaal pardon
[een regeling waarbij iedereen die een aantal jaren in het land is, mag blijven]
een generale repetitie
[laatste proefuitvoering voor de uitvoering zelf]
de generale staf
[de algemene leiding van het leger]
de generale repetitie
[laatste repetitie voor de uitvoering]
een generaal pardon
[een regeling waarbij iedereen die een aantal jaren in het land is, mag blijven]
een generale repetitie
[laatste proefuitvoering voor de uitvoering zelf]
de generale staf
[de algemene leiding van het leger]
aan de macht komen
[gaan regeren]
uit de macht der gewoonte
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
macht uitoefenen
[je invloed gebruiken]
iemand in zijn macht krijgen
[hem onderwerpen]
boven je macht werken
[met je handen boven je hoofd]
we waren niet bij machte om ...
[niet in staat om ...]
uit alle macht
[met de grootste inspanning]
eendracht maakt macht
[eensgezindheid maakt sterk]
kennis is macht
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
met man en macht
[met alle beschikbare hulp]
boven zijn macht werken
[met de handen boven het hoofd]
de gewapende macht
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
de uitvoerende macht
[de regering, het bestuur]
de wetgevende macht
[de kroon en het parlement samen]
de rechterlijke macht
[de rechters]
zo gezond als een vis
[erg gezond]
gezond en wel
[volkomen gezond]
je moet gezond eten
[dingen eten die goed voor je zijn]
de gezonde apotheek
[gewone, goede kost]
een broodje gezond
[met wat rauwkost erbij]
het gezond verstand
[een nuchtere wijze van redeneren]
de goddelijke deugden
[geloof, hoop en liefde]
de goden verzoeken
[iets doen wat waarschijnlijk problemen oplevert]
de mindere goden
[minder begaafden]
Gods water over Gods akker laten vloeien
[de dingen nemen zoals ze komen]
leven als God in Frankrijk
[in alle vrijheid genieten]
zich storen aan God noch gebod
[zich nergens iets van aantrekken]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
goed af zijn
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
net goed!
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede partij
[een passende huwelijkspartner]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
er geen goed woord voor overhebben
[het absoluut verwerpelijk vinden]
een goed woordje voor iemand doen
[hem aanbevelen, verdedigen]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
die goeie, oude tijd
[het verleden is beter dan het heden]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
in goede aarde vallen
[welkom zijn]
goed blijven
[niet bederven]
goed gebekt zijn
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
dat heb je goed geschoten
[dat heb je goed voor elkaar]
niet half zo goed
[lang niet zo goed]
een goed heenkomen zoeken
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
uit het goede hout gesneden zijn
[geschikt zijn]
goed beslagen ten ijs komen
[goed voorbereid zijn]
in goeden doen zijn
[veel geld hebben]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
nou goed?
[heb je nu je zin?]
goede raad is duur
[gezegd als je geen oplossing weet]
goede waar verkoopt zich zelf
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
een goed doel
[een liefdadige bestemming]
daar sta je dan met je goeie gedrag
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
te goeder trouw zijn
[oprecht en eerlijk zijn]
goed bij zijn
[slim zijn]
goed in zijn geld zitten
[rijk zijn]
goed op elkaar ingespeeld zijn
[goed kunnen samenwerken]
goed ingevoerd zijn
[goed op de hoogte zijn]
goed bij kas zitten
[voldoende geld hebben]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
het er goed van nemen
[veel consumeren]
goed van pas komen
[nuttig zijn]
niet goed snik zijn
[gek zijn]
goed van de tongriem gesneden zijn
[goed kunnen praten]
goed uitgeslapen zijn
[pittig, oplettend zijn]
goed vertegenwoordigd zijn
[met een behoorlijk aantal]
goed van vertrouwen zijn
[lichtgelovig]
het goed kunnen vinden met iemand
[goed met hem kunnen opschieten]
goed in het vlees zitten
[niet mager zijn]
als goede vrienden uit elkaar gaan
[scheiden zonder ruzie]
er goed bij zitten
[in een luxueus huis]
goede zaken doen
[veel geld verdienen]
een goed uur
[ruim een uur]
een goed hart hebben
[vriendelijk van aard zijn]
het goed voor hebben met iemand
[hem willen helpen]
een goed onthaal krijgen
[welkom zijn]
te goed zijn voor deze wereld
[te goed van vertrouwen zijn]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
een goede verliezer zijn
[je verlies waardig kunnen dragen]
goed en wel was hij thuis ....
[nauwelijks was hij thuis ....]
zo goed als nieuw
[bijna nieuw]
zich te goed doen aan iets
[er volop van genieten]
goeie genade!
[uitroep van schrik of ergernis]
iets te goed houden
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
nou wordt ie goed!
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
iets te goed hebben
[te vorderen, te verwachten]
Goede Vrijdag
[de vrijdag voor Pasen]
de goeden moeten onder de kwaden lijden
[de onschuldigen moeten ook mee lijden]
hij meent het zo kwaad niet
[verontschuldiging voor iemand die onaardig doet]
te kwader trouw zijn
[oneerlijk zijn]
in een kwaad daglicht staan
[slecht bekend staan]
een kwade dronk hebben
[agressief zijn als je dronken bent]
een kwaad geweten hebben
[een gevoel van schuld]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo goed als in deze situatie mogelijk is]
aan iemand een kwaaie hebben
[een geduchte tegenstander]
hij is de kwaadste niet
[hij is best vriendelijk]
met hem is het kwaad kersen eten
[met hem kun je beter niet te maken krijgen]
de kwaaie pier zijn
[altijd de schuld krijgen]
kwaad bloed zetten
[boosheid opwekken]
iemand een kwaad hart toedragen
[gunstig over hem denken]
kwade tongen beweren....
[roddelaars vertellen...]
de Gouden Eeuw
[de welvarende, zevendiende eeuw]
een gouden bruiloft
[als je 50 jaar getrouwd bent]
de gouden gids
[met telefoonnummers van bedrijven en instellingen]
je grenzen kennen
[weten tot hoever je kunt gaan]
een natuurlijke grens
[die samenvalt met een rivier of bergketen]
over de grens gaan
[naar het buitenland]
geen grenzen kennen
[alle perken te buiten gaan]
binnen de grenzen van het mogelijke
[binnen wat mogelijk is]
een grens overschrijden
[te ver gaan]
de grenzen verleggen
[nieuwe normen vaststellen]
de natte cel
[badkamer en toilet]
de grijze cellen
[hersenen]
in het grijze verleden
[heel lang geleden]
de grijze cellen
[de hersenen]
ergens grijze haren van krijgen
[je er veel zorgen over maken]
een grijs kenteken
[speciaal voor vrachtverkeer]
een grijze muis
[een onopvallend persoon]
ergens grijs in worden
[er je hele leven mee bezig zijn]
in de grijze oudheid
[lang geleden]
de grijze middelmaat
[wat saai is door middelmatigheid]
het te grijs maken
[te sterk overdrijven, te ver gaan]
de grijze zone
[een onduidelijk middengebied]
de grijze golf
[het toenemende aantal ouderen]
in het grijze verleden
[heel lang geleden]
de grijze cellen
[de hersenen]
ergens grijze haren van krijgen
[je er veel zorgen over maken]
een grijs kenteken
[speciaal voor vrachtverkeer]
een grijze muis
[een onopvallend persoon]
ergens grijs in worden
[er je hele leven mee bezig zijn]
in de grijze oudheid
[lang geleden]
de grijze middelmaat
[wat saai is door middelmatigheid]
het te grijs maken
[te sterk overdrijven, te ver gaan]
de grijze zone
[een onduidelijk middengebied]
de grijze golf
[het toenemende aantal ouderen]
ik erger me groen en geel
[ik erger me verschrikkelijk]
een groene partij
[partij die opkomt voor het milieu]
zij heeft groene vingers
[bij haar doen de planten het altijd goed]
het wordt hem groen en geel voor de ogen
[het duizelt hem, alles draait]
onder de groene zoden liggen
[dood en begraven zijn]
het groene licht geven
[toestemming geven]
het Groene Boekje
[officiële woordenlijst van de Nederlandse taal]
de groene golf
[reeks van op groen springende verkeerslichten]
het groene hart van de Randstad
[het deel dat nog uit open, onbebouwd land bestaat]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
het groene laken
[het biljart]
groen zien van nijd
[erg jaloers zijn]
groene vingers hebben
[succes met het kweken van planten]
onder de groene zoden liggen
[dood en begraven zijn]
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
rijp en groen
[goed en slecht door elkaar]
ik erger me groen en geel
[ik erger me verschrikkelijk]
een groene partij
[partij die opkomt voor het milieu]
zij heeft groene vingers
[bij haar doen de planten het altijd goed]
het wordt hem groen en geel voor de ogen
[het duizelt hem, alles draait]
onder de groene zoden liggen
[dood en begraven zijn]
het groene licht geven
[toestemming geven]
het Groene Boekje
[officiële woordenlijst van de Nederlandse taal]
de groene golf
[reeks van op groen springende verkeerslichten]
het groene hart van de Randstad
[het deel dat nog uit open, onbebouwd land bestaat]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
het groene laken
[het biljart]
groen zien van nijd
[erg jaloers zijn]
groene vingers hebben
[succes met het kweken van planten]
onder de groene zoden liggen
[dood en begraven zijn]
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
rijp en groen
[goed en slecht door elkaar]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
hij wordt op het matje geroepen
[moet komen en krijgt straf]
de groene mat
[het voetbalveld]
iemand mat zetten
[het hem onmogelijk maken zijn plan uit te voeren]
de gele trui
[leiderstrui van het algemeen klassement van een wielerronde]
de groene trui
[leiderstrui van het puntenklassement van een wielerronde]
groente van de koude grond
[niet in de kas gekweekt]
de begane grond
[de onderste woonlaag]
iets uit de grond stampen
[het heel snel maken]
uit de grond van mijn hart
[met volle overtuiging]
hem te gronde richten
[hem vernietigen]
aan de grond zitten
[geen geld meer hebben]
het van de grond krijgen
[erin slagen het te organiseren]
het met de grond gelijkmaken
[het afbreken]
als aan de grond genageld bleef hij staan
[hij kon zich van schrik niet meer bewegen]
ik ging door de grond
[ik schaamde me diep]
het plan de grond in boren
[het afkraken]
met beide benen op de grond staan
[nuchter zijn]
geen poot aan de grond krijgen
[geen enkele kans]
de grond wordt me te heet onder de voeten
[ik ga ervandoor, want het wordt me te riskant]
stille waters hebben diepe gronden
[wie het minst spreekt is vaak het meest interessant]
uit de grond van mijn hart
[omdat ik het echt meen]
op grond van
[om reden van, wegens]
een grond van waarheid
[een waar element in een bewering]
in de grond van de zaak
[in feite, eigenlijk]
de grote mensen
[de volwassenen]
de grote vakantie
[de zomervakantie]
inkopen in het groot
[met grote hoeveelheden tegelijk]
met grote ogen kijken
[verbaasd kijken]
een grote mond opzetten
[brutaal praten]
een grote duim hebben
[een rijke fantasie]
voor het grootste gedeelte
[voor het merendeel]
de grote hoop
[de grote massa]
een grote keel opzetten
[hard gaan schreeuwen]
veel kleintjes maken één grote
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
iets aan de grote klok hangen
[overal bekendmaken]
groot licht
[autolampen op maximale sterkte]
met groot materieel uitrukken
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
een grote mond geven
[brutaal toespreken]
grote ogen opzetten
[heel erg verbaasd zijn]
de grote plas
[de oceaan]
boven de grote rivieren
[Noord- en Midden-Nederland]
grote stappen, gauw thuis
[slordig en snel]
in grote trekken
[in hoofdzaken]
op grote voet leven
[veel geld uitgeven]
de groten der aarde
[de rijken en machtigen]
de grote dag
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar even]
een grote geest
[zeer begaafd persoon]
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
een grote rol spelen
[belangrijk zijn]
een grote boodschap doen
[poepen]
de grootste gemene deler
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
groot denken
[ruim]
het grote geld
[rijkdom, veel geld]
in groten getale
[massaal]
dat is een groot woord
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
je hebt groot gelijk
[je hebt absoluut gelijk]
het grote publiek
[een grote groep mensen]
ik ben groot met hem
[mag hem graag en ga goed met hem om]
grote goedheid
[uitroep van schrik]
groot zijn met iemand
[bevriend met hem zijn]
de grote mensen
[de volwassenen]
de grote vakantie
[de zomervakantie]
inkopen in het groot
[met grote hoeveelheden tegelijk]
met grote ogen kijken
[verbaasd kijken]
een grote mond opzetten
[brutaal praten]
een grote duim hebben
[een rijke fantasie]
voor het grootste gedeelte
[voor het merendeel]
de grote hoop
[de grote massa]
een grote keel opzetten
[hard gaan schreeuwen]
veel kleintjes maken één grote
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
iets aan de grote klok hangen
[overal bekendmaken]
groot licht
[autolampen op maximale sterkte]
met groot materieel uitrukken
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
een grote mond geven
[brutaal toespreken]
grote ogen opzetten
[heel erg verbaasd zijn]
de grote plas
[de oceaan]
boven de grote rivieren
[Noord- en Midden-Nederland]
grote stappen, gauw thuis
[slordig en snel]
in grote trekken
[in hoofdzaken]
op grote voet leven
[veel geld uitgeven]
een grote boodschap doen
[poepen]
de grootste gemene deler
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
groot denken
[ruim]
het grote geld
[rijkdom, veel geld]
in groten getale
[massaal]
dat is een groot woord [
dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
je hebt groot gelijk
[je hebt absoluut gelijk]
het grote publiek
[een grote groep mensen]
ik ben groot met hem
[mag hem graag en ga goed met hem om]
grote goedheid
[uitroep van schrik]
groot zijn met iemand
[bevriend met hem zijn]
de grote mensen
[de volwassenen]
de grote vakantie
[de zomervakantie]
inkopen in het groot
[met grote hoeveelheden tegelijk]
met grote ogen kijken
[verbaasd kijken]
een grote mond opzetten
[brutaal praten]
een grote duim hebben
[een rijke fantasie]
voor het grootste gedeelte
[voor het merendeel]
de grote hoop
[de grote massa]
een grote keel opzetten
[hard gaan schreeuwen]
veel kleintjes maken één grote
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
iets aan de grote klok hangen
[overal bekendmaken]
groot licht
[autolampen op maximale sterkte]
met groot materieel uitrukken
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
een grote mond geven
[brutaal toespreken]
grote ogen opzetten
[heel erg verbaasd zijn]
de grote plas
[de oceaan]
boven de grote rivieren
[Noord- en Midden-Nederland]
grote stappen, gauw thuis
[slordig en snel]
in grote trekken
[in hoofdzaken]
op grote voet leven
[veel geld uitgeven]
de groten der aarde
[de rijken en machtigen]
de grote dag
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar even]
een grote geest
[zeer begaafd persoon]
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
een grote rol spelen
[belangrijk zijn]
een grote boodschap doen
[poepen]
de grootste gemene deler
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
groot denken
[ruim]
het grote geld
[rijkdom, veel geld]
in groten getale
[massaal]
dat is een groot woord
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
je hebt groot gelijk
[je hebt absoluut gelijk]
het grote publiek
[een grote groep mensen]
ik ben groot met hem
[mag hem graag en ga goed met hem om]
grote goedheid
[uitroep van schrik]
groot zijn met iemand
[bevriend met hem zijn]
zij doet aan de slanke lijn
[probeert slanker te worden]
ik kan er geen lijn in ontdekken
[geen duidelijke regelmaat of samenhang]
het vertoont een stijgende lijn
[wordt steeds beter]
we moeten één lijn trekken
[dezelfde dingen goed en fout vinden]
de grote lijn
[een samenvatting van de hoofdzaken]
we hebben Amerika aan de lijn
[aan de telefoon]
zij houdt je aan het lijntje
[geeft niet waar je om vraagt, maar wijst je ook niet af]
langzaamaan, dan breekt het lijntje niet
[als je kalm aan doet, bereik je je doel]
de lijn trekken
[luieren]
hij volgt de harde lijn
[is erg streng]
dat ligt niet in mijn lijn
[dat past niet bij me]
de grote massa wil dat niet
[de meeste mensen willen dat niet]
de grote mensen
[de volwassenen]
de grote vakantie
[de zomervakantie]
inkopen in het groot
[met grote hoeveelheden tegelijk]
met grote ogen kijken
[verbaasd kijken]
een grote mond opzetten
[brutaal praten]
een grote duim hebben
[een rijke fantasie]
voor het grootste gedeelte
[voor het merendeel]
de grote hoop
[de grote massa]
een grote keel opzetten
[hard gaan schreeuwen]
veel kleintjes maken één grote
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
iets aan de grote klok hangen
[overal bekendmaken]
groot licht
[autolampen op maximale sterkte]
met groot materieel uitrukken
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
een grote mond geven
[brutaal toespreken]
grote ogen opzetten
[heel erg verbaasd zijn]
de grote plas
[de oceaan]
boven de grote rivieren
[Noord- en Midden-Nederland]
grote stappen, gauw thuis
[slordig en snel]
in grote trekken
[in hoofdzaken]
op grote voet leven
[veel geld uitgeven]
de groten der aarde
[de rijken en machtigen]
de grote dag
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar even]
een grote geest
[zeer begaafd persoon]
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
een grote rol spelen
[belangrijk zijn]
een grote boodschap doen
[poepen]
de grootste gemene deler
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
groot denken
[ruim]
het grote geld
[rijkdom, veel geld]
in groten getale
[massaal]
dat is een groot woord
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
je hebt groot gelijk
[je hebt absoluut gelijk]
het grote publiek
[een grote groep mensen]
ik ben groot met hem
[mag hem graag en ga goed met hem om]
grote goedheid
[uitroep van schrik]
groot zijn met iemand
[bevriend met hem zijn]
de grote mensen
[de volwassenen]
de grote vakantie
[de zomervakantie]
inkopen in het groot
[met grote hoeveelheden tegelijk]
met grote ogen kijken
[verbaasd kijken]
een grote mond opzetten
[brutaal praten]
een grote duim hebben
[een rijke fantasie]
voor het grootste gedeelte
[voor het merendeel]
de grote hoop
[de grote massa]
een grote keel opzetten
[hard gaan schreeuwen]
veel kleintjes maken één grote
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
iets aan de grote klok hangen
[overal bekendmaken]
groot licht
[autolampen op maximale sterkte]
met groot materieel uitrukken [
met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
een grote mond geven
[brutaal toespreken]
grote ogen opzetten
[heel erg verbaasd zijn]
de grote plas
[de oceaan]
boven de grote rivieren
[Noord- en Midden-Nederland]
grote stappen, gauw thuis
[slordig en snel]
in grote trekken
[in hoofdzaken]
op grote voet leven
[veel geld uitgeven]
de groten der aarde
[de rijken en machtigen]
de grote dag
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar even]
een grote geest
[zeer begaafd persoon]
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
een grote boodschap doen
[poepen]
de grootste gemene deler
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
groot denken
[ruim]
het grote geld
[rijkdom, veel geld]
in groten getale
[massaal]
dat is een groot woord
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
je hebt groot gelijk
[je hebt absoluut gelijk]
het grote publiek
[een grote groep mensen]
ik ben groot met hem
[mag hem graag en ga goed met hem om]
grote goedheid
[uitroep van schrik]
groot zijn met iemand
[bevriend met hem zijn]
het zal zo'n vaart niet lopen
[het zal wel meevallen]
met een vaart
[heel snel]
iemand stuiten in zijn vaart
[zijn ontwikkeling belemmeren]
in vliegende vaart
[bliksemsnel]
ergens vaart achter zetten
[het bespoedigen]
de grote vaart
[naar landen buiten Europa]
de wilde vaart
[ongeregeld, niet op vaste tijden]
een schip in de vaart brengen
[voor het eerst laten varen]
ik wens u een behouden vaart
[ik hoop dat de reis goed verloopt]
de grote mensen
[de volwassenen]
de grote vakantie
[de zomervakantie]
inkopen in het groot
[met grote hoeveelheden tegelijk]
met grote ogen kijken
[verbaasd kijken]
een grote mond opzetten
[brutaal praten]
een grote duim hebben
[een rijke fantasie]
voor het grootste gedeelte
[voor het merendeel]
de grote hoop
[de grote massa]
een grote keel opzetten
[hard gaan schreeuwen]
de handen uit de mouwen steken
[ijverig gaan werken]
je hand ophouden
[geld vragen]
de hand aan jezelf slaan
[zelfmoord plegen]
met harde hand optreden
[streng optreden]
een handje helpen
[even meehelpen]
dat ligt voor de hand
[dat is heel logisch]
iets achter de hand hebben
[in reserve hebben]
de hand over het hart strijken
[voor één keer minder streng zijn]
er de hand aan houden
[de voorschriften volgen]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
jezelf in de hand hebben
[je beheersen]
wat is er aan de hand?
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus of somber zijn]
er je hand niet voor omdraaien
[het niet moeilijk vinden om te doen]
een hand geven
[een hand drukken om te begroeten]
er de laatste hand aan leggen
[het juist afmaken]
handen te kort komen
[het heel druk hebben]
een gat in je hand hebben
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
de hand boven het hoofd houden
[verdedigen met woorden]
met de handen over elkaar zitten
[niets doen]
aan de beterende hand zijn
[langzaam genezen]
van de hand wijzen
[weigeren]
in de hand werken
[bevorderen]
er de hand op weten te leggen
[iets bijzonders kopen of krijgen]
de hand op de knip houden
[zuinig zijn, gierig zijn]
je handen thuishouden
[niet aankomen, niet slaan]
uit je hand eten
[precies doen wat je zegt]
twee handen op één buik zijn
[het altijd met elkaar eens zijn]
uit de hand lopen
[niet meer kunnen beheersen]
van de hand doen
[wegdoen, verkopen]
het hoofd boven water houden
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
het hoofd laten hangen
[de moed verliezen]
de handen dichtknijpen
[jezelf gelukkig prijzen]
bij de hand houden
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
veel aan je hoofd hebben
[het druk hebben]
het hoofd laten hangen
[de moed opgeven]
iets uit je hoofd leren
[het zo leren dat je het kunt herhalen]
een dak boven je hoofd hebben
[woonruimte hebben]
het hoofd verliezen
[niet meer nadenken]
je kon over de hoofden lopen
[het was er erg druk]
over het hoofd zien
[niet opmerken]
je boven het hoofd groeien
[het wordt je te veel]
niet goed bij zijn hoofd zijn
[niet goed wijs zijn]
uit je hoofd laten
[niet doen]
voor het hoofd stoten
[iets doen waarmee je iemand beledigt]
de hand boven het hoofd houden
[beschermen]
het hoofd bieden
[een probleem oplossen]
je hoofd er niet bij kunnen houden
[niet goed kunnen nadenken]
iets het hoofd bieden
[je ertegen verzetten]
het hoofd stoten
[er wordt je iets geweigerd]
het hoofd in de schoot leggen
[de moed verliezen]
iemand hoofd eisen
[eisen dat hij aftreedt]
daar durf ik mijn hoofd onder te verwedden
[daar ben ik heel zeker van]
het hoofd neerleggen
[doodgaan, sterven]
het hoofd boven water houden
[maar net genoeg geld hebben om van te leven]
mijn hoofd staat er niet naar
[ik ben er niet voor in de stemming]
er hangt hem iets boven het hoofd
[er gaat iets met hem gebeuren]
het hoofd op hol brengen
[héél enthousiast of verliefd maken]
er je hoofd over breken
[er diep over nadenken]
het hoofd van de tafel
[een van de korte zijden]
er een hard hoofd in hebben
[er niet in geloven]
boter op je hoofd hebben
[ook schuldig zijn]
schoolhoofd
[wie de leiding heeft op school]
de hand op de knip houden
[niet te veel geld uitgeven]
geen knip voor zijn neus waard zijn
[niets waard zijn]
de handen uit de mouwen steken
[ijverig gaan werken]
je hand ophouden
[geld vragen]
de hand aan jezelf slaan
[zelfmoord plegen]
met harde hand optreden
[streng optreden]
een handje helpen
[even meehelpen]
dat ligt voor de hand
[dat is heel logisch]
iets achter de hand hebben
[in reserve hebben]
de hand over het hart strijken
[voor één keer minder streng zijn]
er de hand aan houden
[de voorschriften volgen]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
jezelf in de hand hebben
[je beheersen]
wat is er aan de hand?
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus of somber zijn]
er je hand niet voor omdraaien
[het niet moeilijk vinden om te doen]
een hand geven
[een hand drukken om te begroeten]
er de laatste hand aan leggen
[het juist afmaken]
handen te kort komen
[het heel druk hebben]
een gat in je hand hebben
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
de hand boven het hoofd houden
[verdedigen met woorden]
met de handen over elkaar zitten
[niets doen]
aan de beterende hand zijn
[langzaam genezen]
van de hand wijzen
[weigeren]
in de hand werken
[bevorderen]
er de hand op weten te leggen
[iets bijzonders kopen of krijgen]
de hand op de knip houden
[zuinig zijn, gierig zijn]
je handen thuishouden
[niet aankomen, niet slaan]
uit je hand eten
[precies doen wat je zegt]
twee handen op één buik zijn
[het altijd met elkaar eens zijn]
uit de hand lopen
[niet meer kunnen beheersen]
van de hand doen
[wegdoen, verkopen]
het hoofd boven water houden
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
het hoofd laten hangen
[de moed verliezen]
de handen dichtknijpen
[jezelf gelukkig prijzen]
bij de hand houden
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
de handdoek in de ring gooien
[het opgeven; ermee stoppen]
de handen aan de ploeg slaan
[met het werk beginnen]
daar zullen we wel een mouw aan passen
[we vinden wel een oplossing]
hij schudt dat zomaar uit zijn mouw
[hij verzint het zomaar]
hem kun je wel iets op de mouw spelden
[iets laten geloven wat niet waar is]
daar komt de aap uit de mouw
[nu blijkt de echte bedoeling]
de handen uit de mouwen steken
[aanpakken]
de mouwen opstropen
[zich klaarmaken voor een grote klus]
zo vrij als een vogeltje in de lucht
[heel erg vrij]
een vrij beroep
[waarbij je je eigen baas bent]
vrije toegang
[zonder te betalen]
een vrije vertaling
[niet letterlijk]
een vrije aftocht
[de gelegenheid om ongehinderd te vertrekken]
vrij baan maken
[alles wat hindert, uit de weg ruimen]
iemand de vrije hand geven
[het hem laten doen zoals hij zelf wil]
de handen vrij hebben
[ongehinderd iets kunnen doen]
een vrije jongen
[een kleine zelfstandige]
uit vrije wil
[niet gedwongen]
er vrij over kunnen beschikken
[kunnen gebruiken wat je wilt]
vrij op naam
[de koper betaalt de overdrachtskosten van het huis]
vrij spel hebben
[ongehinderd je gang kunnen gaan]
iemand de vrije teugel laten
[hem zijn gang laten gaan]
een vrije trap
[een schot dat ongehinderd genomen mag worden]
een vrije vertaling
[die zich niet precies aan de betekenis houdt]
een vrije vogel
[iemand die zich van niemand iets aantrekt]
vrije tijd
[de tijd die je niet hoeft te werken]
de vrije sector
[huizen waarvoor je geen woonvergunning hoeft te hebben]
mag ik zo vrij zijn om...?
[vindt u dat goed?]
in de kern van de zaak
[in feite, eigenlijk]
de harde kern
[de belangrijkste, vaste leden]
tot de kern van de zaak doordringen
[tot het wezenlijke]
ergens een harde dobber aan hebben
[het er moeilijk mee hebben]
de harde kern
[de belangrijkste (vaste) leden van een groep]
een harde kop hebben
[koppig, vasthoudend zijn]
een harde noot met hem kraken
[iets onplezierigs bespreken]
de harde schijf
[onderdeel voor opslag van gegevens]
het gaat hard tegen hard tussen hen
[ze tonen geen medelijden met elkaar]
hij is zo hard als een spijker
[erg gevoelloos]
harde acties
[waarbij men weinig begrip voor elkaar heeft]
met harde hand
[streng]
de harde lijn volgen
[de andere partij nergens in tegemoet komen]
het hard te verduren hebben
[veel vervelende dingen meemaken]
harde woorden
[een scherp standje]
het gaat hard tegen hard
[geen van de partijen wil toegeven]
om het hardst
[uit alle macht]
er hard aan trekken
[goed doorwerken bij de studie]
harde afspraken
[waar niet aan te tornen valt]
iets hard maken
[het bewijzen]
er een hard hoofd in hebben
[het somber inzien]
hard water
[met veel kalk]
ergens een harde dobber aan hebben
[het er moeilijk mee hebben]
de harde kern
[de belangrijkste (vaste) leden van een groep]
een harde kop hebben
[koppig, vasthoudend zijn]
een harde noot met hem kraken
[iets onplezierigs bespreken]
de harde schijf
[onderdeel voor opslag van gegevens]
het gaat hard tegen hard tussen hen
[ze tonen geen medelijden met elkaar]
hij is zo hard als een spijker
[erg gevoelloos]
harde acties
[waarbij men weinig begrip voor elkaar heeft]
met harde hand
[streng]
de harde lijn volgen
[de andere partij nergens in tegemoet komen]
het hard te verduren hebben
[veel vervelende dingen meemaken]
harde woorden
[een scherp standje]
het gaat hard tegen hard
[geen van de partijen wil toegeven]
om het hardst
[uit alle macht]
er hard aan trekken
[goed doorwerken bij de studie]
harde afspraken
[waar niet aan te tornen valt]
iets hard maken
[het bewijzen]
er een hard hoofd in hebben
[het somber inzien]
hard water
[met veel kalk]
dat loopt over veel schijven
[veel instanties bemoeien zich ermee]
ergens een harde dobber aan hebben
[het er moeilijk mee hebben]
de harde kern
[de belangrijkste (vaste) leden van een groep]
een harde kop hebben
[koppig, vasthoudend zijn]
een harde noot met hem kraken
[iets onplezierigs bespreken]
de harde schijf
[onderdeel voor opslag van gegevens]
het gaat hard tegen hard tussen hen
[ze tonen geen medelijden met elkaar]
hij is zo hard als een spijker
[erg gevoelloos]
harde acties
[waarbij men weinig begrip voor elkaar heeft]
met harde hand
[streng]
de harde lijn volgen
[de andere partij nergens in tegemoet komen]
het hard te verduren hebben
[veel vervelende dingen meemaken]
harde woorden
[een scherp standje]
het gaat hard tegen hard
[geen van de partijen wil toegeven]
om het hardst
[uit alle macht]
er hard aan trekken
[goed doorwerken bij de studie]
harde afspraken
[waar niet aan te tornen valt]
iets hard maken
[het bewijzen]
er een hard hoofd in hebben
[het somber inzien]
hard water
[met veel kalk]
hij kan bergen verzetten
[heel veel werk doen]
ik zie er als een berg tegenop
[ik zie er heel erg tegenop]
hij beloofde ons gouden bergen
[de prachtigste dingen]
een geloof dat bergenkan verzetten
[waaruit je veel kracht kunt putten]
als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg naar Mohammed
[als je initiatief neemt, maar dat eigenlijk van de andere partij had verwacht]
van een molshoop een berg maken
[een zaak enorm opblazen]
de berg heeft een muis gebaard
[schamper commentaar als alle drukte op niets uitloopt]
de haren rijzen mij te berge
[ik ben erg verontwaardigd]
een mis met drie heren
[opgedragen door drie priesters]
wees een heer in het verkeer
[gedraag je netjes in het verkeer]
ergens heer en meester zijn
[veel te vertellen hebben]
m'n oude heer
[mijn vader]
niemand kan twee heren dienen
[niet voor twee verschillende partijen zijn]
de heer des huizes
[het hoofd van het gezin]
het heertje zijn
[er netjes uitzien]
hij gaf de geest
[hij stierf]
het je voor de geest halen
[eraan terugdenken]
de armen van geest
[de eenvoudigen]
een scheiding der geesten
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
iets in de geest van...
[zoiets als ...]
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
de Heilige Geest
[God in de vorm van een geest]
de geest krijgen
[ergens door bezield worden]
de geest geven
[sterven]
een boze geest
[gevallen engel, duivel]
eruitzien als een geest
[heel mager en bleek]
de geest is uit de fles
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
toen kreeg Ida de geest
[ze ging ineens aan het werk]
het was iets in de geest van ....
[iets als ....]
de Heilige Vader
[de paus]
een heilig boontje
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
de heilige vader
[de paus]
die vrije zondag is mij heilig
[is heel belangrijk voor me]
het heilige der heilige
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
een heilig huisje
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
heilige huisjes omver werpen
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
iemand het heilige kruis nageven
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
een heilige oorlog
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
de Heilige Stad
[Jeruzalem]
het heilige moeten
[de absolute noodzaak]
hem is niets heilig
[hij heeft nergens respect voor]
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
[oprecht van mening dat ...]
de heilige hermandad
[de politie]
de Heilige Vader
[de paus]
een heilig boontje
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
de heilige vader
[de paus]
die vrije zondag is mij heilig
[is heel belangrijk voor me]
het heilige der heilige
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
een heilig huisje
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
heilige huisjes omver werpen
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
iemand het heilige kruis nageven
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
een heilige oorlog
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
de Heilige Stad
[Jeruzalem]
het heilige moeten
[de absolute noodzaak]
hem is niets heilig
[hij heeft nergens respect voor]
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
[oprecht van mening dat ...]
de heilige hermandad
[de politie]
de Heilige Vader
[de paus]
een heilig boontje
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
de heilige vader
[de paus]
die vrije zondag is mij heilig
[is heel belangrijk voor me]
het heilige der heilige
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
een heilig huisje
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
heilige huisjes omver werpen
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
iemand het heilige kruis nageven
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
een heilige oorlog
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
de Heilige Stad
[Jeruzalem]
het heilige moeten
[de absolute noodzaak]
hem is niets heilig
[hij heeft nergens respect voor]
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
[oprecht van mening dat ...]
de heilige hermandad
[de politie]
alle duivels uit de hel vloeken
[heel erg vloeken]
het is kermis in de hel
[dat zeg je wanneer de zon schijnt en het regent]
iets voor de poorten van de hel wegslepen
[met grote moeite nog net redden]
het stinkt er als de hel
[heel erg]
de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens
[goede voornemens worden meestal niet uitgevoerd]
de hel breekt los
[de situatie is onhoudbaar geworden]
van de hel in de hemel komen
[opnieuw een deel van leven krijgen]
geen held zijn in ...
[het niet goed durven]
een held op sokken
[iemand met een grote mond, die niets durft]
de held van de dag zijn
[vanwege zijn prestaties alle aandacht krijgen]
zich een hele held voelen
[tot veel in staat]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
over de hele linie
[in alle opzichten]
op het hele uur
[als de klok een vol uur aanwijst]
niets heel laten van iets of iemand
[alleen maar negatief beoordelen]
er bleef geen spaan van heel
[totaal niets]
een hele poos
[flink lang]
dat is een hele aanschaf
[commentaar als iemand iets duurs heeft gekocht]
een hele bedoening
[een hele drukte]
de hele tijd
[voortdurend]
het is een hele zit
[commentaar als je lang ergens moet zitten]
dat is een hele zorg minder
[opgelucht commentaar als een probleem is opgelost]
een heel getal
[getal dat geen breuk is]
kop op!
[houd moed!]
een kop als een boei
[een vuurrood hoofd]
de kop indrukken
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
een verhaal met kop noch staart
[onbegrijpelijk]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
je kop in het zand steken
[jezelf voor de gek houden]
dat zal me de kop niet kosten
[dat kan ik wel betalen]
de hele zaal stond op zijn kop
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
kopjes geven
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
de kop opsteken
[zich opnieuw vertonen]
al ga je op je kop staan!
[je zult je zin niet krijgen]
iemand op zijn kop geven
[hem berispen, een standje geven]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden, verslaan]
de kolder in de kop krijgen
[onhandelbaar worden]
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
[hij geeft niet gauw op]
met je kop tegen de muur lopen
[niet bereiken wat je wilt]
iets in je kop stampen
[het met moeite in je geheugen opnemen]
de koppen tellen
[de aanwezigen]
zaagsel in zijn kop hebben
[dom zijn, niets begrijpen]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
een Haags kopje
[halfvol]
hou die doos niet op zijn kop!
[ondersteboven]
over de kop slaan
[ondersteboven vallen]
op zijn kop
[ondersteboven]
koplamp
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
over de kop gaan
[failliet gaan]
de spijker op de kop slaan
[zeggen waar het precies om gaat]
iets bij de kop vatten
[eraan beginnen]
iets op de kop tikken
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
op de kop af
[precies]
we zijn op de helft
[halverwege]
je hebt de helft verzonnen!
[het grootste deel]
mijn betere helft
[echtgenote]
door de helft
[in twee stukken]
op de helft
[halverwege]
over de helft
[meer dan de helft gedaan hebben]
de helft van wat hij zegt is niet waar
[een groot deel ervan]
hemelse goedheid!
[uitroep van schrik]
de hemelse Vader
[God]
het hemelse vuur
[de bliksem]
het is geen wet van Meden en Perzen
[geen regel waar iedereen zich aan moet houden]
hem de wet voorschrijven
[zeggen wat hij wel of niet mag doen]
wet is wet
[de wet moet nageleefd worden, al is het moeilijk]
hij staat boven de wet
[hoeft zich er niet aan te houden]
de heren van de wet
[mensen van de overheid]
we gaan er geen wet van maken
[geen vaste gewoonte]
naar de geest van de wet
[volgens de uitgangspunten ervan]
nood breekt wet
[als je erg in de knoei zit, hoef je je niet aan de wet te houden]
zijn woord is wet
[wat hij zegt moet gebeuren]
door de mazen van de wet kruipen
[op listige wijze de wet ontduiken]
trouwen voor de wet
[voor de burgerlijke stand]
nood breekt wet
[als je in moeilijkheden zit moet je wel eens dingen doen die verboden zijn]
zijn wil is wet
[hij bepaalt de regels]
de herfst van het leven
[de oude dag]
de herinnering verbleekt
[die wordt steeds zwakker]
praten met een hete aardappel in de keel
[bekakt praten]
de hete aardappel doorgeven
[een lastig probleem aan een ander overlaten]
een schoen met open hiel
[waarvan de hiel niet bedekt is]
iemand op de hielen zitten
[hem achterna zitten]
iemands hielen likken
[op een kruiperige manier slijmen]
de hielen lichten
[ervandoor gaan]
de hof van Eden
[het paradijs]
de hof van Eden
[het paradijs]
iemand het hof maken
[proberen verkering met haar te krijgen]
de ruzie liep hoog op
[was erg heftig]
dat zit haar erg hoog
[dat houdt haar erg bezig]
hij zit hoog en droog thuis
[veilig thuis]
hij zweert het bij hoog en bij laag
[zegt dat het zeker waar is]
een hoge borst opzetten
[verwaand zijn]
dat is te hoog gegrepen
[te moeilijk]
iets hoog houden
[in ere houden]
je kunt hoog of laag springen, maar...
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
de lat hoog leggen
[hoge eisen stellen]
hoog tegen iemand opkijken
[veel bewondering voor hem hebben]
geen hoge pet op hebben van iemand
[niet veel van hem verwachten]
hoog van de toren blazen
[een grote mond hebben]
iets hoog in zijn vaandel hebben
[er veel waardering voor hebben]
het neemt een hoge vlucht
[ontwikkelt zich goed en snel]
geen zee gaat hem te hoog
[hij laat zich nergens door afschrikken]
het hoogste lied zingen
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
in hoge mate
[zeer]
hoge ogen gooien
[er veel kans op hebben]
iemand te hoog aanslaan
[hem te veel belasting laten betalen]
hoge lasten hebben
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
ten hoogste
[maximaal]
een hoge dunk van jezelf hebben
[denken dat je beter bent dan anderen]
iemand hoog hebben
[eerbied, respect voor hem hebben]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe]
in hogere sferen zijn
[wegdromen]
hoger beroep aantekenen
[herziening vragen van een vonnis]
geen hoge dunk van iemand hebben
[hem minachten]
op zijn hoogst
[in het uiterste geval]
de Hoge Raad
[hoogste rechtbank van Nederland]
hoog spel spelen
[riskante dingen doen]
dat is hogere wiskunde voor mij
[dat vind ik heel moeilijk]
hoge nood hebben
[naar het toilet moeten]
het is hoog tijd
[we kunnen niet wachten]
in hoge mate
[zeer, ruimschoots]
de strijd loopt hoog op
[wordt steeds erger]
hoog aan de wind zeilen
[bovenwinds]
iets bij hoog en laag beweren
[heel stellig]
iets hoog opnemen
[het iemand zeer kwalijk nemen]
het hoge woord is eruit
[hij heeft het eindelijk gezegd]
het zit hem hoog
[hij is er heel verontwaardigd over]
beter kleine meester dan grote knecht
[je kunt beter voor jezelf werken en vrij zijn]
de Hollandse meesters
[Nederlandse kunstschilders zoals Rembrandt]
je er meester van maken
[ervoor zorgen dat je het in je bezit krijgt]
de Hollandse waterlinie
[Nederlandse wateren die de vijand tegenhouden]
over de hele linie
[op alle punten]
eten wat de pot schaft
[wat op tafel komt]
hij kan een potje bij me breken
[ik word niet gauw boos op hem]
zijn eigen potje koken
[zijn eigen eten klaarmaken]
op ieder potje past een dekseltje
[voor iedereen is een geschikte partner te vinden]
de dood in de pot
[een saaie boel]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
een hoofd als een ijzeren pot
[een goed geheugen]
jongens van de gestampte pot
[zonder kapsones]
het is één pot nat
[er bestaat nauwelijks verschil tussen]
kleine potjes hebben grote oren
[als er kinderen in de buurt zijn moet je niet te veel vertellen]
hij kan de pot op
[ik trek me niets van hem aan]
ben je nou helemaal van de pot gerukt!
[ben je gek geworden?]
naast de pot piesen
[misgrijpen of te laat zijn]
naast de pot piesen
[misgrijpen of te laat zijn]
het is allemaal één pot nat
[hetzelfde]
je maakt er een potje van
[een rommeltje]
er kwam geen hond
[er kwam niemand]
zo ziek als een hond zijn
[heel erg ziek]
geen slapende honden wakkermaken
[geen aandacht vestigen op wat beter geheim kan blijven]
de gebeten hond zijn
[de schuld krijgen]
commandeer je hondje en blaf zelf
[je hebt niet het recht te zeggen wat ik moet doen]
we hebben een hond aan tafel
[als iemand vergeet te bidden]
als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen
[als twee mensen ruzie hebben, heeft een derde er vaak voordeel van]
bekend zijn als de bonte hond
[overal ongunstig bekend zijn]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
blaffende honden bijten niet
[voor schreeuwers hoef je niet bang te zijn]
als kat en hond leven
[veel ruzie maken]
rode hond
[ziekte waarbij je rode vlekken krijgt]
daarmee is geen droog brood te verdienen
[het levert geen geld op]
dat is brood op de plank
[geld om van te leven]
droog brood eten
[heel arm zijn]
de honden lusten er geen brood van
[het is schandalig]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeften dan alleen eten en drinken]
je de kaas niet van het brood laten eten
[opkomen voor jezelf]
iets op je brood krijgen
[er de schuld van krijgen, er een verwijt over krijgen]
het brood uit de mond sparen
[bezuinigen op wat je eet, voor iemand anders]
iemand het brood uit de mond stoten
[hem afnemen waar hij zijn geld mee verdient]
op water en brood zitten
[in de gevangenis]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene van wie je afhankelijk bent]
ergens geen brood in zien
[niet verwachten dat het iets oplevert]
de koe bij de hoorns vatten
[de zaak flink aanpakken]
iemand koeien met gouden hoorns beloven
[meer beloven dan je waar kunt maken]
de hoorn des overvloeds
[alles krijgen wat je maar wilt]
de huiselijke vrede
[de rust in huis]
de huizen schieten als paddenstoelen uit de grond
[worden met grote snelheid gebouwd]
de kale huur
[waar gas en licht niet bijhoren]
te huur
[je kunt het huren]
de huur opzeggen
[zeggen dat een huurder weg moet]
de ideale schoonzoon
[een keurige, vriendelijke jongeman]
de ideeën kwamen tot ontwikkeling
[kregen vorm]
de ijskast plunderen
[alles wat eetbaar is eruit halen]
het IJzeren Gordijn
[de afsluiting van de Sovjet-Unie van de rest van de wereld]
hij heeft een hoofd als een ijzeren pot
[een heel goed geheugen]
de ijzeren long
[een toestel voor kunstmatige ademhaling]
een ijzeren greep
[een heel stevige omklemming]
een ijzeren Hein
[onverstoorbaar]
industriële vormgeving
[van producten die door de industrie gemaakt worden]
industrieel eigendom
[het recht op bepaalde merken en octrooien]
de industriële revolutie
[de omwenteling die ontstond door de stoommachines]
de intensieve veehouderij
[gericht op een zo groot mogelijke winst]
dat is een lot uit de loterij!
[een buitenkans]
lootjes trekken
[briefjes met de naam van iemand]
van lotje getikt
[gek]
hem aan zijn lot overlaten
[je niet om hem bekommeren]
het lot was mij gunstig gezind
[ik had geluk]
de ironie van het lot
[het toeval brengt het tegenovergestelde van wat je verwacht]
zich zijn lot aantrekken
[met hem begaan zijn]
berusten in zijn lot
[er vrede mee hebben]
dan ben je nog niet jarig!
[dan ziet het er niet best voor je uit]
de jarige Job
[degene die zijn verjaardag viert]
hij is in zijn tweede jeugd
[voelt zich weer jong en gedraagt zich jeugdig]
de jeugd heeft de toekomst
[wie jong is heeft invloed op de toekomst]
iets tot de juiste proporties terugbrengen
[de juiste betekenis geven van iets wat overdreven is voorgesteld]
dat is het hem nou juist
[dat is precies het probleem]
het komt juist van pas
[precies op het goede moment]
dat is het juiste woord niet
[het geeft niet goed aan wat ik bedoel]
de juiste woorden weten te vinden
[precies weten wat je wilt gaan zeggen]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
nee schudden
[je hoofd van links naar rechts bewegen]
de kaarten schudden
[ze door elkaar doen]
hem de hand schudden
[hem een hand geven]
hem wakker schudden
[wakker maken door hem te bewegen]
hem door elkaar schudden
[hem heen en weer bewegen omdat je kwaad bent]
je kunt het wel schudden
[je hoeft er niet meer op te rekenen]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
http://www.muiswerk.nl/WRDNBOEK/LTR_K/W1204.HTM
1292
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart [
kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart [teken van ernstige overtreding
waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
belegen kaas
[wat langer gerijpte kaas]
de kaas niet van je brood laten eten
[opkomen voor je rechten]
er geen kaas van gegeten hebben
[er geen verstand van hebben, het niet goed kunnen]
een kale boterham
[zonder beleg]
een kale boom
[zonder blad]
een kale plek in een stof
[een versleten plek]
zo kaal als een luis
[heel erg arm]
een kale neet
[een armoedzaaier]
de kale huur
[zonder de kosten van gas en licht]
kale kak
[afkeurende benaming voor zogenaamd deftige mensen]
de kale huur
[waar gas en licht niet bijhoren]
te huur
[je kunt het huren]
de huur opzeggen
[zeggen dat een huurder weg moet]
hem een kans geven
[hem de mogelijkheid geven]
grijp je kans!
[maak van de mogelijkheid gebruik!]
de kansen keren
[de omstandigheden veranderen zodat iemand ánders in het voordeel is]
hij zag zijn kans schoon
[hij benutte een gunstige gelegenheid]
kansarm
[met weinig mogelijkheden om iets te bereiken in het leven]
hij zag kans om ....
[hij kreeg het voor elkaar]
dikke kans dat....
[het is heel waarschijnlijk]
de kans is verkeken
[ongebruikt voorbij gegaan]
de kans waarnemen
[de kans benutten]
hem een kans geven
[hem de mogelijkheid geven]
grijp je kans!
[maak van de mogelijkheid gebruik!]
de kansen keren
[de omstandigheden veranderen zodat iemand ánders in het voordeel is]
hij zag zijn kans schoon
[hij benutte een gunstige gelegenheid]
kansarm
[met weinig mogelijkheden om iets te bereiken in het leven]
hij zag kans om ....
[hij kreeg het voor elkaar]
dikke kans dat....
[het is heel waarschijnlijk]
de kans is verkeken
[ongebruikt voorbij gegaan]
iemand voor je karretje spannen
[hem klusjes voor je laten opknappen]
de kar trekken
[het zware werk doen]
de kas opmaken
[het geld tellen dat erin zit]
goed bij kas zijn
[veel geld te besteden hebben]
de openbare kas
[het geld van een land]
per kas betalen
[contant]
een kat in de zak kopen
[iets kopen dat erg tegenvalt]
leven als kat en hond
[met veel ruzie]
maak dat de kat wijs!
[daar geloof ik niets van]
geen katje om zonder handschoenen aan te pakken
[iemand die altijd erg fel reageert]
de kat uit de boom kijken
[rustig afwachten wat er gebeurt]
kat in 't bakkie
[een gemakkelijk werkje]
de kat in de gordijnen jagen
[ruzie veroorzaken]
de kat in het donker knijpen
[alleen lelijke dingen doen als je denkt dat niemand je ziet]
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
[als er geen toezicht is, gaat men zich misdragen]
dat weet onze kat ook
[dat begrijpt iedereen]
een kat in het nauw maakt rare sprongen
[als je in nood bent, doe je gekke dingen]
je voelen als een kat in een vreemd pakhuis
[je niet thuis voelen]
de kat de bel aan binden
[over een moeilijk onderwerp beginnen]
de kat op het spek binden
[iemand heel erg in de verleiding brengen]
als kat en hond leven
[voortdurend ruzie met elkaar maken]
als katten muizen, mauwen ze niet
[wie eet, praat niet]
iemand een kat geven
[een hatelijke opmerking maken]
iemand een kat geven
[een hatelijke opmerking maken]
iemand een belletje geven
[even opbellen]
belletje trekken
[aanbellen en hard wegrennen]
aan de bel trekken
[aandacht vragen voor een misstand]
de kat de bel aanbinden
[als eerste over een moeilijk onderwerp beginnen]
toeters en bellen
[overdreven toevoegingen]
voor spek en bonen meedoen
[meedoen zonder mee te tellen]
dat is spekje voor mijn bekje
[echt iets voor mij]
de kat op het spek binden
[iemand heel erg in de verleiding brengen]
daar dansen de muizen in het spek
[daar is van alles overvloed]
met spek vangt men muizen
[met cadeautjes kun je iedereen voor je winnen]
een boom van een vent
[een grote stevige man]
hoge bomen vangen veel wind
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
door de bomen het bos niet zien
[door de details het geheel niet zien]
aan zijn vruchten kent men de boom
[aan zijn daden kent men de mens]
de bomen groeien niet tot in de hemel
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
aan de vruchten kent men de boom
[men kent de mens aan wat hij doet]
de appel valt niet ver van de boom
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
omdraaien als een blad aan een boom
[je ineens heel anders gaan gedragen]
de kat uit de boom kijken
[een afwachtende houding aannemen]
je kunt de boom in!
[ik weiger het echt]
een boom omzagen
[hard snurken]
de keerzijde van de medaille
[het nadeel dat bij een voordeel hoort]
de keuken krijgt een grote beurt
[wordt grondig schoongemaakt]
hij maakte een goede beurt
[hij maakte een gunstige indruk]
om de beurt
[eerst de een, dan de ander]
iemand een beurt geven
[mondeling overhoren in de klas]
een grote beurt
[groot onderhoud aan een auto]
voor zijn beurt gaan
[voordringen]
je moet nu een keus maken
[iets kiezen]
we hadden geen andere keus
[we moesten wel]
u krijgt een reis naar keuze
[u mag zelf iets uitkiezen]
de keus viel op haar
[zij werd gekozen]
in slaap vallen
[gaan slapen]
het valt hem zwaar
[het is zwaar voor hem]
de beslissing is gevallen
[ze hebben het besloten]
er valt weinig te beleven
[je kunt er weinig afleiding vinden]
dat viel in goede aarde
[dat vonden ze goed of leuk]
met hem valt niet te praten
[je kunt niet met hem praten]
er valt niets te lachen
[je mag niet lachen]
er viel een schot
[er werd geschoten]
de keus viel op hem
[hij werd gekozen]
ik ben er helemaal uit
[ik weet niet meer hoe het moet]
hun verkering is uit
[ze hebben geen verkering meer]
hij kucht uit gewoonte
[hij kucht omdat hij dat altijd doet]
de kinderen waren de deur uit
[vertrokken]
de bal is uit
[buiten de lijn]
ik kan er niet over uit
[ben er heel verbaasd over]
dag in, dag uit
[elke dag]
ik kom er niet meer uit
[ik weet geen oplossing]
de kinderen zoet houden
[ze bezighouden zodat ze niet vervelend zijn]
iets voor zoete koek slikken
[goedgelovig zijn]
zoete broodjes bakken
[door vriendelijk doen iets proberen te bereiken]
de zoete inval
[plaats waar je altijd welkom bent]
de kip legt een ei
[maakt een ei]
waar leg je de nadruk op?
[wat krijgt de nadruk?]
ik leg hem niets in de weg
[ik hinder hem niet]
beter een half ei dan een lege dop
[beter iets dan niets]
het ei van Columbus
[een eenvoudige oplossing waar niemand aan gedacht had]
eieren voor je geld kiezen
[met wat minder tevreden zijn]
je ei niet kwijt kunnen
[geen kans krijgen het te vertellen]
voor een appel en een ei
[heel goedkoop]
de kip met de gouden eieren slachten
[een bron van inkomsten wegdoen]
zijn ei niet kwijt kunnen
[zich niet kunnen uitspreken, niet aan bod komen]
het is koek en ei
[hun verhouding is goed]
op eieren lopen
[heel voorzichtig zijn]
de klant is koning
[hij mag zeggen hoe hij het hebben wil]
de klassieke talen
[Latijn en Grieks]
klassieke werken
[van oudsher bekende boeken]
klassieke muziek
[muziek van oudere componisten]
een klein eindje
[een kort stukje]
ik krijg hem wel klein
[ik win het wel van hem]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, is het niet waard iets groots te krijgen]
het kleinste kamertje
[het toilet]
hij is voor geen kleintje vervaard
[durft alles aan]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden]
hij is voor geen kleintje vervaard
[durft alles aan]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden]
alles kort en klein slaan
[kapot slaan]
wat is de wereld toch klein!
[dat zeg je als je ver van huis vrienden of kennissen tegenkomt]
daar is hij een kleine jongen bij
[vergeleken daarmee is hij onbeduidend]
de kleine
[de baby of de peuter]
een kleine boodschap doen
[plassen, urineren]
een kleine eter zijn
[weinig eten]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, verdient geen waardevolle, dure dingen]
heeft u het niet kleiner?
[in munten met een geringere waarde?]
de kleine kas
[geld voor dagelijkse uitgaven]
voor een klein prijsje
[voor weinig geld]
de kleine kaart
[beperkte kaart met eenvoudige gerechten]
hij is nogal klein van geest
[bekrompen]
een klein jaar
[bijna een jaar]
de kleine criminaliteit
[winkeldiefstal, vandalisme, e.d.]
zware criminaliteit
[moord en doodslag]
een klein eindje
[een kort stukje]
ik krijg hem wel klein
[ik win het wel van hem]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, is het niet waard iets groots te krijgen]
het kleinste kamertje
[het toilet]
hij is voor geen kleintje vervaard
[durft alles aan]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden]
hij is voor geen kleintje vervaard
[durft alles aan]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden]
alles kort en klein slaan
[kapot slaan]
wat is de wereld toch klein!
[dat zeg je als je ver van huis vrienden of kennissen tegenkomt]
daar is hij een kleine jongen bij
[vergeleken daarmee is hij onbeduidend]
de kleine
[de baby of de peuter]
een kleine boodschap doen
[plassen, urineren]
een kleine eter zijn
[weinig eten]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, verdient geen waardevolle, dure dingen]
heeft u het niet kleiner?
[in munten met een geringere waarde?]
de kleine kas
[geld voor dagelijkse uitgaven]
voor een klein prijsje
[voor weinig geld]
de kleine kaart
[beperkte kaart met eenvoudige gerechten]
hij is nogal klein van geest
[bekrompen]
een klein jaar
[bijna een jaar]
geen man meer hebben
[weduwe zijn]
aan de man komen
[trouwen]
de liefde van de man gaat door de maag
[mannen verleid je met lekker eten]
hij is er de man niet naar
[zo is hij niet]
hij staat zijn mannetje wel
[kan zich goed verdedigen]
een man een man, een woord een woord
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
hij is mans genoeg
[flink genoeg]
hij is heel wat mans
[kan heel wat en is niet gauw bang]
de man met de hamer
[vermoeidheid of een morele inzinking]
ik ben je man
[ik sta tot je beschikking]
een man van de klok zijn
[altijd op tijd zijn]
een sterke man
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
een man van de wereld zijn
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
de man met de zeis
[de dood]
iets aan de man brengen
[het verkopen]
er is geen man overboord
[er is niets ernstigs gebeurd]
man en paard noemen
[niets verzwijgen]
een gewaarschuwd man telt voor twee
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
als één man
[allemaal tegelijk]
de kleine man
[de mensen met een laag inkomen]
het op de man af vragen
[rechtstreeks]
kleren maken de man
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
met man en muis vergaan
[met alle opvarenden]
dan is er nog geen man overboord
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen geven]
anderhalve man en een paardenkop
[bijna niemand]
op de man spelen
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
iets tot de laatste man verdedigen
[tot het uiterste]
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
dat is toch al te dol
[veel te gek]
ik kom graag, te meer omdat jij zo lekker kookt
[vooral ook daarom]
dat is te mooi om waar te zijn
[je kunt het bijna niet geloven]
de kleren hangen te drogen
[ze hangen en zo drogen ze]
het huis is te koop
[je kunt het kopen]
we gaan te voet
[we gaan lopen]
te zijner tijd zal ik u bezoeken
[op een gunstig tijdstip]
ten aanzien van dat onderwerp
[over dat onderwerp]
ten eerste
[op de eerste plaats]
ter gelegenheid van
[bij die gelegenheid]
ten gevolge van
[als gevolg daarvan]
ter herinnering aan
[als een herinnering aan]
ten koste van zijn gezondheid
[het was slecht daarvoor]
ten name van
[op de naam van]
ten opzichte van haar vader
[tegenover haar vader]
tenslotte
[op het eind]
ter waarde van
[met de waarde van]
ter wille van de vrede
[om de vrede te bevorderen]
iemand met gelijke munt betalen
[hem op dezelfde manier behandelen]
gelijke tred houden met iets of iemand
[dezelfde vorderingen maken]
op gelijke voet staan met iemand
[gelijkwaardig aan hem zijn]
de klok loopt gelijk
[geeft de tijd goed aan]
hij zet het op een lopen
[gaat heel hard lopen]
een eindje lopen
[wandelen]
hij loopt als een kievit
[loopt heel vlug en goed]
over je laten lopen
[altijd doen wat anderen willen]
iemand tegen het lijf lopen
[ontmoeten]
de klok loopt weer
[gaat weer vooruit]
het loopt tegen acht uur
[het is bijna acht uur]
het loopt ten einde
[is bijna afgelopen]
je loopt gevaar
[je bent in gevaar]
het loopt uit de hand
[het gaat verkeerd]
toen liep het fout
[toen ging het fout]
die zin loopt goed
[er zitten geen fouten in]
college lopen
[college volgen]
het klokje van gehoorzaamheid
[de tijd waarop je naar bed moet]
het klokje rond slapen
[twaalf uur slapen]
hij is een man van de klok
[hij is altijd op tijd]
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
[het is nergens zo goed als thuis]
een analoge klok
[met wijzers]
een digitale klok
[met alleen cijfers]
het klokje van gehoorzaamheid
[bedtijd voor kinderen]
daar kun je de klok op gelijkzetten
[als iets altijd op een vaste tijd gebeurt]
met de regelmaat van de klok
[herhaaldelijk, regelmatig]
de klok terugdraaien
[terugkeren naar een vroegere situatie]
tegen de klok werken
[hard werken om nog op tijd klaar te zijn]
de biologische klok
[het natuurlijke mechanisme van onder andere waken en slapen]
het aan de grote klok hangen
[het aan iedereen vertellen]
hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
[hij weet het wel ongeveer, maar niet precies]
dat klinkt als een klok
[het zit goed in elkaar, is perfect]
de klos zijn
[het slachtoffer zijn]
noten kraken
[de bast ervan openbreken]
de kluis van een bank kraken
[erin inbreken]
Geoffrey is flink uit de kluiten gewassen
[groot en stevig]
iemand met een kluitje in het riet sturen
[hem met een mooi praatje afschepen]
de kluit bedonderen
[iedereen voor de gek houden, bedriegen]
ik ben daar veel tijd aan kwijt
[ik doe daar lang over]
de draad kwijt zijn
[niet weten hoe het vervolg gaat]
de kluts kwijt zijn
[in de war zijn]
iemands naam kwijt zijn
[die je niet meer kunnen herinneren]
de tel kwijt zijn
[niet meer weten hoeveel je er al geteld hebt]
je ei niet kwijt kunnen
[met niemand over je problemen kunnen praten]
kan ik iets aan je kwijt?
[wil je iets gebruiken?]
iemand liever kwijt dan rijk zijn
[hem liever niet meer om je heen hebben]
iets aan de straatstenen niet kwijt kunnen
[er geen kopers voor kunnen vinden]
ergens iets over kwijt willen
[er iets over willen zeggen]
zeg maar wat je kwijt wilt
[hoeveel geld je eraan wilt besteden]
hij verstaat zijn vak
[hij is goed in zijn werk]
de kneepjes van het vak kennen
[het vak goed beheersen]
dat is het risico van het vak
[als je dat gevaar niet wilt lopen, moet je er niet aan beginnen]
een oude rot in het vak
[iemand met veel ervaring]
zijn vak verstaan
[vakkundig zijn]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
in de knoop zitten
[in moeilijkheden]
de knoop doorhakken
[een moeilijke beslissing nemen]
met zichzelf in de knoop zitten
[verward zijn]
een knoop in je zakdoek leggen
[proberen iets niet te vergeten]
de knuppel in het hoenderhok gooien
[iets zeggen waar mensen boos of verschikt op reageren]
de koe bij de hoorns vatten
[de zaak flink aanpakken]
iemand koeien met gouden hoorns beloven
[meer beloven dan je waar kunt maken]
de hoorn des overvloeds
[alles krijgen wat je maar wilt]
over koetjes en kalfjes praten
[over kleine, dagelijkse dingen]
je weet nooit hoe een koe een haas vangt
[misschien lukt het toch nog wel]
koeien van fouten
[hele grote fouten]
oude koeien uit de sloot halen
[over dingen beginnen die al afgehandeld zijn]
je koetjes op het droge hebben
[genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken]
de koe bij de hoorns vatten
[er meteen hard aan gaan werken]
koeien met gouden hoorns beloven
[beloften doen die je niet waar kunt maken]
een waarheid als een koe
[iets heel vanzelfsprekends]
geen koe zo bont, of er is wel een vlekje aan
[er is altijd wel iets waar van een gerucht]
een heilige koe
[wat als onaantastbaar wordt beschouwd]
een waarheid als een koe
[iets vanzelfsprekends]
koeien van letters
[heel groot]
een koekje van eigen deeg krijgen
[vervelend behandeld worden nadat je hetzelfde bij anderen deed]
iets voor zoete koek aannemen
[het zomaar geloven of accepteren]
het is weer koek en ei
[de ruzie is voorbij]
dat is andere koek
[dat is heel anders]
dat ging erin als koek
[dat vonden ze heel leuk]
de koek is op
[er is niets meer te verdelen]
uit de koers raken
[uit de goede richting raken]
de koers kwijt zijn
[niet langer de goede kant op gaan]
een andere koers gaan varen
[het op een heel andere manier proberen]
de kogel is door de kerk
[de beslissing is gevallen]
voor het zingen de kerk uitgaan
[voor de zaadlozing terugtrekken]
ter kerke gaan
[naar de kerk gaan]
de kogel krijgen
[doodgeschoten worden]
de kogel is door de kerk
[de beslissing is genomen]
de kogel krijgen
[doodgeschoten worden]
de kogel is door de kerk
[de beslissing is genomen]
kop op!
[houd moed!]
een kop als een boei
[een vuurrood hoofd]
de kop indrukken
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
een verhaal met kop noch staart
[onbegrijpelijk]
op de kop af
[precies]
een bord voor je kop hebben
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
je kop in het zand steken
[jezelf voor de gek houden]
dat zal me de kop niet kosten
[dat kan ik wel betalen]
de hele zaal stond op zijn kop
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
kopjes geven
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
de kop opsteken
[zich opnieuw vertonen]
al ga je op je kop staan!
[je zult je zin niet krijgen]
iemand op zijn kop geven
[hem berispen, een standje geven]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden, verslaan]
de kolder in de kop krijgen
[onhandelbaar worden]
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
[hij geeft niet gauw op]
met je kop tegen de muur lopen
[niet bereiken wat je wilt]
iets in je kop stampen
[het met moeite in je geheugen opnemen]
de koppen tellen
[de aanwezigen]
zaagsel in zijn kop hebben
[dom zijn, niets begrijpen]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
een Haags kopje
[halfvol]
hou die doos niet op zijn kop!
[ondersteboven]
over de kop slaan
[ondersteboven vallen ]
op zijn kop
[ondersteboven]
koplamp
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
over de kop gaan
[failliet gaan]
de spijker op de kop slaan
[zeggen waar het precies om gaat]
iets bij de kop vatten
[eraan beginnen]
iets op de kop tikken
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
op de kop af
[precies]
een lekker dier
[vertederend, aantrekkelijk persoon]
een politiek dier
[iemand die zich veel met politiek bezighoudt]
de koning der dieren
[de leeuw]
slapend rijk worden
[geld ontvangen zonder er veel voor te hoeven doen]
de rijke landen
[de westerse landen]
arm en rijk
[iedereen]
als ik in mijn rijke jaren kom
[nooit]
slapend rijk worden
[zonder zich in te spannen]
een rijke stinker
[een rijk mens]
het land is rijk aan olie
[heeft veel olie]
hij heeft een rijke verbeelding
[fantaseert veel]
rijk bedeeld zijn
[heel slim zijn, of veel bezittingen hebben]
de koning te rijk zijn
[heel blij zijn]
iemand liever kwijt dan rijk zijn
[hem liever niet om je heen hebben]
iemand een kool stoven
[hem voor de gek houden]
de kool en de geit willen sparen
[niet zeggen waar het op staat]
groeien als kool
[heel snel groeien]
het sop is de kool niet waard
[die zaak is de moeite niet waard]
op hete kolen zitten
[ongeduldig zijn]
vooruit met de geit!
[kom op, we gaan beginnen!]
de kool en de geit willen sparen
[tegenstanders allebei tevreden willen stellen]
kop op!
[houd moed!]
een kop als een boei
[een vuurrood hoofd]
de kop indrukken
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
een verhaal met kop noch staart
[onbegrijpelijk]
op de kop af
[precies]
een bord voor je kop hebben
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
dat zal me de kop niet kosten
[dat kan ik wel betalen]
de hele zaal stond op zijn kop
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
kopjes geven
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
de kop opsteken
[zich opnieuw vertonen]
al ga je op je kop staan!
[je zult je zin niet krijgen]
iemand op zijn kop geven
[hem berispen, een standje geven]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden, verslaan]
de kolder in de kop krijgen
[onhandelbaar worden]
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
[hij geeft niet gauw op]
met je kop tegen de muur lopen
[niet bereiken wat je wilt]
iets in je kop stampen
[het met moeite in je geheugen opnemen]
de koppen tellen
[de aanwezigen]
zaagsel in zijn kop hebben
[dom zijn, niets begrijpen]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
een Haags kopje
[halfvol]
hou die doos niet op zijn kop!
[ondersteboven]
over de kop slaan
[ondersteboven vallen]
op zijn kop
[ondersteboven]
koplamp
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
over de kop gaan
[failliet gaan]
de spijker op de kop slaan
[zeggen waar het precies om gaat]
iets bij de kop vatten
[eraan beginnen]
iets op de kop tikken
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
op de kop af
[precies]
de koperen ploert
[de zon]
een koperen bruiloft
[van mensen die 12,5 jaar getrouwd zijn]
het koperen paar
[echtpaar dat 12,5 jaar getrouwd is]
hem kort houden
[hem niet veel toestaan]
aan het kortste eind trekken
[uiteindelijk verliezen]
de korte golf
[radiogolf met een lengte van 10 tot 100 meter]
alles kort en klein slaan
[in stukken slaan]
kort en bondig
[met weinig woorden]
van korte duur
[wat kort duurt]
het is kort dag
[er is niet veel tijd meer]
een kort geding
[proces voor spoedeisende zaken]
kort geleden
[onlangs]
binnen de kortste keren
[heel snel]
het kort maken (houden)
[snel zeggen wat je wilt]
kort van memorie zijn
[een slecht geheugen hebben]
korte metten maken met iemand
[genadeloos met hem afrekenen]
op korte termijn
[binnenkort]
tot voor kort
[onlangs nog]
in kort bestek
[beknopt]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
in het kort
[met weinig woorden, samengevat]
kort en krachtig
[direct en zonder uit te weiden]
om kort te gaan
[inleiding op een samenvatting]
kort van stof zijn
[zeer weinig woorden gebruiken]
in het kort
[met weinig woorden]
tot voor kort
[tot een tijdje geleden]
de kosmische ruimte
[buiten de zwaartekracht van de aarde]
de kost gaat voor de baat uit
[om winst te behalen moet je eerst uitgaven doen]
ergens baat bij vinden
[er voordeel van hebben]
ten bate van
[in het voordeel van]
de kosten bestrijden
[minder kosten maken]
hem de hand drukken
[hem een hand geven]
het voorstel erdoor drukken
[ervoor zorgen dat het aangenomen wordt]
hem iets op het hart drukken
[het met veel nadruk zeggen]
de kosten drukken
[die laag houden]
de kosten rijzen de pan uit
[ze worden erg hoog]
de vijand in de pan hakken
[helemaal verslaan]
het was een pan!
[een enorme rotzooi]
een veeg uit de pan krijgen
[een flinke berisping]
de vlam slaat in de pan
[de inhoud van de pan vliegt in brand]
wij zijn onder de pannen
[we hebben onderdak]
het schip is in de lucht gevlogen
[ontploft]
dat is uit de lucht gegrepen
[dat kun je niet bewijzen]
de kritiek was niet van de lucht
[er was veel kritiek]
het programma gaat de lucht in
[wordt uitgezonden]
een gat in de lucht springen
[heel blij zijn]
dat is uit de lucht gegrepen
[verzonnen, niet waar]
er hangt iets in de lucht
[er gaat iets gebeuren]
de kou is uit de lucht
[het conflict is voorbij]
dat is een slag in de lucht
[iets wat nergens op gebaseerd is]
iets in de lucht laten vliegen
[het opblazen]
een vliegtuig uit de lucht halen
[het neerschieten]
de lucht breekt
[de wolken gaan uiteen]
niet van de lucht zijn
[veel voorkomen]
er is geen vuiltje aan de lucht
[het is helemaal in orde]
in de open lucht
[buiten]
hij leeft van de lucht
[heeft weinig geld nodig]
we gaan een luchtje scheppen
[buiten lopen]
hij doet alsof zij lucht is
[alsof hij haar niet ziet]
het zit in de lucht
[iedereen heeft er last van]
frisse lucht
[de buitenlucht]
geen lucht krijgen
[moeilijk kunnen ademhalen]
een luchtje scheppen
[buiten een wandeling maken]
van de lucht leven
[heel sober]
hem koud maken
[vermoorden]
een koud buffet
[zelfbedieningsmaaltijd met salades en andere koude gerechten]
een koude douche
[iets onverwachts wat je erg tegenvalt]
groente van de koude grond
[niet in een kas gekweekt, maar buiten]
een koude kikker
[iemand die onverstoorbaar is]
het langs je koude kleren laten afglijden
[je er niets van aantrekken]
het niet koud laten worden
[er onmiddellijk werk van maken]
ergens niet warm of koud van worden
[er niet door geraakt worden]
het koude zweet brengt me uit
[dat zeg je als je erg angstig bent]
dat laat hem koud
[dat doet hem niets, raakt hem niet]
kouwe drukte
[nodeloze ophef]
kouwe kak
[afkeurende benaming voor mensen die deftig doen]
dat is een koud kunstje
[het is niet moeilijk]
een koude oorlog
[oorlog zonder gevechten]
de Koude Oorlog
[benaming voor de vijandelijkheden tussen de VS en de Sovjet-Unie]
daarmee is de kous af
[daarmee is het afgelopen]
de kous op de kop krijgen
[er niet in slagen, terwijl je dacht dat het gemakkelijk was]
het naadje van de kous willen weten
[het precies willen weten]
een oude kous hebben
[spaargeld hebben]
in de kracht van je leven
[in je beste tijd]
met vereende krachten
[met zijn allen]
uit zijn krachten gegroeid zijn
[naar verhouding te lang geworden]
zijn krachten meten met iemand
[uitproberen wie de sterkste is]
met vereende krachten
[met gezamenlijke inspanning]
de krachten bundelen
[samenwerken]
op eigen kracht
[zonder hulp van anderen]
is die wet al van kracht?
[in werking]
een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
de krachten bundelen
[er samen je best voor doen]
de krant spellen
[hem heel goed lezen]
een malse regen
[zacht en niet te koud]
de kritiek was niet mals
[was erg scherp]
het schip is in de lucht gevlogen
[ontploft]
dat is uit de lucht gegrepen
[dat kun je niet bewijzen]
de kritiek was niet van de lucht
[er was veel kritiek]
het programma gaat de lucht in
[wordt uitgezonden]
een gat in de lucht springen
[heel blij zijn]
dat is uit de lucht gegrepen
[verzonnen, niet waar]
er hangt iets in de lucht
[er gaat iets gebeuren]
de kou is uit de lucht
[het conflict is voorbij]
dat is een slag in de lucht
[iets wat nergens op gebaseerd is]
iets in de lucht laten vliegen
[het opblazen]
een vliegtuig uit de lucht halen
[het neerschieten]
de lucht breekt
[de wolken gaan uiteen]
niet van de lucht zijn
[veel voorkomen]
er is geen vuiltje aan de lucht
[het is helemaal in orde]
in de open lucht
[buiten]
hij leeft van de lucht
[heeft weinig geld nodig]
we gaan een luchtje scheppen
[buiten lopen]
hij doet alsof zij lucht is
[alsof hij haar niet ziet]
het zit in de lucht
[iedereen heeft er last van]
frisse lucht
[de buitenlucht]
geen lucht krijgen
[moeilijk kunnen ademhalen]
een luchtje scheppen
[buiten een wandeling maken]
van de lucht leven
[heel sober]
ergens een kritische noot bij plaatsen
[er een mening over geven]
de kritische leeftijd
[waarop je het best bepaalde dingen aanleert]
een kritische soort
[die op het punt staat uit te sterven]
de kroon op het werk
[de laatste en beste prestatie]
iemand naar de kroon steken
[proberen hem te overtreffen]
dat spant de kroon
[dat overtreft alles]
een parel aan zijn kroon
[een van zijn beste eigenschappen]
een warme kruik
[metalen fles of rubberen zak gevuld met heet water]
de kruik gaat zo lang te water tot hij barst
[uiteindelijk gaat het een keer mis]
alles is in kannen en kruiken
[alles is in orde]
beeldende kunsten
[schilderen en beeldhouwen]
uit de kunst!
[geweldig]
zwarte kunst
[toverij, magie]
volgens de regels van de kunst
[zoals het hoort]
de kunst van iemand afkijken
[bij hem kijken hoe het moet]
oefening baart kunst
[door oefening krijg je vaardigheid]
uit de kunst!
[geweldig!]
het veilig opbergen
[zodat het niet zoekraakt of gestolen wordt]
in een veilige haven komen
[een rustig toevluchtsoord]
de kust is veilig
[om aan te geven dat men ergens veilig langs kan]
je kunt dat veilig aannemen
[gerust aannemen]
aan de veilige kant blijven
[geen overmoedige schatting maken]
veilig vrijen
[met bescherming tegen zwangerschap en overdraagbare ziektes]
te kust en te keur
[in overvloed, voor het kiezen]
de kust is vrij/ veilig
[je kunt erlangs of erdoor]
er zijn kapers op de kust
[anderen willen hetzelfde]
te kust en te keur
[voor het kiezen, zoveel als je wilt]
een dooie pier
[een sloom, saai figuur]
zo dood als een pier
[morsdood]
de kwaaie pier zijn
[er de schuld van krijgen]
de goeden moeten onder de kwaden lijden
[de onschuldigen moeten ook mee lijden]
hij meent het zo kwaad niet
[verontschuldiging voor iemand die onaardig doet]
te kwader trouw zijn
[oneerlijk zijn]
in een kwaad daglicht staan
[slecht bekend staan]
een kwade dronk hebben
[agressief zijn als je dronken bent]
een kwaad geweten hebben
[een gevoel van schuld]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo goed als in deze situatie mogelijk is]
aan iemand een kwaaie hebben
[een geduchte tegenstander]
hij is de kwaadste niet
[hij is best vriendelijk]
met hem is het kwaad kersen eten
[met hem kun je beter niet te maken krijgen]
de kwaaie pier zijn
[altijd de schuld krijgen]
kwaad bloed zetten
[boosheid opwekken]
iemand een kwaad hart toedragen
[gunstig over hem denken]
kwade tongen beweren....
[roddelaars vertellen...]
kwade tijden
[tijden vol tegenspoed]
ik ga met het lood in mijn schoenen
[met veel tegenzin]
het loodje leggen
[verliezen of doodgaan]
dat is lood om oud ijzer
[het maakt niet uit wat je kiest]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
de deur hangt uit het lood
[scheef]
hij is uit het lood geslagen
[verbaasd, verdrietig, machteloos]
er zwaar aan tillen
[het als een groot bezwaar zien]
ik heb er een zwaar hoofd in
[ik voorzie grote problemen]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
zwaar op de maag liggen
[moeilijk te verteren zijn]
zwaar verkeer
[grote vrachtwagens]
dat weegt zwaar
[dat is belangrijk]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
het zwaar te verduren krijgen
[het moeilijk hebben]
een zware straf
[een strenge en harde straf]
het valt me zwaar
[het kost me veel moeite]
zwaar beproefd worden
[veel moeten lijden]
een zware dobber ergens aan hebben
[er veel moeite mee hebben]
zware kost
[moeilijk verteerbaar voedsel, of moeilijk te begrijpen stof]
het zwaar te verduren hebben
[veel onaangenaams meemaken]
de zware industrie
[grote metaalindustrie]
een zware jongen
[echte misdadiger, of iemand met een hoge positie]
van een zwaar kaliber
[met hoge kwaliteit]
er een zware pijp mee roken
[ergens heel negatieve ervaringen mee hebben]
zware wapens
[artillerie en tanks]
ergens zwaar over in zitten
[je er ernstig zorgen over maken]
een zwaar verlies
[een groot verlies, grote schade]
zware lasten hebben
[veel betalen voor woning en onderhoud]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
het zwaar te pakken hebben
[erg verkouden zijn, of erg verliefd zijn]
ergens zwaar aan tillen
[laten weten dat je het belangrijk vindt]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus en tobberig zijn]
dat is het laatste redmiddel
[waarna er niets meer aan te doen valt]
ik ben de laatste om dat te zeggen
[ik moet het zeker niet zeggen]
op het laatst had ik er genoeg van
[tenslotte had ik er genoeg van]
wanneer heb je hem voor het laatst gezien?
[welke keer was het kortst geleden?]
de laatste mode
[de nieuwste mode]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
tussen de lakens kruipen
[naar bed gaan]
de lakens uitdelen
[zeggen wat er moet gebeuren, leiding geven]
de lamp hangt scheef
[er is geldgebrek]
tegen de lamp lopen
[betrapt worden]
de lamp hangt scheef
[er is geldgebrek]
zijn pruik staat scheef
[hij is uit zijn humeur]
een scheve schaats rijden
[iets doen wat niet geoorloofd is]
schots en scheef
[rommelig, verkeerd]
iemand scheef aankijken
[met wantrouwen]
dat geef scheve gezichten
[waarschuwing dat men jaloers zal zijn]
dat zit scheef
[dat zit fout]
dat gaat scheef
[dat loopt verkeerd af]
de lamp hangt schuin
[er is geldgebrek]
met een schuin oog kijken naar iets of iemand
[jaloers zijn]
een schuine mop
[die te maken heeft met seks]
de lange latten
[ski's]
zo mager als een lat
[heel erg mager]
de lat gelijk leggen
[iedereen op dezelfde manier behandelen]
onder de lat staan
[in het doel]
de lat hoger leggen
[hogere eisen stellen]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen]
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
lange vingers hebben
[stelen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
hij zal het niet lang meer maken
[hij leeft nog maar kort]
ze heeft erg lang werk
[ze doet er een hele tijd over]
werk je daar al lang?
[al een tijd?]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
een zaak van lange adem
[die lange tijd blijft bestaan]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
al lang en breed
[al lang]
eerlijk duurt het langst
[met bedrog kom je niet ver]
lang geleden
[ver in het verleden]
we kennen elkaar langer dan vandaag
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
van zijn lang zal z'n leven niet
[absoluut nooit]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
lang van stof zijn
[altijd veel woorden nodig hebben]
dan kun je lang wachten
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
een lang weekend
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
ergens lang werk mee hebben
[niet opschieten]
iets niet langer doen
[het niet meer doen]
dat is lang niet slecht
[behoorlijk goed]
ten langen leste
[eindelijk]
met lange tanden eten
[met tegenzin]
de lange latten
[ski's]
zo mager als een lat
[heel erg mager]
de lat gelijk leggen
[iedereen op dezelfde manier behandelen]
onder de lat staan
[in het doel]
de lat hoger leggen
[hogere eisen stellen]
de lange latten
[ski's]
zo mager als een lat
[heel erg mager]
de lat gelijk leggen
[iedereen op dezelfde manier behandelen]
onder de lat staan
[in het doel]
de lat hoger leggen
[hogere eisen stellen]
de ruzie liep hoog op
[was erg heftig]
dat zit haar erg hoog
[dat houdt haar erg bezig]
hij zit hoog en droog thuis
[veilig thuis]
hij zweert het bij hoog en bij laag
[zegt dat het zeker waar is]
een hoge borst opzetten
[verwaand zijn]
dat is te hoog gegrepen
[te moeilijk]
iets hoog houden
[in ere houden]
je kunt hoog of laag springen, maar...
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
de lat hoog leggen
[hoge eisen stellen]
hoog tegen iemand opkijken
[veel bewondering voor hem hebben]
geen hoge pet op hebben van iemand
[niet veel van hem verwachten]
hoog van de toren blazen
[een grote mond hebben]
iets hoog in zijn vaandel hebben
[er veel waardering voor hebben]
het neemt een hoge vlucht
[ontwikkelt zich goed en snel]
geen zee gaat hem te hoog
[hij laat zich nergens door afschrikken]
het hoogste lied zingen
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
in hoge mate
[zeer]
hoge ogen gooien
[er veel kans op hebben]
iemand te hoog aanslaan
[hem te veel belasting laten betalen]
hoge lasten hebben
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
ten hoogste
[maximaal]
een hoge dunk van jezelf hebben
[denken dat je beter bent dan anderen]
iemand hoog hebben
[eerbied, respect voor hem hebben]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe]
in hogere sferen zijn
[wegdromen]
hoger beroep aantekenen
[herziening vragen van een vonnis]
geen hoge dunk van iemand hebben
[hem minachten]
op zijn hoogst
[in het uiterste geval]
de Hoge Raad
[hoogste rechtbank van Nederland]
hoog spel spelen
[riskante dingen doen]
dat is hogere wiskunde voor mij
[dat vind ik heel moeilijk]
hoge nood hebben
[naar het toilet moeten]
het is hoog tijd
[we kunnen niet wachten]
in hoge mate
[zeer, ruimschoots]
de strijd loopt hoog op
[wordt steeds erger]
hoog aan de wind zeilen
[bovenwinds]
iets bij hoog en laag beweren
[heel stellig]
iets hoog opnemen
[het iemand zeer kwalijk nemen]
het hoge woord is eruit
[hij heeft het eindelijk gezegd]
het zit hem hoog
[hij is er heel verontwaardigd over]
de lidwoorden 'de' en 'het' zijn bepaalde lidwoorden
[ze geven aan dat je weet over wie of wat het gaat]
dat is niet bepaald slim
[dat is dom]
liefde maakt blind
[als je van iemand houdt, zie je zijn fouten niet]
haar mijn liefde verklaren
[tegen haar zeggen dat ik van haar hou]
de liefde kan niet van één kant komen
[je moet er allebei iets voor doen]
hij deed het met liefde
[graag]
de liefde bedrijven
[met iemand neuken]
de liefde bedrijven
[vrijen]
geen man meer hebben
[weduwe zijn]
aan de man komen
[trouwen]
de liefde van de man gaat door de maag
[mannen verleid je met lekker eten]
hij is er de man niet naar
[zo is hij niet]
hij staat zijn mannetje wel
[kan zich goed verdedigen]
een man een man, een woord een woord
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
hij is mans genoeg
[flink genoeg]
hij is heel wat mans
[kan heel wat en is niet gauw bang]
de man met de hamer
[vermoeidheid of een morele inzinking]
ik ben je man
[ik sta tot je beschikking]
een man van de klok zijn
[altijd op tijd zijn]
een sterke man
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
een man van de wereld zijn
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
de man met de zeis
[de dood]
iets aan de man brengen
[het verkopen]
er is geen man overboord
[er is niets ernstigs gebeurd]
man en paard noemen
[niets verzwijgen]
een gewaarschuwd man telt voor twee
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
als één man
[allemaal tegelijk]
de kleine man
[de mensen met een laag inkomen]
het op de man af vragen
[rechtstreeks]
kleren maken de man
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
met man en muis vergaan
[met alle opvarenden]
dan is er nog geen man overboord
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen geven]
anderhalve man en een paardenkop
[bijna niemand]
op de man spelen
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
iets tot de laatste man verdedigen
[tot het uiterste]
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
de lier aan de wilgen hangen
[ergens voorgoed mee ophouden]
de dokter heeft geen dienst
[werkt vandaag niet]
de ene dienst is de andere waard
[als je mij helpt, help ik jou]
tot uw dienst
[als iemand je bedankt omdat je wat voor hem deed]
wat is er van uw dienst?
[waarmee kan ik u helpen?]
wie maakt hier de dienst uit?
[wie is de baas?]
de lift is buiten dienst
[doet het niet]
de lijdende vorm
[zin die uitdrukt dat het onderwerp iets ondergaat]
lijdend voorwerp
[deel van de zin die aangeeft wie de handeling van het werkwoord ondergaat]
het lijdt geen twijfel
[het is beslist waar]
het kan wel lijden
[er is geld genoeg voor]
zij doet aan de slanke lijn
[probeert slanker te worden]
ik kan er geen lijn in ontdekken
[geen duidelijke regelmaat of samenhang]
we moeten één lijn trekken
[dezelfde dingen goed en fout vinden]
het vertoont een stijgende lijn
[wordt steeds beter]
de grote lijn
[een samenvatting van de hoofdzaken]
we hebben Amerika aan de lijn
[aan de telefoon]
zij houdt je aan het lijntje
[geeft niet waar je om vraagt, maar wijst je ook niet af]
langzaamaan, dan breekt het lijntje niet
[als je kalm aan doet, bereik je je doel]
de lijn trekken
[luieren]
hij volgt de harde lijn
[is erg streng]
dat ligt niet in mijn lijn
[dat past niet bij me]
je vleugels uitslaan
[je ontplooien]
de linker of rechter vleugel van een politieke partij
[de groep met linkse of rechtse ideeën]
de lonen bevriezen
[bepalen dat ze niet mogen dalen of stijgen]
de lont in het kruitvat steken
[een uitbarsting veroorzaken]
het schip is in de lucht gevlogen
[ontploft]
dat is uit de lucht gegrepen
[dat kun je niet bewijzen]
de kritiek was niet van de lucht
[er was veel kritiek]
het programma gaat de lucht in
[wordt uitgezonden]
een gat in de lucht springen
[heel blij zijn]
dat is uit de lucht gegrepen
[verzonnen, niet waar]
er hangt iets in de lucht
[er gaat iets gebeuren]
de kou is uit de lucht
[het conflict is voorbij]
dat is een slag in de lucht
[iets wat nergens op gebaseerd is]
iets in de lucht laten vliegen
[het opblazen]
een vliegtuig uit de lucht halen
[het neerschieten]
de lucht breekt
[de wolken gaan uiteen]
niet van de lucht zijn
[veel voorkomen]
er is geen vuiltje aan de lucht
[het is helemaal in orde]
in de open lucht
[buiten]
hij leeft van de lucht
[heeft weinig geld nodig]
we gaan een luchtje scheppen
[buiten lopen]
hij doet alsof zij lucht is
[alsof hij haar niet ziet]
het zit in de lucht
[iedereen heeft er last van]
frisse lucht
[de buitenlucht]
geen lucht krijgen
[moeilijk kunnen ademhalen]
een luchtje scheppen
[buiten een wandeling maken]
van de lucht leven
[heel sober]
lulletje rozenwater
[sullige, onmannelijke man]
lulhannes
[onbenullig iemand]
voor lul staan
[je belachelijk maken]
de lul zijn
[de dupe]
er voor janlul bij staan
[voor gek]
hij loopt zijn lul achterna
[is alleen maar met seks bezig]
ze zongen dat het een lieve lust was
[met veel plezier]
niet alleen de lusten, maar ook de lasten
[niet alleen het genieten, maar ook de vervelende kanten]
het is zijn lust en zijn leven
[hij doet het verschrikkelijk graag]
het is een lust voor het oog
[heel mooi]
eetlust
[zin om te eten, trek]
de lust vergaat me
[ik heb er geen zin in]
de lust bekruipt me om ...
[ik krijg er zin in om dat te doen]
ze zongen dat het een lieve lust was
[met veel plezier]
niet alleen de lusten, maar ook de lasten
[niet alleen het genieten, maar ook de vervelende kanten]
het is zijn lust en zijn leven
[hij doet het verschrikkelijk graag]
het is een lust voor het oog
[heel mooi]
de lust vergaat me
[ik heb er geen zin in]
de lust bekruipt me om ...
[ik krijg er zin in om dat te doen]
eetlust
[zin om te eten, trek]
de lust vergaat me om ...
[ik heb daar totaal geen zin meer in]
hoe is het jou vergaan?
[wat heb je meegemaakt?]
ik neem de maat
[ik meet]
met mate
[niet te veel]
hij kan geen maat houden
[neemt altijd teveel]
dat is onder de maat
[onvoldoende]
met twee maten meten
[verschillende normen gebruiken]
de maat is vol
[ik neem het niet langer]
in hoge mate
[zeer]
in alle soorten en maten
[in alle variëteiten]
beneden de maat
[onvoldoende]
in de maat zingen
[goed volgens het telpatroon van het stuk]
de maat slaan
[met je hand aangeven hoe de maat is]
geen maat kunnen houden
[geen gevoel voor ritme hebben]
in de maat lopen
[volgens een vast ritme]
wij zijn goede maatjes
[met elkaar bevriend]
Jan Rap en zijn maat
[uitschot, tuig]
er vol van zijn
[over niets anders meer kunnen praten of denken]
het was een volle bak
[een uitverkochte zaal]
ergens de buik vol van hebben
[er niets meer mee te maken willen hebben]
ergens de handen vol aan hebben
[het er druk mee hebben]
de maat is vol
[ik accepteer het niet langer]
ergens de mond vol van hebben
[er voortdurend over praten]
iemand voor vol aanzien
[hem serieus nemen]
de volle laag krijgen
[veel verwijten krijgen]
in zijn volle lengte
[met zijn hele lichaam]
het volle leven
[het werkelijke leven]
in het volle licht staan
[goed opgemerkt worden]
de volle mep betalen
[het hele bedrag]
het volle pond betalen
[de hele som]
ten volle
[volkomen]
op volle toeren
[uit alle macht]
uit volle borst zingen
[luidkeels]
in volle ernst
[heel ernstig]
hem voor vol aanzien
[hem serieus nemen]
iemand de huid vol schelden
[hem overladen met scheldwoorden]
ik neem de maat
[ik meet]
met mate
[niet te veel]
hij kan geen maat houden
[neemt altijd teveel]
dat is onder de maat
[onvoldoende]
met twee maten meten
[verschillende normen gebruiken]
de maat is vol
[ik neem het niet langer]
in hoge mate
[zeer]
in alle soorten en maten
[in alle variëteiten]
beneden de maat
[onvoldoende]
in de maat zingen
[goed volgens het telpatroon van het stuk]
de maat slaan
[met je hand aangeven hoe de maat is]
geen maat kunnen houden
[geen gevoel voor ritme hebben]
in de maat lopen
[volgens een vast ritme]
wij zijn goede maatjes
[met elkaar bevriend]
Jan Rap en zijn maat
[uitschot, tuig]
een bal over het net slaan
[naar de andere kant ervan]
de maat slaan
[de maat aangeven met armbewegingen]
ze is daar niet weg te slaan
[ze is er altijd bij]
dat slaat nergens op
[dat is onzin]
ik sla me er wel doorheen
[ik red het wel]
maatschappelijk werk
[hulp aan mensen of groepen die het moeilijk hebben]
maatschappelijk draagvlak
[als een deel van de bevolking een plan ondersteunt]
de maatschappelijke ladder
[de reeks van rangen en standen in de maatschappij]
een verhouding hebben
[een liefdesrelatie]
naar verhouding
[als je het vergelijkt met iets soortgelijks]
in verhouding tot
[als je het met iets anders vergelijkt]
de verhoudingen op de tekening
[het verband tussen de maten op de tekening en de echte maten]
de maatschappelijke verhoudingen
[de betrekkingen tussen de verschillende groepen in de maatschappij]
ik stel daar belang in
[ik vind het belangrijk]
hij stelt een fiets beschikbaar
[hij geeft die fiets]
je iets ten doel stellen
[iets willen bereiken]
het is slecht met haar gesteld
[het is slecht met haar]
ik zal hem op de hoogte stellen
[informeren]
we zullen het aan de orde stellen
[erover beginnen te praten]
ik stel dat op prijs
[ik waardeer het]
de machine buiten werking stellen
[uitzetten]
de lust vergaat me om ...
[ik heb daar totaal geen zin meer in]
de lust vergaat me om ...
[ik heb daar totaal geen zin meer in]
hoe is het jou vergaan?
[wat heb je meegemaakt?]
ik neem de maat
[ik meet]
met mate
[niet te veel]
hij kan geen maat houden
[neemt altijd teveel]
dat is onder de maat
[onvoldoende]
met twee maten meten
[verschillende normen gebruiken]
de maat is vol
[ik neem het niet langer]
in hoge mate
[zeer]
in alle soorten en maten
[in alle variëteiten]
beneden de maat
[onvoldoende]
in de maat zingen
[goed volgens het telpatroon van het stuk]
de maat slaan
[met je hand aangeven hoe de maat is]
geen maat kunnen houden
[geen gevoel voor ritme hebben]
in de maat lopen
[volgens een vast ritme]
wij zijn goede maatjes
[met elkaar bevriend]
Jan Rap en zijn maat
[uitschot, tuig]
er vol van zijn
[over niets anders meer kunnen praten of denken]
het was een volle bak
[een uitverkochte zaal]
ergens de buik vol van hebben
[er niets meer mee te maken willen hebben]
ergens de handen vol aan hebben
[het er druk mee hebben]
de maat is vol
[ik accepteer het niet langer]
ergens de mond vol van hebben
[er voortdurend over praten]
iemand voor vol aanzien
[hem serieus nemen]
de volle laag krijgen
[veel verwijten krijgen]
in zijn volle lengte
[met zijn hele lichaam]
het volle leven
[het werkelijke leven]
in het volle licht staan
[goed opgemerkt worden]
de volle mep betalen
[het hele bedrag]
het volle pond betalen
[de hele som]
ten volle
[volkomen]
uit volle borst zingen
[luidkeels]
in volle ernst
[heel ernstig]
hem voor vol aanzien
[hem serieus nemen]
iemand de huid vol schelden
[hem overladen met scheldwoorden]
daar neem ik geen genoegen mee
[dat accepteer ik niet]
hem serieus nemen
[accepteren zoals hij is]
een bad nemen
[in bad gaan]
hem in dienst nemen
[hem een baan geven]
een besluit nemen
[iets besluiten]
hij neemt het niet zo nauw
[hij is niet erg precies]
een initiatief nemen
[ergens mee beginnen]
de maat nemen
[iets meten]
het hem kwalijk nemen
[hem de schuld ervoor geven]
een foto nemen
[een foto maken]
ik neem de maat
[ik meet]
met mate
[niet te veel]
hij kan geen maat houden
[neemt altijd teveel]
dat is onder de maat
[onvoldoende]
met twee maten meten
[verschillende normen gebruiken]
de maat is vol
[ik neem het niet langer]
in hoge mate
[zeer]
in alle soorten en maten
[in alle variëteiten]
beneden de maat
[onvoldoende]
in de maat zingen
[goed volgens het telpatroon van het stuk]
de maat slaan
[met je hand aangeven hoe de maat is]
geen maat kunnen houden
[geen gevoel voor ritme hebben]
in de maat lopen
[volgens een vast ritme]
wij zijn goede maatjes
[met elkaar bevriend]
Jan Rap en zijn maat
[uitschot, tuig]
een bal over het net slaan
[naar de andere kant ervan]
de maat slaan
[de maat aangeven met armbewegingen]
ze is daar niet weg te slaan
[ze is er altijd bij]
dat slaat nergens op
[dat is onzin]
ik sla me er wel doorheen
[ik red het wel]
maatschappelijk werk
[hulp aan mensen of groepen die het moeilijk hebben]
maatschappelijk draagvlak
[als een deel van de bevolking een plan ondersteunt]
de maatschappelijke ladder
[de reeks van rangen en standen in de maatschappij]
een verhouding hebben
[een liefdesrelatie]
naar verhouding
[als je het vergelijkt met iets soortgelijks]
in verhouding tot
[als je het met iets anders vergelijkt]
de verhoudingen op de tekening
[het verband tussen de maten op de tekening en de echte maten]
de maatschappelijke verhoudingen
[de betrekkingen tussen de verschillende groepen in de maatschappij]
ik stel daar belang in
[ik vind het belangrijk]
hij stelt een fiets beschikbaar
[hij geeft die fiets]
je iets ten doel stellen
[iets willen bereiken]
het is slecht met haar gesteld
[het is slecht met haar]
ik zal hem op de hoogte stellen
[informeren]
we zullen het aan de orde stellen
[erover beginnen te praten]
ik stel dat op prijs
[ik waardeer het]
de machine buiten werking stellen
[uitzetten]
de machine is buiten bedrijf
[hij werkt niet meer]
hij komt van buiten
[hij komt van het platteland]
ik sta hierbuiten
[ik heb er niets mee te maken]
jullie houden mij erbuiten
[jullie vertellen mij niets]
buiten adem
[hijgend van moeheid]
het van buiten leren
[uit je hoofd leren]
buiten werktijd
[als je niet hoeft te werken]
de machine is buiten werking
[hij staat niet aan]
de machine weigert
[hij doet het niet]
achter het stuur zitten
[de auto besturen]
de macht over het stuur verliezen
[niet meer kunnen besturen]
geen man meer hebben
[weduwe zijn]
aan de man komen
[trouwen]
de liefde van de man gaat door de maag
[mannen verleid je met lekker eten]
hij is er de man niet naar
[zo is hij niet]
hij staat zijn mannetje wel
[kan zich goed verdedigen]
een man een man, een woord een woord
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
hij is mans genoeg
[flink genoeg]
hij is heel wat mans
[kan heel wat en is niet gauw bang]
de man met de hamer
[vermoeidheid of een morele inzinking]
ik ben je man
[ik sta tot je beschikking]
een man van de klok zijn
[altijd op tijd zijn]
een sterke man
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
een man van de wereld zijn
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
de man met de zeis
[de dood]
iets aan de man brengen
[het verkopen]
er is geen man overboord
[er is niets ernstigs gebeurd]
man en paard noemen
[niets verzwijgen]
een gewaarschuwd man telt voor twee
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
als één man
[allemaal tegelijk]
de kleine man
[de mensen met een laag inkomen]
het op de man af vragen
[rechtstreeks]
kleren maken de man
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
met man en muis vergaan
[met alle opvarenden]
dan is er nog geen man overboord
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen geven]
anderhalve man en een paardenkop
[bijna niemand]
op de man spelen
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
iets tot de laatste man verdedigen
[tot het uiterste]
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
hij vroeg om stilte
[of iedereen stil wilde zijn]
de man werd in stilte begraven
[zonder dat er veel mensen bij waren]
het is stilte voor de storm
[het is rustig, maar er komt vast een uitbarsting]
van alle markten thuis zijn
[overal wat vanaf weten]
een gat in de markt
[een mogelijkheid om producten te verkopen]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
in de markt zijn voor iets
[gegadigde zijn]
een nerveuze markt
[met sterke schommelingen]
een open markt
[zonder invoerrechten en heffingen]
iets onder de markt verkopen
[onder de vastgestelde prijs]
de markt veroveren
[veel verkopen]
de zwarte markt
[clandestiene handel]
op de markt is uw gulden een daalder waard
[op de markt is alles goedkoper]
de mast strijken
[neerhalen]
met de zeilen voor de mast liggen
[klaar zijn om te beginnen]
de meningen zijn verdeeld
[iedereen denkt er anders over]
ik heb geen mens gezien
[niemand dus]
grote mensen
[volwassenen]
zij komt niet onder de mensen
[ontmoet geen anderen]
we gaan de inwendige mens versterken
[iets eten]
daar heb ik mijn mensen voor
[mijn medewerkers]
zij is geen mens voor kantoor
[daar is zij niet geschikt voor]
hij is een nachtmens
[werkt het liefst 's nachts]
ik ben ook maar een mens!
[verontschuldiging voor zwakheden]
een mens is geen aardappel
[hij wil wel eens een pleziertje]
alle mensen!
[uitroep van verbazing of ergernis]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeftes dan alleen het materiële]
ik ben geen mens meer
[ben heel erg moe]
de mens wikt, God beschikt
[het kan wel eens heel anders lopen dan je denkt]
onder de mensen komen
[mensen ontmoeten]
je hebt mensen en potloden
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
een mens van vlees en bloed
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
de Zoon des Mensen
[Jezus Christus]
daarmee is geen droog brood te verdienen
[het levert geen geld op]
dat is brood op de plank
[geld om van te leven]
droog brood eten
[heel arm zijn]
de honden lusten er geen brood van
[het is schandalig]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeften dan alleen eten en drinken]
je de kaas niet van het brood laten eten
[opkomen voor jezelf]
iets op je brood krijgen
[er de schuld van krijgen, er een verwijt over krijgen]
het brood uit de mond sparen
[bezuinigen op wat je eet, voor iemand anders]
iemand het brood uit de mond stoten
[hem afnemen waar hij zijn geld mee verdient]
op water en brood zitten
[in de gevangenis]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene van wie je afhankelijk bent]
ergens geen brood in zien
[niet verwachten dat het iets oplevert]
niemand voelt zich geroepen
[niemand vindt dat hij het moet doen]
een dokter roepen
[waarschuwen]
de mensen bij elkaar roepen
[vragen te komen]
ze roepen over die nieuwe auto
[ze zijn er erg tevreden over]
zijn uur is gekomen
[hij gaat sterven]
het uur U
[het moment waar het op aan komt]
van het eerste uur
[ervaren]
het uur van de waarheid
[het beslissende ogenblik]
op zondag rijdt er om het uur een bus
[het ene uur wel, het andere niet]
de mensen van het eerste uur
[die er vanaf het begin bij waren]
het uur der waarheid
[waarin we achter de waarheid zullen komen]
zijn laatste uur
[het uur van zijn sterven]
tot in de kleine(vroege) uurtjes
[tot diep in de nacht]
dag noch uur weten
[zijn oriëntatie op de tijd kwijt zijn]
klokslag acht uur
[precies om acht uur]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
te elfder ure
[op het laatste ogenblik]
hij is al op leeftijd
[tamelijk oud]
de middelbare leeftijd
[tussen veertig en zestig jaar]
de goden verzoeken
[iets doen wat waarschijnlijk problemen oplevert]
de mindere goden
[minder begaafden]
Gods water over Gods akker laten vloeien
[de dingen nemen zoals ze komen]
leven als God in Frankrijk
[in alle vrijheid genieten]
zich storen aan God noch gebod
[zich nergens iets van aantrekken]
de mist in gaan
[mislukken]
een modern antiquariaat
[handel in restanten van een product]
de moderne vreemde talen
[Engels, Frans en Duits]
vreemde talen
[buitenlandse talen]
dat heeft hij niet van een vreemd
[dat zit in de familie]
er vreemd van opkijken
[het raar vinden]
vreemd genoeg....
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
een vreemde snoeshaan
[een vreemd persoon]
ik voel me als een kat in een vreemd pakhuis
[ik voel me hier helemaal niet thuis]
een vreemd gezicht
[een onbekend persoon]
in den vreemde
[ver weg in het buitenland]
vreemde ogen dwingen
[kinderen gehoorzamen vaak beter aan vreemden dan aan hun eigen ouders]
een vreemde taal
[een buitenlandse taal]
de moderne vreemde talen
[Frans, Duits en Engels]
vreemd gaan
[seksuele omgang hebben met iemand anders dan de eigen partner]
de moed opgeven
[geen moed meer hebben]
geef op!
[geef dat aan mij]
hij geeft daar hoog van op
[zegt dat het geweldig is]
ik weet waar de schoen wringt
[wat het probleem is]
hij loopt naast zijn schoenen van
trots [is erg trots]
hij trok de stoute schoenen aan
[doet iets waarvoor moed nodig is]
stevig in je schoenen staan
[er zeker van zijn]
wie de schoen past, trekt hem aan
[als het verwijt op jou slaat dan moet je er iets aan doen]
het hem in de schoenen schuiven
[beschuldigen]
de moed zinkt mij in de schoenen
[ik verlies alle moed]
ik zou niet graag in zijn schoenen willen staan
[niet graag meemaken wat hij meemaakt]
met lood in zijn schoenen
[angstig, en met tegenzin]
men moet geen oude schoenen weggooien eer men nieuwe heeft
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
iemand iets in de schoenen schuiven
[zeggen dat hij iets vindt, of gedaan heeft]
de stoute schoenen aantrekken
[iets doen waarvoor je moed moet verzamelen]
met de tong op de schoenen
[uitgeput]
daar wringt de schoen
[daar zit de moeilijkheid]
je schoen zetten
[bij de schoorsteen zetten, zodat Sinterklaas er iets in kan doen]
met de moed der wanhoop
[eigenlijk durf je niet, maar toch moet het]
hem moed inspreken
[iets zeggen waardoor hij het durft]
dat geeft de burger moed
[opmerking als er weer iets positiefs gebeurd]
zich moed indrinken
[alcohol gebruiken om iets te durven]
moed verzamelen
[de kracht proberen te vinden om iets te durven]
ik heb goede moed dat het gaat lukken
[ik heb er vertrouwen in]
er met frisse moed tegenaan gaan
[er weer zin in hebben na een rustperiode]
de moed zonk me in de schoenen
[ik had er plotseling geen vertrouwen meer in]
goede morgen
[groet]
de morgen breekt aan
[het wordt dag]
ja, morgen brengen!
[daar heb ik echt geen zin in]
de mot zit in die trui
[er zitten mottengaten in]
mot hebben
[ruzie hebben]
de motor starten
[hem laten draaien]
daar zullen we wel een mouw aan passen
[we vinden wel een oplossing]
hij schudt dat zomaar uit zijn mouw
[hij verzint het zomaar]
hem kun je wel iets op de mouw spelden
[iets laten geloven wat niet waar is]
daar komt de aap uit de mouw
[nu blijkt de echte bedoeling]
de handen uit de mouwen steken
[aanpakken]
de mouwen opstropen
[zich klaarmaken voor een grote klus]
dat muisje had nog een staartje
[die gebeurtenis had onverwachte gevolgen]
de berg heeft een muis gebaard
[het grote plan is op niets uitgelopen]
als een muis in de val zitten
[niet meer weg kunnen]
de muizen liggen er dood in de broodkast
[ze zijn erg arm]
een grijze muis
[een onopvallend persoon]
met man en muis vergaan
[het schip zinkt en alle opvarenden verdrinken]
met spek vangt men muizen
[als je gul bent, kun je iedereen voor je winnen]
ik ben tot over mijn oren verliefd
[heel erg dus]
het is op een oor na gevild
[bijna klaar]
je de oren van het hoofd kletsen
[druk praten]
nog op één oor liggen
[nog slapen]
er wel oren naar hebben
[er wel zin in hebben]
één en al oor zijn
[heel aandachtig luisteren]
met een half oor luisteren
[niet aandachtig]
de oren spitsen
[heel aandachtig gaan luisteren]
iemand een oor aannaaien
[bedriegen]
het gaat het ene oor in en het andere uit
[de boodschap komt niet over]
je oor te luisteren leggen
[goed luisteren wat er gezegd wordt]
je oren niet geloven
[niet voor waar aannemen wat er gezegd wordt]
iemand de oren van het hoofd eten
[heel veel eten]
nog nat (niet droog) achter de oren zijn
[jong en onervaren zijn]
het in je oren knopen
[goed onthouden]
iemand het vel over de oren halen
[veel te veel laten betalen]
kleine potjes hebben grote oren
[kinderen horen meer dan je denkt]
een luisterend oor vinden
[iemand vinden die naar je luistert]
ter ore komen
[toevallig iets horen]
zich achter de oren krabben
[teleurgesteld zijn, er spijt van hebben]
de muren hebben hier oren
[je wordt hier gemakkelijk afgeluisterd]
je oren niet kunnen geloven
[niet geloven dat het waar is wat je hoort]
met rode oortjes
[met toenemende opwinding]
hij kijkt alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft
[beteuterd, in de war]
de muren hebben oren
[je kunt afgeluisterd worden]
uit de muur eten
[voedsel uit de automaat eten]
de muren kwamen op me af
[ik voelde me erg opgesloten]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
een dragende muur
[waarop het dak steunt]
met je kop tegen de muur lopen
[door tegenwerking niet bereiken wat je wilt bereiken]
van het kastje naar de muur gestuurd worden
[eindeloos doorgestuurd worden]
een muur optrekken
[je in jezelf terugtrekken]
de muren hebben oren
[zorg ervoor dat niemand je afluistert
met de rug tegen de muur staan
[geen uitweg meer zien]
Gert-Jan kan nog geen spijker in de muur slaan
[is erg onhandig]
het van de daken schreeuwen
[het overal vertellen]
iemand op je dak krijgen
[hem onverwacht op bezoek krijgen]
geen dak boven je hoofd hebben
[geen huis om in te wonen]
onder dak zijn
[huisvesting gevonden hebben]
een dak boven je hoofd hebben
[een woning hebben]
uit je dak gaan
[uitzinnig worden van woede of blijdschap]
ga nou gauw op het dak zitten!
[ik geloof je niet; ik wil het niet]
dat valt me koud op het dak
[dat is een onaangename verrassing, het overvalt me]
het gaat van een leien dakje
[heel gemakkelijk en vlot]
de mussen vallen dood van het
dak [het is heel warm]
iemand iets op zijn dak schuiven
[hem ermee opzadelen]
iemand op je dak krijgen
[met iemand te maken krijgen zonder dat je dat wilt]
de mussen vielen dood van het dak
[het was heel erg warm]
we maakten hem blij met een dode mus
[met iets dat achteraf tegenviel]
de naakte waarheid
[niet mooier gemaakt]
het geluid draagt ver
[je kunt het op grote afstand horen]
de naam die hij draagt ...
[die hij heeft]
Joop draagt de verantwoordelijkheid
[is verantwoordelijk]
van jongs af aan
[vanaf de tijd dat hij jong was]
jong en oud heeft plezier
[iedereen heeft plezier]
die bril maakt hem jong
[geeft hem een jong uiterlijk]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in de jeugd leert, kun je later gebruiken]
de nacht is nog jong
[nog maar net begonnen]
het jonge paar
[het pas getrouwde paar]
jonge benen hebben
[jong zijn en dus goed kunnen lopen]
een jonge hond
[iemand met een jeugdig, aanstekelijk enthousiasme]
jong en oud
[iedereen]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
hij heeft niet veel kleur
[ziet er ziek uit]
kleur bekennen
[laten merken hoe je erover denkt]
hij heeft een kleur als een biet
[een vuurrood hoofd]
een kleur krijgen
[blozen]
het in geuren en kleuren vertellen
[uitgebreid, met veel bijzonderheden]
primaire kleuren
[niet van andere kleuren gemaakt]
gedekte kleuren
[die rustig zijn voor de ogen]
ergens kleur aan geven
[het opvrolijken, verlevendigen]
de nationale kleuren
[die van de vlag]
een kleur als een boei hebben
[sterk blozen]
de natte cel
[badkamer en toilet]
de grijze cellen
[hersenen]
de natuurlijke rijkdommen van een land
[bodemschatten en grondstoffen]
een natuurlijke dood sterven
[niet vermoord worden]
natuurlijke brandstoffen
[steenkool, olie, aardgas, etc.]
de natuurlijke vader
[die het kind verwekt heeft]
natuurlijke getallen
[positieve, hele getallen]
je neus stoten
[afgewezen worden]
je neus ervoor ophalen
[het minderwaardig vinden]
hem met zijn neus op de feiten drukken
[laten zien hoe het werkelijk zit]
de neuzen tellen
[tellen hoeveel mensen er zijn]
er met je neus bovenop staan
[er vlakbij staan]
met je neus kijken
[niet goed zoeken]
uit je neus zitten eten
[niets doen]
je neus in de wind steken
[ergens trots op zijn]
op je neus kijken
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
overal zijn neus in steken
[zich overal mee bemoeien]
een frisse neus halen
[bij koud weer buiten lopen]
geen knip voor zijn neus waard zijn
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
m'n neus!
[kom nou, dat is onzin]
iemand bij de neus nemen
[hem voor de gek houden, bedriegen]
dat komt me de neus uit
[daar heb ik schoon genoeg van]
iemand iets door de neus boren
[niet betalen wat men hem schuldig is]
plotseling voor iemands neus staan
[hem onverwacht ontmoeten]
de deur voor zijn neus dichtdoen
[terwijl hij er vlak voor staat]
dat gaat je neus voorbij
[daar krijg je niets van]
iemand iets onder de neus wrijven
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
dat zal ik je niet aan je neus hangen
[niet vertellen]
iets langs zijn neus weg zeggen
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
doen alsof je neus bloedt
[alsof je van niets weet]
zijn neus krult
[hij is blij over een compliment]
iemand de pen op de neus zetten
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
[iedereen heeft dezelfde mening]
bleek om de neus worden
[ergens heel bang voor zijn]
niet verder kijken dan je neus lang is
[niet goed nadenken]
iemand iets door de neus boren
[verhinderen dat hij het krijgt]
met de neus in de boter vallen
[het goed treffen]
het deksel op je neus krijgen
[gestraft worden als je te begerig bent]
het ligt voor je neus
[vlak voor je]
iemand de pin op de neus zetten
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
dat is een wassen neus
[stelt niets voor]
het neusje van de zalm
[het fijnste, het beste]
een fijne neus voor iets hebben
[intuïtief iets opmerken]
een scherpe neus hebben
[goed kunnen ruiken]
de nieuwe chef voldoet niet
[hij doet zijn werk niet goed genoeg]
we kunnen niet aan de vraag voldoen
[niet genoeg producten leveren]
de nieuwe generatie sportfietsen
[van een nieuw model, met nieuwe mogelijkheden]
nieuwe aardappelen
[pas geoogst]
het nieuwe is eraf
[het is minder aantrekkelijk omdat men eraan gewend is]
nieuwe haring
[van de nieuwe vangst]
iets in een nieuw jasje steken
[het vernieuwen]
zich in het nieuw steken
[nieuwe kleren kopen]
een nieuw leven beginnen
[alles anders gaan doen]
ik ben hier nieuw
[ik ben hier nog maar heel kort]
nieuw bloed
[mensen die een frisse kijk op de dingen hebben]
een nieuw geluid
[iets ongewoons, iets verrassends]
de nieuwe geschiedenis
[van ongeveer 1500-1800]
de nieuwste geschiedenis
[van 1800 tot nu]
iets nieuw leven inblazen
[zorgen dat het weer aantrekkelijk wordt of goed draait]
er is niets nieuws onder de zon
[alles is bij het oude gebleven]
nieuwe maan
[maan precies tussen aarde en zon zodat je hem niet ziet]
de norm voor fatsoen
[waar je je aan moet houden als je fatsoenlijk wilt zijn]
een veiligheidsnorm
[veiligheidsregels waar je je aan moet houden]
de of het spits afbijten
[als eerste iets moedigs doen]
het op de spits drijven
[er te lang mee doorgaan]
het spits afbijten
[als eerste iets doen]
iets op de spits drijven
[er tot het uiterste mee doorgaan]
u moet deze weg houden
[op deze weg blijven]
je eigen weg gaan
[je leven op je eigen manier inrichten]
aan de weg timmeren
[iets doen om publieke aandacht te krijgen]
zo oud als de weg naar Rome
[heel oud]
de weg voor iemand banen
[hindernissen voor hem weghalen]
gebaande wegen bewandelen
[dingen doen die anderen voorbereid hebben]
de officiële weg bewandelen
[volgens de voorschriften handelen]
in geen velden of wegen te bekennen
[nergens]
de weg van de minste weerstand
[de makkelijkste methode]
waar een wil is, is een weg
[als je iets werkelijk wilt, is er ook een oplossing voor]
hem de weg wijzen
[vertellen hoe hij moet lopen of rijden]
in de weg staan
[de doorgang versperren]
we gaan op weg
[ergens naar toe]
hem op weg helpen
[in het begin even helpen]
naar de bekende weg vragen
[iets vragen waar je het antwoord al van weet]
hem uit de weg gaan
[zorgen dat je hem niet ontmoet]
hem iets in de weg leggen
[hem hinderen]
hem uit de weg ruimen
[vermoorden]
het is nog niet officieel
[het is nog niet vastgesteld]
de officiële weg bewandelen
[handelen volgens de voorschriften]
de onbepaalde wijs
[waarin het hele werkwoord gebruikt wordt]
zo hard als steen
[erg hard]
een steen des aanstoots
[iets wat ergernis veroorzaakt]
een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen
[alleen wie die dommer is dan een ezel, maakt twee keer dezelfde fout]
een steen in de vijver gooien
[opschudding veroorzaken]
dat ligt als een steen op je maag
[is moeilijk te verteren]
er een steentje aan bijdragen
[meehelpen]
geen steen op de andere laten
[veel veranderingen doorvoeren]
ergens je steentje aan bijdragen
[je bijdrage aan leveren]
de onderste steen moet boven komen
[er moet een grondig onderzoek naar worden gedaan]
steen en been klagen
[voortdurend jammeren]
een school met de bijbel
[waar het onderwijs op de bijbel gebaseerd is]
een bijzondere school
[opgericht vanuit een bepaalde levensovertuiging]
de open school
[voor volwassenen]
een vrije school
[gebaseerd op de filosofische stroming van de antroposofie]
een zwarte school
[waar niet-blanke kinderen in de meerderheid zijn]
uit de school klappen
[een geheim doorvertellen]
in de open lucht
[buiten]
met open mond
[heel verbaasd]
hem met open armen ontvangen
[heel hartelijk]
een open boek zijn
[geen geheimen hebben]
dat is een open deur
[iets wat al veel vaker verteld is]
dweilen met de kraan open
[proberen een probleem op te lossen, zonder iets aan de oorzaken te doen]
met open mond luisteren
[zeer aandachtig]
een open oog hebben voor iets
[er de waarde, het belang van inzien]
we spelen open kaart
[we zeggen het eerlijk]
een film met een open eind
[je ziet niet hoe het afloopt]
dat laat ik nog even open
[dat bepaal ik nu nog niet]
een open sollicitatie
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
een open vraag
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
een open brief
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
een open dag
[kijkdag bij een instelling]
open huis houden
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
een open inrichting
[zonder afgesloten deuren]
de Open Universiteit
[die voor iedereen toegankelijk is]
een open gezicht
[dat vertrouwen wekt]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
in open zee
[ver uit de kust]
open en bloot
[vrij en zonder zich te schamen]
scoren voor open doel
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
de kas opmaken
[het geld tellen dat erin zit]
goed bij kas zijn
[veel geld te besteden hebben]
de openbare kas
[het geld van een land]
per kas betalen
[contant]
het in orde maken
[het regelen]
orde op zaken stellen
[alles goed regelen]
dat is aan de orde van de dag
[dat komt vaak voor]
dat is nu niet aan de orde
[daar hebben we het nu niet over]
dat is in orde
[dat is goed]
hem tot de orde roepen
[een standje geven]
de orde handhaven
[zorgen dat alles rustig blijft]
hij kan geen orde houden
[de klas doet niet wat hij wil]
ik ben niet in orde
[niet helemaal gezond]
de openbare orde
[de rust op straat]
het aan de orde stellen
[erover beginnen]
de orale fase
[vroege ontwikkelingsfase van de baby, waarin alle aandacht op de mond gericht is]
het in orde maken
[het regelen]
orde op zaken stellen
[alles goed regelen]
dat is aan de orde van de dag
[dat komt vaak voor]
dat is nu niet aan de orde
[daar hebben we het nu niet over]
dat is in orde
[dat is goed]
hem tot de orde roepen
[een standje geven]
de orde handhaven
[zorgen dat alles rustig blijft]
hij kan geen orde houden
[de klas doet niet wat hij wil]
ik ben niet in orde
[niet helemaal gezond]
de openbare orde
[de rust op straat]
het aan de orde stellen
[erover beginnen]
ik ben tot over mijn oren verliefd
[heel erg dus]
het is op een oor na gevild
[bijna klaar]
je de oren van het hoofd kletsen
[druk praten]
nog op één oor liggen
[nog slapen]
er wel oren naar hebben
[er wel zin in hebben]
één en al oor zijn
[heel aandachtig luisteren]
met een half oor luisteren
[niet aandachtig]
de oren spitsen
[heel aandachtig gaan luisteren]
iemand een oor aannaaien
[bedriegen]
het gaat het ene oor in en het andere uit
[de boodschap komt niet over]
je oor te luisteren leggen
[goed luisteren wat er gezegd wordt]
je oren niet geloven
[niet voor waar aannemen wat er gezegd wordt]
iemand de oren van het hoofd eten
[heel veel eten]
nog nat (niet droog) achter de oren zijn
[jong en onervaren zijn]
het in je oren knopen
[goed onthouden]
iemand het vel over de oren halen
[veel te veel laten betalen]
kleine potjes hebben grote oren
[kinderen horen meer dan je denkt]
een luisterend oor vinden
[iemand vinden die naar je luistert]
ter ore komen
[toevallig iets horen]
zich achter de oren krabben
[teleurgesteld zijn, er spijt van hebben]
de muren hebben hier oren
[je wordt hier gemakkelijk afgeluisterd]
je oren niet kunnen geloven
[niet geloven dat het waar is wat je hoort]
met rode oortjes
[met toenemende opwinding]
hij kijkt alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft
[beteuterd, in de war]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
dat is ouwe koek
[niets nieuws]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
oude talen
[Latijn en Grieks]
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
zorgen voor de oude dag
[sparen voor later, als men oud is]
ouden van dagen
[bejaarden]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
jong en oud
[iedereen]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
de oude garde
[de oudere mensen van de groep]
de ouderdom komt met gebreken
[als je ouder wordt, ga je steeds meer mankeren]
particulier initiatief
[wat door particulieren gedaan wordt, niet door de overheid]
de particuliere sector
[het bedrijfsleven]
passieve euthanasie
[waarbij niets ondernomen wordt om het sterven te verlengen]
passief kiesrecht
[het recht om gekozen te worden]
passief roken
[meeroken terwijl je zelf niet rookt]
de passieve woordenschat
[de woorden die iemand begrijpt]
klinisch dood zijn
[geen hartslag en ademhaling meer hebben]
de patiënt is klinisch dood
[ademhaling en hart zijn gestopt]
de pedalen van de fiets
[trappers]
de persoon in kwestie
[de persoon waar het over gaat]
het is een kwestie van opschieten
[we moeten opschieten]
iemand mijden als de pest
[niet met hem om willen gaan]
de pest in hebben
[een slecht humeur hebben]
ergens de pest aan hebben
[er een grote hekel aan hebben]
krijg de pest!
[platte verwensing]
geen pest
[helemaal niets]
dat is nou juist de pest
[dat is het vervelende]
dan breekt de pest uit
[ontstaan er moeilijkheden]
de pijl wijst naar links
[de punt is naar links gericht]
dat wijst zich vanzelf
[je ziet vanzelf hoe het moet]
het van de hand wijzen
[zeggen dat je het niet wilt]
de pijlen volgen
[in de richting gaan die ze aanwijzen]
ik kan je niet volgen
[ik begrijp je niet]
wie volgt?
[wie is er aan de beurt]
hij antwoordde als volgt
[op de volgende manier]
een zware pijp roken
[het zwaar te verduren hebben]
de pijp aan Maarten geven
[ermee ophouden]
de pijp uitgaan
[sterven]
naar zijn pijpen dansen
[doen wat hij zegt]
de pik op hem hebben
[hem niet mogen en altijd dwarszitten]
hij is op zijn pik getrapt
[voelt zich zwaar beledigd]
de pik op hem hebben
[hem niet mogen en dat laten blijken]
ik kreeg een bittere pil te slikken
[iets moeilijks te verwerken]
de pil vergulden
[iets vervelends minder erg laten lijken]
ze is aan de pil
[ze gebruikt de anticonceptiepil]
de pil voor iemand vergulden
[iets vervelends mooier voorstellen]
een druppel op een gloeiende plaat
[iets wat nauwelijks effect heeft]
dat meisje is een plaatje!
[is erg mooi]
plaatjes schieten
[foto's maken]
de plaat poetsen
[vluchten]
de plaatselijke brandweer
[de brandweer van een stad of dorp]
hij slaat de plank mis
[hij vergist zich]
ik ben zo stijf als een plank
[heel erg stijf]
van de bovenste plank
[zeer goed]
brood op de plank hebben
[genoeg hebben om van te leven]
van dik hout zaagt men planken
[zeg je als iets voortvarend, maar ruw wordt aangepakt]
tussen zes planken liggen
[dood zijn]
de plank misslaan
[zich vergissen]
op de planken staan
[toneelspelen]
op de plank blijven liggen
[niet uitgegeven worden]
de plannen liepen in het honderd
[mislukten]
van de wieg tot het graf
[je hele leven]
aan de wieg van iets gestaan hebben
[er vanaf het begin bij geweest zijn]
ergens voor in de wieg gelegd zijn
[er aanleg voor hebben]
de plek waar eens mijn wieg stond
[waar ik geboren ben]
je plicht verzuimen
[niet doen wat je moet doen]
de plicht roept!
[ik moet weer aan het werk]
je gezicht in de plooi trekken
[ernstig gaan kijken]
de plooien gladstrijken
[onregelmatigheden wegwerken]
de politie moet in actie komen
[de politie moet iets gaan doen]
we gaan actie voeren tegen dat plan
[we gaan iets doen tegen dat plan]
de politie pakt de daders
[neemt ze gevangen]
hem te pakken krijgen
[hem te spreken krijgen]
hem te pakken nemen
[voor de gek houden]
het te pakken hebben
[ziek of verliefd zijn]
iets voor de poorten van de hel wegslepen
[op het nippertje redden]
de poorten sluiten
[het bedrijf voorgoed stilleggen]
de post bestellen
[aan huis bezorgen]
iemand ter aarde bestellen
[iemand begraven]
het komt op zijn pootjes terecht
[het komt wel goed]
op zijn achterste poten staan
[verontwaardigd zijn, protesteren]
met hangende pootjes terugkomen
[nadat je tot inkeer bent gekomen]
opzitten en pootjes geven
[beleefd gedrag bij een bezoek]
een schaap met vijf poten zoeken
[iemand die veel verschillende dingen kan]
de poten onder zijn stoel vandaan zagen
[ervoor zorgen dat hij het niet redt]
geen poot uitsteken
[helemaal niets doen]
poten thuishouden!
[afblijven]
op hoge poten
[erg verontwaardigd]
op je poot spelen
[tekeer gaan uit kwaadheid]
hem een poot uitdraaien
[hem oplichten]
geen poot hebben om op te staan
[nergens je gelijk mee kunnen aantonen]
je poot stijf houden
[niet toegeven]
een brief op poten schrijven
[waarin flink de waarheid wordt gezegd]
op hoge poten
[zeer boos]
iets op poten zetten
[het organiseren]
dat is niet kinderachtig
[niet gering]
de prijs is niet kinderachtig
[het is erg duur]
ergens niet kinderachtig in zijn
[gul, royaal zijn]
van de prins geen kwaad weten
[nergens iets van weten, onschuldig zijn]
leven als een prins
[in grote weelde]
de prins op het witte paard
[de ideale echtgenoot]
het beste paard van stal
[de beste persoon die erbij is]
het paard achter de wagen spannen
[het verkeerd aanpakken]
zij is over het paard getild
[verwend]
ik heb honger als een paard
[erg veel honger]
een gegeven paard mag je niet in de bek kijken
[je moet tevreden zijn met wat je krijgt]
het beste paard struikelt weleens
[iedereen maakt wel eens een fout]
hoog te paard zitten
[verwaand zijn]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen]
de prins op het witte paard
[de ideale echtgenoot die langskomt]
je bent het beste paard van stal vergeten
[wanneer iemand overgeslagen is]
het paard van Troje
[een nagemaakt paard waarin de aanvallers zich verstopt hadden]
het paard van Troje binnenhalen
[je eigen ondergang bewerkstelligen]
op het verkeerde paard wedden
[een misrekening maken]
een ziekte komt te paard, en gaat te voet
[je hebt een ziekte snel, maar het genezen gaat langzaam]
de pro's en contra's
[de voor- en nadelen]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
de proef op de som nemen
[nagaan of iets klopt]
dat kost een aardig sommetje
[heel wat geld]
de proef op de som nemen
[onderzoeken of het echt klopt]
iemand op de proef stellen
[uittesten]
de publieke opinie
[de mening van de mensen in het algemeen]
de publieke tribune
[een aparte tribune voor het publiek]
op het puntje van zijn stoel zitten
[heel goed opletten]
het ligt op het puntje van mijn tong
[ik weet het, maar kan er even niet opkomen]
daar kunnen ze een puntje aan zuigen
[een voorbeeld aan nemen]
tot in de puntjes verzorgd
[heel netjes]
dat is een teer punt
[je kunt er beter niet over praten]
ergens een punt van maken
[er moeilijk over doen]
een omstreden punt
[waarover verschil van mening bestaat]
er een punt achter zetten
[ermee stoppen]
de puntjes op de i zetten
[heel precies werken]
punt uit!
[ik wil er niet meer over praten!]
we stonden op het punt om te vertrekken
[we zouden juist vertrekken]
als puntje bij paaltje komt
[als het eropaan komt]
de rapen zijn gaar
[de narigheid is begonnen]
iemand in zijn sop gaar laten koken
[je niet meer met hem bemoeien]
ze zitten als ratten in de val
[kunnen er niet meer uit]
de ratten verlaten het zinkende schip
[de zaak in de steek laten als het slecht gaat]
sterven als ratten
[in grote aantallen]
ben je helemaal van de ratten besnuffeld!
[ben je helemaal gek geworden!]
schepen achter je verbranden
[iets doen waardoor je niet meer terug kunt]
het zinkende schip verlaten
[weggaan voor het te laat is]
hij zit in het schip
[in moeilijkheden]
schoon schip maken
[problemen uitpraten en opnieuw beginnen]
het schip ingaan
[een financiële strop hebben]
er kunnen geen twee kapiteins op één schip zijn
[één persoon moet de leiding hebben]
de ratten verlaten het zinkende schip
[men vlucht weg als het niet goed gaat met de zaak]
schoon schip maken
[opruimen]
je schepen achter je verbranden
[de terugtocht voor jezelf onmogelijk maken]
de wal keert het schip
[de omstandigheden zorgen ervoor dat de ontwikkeling weer in omgekeerde richting gaan]
tussen de wal en het schip vallen
[nergens bij horen]
het schip van de woestijn
[de kameel]
de rechter doet over acht dagen uitspraak
[zegt of hij schuldig is en wat de straf is]
aan de macht komen
[gaan regeren]
macht uitoefenen
[je invloed gebruiken]
uit de macht der gewoonte
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
iemand in zijn macht krijgen
[hem onderwerpen]
boven je macht werken
[met je handen boven je hoofd]
we waren niet bij machte om ...
[niet in staat om ...]
uit alle macht
[met de grootste inspanning]
eendracht maakt macht
[eensgezindheid maakt sterk]
kennis is macht
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
met man en macht
[met alle beschikbare hulp]
boven zijn macht werken
[met de handen boven het hoofd]
de gewapende macht
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
de uitvoerende macht
[de regering, het bestuur]
de wetgevende macht
[de kroon en het parlement samen]
de rechterlijke macht
[de rechters]
de rechterlijke macht
[degenen die recht spreken]
alsof er een engeltje over mijn tong piest
[ik vind het erg lekker]
de reddende engel
[iemand die op het juiste moment komt helpen]
de regeling laat dat toe
[volgens de regeling kan het]
als de omstandigheden het toelaten
[als die gunstig zijn]
niet toegelaten worden op die school
[er geen opleiding mogen volgen]
dat was te voorzien
[dat had je kunnen weten]
in je onderhoud voorzien
[ervoor zorgen dat er geld is om van te leven]
de regels voorzien daar niet in
[de regels zeggen daar niets over]
in de behoefte voorzien
[ervoor zorgen dat er geen behoefte meer aan is]
de fiets is voorzien van een bel
[heeft een bel]
de reikwijdte van een maatregel
[de grootte van het effect ervan]
de rek is eruit bij hem
[hij kan niet veel meer hebben]
de resultaat van het onderzoek
[de uitslag ervan]
zonder resultaat
[zonder dat het succes had]
dat is het resultaat van te veel drinken
[het gevolg ervan]
dat leidt tot goede resultaten
[tot goede gevolgen]
ik moet de dingen op een rijtje zetten
[er eens over nadenken]
voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten
[voor weinig geld het beste willen hebben]
ze niet allemaal op een rij hebben
[niet goed wijs zijn]
de rijen sluiten
[zich verenigen tegen een tegenstander]
slapend rijk worden
[geld ontvangen zonder er veel voor te hoeven doen]
de rijke landen
[de westerse landen]
arm en rijk
[iedereen]
als ik in mijn rijke jaren kom
[nooit]
slapend rijk worden
[zonder zich in te spannen]
een rijke stinker
[een rijk mens]
het land is rijk aan olie
[heeft veel olie]
hij heeft een rijke verbeelding
[fantaseert veel]
rijk bedeeld zijn
[heel slim zijn, of veel bezittingen hebben]
de koning te rijk zijn
[heel blij zijn]
iemand liever kwijt dan rijk zijn
[hem liever niet om je heen hebben]
de rit uitzitten
[een regeringsperiode volmaken]
de rivier is buiten haar oevers getreden
[het water is over de oevers gestroomd]
in contact treden
[contact met iemand opnemen]
hij is per 1 maart in dienst getreden
[is per 1 maart bij het bedrijf gaan werken]
in het huwelijk treden
[gaan trouwen]
in werking treden
[beginnen te werken]
een hoofd zo rood als een biet
[erg rood]
zo rood als een kreeft
[verbrand door de zon]
in de rode cijfers komen
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
de rode draad
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
de rode kaart
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
de rode vlag hangt uit
[iemand menstrueert]
dat werkt als een rode lap op een stier
[het veroorzaakt een woedende reactie]
een rooie rakker
[een linkse activist]
geen rooie cent
[helemaal niets]
met rode oortjes
[met stijgende opwinding]
ik sta rood bij de bank
[ik heb een tekort op mijn rekening]
hij gaat altijd tegen de draad in
[is eigenwijs]
de rode draad van een verhaal
[een onderwerp dat steeds terugkomt]
ze raakte de draad kwijt
[begreep het niet meer]
tot op de draad versleten
[helemaal versleten]
ermee voor de draad komen
[het zeggen]
de draad weer oppakken
[verdergaan waar je gebleven was]
de draad van Ariadne
[waarmee Theseus zijn weg uit het doolhof kon vinden]
zijn leven hangt aan een zijden draadje
[is ernstig in gevaar]
kom op, voor de draad ermee!
[zeg wat er aan de hand is]
een hoofd zo rood als een biet
[erg rood]
zo rood als een kreeft
[verbrand door de zon]
in de rode cijfers komen
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
de rode draad
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
de rode kaart
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
de rode vlag hangt uit
[iemand menstrueert]
dat werkt als een rode lap op een stier
[het veroorzaakt een woedende reactie]
een rooie rakker
[een linkse activist]
geen rooie cent
[helemaal niets]
met rode oortjes
[met stijgende opwinding]
ik sta rood bij de bank
[ik heb een tekort op mijn rekening]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
een hoofd zo rood als een biet
[erg rood]
zo rood als een kreeft
[verbrand door de zon]
in de rode cijfers komen
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
de rode draad
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
de rode kaart
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
de rode vlag hangt uit
[iemand menstrueert]
dat werkt als een rode lap op een stier
[het veroorzaakt een woedende reactie]
een rooie rakker
[een linkse activist]
geen rooie cent
[helemaal niets]
met rode oortjes
[met stijgende opwinding]
ik sta rood bij de bank
[ik heb een tekort op mijn rekening]
de roep om...
[een algemeen verlangen naar...]
geld speelt geen rol
[het is niet belangrijk hoeveel het kost]
de rollen omdraaien
[doen wat iemand anders deed]
aan de rol gaan
[uitgebreid feestvieren]
het loopt op rolletjes
[goed, gesmeerd]
een rol spelen
[je anders voordoen dan je bent]
uit zijn rol vallen
[even laten zien hoe hij echt is]
geld speelt geen rol
[het geeft niet wat het kost]
een rol spelen
[van invloed zijn]
een rol spelen
[zich anders voordoen dan hij is]
zijn rol is uitgespeeld
[hij heeft geen invloed meer]
de rollen zijn omgekeerd
[de onderlinge verhoudingen zijn verwisseld]
op de rol staan
[op de lijst]
geen rook zonder vuur
[er is altijd wel iets waar van de praatjes]
in rook opgaan
[verdwijnen]
onder de rook van...
[er dicht in de buurt]
de rook was er om te snijden
[er hing heel veel rook]
in rook vervlogen
[de idealen zijn verdwenen]
waar rook is, is vuur
[van een gerucht is altijd wel iets waar]
door een roze bril kijken
[alles mooier zien dan het is]
de roze driehoek
[symbool van homoseksuelen]
het is achter de rug
[het is voorbij]
achter zijn rug om
[zonder dat hij er van weet]
hem de rug toekeren
[niets van hem willen weten]
ik heb een brede rug
[ik kan veel verdragen]
de rug van een boek
[waar de bladen aan elkaar vast zitten]
de rug van je hand
[de bovenkant]
de rug van een stoel
[waar je met je rug tegenaan zit]
het was een dolkstoot in zijn rug
[een verraderlijke aanval]
door je rug gaan
[je vertillen]
met de rug tegen de muur staan
[geen oplossing meer weten]
een natte rug hebben
[hard gewerkt hebben]
ik heb geen ogen in mijn rug
[ik had dat onmogelijk kunnen zien]
een open ruggetje
[open ruggenmerg bij pasgeboren baby]
over de ruggen van...
[misbruik makend van...]
iets de rug toekeren
[je er niet meer mee bezighouden]
het water loopt hem langs de rug
[hij zweet erg]
de ruzie liep hoog op
[was erg heftig]
dat zit haar erg hoog
[dat houdt haar erg bezig]
hij zit hoog en droog thuis
[veilig thuis]
hij zweert het bij hoog en bij laag
[zegt dat het zeker waar is]
een hoge borst opzetten
[verwaand zijn]
dat is te hoog gegrepen
[te moeilijk]
iets hoog houden
[in ere houden]
je kunt hoog of laag springen, maar...
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
de lat hoog leggen
[hoge eisen stellen]
hoog tegen iemand opkijken
[veel bewondering voor hem hebben]
geen hoge pet op hebben van iemand
[niet veel van hem verwachten]
hoog van de toren blazen
[een grote mond hebben]
iets hoog in zijn vaandel hebben
[er veel waardering voor hebben]
het neemt een hoge vlucht
[ontwikkelt zich goed en snel]
geen zee gaat hem te hoog
[hij laat zich nergens door afschrikken]
het hoogste lied zingen
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
in hoge mate
[zeer]
hoge ogen gooien
[er veel kans op hebben]
iemand te hoog aanslaan
[hem te veel belasting laten betalen]
hoge lasten hebben
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
ten hoogste
[maximaal]
een hoge dunk van jezelf hebben
[denken dat je beter bent dan anderen]
iemand hoog hebben
[eerbied, respect voor hem hebben]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe]
in hogere sferen zijn
[wegdromen]
hoger beroep aantekenen
[herziening vragen van een vonnis]
geen hoge dunk van iemand hebben
[hem minachten]
op zijn hoogst
[in het uiterste geval]
de Hoge Raad
[hoogste rechtbank van Nederland]
hoog spel spelen
[riskante dingen doen]
dat is hogere wiskunde voor mij
[dat vind ik heel moeilijk]
hoge nood hebben
[naar het toilet moeten]
het is hoog tijd
[we kunnen niet wachten]
in hoge mate
[zeer, ruimschoots]
de strijd loopt hoog op
[wordt steeds erger]
hoog aan de wind zeilen
[bovenwinds]
iets bij hoog en laag beweren
[heel stellig]
iets hoog opnemen
[het iemand zeer kwalijk nemen]
het hoge woord is eruit
[hij heeft het eindelijk gezegd]
het zit hem hoog
[hij is er heel verontwaardigd over]
iets met een geleerd sausje overgieten
[het een beetje geleerd laten lijken]
honger is de beste saus
[als je honger hebt, smaakt alles]
de saus is beter dan de vis
[het bijkomstige is beter dan de hoofdzaak]
er werd op grote schaal gespijbeld
[heel vaak, door veel leerlingen]
op schaal natekenen
[groter of kleiner tekenen, maar zo dat de verhoudingen kloppen]
een glijdende schaal
[die geleidelijk afloopt]
de schaal van Richter
[norm voor de kracht van aardbevingen]
dat legt gewicht in de schaal
[dat is belangrijk, heeft invloed]
hem schade berokkenen
[schade toebrengen]
je schade inhalen
[nemen wat je tekort gekomen bent]
door schade en schande wijs worden
[leren van je fouten]
de schade opmaken
[kijken wat er aangetast is]
wat is de schade?
[hoeveel moet ik betalen?]
uit het oog, uit het hart
[wie je niet meer ziet, vergeet je]
zo op het oog
[als je oppervlakkig kijkt]
uit het oog verliezen
[niet meer zien]
iemand onder vier ogen spreken
[zonder dat er anderen bij zijn]
oog om oog, tand om tand
[wat iemand je aandoet, dat doe je ook hem aan]
oog in oog staan met iemand
[recht tegenover elkaar]
iemand een doorn in het oog zijn
[hem ergeren]
groen en geel voor de ogen worden
[duizelig worden]
iemand een rad voor de ogen draaien
[de dingen anders voorstellen dan ze zijn]
wat zijn ogen zien, maken zijn handen
[hij is erg handig]
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
ogen in zijn rug hebben
[alles zien]
iemand de ogen openen
[hem de waarheid laten zien]
met het oog op
[in verband daarmee]
iemand naar de ogen zien
[je afhankelijk opstellen]
iets met de ogen verslinden
[er verlangend naar kijken]
een oogje in het zeil houden
[opletten of alles goed gaat]
iets voor ogen houden
[het in gedachten houden]
in zijn ogen
[volgens hem]
in het oog lopen of springen
[opvallen]
je ogen uitkijken
[het prachtig vinden om te zien]
het met andere ogen bekijken
[op een andere manier]
schele ogen geven
[anderen jaloers maken]
grote ogen opzetten
[verbaasd kijken]
er geen oog voor hebben
[er geen aandacht voor hebben]
iemand de ogen uitsteken
[jaloers maken]
een oogje op iemand hebben
[een beetje verliefd op haar zijn]
het onder ogen zien
[het beseffen]
iets op het oog hebben
[het gezien hebben en willen kopen]
je ogen de kost geven
[goed kijken]
iemand zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
je ogen in je zak hebben
[niet opletten]
iemand zand in de ogen strooien
[voor de gek houden, misleiden]
ogen tekortkomen
[veel te zien hebben]
als mijn ogen mij niet bedriegen
[ik weet niet zeker of ik het goed gezien heb]
met het blote oog
[zonder bril of andere hulpmiddelen]
geen oog dichtdoen
[niet kunnen slapen]
hij heeft dollartekens in zijn ogen
[laat blijken dat hij graag geld wil verdienen]
geen hand voor ogen kunnen zien
[helemaal niets]
iemand het licht in de ogen niet gunnen
[niets gunnen]
ergens een open oog voor hebben
[er de waarde van inzien]
de schellen vallen hem van de ogen
[hij ziet hoe het werkelijk zit]
wel de splinter in andersmans oog zien, maar niet de balk in zijn eigen oog
[blind zijn voor eigen fouten, maar van anderen alles zien]
hoge ogen gooien
[veel kans maken]
door het oog van de naald
[aan groot gevaar ontkomen]
de schemer valt
[het wordt donker]
de scherpe kanten ergens vanaf nemen
[het verzachten]
zonder bril kan ik niet scherp zien
[niet duidelijk]
hij heeft een scherp gehoor
[hoort alles]
een scherpe hoek
[kleiner dan 90 graden]
een scherpe neus ergens voor hebben
[goed kunnen aanvoelen wat aan de hand is]
scherp concurreren
[zodat er maar weinig winst overblijft]
een scherpe daling
[een sterke, plotselinge daling]
ga eens aan de kant
[opzij]
het was kantje boord
[het liep maar net goed af]
zij loopt de kantjes ervan af
[ze doet bijna niets]
ik ben door hem aan de kant gezet
[weggestuurd]
aan de kant staan
[niet meedoen]
dat raakt kant nog wal
[is onzin]
welke kant moet jij uit?
[in welke richting ga jij?]
van moeders kant is hij Turks
[zijn moeder is Turks]
ik kan geen kant meer op
[zit erg in het nauw]
daar kun je alle kanten mee uit
[dat kun je op verschillende manieren opvatten]
ga ik zo goed? nee, je gaat de verkeerde kant op
[in de verkeerde richting]
het mes snijdt aan twee kanten
[het levert dubbel voordeel op]
het is een dubbeltje op zijn kant
[onzeker hoe het afloopt]
de scherpe kantjes van iets afnemen
[het verzachten]
iets van alle kanten bekijken
[de voors en tegens goed afwegen]
het deugt van geen kant
[is helemaal niet in orde]
even de andere kant op kijken
[iets gedogen]
geen kant meer op kunnen
[geen uitweg meer weten]
ergens alle kanten mee op kunnen
[er veel mogelijkheden mee hebben]
familie van de koude kant
[aangetrouwd]
het gelijk aan zijn kant hebben
[het bij het juiste eind hebben]
dat hoor je van alle kanten
[dat zegt iedereen]
iemands kant kiezen
[zijn partij]
van de verkeerde kant zijn
[homoseksueel]
je van kant maken
[zelfmoord plegen]
het niet over je kant laten gaan
[je ertegen verzetten]
de boel aan kant maken
[opruimen]
iets over zijn kant laten gaan
[zich er niet tegen verzetten]
het heeft er alle schijn van
[het lijkt erop]
de schijn ophouden
[doen alsof er niets aan de hand is]
geen schijn van kans hebben
[helemaal geen kans hebben]
de schijn tegen hebben
[de omstandigheden doen vermoeden dat hij schuldig is]
het heeft er alle schijn van
[het lijkt erop]
de schijn ophouden
[doen alsof er niets aan de hand is]
geen schijn van kans hebben
[helemaal geen kans hebben]
de schijn tegen hebben
[de omstandigheden doen vermoeden dat hij schuldig is]
schoon aan de haak
[naakt gewogen]
met een schone lei beginnen
[een heel nieuw begin maken]
schoon metselwerk
[netjes gevoegd]
een schone motor
[die weinig luchtvervuiling veroorzaakt]
schoon schip maken
[opruimen]
het schone geslacht
[de vrouwen]
de schone slaapster
[Doornroosje]
schoon in het handje
[contant]
het eten is schoon op
[helemaal op]
je hebt schoon gelijk
[helemaal gelijk]
ik heb er schoon genoeg van
[ik ben het zat]
zijn kans schoon zien
[een goede kans zien en daar gebruik van maken]
de schrik zit hem nog in de benen
[hij is nog niet over zijn angst heen]
de schrik sloeg haar om het hart
[ze schrok, ze werd bang]
hij kreeg de schrik van zijn leven
[hij schrok heel erg]
met de schrik vrijkomen
[niet gewond raken, alleen geschrokken zijn]
het besterven van schrik
[heel erg schrikken]
hij is de schrik van de buurt
[iedereen is bang voor hem]
de sikkel van de maan
[maan in de vorm van een sikkel]
reclame maken
[iets aanprijzen]
de sla is in de reclame
[is goedkoper dan normaal]
kou vatten
[verkouden worden]
de slaap niet kunnen vatten
[niet in slaap kunnen komen]
er kon geen lachje af
[hij bleef ernstig]
in de lach schieten
[plotseling gaan lachen]
de slappe lach
[niet kunnen stoppen met lachen]
de sluizen van de hemel gaan open
[het begint te stortregenen]
naar smaak toevoegen
[zoveel als je lekker vindt]
daar krijg ik een vieze smaak van in mijn mond
[dat vind ik oneerlijk of naar]
de smaak te pakken krijgen
[iets leuk gaan vinden en het dan steeds vaker willen doen]
er zit kraak nog smaak aan
[het smaakt nergens naar]
smaken verschillen
[niet iedereen vindt dezelfde dingen mooi]
over smaak valt niet te twisten
[het heeft geen zin om uit te leggen waarom je iets mooi vindt]
in de smaak vallen
[goed of mooi gevonden worden]
met smaak eten
[genietend]
de smaak te pakken krijgen
[er plezier in krijgen]
de soep wordt nooit zo heet gegeten als hij wordt opgediend
[het is niet zo erg als het lijkt]
je kunt er wel soep van koken
[het is heel erg vuil]
in de soep lopen
[mislukken]
dat is linke soep
[dat is gevaarlijk]
praten alsof je een hete aardappel in je keel hebt
[bekakt]
hete bliksem
[gerecht van gekookte aardappels en appels]
om de hete brij heen draaien
[het wel willen maar niet durven]
een heet hangijzer
[een moeilijke, gevoelige zaak]
men moet het ijzer smeden als het heet is
[een kans niet voorbij laten gaan]
op hete kolen zitten
[van ongeduld niet stil kunnen zitten]
heet van de naald
[meteen nadat het klaar is of bekend is geworden]
de soep wordt nooit zo heet gegeten als zij wordt opgediend
[het is nooit zo erg als het eerst lijkt]
hete tranen
[die voortvloeien uit diep verdriet of veel spijt]
ik heb wel voor hetere vuren gestaan
[voor grotere opgaven gestaan]
erover in spanning zitten
[zenuwachtig zijn over de afloop]
internationale spanningen
[dreigende ruzies tussen landen]
de spanningen in het huwelijk
[ruzies]
de spanning is te snijden
[de situatie is erg pijnlijk en gespannen]
de spanning stijgt ten top
[het is erg spannend]
erover in spanning zitten
[zenuwachtig zijn over de afloop]
internationale spanningen
[dreigende ruzies tussen landen]
de spanningen in het huwelijk
[ruzies]
de spanning is te snijden
[de situatie is erg pijnlijk en gespannen]
de spanning stijgt ten top
[het is erg spannend]
hij vertrok geen spier
[er was geen reactie te zien]
de spieren los maken
[oefeningen doen]
kop op!
[houd moed!]
een kop als een boei
[een vuurrood hoofd]
de kop indrukken
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
een verhaal met kop noch staart
[onbegrijpelijk]
op de kop af
[precies]
een bord voor je kop hebben
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
je kop in het zand steken
[jezelf voor de gek houden]
dat zal me de kop niet kosten
[dat kan ik wel betalen]
de hele zaal stond op zijn kop
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
kopjes geven
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
de kop opsteken
[zich opnieuw vertonen]
al ga je op je kop staan!
[je zult je zin niet krijgen]
iemand op zijn kop geven
[hem berispen, een standje geven]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden, verslaan]
de kolder in de kop krijgen
[onhandelbaar worden]
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
[hij geeft niet gauw op]
met je kop tegen de muur lopen
[niet bereiken wat je wilt]
iets in je kop stampen
[het met moeite in je geheugen opnemen]
de koppen tellen
[de aanwezigen]
zaagsel in zijn kop hebben
[dom zijn, niets begrijpen]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
een Haags kopje
[halfvol]
hou die doos niet op zijn kop!
[ondersteboven]
over de kop slaan
[ondersteboven vallen]
op zijn kop
[ondersteboven]
koplamp
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
over de kop gaan
[failliet gaan]
de spijker op de kop slaan
[zeggen waar het precies om gaat]
iets bij de kop vatten
[eraan beginnen]
iets op de kop tikken
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
op de kop af
[precies]
aan de dunne zijn
[diarree hebben]
het loopt hem dun door de broek
[hij is erg bang]
de spoeling is dun
[iedereen krijgt maar weinig]
dun gezaaid zijn
[niet veel voorkomen]
het land is dun bevolkt
[er wonen maar weinig mensen]
een sprong in het duister
[een avontuur waarvan je niet weet hoe het afloopt]
de sprong wagen
[iets moeilijks of dappers doen]
met sprongen vooruitgaan
[ineens veel beter worden]
een sprong in de tijd maken
[een grote periode overslaan]
in staat van opwinding
[erg opgewonden]
de auto is nog in goede staat
[hij is nog goed]
de staat van beleg
[het gezag is in handen van de militairen]
de echtelijke staat
[het getrouwd zijn]
in gezegende staat zijn
[zwanger zijn]
in alle staten zijn
[heel erg opgewonden]
in staat zijn
[het kunnen]
tot alles in staat zijn
[zonder nadenken de ergste dingen kunnen doen]
de burgerlijke staat
[geeft aan wat iemands handelingsbevoegdheid is]
zijn staat van dienst
[het overzicht van zijn prestaties]
er geen staat op kunnen maken
[niet voorspelbaar zijn]
hij is in staat om ....
[hij kan het]
hij is tot alles in staat
[je kunt alles van hem verwachten]
de staat van beleg
[het leger is de baas in plaats van de ministers]
iets van stal halen
[iets ouds weer gebruiken]
het beste paard van stal vergeten
[bij het uitdelen iemand per ongeluk overslaan]
de stal ruiken
[tegen het einde haast krijgen]
de stand van zaken
[hoe de toestand is]
de stand in de wedstrijd
[hoeveel doelpunten er gevallen zijn en voor wie]
de burgerlijke stand
[waar gegevens van burgers worden bijgehouden]
iets tot stand brengen
[ontwikkelen, vormen]
iets in stand houden
[zorgen dat het blijft bestaan]
boven je stand leven
[meer uitgeven dan je hebt]
boven je stand trouwen
[met iemand van een hogere stand]
een heer van stand
[een man die laat blijken bij de hogere klasse te horen]
iets tot stand brengen
[iets presteren]
het in stand houden
[zorgen dat het blijft]
tot stand komen
[ontstaan]
zaken doen
[het sluiten van overeenkomsten]
geduld is een schone zaak
[heb nou maar geduld]
zaken gaan voor het meisje
[je werk is belangrijker dan een afspraakje]
zijn zaken waarnemen
[zijn belangen behartigen]
de zaak komt voor
[de rechtszaak]
hij is ter zake kundig
[hij weet er veel van]
kom ter zake!
[zeg wat je te zeggen hebt]
dat doet niet ter zake
[is niet belangrijk]
de stand van zaken
[hoe het ervoor staat]
het fijne van de zaak vertelt hij niet
[de precieze gegevens]
dat is mijn zaak
[daar heb jij niets mee te maken]
uit de aard der zaak
[als een noodzakelijk gevolg daarvan]
de zaak is deze
[dit is er aan de hand]
in de kern van de zaak
[in feite, eigenlijk]
gedane zaken nemen geen keer
[wat gebeurd is, laat zich niet veranderen]
met kennis van zaken
[op deskundige wijze]
onverrichter zake terugkeren
[zonder dat men zijn doel heeft bereikt]
opening van zaken geven
[vertellen hoe het precies in elkaar zit]
de zaak aan het rollen brengen
[erover beginnen, ermee beginnen]
er komt schot in de zaak
[het begint zich te ontwikkelen]
zoals de zaken nu staan ...
[zoals de situatie nu is]
het is zaak om ...
[we moeten ervoor zorgen]
het is niet veel zaaks
[stelt niet veel voor]
je stem verheffen
[harder gaan praten]
de tweede stem zingen
[een hogere of lagere melodie]
ze is haar stem kwijt
[kan niet meer hardop praten]
een stem van binnen
[het geweten dat spreekt]
de stem van het hart volgen
[het gevoel, de intuïtie]
je stem uitbrengen
[voor of tegen iets stemmen]
bij meerderheid van stemmen
[omdat de meesten het vonden]
er gaan stemmen op om ...
[sommige mensen willen het]
de beslissende stem hebben
[de uitslag bepalen]
meeste stemmen gelden
[wat de meerderheid wil, dat gebeurt]
de stemmen staken
[er zijn evenveel stemmen vóór als tégen]
je stem verheffen
[harder gaan praten]
de tweede stem zingen
[een hogere of lagere melodie]
ze is haar stem kwijt
[kan niet meer hardop praten]
een stem van binnen
[het geweten dat spreekt]
de stem van het hart volgen
[het gevoel, de intuïtie]
je stem uitbrengen
[voor of tegen iets stemmen]
bij meerderheid van stemmen
[omdat de meesten het vonden]
er gaan stemmen op om ...
[sommige mensen willen het]
de beslissende stem hebben
[de uitslag bepalen]
meeste stemmen gelden
[wat de meerderheid wil, dat gebeurt]
de stemmen staken
[er zijn evenveel stemmen vóór als tégen]
de weg stijgt
[hij loopt omhoog]
de stemming stijgt
[die wordt steeds beter]
de spanning stijgt ten top
[wordt erg groot]
de sterke arm
[de politie]
iemand in de arm nemen
[zijn hulp inroepen]
met je ziel onder je arm lopen
[je vervelen]
met open armen ontvangen
[heel erg hartelijk]
in je armen sluiten
[omhelzen]
lange armen hebben
[veel macht bezitten]
elkaar in de armen vallen
[het heel erg met elkaar eens worden]
met de armen over elkaar zitten
[niets doen]
een arm geven
[ondersteunen met een arm]
sterke longen hebben
[niet gauw buiten adem raken]
sterk staan
[een positie hebben die niet gemakkelijk aan te vallen is]
zich ergens sterk voor maken
[er je best voor doen]
dat is sterk uitgedrukt
[dat is overdreven]
de sterke arm
[de politie]
zo sterk als een beer (paard)
[heel sterk]
het sterke geslacht
[de mannen]
een sterke man
[iemand die autoritair leiding geeft en orde weet te scheppen]
acht man sterk
[met z'n achten]
het recht van de sterkste
[de overmacht die iemand heeft omdat hij de meeste kracht heeft]
wie niet sterk is, moet slim zijn
[wie geen kracht heeft, moet zijn verstand gebruiken]
een sterk werkwoord
[met klinkerwisseling in de verleden tijd]
ik maak mij sterk dat...
[ik vind het waarschijnlijk]
een sterk werkwoord
[dat in de verleden tijd van klank verandert]
het staat in de sterren
[het is voorspeld]
sterretjes zien
[duizelig zijn]
de sterren van de hemel zingen
[heel mooi zingen]
zijn ster is verbleekt
[zijn succes is minder groot geworden]
een rijzende ster
[iemand die steeds populairder wordt]
de steven wenden
[in een andere richting gaan varen]
ik ben er stil van
[zo verbaasd dat je niets weet te zeggen]
een stil alarm
[dat alleen gaat rinkelen bij de centrale]
zullen we even stil zijn?
[gelegenheid geven om te bidden]
een stille getuige
[voorwerp dat aanwezig is op de plaats van de misdaad]
ik ben er stil van
[zo onder de indruk dat ik niet kan praten]
een stille tocht
[optocht ter herdenking aan slachtoffers]
met stille trom vertrekken
[in stilte weggaan]
een stille drinker
[iemand die stiekem drinkt]
een stille
[agent in burgerkleding]
stille armoede
[waarvoor men niet wil uitkomen]
een stille wenk geven
[onopvallend een tip geven]
stil leven
[rustig leven, zonder te werken]
de stille week
[de week voor Pasen]
de stoel geeft steun in de rug
[je kunt er goed tegen leunen]
we hebben daar veel steun aan gehad
[het heeft ons erg geholpen]
steun verlenen
[iemand helpen]
financiële steun
[hulp in de vorm van geld]
hij is mijn steun en toeverlaat
[hij helpt mij altijd]
steun trekken
[een uitkering ontvangen]
zo stom als het achtereind van een varken
[heel erg stom]
stom toeval
[waar je helemaal niet op had kunnen rekenen]
een stomme film
[zonder geluid]
geld dat stom is, maakt recht wat krom is
[geld maakt alles goed]
de stomme e
[de e die klinkt als een u]
ik weet waar de schoen wringt
[wat het probleem is]
hij loopt naast zijn schoenen van trots
[is erg trots]
hij trok de stoute schoenen aan
[doet iets waarvoor moed nodig is]
stevig in je schoenen staan
[er zeker van zijn]
wie de schoen past, trekt hem aan
[als het verwijt op jou slaat dan moet je er iets aan doen]
het hem in de schoenen schuiven
[beschuldigen]
de moed zinkt mij in de schoenen
[ik verlies alle moed]
ik zou niet graag in zijn schoenen willen staan
[niet graag meemaken wat hij meemaakt]
met lood in zijn schoenen
[angstig, en met tegenzin]
men moet geen oude schoenen weggooien eer men nieuwe heeft
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
iemand iets in de schoenen schuiven
[zeggen dat hij iets vindt, of gedaan heeft]
de stoute schoenen aantrekken
[iets doen waarvoor je moed moet verzamelen]
met de tong op de schoenen
[uitgeput]
daar wringt de schoen
[daar zit de moeilijkheid]
je schoen zetten
[bij de schoorsteen zetten, zodat Sinterklaas er iets in kan doen]
de stoute schoenen aantrekken
[iets doen waar moed voor nodig is]
de stoute schoenen aantrekken
[iets doen waarvoor je eerst moed moet verzamelen]
een stout stukje
[een dappere daad]
de ruzie liep hoog op
[was erg heftig]
dat zit haar erg hoog
[dat houdt haar erg bezig]
hij zit hoog en droog thuis
[veilig thuis]
hij zweert het bij hoog en bij laag
[zegt dat het zeker waar is]
een hoge borst opzetten
[verwaand zijn]
dat is te hoog gegrepen
[te moeilijk]
iets hoog houden
[in ere houden]
je kunt hoog of laag springen, maar...
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
de lat hoog leggen
[hoge eisen stellen]
hoog tegen iemand opkijken
[veel bewondering voor hem hebben]
geen hoge pet op hebben van iemand
[niet veel van hem verwachten]
hoog van de toren blazen
[een grote mond hebben]
iets hoog in zijn vaandel hebben
[er veel waardering voor hebben]
het neemt een hoge vlucht
[ontwikkelt zich goed en snel]
geen zee gaat hem te hoog
[hij laat zich nergens door afschrikken]
het hoogste lied zingen
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
in hoge mate
[zeer]
hoge ogen gooien
[er veel kans op hebben]
iemand te hoog aanslaan
[hem te veel belasting laten betalen]
hoge lasten hebben
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
een hoge dunk van jezelf hebben
[denken dat je beter bent dan anderen]
iemand hoog hebben
[eerbied, respect voor hem hebben]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe]
in hogere sferen zijn
[wegdromen]
hoger beroep aantekenen
[herziening vragen van een vonnis]
geen hoge dunk van iemand hebben
[hem minachten]
op zijn hoogst
[in het uiterste geval]
de Hoge Raad
[hoogste rechtbank van Nederland]
hoog spel spelen
[riskante dingen doen]
dat is hogere wiskunde voor mij
[dat vind ik heel moeilijk]
hoge nood hebben
[naar het toilet moeten]
het is hoog tijd
[we kunnen niet wachten]
in hoge mate
[zeer, ruimschoots]
de strijd loopt hoog op
[wordt steeds erger]
hoog aan de wind zeilen
[bovenwinds]
iets bij hoog en laag beweren
[heel stellig]
iets hoog opnemen
[het iemand zeer kwalijk nemen]
het hoge woord is eruit
[hij heeft het eindelijk gezegd]
het zit hem hoog
[hij is er heel verontwaardigd over]
dat is in strijd met de wet
[het mag niet volgens de wet]
de strijd om het bestaan
[de worsteling om in leven te blijven]
zijn volle gewicht in de strijd gooien
[zijn invloed en al zijn mogelijkheden gebruiken om te winnen]
de tafel dekken
[er alles op zetten]
de verf dekt goed
[je kunt de onderlaag niet meer zien]
gedekte kleuren
[niet fel]
een gedekt kapsel
[kort geknipt]
een gedekte cheque
[waar voldoende geld voor op de rekening staat]
ervoor zorgen dat je gedekt bent
[dat je geen moeilijkheden krijgt]
hem aan de tand voelen
[ondervragen]
tot de tanden gewapend
[zwaar bewapend]
eten met lange tanden
[met tegenzin]
je tanden laten zien
[dreigend laten zien dat je niet bang bent]
haar op de tanden hebben
[nergens bang voor zijn]
op zijn tanden bijten
[pijn of boosheid niet laten zien]
van de hand in de tand leven
[wat je verdient, meteen uitgeven]
zich met hand en tand verzetten
[met alle kracht]
met de mond vol tanden staan
[geen antwoord weten]
oog om oog, tand om tand
[wat hij mij aandoet, doe ik hem aan]
ergens zijn tanden op stukbijten
[vergeefse moeite doen om iets te bereiken]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
zijn tanden laten zien
[een dreigende houding aannemen]
ergens zijn tanden in zetten
[beginnen aan een zware klus]
een tandje hoger
[in een hogere versnelling]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
hij gaf de geest
[hij stierf]
het je voor de geest halen
[eraan terugdenken]
de armen van geest
[de eenvoudigen]
een scheiding der geesten
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
iets in de geest van...
[zoiets als ...]
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
de Heilige Geest
[God in de vorm van een geest]
de geest krijgen
[ergens door bezield worden]
de geest geven
[sterven]
een boze geest
[gevallen engel, duivel]
eruitzien als een geest
[heel mager en bleek]
de geest is uit de fles
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
toen kreeg Ida de geest
[ze ging ineens aan het werk]
het was iets in de geest van ....
[iets als ....]
op je tellen passen
[opletten dat je niet iets verkeerds zegt]
in tel zijn
[belangrijk gevonden worden]
de tel kwijt zijn
[niet meer weten hoeveel je al geteld hebt]
ik ben daar veel tijd aan kwijt
[ik doe daar lang over]
de draad kwijt zijn
[niet weten hoe het vervolg gaat]
de kluts kwijt zijn
[in de war zijn]
iemands naam kwijt zijn
[die je niet meer kunnen herinneren]
de tel kwijt zijn
[niet meer weten hoeveel je er al geteld hebt]
je ei niet kwijt kunnen
[met niemand over je problemen kunnen praten]
kan ik iets aan je kwijt?
[wil je iets gebruiken?]
iemand liever kwijt dan rijk zijn
[hem liever niet meer om je heen hebben]
iets aan de straatstenen niet kwijt kunnen
[er geen kopers voor kunnen vinden]
ergens iets over kwijt willen
[er iets over willen zeggen]
zeg maar wat je kwijt wilt
[hoeveel geld je eraan wilt besteden]
de telefoon gaat
[hij zoemt of rinkelt]
er is telefoon voor je
[iemand belt je op]
een telefoontje krijgen
[iemand belt je op]
de telefoon is in gesprek
[bezet]
dat is het gesprek van de dag
[daar praat iedereen over]
een gesprek voeren
[ergens over praten]
er heerst een aangename temperatuur
[het voelt prettig aan]
de temperatuur van iemand opnemen
[met de thermometer vaststellen hoe warm het lichaam is]
de tertiaire sector
[bejaardenzorg, ziekenhuizen e.d.]
tertiair onderwijs
[hoger beroeps- of universitair onderwijs]
de broekriem (buikriem) aanhalen
[zuiniger gaan leven]
de teugels aanhalen
[strenger worden]
de vriendschapsbanden aanhalen
[inniger maken]
je iets op de hals halen
[iets vervelends voor je rekening nemen]
de teugels laten vieren
[minder streng worden]
iemand de vrije teugel laten
[hem zijn gang laten gaan]
de thermometer aanleggen
[in het lichaam aanbrengen]
het met iemand aanleggen
[een verhouding met hem of haar beginnen]
het erop aanleggen
[proberen het voor elkaar te krijgen]
de tien geboden
[de voornaamste voorschriften uit de wet van Mozes]
hij kijkt alsof hij niet tot tien kan tellen
[alsof hij onnozel is]
tien tegen een dat...
[het is zo goed als zeker]
de tien geboden
[voorschriften uit de wet van Mozes]
hij at met zijn tien geboden
[met zijn vingers]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
de tijd doden
[proberen iets te doen waardoor je je niet verveelt]
hem in een hoek dringen
[zo praten dat hij geen kant meer op kan]
de tijd dringt
[we hebben geen tijd meer]
je wonden likken
[in stilte bijkomen van een nederlaag]
zachte heelmeesters maken stinkende wonden
[halve maatregelen verergeren de zaak]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de tijd heelt alle wonden
[mettertijd komt men alle verdriet weer te boven]
een nog verse wond
[recent verdriet]
hij leest rijp en groen
[alles door elkaar]
als de tijd rijp is
[als het juiste moment is aangebroken]
de tijd is er niet rijp voor
[het is niet de goede tijd]
na rijp beraad
[na langdurig nadenken]
de tijd opnemen
[meten hoe lang het duurt]
het voor hem opnemen
[hem verdedigen]
het tegen hem opnemen
[de strijd met hem aangaan]
de dweil neemt het water op
[zuigt het water op]
zij neemt zijn woorden goed in
zich op [ze luistert er goed naar]
hij wil zijn oude beroep weer opnemen
[er weer mee beginnen]
hij ziet ze vliegen
[is gek]
erin vliegen
[beetgenomen worden]
in vliegende vaart
[heel snel]
hem om de hals vliegen
[enthousiast omhelzen]
in brand vliegen
[beginnen te branden]
in de lucht vliegen
[ontploffen]
eruit vliegen
[ontslagen worden]
de tijd vliegt
[gaat snel voorbij]
je tong uitsteken
[handeling waarmee je iemand bespot]
kwade tongen beweren ...
[roddelaars zeggen ...]
een scherpe tong hebben
[harde dingen zeggen]
met dubbele tong spreken
[de ene keer wat anders zeggen dan de andere keer]
het ligt vóór op mijn tong
[ik weet het bijna]
met de tong op de schoenen
[helemaal uitgeput]
heb je je tong verloren/ingeslikt?
[kun je niet meer praten?]
de tongen kwamen los
[de mensen begonnen te praten]
hij gaat over de tong
[er wordt over hem geroddeld]
niet het achterste van je tong laten zien
[niet alles vertellen]
je tong wel kunnen afbijten
[er spijt van hebben dat je het vertelde]
het hart op de tong hebben
[zeggen wat je denkt]
rad van tong zijn
[snel en veel spreken]
het smelt op je tong
[is zeer mals]
boze tongen beweren...
[kwaadsprekers beweren...]
het maakt de tongen los
[zet de mensen aan het praten]
hij zal wel een toontje lager zingen
[minder praatjes hebben]
zij valt uit de toon in dit gezelschap
[past niet bij de rest]
hij geeft altijd de toon aan
[is het voorbeeld voor anderen]
de toon zetten
[de stemming bepalen]
hij sloeg een andere toon aan
[ging beleefder praten]
op hoge toon
[hooghartig, dwingend, bevelend]
de Tour de France
[jaarlijkse wielerwedstrijd]
de touwtjes in handen hebben
[beslissen wat er gebeurt]
er is geen touw aan vast te knopen
[je kunt het niet begrijpen]
aan de touwtjes trekken
[alles regelen, besturen]
ik kan er geen touw aan vastknopen
[vind het onbegrijpelijk]
met een stalen gezicht
[zonder gevoel te tonen]
dat geeft scheve gezichten
[het maakt anderen jaloers]
een raar gezicht trekken
[spieren in je gezicht bewegen]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst mee te maken krijgt]
iemand van gezicht kennen
[wel weten hoe hij eruitziet, maar meer niet]
iemand uit het gezicht verliezen
[niet meer weten waar hij is]
het recht in zijn gezicht zeggen
[zonder er omheen te draaien]
even je gezicht laten zien
[er kort op bezoek gaan]
het gezicht verliezen
[blind worden]
géén gezicht!
[niet om aan te zien, erg lelijk]
een klap in het gezicht
[een grove belediging]
op je gezicht gaan
[afgaan, mislukken]
een gezicht als een oorwurm
[boos en ontevreden]
een gezicht van oude lappen
[huilerig en lelijk]
iemand met twee gezichten
[een schijnheilig iemand]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst naar kijkt]
het is géén gezicht
[het ziet er heel raar uit]
de trein verdween uit het gezicht
[ik zag hem niet meer]
je gezicht verliezen
[iets doen waardoor je je goede naam kwijtraakt]
de trein vertrekt vanaf spoor 5
[perron 5]
ik reis per spoor
[met de trein]
er was geen spoor van hem te bekennen
[niets]
we kwamen hem op het spoor
[vonden uit waar hij was]
je zit op het goede spoor
[je bent nu goed bezig]
er waren sporen van geweld
[je kon zien dat er gevochten was]
het spoor bijster zijn
[de weg niet meer weten/ op het slechte pad zijn]
op een dood spoor zitten
[iets doen waarmee je niet verder komt]
je sporen verdiend hebben
[bewezen hebben dat je bekwaam bent]
je sporen verdiend hebben
[bewezen hebben dat je het goed kunt]
de troon bestijgen
[koning of koningin worden]
iemand van de troon stoten
[hem zijn macht ontnemen]
je stem verheffen
[harder gaan praten]
de tweede stem zingen
[een hogere of lagere melodie]
ze is haar stem kwijt
[kan niet meer hardop praten]
een stem van binnen
[het geweten dat spreekt]
de stem van het hart volgen
[het gevoel, de intuïtie]
je stem uitbrengen
[voor of tegen iets stemmen]
bij meerderheid van stemmen
[omdat de meesten het vonden]
er gaan stemmen op om ...
[sommige mensen willen het]
de beslissende stem hebben
[de uitslag bepalen]
meeste stemmen gelden
[wat de meerderheid wil, dat gebeurt]
de stemmen staken
[er zijn evenveel stemmen vóór als tégen]
je uiterste best doen
[je volledig inzetten]
in het uiterste geval
[als het echt niet anders kan]
de uiterste verkoopdatum
[de laatste dag waarop een bederfelijk product verkocht mag worden]
aan de macht komen
[gaan regeren]
uit de macht der gewoonte
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
macht uitoefenen
[je invloed gebruiken]
iemand in zijn macht krijgen
[hem onderwerpen]
boven je macht werken
[met je handen boven je hoofd]
we waren niet bij machte om ...
[niet in staat om ...]
uit alle macht
[met de grootste inspanning]
eendracht maakt macht
[eensgezindheid maakt sterk]
kennis is macht
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
met man en macht
[met alle beschikbare hulp]
boven zijn macht werken
[met de handen boven het hoofd]
de gewapende macht
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
de uitvoerende macht
[de regering, het bestuur]
de wetgevende macht
[de kroon en het parlement samen]
de rechterlijke macht
[de rechters]
met uitzondering van Joop
[alleen Joop niet]
de uitzondering bevestigt de regel
[elke regel heeft wel een uitzondering]
de vakantie heeft in totaal 2000 gulden gekost
[bij elkaar 2000 gulden]
de vakantiepiek
[de tijd waarin de meeste mensen met vakantie zijn]
vaste vloerbedekking
[aan de randen van de vloer vastgemaakt]
een vaste oeververbinding
[met een brug of een tunnel]
de vaste schijf
[opslag die in de computer is ingebouwd]
met vaste hand regeren
[met veel gezag]
vaste stoffen
[geen vloeistof en geen gas]
iets vast in handen hebben
[er zeker van zijn dat je het bezit]
nog geen vaste plannen
[nog niet weten wat je gaat doen]
met vaste hand
[zonder beven]
vast in het zadel zitten
[zeker zijn van zijn positie]
vaste lasten
[die telkens terugkeren]
dat is vaste prik
[dat gebeurt regelmatig]
vast en zeker
[zonder twijfel]
een vaste betrekking
[waar je niet elk moment uit ontslagen kunt worden]
het lukt me vast wel
[zeker]
een vaste bezoeker
[die geregeld komt]
een vast contract
[voor onbepaalde tijd]
vast slapen
[heel diep]
vast en zeker
[wis en waarachtig!]
de tafel dekken
[er alles op zetten]
de verf dekt goed
[je kunt de onderlaag niet meer zien]
gedekte kleuren
[niet fel]
een gedekt kapsel
[kort geknipt]
een gedekte cheque
[waar voldoende geld voor op de rekening staat]
ervoor zorgen dat je gedekt bent
[dat je geen moeilijkheden krijgt]
een verhouding hebben
[een liefdesrelatie]
naar verhouding
[als je het vergelijkt met iets soortgelijks]
in verhouding tot
[als je het met iets anders vergelijkt]
de verhoudingen op de tekening
[het verband tussen de maten op de tekening en de echte maten]
de maatschappelijke verhoudingen
[de betrekkingen tussen de verschillende groepen in de maatschappij]
hij is een echte zoon van zijn vader
[lijkt erg op zijn vader]
van vader op zoon
[van geslacht op geslacht]
zo vader zo zoon
[de zoon lijkt op zijn vader]
de verloren zoon
[iemand die na lange tijd weer terugkeert]
de kosten rijzen de pan uit
[ze worden erg hoog]
de vijand in de pan hakken
[helemaal verslaan]
het was een pan!
[een enorme rotzooi]
een veeg uit de pan krijgen
[een flinke berisping]
de vlam slaat in de pan
[de inhoud van de pan vliegt in brand]
wij zijn onder de pannen
[we hebben onderdak]
uit de losse pols
[met het grootste gemak]
de vinger aan de pols houden
[goed volgen wat er gebeurt]
iemand de pols voelen
[zijn polsslag meten]
ter plekke
[op de plaats zelf]
een blauwe plek
[een bloeduitstorting onder de huid]
de vinger op de zere plek leggen
[het probleem precies aanwijzen]
hem voor rotte vis uitmaken
[heel erg uitschelden]
zo gezond als een vis
[helemaal gezond]
je voelen als een vis in het water
[erg prettig, echt op je plaats]
de vis wordt duur betaald
[je moet er veel voor over hebben]
het is vlees noch vis
[het een noch het ander]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
boter bij de vis
[contante betaling]
de vis wordt duur betaald
[vraagt grote offers]
vis moet zwemmen
[als je vis eet, moet je erbij drinken]
de edele delen
[geslachtsorganen]
ten dele
[gedeeltelijk]
ergens deel van uitmaken
[erbij horen]
de vitale delen
[die nodig zijn voor het goed functioneren van het lichaam]
een vlag op een modderschuit
[een versiering die veel te mooi is voor de rest]
de vlag dekt de lading
[de presentatie komt overeen met de inhoud]
met vlag en wimpel
[met goed resultaat]
de witte vlag
[teken dat je je overgeeft]
onder valse vlag varen
[je uitgeven voor iemand anders]
de vlag strijken
[naar beneden halen]
de vlag hijsen
[hem langs de stok omhoog trekken]
je in je jas hijsen
[hem aantrekken]
een vlag op een modderschuit
[een versiering die veel te mooi is voor de rest]
de vlag dekt de lading
[de presentatie komt overeen met de inhoud]
met vlag en wimpel
[met goed resultaat]
de witte vlag
[teken dat je je overgeeft]
onder valse vlag varen
[je uitgeven voor iemand anders]
de vlag strijken
[naar beneden halen]
de kosten rijzen de pan uit
[ze worden erg hoog]
de vijand in de pan hakken
[helemaal verslaan]
het was een pan!
[een enorme rotzooi]
een veeg uit de pan krijgen
[een flinke berisping]
de vlam slaat in de pan
[de inhoud van de pan vliegt in brand]
wij zijn onder de pannen
[we hebben onderdak]
vlam vatten
[gaan branden]
de vlammen sloegen me uit
[ik kreeg het heel warm/ kreeg het warm van spanning of verlegenheid]
de vlam slaat in de pan
[de situatie komt tot een uitbarsting]
in vuur en vlam staan
[verliefd zijn]
de vlek gaat er niet meer uit
[krijg ik niet meer weg]
de vloer met hem aanvegen
[hem vernietigende kritiek geven]
bij iemand over de vloer komen
[er regelmatig op bezoek komen]
je kunt er van de vloer eten
[het is er heel erg schoon]
beentjes van de vloer
[dansen]
ik dacht dat ik door de vloer zou zakken
[ik schaamde me diep]
de vluchtstrook
[de smalle rand langs de snelweg]
de vogel is gevlogen
[wie je moet hebben is ervandoor]
elk vogeltje zingt zoals het gebekt is
[iedereen praat op zijn eigen manier]
beter één vogel in de hand dan tien in de lucht
[beter tevreden zijn met een beetje dan verlangen naar iets dat je nooit krijgt]
een rare vogel
[een persoon met bijzondere kenmerken]
de volle laag krijgen
[fel aangevallen worden]
er vol van zijn
[over niets anders meer kunnen praten of denken]
het was een volle bak
[een uitverkochte zaal]
ergens de buik vol van hebben
[er niets meer mee te maken willen hebben]
ergens de handen vol aan hebben
[het er druk mee hebben]
de maat is vol
[ik accepteer het niet langer]
ergens de mond vol van hebben
[er voortdurend over praten]
iemand voor vol aanzien
[hem serieus nemen]
de volle laag krijgen
[veel verwijten krijgen]
in zijn volle lengte
[met zijn hele lichaam]
het volle leven
[het werkelijke leven]
in het volle licht staan
[goed opgemerkt worden]
de volle mep betalen
[het hele bedrag]
het volle pond betalen
[de hele som]
ten volle
[volkomen]
op volle toeren
[uit alle macht]
uit volle borst zingen
[luidkeels]
in volle ernst
[heel ernstig]
hem voor vol aanzien
[hem serieus nemen]
iemand de huid vol schelden
[hem overladen met scheldwoorden]
de volle mep betalen
[het hele bedrag]
de vonk sloeg over
[anderen werden ook enthousiast]
de voorhoede van een partij
[actiefste of belangrijkste leden]
goede vooruitzichten hebben
[een goede toekomst tegemoet gaan]
vooruitzicht hebben op iets
[het verwachten]
iemand iets in het vooruitzicht stellen
[de verwachting wekken dat hij het zal krijgen]
de vooruitzichten voor het weekend
[de weerberichten voor het weekend]
de vorst zit nog in de grond
[de grond is nog hard door bevriezing]
hij zit als een vorst
[heerlijk]
leven als een vorst
[in weelde]
vrede sluiten
[afspreken dat je niet meer vecht]
de vrede bewaren
[niet gaan vechten]
er vrede mee hebben
[het accepteren, er tevreden mee zijn]
omwille van de lieve vrede
[om geen ruzie te krijgen]
de broekriem (buikriem) aanhalen
[zuiniger gaan leven]
de teugels aanhalen
[strenger worden]
de vriendschapsbanden aanhalen
[inniger maken]
je iets op de hals halen
[iets vervelends voor je rekening nemen]
zo vrij als een vogeltje in de lucht
[heel erg vrij]
een vrij beroep
[waarbij je je eigen baas bent]
vrije toegang
[zonder te betalen]
een vrije vertaling
[niet letterlijk]
een vrije aftocht
[de gelegenheid om ongehinderd te vertrekken]
vrij baan maken
[alles wat hindert, uit de weg ruimen]
iemand de vrije hand geven
[het hem laten doen zoals hij zelf wil]
de handen vrij hebben
[ongehinderd iets kunnen doen]
een vrije jongen
[een kleine zelfstandige]
uit vrije wil
[niet gedwongen]
er vrij over kunnen beschikken
[kunnen gebruiken wat je wilt]
vrij op naam
[de koper betaalt de overdrachtskosten van het huis]
vrij spel hebben
[ongehinderd je gang kunnen gaan]
iemand de vrije teugel laten
[hem zijn gang laten gaan]
een vrije trap
[een schot dat ongehinderd genomen mag worden]
een vrije vertaling
[die zich niet precies aan de betekenis houdt]
een vrije vogel
[iemand die zich van niemand iets aantrekt]
vrije tijd
[de tijd die je niet hoeft te werken]
de vrije sector
[huizen waarvoor je geen woonvergunning hoeft te hebben]
mag ik zo vrij zijn om...?
[vindt u dat goed?]
ten val komen
[je invloed of macht verliezen]
in de val lopen
[beetgenomen worden]
als een rat in de val zitten
[niet kunnen ontsnappen]
een val zetten voor iemand
[proberen hem te betrappen of vangen]
hoogmoed komt voor de val
[wie hoogmoedig is, gaat ten onder]
de vrije val
[gedeelte van de val waarin de parachute zich ontvouwt]
de vruchten ervan plukken
[er voordeel van hebben]
het werpt vruchten af
[het heeft resultaat]
aan de vruchten kent men de boom
[je kent de mens door zijn daden]
een verboden vrucht
[iets dat niet is toegestaan]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
de vuile was buiten hangen
[tegen buitenstaanders vertellen over je problemen en ruzies]
als was in iemands handen zijn
[heel gewillig]
goed in zijn slappe was zitten
[rijk zijn]
vuil werk
[werk waar je vuil van wordt]
de vuile was buiten hangen
[interne problemen bekendmaken]
het vuile werk opknappen
[de vervelendste klussen doen]
hebt u vuur?
[een aansteker of lucifer voor mijn sigaret]
een pan op het vuur zetten
[op het gas]
ze gaat voor hem door het vuur
[wil alles voor hem doen]
met vuur spelen
[onvoorzichtig te werk gaan waardoor je jezelf en anderen in gevaar brengt]
in vuur en vlam staan
[heel verliefd zijn]
het nieuws ging als een lopend vuurtje
[iedereen wist het heel snel]
ik heb wel voor heter vuren gestaan
[heb wel moeilijker dingen gedaan]
hem het vuur na aan de schenen leggen
[scherp ondervragen, het hem lastig maken]
zich het vuur uit de sloffen lopen
[heel veel voor iemand doen]
meer ijzers in het vuur hebben
[meer mogelijkheden]
olie op het vuur gooien
[de emoties doen oplaaien]
waar rook is, is vuur
[van een gerucht is altijd wel iets waar]
vuur spuwen
[heel woedend zijn]
iets te vuur en te zwaard bestrijden
[met alle macht]
hem onder vuur nemen
[op hem schieten]
tussen twee vuren zitten
[van twee kanten kritiek krijgen]
het vuur openen
[beginnen te schieten]
de vuurproef doorstaan
[slagen voor een zware test]
iemand in zijn waan laten
[zijn foute ideeën laten houden]
de waan van de dag
[de mode, een rage]
de waarheid spreken
[zeggen wat echt gebeurd is]
hem de waarheid zeggen
[hem streng toespreken]
de waarheid geweld aandoen
[dingen vertellen die niet waar zijn]
om je de waarheid te zeggen ....
[eerlijk gezegd]
een waarheid als een koe
[iets waarvan iedereen weet dat het waar is]
de waarheid ligt in het midden
[iedereen heeft wel een beetje gelijk]
op wacht staan
[ergens staan om toezicht te houden]
de wacht houden
[waken]
hem de wacht aanzeggen
[voor de laatste keer waarschuwen]
iets in de wacht slepen
[het te pakken krijgen of verdienen]
iemand de wacht aanzeggen
[hem waarschuwen]
iets in de wacht slepen
[veroveren]
in de wacht staan
[op je beurt wachten]
schepen achter je verbranden
[iets doen waardoor je niet meer terug kunt]
het zinkende schip verlaten
[weggaan voor het te laat is]
hij zit in het schip
[in moeilijkheden]
schoon schip maken
[problemen uitpraten en opnieuw beginnen]
het schip ingaan
[een financiële strop hebben]
er kunnen geen twee kapiteins op één schip zijn
[één persoon moet de leiding hebben]
de ratten verlaten het zinkende schip
[men vlucht weg als het niet goed gaat met de zaak]
schoon schip maken
[opruimen]
je schepen achter je verbranden
[de terugtocht voor jezelf onmogelijk maken]
de wal keert het schip
[de omstandigheden zorgen ervoor dat de ontwikkeling weer in omgekeerde richting gaan]
tussen de wal en het schip vallen
[nergens bij horen]
het schip van de woestijn
[de kameel]
naar de wapens grijpen
[beginnen met vechten]
de wapens neerleggen
[stoppen met vechten]
iemand de wapens uit handen slaan
[zijn verdediging onmogelijk maken]
zijn ware bedoeling
[zijn echte bedoeling]
een waar paradijs
[je kunt het echt wel zo noemen]
eerlijk waar?
[is het echt zo]
het is maar al te waar
[het is echt waar]
het voor waar aannemen
[het geloven]
waar of niet?
[is het niet zo?]
zijn ware gezicht tonen
[laten zien hoe hij werkelijk is]
het is niet waar!
[uitroep van ongeloof]
het is te mooi om waar te zijn
[het is zó fijn dat ik het nauwelijks kan geloven]
niets is minder waar
[het is absoluut onjuist]
verdomd als het niet waar is
[ik ben er echt van overtuigd dat het waar is]
zo waar als ik Silvano heet
[dat zeg je om je woorden kracht bij te zetten]
iets tot ware proporties terugbrengen
[de juiste betekenis geven van wat overdreven is voorgesteld]
de ware Jacob
[de volmaakt geschikte partner]
dat is je ware
[dat moet je hebben]
dat is waar ook
[ik was het bijna vergeten]
warm eten
[maaltijd waarbij het eten warm opgegeten wordt]
het ging er warm aan toe
[er werd flink gevochten]
hij werd er niet warm of koud van
[trok zich er niets van aan]
ik loop er niet warm voor
[word er niet enthousiast over]
ze gaan als warme broodjes over de toonbank
[worden veel en gemakkelijk verkocht]
een warm buffet
[bestaande uit warme gerechten]
warm eten
[de hoofdmaaltijd]
met de warme hand geven
[terwijl je nog in leven bent]
het warm krijgen van iets
[er bang van worden]
het wordt hem daar te warm onder de voeten
[hij voelt zich er niet veilig meer]
het warm aanbevelen
[van harte aanbevelen]
iemand een warm hart toedragen
[erg aardig vinden]
ergens warm voor lopen
[er enthousiast over worden]
iemand ergens voor warm maken
[zorgen dat hij er enthousiast voor wordt]
je bent warm
[je hebt het bijna gevonden]
warme kleuren
[die een prettige indruk geven]
de warme bakker
[die zelf nog brood bakt]
in het gunstigste geval
[als zich de beste mogelijkheid voordoet]
gunstig tij
[een geschikte periode]
een gunstig voorteken
[dat een goede afloop doet verwachten]
de weergoden zijn ons niet gunstig gezind
[het is slecht weer]
iets gunstig ontvangen
[er positief over oordelen]
gunstig bekendstaan
[een goede naam hebben]
alle duivels uit de hel vloeken
[heel erg vloeken]
het is kermis in de hel
[dat zeg je wanneer de zon schijnt en het regent]
iets voor de poorten van de hel wegslepen
[met grote moeite nog net redden]
het stinkt er als de hel
[heel erg]
de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens
[goede voornemens worden meestal niet uitgevoerd]
de hel breekt los
[de situatie is onhoudbaar geworden]
van de hel in de hemel komen
[opnieuw een deel van leven krijgen]
de weg stijgt
[hij loopt omhoog]
de stemming stijgt
[die wordt steeds beter]
de spanning stijgt ten top
[wordt erg groot]
u moet deze weg houden
[op deze weg blijven]
je eigen weg gaan
[je leven op je eigen manier inrichten]
aan de weg timmeren
[iets doen om publieke aandacht te krijgen]
zo oud als de weg naar Rome
[heel oud]
de weg voor iemand banen
[hindernissen voor hem weghalen]
gebaande wegen bewandelen
[dingen doen die anderen voorbereid hebben]
de officiële weg bewandelen
[volgens de voorschriften handelen]
in geen velden of wegen te bekennen
[nergens]
de weg van de minste weerstand
[de makkelijkste methode]
waar een wil is, is een weg
[als je iets werkelijk wilt, is er ook een oplossing voor]
hem de weg wijzen
[vertellen hoe hij moet lopen of rijden]
in de weg staan
[de doorgang versperren]
we gaan op weg
[ergens naar toe]
hem op weg helpen
[in het begin even helpen]
naar de bekende weg vragen
[iets vragen waar je het antwoord al van weet]
hem uit de weg gaan
[zorgen dat je hem niet ontmoet]
hem iets in de weg leggen
[hem hinderen]
hem uit de weg ruimen
[vermoorden]
een wens doen
[zeggen wat je graag zou willen]
zijn wens vervullen
[geven wat hij graag wil]
de beste wensen
[ik wens u heel veel goeds]
alles gaat naar wens
[zoals het moet]
de wens is de vader van de gedachte
[het gebeurt omdat je graag wilt dat het gebeurt]
we zijn uit de brand
[onze moeilijkheden zijn voorbij]
brand stichten
[een brand aansteken]
de brand is weer geblust
[we zijn uit de problemen]
moord en brand schreeuwen
[hard schreeuwen]
de wereld staat in brand
[wordt verwoest door oorlog]
aan de macht komen
[gaan regeren]
uit de macht der gewoonte
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
macht uitoefenen
[je invloed gebruiken]
iemand in zijn macht krijgen
[hem onderwerpen]
aan de macht komen
[gaan regeren]
uit de macht der gewoonte
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
macht uitoefenen
[je invloed gebruiken]
iemand in zijn macht krijgen
[hem onderwerpen]
boven je macht werken
[met je handen boven je hoofd]
we waren niet bij machte om ...
[niet in staat om ...]
uit alle macht
[met de grootste inspanning]
eendracht maakt macht
[eensgezindheid maakt sterk]
kennis is macht
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
met man en macht
[met alle beschikbare hulp]
boven zijn macht werken
[met de handen boven het hoofd]
de gewapende macht
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
de uitvoerende macht
[de regering, het bestuur]
de wetgevende macht
[de kroon en het parlement samen]
de rechterlijke macht
[de rechters]
de deur wijd openzetten voor iets
[er alle gelegenheid voor geven]
de wijde wereld in trekken
[op reis gaan om avonturen te beleven en kennis op te doen]
wijd en zijd
[overal, naar alle kanten]
een krantenwijk
[de straten waarin iemand de krant bezorgt]
de wijk nemen
[vluchten]
de wijsheid in pacht hebben
[denken dat jij de enige bent die het goed weet]
het zal zo'n vaart niet lopen
[het zal wel meevallen]
met een vaart
[heel snel]
iemand stuiten in zijn vaart
[zijn ontwikkeling belemmeren]
in vliegende vaart
[bliksemsnel]
ergens vaart achter zetten
[het bespoedigen]
de grote vaart
[naar landen buiten Europa]
de wilde vaart
[ongeregeld, niet op vaste tijden]
een schip in de vaart brengen
[voor het eerst laten varen]
ik wens u een behouden vaart
[ik hoop dat de reis goed verloopt]
een wilde staking
[niet georganiseerd maar spontaan]
in het wilde weg
[zonder goed te kijken of te denken]
wild enthousiast
[erg enthousiast]
zijn wilde haren verliezen
[zijn jeugdige onbezonnenheid kwijtraken]
wilde verhalen
[overdreven of verzonnen verhalen]
in het wilde weg
[lukraak, zomaar]
het wilde westen
[het westen van de Verenigde Staten in de tijd dat er nog geen gezag was]
ik ben wild op chocola
[ik ben er dol op]
een wilde plakker
[die zonder toestemming overal affiches opplakt]
een wilde staking
[die zonder toestemming van de vakbonden ontstaan is]
de wilde vaart
[ongeregeld vrachtverkeer per boot]
van de wind kun je niet leven
[je moet werken om aan de kost te komen]
het gaat hem voor de wind
[alles gaat voorspoedig]
met alle winden meewaaien
[met iedereen meepraten]
hij heeft de wind eronder
[ze doen wat hij zegt]
de wind van voren krijgen
[scherpe kritiek krijgen]
iets in de wind slaan
[er niet op letten]
wind en weder dienende
[als het goed weer is]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]
als de wind
[zeer snel]
er waait een frisse wind
[er is een nieuwe aanpak]
waait de wind uit díe hoek?
[zit het zo?]
weten uit wat voor hoek de wind waait
[waar de tegenwerking vandaan komt]
van de wind kun je niet leven
[er moet gewerkt worden voor de kost]
je kop in de wind gooien
[opstandig, tegendraads zijn]
de wind gaat liggen
[het houdt op met waaien]
de wind mee hebben
[in gunstige omstandigheden zijn]
zijn neus in de wind steken
[hooghartig, arrogant zijn]
de wind ruimt
[gaat door het noorden naar het westen]
een waarschuwing in de wind slaan
[er niets mee doen]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
hem de wind uit de zeilen nemen
[hem hinderen, gaan doen wat hij al wilde gaan doen]
zoals de wind waait, waait zijn jasje
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft]
hij ligt op sterven
[hij sterft]
ze hebben een kans laten liggen
[voorbij laten gaan]
dat ligt in zijn aard
[zo is hij nu eenmaal]
dat ligt voor de hand
[dat kies je als eerste]
de wind gaat liggen
[neemt af, wordt minder]
het ligt in de bedoeling ...
[de bedoeling is ...]
ze gaan op in hun spel
[zien of horen verder niets]
een spelletje met iemand spelen
[hem voor de gek houden]
hem buiten spel zetten
[niet mee laten doen]
er was bedrog in het spel
[dat speelde een rol]
veel op het spel zetten
[veel wagen]
hoog spel spelen
[iets riskants doen]
een spel van kat en muis
[tussen een machtige en een ondergeschikte]
ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde
[zeg je als iemand net een spelletje heeft verloren]
het spel in handen hebben
[de zaken kunnen regelen zoals je wilt]
het gaat om het spel, niet om de knikkers
[het gaat om het plezier, niet om het voordeel]
de wind heeft vrij spel
[wordt door niets tegengehouden]
in het spel zijn
[in het geding zijn]
iets op het spel zetten
[het ergens bij wagen]
van de wind kun je niet leven
[je moet werken om aan de kost te komen]
het gaat hem voor de wind
[alles gaat voorspoedig]
met alle winden meewaaien
[met iedereen meepraten]
hij heeft de wind eronder
[ze doen wat hij zegt]
de wind van voren krijgen
[scherpe kritiek krijgen]
iets in de wind slaan
[er niet op letten]
wind en weder dienende
[als het goed weer is]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]
als de wind
[zeer snel]
er waait een frisse wind
[er is een nieuwe aanpak]
waait de wind uit díe hoek?
[zit het zo?]
weten uit wat voor hoek de wind waait
[waar de tegenwerking vandaan komt]
van de wind kun je niet leven
[er moet gewerkt worden voor de kost]
je kop in de wind gooien
[opstandig, tegendraads zijn]
de wind gaat liggen
[het houdt op met waaien]
de wind mee hebben
[in gunstige omstandigheden zijn]
zijn neus in de wind steken
[hooghartig, arrogant zijn]
de wind ruimt
[gaat door het noorden naar het westen]
een waarschuwing in de wind slaan
[er niets mee doen]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
hem de wind uit de zeilen nemen
[hem hinderen, gaan doen wat hij al wilde gaan doen]
zoals de wind waait, waait zijn jasje
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft]
de winst afromen
[door hogere belasting kleiner maken]
een witte kerst
[als er sneeuw ligt]
zo wit als sneeuw
[erg wit]
de witte vlag
[teken van overgave]
een wit voetje bij iemand halen
[slijmen, proberen bij hem in de gunst te komen]
de witte boorden
[kantoorpersoneel, ambtenaren]
wit om de neus worden
[angstig, bang worden]
Witte Donderdag
[de donderdag voor Pasen]
een witte fiets
[die iedereen mag gebruiken]
witte plekken
[gedeelten op een landkaart die nog niet bekend zijn]
de witte vlag
[teken in de strijd dat men wil onderhandelen]
een wit voetje proberen te halen
[bij iemand in de gunst proberen te komen]
een witte wereld
[een besneeuwd landschap]
zwart op wit
[een bewijs op schrift]
wit wegtrekken
[erg bleek worden]
zo wit als een doek
[erg bleek]
witte rijst
[gepelde rijst]
wit om de neus worden
[verbleken van angst]
witte artikelen
[goedkope producten zonder merknaam]
een witte school
[waar blanke kinderen in de meerderheid zijn]
een vlag op een modderschuit
[een versiering die veel te mooi is voor de rest]
de vlag dekt de lading
[de presentatie komt overeen met de inhoud]
met vlag en wimpel
[met goed resultaat]
de witte vlag
[teken dat je je overgeeft]
onder valse vlag varen
[je uitgeven voor iemand anders]
de vlag strijken
[naar beneden halen]
een witte kerst
[als er sneeuw ligt]
zo wit als sneeuw
[erg wit]
de witte vlag
[teken van overgave]
een wit voetje bij iemand halen
[slijmen, proberen bij hem in de gunst te komen]
de witte boorden
[kantoorpersoneel, ambtenaren]
wit om de neus worden
[angstig, bang worden]
Witte Donderdag
[de donderdag voor Pasen]
een witte fiets
[die iedereen mag gebruiken]
witte plekken
[gedeelten op een landkaart die nog niet bekend zijn]
de witte vlag
[teken in de strijd dat men wil onderhandelen]
een wit voetje proberen te halen
[bij iemand in de gunst proberen te komen]
een witte wereld
[een besneeuwd landschap]
zwart op wit
[een bewijs op schrift]
wit wegtrekken
[erg bleek worden]
zo wit als een doek
[erg bleek]
witte rijst
[gepelde rijst]
wit om de neus worden
[verbleken van angst]
witte artikelen
[goedkope producten zonder merknaam]
een witte school
[waar blanke kinderen in de meerderheid zijn]
de woeste baren
[de zee]
geen wonder dat hij gevallen is
[het verbaast me niets]
het is een wonder dat hij nog leeft
[het is onverklaarbaar]
dat middel doet wonderen
[het helpt erg goed]
wonder boven wonder
[tot ieders verrassing]
de wonderen zijn de wereld nog niet uit
[dat had ik nu nooit verwacht]
het eten niet door je strot kunnen krijgen
[het niet lusten]
de woorden niet uit je strot kunnen krijgen
[ze niet kunnen zeggen]
het komt mij de strot uit
[ik heb er helemaal genoeg van]
iemand naar de strot vliegen
[hem aanvallen]
zaken doen
[het sluiten van overeenkomsten]
geduld is een schone zaak
[heb nou maar geduld]
zaken gaan voor het meisje
[je werk is belangrijker dan een afspraakje]
zijn zaken waarnemen
[zijn belangen behartigen]
de zaak komt voor
[de rechtszaak]
hij is ter zake kundig
[hij weet er veel van]
kom ter zake!
[zeg wat je te zeggen hebt]
dat doet niet ter zake
[is niet belangrijk]
de stand van zaken
[hoe het ervoor staat]
het fijne van de zaak vertelt hij niet
[de precieze gegevens]
dat is mijn zaak
[daar heb jij niets mee te maken]
uit de aard der zaak
[als een noodzakelijk gevolg daarvan]
de zaak is deze
[dit is er aan de hand]
in de kern van de zaak
[in feite, eigenlijk]
gedane zaken nemen geen keer
[wat gebeurd is, laat zich niet veranderen]
met kennis van zaken
[op deskundige wijze]
onverrichter zake terugkeren
[zonder dat men zijn doel heeft bereikt]
opening van zaken geven
[vertellen hoe het precies in elkaar zit]
de zaak aan het rollen brengen
[erover beginnen, ermee beginnen]
er komt schot in de zaak
[het begint zich te ontwikkelen]
zoals de zaken nu staan ...
[zoals de situatie nu is]
het is zaak om ...
[we moeten ervoor zorgen]
het is niet veel zaaks
[stelt niet veel voor]
ruimte in beslag nemen
[bezetten]
iemand in beslag nemen
[al zijn aandacht vragen]
een wapen in beslag nemen
[het op wettige gronden afpakken]
de zaak kreeg zijn beslag
[werd uitgevoerd]
een vakantie aan zee
[aan de kust]
op volle zee
[midden op zee]
met hem in zee gaan
[een verbintenis met hem aangaan]
geen zee gaat hem te hoog
[hij is nergens bang voor]
zij is recht door zee
[erg eerlijk en direct]
de zeven zeeën bevaren hebben
[over de hele wereld gezworven hebben]
water naar de zee dragen
[onnodig werk doen]
het water stroomt altijd naar de zee
[rijke mensen krijgen alle voordelen]
dat kan al het water van de zee niet afwassen
[die schuld of die schande is niet weg te krijgen]
er verdrinken er meer in een wijnglas dan in de zee
[drank maakt meer slachtoffers dan de zee]
geen zee gaat hem te hoog
[hij laat zich nergens door afschrikken]
mensenzee
[groot aantal mensen]
de zieke is buiten gevaar
[hij blijft leven]
het gevaar is geweken
[er is geen gevaar meer]
de kinderen zoet houden
[ze bezighouden zodat ze niet vervelend zijn]
iets voor zoete koek slikken
[goedgelovig zijn]
zoete broodjes bakken
[door vriendelijk doen iets proberen te bereiken]
de zoete inval
[plaats waar je altijd welkom bent]
in de zon zitten
[zo zitten dat het licht van de zon op je valt]
de zon schijnt
[hij zit niet achter de wolken]
er is niets nieuws onder de zon
[niets nieuws]
zij is het zonnetje in huis
[brengt de vrolijkheid in huis]
hem in het zonnetje zetten
[huldigen, prijzen]
men moet hooien als de zon schijnt
[van een gunstige gelegenheid gebruikmaken]
het land van de rijzende zon
[Japan]
voor niets gaat de zon op
[je krijgt niets voor niets]
achter de wolken schijnt de zon
[na tegenspoed komt altijd weer voorspoed]
tegen de zon in
[tegen de wijzers van de klok in]
de zon steekt
[hij schijnt zo fel dat het pijn doet]
het steekt hem dat ....
[het doet hem pijn dat ....]
dat steekt niet zo nauw
[dat hoeft niet zo precies]
daar steekt iets achter
[daar zit iets achter]
in brand steken
[laten branden]
de zoom van het bos
[de rand ervan]
ik heb geen mens gezien
[niemand dus]
grote mensen
[volwassenen]
zij komt niet onder de mensen
[ontmoet geen anderen]
we gaan de inwendige mens versterken
[iets eten]
daar heb ik mijn mensen voor
[mijn medewerkers]
zij is geen mens voor kantoor
[daar is zij niet geschikt voor]
hij is een nachtmens
[werkt het liefst 's nachts]
ik ben ook maar een mens!
[verontschuldiging voor zwakheden]
een mens is geen aardappel
[hij wil wel eens een pleziertje]
alle mensen!
[uitroep van verbazing of ergernis]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeftes dan alleen het materiële]
ik ben geen mens meer
[ben heel erg moe]
de mens wikt, God beschikt
[het kan wel eens heel anders lopen dan je denkt]
onder de mensen komen
[mensen ontmoeten]
je hebt mensen en potloden
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
een mens van vlees en bloed
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
de Zoon des Mensen
[Jezus Christus]
de zuilen in de maatschappij
[verschillende groeperingen, met een eigen godsdienst]
er zwaar aan tillen
[het als een groot bezwaar zien]
ik heb er een zwaar hoofd in
[ik voorzie grote problemen]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
zwaar op de maag liggen
[moeilijk te verteren zijn]
zwaar verkeer
[grote vrachtwagens]
dat weegt zwaar
[dat is belangrijk]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
het zwaar te verduren krijgen
[het moeilijk hebben]
een zware straf
[een strenge en harde straf]
het valt me zwaar
[het kost me veel moeite]
zwaar beproefd worden
[veel moeten lijden]
een zware dobber ergens aan hebben
[er veel moeite mee hebben]
zware kost
[moeilijk verteerbaar voedsel, of moeilijk te begrijpen stof]
het zwaar te verduren hebben
[veel onaangenaams meemaken]
de zware industrie
[grote metaalindustrie]
een zware jongen
[echte misdadiger, of iemand met een hoge positie]
van een zwaar kaliber
[met hoge kwaliteit]
er een zware pijp mee roken
[ergens heel negatieve ervaringen mee hebben]
zware wapens
[artillerie en tanks]
ergens zwaar over in zitten
[je er ernstig zorgen over maken]
een zwaar verlies
[een groot verlies, grote schade]
zware lasten hebben
[veel betalen voor woning en onderhoud]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
het zwaar te pakken hebben
[erg verkouden zijn, of erg verliefd zijn]
ergens zwaar aan tillen
[laten weten dat je het belangrijk vindt]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus en tobberig zijn]
iemands dood
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
de een zijn dood is de ander zijn brood
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
de dood vinden
[omkomen]
de dood zoeken
[zelf een eind aan je leven maken]
de dood voor ogen hebben
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
ten dode opgeschreven (mensen)
[op korte termijn gaan sterven]
ten dode opgeschreven (dingen)
[gedoemd zijn te mislukken]
als de dood zijn voor iets
[er erg bang voor zijn]
om de dooie dood niet
[absoluut niet]
de dood in hebben
[de pest in hebben]
het is er de dood in de pot
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
duizend doden sterven
[heel veel angsten hebben]
een mooie dood
[zonder doodstrijd]
iemand de dood op het lijf jagen
[heel erg laten schrikken]
zo bleek als de dood
[heel erg bleek]
de zwarte dood
[de pest]
als de dood zijn voor iemand of iets
[er heel erg bang voor zijn]
een liedje uit de oude doos
[van vroeger]
als een duveltje in een doosje
[plotseling, zonder waarschuwing]
uit de oude doos
[ouderwets]
een sigaar uit eigen doos krijgen
[een cadeau waarvoor je zelf moet betalen]
de zwarte doos
[het apparaat waarmee vluchtgegevens worden opgenomen]
het zag er zwart van de mensen
[er waren heel veel mensen]
het zwarte werelddeel
[Afrika]
zo zwart als een tor
[heel zwart]
in de zwarte cijfers zitten
[een positief saldo hebben]
zo zwart als roet
[heel zwart]
zwart op wit
[vastgelegd op papier]
iemand zwart maken
[ongunstige dingen over hem vertellen]
de zwarte lijst
[waarop staat wie uitgesloten is]
zwart geld
[waarover geen belasting is betaald]
een zwarte bladzijde uit de geschiedenis
[een droevige of rampzalige periode]
het zwarte schaap
[iemand die altijd beschuldigd wordt, het mikpunt is]
een zwarte school
[waarop meer gekleurde dan blanke kinderen zitten]
op zwart zaad zitten
[geen geld meer hebben]
het ziet er zwart van de mensen
[er zijn heel veel mensen]
hem zwart maken
[slechte dingen over hem vertellen]
zwart rijden in de bus
[zonder te betalen]
zwart geld
[waarover geen premies en belastingen zijn betaald]
zwart werk
[waarover geen belasting en premies worden betaald]
het zwarte circuit
[de omloop van zwart geld]
iemand zwart afschilderen
[hem slechter voorstellen dan hij is]
iemand zwart maken
[slechte dingen over hem vertellen]
de zwarte doos
[recorder met opnames van tijdens de vlucht]
van alle markten thuis zijn
[overal wat vanaf weten]
een gat in de markt
[een mogelijkheid om producten te verkopen]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
in de markt zijn voor iets
[gegadigde zijn]
een nerveuze markt
[met sterke schommelingen]
een open markt
[zonder invoerrechten en heffingen]
iets onder de markt verkopen
[onder de vastgestelde prijs]
de markt veroveren
[veel verkopen]
de zwarte markt
[clandestiene handel]
op de markt is uw gulden een daalder waard
[op de markt is alles goedkoper]
de zweep erover!
[iemand flink aanpakken]
hij gaat erover
[hij heeft het toezicht of is de baas]
defect raken
[kapot gaan]
Delfts blauw
[met blauwe kleur beschilderd aardewerk]
meer blauw op straat
[meer politie]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
een blauwe maandag
[heel kort]
iemand bont en blauw slaan
[hem afranselen]
een blauwe plek
[lichte bloeduitstorting onder de huid]
spa blauw
[bronwater zonder koolzuur]
Delfts blauw
[blauw beschilderd aardewerk uit Delft]
meer blauw op straat
[meer politie]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zich blauw ergeren
[zich in hoge mate ergeren]
een blauwe maandag
[een zeer korte tijd]
denksporten
[schaken en dammen]
er een sport van maken
[een kwalijke bezigheid tot gewoonte maken]
als je van de duivel spreekt, trap je op z'n staart
[net als je het over iemand hebt, komt hij binnen]
voor de duivel niet bang
[nergens bang voor]
te stom om voor de duvel te dansen
[erg stom]
als een duveltje uit een doosje
[heel onverwacht]
des duivels zijn
[heel woedend]
hij wist niet beter
[hij dacht het echt]
bij gebrek aan beter
[omdat ik niets beters heb]
des te beter
[dat is wel zo goed]
Jan weet altijd alles beter
[hij is eigenwijs]
er is met Barend geen land te bezeilen
[er is niets met hem te beginnen]
deze boer heeft veel land
[veel weiland, veel grond]
's lands wijs, 's lands eer
[ieder land heeft zijn eigen gewoonten en daaraan moet je je aanpassen]
in het land der blinden is eenoog koning
[tussen mensen die niets kunnen, valt iemand die een beetje presteert al gauw op]
nog in het land der levenden zijn
[nog leven]
stad en land af lopen
[overal heen gaan]
daar heb ik het land aan
[daar heb ik een hekel aan]
over Jan gesproken ....
[nu we het toch over Jan hebben]
zij spreekt altijd de waarheid
[liegt nooit]
daar ben ik niet over te spreken
[dat bevalt me niet]
normaal gesproken ....
[gewoonlijk]
dat spreekt vanzelf
[natuurlijk!]
ik heb bij wijze van spreken geen tijd om te eten
[dat is niet echt zo, maar ik heb het erg druk]
deze cijfers spreken voor zich
[ze zijn duidelijk genoeg]
spreken is zilver, zwijgen is goud
[het is beter om te zwijgen dan om te praten]
kijken alsof je niet tot tien kunt tellen
[heel onnozel kijken]
deze kaart telt dubbel
[die is twee keer zoveel waard]
deze landen voeren oorlog
[ze vechten met elkaar]
Duitsland verklaart Nederland de oorlog
[zegt dat ze gaan vechten]
een serie volgen op de televisie
[alle afleveringen zien]
daar heeft hij een hele serie van
[heel veel]
deze stoelen worden in serie gemaakt
[een heleboel tegelijk]
dat is een goed teken
[dat belooft iets goeds]
ik gaf hem een teken
[ik maakte een gebaar]
hij gaf een teken van leven
[liet merken dat hij nog leefde]
hij vertoonde tekenen van angst
[je zag aan hem dat hij angstig was]
deze week staat in het teken van het milieu
[is daar helemaal aan gewijd]
dichte mist
[je kunt er bijna niet doorheen kijken]
je mond dicht houden
[zwijgen]
mond dicht!
[verzoek om iets geheim te houden]
het land is dicht bevolkt
[er wonen veel mensen]
dicht bij huis
[het huis is niet ver]
dichter tot elkaar komen
[meer tot overeenstemming komen]
dicht bij het vuur zitten
[nauw bij iets betrokken zijn]
huis van bewaring
[gevangenis]
het koninklijk huis
[de koninklijke familie]
een heilig huisje
[onderwerp waar je geen kritiek op mag hebben]
niet om over naar huis te schrijven
[niet erg goed]
van huis uit
[bij ons in het gezin]
nog verder van huis raken
[nog meer moeilijkheden krijgen]
heel wat in huis hebben
[heel veel kunnen]
ieder huisje heeft zijn kruisje
[elk gezin heeft zijn problemen]
zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen
[wie zuinig en vlijtig is kan heel wat bereiken]
het huisje bij het schuurtje laten
[niet meer uitgeven dan verantwoord is]
dat staat als een huis
[is heel zeker]
dan is het huis te klein
[dan gaat hij verschrikkelijk tekeer]
van goeden huize
[uit een deftige familie]
huis aan huis
[in alle woningen]
met de deur in huis vallen
[ergens meteen over beginnen]
dicht bij huis blijven
[niet te ver van het onderwerp afdwalen]
je huis moeten opeten
[de waarde van het huis moeten gebruiken voor je levensonderhoud]
iets in huis hebben
[in voorraad hebben]
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
[er moet toezicht zijn, anders gaat het niet goed]
ergens kind aan huis zijn
[er vaak komen]
veel in huis hebben
[veel kunnen]
van goeden huize komen
[van goede familie zijn]
het koninklijk huis
[de familie van de heersende koning of koningin]
dichte mist
[je kunt er bijna niet doorheen kijken]
je mond dicht houden
[zwijgen]
mond dicht!
[verzoek om iets geheim te houden]
het land is dicht bevolkt
[er wonen veel mensen]
dicht bij huis
[het huis is niet ver]
dichter tot elkaar komen
[meer tot overeenstemming komen]
dicht bij het vuur zitten
[nauw bij iets betrokken zijn]
kunt u ons laten weten wat het besluit is
[kunt u ons dat meedelen?]
laat maar
[het hoeft niet meer]
het buiten beschouwing laten
[het er niet over hebben]
we laten het erbij
[we veranderen er niets aan]
dat laat me koud
[het doet me niets]
wil je me met rust laten?
[niet storen]
toen ik het geld teruggaf, zei de klant: laat maar zitten
[ik hoef het niet terug]
heb ik mijn sleutels hier laten liggen?
[heb ik ze hier achtergelaten?]
waar heb ik mijn sleutels gelaten?
[waar heb ik ze opgeborgen?]
die baan heb ik laten schieten
[ik heb hem niet genomen]
ik ben nog nooit in het buitenland geweest, laat staan in Zuid-Afrika
[dus daar zeker niet]
een wind laten
[die niet inhouden]
laat hij nou gelijk hebben!
[tot mijn verbazing had hij gelijk]
Arie is in de veertig
[iets ouder dan veertig]
ik kan er wel in komen
[ik kan het wel begrijpen]
ik ben er helemaal in
[ga er helemaal in op]
die bal is in
[binnen de lijn]
erin stinken
[bedrogen worden, beetgenomen worden]
erin tuinen
[beetgenomen worden]
in het bestuur zitten
[bestuurslid zijn]
op voetbal zitten
[lid zijn van een voetbalclub]
blijven zitten
[niet overgaan naar de volgende klas]
hij ging ervoor zitten
[nam er rustig de tijd voor]
ermee blijven zitten
[het niet kwijtraken]
ergens mee zitten
[het een probleem vinden]
iemand laten zitten
[hem in de steek laten]
blijven zitten
[op school nog een jaar in dezelfde klas moeten blijven]
in de schulden zitten
[schulden hebben]
zonder werk zitten
[geen werk hebben]
het zit me tot hier
[ik heb er genoeg van]
dat zit hem hoog
[daar is hij verontwaardigd over]
daar zit iets achter
[dat betekent nog iets anders]
hij laat het er niet bij zitten
[neemt maatregelen om het te veranderen]
die bal zit!
[hij is in het doel gekomen]
dat zit als gegoten
[past perfect]
ergens om zitten te springen
[het dringend nodig hebben]
hoe zit dat in elkaar?
[hoe is het gemaakt]
ergens aan zitten
[het aanraken]
het niet op je laten zitten
[wraak nemen]
dat zit zo
[ik zal je uitleggen hoe het is]
laat maar zitten
[ik hoef geen geld terug]
laat maar zitten
[ik hoef er niet meer over te praten]
het zit er niet in dat ...
[het is niet mogelijk]
hij zit ernaast
[heeft het mis]
die zit
[die opmerking was raak]
dat zit wel goed
[dat is wel in orde]
het zit erop
[het werk is klaar]
er zit niets anders op
[het is de enige oplossing]
ik zie het wel zitten
[het lijkt me wel iets]
van jongs af aan
[vanaf de tijd dat hij jong was]
jong en oud heeft plezier
[iedereen heeft plezier]
die bril maakt hem jong
[geeft hem een jong uiterlijk]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in de jeugd leert, kun je later gebruiken]
de nacht is nog jong
[nog maar net begonnen]
het jonge paar
[het pas getrouwde paar]
jonge benen hebben
[jong zijn en dus goed kunnen lopen]
een jonge hond
[iemand met een jeugdig, aanstekelijk enthousiasme]
jong en oud
[iedereen]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
gebeten zijn op iets of iemand
[boos zijn uit haat of jaloezie]
die dingen bijten elkaar niet
[zijn niet tegenstrijdig]
die dingen kun je niet vergelijken
[ze zijn heel verschillend]
ik heb geen rooie cent
[niets]
die fiets is geen cent meer waard
[niets meer waard]
hij heeft een aardig centje
[veel geld]
Hassan is erg op de centen
[gierig of zuinig]
ik ben geen cent wijzer geworden
[niets aan de weet gekomen]
op zijn centen zitten
[heel zuinig zijn]
ergens een aardig centje mee verdienen
[ergens veel geld mee verdienen]
hij deugt voor geen cent
[is onbetrouwbaar]
er geen cent voor geven
[het waardeloos vinden]
dat is een fluitje van een cent
[een gemakkelijk klusje]
hij valt dood op een halve cent
[is erg gierig]
je zou hem je laatste cent geven
[kunt hem volledig vertrouwen]
er geen cent wijzer van worden
[niets aan de weet komen; er niets aan verdienen]
die gebeurtenis sterkt haar in haar mening
[maakt dat ze daar nog zekerder van is]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
goed af zijn
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
net goed!
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede partij
[een passende huwelijkspartner]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
er geen goed woord voor overhebben
[het absoluut verwerpelijk vinden]
een goed woordje voor iemand doen
[hem aanbevelen, verdedigen]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
die goeie, oude tijd
[het verleden is beter dan het heden]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
in goede aarde vallen
[welkom zijn]
goed blijven
[niet bederven]
goed gebekt zijn
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
dat heb je goed geschoten
[dat heb je goed voor elkaar]
niet half zo goed
[lang niet zo goed]
een goed heenkomen zoeken
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
uit het goede hout gesneden zijn
[geschikt zijn]
goed beslagen ten ijs komen
[goed voorbereid zijn]
in goeden doen zijn
[veel geld hebben]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
nou goed?
[heb je nu je zin?]
goede raad is duur
[gezegd als je geen oplossing weet]
goede waar verkoopt zich zelf
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
een goed doel
[een liefdadige bestemming]
daar sta je dan met je goeie gedrag
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
te goeder trouw zijn
[oprecht en eerlijk zijn]
goed bij zijn
[slim zijn]
goed in zijn geld zitten
[rijk zijn]
goed op elkaar ingespeeld zijn
[goed kunnen samenwerken]
goed ingevoerd zijn
[goed op de hoogte zijn]
goed bij kas zitten
[voldoende geld hebben]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
het er goed van nemen
[veel consumeren]
goed van pas komen
[nuttig zijn]
niet goed snik zijn
[gek zijn]
goed van de tongriem gesneden zijn
[goed kunnen praten]
goed uitgeslapen zijn
[pittig, oplettend zijn]
goed vertegenwoordigd zijn
[met een behoorlijk aantal]
goed van vertrouwen zijn
[lichtgelovig]
het goed kunnen vinden met iemand
[goed met hem kunnen opschieten]
goed in het vlees zitten
[niet mager zijn]
als goede vrienden uit elkaar gaan
[scheiden zonder ruzie]
er goed bij zitten
[in een luxueus huis]
goede zaken doen
[veel geld verdienen]
een goed uur
[ruim een uur]
een goed hart hebben
[vriendelijk van aard zijn]
het goed voor hebben met iemand
[hem willen helpen]
een goed onthaal krijgen
[welkom zijn]
te goed zijn voor deze wereld
[te goed van vertrouwen zijn]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
een goede verliezer zijn
[je verlies waardig kunnen dragen]
goed en wel was hij thuis ....
[nauwelijks was hij thuis ....]
zo goed als nieuw
[bijna nieuw]
zich te goed doen aan iets
[er volop van genieten]
goeie genade!
[uitroep van schrik of ergernis]
iets te goed houden
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
nou wordt ie goed!
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
iets te goed hebben
[te vorderen, te verwachten]
Goede Vrijdag
[de vrijdag voor Pasen]
ze lagen dubbel van het lachen
[ze moesten ontzettend lachen]
dubbel en dwars
[heel duidelijk]
die heb ik dubbel
[daar heb ik er twee van]
het moet al gek gaan als ...
[het is bijna zeker]
gek genoeg
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
[gedraag je niet anders dan anderen]
je zou gek staan te kijken...
[stomverbaasd zijn]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
op de gekste tijden
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
ik ben me daar gek!
[ik denk er niet over om dat te doen]
gek van angst
[buiten zichzelf]
het is om gek van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
zich gek zoeken naar iets
[er overal naar lopen te zoeken]
ben je gek!
[verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
zo gek als een deur
[helemaal geschift]
díe is gek!
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
hij is niet zo gek als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
geen gek figuur slaan
[een goede indruk maken]
het is te gek om los te lopen
[het is al te dwaas]
dat is lang niet gek!
[tamelijk goed]
dat is te gek!
[geweldig!]
ik ben gek op Hema-worst
[ik ben er dol op]
Adam was gek op Eva
[hield veel van haar]
ergens gek mee zijn
[er veel van houden]
het schooljaar
[periode van augustus tot augustus]
in mijn jonge jaren
[toen ik jong was]
sinds jaar en dag
[sinds lange tijd]
die jurk is van het jaar nul
[heel ouderwets]
magere en vette jaren
[jaren van tegenspoed en van voorspoed]
op jaren zijn
[oud, bejaard]
jaar in, jaar uit
[steeds maar door]
ik kan niet
[ik heb andere afspraken]
ik kan er niets aan doen
[het is mijn schuld niet]
je kunt van hem opaan
[je kunt op hem rekenen]
daar kan ik niet tegen
[ik kan het niet verdragen]
ik kán niet meer
[ik ben heel erg moe]
daar kan ik niet bij met m'n verstand
[dat begrijp ik niet]
ik kan niet toe met mijn zakgeld
[ik heb er niet genoeg aan]
die jurk kán niet
[hij staat erg gek]
zij kan het gedaan hebben
[zij heeft het misschien gedaan]
het kan ermee door
[zo gaat het wel]
het kan niet op
[er komt geen eind aan]
zo kan het wel weer
[zo is het wel genoeg]
jullie kunnen me wat
[ik doe niet wat jullie willen]
iemand onder uit de zak geven
[scherpe kritiek op hem geven]
een kat in de zak kopen
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
zakjes plakken
[in de gevangenis zitten]
oude wijn in nieuwe zakken
[iets bekends in een nieuwe vorm]
in zak en as zitten
[in een toestand van verslagenheid]
een duit in het zakje doen
[een woordje meespreken]
iemand de zak geven
[hem ontslaan]
geld op zak hebben
[geld bij je hebben]
dat kun je in je zak steken
[die opmerking was raak]
die kan hij in zijn zak steken
[hij is veel beter dan die ander]
zonder een cent op zak
[zonder contant geld bij zich te hebben]
het geld brandt hem in de zak
[hij wil het graag uitgeven]
iemand in je zak hebben
[met hem kunnen doen wat je wilt]
zijn ogen in zijn zak hebben
[niet uitkijken]
zijn zakken vullen
[zich verrijken]
iets uit eigen zak betalen
[zelf de kosten dragen]
op zijn zak teren
[van zijn geld leven]
een ouwe zak
[oude man]
ik begrijp er geen zak van
[helemaal niets]
er bleef hem niet veel bespaard
[hij moest veel vervelende dingen meemaken]
die moeite had je je kunnen besparen
[je had dat niet hoeven doen]
die moet je met een lantaarntje zoeken
[daar zijn er maar weinig van]
die opmerking was niet voor jou bestemd
[het was niet de bedoeling dat jij hem hoorde]
hij wint aan invloed
[krijgt meer invloed]
hij heeft haar voor zich gewonnen
[zij vindt hem nu aardig]
hij geeft zich gewonnen
[geeft het op]
een proces winnen
[gelijk krijgen van de rechter]
terrein winnen
[meer terrein in je bezit krijgen]
die opvatting wint steeds meer veld
[steeds meer mensen zijn het ermee eens]
die plaats is maar een stip op de kaart
[heel erg klein]
ik sta erop
[ik wil per se dat het gebeurt]
ik sta achter je
[ik verdedig je]
het staat of valt met ....
[het hangt ervan af]
je moet daar boven staan
[je er niets van aantrekken]
ik sta op het standpunt dat ....
[ik vind dat]
dat staat in verband met ....
[dat heeft ermee te maken]
je baard laten staan
[je niet scheren]
die plant staat er goed bij
[ziet er gezond uit]
hij staat aan het hoofd
[hij heeft de leiding]
ik werk nooit in de tuin, laat staan als het regent
[dus zeker niet als het regent]
dat geval staat op zichzelf
[het heeft niet met iets anders te maken]
zij staat bekend als ....
[men kent haar zo]
ik sta op de foto
[ik ben daarop afgebeeld]
er staat jou nog wat te wachten
[je krijgt nog heel wat te verwerken]
die reis is een hele onderneming
[je moet er veel voor regelen]
wie het eerst komt, het eerst maalt
[wie er het eerste bij is, heeft de eerste kans]
erachter komen
[het ontdekken]
tussenbeide komen
[bemiddelen in een ruzie]
tot jezelf komen
[weer rustig en helder worden]
er kwam iets tussen
[iets verhinderde het]
hoe komt dat?
[wat is de oorzaak?]
hoe kom je daarbij
[waar haal je dat idee vandaan?]
dat komt ervan als je teveel eet
[dat is het gevolg]
ik kan niet op zijn naam komen
[ik kan me zijn naam niet herinneren]
het komt wel goed
[het loopt wel goed af]
kom op!
[laat de moed niet zakken]
die som is moeilijk, ik kom er niet uit
[ik kan hem niet oplossen]
ik zal het wel te weten komen
[ik ontdek het wel]
die stoel is niet om aan te zien!
[hij ziet er verschrikkelijk uit]
het is haar aan te zien dat ze bijna vijftig is
[je kunt het aan haar zien]
ze heeft weer eens gelogen
[voor de zoveelste keer]
hoe laat begint de les ook al weer
[ik heb het wel geweten, maar ik weet het niet meer]
die tijd komt nooit weer
[komt nooit meer terug]
het is samen 100 gulden
[totaal 100 gulden]
die twee hebben iets samen
[een liefdesverhouding]
samen uit samen thuis
[wat je samen begint moet je samen afmaken]
die twee vullen elkaar aan
[wat de een niet heeft, dat heeft de ander]
ergens op gebrand zijn
[het heel graag willen]
die vraag brandt me op de lippen
[ik kan bijna niet wachten hem te stellen]
branden van ongeduld
[heel ongeduldig zijn]
een brandende kwestie
[een erg belangrijke zaak]
die vergelijking gaat mank
[die klopt niet]
de Heilige Vader
[de paus]
een heilig boontje
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
de heilige vader
[de paus]
die vrije zondag is mij heilig
[is heel belangrijk voor me]
het heilige der heilige
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
een heilig huisje
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
heilige huisjes omver werpen
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
iemand het heilige kruis nageven
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
een heilige oorlog
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
de Heilige Stad
[Jeruzalem]
het heilige moeten
[de absolute noodzaak]
hem is niets heilig
[hij heeft nergens respect voor]
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
[oprecht van mening dat ...]
de heilige hermandad
[de politie]
het mag geen naam hebben
[het betekent niets]
ik kan niet op zijn naam komen
[ik herinner me niet hoe hij heet]
met name in augustus was het koud
[vooral in augustus]
zij heeft de naam lui te zijn
[veel mensen vinden dat]
die winkel heeft een goede naam
[staat bekend als een goede winkel]
uit naam van de vereniging
[als vertegenwoordiger van de vereniging]
mijn naam is haas
[ik weet er niets van]
een naamloze vennootschap
[zaak waarvan de aandelen openbaar verkocht kunnen worden]
het beestje bij de naam noemen
[zeggen waar het op staat]
iets op zijn naam schrijven
[een succes behalen]
in zijn naam
[op zijn gezag]
ten name van
[op die naam geregistreerd]
met naam en toenaam
[met alle persoonlijke gegevens]
vrij op naam
[de koper betaalt geen overdrachtskosten]
in naam der wet
[de wet bepaalt het zo]
zijn naam eer aan doen
[zijn reputatie waarmaken]
te goeder naam en faam bekend zijn
[gunstig bekendstaan]
iemand in zijn goede naam aantasten
[belasteren]
een slechte naam hebben
[een slechte reputatie]
iemands naam door het slijk halen
[zijn reputatie aantasten]
het aan zijn naam verplicht zijn
[voor het behoud van zijn goede naam]
wat nog vers in het geheugen ligt
[pas gebeurd is]
vers van de pers
[zojuist verschenen]
die wond is nog vers
[het pijnlijke is pas geleden gebeurd]
met de staart tussen de benen afdruipen
[schaamtevol of vernederd weglopen]
als je van de duivel spreekt, trap je hem op zijn staart
[degene over wie je het hebt, komt net binnen]
er zit kop noch staart aan
[het is een warrig verhaal]
dat muisje zal nog een staartje hebben
[die zaak zal gevolgen hebben]
het venijn zit in de staart
[op het laatst zijn er toch nog moeilijkheden]
die zaak heeft nog een staartje
[nog een vervolg]
hij zet het op een lopen
[gaat heel hard lopen]
een eindje lopen
[wandelen]
hij loopt als een kievit
[loopt heel vlug en goed]
over je laten lopen
[altijd doen wat anderen willen]
iemand tegen het lijf lopen
[ontmoeten]
het loopt tegen acht uur
[het is bijna acht uur]
het loopt ten einde
[is bijna afgelopen]
je loopt gevaar
[je bent in gevaar]
het loopt uit de hand
[het gaat verkeerd]
toen liep het fout
[toen ging het fout]
die zin loopt goed
[er zitten geen fouten in]
college lopen
[college volgen]
1770
1770
in het bestuur zitten
[bestuurslid zijn]
op voetbal zitten
[lid zijn van een voetbalclub]
blijven zitten
[niet overgaan naar de volgende klas]
hij ging ervoor zitten
[nam er rustig de tijd voor]
ermee blijven zitten
[het niet kwijtraken]
ergens mee zitten
[het een probleem vinden]
iemand laten zitten
[hem in de steek laten]
blijven zitten
[op school nog een jaar in dezelfde klas moeten blijven]
in de schulden zitten
[schulden hebben]
zonder werk zitten
[geen werk hebben]
het zit me tot hier
[ik heb er genoeg van]
dat zit hem hoog
[daar is hij verontwaardigd over]
daar zit iets achter
[dat betekent nog iets anders]
hij laat het er niet bij zitten
[neemt maatregelen om het te veranderen]
die bal zit!
[hij is in het doel gekomen]
dat zit als gegoten
[past perfect]
ergens om zitten te springen
[het dringend nodig hebben]
hoe zit dat in elkaar?
[hoe is het gemaakt]
ergens aan zitten
[het aanraken]
het niet op je laten zitten
[wraak nemen]
dat zit zo
[ik zal je uitleggen hoe het is]
laat maar zitten
[ik hoef geen geld terug]
laat maar zitten
[ik hoef er niet meer over te praten]
het zit er niet in dat ...
[het is niet mogelijk]
hij zit ernaast
[heeft het mis]
die zit
[die opmerking was raak]
dat zit wel goed
[dat is wel in orde]
het zit erop
[het werk is klaar]
er zit niets anders op
[het is de enige oplossing]
ik zie het wel zitten
[het lijkt me wel iets]
dienstregeling
[schema van de treinen of bussen]
een regeling treffen
[afspraken maken om iets te regelen]
geboorteregeling
[maatregelen om te zorgen dat vrouwen niet zwanger worden]
diep in de beurs tasten
[veel betalen]
te diep in het glaasje kijken
[zich bedrinken]
niet diep graven
[niet uitputtend op de zaak ingaan]
diepe groeven
[rimpels]
dat is diep ingeworteld
[een vaste gewoonte]
tot diep in de nacht
[tot laat]
diep in de beurs tasten
[heel veel betalen]
met gesloten beurs betalen
[zonder geld, bijvoorbeeld door te ruilen]
een smalle beurs hebben
[weinig geld]
iemands beurs spekken
[hem veel betalen]
aan de beurs genoteerd zijn
[op de vaste koerslijsten voorkomen]
een dik belegde boterham
[met veel beleg]
een dikke huid hebben
[ongevoelig zijn]
een dikke nek hebben
[arrogant zijn, kapsones hebben]
een dikke pil
[een dik boek]
maak je niet dik, dun is de mode
[wind je niet op]
zich dik maken
[zich opwinden]
zij zijn dikke vrienden
[heel goede vrienden]
dat zit er dik in
[dat is te verwachten]
ze doen graag dik
[ze scheppen op]
dat is dik voor elkaar
[helemaal in orde]
dikke kans dat....
[het is waarschijnlijk dat...]
dat komt dik voor elkaar
[dat komt helemaal in orde]
een dik uur
[ruim een uur]
het er dik bovenop leggen
[overdrijven]
het ligt er dik bovenop
[het is overduidelijk]
door dik en dun
[wat er ook gebeurt]
het is dikke mik tussen die twee
[ze zijn goed bevriend]
hem een kans geven
[hem de mogelijkheid geven]
grijp je kans!
[maak van de mogelijkheid gebruik!]
de kansen keren
[de omstandigheden veranderen zodat iemand ánders in het voordeel is]
hij zag zijn kans schoon
[hij benutte een gunstige gelegenheid]
kansarm
[met weinig mogelijkheden om iets te bereiken in het leven]
hij zag kans om ....
[hij kreeg het voor elkaar]
dikke kans dat....
[het is heel waarschijnlijk]
de kans is verkeken
[ongebruikt voorbij gegaan]
heb jij al een vriendje, Anna?
[heb jij al verkering]
dikke vrienden
[goede vrienden van elkaar]
hem te vriend houden
[ervoor zorgen dat hij je aardig blijft vinden]
even goede vrienden
[ik blijf je toch aardig vinden]
beter een goede buur dan een verre vriend
[goede buren kunnen sneller hulp bieden dan vrienden die ver weg wonen]
in nood leert men zijn vrienden kennen
[als je in nood bent, ontdek je pas wie je echte vrienden zijn]
valse vrienden
[woorden in verschillende talen die op elkaar lijken, maar verschillende betekenissen hebben]
van je vrienden moet je het maar hebben
[reactie als vrienden in gebreke blijven]
dingen de revue laten passeren
[ze één voor één nauwkeurig bekijken of bespreken]
waar haalt hij al dat geld vandaan?
[hoe komt hij eraan?]
het examen halen
[ervoor slagen]
dat haalt het niet bij .....
[dat is lang niet zo goed als .....]
dingen door elkaar halen
[ze met elkaar vermengen]
iets uit elkaar halen
[het demonteren]
het voor de geest halen
[het in gedachten zien]
dat hoef je niet in je hoofd te halen
[dat mag je niet doen]
hij is heel direct
[zegt meteen waar het op staat]
directe rede
[letterlijk weergeven wat iemand zei]
directe belastingen
[die rechtstreeks worden geheven]
een directe uitzending
[die niet van tevoren is opgenomen]
ik denk er niet over!
[geen sprake van!]
dit doet me denken aan de vakantie
[het herinnert me eraan]
gestolen goed gedijt niet
[wat je gestolen hebt brengt je ongeluk]
have en goed verliezen
[al zijn bezit]
onroerend goed
[bezittingen die niet van hun plaats kunnen, bijvoorbeeld huizen]
dat belooft niet veel goeds
[reactie op een ongunstig voorteken]
geen goed meer kunnen doen bij iemand
[helemaal bij hem uit de gunst zijn]
hou me ten goede
[verontschuldiging als je iets vervelends gaat zeggen]
ten goede komen aan iemand of iets
[gunstig zijn voor iemand of iets]
wie goed doet, goed ontmoet
[weldaden worden altijd beloond]
dit geld komt ten goede aan de kerk
[is voor de kerk]
hij doet zich te goed aan paling
[hij zit lekker te smullen van paling]
ik heb nog iets te goed
[ik moet nog iets krijgen]
dit is de directeur. Als zodanig zit hij de vergadering voor
[in die functie]
dit is de laatste waarschuwing!
[als je het nog één keer doet, dan ....]
iemand aan de haak slaan
[verkering met hem krijgen]
daar zitten wel haken en ogen aan
[het is niet eenvoudig]
80 kilo schoon aan de haak
[naakt gewogen]
tussen haakjes ....
[uitdrukking waarmee je aangeeft dat iets niet bij het gespreksonderwerp hoort]
dit is niet in de haak
[er is iets niet in orde]
zich door iemand laten leiden
[iemand anders laten bepalen wat je doet]
in leidende positie
[vóór alle anderen]
dat leidt tot goede resultaten
[geeft goede resultaten]
dit leidt tot niets
[dit levert niets op]
hij leidt een gemakkelijk leventje
[hij heeft het gemakkelijk]
dit smaakt naar meer
[ik wil nóg wel wat]
we hebben onder andere Cola in huis
[naast Cola ook nog andere dingen]
onder leiding van Jan de Wit
[Jan de Wit had de leiding]
dit spul wordt onder meer gebruikt voor tanden poetsen
[te midden van andere doelen]
ten onder gaan
[verloren gaan]
onder een auto komen
[aangereden worden door een auto]
van onderen!
[waarschuwing dat er iets op je kan vallen]
zij is nog onder de twaalf
[jonger dan twaalf]
niet van zijn zijde wijken
[niet bij hem vandaan gaan]
hem ter zijde staan
[helpen]
het ter zijde leggen
[wegleggen]
dit terzijde
[het heeft er eigenlijk niet mee te maken]
ik heb pijn in mij zij
[in de zijkant van mijn lijf]
van de zijde van zijn familie
[van zijn familie]
ik voel me daar thuis
[op mijn gemak]
ik trof hem thuis
[toen ik kwam, was hij in zijn woning]
daar is hij goed in thuis
[daar weet hij veel van]
doe alsof je thuis bent!
[maak het je gemakkelijk]
hij gaf niet thuis
[hij reageerde niet]
tot dan!
[tot op de afgesproken tijd]
vooruit dan maar
[ik vind het wel goed]
en wat dan nog?
[wat maakt het uit?]
doe dan ook je best!
[doe toch je best!]
zij schrijft nu en dan
[soms]
iemand de groeten doen
[hem gedag zeggen namens iemand anders]
doe de groeten terug
[reactie op overgebrachte groeten]
met hartelijke groet(en)
[slotzin van een brief]
iemand de laatste groet brengen
[een dode de laatste eer bewijzen]
een kalme zee
[zonder hoge golven]
doe je een beetje kalm aan?
[maak je je niet te druk?]
ik ga liever gewoon dood
[grappige weigering]
het gewone recept
[wanneer iets net zo is als voorgaande keren]
doe maar gewoon
[stel je niet aan]
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
[je mag je (in Nederland) niet afwijkend gedragen]
het moet al gek gaan als ...
[het is bijna zeker]
gek genoeg
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
[gedraag je niet anders dan anderen]
je zou gek staan te kijken...
[stomverbaasd zijn]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
op de gekste tijden
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
ik ben me daar gek!
[ik denk er niet over om dat te doen]
gek van angst
[buiten zichzelf]
het is om gek van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
zich gek zoeken naar iets
[er overal naar lopen te zoeken]
ben je gek!
[verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
zo gek als een deur
[helemaal geschift]
díe is gek!
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
hij is niet zo gek als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
geen gek figuur slaan
[een goede indruk maken]
het is te gek om los te lopen
[het is al te dwaas]
dat is lang niet gek!
[tamelijk goed]
dat is te gek!
[geweldig!]
ik ben gek op Hema-worst
[ik ben er dol op]
Adam was gek op Eva
[hield veel van haar]
ergens gek mee zijn
[er veel van houden]
doe niet zo achterlijk
[doe niet alsof je het niet begrijpt]
doe niet zo achterlijk!
[doe niet alsof je het niet begrijpt]
wat een achterlijke vent (plat)
[dom, stom]
doe niet zo achterlijk
[doe niet alsof je het niet begrijpt]
wat een achterlijke vent (plat)
[dom, stom]
ik heb geen flauw idee
[totaal geen idee]
doe niet zo flauw
[stel je niet aan]
moeilijk lopen
[slecht lopen]
een moeilijke jongen
[lastig, onhandelbaar]
doe niet zo moeilijk!
[werk eens een beetje mee]
maak het jezelf niet zo moeilijk
[vat het niet zo zwaar op]
alle begin is moeilijk
[aanmoediging als iemand iets moeilijk vindt]
het er moeilijk mee hebben
[het slecht kunnen verwerken]
iemand in een moeilijk parket brengen
[het hem moeilijk maken]
doe niet zo neurotisch
[zenuwachtig]
het doel heiligt de middelen
[alles mag als het doel goed is]
het doel van de reis
[het eindpunt]
doel treffen
[raak zijn]
je doel voorbijschieten
[door overdrijven je doel missen]
in eigen doel schieten
[jezelf benadelen]
scoren voor open doel
[op een gemakkelijke manier succes hebben]
iets van hem gedaan krijgen
[ervoor zorgen dat hij het doet]
zo gezegd zo gedaan
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
niets aan te doen!
[er is niets aan te veranderen]
het is met hem gedaan
[hij is dood of verloren]
dat is niks gedaan
[waardeloos]
iemand een plezier doen
[ervoor zorgen dat hij plezier heeft]
ik kon er niets aan doen
[het was mijn schuld niet]
doen alsof
[toneelspelen]
dat doet er niet toe
[dat is onbelangrijk]
ik heb met hem te doen
[ik heb medelijden met hem]
daar is het haar om te doen
[daar doet ze het voor]
voor zijn doen
[in vergelijking met hoe hij anders is]
het kind is uit zijn doen
[in de war]
zijn doen en laten
[zijn manier van leven]
een poging doen
[het proberen]
je neus stoten
[afgewezen worden]
je neus ervoor ophalen
[het minderwaardig vinden]
hem met zijn neus op de feiten drukken
[laten zien hoe het werkelijk zit]
de neuzen tellen
[tellen hoeveel mensen er zijn]
er met je neus bovenop staan
[er vlakbij staan]
met je neus kijken
[niet goed zoeken]
uit je neus zitten eten
[niets doen]
je neus in de wind steken
[ergens trots op zijn]
op je neus kijken
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
overal zijn neus in steken
[zich overal mee bemoeien]
een frisse neus halen
[bij koud weer buiten lopen]
geen knip voor zijn neus waard zijn
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
m'n neus!
[kom nou, dat is onzin]
iemand bij de neus nemen
[hem voor de gek houden, bedriegen]
dat komt me de neus uit
[daar heb ik schoon genoeg van]
iemand iets door de neus boren
[niet betalen wat men hem schuldig is]
plotseling voor iemands neus staan
[hem onverwacht ontmoeten]
de deur voor zijn neus dichtdoen
[terwijl hij er vlak voor staat]
dat gaat je neus voorbij
[daar krijg je niets van]
iemand iets onder de neus wrijven
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
dat zal ik je niet aan je neus hangen
[niet vertellen]
iets langs zijn neus weg zeggen
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
doen alsof je neus bloedt
[alsof je van niets weet]
zijn neus krult
[hij is blij over een compliment]
iemand de pen op de neus zetten
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
[iedereen heeft dezelfde mening]
bleek om de neus worden
[ergens heel bang voor zijn]
niet verder kijken dan je neus lang is
[niet goed nadenken]
iemand iets door de neus boren
[verhinderen dat hij het krijgt]
met de neus in de boter vallen
[het goed treffen]
het deksel op je neus krijgen
[gestraft worden als je te begerig bent]
het ligt voor je neus
[vlak voor je]
iemand de pin op de neus zetten
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
dat is een wassen neus
[stelt niets voor]
het neusje van de zalm
[het fijnste, het beste]
een fijne neus voor iets hebben
[intuïtief iets opmerken]
een scherpe neus hebben
[goed kunnen ruiken]
doen wat je hart je ingeeft
[wat je voelt dat je moet doen]
doffe ellende
[ernstige ellende]
dom gansje
[dom meisje]
1810
1810
hij woont op kamers
[op zichzelf, maar bij anderen in huis]
donkere kamer
[kamer om foto's in te ontwikkelen]
het kleinste kamertje
[de wc]
in de wolken zijn
[heel blij zijn]
er is geen wolkje aan de lucht
[alles is in orde]
een wolk van een baby
[een gezonde, mollige baby]
thee met een wolkje melk
[een klein beetje melk]
achter de wolken schijnt de zon
[na iets naars komt altijd iets leuks]
donkere wolken pakken zich samen
[er dreigt onheil]
met zijn hoofd in de wolken lopen
[van blijdschap niet aan praktische zaken denken]
een donkere bladzijde
[een periode waar je liever niet aan herinnerd wordt]
door een donkere bril kijken
[pessimistisch zijn]
donkere wolken pakken zich samen
[er dreigt onheil, ongeluk]
bier brouwen
[bier maken]
dood bier
[dat niet meer schuimt]
dood en begraven zijn
[allang vergeten zijn]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar kort]
je dood houden
[je absoluut niet bewegen]
je dood ergeren
[heel erg ergeren]
je dood lachen
[heel erg moeten lachen]
meer dood dan levend
[in erg slechte toestand]
zo dood als een pier
[morsdood]
je dood schrikken
[heel erg schrikken]
op dood spoor
[je komt niet verder met die aanpak]
op sterven na dood zijn
[er heel slecht aan toe zijn]
iemand dood verklaren
[net doen alsof hij er niet is]
je dood schamen
[je heel erg schamen]
een dooie boel
[een saaie boel]
een dooie diender
[een saai iemand]
dood getijde
[tussen eb en vloed]
een dode hoek
[stuk waar je niets kunt zien]
over het dode punt heen zijn
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
een dode taal
[die niet meer gesproken wordt]
op zijn dooie akkertje
[heel rustig]
ergens een broertje dood aan hebben
[er afschuw van hebben]
in zijn dooie eentje
[helemaal alleen]
op zijn dooie gemak
[zonder zich te haasten]
dood en begraven zijn
[allang vergeten zijn]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar kort]
je dood houden
[je absoluut niet bewegen]
je dood ergeren
[heel erg ergeren]
je dood lachen
[heel erg moeten lachen]
meer dood dan levend
[in erg slechte toestand]
zo dood als een pier
[morsdood]
je dood schrikken
[heel erg schrikken]
op dood spoor
[je komt niet verder met die aanpak]
op sterven na dood zijn
[er heel slecht aan toe zijn]
iemand dood verklaren
[net doen alsof hij er niet is]
een dooie boel
[een saaie boel]
een dooie diender
[een saai iemand]
dood getijde
[tussen eb en vloed]
een dode hoek
[stuk waar je niets kunt zien]
over het dode punt heen zijn
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
een dode taal
[die niet meer gesproken wordt]
op zijn dooie akkertje
[heel rustig]
ergens een broertje dood aan hebben
[er afschuw van hebben]
in zijn dooie eentje
[helemaal alleen]
op zijn dooie gemak
[zonder zich te haasten]
het antwoord schiet me niet te binnen
[ik weet het niet meer]
door dat restaurant is hij wel binnen
[zo rijk dat hij niet meer hoeft te werken]
iets niet onder stoelen of banken steken
[er rond voor uitkomen]
door de bank genomen
[gemiddeld]
de bocht afsnijden
[een kortere weg nemen]
door de bocht gaan
[toegeven]
uit de bocht vliegen
[door het verkeerd nemen van de bocht van de weg af raken]
hij wringt zich in alle bochten
[doet van alles om zijn zin te krijgen]
Mehmet in de bocht!
[Mehmet is weer gek bezig]
een boom van een vent
[een grote stevige man]
hoge bomen vangen veel wind
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
door de bomen het bos niet zien
[door de details het geheel niet zien]
aan zijn vruchten kent men de boom
[aan zijn daden kent men de mens]
de bomen groeien niet tot in de hemel
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
een boom van een vent
[een grote stevige man]
hoge bomen vangen veel wind
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
door de bomen het bos niet zien
[door de details het geheel niet zien]
aan zijn vruchten kent men de boom
[aan zijn daden kent men de mens]
de bomen groeien niet tot in de hemel
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
aan de vruchten kent men de boom
[men kent de mens aan wat hij doet]
de appel valt niet ver van de boom
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
omdraaien als een blad aan een boom
[je ineens heel anders gaan gedragen]
de kat uit de boom kijken
[een afwachtende houding aannemen]
je kunt de boom in!
[ik weiger het echt]
een boom omzagen
[hard snurken]
door de week
[op werkdagen]
door de eeuwen heen
[gedurende vele eeuwen]
door middel van
[met]
we zijn op de helft
[halverwege]
je hebt de helft verzonnen!
[het grootste deel]
mijn betere helft
[echtgenote]
door de helft
[in twee stukken]
op de helft
[halverwege]
over de helft
[meer dan de helft gedaan hebben]
de helft van wat hij zegt is niet waar
[een groot deel ervan]
het onder de knie hebben
[weten hoe het moet]
hij moet over de knie
[hij krijgt een pak slaag]
door de knieën gaan
[eindelijk toegeven]
iemand over de knie leggen
[hem een pak slaag geven]
het is geen wet van Meden en Perzen
[geen regel waar iedereen zich aan moet houden]
hem de wet voorschrijven
[zeggen wat hij wel of niet mag doen]
wet is wet
[de wet moet nageleefd worden, al is het moeilijk]
hij staat boven de wet
[hoeft zich er niet aan te houden]
de heren van de wet
[mensen van de overheid]
we gaan er geen wet van maken
[geen vaste gewoonte]
naar de geest van de wet
[volgens de uitgangspunten ervan]
nood breekt wet
[als je erg in de knoei zit, hoef je je niet aan de wet te houden]
zijn woord is wet
[wat hij zegt moet gebeuren]
door de mazen van de wet kruipen
[op listige wijze de wet ontduiken]
trouwen voor de wet
[voor de burgerlijke stand]
nood breekt wet
[als je in moeilijkheden zit moet je wel eens dingen doen die verboden zijn]
zijn wil is wet
[hij bepaalt de regels]
iemand in zijn netten verstrikken
[hem (ergens voor) vangen]
door de mazen van het net kruipen
[ternauwernood ontsnappen]
achter het net vissen
[te laat komen om ergens van te profiteren]
week in week uit
[altijd]
door de week
[alleen op werkdagen, niet op zondag]
door de week
[op werkdagen]
door de eeuwen heen
[gedurende vele eeuwen]
door middel van
[met]
onder de wol kruipen
[lekker naar bed gaan]
door de wol geverfd zijn
[veel ervaring hebben]
veel geschreeuw, maar weinig wol
[veel drukte, maar weinig resultaat]
aan de wol herkent men de schapen
[men kent de mens aan zijn daden]
door de zee verzwolgen
[in één keer in zee verdwenen]
zuur kijken
[onvriendelijk]
iemand het leven zuur maken
[hem dwarszitten]
door de zure appel heen bijten
[aanvaarden wat onvermijdelijk en vervelend is]
een zure bom
[grote, zoetzure augurk]
de druiven zijn zuur
[de nederlaag is moeilijk te accepteren]
een dik belegde boterham
[met veel beleg]
een dikke huid hebben
[ongevoelig zijn]
een dikke nek hebben
[arrogant zijn, kapsones hebben]
een dikke pil
[een dik boek]
maak je niet dik, dun is de mode
[wind je niet op]
zich dik maken
[zich opwinden]
zij zijn dikke vrienden
[heel goede vrienden]
dat zit er dik in
[dat is te verwachten]
ze doen graag dik
[ze scheppen op]
dat is dik voor elkaar
[helemaal in orde]
dikke kans dat....
[het is waarschijnlijk dat...]
dat komt dik voor elkaar
[dat komt helemaal in orde]
een dik uur
[ruim een uur]
het er dik bovenop leggen
[overdrijven]
het ligt er dik bovenop
[het is overduidelijk]
door dik en dun
[wat er ook gebeurt]
het is dikke mik tussen die twee
[ze zijn goed bevriend]
door een diep dal gaan
[door een moeilijke periode]
iemand uit het dal halen
[uit de moeilijkheden]
in een dal zitten
[een moeilijke tijd doormaken]
een donkere bladzijde
[een periode waar je liever niet aan herinnerd wordt]
door een donkere bril kijken
[pessimistisch zijn]
donkere wolken pakken zich samen
[er dreigt onheil, ongeluk]
door een examen rollen
[er goed doorheen komen]
ergens in rollen
[er toevallig in terechtkomen]
een zaak aan het rollen brengen
[die op gang brengen]
een sigaret rollen
[die maken door shag in een vloeitje te doen]
gras rollen
[het maaien met een grasmaaier]
door een roze bril kijken
[alles mooier zien dan het is]
de roze driehoek
[symbool van homoseksuelen]
door haar trots is ze niet erg geliefd
[doordat ze zich meer voelt dan een ander]
trots zijn op iemand
[vinden dat hij een geweldige prestatie heeft geleverd]
zo trots als een aap (pauw)
[heel erg trots]
dat is te dol
[dat kan niet waar zijn]
het is te dol om los te lopen
[al te dwaas]
het is om dol van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
door het dolle heen zijn
[zo opgefokt dat je nergens meer bij nadenkt]
een dolle Mina
[strijdster voor de emancipatie van vrouwen]
ergens dol op zijn
[er veel van houden]
er spookt een gedachte door zijn hoofd
[die laat hem niet met rust]
door het huis spoken
['s nachts op zijn, terwijl anderen slapen]
door het lint gaan
[je zelfbeheersing verliezen, heel woedend worden]
een lintje verdienen
[onderscheiding vanwege een bijzondere prestatie]
het lint doorknippen
[ceremonie om iets te openen]
uit het oog, uit het hart
[wie je niet meer ziet, vergeet je]
zo op het oog
[als je oppervlakkig kijkt]
uit het oog verliezen
[niet meer zien]
iemand onder vier ogen spreken
[zonder dat er anderen bij zijn]
oog om oog, tand om tand
[wat iemand je aandoet, dat doe je ook hem aan]
oog in oog staan met iemand
[recht tegenover elkaar]
iemand een doorn in het oog zijn
[hem ergeren]
groen en geel voor de ogen worden
[duizelig worden]
iemand een rad voor de ogen draaien
[de dingen anders voorstellen dan ze zijn]
wat zijn ogen zien, maken zijn handen
[hij is erg handig]
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
ogen in zijn rug hebben
[alles zien]
iemand de ogen openen
[hem de waarheid laten zien]
met het oog op
[in verband daarmee]
iemand naar de ogen zien
[je afhankelijk opstellen]
iemand naar de ogen zien
[je afhankelijk opstellen]
iets met de ogen verslinden
[er verlangend naar kijken]
een oogje in het zeil houden
[opletten of alles goed gaat]
iets voor ogen houden
[het in gedachten houden]
in zijn ogen
[volgens hem]
in het oog lopen of springen
[opvallen]
je ogen uitkijken
[het prachtig vinden om te zien]
het met andere ogen bekijken
[op een andere manier]
schele ogen geven
[anderen jaloers maken]
grote ogen opzetten
[verbaasd kijken]
er geen oog voor hebben
[er geen aandacht voor hebben]
iemand de ogen uitsteken
[jaloers maken]
een oogje op iemand hebben
[een beetje verliefd op haar zijn]
het onder ogen zien
[het beseffen]
iets op het oog hebben
[het gezien hebben en willen kopen]
je ogen de kost geven
[goed kijken]
iemand zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
je ogen in je zak hebben
[niet opletten]
iemand zand in de ogen strooien
[voor de gek houden, misleiden]
ogen tekortkomen
[veel te zien hebben]
als mijn ogen mij niet bedriegen
[ik weet niet zeker of ik het goed gezien heb]
met het blote oog
[zonder bril of andere hulpmiddelen]
geen oog dichtdoen
[niet kunnen slapen]
hij heeft dollartekens in zijn ogen
[laat blijken dat hij graag geld wil verdienen]
geen hand voor ogen kunnen zien
[helemaal niets]
iemand het licht in de ogen niet gunnen
[niets gunnen]
ergens een open oog voor hebben
[er de waarde van inzien]
de schellen vallen hem van de ogen
[hij ziet hoe het werkelijk zit]
wel de splinter in andersmans oog zien, maar niet de balk in zijn eigen oog
[blind zijn voor eigen fouten, maar van anderen alles zien]
hoge ogen gooien
[veel kans maken]
door het oog van de naald
[aan groot gevaar ontkomen]
heet van de naald
[direct nadat het bekend geworden is]
zoeken naar een naald in een hooiberg
[naar iets wat eigenlijk onvindbaar is]
door het oog van de naald kruipen
[ergens ternauwernood aan ontkomen]
het is achter de rug
[het is voorbij]
achter zijn rug om
[zonder dat hij er van weet]
hem de rug toekeren
[niets van hem willen weten]
ik heb een brede rug
[ik kan veel verdragen]
de rug van een boek
[waar de bladen aan elkaar vast zitten]
de rug van je hand
[de bovenkant]
de rug van een stoel
[waar je met je rug tegenaan zit]
het was een dolkstoot in zijn rug
[een verraderlijke aanval]
door je rug gaan
[je vertillen]
met de rug tegen de muur staan
[geen oplossing meer weten]
een natte rug hebben
[hard gewerkt hebben]
ik heb geen ogen in mijn rug
[ik had dat onmogelijk kunnen zien]
een open ruggetje
[open ruggenmerg bij pasgeboren baby]
over de ruggen van...
[misbruik makend van...]
iets de rug toekeren
[je er niet meer mee bezighouden]
het water loopt hem langs de rug
[hij zweet erg]
door list en bedrog
[op slinkse, oneerlijke wijze]
je beste beentje voorzetten
[heel erg je best doen]
het been stijf houden
[niet toegeven]
op het verkeerde been zetten
[de verkeerde informatie geven, misleiden]
op je achterste benen staan
[verontwaardigd zijn]
geen been hebben om op te staan
[niet kunnen bewijzen dat je gelijk hebt]
de benen nemen
[ervandoor gaan]
met één been in het graf staan
[bijna dood zijn]
goed ter been zijn
[nog goed kunnen lopen]
zich de benen uit het lijf lopen
[zich erg inspannen om iets te bereiken]
op de been zijn
[opgestaan zijn, uit bed zijn]
er was veel volk op de been
[op straat]
met beide benen op de grond staan
[de werkelijkheid niet uit het oog verliezen]
op je laatste benen lopen
[bijna dood zijn]
met het verkeerde been uit bed stappen
[een slecht humeur hebben]
tegen het zere been zijn
[erg pijnlijk zijn]
met de staart tussen de benen afdruipen
[beschaamd weglopen]
een blok aan je been zijn
[je het leven moeilijk maken]
op eigen benen staan
[zelfstandig zijn]
op één been kun je niet lopen
[neem nóg een consumptie!]
als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen
[als twee mensen ruzie maken, krijgt de derde meestal het voordeel]
door merg en been gaan
[heel indringend zijn]
vel over been zijn
[broodmager]
ze ziet er geen been in
[ze heeft er geen bezwaar tegen]
steen en been klagen
[voortdurend klagen en jammeren]
door de week
[op werkdagen]
door de eeuwen heen
[gedurende vele eeuwen]
door middel van
[met]
door middel van ....
[door ..... te gebruiken]
ik heb er de middelen niet voor
[het geld]
hem schade berokkenen
[schade toebrengen]
je schade inhalen
[nemen wat je tekort gekomen bent]
door schade en schande wijs worden
[leren van je fouten]
de schade opmaken
[kijken wat er aangetast is]
wat is de schade?
[hoeveel moet ik betalen?]
mooi weer spelen
[net doen alsof er niets aan de hand is]
in weer en wind
[altijd, hoe slecht het weer ook is]
het is geen weer
[heel slecht weer]
er is zwaar weer op komst
[het gaat stormen/ er komen moeilijke tijden]
weer of geen weer
[ongeacht de omstandigheden]
door weer en wind
[in slechte weersomstandigheden]
bittere tranen
[die voortkomen uit verdriet of spijt]
een bittere nasmaak
[een vervelend gevoel dat je ergens aan overhoudt]
een bittere pil
[een vervelende boodschap]
een bittere pil moeten slikken
[een pijnlijke vernedering moeten ondergaan]
doorgaan tot het bittere eind
[altijd maar doorgaan, hoe erg het ook wordt]
het is bitter koud
[heel erg koud]
goed voor de dorst
[daarna heb je geen dorst meer]
een appeltje voor de dorst
[geld dat je bewaart voor slechtere tijden]
dorst naar kennis
[de behoefte om iets te leren]
je moet er niet omheen draaien
[je moet zeggen waar het op staat]
dat is waar het om draait
[daar gaat het om]
er draait een goede film
[die wordt vertoond]
draai jij de deur op slot?
[doe jij de deur op slot?]
hem een rad voor ogen draaien
[bedriegen]
drankje
[iets drinkbaars met alcohol erin]
aan de drank zijn
[verslaafd aan alcohol]
zoals zo velen
[zoals veel andere mensen]
drie euro zoveel
[drie euro en nog iets]
driemaal raden wie dat gedaan heeft
[het is niet moeilijk om te raden]
dat raadt je de koekoek!
[dat spreekt vanzelf!]
dromen zijn bedrog
[wat je droomt is geen werkelijkheid]
hem uit de droom helpen
[de waarheid vertellen]
het huis van mijn dromen
[wat ik altijd al graag heb willen hebben]
daarmee is geen droog brood te verdienen
[het levert geen geld op]
dat is brood op de plank
[geld om van te leven]
droog brood eten
[heel arm zijn]
de honden lusten er geen brood van
[het is schandalig]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeften dan alleen eten en drinken]
je de kaas niet van het brood laten eten
[opkomen voor jezelf]
iets op je brood krijgen
[er de schuld van krijgen, er een verwijt over krijgen]
het brood uit de mond sparen
[bezuinigen op wat je eet, voor iemand anders]
iemand het brood uit de mond stoten
[hem afnemen waar hij zijn geld mee verdient]
op water en brood zitten
[in de gevangenis]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene van wie je afhankelijk bent]
ergens geen brood in zien
[niet verwachten dat het iets oplevert]
druk op hem uitoefenen
[hem onder druk zetten]
macht uitoefenen
[anderen laten doen wat jij wilt]
hem onder druk zetten
[proberen hem ergens toe te dwingen]
een gebied van hoge druk
[weer zonder bewolking en depressies]
de druk is van de ketel
[de grootste spanning is voorbij]
druk uitoefenen
[je invloed aanwenden om iets voor elkaar te krijgen]
ze lagen dubbel van het lachen
[ze moesten ontzettend lachen]
dubbel en dwars
[heel duidelijk]
die heb ik dubbel
[daar heb ik er twee van]
dat zit me dwars
[dat vind ik vervelend]
iemand de voet dwars zetten
[hem tegenwerken]
ergens dwars tegenin gaan
[helemaal in strijd met iets]
dubbel en dwars
[ruimschoots]
moderne talen
[Engels, Frans en Duits]
klassieke talen
[Grieks en Latijn]
een dode taal
[die niemand meer spreekt]
grove taal uitslaan
[lelijke woorden gebruiken]
zwijgen in alle talen
[niets zeggen]
hij gaf taal noch teken
[liet niets van zich horen]
een levende taal
[die nog gesproken wordt]
een vreemde taal
[een buitenlandse taal]
bloemrijke taal
[met veel beeldspraak]
duidelijke taal spreken
[begrijpelijk zijn]
gepeperde taal
[met harde oordelen]
gespierde taal
[waaruit blijkt dat je daadkrachtig bent]
taal noch teken geven
[niets van zich laten horen]
versluierende taal
[waarmee iemand niet ronduit zegt wat hij bedoelt]
iemand iets duidelijk maken
[het hem goed uitleggen]
duidelijke taal spreken
[begrijpelijk zijn]
deze landen voeren oorlog
[ze vechten met elkaar]
Duitsland verklaart Nederland de oorlog
[zegt dat ze gaan vechten]
postduif
[die over grote afstanden de weg terug naar huis weet te vinden]
duiven melken
[duiven houden]
de gebraden duiven vliegen je niet zomaar in de mond
[je moet er wel moeite voor doen]
onder iemands duiven schieten
[op een oneerlijke manier iets krijgen wat voor een ander bestemd was]
duiven melken
[duiven houden]
duizend angsten uitstaan
[heel erg bang zijn]
duizend en één bezwaren
[heel erg veel]
hij is iemand uit duizenden
[heel speciaal en geweldig]
iemands dood
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
de een zijn dood is de ander zijn brood
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
de dood vinden
[omkomen]
de dood zoeken
[zelf een eind aan je leven maken]
de dood voor ogen hebben
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
ten dode opgeschreven (mensen)
[op korte termijn gaan sterven]
ten dode opgeschreven (dingen)
[gedoemd zijn te mislukken]
als de dood zijn voor iets
[er erg bang voor zijn]
om de dooie dood niet
[absoluut niet]
de dood in hebben
[de pest in hebben]
het is er de dood in de pot
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
duizend doden sterven
[heel veel angsten hebben]
een mooie dood
[zonder doodstrijd]
iemand de dood op het lijf jagen
[heel erg laten schrikken]
zo bleek als de dood
[heel erg bleek]
de zwarte dood
[de pest]
als de dood zijn voor iemand of iets
[er heel erg bang voor zijn]
duizend angsten uitstaan
[heel erg bang zijn]
duizend en één bezwaren
[heel erg veel]
hij is iemand uit duizenden
[heel speciaal en geweldig]
aan de dunne zijn
[diarree hebben]
het loopt hem dun door de broek
[hij is erg bang]
de spoeling is dun
[iedereen krijgt maar weinig]
dun gezaaid zijn
[niet veel voorkomen]
het land is dun bevolkt
[er wonen maar weinig mensen]
zijn huid duur verkopen
[zich tot het uiterste verdedigen]
een dure liefhebberij
[iets wat veel geld kost]
dat komt hem duur te staan
[heeft onplezierige gevolgen voor hem]
duur doen
[opscheppen]
dat is je dure plicht
[het is een erezaak]
probeer het nog eens
[probeer het opnieuw]
duurt het nog langer?
[een extra tijd langer]
en jij was nog wel bang dat je zou zakken
[dat was dus onnodig]
ze zei nog ja ook!
[ik had het niet verwacht]
ook dat nog!
[bij alles wat we al meemaken]
hij is toch nog gekomen
[ik had het niet verwacht]
dweilen met de kraan open
[zinloos werk doen]
langs de straat dweilen
[zwalkend over straat lopen]
in de open lucht
[buiten]
met open mond
[heel verbaasd]
hem met open armen ontvangen
[heel hartelijk]
een open boek zijn
[geen geheimen hebben]
dat is een open deur
[iets wat al veel vaker verteld is]
dweilen met de kraan open
[proberen een probleem op te lossen, zonder iets aan de oorzaken te doen]
met open mond luisteren
[zeer aandachtig]
een open oog hebben voor iets
[er de waarde, het belang van inzien]
we spelen open kaart
[we zeggen het eerlijk]
een film met een open eind
[je ziet niet hoe het afloopt]
dat laat ik nog even open
[dat bepaal ik nu nog niet]
een open sollicitatie
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
een open vraag
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
een open brief
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
een open dag
[kijkdag bij een instelling]
open huis houden
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
een open inrichting
[zonder afgesloten deuren]
de Open Universiteit
[die voor iedereen toegankelijk is]
een open gezicht
[dat vertrouwen wekt]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
in open zee
[ver uit de kust]
open en bloot
[vrij en zonder zich te schamen]
scoren voor open doel
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
echt iets voor jou
[het past goed bij je]
net echt
[het kan voor echt doorgaan]
echt waar
[het is niet verzonnen]
edele delen
[geslachtsdelen]
hoefsmid
[iemand die hoefijzers onder paarden zet]
edelsmid
[iemand die van edele metalen sieraden maakt]
het geheim van de smid
[alleen ingewijden weten ervan]
met je ziel onder je arm
[zonder doel]
hem op zijn ziel trappen
[erg kwetsen]
zieltjes winnen
[mensen tot je geloof bekeren]
hoe meer zielen hoe meer vreugd
[hoe meer mensen, hoe gezelliger het wordt]
je ziel aan de duivel verkopen
[je uitleveren aan iets slechts]
eelt op je ziel hebben
[ongevoelig zijn voor verdriet]
ter ziele gaan
[ophouden te bestaan]
met hart en ziel
[met alle kracht en toewijding]
op zijn ziel krijgen
[een uitbrander krijgen]
bezit uw ziel in lijdzaamheid
[berust er nu maar in]
het snijdt me door de ziel
[het raakt me diep]
twee zielen, een gedachte
[op hetzelfde moment hetzelfde denken]
hoe meer zielen, hoe meer vreugd
[hoe meer mensen, hoe gezelliger]
zieltjes winnen
[mensen tot je geloof of tot je partij overhalen]
een zieltje zonder zorg
[iemand die onbekommerd leeft]
een aai over de bol geven
[een complimentje]
voor aap staan
[voor gek staan]
daar komt de aap uit de mouw
[nu blijkt wat er echt gebeurd is]
in de aap gelogeerd zijn
[in moeilijkheden zijn]
als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen
[wie zich beter voordoet dan hij is, valt een keer door de mand]
zich een aap lachen
[heel erg moeten lachen]
al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding
[je wordt niet mooier van chique kleren of sieraden]
een aangeklede aap
[iemand die erg opzichtig gekleed is]
een aap van een jongen
[een deugniet]
zich een aap schrikken
[heel erg schrikken]
voor aap staan
[je belachelijk maken]
iemand voor aap zetten
[hem in het openbaar belachelijk maken]
het aan stukken slaan
[kapot slaan]
aan één stuk door
[voortdurend]
een man uit één stuk
[erg betrouwbaar]
stukje bij beetje
[langzaam en geleidelijk]
werken dat de stukken ervan afvliegen
[heel hard werken]
een stukje mee-eten
[een hapje mee-eten]
stukje bij beetje
[geleidelijk]
aan één stuk door
[voortdurend]
het ontbrekende stukje van de puzzel
[de oplossing]
iemand uit één stuk
[consequent in zijn opvattingen]
een stuk duidelijkheid scheppen
[enige duidelijkheid]
op geen stukken na
[in het geheel niet]
een raar stuk vreten
[een wonderlijke persoon]
stukken beter
[veel beter]
stuk voor stuk
[allemaal apart]
per stuk
[per exemplaar]
een stuk of tien
[ongeveer tien]
een aangetekend stuk
[waarvoor je een ontvangstbewijs moet tekenen]
stukken goedkoper
[veel goedkoper]
op geen stukken na
[lang niet]
van zijn stuk zijn
[in de war zijn]
een stuk in je kraag
[dronken]
op zijn stuk blijven staan
[niet toegeven]
groot van stuk
[groot van gestalte]
lik op stuk krijgen
[snel een reactie krijgen]
een stuk onbenul
[een sufferd]
een stout stukje
[een dappere daad]
voet bij stuk houden
[niet toegeven]
een brief op poten
[een boze, duidelijke brief]
dat geef ik je op een briefje
[dat weet ik heel zeker, dat bevestig ik]
een aangetekende brief
[waarvan je het bewijs hebt dat hij verstuurd is]
een aanslag opeisen
[in de media laten weten dat je de aanslag gepleegd hebt]
een aanzoek doen
[iemand ten huwelijk vragen]
voor aap staan
[voor gek staan]
daar komt de aap uit de mouw
[nu blijkt wat er echt gebeurd is]
in de aap gelogeerd zijn
[in moeilijkheden zijn]
als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen
[wie zich beter voordoet dan hij is, valt een keer door de mand]
ik heb er een lief ding voor over
[ik heb er veel voor over]
een aardig ding
[een lief meisje]
de dingen bij hun naam noemen
[precies zeggen hoe je erover denkt]
de dingen nemen zoals ze zijn
[met alle gebreken en fouten die erbij horen]
een lekker ding
[een aantrekkelijke man of vrouw]
dat loopt aardig in de papieren
[dat wordt kostbaar]
een aardig mondje (woordje) Engels spreken
[die taal redelijk beheersen]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
het hoge woord komt eruit
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
met twee woorden spreken
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
geen woorden maar daden
[we hebben niets aan praatjes alleen]
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
let op mijn woorden!
[dat zal zeker gebeuren]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
met twee woorden spreken
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
woord voor woord
[volledig en precies]
je woorden wegen
[zorgvuldig formuleren]
ik geloof je op je woord
[omdat je het zegt]
woord houden
[doen wat je beloofd hebt]
iemand aan zijn woord houden
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
een man van zijn woord
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
een man een man, een woord een woord
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
iemand aan het woord laten
[laten uitspreken]
het woord voeren
[spreken]
zijn woordje kunnen doen
[zich goed kunnen uitdrukken]
het woord richten tot iemand
[hem toespreken]
iemand te woord staan
[hem aanhoren]
een goed woordje voor hem doen
[hem aanbevelen]
een vies woord
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
niet uit je woorden kunnen komen
[er niet in slagen het te zeggen]
hem op zijn woord geloven
[hij hoeft het niet te bewijzen]
een hartig woordje spreken met iemand
[hem zeggen wat je vindt]
er was geen woord tussen te krijgen
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
enkele woorden wisselen
[met elkaar spreken]
een aardig woordje Engels spreken
[die taal goed beheersen]
altijd het laatste woord willen hebben
[altijd nog iets willen toevoegen]
de daad bij het woord voegen
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
daar is geen woord Frans bij
[dat is heel duidelijk]
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
[die zaak is nog niet afgehandeld]
woorden hebben
[ruzie hebben]
een aardigheidje
[een klein presentje]
een aardje naar je vaartje hebben
[op je vader lijken]
van dien aard
[zodanig]
van voorbijgaande aard zijn
[tijdelijk zijn]
uit de aard der zaak
[als een noodzakelijk gevolg]
een absoluut gehoor
[het vermogen om de toonhoogte van een toon aan te geven]
het absolute nulpunt
[de laagste temperatuur die mogelijk is]
de absolute top
[de allerbesten]
een abstract betoog
[zonder duidelijke voorbeelden]
een achtergebleven gebied
[waar alles nog niet zover ontwikkeld is]
daar zit iets achter
[ze vertellen niet alles, ze hebben een geheim]
een achtergebleven gebied
[het is armer of ouderwetser dan andere gebieden]
beter een half ei dan een lege dop
[beter iets dan niets]
een advocaat in de dop
[een jongere die er aanleg voor heeft om dat te worden]
een zangeres in de dop
[ze heeft er aanleg voor om zangeres te worden]
kijk uit je doppen!
[kijk uit, gebruik je ogen!]
een afstand overbruggen
[van de ene plaats naar de andere komen]
het op een akkoordje gooien
[allebei wat toegeven om het eens te worden]
een akkoord sluiten
[een aantal afspraken maken, bijvoorbeeld om de vrede te handhaven]
een ambulante patiënt
[die niet op bed hoeft te blijven]
ambulante handel
[markt- en straathandel]
het klokje van gehoorzaamheid
[de tijd waarop je naar bed moet]
het klokje rond slapen
[twaalf uur slapen]
hij is een man van de klok
[hij is altijd op tijd]
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
[het is nergens zo goed als thuis]
een analoge klok
[met wijzers]
een digitale klok
[met alleen cijfers]
het klokje van gehoorzaamheid
[bedtijd voor kinderen]
daar kun je de klok op gelijkzetten
[als iets altijd op een vaste tijd gebeurt]
met de regelmaat van de klok
[herhaaldelijk, regelmatig]
de klok terugdraaien
[terugkeren naar een vroegere situatie]
tegen de klok werken
[hard werken om nog op tijd klaar te zijn]
de biologische klok
[het natuurlijke mechanisme van onder andere waken en slapen]
het aan de grote klok hangen
[het aan iedereen vertellen]
hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
[hij weet het wel ongeveer, maar niet precies]
dat klinkt als een klok
[het zit goed in elkaar, is perfect]
uit de koers raken
[uit de goede richting raken]
de koers kwijt zijn
[niet langer de goede kant op gaan]
een andere koers gaan varen
[het op een heel andere manier proberen]
om de andere dag
[de ene dag wel, de andere dag niet]
ik wil het een en ander bespreken
[verschillende dingen]
ze hebben een of ander feest
[doet er niet toe wat voor feest]
onder andere
[naast andere dingen (dieren, mensen)]
het over een andere boeg gooien
[het anders aanpakken]
een en ander
[dat wat genoemd is]
het een en ander
[verschillende dingen, die niet bij name genoemd worden]
het één sluit het ander niet uit
[beide dingen zijn mogelijk]
als geen ander
[beter dan wie ook]
dat is een heel ander geluid
[het tegendeel van wat eerder gezegd werd]
in andere handen overgaan
[naar een andere eigenaar]
geen andere keuze hebben
[gedwongen zijn iets te doen]
onder andere
[wat je noemt, terwijl je ook andere dingen zou kunnen noemen]
een andere toon aanslaan
[beleefder worden]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
een appel doen op iemand
[zijn hulp inroepen]
goed voor de dorst
[daarna heb je geen dorst meer]
een appeltje voor de dorst
[geld dat je bewaart voor slechtere tijden]
dorst naar kennis
[de behoefte om iets te leren]
een appeltje voor de dorst bewaren
[geld opzij leggen voor later]
voor een appel en een ei
[voor heel weinig geld]
de sterke arm
[de politie]
iemand in de arm nemen
[zijn hulp inroepen]
met je ziel onder je arm lopen
[je vervelen]
met open armen ontvangen
[heel erg hartelijk]
in je armen sluiten
[omhelzen]
lange armen hebben
[veel macht bezitten]
elkaar in de armen vallen
[het heel erg met elkaar eens worden]
met de armen over elkaar zitten
[niets doen]
een arm geven
[ondersteunen met een arm]
het is alsof het van de armen gaat
[zuur commentaar als men zuinig is]
zo arm als Job (de mieren, een kerkrat)
[heel erg arm]
arm en rijk
[iedereen]
de armen van geest
[eenvoudige mensen]
een illusie armer zijn
[ergens teleurgesteld over zijn]
het arme schaap
[de stakker]
een arme sloeber (stakker, stumper, sukkel)
[iemand die medelijden opwekt]
een armzalig loontje
[heel laag]
een autoritaire opvoeding
[waarbij de kinderen niets te zeggen hebben]
een avontuurlijke onderneming
[gewaagd en onzeker]
daar neem ik geen genoegen mee
[dat accepteer ik niet]
hem serieus nemen
[accepteren zoals hij is]
een bad nemen
[in bad gaan]
hem in dienst nemen
[hem een baan geven]
een besluit nemen
[iets besluiten]
hij neemt het niet zo nauw
[hij is niet erg precies]
een initiatief nemen
[ergens mee beginnen]
de maat nemen
[iets meten]
het hem kwalijk nemen
[hem de schuld ervoor geven]
een foto nemen
[een foto maken]
een Haags bakje
[een halfvol kopje]
een bakje troost
[een kopje koffie]
dat is kat in het bakkie
[een eenvoudig karweitje]
de bak in draaien
[gevangengenomen worden]
een volle bak
[een volle zaal]
niet aan de bak komen
[geen werk kunnen vinden]
een bal over het net slaan
[naar de andere kant ervan]
de maat slaan
[de maat aangeven met armbewegingen]
ze is daar niet weg te slaan
[ze is er altijd bij]
dat slaat nergens op
[dat is onzin]
ik sla me er wel doorheen
[ik red het wel]
een balletje trappen
[een partijtje voetballen]
wie kaatst moet de bal verwachten
[als je plaagt word je teruggeplaagd]
er geen bal van snappen
[er niets van snappen]
de bal afgeven
[aan iemand anders toespelen]
de bal ligt nu bij hem
[nu moet hij actie ondernemen]
ergens een balletje over opgooien
[erover beginnen om de reacties te peilen]
de bal is rond
[er is van alles mogelijk]
de bal terugkaatsen
[een gevat antwoord geven]
ergens de ballen van begrijpen
[er niets van snappen]
het interesseert me geen bal
[niets]
er de ballen verstand van hebben
[er helemaal geen verstand van hebben]
de ballen!
[informele afscheidsgroet]
geen bal uitvoeren
[helemaal niets]
een batig saldo
[meer inkomsten dan uitgaven]
een negatief saldo
[meer uitgaven dan inkomsten]
per saldo
[uiteindelijk, tenslotte]
een bedrijf opbouwen
[het stichten en groter maken]
opbouwende kritiek
[waar je wat aan hebt]
in beeld komen
[op film of televisie te zien zijn]
uit beeld raken
[uit de belangstelling raken]
een vertekend beeld geven
[dat niet klopt met de werkelijkheid]
een beeld van een jurk etc.
[een erg mooie jurk]
een zijden sok
[een weke, slappe man]
een oude sok hebben
[spaargeld hebben]
er de sokken in zetten
[hard gaan lopen]
hem van de sokken rijden
[omver rijden]
een beer op sokken
[een plomp, zwaar mens]
een held op sokken
[een lafaard]
zo sterk als een beer
[heel erg sterk]
een beer van een vent
[een grote, sterke man]
beren op de weg zien
[bang zijn voor iets wat niet bestaat]
de beer is los!
[de strijd is begonnen]
een ongelikte beer
[iemand zonder goede manieren]
je moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is
[geen toezeggingen doen over iets wat nog niet van jou is]
ik maak een fout
[er ontstaat een fout]
we maken er het beste van
[proberen het in moeilijke omstandigheden toch goed te doen]
je moet daar geen gewoonte van maken
[het niet steeds zo doen]
grappen maken
[grappen vertellen]
hij maakt er niet veel van
[hij doet het niet goed]
hij maakt het niet lang meer
[hij leeft niet lang meer]
je hebt het ernaar gemaakt
[het is je eigen schuld]
zij gaat het maken
[ze zal veel succes hebben]
hij kan me niets maken
[kan me nergens de schuld van geven]
een begin maken
[beginnen]
we moeten haast maken
[opschieten]
ergens jacht op maken
[het proberen te krijgen of te pakken]
we gaan het openbaar maken
[aan iedereen vertellen]
het in orde maken
[zorgen dat het goed komt]
dat maakt geen verschil
[dat is hetzelfde]
er werk van maken
[goed je best erop doen]
een beladen onderwerp
[waar je voorzichtig over moet praten]
een bepaalde tijd opknappen
[in de gevangenis doorbrengen]
een beperkt aantal
[niet alles of allemaal]
een besloten vennootschap
[waarvan de aandelen niet verhandeld mogen worden]
daar neem ik geen genoegen mee
[dat accepteer ik niet]
hem serieus nemen
[accepteren zoals hij is]
een bad nemen
[in bad gaan]
hem in dienst nemen
[hem een baan geven]
een besluit nemen
[iets besluiten]
hij neemt het niet zo nauw
[hij is niet erg precies]
een initiatief nemen
[ergens mee beginnen]
de maat nemen
[iets meten]
het hem kwalijk nemen
[hem de schuld ervoor geven]
een foto nemen
[een foto maken]
een besmettelijke ziekte
[infectieziekte]
ik ben niet besmettelijk
[grappig commentaar als iemand niet dichtbij durft te komen]
een bevestigend antwoord geven
[ja zeggen]
ik moet je het antwoord schuldig blijven
[ik weet het niet]
een bewaakte overweg
[met spoorbomen]
een bewijs van onvermogen
[waar op staat dat je niet kunt betalen]
een bewind omverwerpen
[zorgen dat het niet langer bestaat]
een bewust ongehuwde moeder
[die alleen een kind wil krijgen en opvoeden]
hij is weer bezig
[verzuchting als iemand opnieuw iets vervelends doet]
ik ben er steeds mee bezig
[moet er steeds aan denken]
waar zijn we eigenlijk mee bezig?
[wat zijn de gevolgen als we hiermee doorgaan?]
een bezige bij
[een actief iemand]
een bijstandstrekker
[iemand die bijstand ontvangt]
een school met de bijbel
[waar het onderwijs op de bijbel gebaseerd is]
een bijzondere school
[opgericht vanuit een bepaalde levensovertuiging]
de open school
[voor volwassenen]
een vrije school
[gebaseerd op de filosofische stroming van de antroposofie]
een zwarte school
[waar niet-blanke kinderen in de meerderheid zijn]
uit de school klappen
[een geheim doorvertellen]
bittere tranen
[die voortkomen uit verdriet of spijt]
een bittere nasmaak
[een vervelend gevoel dat je ergens aan overhoudt]
een bittere pil
[een vervelende boodschap]
een bittere pil moeten slikken
[een pijnlijke vernedering moeten ondergaan]
doorgaan tot het bittere eind
[altijd maar doorgaan, hoe erg het ook wordt]
het is bitter koud
[heel erg koud]
er blanco tegenover staan
[niet vóór zijn en ook niet tégen]
een blanco cheque
[waarop de ontvanger elk bedrag kan invullen]
een blanco cheque
[een machtiging om te doen wat je wilt]
er blanco tegenover staan
[er geen mening over hebben]
blanco stemmen
[een stembiljet oningevuld inleveren; niet voor of tegen stemmen]
een blanco strafblad hebben
[nog nooit door de rechter veroordeeld zijn]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
een blauwe maandag
[heel kort]
iemand bont en blauw slaan
[hem afranselen]
een blauwe plek
[lichte bloeduitstorting onder de huid]
spa blauw
[bronwater zonder koolzuur]
Delfts blauw
[blauw beschilderd aardewerk uit Delft]
meer blauw op straat
[meer politie]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zich blauw ergeren
[zich in hoge mate ergeren]
een blauwe maandag
[een zeer korte tijd]
ter plekke
[op de plaats zelf]
een blauwe plek
[een bloeduitstorting onder de huid]
de vinger op de zere plek leggen
[het probleem precies aanwijzen]
een bleek zonnetje
[een flauw zonnetje]
bleek om de neus worden
[wit worden van angst]
een blik agenten opentrekken
[een extra aantal agenten inzetten]
een holle blik
[die niets lijkt te zien]
een vernietigende blik
[waaruit boosheid spreekt]
iemands blik vangen
[zorgen dat hij naar je kijkt]
verstand op nul, blik op oneindig
[niet denken, maar doen]
iemand geen blik waardig keuren
[hem uit minachting of trots niet aankijken]
ergens een blik op werpen
[ernaar kijken]
een ruime blik hebben
[ruimdenkend zijn]
een vooruitziende blik hebben
[weten wat er in de toekomst gebeurt]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
liefde is blind
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
in blinde razernij (woede)
[waarbij je niet meer nadenkt]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
een blinde muur
[zonder raam of deur]
ik heb een blind vertrouwen in hem
[een groot vertrouwen]
blind typen
[zonder naar de toetsen te kijken]
een blinde vink
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
een blinde deur
[die niet geopend kan worden]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
de muren hebben oren
[je kunt afgeluisterd worden]
uit de muur eten
[voedsel uit de automaat eten]
de muren kwamen op me af
[ik voelde me erg opgesloten]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
een dragende muur
[waarop het dak steunt]
met je kop tegen de muur lopen
[door tegenwerking niet bereiken wat je wilt bereiken]
van het kastje naar de muur gestuurd worden
[eindeloos doorgestuurd worden]
een muur optrekken
[je in jezelf terugtrekken]
de muren hebben oren
[zorg ervoor dat niemand je afluistert]
met de rug tegen de muur staan
[geen uitweg meer zien]
Gert-Jan kan nog geen spijker in de muur slaan
[is erg onhandig]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
liefde is blind
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
in blinde razernij (woede)
[waarbij je niet meer nadenkt]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
een blinde muur
[zonder raam of deur]
ik heb een blind vertrouwen in hem
[een groot vertrouwen]
blind typen
[zonder naar de toetsen te kijken]
een blinde vink
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
een blinde deur
[die niet geopend kan worden]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
liefde is blind
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
in blinde razernij (woede)
[waarbij je niet meer nadenkt]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
een blinde muur
[zonder raam of deur]
ik heb een blind vertrouwen in hem
[een groot vertrouwen]
blind typen
[zonder naar de toetsen te kijken]
een blinde vink
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
een blinde deur
[die niet geopend kan worden]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
vlekkeloos
[zonder schuld]
men noemt geen koe bont, of er zit wel een vlekje aan
[niemand is volmaakt]
een blinde vlek
[iets wat je niet kunt leren of begrijpen]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
liefde is blind
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
in blinde razernij (woede)
[waarbij je niet meer nadenkt]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
een blinde muur
[zonder raam of deur]
ik heb een blind vertrouwen in hem
[een groot vertrouwen]
blind typen
[zonder naar de toetsen te kijken]
een blinde vink
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
een blinde deur
[die niet geopend kan worden]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
je beste beentje voorzetten
[heel erg je best doen]
het been stijf houden
[niet toegeven]
op het verkeerde been zetten
[de verkeerde informatie geven, misleiden]
op je achterste benen staan
[verontwaardigd zijn]
geen been hebben om op te staan
[niet kunnen bewijzen dat je gelijk hebt]
de benen nemen
[ervandoor gaan]
met één been in het graf staan
[bijna dood zijn]
goed ter been zijn
[nog goed kunnen lopen]
zich de benen uit het lijf lopen
[zich erg inspannen om iets te bereiken]
op de been zijn
[opgestaan zijn, uit bed zijn]
er was veel volk op de been
[op straat]
met beide benen op de grond staan
[de werkelijkheid niet uit het oog verliezen]
op je laatste benen lopen
[bijna dood zijn]
met het verkeerde been uit bed stappen
[een slecht humeur hebben]
tegen het zere been zijn
[erg pijnlijk zijn]
met de staart tussen de benen afdruipen
[beschaamd weglopen]
een blok aan je been zijn
[je het leven moeilijk maken]
op eigen benen staan
[zelfstandig zijn]
op één been kun je niet lopen
[neem nóg een consumptie!]
er geen been in zien
[er niet voor terugschrikken]
als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen
[als twee mensen ruzie maken, krijgt de derde meestal het voordeel]
door merg en been gaan
[heel indringend zijn]
vel over been zijn
[broodmager]
ze ziet er geen been in
[ze heeft er geen bezwaar tegen]
steen en been klagen
[voortdurend klagen en jammeren]
een blote jurk
[die veel bloot laat]
op blote voeten
[zonder kousen of schoenen]
met zijn blote handen
[zonder gereedschap te gebruiken]
onder de blote hemel slapen
[in de open lucht]
uit het blote hoofd
[zonder hulpmiddel]
open en bloot
[heel openlijk]
de beer een jurk aantrekken
[de zaak mooier voorstellen dan ze is]
een blote jurk
[die veel bloot laat]
aan bod zijn
[aan de beurt zijn]
niet aan bod komen
[er geen kans voor krijgen]
een bod uitbrengen
[er iets voor bieden]
een bodemloze put
[waar je steeds geld in stopt en waar nooit een eind aan komt]
een boef vangen
[hem grijpen]
er geld voor vangen
[er geld voor krijgen]
je adem inhouden
[even niet ademen omdat het spannend is]
buiten adem zijn
[moeilijk ademen als je hard gelopen hebt]
een boek in één adem uitlezen
[zonder weg te leggen, omdat het zo spannend is]
je laatste adem uitblazen
[doodgaan]
op adem komen
[tot rust komen]
een boek van kaft tot kaft kennen
[helemaal]
hij gaat zijn boekje te buiten
[doet of zegt dingen die niet mogen]
ik zal eens een boekje over hem open doen
[slechte dingen over hem vertellen]
een open boek zijn
[geen geheimen hebben]
hij staat hoog te boek
[ze denken positief over hem]
dat is een gesloten boek
[een afgesloten periode]
met je neus in de boeken zitten
[studeren]
het boek der boeken
[de Bijbel]
de boeken afsluiten
[een financieel jaarverslag maken]
buiten zijn boekje gaan
[andere dingen doen dan je mag doen]
een boekje opendoen over iemand
[geheimen verklappen]
volgens het boekje
[volgens de voorschriften]
de bokken van de schapen scheiden
[de mannen van de vrouwen scheiden]
een oude bok lust wel een groen blaadje
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
een bok schieten
[een grote fout maken]
erop zitten als een bok op de haverkist
[erg happig zijn op iets]
de bokken van de schapen scheiden
[de goede van de slechte mensen scheiden]
het nieuws sloeg in als een bom
[iedereen was er verbijsterd over]
na een dag barstte de bom
[toen konden ze zich niet langer inhouden]
een zure bom
[een grote zure augurk]
een bom duiten
[een grote hoeveelheid geld]
een bon ter waarde van een tientje
[met de waarde ervan]
er waarde aan hechten
[het belangrijk vinden]
waarden en normen
[opvattingen over goed of slecht]
hem in zijn waarde laten
[aanvaarden zoals hij is]
van nul en generlei waarde
[zonder enige waarde]
iemand bont en blauw slaan
[afranselen]
bekendstaan als de bonte hond
[overal bekend zijn]
de bonte was
[was voor gekleurd goed]
een bonte avond
[avondprogramma met veel afwisseling]
een bonte mengeling
[allerlei soorten mensen]
het te bont maken
[te ver gaan]
een boom van een vent
[een grote stevige man]
hoge bomen vangen veel wind
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
door de bomen het bos niet zien
[door de details het geheel niet zien]
aan zijn vruchten kent men de boom
[aan zijn daden kent men de mens]
de bomen groeien niet tot in de hemel
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
aan de vruchten kent men de boom
[men kent de mens aan wat hij doet]
de appel valt niet ver van de boom
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
omdraaien als een blad aan een boom
[je ineens heel anders gaan gedragen]
de kat uit de boom kijken
[een afwachtende houding aannemen]
je kunt de boom in!
[ik weiger het echt]
een boom omzagen
[hard snurken]
een boom van een vent
[een grote, massieve kerel]
weer het ventje zijn
[erbovenop zijn]
een boom van een vent
[een grote stevige man]
hoge bomen vangen veel wind
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
door de bomen het bos niet zien
[door de details het geheel niet zien]
aan zijn vruchten kent men de boom
[aan zijn daden kent men de mens]
de bomen groeien niet tot in de hemel
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
aan de vruchten kent men de boom
[men kent de mens aan wat hij doet]
de appel valt niet ver van de boom
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
omdraaien als een blad aan een boom
[je ineens heel anders gaan gedragen]
de kat uit de boom kijken
[een afwachtende houding aannemen]
je kunt de boom in!
[ik weiger het echt]
een boom omzagen
[hard snurken]
kop op!
[houd moed!]
een kop als een boei
[een vuurrood hoofd]
de kop indrukken
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
een verhaal met kop noch staart
[onbegrijpelijk]
op de kop af
[precies]
een bord voor je kop hebben
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
je kop in het zand steken
[jezelf voor de gek houden]
dat zal me de kop niet kosten
[dat kan ik wel betalen]
de hele zaal stond op zijn kop
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
kop op!
[houd moed!]
een kop als een boei
[een vuurrood hoofd]
de kop indrukken
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
een verhaal met kop noch staart
[onbegrijpelijk]
op de kop af
[precies]
een bord voor je kop hebben
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
je kop in het zand steken
[jezelf voor de gek houden]
dat zal me de kop niet kosten
[dat kan ik wel betalen]
de hele zaal stond op zijn kop
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
kopjes geven
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
de kop opsteken
[zich opnieuw vertonen]
al ga je op je kop staan!
[je zult je zin niet krijgen]
iemand op zijn kop geven
[hem berispen, een standje geven]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden, verslaan]
de kolder in de kop krijgen
[onhandelbaar worden]
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
[hij geeft niet gauw op]
met je kop tegen de muur lopen
[niet bereiken wat je wilt]
iets in je kop stampen
[het met moeite in je geheugen opnemen]
de koppen tellen
[de aanwezigen]
zaagsel in zijn kop hebben
[dom zijn, niets begrijpen]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
een Haags kopje
[halfvol]
hou die doos niet op zijn kop!
[ondersteboven]
over de kop slaan
[ondersteboven vallen]
op zijn kop
[ondersteboven]
koplamp
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
over de kop gaan
[failliet gaan]
de spijker op de kop slaan
[zeggen waar het precies om gaat]
iets bij de kop vatten
[eraan beginnen]
iets op de kop tikken
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
op de kop af
[precies]
iemand om de tuin leiden
[hem bedriegen, misleiden]
in zijn knollentuin zijn
[het erg naar zijn zin hebben]
een botanische tuin
[plantentuin]
ieder moet zijn eigen tuintje wieden
[zijn eigen gebreken verbeteren]
wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet
[aansproring om vooral voor jezelf kritisch te zijn]
een boterham met tevredenheid
[brood zonder boter en beleg]
een goede boterham verdienen
[een baan hebben die goed betaalt]
een boterham met tevredenheid
[zonder beleg, alleen met boter]
tot volle tevredenheid
[iedereen is er helemaal tevreden over]
hij gaf de geest
[hij stierf]
het je voor de geest halen
[eraan terugdenken]
de armen van geest
[de eenvoudigen]
een scheiding der geesten
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
iets in de geest van...
[zoiets als ...]
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
de Heilige Geest
[God in de vorm van een geest]
de geest krijgen
[ergens door bezield worden]
de geest geven
[sterven]
een boze geest
[gevallen engel, duivel]
eruitzien als een geest
[heel mager en bleek]
de geest is uit de fles
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
toen kreeg Ida de geest
[ze ging ineens aan het werk]
het was iets in de geest van ....
[iets als ....]
ergens op gebrand zijn
[het heel graag willen]
die vraag brandt me op de lippen
[ik kan bijna niet wachten hem te stellen]
branden van ongeduld
[heel ongeduldig zijn]
een brandende kwestie
[een erg belangrijke zaak]
het stuit me tegen de borst
[ik vind het afschuwelijk]
uit volle borst zingen
[heel hard zingen]
hij klopt zich op de borst
[laat blijken dat hij zichzelf erg goed vindt]
maak je borst maar nat
[bereid je er maar op voor]
een slang aan je borst koesteren
[goed zijn voor iemand die daar misbruik van maakt]
een hoge borst opzetten
[verwaand zijn]
het op de borst hebben
[zwaar verkouden zijn]
een brave borst
[een goeie kerel]
een brave Hendrik
[iemand die akelig braaf is]
een brave borst
[een goeie kerel]
een brede rug hebben
[veel kritiek kunnen verdragen]
een brede scheiding hebben (bij mannen)
[kaal zijn]
brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel bezit, kan veel uitgeven]
het niet breed hebben
[arm zijn]
al lang en breed
[al lang]
het er lang en breed over gehad hebben
[uitgebreid besproken hebben]
voor een breed publiek
[van veel verschillende mensen]
het breed uitmeten
[overdreven voorstellen]
wij hebben het niet breed
[wij hebben niet veel geld]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel geld heeft, kan veel uitgeven]
een breuk tussen twee mensen weer lijmen
[zorgen dat de relatie weer goed wordt]
een brief op poten
[een boze, duidelijke brief]
dat geef ik je op een briefje
[dat weet ik heel zeker, dat bevestig ik]
een aangetekende brief
[waarvan je het bewijs hebt dat hij verstuurd is]
het komt op zijn pootjes terecht
[het komt wel goed]
op zijn achterste poten staan
[verontwaardigd zijn, protesteren]
met hangende pootjes terugkomen
[nadat je tot inkeer bent gekomen]
opzitten en pootjes geven
[beleefd gedrag bij een bezoek]
een schaap met vijf poten zoeken
[iemand die veel verschillende dingen kan]
de poten onder zijn stoel vandaan zagen
[ervoor zorgen dat hij het niet redt]
geen poot uitsteken
[helemaal niets doen]
poten thuishouden!
[afblijven]
op hoge poten
[erg verontwaardigd]
op je poot spelen
[tekeer gaan uit kwaadheid]
hem een poot uitdraaien
[hem oplichten]
geen poot hebben om op te staan
[nergens je gelijk mee kunnen aantonen]
je poot stijf houden
[niet toegeven]
een brief op poten schrijven
[waarin flink de waarheid wordt gezegd]
op hoge poten
[zeer boos]
iets op poten zetten
[het organiseren]
een pak voor zijn broek krijgen
[klappen tegen zijn achterwerk]
een broekje
[een jong en onervaren iemand]
dat zal je dun door de broek lopen
[lelijk tegenvallen]
de broek aan hebben
[de baas zijn]
iemand achter de broek aan zitten
[hem voortdurend aanmanen]
daar zakt mijn broek van af
[verontwaardigde, verbaasde reactie]
het loopt hem dun door de broek
[hij is erg bang]
het in je broek doen
[in je broek plassen of poepen]
hij heeft geen broek aan zijn gat
[is erg arm]
een proces aan je broek krijgen
[het moeten voeren]
je eigen broek op kunnen houden
[onafhankelijk zijn]
een brok in je keel hebben
[ontroerd zijn]
brokken maken
[iets kapot maken, een ongeluk veroorzaken]
met de brokken zitten
[narigheid hebben als gevolg van iets wat mislukt]
een bromfiets biedt uitkomst als je gauw moe bent
[biedt de oplossing]
een bron van vermaak
[waar je veel plezier kunt hebben]
bron van inkomsten
[waar je je geld mee verdient]
uit betrouwbare bron
[van iemand die te vertrouwen is]
zo gezond als een vis
[erg gezond]
gezond en wel
[volkomen gezond]
je moet gezond eten
[dingen eten die goed voor je zijn]
de gezonde apotheek
[gewone, goede kost]
een broodje gezond
[met wat rauwkost erbij]
het gezond verstand
[een nuchtere wijze van redeneren]
een brug slaan tussen twee volken
[ervoor zorgen dat ze elkaar begrijpen]
hij moet over de brug komen
[hij moet doen wat wij willen]
een bruin café
[café met donkere muren en meubels]
ze bruin (kunnen) bakken
[erg overdrijven, het te gek maken]
een bruin leven
[wild en ongeregeld]
bruisen van energie
[heel veel energie hebben]
een bruisend feest
[waar veel gebeurt]
een burgerlijk huwelijk
[voor de ambtenaar van de burgerlijke stand gesloten]
burgerlijke
ongehoorzaamheid [verzet van burgers tegen de wet]
je burgerlijke staat
[de toestand van waaruit je het recht hebt om te handelen]
het Burgerlijk Wetboek
[dat de verhoudingen tussen burgers regelt]
een centrale keuken
[die maaltijden maakt voor alle bewoners van een gebouw]
centraal staan
[het belangrijkst zijn]
centraal stellen
[er een groot belang aan toekennen]
het centrale zenuwstelsel
[de hersenen en het ruggenmerg]
centraal overleg
[tussen overheid, vakbonden en werkgevers]
een chronische ziekte
[die niet meer overgaat]
een collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
[tussen werkgevers en werknemers in een bepaalde bedrijfstak]
collectieve lastendruk
[het geheel aan belastingen en premies]
de collectieve sector
[de afdeling die afhankelijk is van overheidsgelden]
collectieve uitgaven
[het geheel van subsidies en uitkeringen aan instellingen en personen]
de aandacht trekken
[zorgen dat ze je zien]
het toneelstuk trekt veel publiek
[veel mensen willen het zien]
dat trekt mij niet
[dat vind ik niet aantrekkelijk]
een kies trekken
[hem eruit halen]
een conclusie trekken
[zeggen wat je mening over het onderwerp is]
een lijn trekken
[tekenen]
het trekt
[het tocht]
aan je trekken komen
[krijgen wat je nodig hebt of hebben wilt]
een crimineel verleden hebben
[in het verleden veroordeeld zijn voor een misdrijf]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
een culturele minderheid
[een groep met een andere cultuur, die een minderheid van de bevolking is]
iemands culturele bagage
[zijn kennis van de cultuur]
een culturele minderheid
[groep met een duidelijk afwijkende cultuur]
een daad stellen
[iets met nadruk doen, zodat anderen het zien]
de daad bij het woord voegen
[het zeggen en het meteen doen]
een onrechtmatige daad
[waarvoor je strafbaar bent]
geen woorden maar daden
[niet praten maar doen]
hij deed of hij mij niet zag
[alsof hij mij niet zag]
of je gaat naar school, of je gaat werken
[een van beide]
het is een kilometer of tien
[ongeveer tien kilometer]
een dag of wat geleden
[een paar dagen geleden]
heb je lekker gegeten? nou, en of!
[zeker!]
nauwelijks was hij weg of ze begon te huilen
[ze begon te huilen direct nadat hij weg was]
de een of ander nam mijn tas mee
[iemand nam mijn tas mee]
een dag of wat geleden
[een paar dagen geleden]
een voor een doken ze in het water
[na elkaar]
dat lukt niet een twee drie
[niet meteen]
het heeft aan een stuk door geregend
[het heeft voortdurend geregend]
het pad was een en al blad
[er lagen overal bladeren]
er waren me daar een mensen
[er waren erg veel mensen]
veel aan je hoofd hebben
[het druk hebben]
het hoofd laten hangen
[de moed opgeven]
iets uit je hoofd leren
[het zo leren dat je het kunt herhalen]
een dak boven je hoofd hebben
[woonruimte hebben]
het hoofd verliezen
[niet meer nadenken]
je kon over de hoofden lopen
[het was er erg druk]
over het hoofd zien
[niet opmerken]
je boven het hoofd groeien
[het wordt je te veel]
niet goed bij zijn hoofd zijn
[niet goed wijs zijn]
uit je hoofd laten
[niet doen]
voor het hoofd stoten
[iets doen waarmee je iemand beledigt]
de hand boven het hoofd houden
[beschermen]
het hoofd bieden
[een probleem oplossen]
je hoofd er niet bij kunnen houden
[niet goed kunnen nadenken]
iets het hoofd bieden
[je ertegen verzetten]
het hoofd stoten
[er wordt je iets geweigerd]
het hoofd in de schoot leggen
[de moed verliezen]
iemand hoofd eisen
[eisen dat hij aftreedt]
daar durf ik mijn hoofd onder te verwedden
[daar ben ik heel zeker van]
het hoofd neerleggen
[doodgaan, sterven]
het hoofd boven water houden
[maar net genoeg geld hebben om van te leven]
mijn hoofd staat er niet naar
[ik ben er niet voor in de stemming]
er hangt hem iets boven het hoofd
[er gaat iets met hem gebeuren]
het hoofd op hol brengen
[héél enthousiast of verliefd maken]
er je hoofd over breken
[er diep over nadenken]
het hoofd van de tafel
[een van de korte zijden]
er een hard hoofd in hebben
[er niet in geloven]
boter op je hoofd hebben
[ook schuldig zijn]
schoolhoofd
[wie de leiding heeft op school]
het van de daken schreeuwen
[het overal vertellen]
iemand op je dak krijgen
[hem onverwacht op bezoek krijgen]
geen dak boven je hoofd hebben
[geen huis om in te wonen]
onder dak zijn
[huisvesting gevonden hebben]
een dak boven je hoofd hebben
[een woning hebben]
uit je dak gaan
[uitzinnig worden van woede of blijdschap]
ga nou gauw op het dak zitten!
[ik geloof je niet; ik wil het niet]
dat valt me koud op het dak
[dat is een onaangename verrassing, het overvalt me]
het gaat van een leien dakje
[heel gemakkelijk en vlot]
de mussen vallen dood van het dak
[het is heel warm]
iemand iets op zijn dak schuiven
[hem ermee opzadelen]
iemand op je dak krijgen
[met iemand te maken krijgen zonder dat je dat wilt]
bij deze open ik de school
[op dit moment open ik de school]
een dezer dagen ...
[binnenkort]
een dicht bevolkt land
[waar veel mensen wonen]
wie eens steelt, is altijd een dief
[als je een keer gestolen hebt, vertrouwen de mensen je nooit meer]
hem knijpen als een oude dief
[heel bang zijn]
de gelegenheid maakt de dief
[waarschuwing om het dieven niet te gemakkelijk te maken]
een dief van je eigen portemonnee zijn
[jezelf benadelen]
het klokje van gehoorzaamheid
[de tijd waarop je naar bed moet]
het klokje rond slapen
[twaalf uur slapen]
hij is een man van de klok
[hij is altijd op tijd]
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
[het is nergens zo goed als thuis]
een analoge klok
[met wijzers]
een digitale klok
[met alleen cijfers]
het klokje van gehoorzaamheid
[bedtijd voor kinderen]
daar kun je de klok op gelijkzetten
[als iets altijd op een vaste tijd gebeurt]
met de regelmaat van de klok
[herhaaldelijk, regelmatig]
de klok terugdraaien
[terugkeren naar een vroegere situatie]
tegen de klok werken
[hard werken om nog op tijd klaar te zijn]
de biologische klok
[het natuurlijke mechanisme van onder andere waken en slapen]
het aan de grote klok hangen
[het aan iedereen vertellen]
hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
[hij weet het wel ongeveer, maar niet precies]
dat klinkt als een klok
[het zit goed in elkaar, is perfect]
iemand aan de dijk zetten
[ontslaan, of de verkering uitmaken]
een dijk van een huis, salaris, etc.
[heel groot, geweldig]
een dik belegde boterham
[met veel beleg]
een dikke huid hebben
[ongevoelig zijn]
een dikke nek hebben
[arrogant zijn, kapsones hebben]
een dikke pil
[een dik boek]
maak je niet dik, dun is de mode
[wind je niet op]
zich dik maken
[zich opwinden]
zij zijn dikke vrienden
[heel goede vrienden]
dat zit er dik in
[dat is te verwachten]
ze doen graag dik
[ze scheppen op]
dat is dik voor elkaar
[helemaal in orde]
dikke kans dat....
[het is waarschijnlijk dat...]
dat komt dik voor elkaar
[dat komt helemaal in orde]
een dik uur
[ruim een uur]
het er dik bovenop leggen
[overdrijven]
het ligt er dik bovenop
[het is overduidelijk]
door dik en dun
[wat er ook gebeurt]
het is dikke mik tussen die twee
[ze zijn goed bevriend]
hem op de huid zitten
[hem onder druk zetten]
een dikke huid hebben
[je niet snel beledigd voelen]
hem de huid vol schelden
[hem heel erg uitschelden]
het met huid en haar opeten
[helemaal]
bang voor zijn huid zijn
[voor zijn leven]
je moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
[geen toezeggingen doen als iets nog niet van jou is]
zijn huid duur verkopen
[zich tot het uiterste verdedigen]
in iemands huid kruipen
[je indenken dat je hem bent]
een diplomatiek antwoord
[voorzichtig, met zorgvuldig gekozen woorden]
hij is heel direct
[zegt meteen waar het op staat]
directe rede
[letterlijk weergeven wat iemand zei]
directe belastingen
[die rechtstreeks worden geheven]
een directe uitzending
[die niet van tevoren is opgenomen]
dood en begraven zijn
[allang vergeten zijn]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar kort]
je dood houden
[je absoluut niet bewegen]
je dood ergeren
[heel erg ergeren]
je dood lachen
[heel erg moeten lachen]
meer dood dan levend
[in erg slechte toestand]
zo dood als een pier
[morsdood]
je dood schrikken
[heel erg schrikken]
op dood spoor
[je komt niet verder met die aanpak]
op sterven na dood zijn
[er heel slecht aan toe zijn]
iemand dood verklaren
[net doen alsof hij er niet is]
je dood schamen
[je heel erg schamen]
een dooie boel
[een saaie boel]
een dooie diender
[een saai iemand]
dood getijde
[tussen eb en vloed]
een dode hoek
[stuk waar je niets kunt zien]
over het dode punt heen zijn
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
een dode taal
[die niet meer gesproken wordt]
op zijn dooie akkertje
[heel rustig]
ergens een broertje dood aan hebben
[er afschuw van hebben]
in zijn dooie eentje
[helemaal alleen]
op zijn dooie gemak
[zonder zich te haasten]
moderne talen
[Engels, Frans en Duits]
klassieke talen
[Grieks en Latijn]
een dode taal
[die niemand meer spreekt]
grove taal uitslaan
[lelijke woorden gebruiken]
zwijgen in alle talen
[niets zeggen]
hij gaf taal noch teken
[liet niets van zich horen]
een levende taal
[die nog gesproken wordt]
een vreemde taal
[een buitenlandse taal]
bloemrijke taal
[met veel beeldspraak]
duidelijke taal spreken
[begrijpelijk zijn]
gepeperde taal
[met harde oordelen]
gespierde taal
[waaruit blijkt dat je daadkrachtig bent]
taal noch teken geven
[niets van zich laten horen]
versluierende taal
[waarmee iemand niet ronduit zegt wat hij bedoelt]
dood en begraven zijn
[allang vergeten zijn]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar kort]
je dood houden
[je absoluut niet bewegen]
je dood ergeren
[heel erg ergeren]
je dood lachen
[heel erg moeten lachen]
meer dood dan levend
[in erg slechte toestand]
zo dood als een pier
[morsdood]
je dood schrikken
[heel erg schrikken]
op dood spoor
[je komt niet verder met die aanpak]
op sterven na dood zijn
[er heel slecht aan toe zijn]
iemand dood verklaren
[net doen alsof hij er niet is]
je dood schamen
[je heel erg schamen]
een dooie boel
[een saaie boel]
een dooie diender
[een saai iemand]
dood getijde
[tussen eb en vloed]
een dode hoek
[stuk waar je niets kunt zien]
over het dode punt heen zijn
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
een dode taal
[die niet meer gesproken wordt]
op zijn dooie akkertje
[heel rustig]
ergens een broertje dood aan hebben
[er afschuw van hebben]
in zijn dooie eentje
[helemaal alleen]
op zijn dooie gemak
[zonder zich te haasten]
niemand voelt zich geroepen
[niemand vindt dat hij het moet doen]
een dokter roepen
[waarschuwen]
de mensen bij elkaar roepen
[vragen te komen]
ze roepen over die nieuwe auto
[ze zijn er erg tevreden over]
dat is te dol
[dat kan niet waar zijn]
het is te dol om los te lopen
[al te dwaas]
het is om dol van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
door het dolle heen zijn
[zo opgefokt dat je nergens meer bij nadenkt]
een dolle Mina
[strijdster voor de emancipatie van vrouwen]
ergens dol op zijn
[er veel van houden]
hij houdt zich van de domme
[doet alsof hij het niet snapt]
zo dom als het achterend van een varken
[heel erg dom]
te dom om voor de duvel te dansen
[zeer dom]
een dom blondje
[blonde vrouw met weinig verstand]
hij is niet zo dom als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand opeens een slimme opmerking maakt]
een domme gans
[een sufferd]
het geluk is met de dommen
[domme mensen hebben soms onverwachts geluk]
zich van de domme houden
[doen alsof je van niets weet]
een donkere bladzijde
[een periode waar je liever niet aan herinnerd wordt]
door een donkere bril kijken
[pessimistisch zijn]
donkere wolken pakken zich samen
[er dreigt onheil, ongeluk]
zo blij als een kind
[heel erg blij]
hij is een kind van zijn tijd
[hij past precies in die tijd]
je moet het kind niet met het badwater weggooien
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
Kjeld is het kind van de rekening
[hij is het slachtoffer]
als een pasgeboren kind
[zo onschuldig]
dat kan een kind begrijpen
[dat is erg eenvoudig]
een doodgeboren kindje
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
geen kind hebben aan iemand
[niet de minste last van hem hebben]
ik krijg er een kind van!
[ik heb er schoon genoeg van]
een ondergeschoven kindje
[dat niet veel aandacht krijgt]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
kind aan huis zijn bij iemand
[er vaak komen]
kind noch kraai hebben
[geen familie hebben]
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]
dood en begraven zijn
[allang vergeten zijn]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar kort]
je dood houden
[je absoluut niet bewegen]
je dood ergeren
[heel erg ergeren]
je dood lachen
[heel erg moeten lachen]
meer dood dan levend
[in erg slechte toestand]
zo dood als een pier
[morsdood]
je dood schrikken
[heel erg schrikken]
op dood spoor
[je komt niet verder met die aanpak]
op sterven na dood zijn
[er heel slecht aan toe zijn]
iemand dood verklaren
[net doen alsof hij er niet is]
je dood schamen
[je heel erg schamen]
een dooie boel
[een saaie boel]
een dooie diender
[een saai iemand]
dood getijde
[tussen eb en vloed]
een dode hoek
[stuk waar je niets kunt zien]
over het dode punt heen zijn
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
een dode taal
[die niet meer gesproken wordt]
op zijn dooie akkertje
[heel rustig]
ergens een broertje dood aan hebben
[er afschuw van hebben]
in zijn dooie eentje
[helemaal alleen]
op zijn dooie gemak
[zonder zich te haasten]
dood en begraven zijn
[allang vergeten zijn]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar kort]
je dood houden
[je absoluut niet bewegen]
je dood ergeren
[heel erg ergeren]
je dood lachen
[heel erg moeten lachen]
meer dood dan levend
[in erg slechte toestand]
zo dood als een pier
[morsdood]
je dood schrikken
[heel erg schrikken]
op dood spoor
[je komt niet verder met die aanpak]
op sterven na dood zijn
[er heel slecht aan toe zijn]
iemand dood verklaren
[net doen alsof hij er niet is]
je dood schamen
[je heel erg schamen]
een dooie boel
[een saaie boel]
een dooie diender
[een saai iemand]
dood getijde
[tussen eb en vloed]
een dode hoek
[stuk waar je niets kunt zien]
over het dode punt heen zijn
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
een dode taal
[die niet meer gesproken wordt]
op zijn dooie akkertje
[heel rustig]
ergens een broertje dood aan hebben
[er afschuw van hebben]
in zijn dooie eentje
[helemaal alleen]
op zijn dooie gemak
[zonder zich te haasten]
een dooie pier
[een sloom, saai figuur]
zo dood als een pier
[morsdood]
de kwaaie pier zijn
[er de schuld van krijgen]
een doorn in het oog zijn
[een grote ergernis]
geen roos zonder doornen
[wat aangenaam is heeft ook vervelende kanten]
een doos voor het kleine spul
[voor de kleine dingen]
het hele spul ging buiten spelen
[alle kinderen]
er een draai aan geven
[het zo vertellen dat het waar lijkt]
een draai om je oren
[klap tegen je hoofd]
ergens je draai vinden
[je er op je gemak gaan voelen]
de muren hebben oren
[je kunt afgeluisterd worden]
uit de muur eten
[voedsel uit de automaat eten]
de muren kwamen op me af
[ik voelde me erg opgesloten]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
een dragende muur
[waarop het dak steunt]
met je kop tegen de muur lopen
[door tegenwerking niet bereiken wat je wilt bereiken]
van het kastje naar de muur gestuurd worden
[eindeloos doorgestuurd worden]
een muur optrekken
[je in jezelf terugtrekken]
de muren hebben oren
[zorg ervoor dat niemand je afluistert]
met de rug tegen de muur staan
[geen uitweg meer zien]
Gert-Jan kan nog geen spijker in de muur slaan
[is erg onhandig]
ze eten droog brood
[zonder boter of beleg]
de baby is droog
[heeft niet in zijn broek geplast]
een droge keel hebben
[dorst hebben]
het niet met droge ogen kunnen aanzien
[niet zonder te huilen]
hoog en droog zitten
[veilig zijn]
nog niet droog zijn achter de oren
[jong en onervaren]
zijn schaapjes op het droge hebben
[van zijn verdiende geld kunnen leven]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
als droog zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
er is geen droog brood mee te verdienen
[het levert bijna niets op]
een druppel op een gloeiende plaat
[iets wat nauwelijks effect heeft]
dat meisje is een plaatje!
[is erg mooi]
plaatjes schieten
[foto's maken]
de plaat poetsen
[vluchten]
een druppel op een gloeiende plaat
[zo weinig dat het niet helpt]
ze lijken op elkaar als twee druppels water
[ze lijken heel erg op elkaar]
dat was de druppel die de emmer deed overlopen
[toen werd het me echt te veel]
een dubbele moraal hebben
[over de ene groep anders oordelen dan over de andere]
geen moraal hebben
[niet weten wat goed of slecht is]
een rare druif (knakker, pias)
[een zonderling iemand]
een dubbeltje kan raar rollen
[het is niet te voorspellen hoe het afloopt]
het moet raar lopen als ...
[het is haast zeker]
een dubbelzinnig antwoord
[op twee manieren uit te leggen]
een duf konijn
[een slome man]
een duister individu
[iemand die er verdacht uitziet]
iemand onder uit de zak geven
[scherpe kritiek op hem geven]
een kat in de zak kopen
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
zakjes plakken
[in de gevangenis zitten]
in zak en as zitten
[in een toestand van verslagenheid]
een duit in het zakje doen
[een woordje meespreken]
iemand de zak geven
[hem ontslaan]
geld op zak hebben
[geld bij je hebben]
dat kun je in je zak steken
[die opmerking was raak]
die kan hij in zijn zak steken
[hij is veel beter dan die ander]
zonder een cent op zak
[zonder contant geld bij zich te hebben]
het geld brandt hem in de zak
[hij wil het graag uitgeven]
iemand in je zak hebben
[met hem kunnen doen wat je wilt]
zijn ogen in zijn zak hebben
[niet uitkijken]
zijn zakken vullen
[zich verrijken]
iets uit eigen zak betalen
[zelf de kosten dragen]
op zijn zak teren
[van zijn geld leven]
een ouwe zak
[oude man]
ik begrijp er geen zak van
[helemaal niets]
ik heb geen rooie duit meer
[geen geld meer]
dat kost een aardige duit
[vrij veel geld]
een duit in het zakje doen
[meepraten]
een slordige duit kosten
[vrij veel]
zijn huid duur verkopen
[zich tot het uiterste verdedigen]
een dure liefhebberij
[iets wat veel geld kost]
dat komt hem duur te staan
[heeft onplezierige gevolgen voor hem]
duur doen
[opscheppen]
dat is je dure plicht
[het is een erezaak]
een duwtje in de goede richting geven
[helpen een beslissing te nemen]
eervol ontslag
[na een mooie loopbaan ontslaan]
een eeuwige optimist
[iemand die altijd optimistisch is]
wat een optimist!
[wanneer iemand een goede uitslag verwacht, terwijl daar weinig kans op is]
een relatie aanknopen
[iemand goed leren kennen]
een liefdesrelatie
[een liefdesverhouding]
een eind aan de relatie maken
[iemand niet meer willen zien]
hij heeft goede relaties
[kent belangrijke mensen]
hij zet het op een lopen
[gaat heel hard lopen]
een eindje lopen
[wandelen]
hij loopt als een kievit
[loopt heel vlug en goed]
over je laten lopen
[altijd doen wat anderen willen]
iemand tegen het lijf lopen
[ontmoeten]
de klok loopt weer
[gaat weer vooruit]
het loopt tegen acht uur
[het is bijna acht uur]
het loopt ten einde
[is bijna afgelopen]
je loopt gevaar
[je bent in gevaar]
het loopt uit de hand
[het gaat verkeerd]
toen liep het fout
[toen ging het fout]
die zin loopt goed
[er zitten geen fouten in]
college lopen
[college volgen]
een elegante oplossing
[voor alle partijen acceptabel]
ik ben tot over mijn oren verliefd
[heel erg dus]
het is op een oor na gevild
[bijna klaar]
je de oren van het hoofd kletsen
[druk praten]
nog op één oor liggen
[nog slapen]
er wel oren naar hebben
[er wel zin in hebben]
één en al oor zijn
[heel aandachtig luisteren]
met een half oor luisteren
[niet aandachtig]
de oren spitsen
[heel aandachtig gaan luisteren]
iemand een oor aannaaien
[bedriegen]
het gaat het ene oor in en het andere uit
[de boodschap komt niet over]
je oor te luisteren leggen
[goed luisteren wat er gezegd wordt]
je oren niet geloven
[niet voor waar aannemen wat er gezegd wordt]
iemand de oren van het hoofd eten
[heel veel eten]
nog nat (niet droog) achter de oren zijn
[jong en onervaren zijn]
het in je oren knopen
[goed onthouden]
iemand het vel over de oren halen
[veel te veel laten betalen]
kleine potjes hebben grote oren
[kinderen horen meer dan je denkt]
een luisterend oor vinden
[iemand vinden die naar je luistert]
ter ore komen
[toeval]
om de andere dag
[de ene dag wel, de andere dag niet]
ik wil het een en ander bespreken
[verschillende dingen]
ze hebben een of ander feest
[doet er niet toe wat voor feest]
onder andere
[naast andere dingen (dieren, mensen)]
het over een andere boeg gooien
[het anders aanpakken]
een en ander
[dat wat genoemd is]
het een en ander
[verschillende dingen, die niet bij name genoemd worden]
het één sluit het ander niet uit
[beide dingen zijn mogelijk]
als geen ander
[beter dan wie ook]
dat is een heel ander geluid
[het tegendeel van wat eerder gezegd werd]
in andere handen overgaan
[naar een andere eigenaar]
geen andere keuze hebben
[gedwongen zijn iets te doen]
onder andere
[wat je noemt, terwijl je ook andere dingen zou kunnen noemen]
een andere toon aanslaan
[beleefder worden]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
met andere woorden
[anders uitgedrukt]
een ernstig woordje met iemand spreken
[hem waarschuwen, de les lezen]
een etnische minderheid
[die oorspronkelijk uit een ander land komt]
een explosieve situatie
[waarin elk moment iets vervelends kan gebeuren]
een extern geheugen
[losse opslagruimte, niet in het apparaat]
zo hard als steen
[erg hard]
een steen des aanstoots
[iets wat ergernis veroorzaakt]
een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen
[alleen wie die dommer is dan een ezel, maakt twee keer dezelfde fout]
een steen in de vijver gooien
[opschudding veroorzaken]
dat ligt als een steen op je maag
[is moeilijk te verteren]
er een steentje aan bijdragen
[meehelpen]
geen steen op de andere laten
[veel veranderingen doorvoeren]
ergens je steentje aan bijdragen
[je bijdrage aan leveren]
de onderste steen moet boven komen
[er moet een grondig onderzoek naar worden gedaan]
steen en been klagen
[voortdurend jammeren]
zo koppig als een ezel
[heel koppig]
wat ben ik toch een ezel!
[wat ben ik toch dom!]
een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen
[alleen wie dommer is als een ezel maakt twee keer achter elkaar dezelfde fout]
een feestelijk tintje aan iets geven
[het een beetje feestelijk maken]
een gedekte tint
[die rustig is voor de ogen]
een feestje bouwen
[een feestje organiseren]
je kunt op hem bouwen
[hij is heel betrouwbaar]
een feestje bouwen
[een feest organiseren]
dat feest gaat niet door
[daar komt niets van in]
een feestje houden
[een feestje organiseren]
het voor zich houden
[het niet zeggen]
ik houd het erop dat je komt
[ik reken daarop]
houden zo!
[zorg dat het zo blijft]
ik houd het hier voor gezien
[ik ga hier weg]
zich goed houden
[doen alsof er niets aan de hand is]
het in de gaten houden
[er goed op letten]
hem voor de gek houden
[hem bedriegen]
iets in stand houden
[het laten bestaan]
het fijne van de zaak wisten we niet
[we wisten niet precies hoe het zat]
een fijne kam
[de tanden staan dicht bij elkaar]
ze heeft een fijne neus
[ze kan alles heel goed ruiken]
laat ie fijn zijn!
[dat is prachtig]
fijne manieren zijn dat!
[het is niet zo fraai wat hij doet]
de fijne kneepjes kennen
[precies weten hoe het moet]
ergens het fijne van weten
[precies weten hoe het zit]
je neus stoten
[afgewezen worden]
je neus ervoor ophalen
[het minderwaardig vinden]
hem met zijn neus op de feiten drukken
[laten zien hoe het werkelijk zit]
de neuzen tellen
[tellen hoeveel mensen er zijn]
er met je neus bovenop staan
[er vlakbij staan]
met je neus kijken
[niet goed zoeken]
uit je neus zitten eten
[niets doen]
je neus in de wind steken
[ergens trots op zijn]
op je neus kijken
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
overal zijn neus in steken
[zich overal mee bemoeien]
een frisse neus halen
[bij koud weer buiten lopen]
geen knip voor zijn neus waard zijn
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
m'n neus!
[kom nou, dat is onzin]
iemand bij de neus nemen
[hem voor de gek houden, bedriegen]
dat komt me de neus uit
[daar heb ik schoon genoeg van]
iemand iets door de neus boren
[niet betalen wat men hem schuldig is]
plotseling voor iemands neus staan
[hem onverwacht ontmoeten]
de deur voor zijn neus dichtdoen
[terwijl hij er vlak voor staat]
dat gaat je neus voorbij
[daar krijg je niets van]
iemand iets onder de neus wrijven
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
dat zal ik je niet aan je neus hangen
[niet vertellen]
iets langs zijn neus weg zeggen
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
doen alsof je neus bloedt
[alsof je van niets weet]
zijn neus krult
[hij is blij over een compliment]
iemand de pen op de neus zetten
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
[iedereen heeft dezelfde mening]
bleek om de neus worden
[ergens heel bang voor zijn]
niet verder kijken dan je neus lang is
[niet goed nadenken]
iemand iets door de neus boren
[verhinderen dat hij het krijgt]
met de neus in de boter vallen
[het goed treffen]
het deksel op je neus krijgen
[gestraft worden als je te begerig bent]
het ligt voor je neus
[vlak voor je]
iemand de pin op de neus zetten
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
dat is een wassen neus
[stelt niets voor]
het neusje van de zalm
[het fijnste, het beste]
een fijne neus voor iets hebben
[intuïtief iets opmerken]
een scherpe neus hebben
[goed kunnen ruiken]
een film die op locatie gemaakt is
[niet in de studio]
in de open lucht
[buiten]
met open mond
[heel verbaasd]
hem met open armen ontvangen
[heel hartelijk]
een open boek zijn
[geen geheimen hebben]
dat is een open deur
[iets wat al veel vaker verteld is]
dweilen met de kraan open
[proberen een probleem op te lossen, zonder iets aan de oorzaken te doen]
met open mond luisteren
[zeer aandachtig]
een open oog hebben voor iets
[er de waarde, het belang van inzien]
we spelen open kaart
[we zeggen het eerlijk]
een film met een open eind
[je ziet niet hoe het afloopt]
dat laat ik nog even open
[dat bepaal ik nu nog niet]
een open sollicitatie
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
een open vraag
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
een open brief
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
een open dag
[kijkdag bij een instelling]
open huis houden
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
een open inrichting
[zonder afgesloten deuren]
de Open Universiteit
[die voor iedereen toegankelijk is]
een open gezicht
[dat vertrouwen wekt]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
in open zee
[ver uit de kust]
open en bloot
[vrij en zonder zich te schamen]
scoren voor open doel
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
een stomme film
[zonder geluid]
een film ontwikkelen
[met chemische middelen er negatieven van maken]
aan flarden
[helemaal stuk]
een flard van het gesprek
[een klein deeltje ervan]
een flater begaan
[een domme fout maken]
voor de grap
[omdat we dat leuk vinden]
een grap met hem uithalen
[hem iets geks laten meemaken]
een flauwe grap
[een grap die niet leuk is]
hij drinkt een fles jenever per dag
[de inhoud van een fles jenever]
ik geef de baby de fles
[laat hem drinken uit de zuigfles]
een flessentrekker
[oplichter, zwendelaar]
de geest is uit de fles
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
een fles wijn soldaat maken
[hem leegdrinken]
hij is op de fles gegaan
[zijn bedrijf is failliet verklaard]
hem het bos in sturen
[niet serieus helpen]
huilen met de wolven in het bos
[doen wat anderen doen]
ze vielen bij bosjes
[de een na de ander]
een flinke bos hout voor de deur hebben
[grote borsten hebben]
hij is uit het goede hout gesneden
[is eerlijk en betrouwbaar]
we moeten op een houtje bijten
[hebben niets meer te eten]
dat snijdt geen hout
[dat gaat niet op, dat klopt niet]
van dik hout zaagt men planken
[wordt gezegd als iets op een slordige en grove manier wordt aangepakt]
een flinke bos hout voor de deur hebben
[grote borsten]
uit hetzelfde hout gesneden zijn
[op elkaar lijken]
op eigen houtje
[zonder overleg met en hulp van anderen]
ik snap er geen hout van
[niets]
een flinke dosis
[veel]
een flinke smak maken
[hard terechtkomen bij een val]
een smak geld
[een heleboel]
daar neem ik geen genoegen mee
[dat accepteer ik niet]
hem serieus nemen
[accepteren zoals hij is]
een bad nemen
[in bad gaan]
hem in dienst nemen
[hem een baan geven]
een besluit nemen
[iets besluiten]
hij neemt het niet zo nauw
[hij is niet erg precies]
een initiatief nemen
[ergens mee beginnen]
de maat nemen
[iets meten]
het hem kwalijk nemen
[hem de schuld ervoor geven]
een foto nemen
[een foto maken]
een fotografisch geheugen
[waarbij je je precies herinnert hoe iets eruitziet]
iets in een fraai daglicht stellen
[het zo mooi mogelijk voorstellen]
dat staat je fraai!
[daarvoor moet je je schamen!]
een fraaie prestatie
[een goede prestatie]
een frisse adem
[die aangenaam ruikt]
de frisse lucht
[de buitenlucht]
een frisse neus halen
[een luchtje scheppen]
dat is geen fris zaakje
[er is op een verdachte manier gewerkt]
met frisse tegenzin
[ironische opmerking als je ergens geen zin in hebt]
zo fris als een hoentje
[goed uitgerust, vol energie]
fris van de lever
[spontaan]
te kijk zitten
[zodat iedereen je kan zien]
tot kijk!
[tot ziens]
een frisse kijk op iets hebben
[zonder vooroordelen]
ergens kijk op hebben
[er deskundig in zijn]
daar is geen kijk op
[dat is onwaarschijnlijk]
te kijk lopen met iets
[er de aandacht op vestigen]
iemand te kijk zetten
[voor schut zetten]
in de fuik lopen
[in een situatie komen waar je niet gemakkelijk meer uit komt]
een fuik lichten
[de vissen eruit halen]
een functie neerleggen
[ontslag nemen]
een fusie aangaan
[fuseren]
een garantiebewijs
[een schriftelijke garantie]
een gat in de markt
[iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is]
hij heeft een gat in zijn hand
[geeft teveel geld uit]
we sprongen een gat in de lucht
[waren erg blij]
ze heeft een gaatje in haar hoofd
[is niet goed wijs]
daar is het gat van de deur!
[ga weg!]
een gat in de begroting
[begrotingstekort]
een gat in de dag slapen
[laat wakker worden]
iemand in de gaten houden
[scherp op hem letten]
tot het gaatje gaan
[tot het uiterste]
praatjes vullen geen gaatjes
[met mooie beloftes schieten we niets op]
in een gat vallen
[in een hopeloze situatie terechtkomen]
wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten
[als je iets doms doet, moet je boeten]
het in de gaten hebben
[het merken, weten hoe het zit]
hem in de gaten houden
[op hem letten]
als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
zijn dagen zijn geteld
[hij gaat bijna dood]
heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
sinds jaar en dag
[al heel lang]
tot in lengte van dagen
[nog heel lang]
een man van de dag zijn
[vlak voor zijn dood staan]
de dag des oordeels
[de laatste dag van de wereld]
overgaan tot de orde van de dag
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
voor je oude dag zorgen
[sparen voor later]
ouden van dagen
[bejaarden]
pluk de dag!
[leef; geniet nu!]
vandaag de dag
[tegenwoordig]
je dag niet hebben
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
geen zorgen voor de dag van morgen
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
het is morgen weer vroeg dag
[we moeten vroeg op]
iets voor de dag halen
[het tevoorschijn halen]
goed voor de dag komen
[iets goeds presteren]
het is kort dag
[er is nog maar weinig tijd]
dag en nacht
[onophoudelijk]
een gat in de dag slapen
[lang uitslapen]
ermee voor de dag komen
[het zeggen]
voor dag en dauw
[heel vroeg]
een verschil van dag en nacht
[een groot verschil]
een gat in de markt
[iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is]
hij heeft een gat in zijn hand
[geeft teveel geld uit]
we sprongen een gat in de lucht
[waren erg blij]
ze heeft een gaatje in haar hoofd
[is niet goed wijs]
daar is het gat van de deur!
[ga weg!]
een gat in de begroting
[begrotingstekort]
een gat in de dag slapen
[laat wakker worden]
iemand in de gaten houden
[scherp op hem letten]
tot het gaatje gaan
[tot het uiterste]
praatjes vullen geen gaatjes
[met mooie beloftes schieten we niets op]
in een gat vallen
[in een hopeloze situatie terechtkomen]
wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten
[als je iets doms doet, moet je boeten]
het in de gaten hebben
[het merken, weten hoe het zit]
hem in de gaten houden
[op hem letten]
het schip is in de lucht gevlogen
[ontploft]
dat is uit de lucht gegrepen
[dat kun je niet bewijzen]
de kritiek was niet van de lucht
[er was veel kritiek]
het programma gaat de lucht in
[wordt uitgezonden]
een gat in de lucht springen
[heel blij zijn]
dat is uit de lucht gegrepen
[verzonnen, niet waar]
er hangt iets in de lucht
[er gaat iets gebeuren]
de kou is uit de lucht
[het conflict is voorbij]
dat is een slag in de lucht
[iets wat nergens op gebaseerd is]
iets in de lucht laten vliegen
[het opblazen]
een vliegtuig uit de lucht halen
[het neerschieten]
de lucht breekt
[de wolken gaan uiteen]
niet van de lucht zijn
[veel voorkomen]
er is geen vuiltje aan de lucht
[het is helemaal in orde]
in de open lucht
[buiten]
hij leeft van de lucht
[heeft weinig geld nodig]
we gaan een luchtje scheppen
[buiten lopen]
hij doet alsof zij lucht is
[alsof hij haar niet ziet]
het zit in de lucht
[iedereen heeft er last van]
frisse lucht
[de buitenlucht]
geen lucht krijgen
[moeilijk kunnen ademhalen]
een luchtje scheppen
[buiten een wandeling maken]
van de lucht leven
[heel sober]
van alle markten thuis zijn
[overal wat vanaf weten]
een gat in de markt
[een mogelijkheid om producten te verkopen]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
in de markt zijn voor iets
[gegadigde zijn]
een nerveuze markt
[met sterke schommelingen]
een open markt
[zonder invoerrechten en heffingen]
iets onder de markt verkopen
[onder de vastgestelde prijs]
de markt veroveren
[veel verkopen]
de zwarte markt
[clandestiene handel]
op de markt is uw gulden een daalder waard
[op de markt is alles goedkoper]
een gat in de markt
[iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is]
hij heeft een gat in zijn hand
[geeft teveel geld uit]
we sprongen een gat in de lucht
[waren erg blij]
ze heeft een gaatje in haar hoofd
[is niet goed wijs]
daar is het gat van de deur!
[ga weg!]
een gat in de begroting
[begrotingstekort]
een gat in de dag slapen
[laat wakker worden]
iemand in de gaten houden
[scherp op hem letten]
tot het gaatje gaan
[tot het uiterste]
praatjes vullen geen gaatjes
[met mooie beloftes schieten we niets op]
in een gat vallen
[in een hopeloze situatie terechtkomen]
wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten
[als je iets doms doet, moet je boeten]
het in de gaten hebben
[het merken, weten hoe het zit]
hem in de gaten houden
[op hem letten]
de handen uit de mouwen steken
[ijverig gaan werken]
je hand ophouden
[geld vragen]
de hand aan jezelf slaan
[zelfmoord plegen]
met harde hand optreden
[streng optreden]
een handje helpen
[even meehelpen]
dat ligt voor de hand
[dat is heel logisch]
iets achter de hand hebben
[in reserve hebben]
de hand over het hart strijken
[voor één keer minder streng zijn]
er de hand aan houden
[de voorschriften volgen]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
jezelf in de hand hebben
[je beheersen]
wat is er aan de hand?
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus of somber zijn]
er je hand niet voor omdraaien
[het niet moeilijk vinden om te doen]
een hand geven
[een hand drukken om te begroeten]
er de laatste hand aan leggen
[het juist afmaken]
handen te kort komen
[het heel druk hebben]
een gat in je hand hebben
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
de hand boven het hoofd houden
[verdedigen met woorden]
met de handen over elkaar zitten
[niets doen]
aan de beterende hand zijn
[langzaam genezen]
van de hand wijzen
[weigeren]
in de hand werken
[bevorderen]
er de hand op weten te leggen
[iets bijzonders kopen of krijgen]
de hand op de knip houden
[zuinig zijn, gierig zijn]
je handen thuishouden
[niet aankomen, niet slaan]
uit je hand eten
[precies doen wat je zegt]
twee handen op één buik zijn
[het altijd met elkaar eens zijn]
uit de hand lopen
[niet meer kunnen beheersen]
van de hand doen
[wegdoen, verkopen]
het hoofd boven water houden
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
het hoofd laten hangen
[de moed verliezen]
de handen dichtknijpen
[jezelf gelukkig prijzen]
bij de hand houden
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
een gebed zonder end
[er komt geen eind aan]
hem onder druk zetten
[proberen hem ergens toe te dwingen]
een gebied van hoge druk
[weer zonder bewolking en depressies]
de druk is van de ketel
[de grootste spanning is voorbij]
druk uitoefenen
[je invloed aanwenden om iets voor elkaar te krijgen]
hij is daar geboren en getogen
[geboren en opgegroeid]
een geboren metselaar
[een erg goede metselaar]
heb het hart niet!
[waag het niet!]
iemand een hart onder de riem steken
[hem moed inspreken]
het gaat me aan het hart
[ik vind het heel jammer]
met hart en ziel
[met veel inzet en overtuiging]
van harte
[gelukwens bij verjaardag of ander feest]
het hart klopte in mijn keel
[ik was erg bang]
iemand iets op het hart drukken
[met nadruk tegen hem zeggen]
het niet over je hart kunnen verkrijgen
[het alsmaar niet kunnen doen]
iets op je hart hebben
[ergens over willen praten, maar het niet durven]
je hart bij iemand uitstorten
[hem al je problemen vertellen]
een hart van goud hebben
[erg vriendelijk en behulpzaam zijn]
een klein hartje hebben
[niet veel durven]
er je hart aan kunnen ophalen
[er enorm van kunnen genieten]
hart voor de zaak hebben
[er erg je best voor doen]
iemand een warm hart toedragen
[hem erg aardig vinden]
iemand op het hart trappen
[hem pijn doen met wat je zegt]
het hart op de juiste plaats hebben
[graag iets voor anderen doen]
het hart hoog dragen
[trots zijn]
je hart vasthouden
[je zorgen maken over de afloop]
met kloppend hart
[volg angstige spanning]
met de hand op het hart iets beloven
[ernstig en eerlijk]
dat is een pak van mijn hart
[een zorg minder]
iets ter harte nemen
[er rekening mee houden]
een hart van steen hebben
[gemeen zijn, geen rekening houden met anderen]
geen hart hebben
[geen menselijk gevoel]
weinig, maar uit een goed hart
[weinig, maar ik geef het graag]
van je hart geen moordkuil maken
[ronduit zeggen wat je vindt en voelt]
een gebroken hart
[liefdesverdriet]
naar hartenlust
[zoveel als je wilt]
je hebt mijn hart gestolen
[ik ben verliefd op je]
het is tot een breuk gekomen tussen hen
[de vriendschap is verbroken]
je lacht je een breuk (populair)
[heel erg lachen]
een gecompliceerde breuk
[waarbij het bot door de huid steekt]
de tafel dekken
[er alles op zetten]
de verf dekt goed
[je kunt de onderlaag niet meer zien]
gedekte kleuren
[niet fel]
een gedekt kapsel
[kort geknipt]
een gedekte cheque
[waar voldoende geld voor op de rekening staat]
ervoor zorgen dat je gedekt bent
[dat je geen moeilijkheden krijgt]
een feestelijk tintje aan iets geven
[het een beetje feestelijk maken]
een gedekte tint
[die rustig is voor de ogen]
het beste paard van stal
[de beste persoon die erbij is]
het paard achter de wagen spannen
[het verkeerd aanpakken]
zij is over het paard getild
[verwend]
ik heb honger als een paard
[erg veel honger]
een gegeven paard mag je niet in de bek kijken
[je moet tevreden zijn met wat je krijgt]
het beste paard struikelt weleens
[iedereen maakt wel eens een fout]
hoog te paard zitten
[verwaand zijn]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen]
de prins op het witte paard
[de ideale echtgenoot die langskomt]
je bent het beste paard van stal vergeten
[wanneer iemand overgeslagen is]
het paard van Troje
[een nagemaakt paard waarin de aanvallers zich verstopt hadden]
het paard van Troje binnenhalen
[je eigen ondergang bewerkstelligen]
op het verkeerde paard wedden
[een misrekening maken]
een ziekte komt te paard, en gaat te voet
[je hebt een ziekte snel, maar het genezen gaat langzaam]
een geheim agent
[een spion]
de geheime dienst
[overheidsdienst die in het geheim voor de veiligheid zorgt]
een geheime agenda hebben
[andere bedoelingen hebben dan je voorgeeft]
een geheim telefoonnummer
[dat niet in het telefoonboek staat]
dat ligt nog vers in mijn geheugen
[dat weet ik nog heel goed]
het geheugen van een computer
[waar gegevens in worden opgeslagen]
een geheugen als een ijzeren pot
[een heel goed geheugen]
zo lek als een zeef
[heel erg lek]
een geheugen als een zeef hebben
[een zeer slecht geheugen]
iedere gek heeft z'n gebrek
[niemand is volmaakt]
iemand voor de gek houden
[voor de grap tegen hem liegen]
een jongensgek
[een meisje dat dol is op jongens]
voor gek staan
[jezelf belachelijk maken]
één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden
[er zijn vragen waarop je geen zinnig antwoord kunt geven]
al te goed is buurmans gek
[wees niet te behulpzaam, want mensen maken daar misbruik van]
voor gek lopen
[er bespottelijk uitzien]
zoveel als de gek ervoor geeft
[zoveel als iemand wil bieden]
één gek kan meer vragen, dan tien wijzen kunnen beantwoorden
[op veel vragen is geen verstandig antwoord mogelijk]
hij kan bergen verzetten
[heel veel werk doen]
ik zie er als een berg tegenop
[ik zie er heel erg tegenop]
hij beloofde ons gouden bergen
[de prachtigste dingen]
een geloof dat bergenkan verzetten
[waaruit je veel kracht kunt putten]
als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg naar Mohammed
[als je initiatief neemt, maar dat eigenlijk van de andere partij had verwacht]
van een molshoop een berg maken
[een zaak enorm opblazen]
de berg heeft een muis gebaard
[schamper commentaar als alle drukte op niets uitloopt]
de haren rijzen mij te berge
[ik ben erg verontwaardigd]
hij heeft altijd geluk
[het pakt altijd goed voor hem uit]
op goed geluk
[in de hoop dat het per ongeluk goed zou zijn]
het is een geluk dat jij de weg weet
[het komt goed uit]
een geluk bij een ongeluk
[er gebeurt iets ergs, maar daar zit ook een goede kant aan]
een gemakkelijke stoel
[waar je gemakkelijk in kunt zitten]
ik val van mijn stoel van verbazing
[ik ben heel erg verbaasd]
het niet onder stoelen of banken steken
[er geen geheim van maken]
voor stoelen en banken praten
[terwijl er niet wordt geluisterd]
een luie stoel
[waarin je kunt luieren]
op het puntje van zijn stoel zitten
[scherp opletten]
op andermans stoel gaan zitten
[zich geestelijk in hem verplaatsen]
dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan
[als iemand lichtvaardig praat over een moeilijke klus]
jij hebt gemakkelijk praten
[voor jou ligt de zaak heel anders]
hij spreekt gemakkelijk
[vlot en zonder stotteren]
maak het je gemakkelijk
[ga lekker zitten]
een gemakkelijke stoel
[waarin je kunt luieren]
het zich gemakkelijk maken
[minder moeite voor iets doen dan eigenlijk zou moeten]
mijn vader is niet gemakkelijk
[hij is lastig in de omgang]
een gematigd persoon
[niet overdreven in zijn denken en doen]
een gematigd klimaat
[niet al te koud of al te warm]
2120
2120
de generale repetitie
[laatste repetitie voor de uitvoering]
een generaal pardon
[een regeling waarbij iedereen die een aantal jaren in het land is, mag blijven]
een generale repetitie
[laatste proefuitvoering voor de uitvoering zelf]
de generale staf
[de algemene leiding van het leger]
een gepeperde rekening
[een erg hoge rekening]
gepeperde taal
[erg grove taal]
een gerechtelijk vooronderzoek
[het eerste onderzoek van justitie naar een strafbaar feit]
een gerust geweten hebben
[vinden dat je onschuldig bent]
ergens gerust op zijn
[er vertrouwen in hebben]
hij zit met de gebakken peren
[moet de moeilijkheden oplossen]
een geschikte peer
[een geschikte vent]
een gesloten beroep
[waar niet iedereen vrij kan toetreden]
met gesloten beurs betalen
[zonder dat er geld aan te pas komt]
een gesloten boek
[een afgesloten periode]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
hermetisch gesloten
[zonder dat er lucht bij kan]
in gesloten gelederen
[eensgezind]
zo gesloten als een oester (het graf)
[heel erg gesloten]
hij is een gesloten boek voor mij
[hij laat zijn gevoelens niet blijken]
een gesloten circuit
[zonder onderbreking]
een gesloten lettergreep
[die op een medeklinker eindigt]
een gesloten vraag
[waarbij maar een beperkt aantal antwoorden mogelijk is]
een gesloten beroep
[waar niet iedereen vrij kan toetreden]
met gesloten beurs betalen
[zonder dat er geld aan te pas komt]
een gesloten boek
[een afgesloten periode]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
hermetisch gesloten
[zonder dat er lucht bij kan]
in gesloten gelederen
[eensgezind]
zo gesloten als een oester (het graf)
[heel erg gesloten]
hij is een gesloten boek voor mij
[hij laat zijn gevoelens niet blijken]
een gesloten circuit
[zonder onderbreking]
een gesloten lettergreep
[die op een medeklinker eindigt]
een gesloten vraag
[waarbij maar een beperkt aantal antwoorden mogelijk is]
een gesloten beroep
[waar niet iedereen vrij kan toetreden]
met gesloten beurs betalen
[zonder dat er geld aan te pas komt]
een gesloten boek
[een afgesloten periode]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
hermetisch gesloten
[zonder dat er lucht bij kan]
in gesloten gelederen
[eensgezind]
zo gesloten als een oester (het graf)
[heel erg gesloten]
hij is een gesloten boek voor mij
[hij laat zijn gevoelens niet blijken]
een gesloten lettergreep
[die op een medeklinker eindigt]
een gesloten vraag
[waarbij maar een beperkt aantal antwoorden mogelijk is]
een gesprek op hoog niveau
[tussen belangrijke mensen of over belangrijke dingen]
dat voert te ver
[dat gaat te ver, dan dwalen we te veel af]
iemand voeren
[dingen zeggen terwijl je weet dat hij er boos door wordt]
hem dronken voeren
[teveel alcohol laten drinken]
oorlog voeren
[in oorlog zijn]
het woord voeren
[iets zeggen]
een gesprek voeren
[ergens over praten]
een gevaar signaleren
[zeggen dat iets gevaarlijk is]
een gevecht op leven en dood
[het ging erom of je bleef leven of niet]
een gevleugelde uitdrukking
[die iedereen kent]
gevleugelde woorden
[treffende woorden, die op spreuken lijken]
een gevoelige knauw krijgen
[schade aan gezondheid of bezittingen oplopen]
een gevoelige snaar raken
[iemand treffen door over een gevoelige zaak te beginnen]
een gevoelige snaar raken
[over een pijnlijk onderwerp beginnen]
alle snaren zijn gespannen
[alles is voorbereid]
alles op haren en snaren zetten
[alles doen om je doel te bereiken]
een gevoelige knauw krijgen
[schade aan gezondheid of bezittingen oplopen]
een gevoelige snaar raken
[iemand treffen door over een gevoelige zaak te beginnen]
geen man meer hebben
[weduwe zijn]
aan de man komen
[trouwen]
de liefde van de man gaat door de maag
[mannen verleid je met lekker eten]
hij is er de man niet naar
[zo is hij niet]
hij staat zijn mannetje wel
[kan zich goed verdedigen]
een man een man, een woord een woord
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
hij is mans genoeg
[flink genoeg]
hij is heel wat mans
[kan heel wat en is niet gauw bang]
de man met de hamer
[vermoeidheid of een morele inzinking]
ik ben je man
[ik sta tot je beschikking]
een man van de klok zijn
[altijd op tijd zijn]
een sterke man
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
een man van de wereld zijn
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
de man met de zeis
[de dood]
iets aan de man brengen
[het verkopen]
er is geen man overboord
[er is niets ernstigs gebeurd]
man en paard noemen
[niets verzwijgen]
een gewaarschuwd man telt voor twee
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
als één man
[allemaal tegelijk]
de kleine man
[de mensen met een laag inkomen]
het op de man af vragen
[rechtstreeks]
kleren maken de man
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
met man en muis vergaan
[met alle opvarenden]
dan is er nog geen man overboord
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen geven]
anderhalve man en een paardenkop
[bijna niemand]
op de man spelen
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
iets tot de laatste man verdedigen
[tot het uiterste]
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
een gewapende overval
[met wapens]
gewapend beton
[versterkt met ijzeren staven]
een geweldsspiraal
[een ontwikkeling die het geweld erger laat worden]
een negatieve spiraal
[een ontwikkeling die iets kwalijks in stand houdt]
een gewillig werktuig zijn
[zich laten gebruiken]
een gezicht als een masker
[je kunt niet zien wat hij denkt of voelt]
met een stalen gezicht
[zonder gevoel te tonen]
dat geeft scheve gezichten
[het maakt anderen jaloers]
een raar gezicht trekken
[spieren in je gezicht bewegen]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst mee te maken krijgt]
iemand van gezicht kennen
[wel weten hoe hij eruitziet, maar meer niet]
iemand uit het gezicht verliezen
[niet meer weten waar hij is]
het recht in zijn gezicht zeggen
[zonder er omheen te draaien]
even je gezicht laten zien
[er kort op bezoek gaan]
het gezicht verliezen
[blind worden]
géén gezicht!
[niet om aan te zien, erg lelijk]
een klap in het gezicht
[een grove belediging]
op je gezicht gaan
[afgaan, mislukken]
een gezicht als een oorwurm
[boos en ontevreden]
een gezicht van oude lappen
[huilerig en lelijk]
iemand met twee gezichten
[een schijnheilig iemand]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst naar kijkt]
het is géén gezicht
[het ziet er heel raar uit]
de trein verdween uit het gezicht
[ik zag hem niet meer]
je gezicht verliezen
[iets doen waardoor je je goede naam kwijtraakt]
een lap tekst
[een lange tekst]
een gezicht van oude lappen
[huilerig en ontevreden]
dat werkt als een rode lap op een stier
[dat wekt alleen maar woede op]
dat werkt op hem als een rode lap op een stier
[hij wordt er woedend van]
iemand voor het lapje houden
[voor de gek houden]
met een stalen gezicht
[zonder gevoel te tonen]
dat geeft scheve gezichten
[het maakt anderen jaloers]
een raar gezicht trekken
[spieren in je gezicht bewegen]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst mee te maken krijgt]
iemand van gezicht kennen
[wel weten hoe hij eruitziet, maar meer niet]
iemand uit het gezicht verliezen
[niet meer weten waar hij is]
het recht in zijn gezicht zeggen
[zonder er omheen te draaien]
even je gezicht laten zien
[er kort op bezoek gaan]
het gezicht verliezen
[blind worden]
géén gezicht!
[niet om aan te zien, erg lelijk]
een klap in het gezicht
[een grove belediging]
op je gezicht gaan
[afgaan, mislukken]
een gezicht als een oorwurm
[boos en ontevreden]
een gezicht van oude lappen
[huilerig en lelijk]
iemand met twee gezichten
[een schijnheilig iemand]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst naar kijkt]
het is géén gezicht
[het ziet er heel raar uit]
de trein verdween uit het gezicht
[ik zag hem niet meer]
je gezicht verliezen
[iets doen waardoor je je goede naam kwijtraakt]
een giftige tong
[iemand die kwaadspreekt]
een giftige opmerking
[een opmerking bedoeld om iemand pijn te doen]
te diep in het glaasje gekeken hebben
[te veel gedronken hebben]
je eigen glazen ingooien
[de zaak voor jezelf verknoeien]
daar heb je het gedonder in de glazen
[daar begint de ellende]
het glas heffen
[toasten]
een glaasje te veel op hebben
[dronken zijn]
een storm in een glas water
[veel ophef over iets onbelangrijks]
zich op glad ijs begeven
[een moeilijk onderwerp aansnijden]
zo glad als een aal
[heel slim en geslepen]
een gladde jongen
[een sluwe jongen]
dat zal hem niet glad zitten
[dat zal hem tegenvallen]
nogal glad
[dat ligt voor de hand]
een gladde tong hebben
[goed kunnen praten]
er werd op grote schaal gespijbeld
[heel vaak, door veel leerlingen]
op schaal natekenen
[groter of kleiner tekenen, maar zo dat de verhoudingen kloppen]
een glijdende schaal
[die geleidelijk afloopt]
de schaal van Richter
[norm voor de kracht van aardbevingen]
dat legt gewicht in de schaal
[dat is belangrijk, heeft invloed]
er gloeiend bij zijn
[niet meer kunnen ontkomen]
een gloeiende hekel aan iemand hebben
[een verschrikkelijke weerzin]
een goed begin is het halve werk
[als je ergens goed mee begint, is de rest niet moeilijk meer]
begin mei
[in de eerste dagen van mei]
in het begin bleef ik thuis
[eerst bleef ik thuis]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
goed af zijn
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
net goed!
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede partij
[een passende huwelijkspartner]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
er geen goed woord voor overhebben
[het absoluut verwerpelijk vinden]
een goed woordje voor iemand doen
[hem aanbevelen, verdedigen]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
die goeie, oude tijd
[het verleden is beter dan het heden]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
in goede aarde vallen
[welkom zijn]
goed blijven
[niet bederven]
goed gebekt zijn
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
dat heb je goed geschoten
[dat heb je goed voor elkaar]
niet half zo goed
[lang niet zo goed]
een goed heenkomen zoeken
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
uit het goede hout gesneden zijn
[geschikt zijn]
goed beslagen ten ijs komen
[goed voorbereid zijn]
in goeden doen zijn
[veel geld hebben]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
nou goed?
[heb je nu je zin?]
goede raad is duur
[gezegd als je geen oplossing weet]
goede waar verkoopt zich zelf
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
een goed doel
[een liefdadige bestemming]
daar sta je dan met je goeie gedrag
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
te goeder trouw zijn
[oprecht en eerlijk zijn]
goed bij zijn
[slim zijn]
goed in zijn geld zitten
[rijk zijn]
goed op elkaar ingespeeld zijn
[goed kunnen samenwerken]
goed ingevoerd zijn
[goed op de hoogte zijn]
goed bij kas zitten
[voldoende geld hebben]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
het er goed van nemen
[veel consumeren]
goed van pas komen
[nuttig zijn]
niet goed snik zijn
[gek zijn]
goed van de tongriem gesneden zijn
[goed kunnen praten]
goed uitgeslapen zijn
[pittig, oplettend zijn]
goed vertegenwoordigd zijn
[met een behoorlijk aantal]
goed van vertrouwen zijn
[lichtgelovig]
het goed kunnen vinden met iemand
[goed met hem kunnen opschieten]
goed in het vlees zitten
[niet mager zijn]
als goede vrienden uit elkaar gaan
[scheiden zonder ruzie]
er goed bij zitten
[in een luxueus huis]
goede zaken doen
[veel geld verdienen]
een goed uur
[ruim een uur]
een goed hart hebben
[vriendelijk van aard zijn]
het goed voor hebben met iemand
[hem willen helpen]
een goed onthaal krijgen
[welkom zijn]
te goed zijn voor deze wereld
[te goed van vertrouwen zijn]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
een goede verliezer zijn
[je verlies waardig kunnen dragen]
goed en wel was hij thuis ....
[nauwelijks was hij thuis ....]
zo goed als nieuw
[bijna nieuw]
zich te goed doen aan iets
[er volop van genieten]
goeie genade!
[uitroep van schrik of ergernis]
iets te goed houden
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
nou wordt ie goed!
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
iets te goed hebben
[te vorderen, te verwachten]
Goede Vrijdag
[de vrijdag voor Pasen]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
goed af zijn
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
net goed!
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede partij
[een passende huwelijkspartner]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
er geen goed woord voor overhebben
[het absoluut verwerpelijk vinden]
een goed woordje voor iemand doen
[hem aanbevelen, verdedigen]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
die goeie, oude tijd
[het verleden is beter dan het heden]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
in goede aarde vallen
[welkom zijn]
goed blijven
[niet bederven]
goed gebekt zijn
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
dat heb je goed geschoten
[dat heb je goed voor elkaar]
niet half zo goed
[lang niet zo goed]
een goed heenkomen zoeken
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
uit het goede hout gesneden zijn
[geschikt zijn]
goed beslagen ten ijs komen
[goed voorbereid zijn]
in goeden doen zijn
[veel geld hebben]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
nou goed?
[heb je nu je zin?]
goede raad is duur
[gezegd als je geen oplossing weet]
goede waar verkoopt zich zelf
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
een goed doel
[een liefdadige bestemming]
daar sta je dan met je goeie gedrag
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
te goeder trouw zijn
[oprecht en eerlijk zijn]
goed bij zijn
[slim zijn]
goed in zijn geld zitten
[rijk zijn]
goed op elkaar ingespeeld zijn
[goed kunnen samenwerken]
goed ingevoerd zijn
[goed op de hoogte zijn]
goed bij kas zitten
[voldoende geld hebben]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
het er goed van nemen
[veel consumeren]
goed van pas komen
[nuttig zijn]
niet goed snik zijn
[gek zijn]
goed van de tongriem gesneden zijn
[goed kunnen praten]
goed uitgeslapen zijn
[pittig, oplettend zijn]
goed vertegenwoordigd zijn
[met een behoorlijk aantal]
goed van vertrouwen zijn
[lichtgelovig]
het goed kunnen vinden met iemand
[goed met hem kunnen opschieten]
goed in het vlees zitten
[niet mager zijn]
als goede vrienden uit elkaar gaan
[scheiden zonder ruzie]
er goed bij zitten
[in een luxueus huis]
goede zaken doen
[veel geld verdienen]
een goed uur
[ruim een uur]
een goed hart hebben
[vriendelijk van aard zijn]
het goed voor hebben met iemand
[hem willen helpen]
een goed onthaal krijgen
[welkom zijn]
te goed zijn voor deze wereld
[te goed van vertrouwen zijn]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
een goede verliezer zijn
[je verlies waardig kunnen dragen]
goed en wel was hij thuis ....
[nauwelijks was hij thuis ....]
zo goed als nieuw
[bijna nieuw]
goeie genade!
[uitroep van schrik of ergernis]
iets te goed houden
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
nou wordt ie goed!
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
iets te goed hebben
[te vorderen, te verwachten]
Goede Vrijdag
[de vrijdag voor Pasen]
een goed omlijnd plan
[duidelijk uitgewerkt]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
goed af zijn
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
net goed!
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede partij
[een passende huwelijkspartner]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
er geen goed woord voor overhebben
[het absoluut verwerpelijk vinden]
een goed woordje voor iemand doen
[hem aanbevelen, verdedigen]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
die goeie, oude tijd
[het verleden is beter dan het heden]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
het hele stel
[iedereen of alles]
een goed stel hersens hebben
[intelligent zijn]
op stel en sprong
[meteen]
je hersens pijnigen
[je best doen om je iets te herinneren]
hoe haal je het in je hersens!
[hoe kun je zo dom zijn, of: hoe durf je!]
een goed tehuis zoeken (voor een dier)
[een goed onderdak]
een goed uiteinde
[prettige oudejaarsavond]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
goed af zijn
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
het hoge woord komt eruit
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
met twee woorden spreken
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
geen woorden maar daden
[we hebben niets aan praatjes alleen]
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
let op mijn woorden!
[dat zal zeker gebeuren]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
met twee woorden spreken
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
woord voor woord
[volledig en precies]
je woorden wegen
[zorgvuldig formuleren]
ik geloof je op je woord
[omdat je het zegt]
woord houden
[doen wat je beloofd hebt]
iemand aan zijn woord houden
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
een man van zijn woord
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
een man een man, een woord een woord
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
iemand aan het woord laten
[laten uitspreken]
het woord voeren
[spreken]
zijn woordje kunnen doen
[zich goed kunnen uitdrukken]
het woord richten tot iemand
[hem toespreken]
iemand te woord staan
[hem aanhoren]
een goed woordje voor hem doen
[hem aanbevelen]
een vies woord
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
niet uit je woorden kunnen komen
[er niet in slagen het te zeggen]
hem op zijn woord geloven
[hij hoeft het niet te bewijzen]
een hartig woordje spreken met iemand
[hem zeggen wat je vindt]
er was geen woord tussen te krijgen
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
enkele woorden wisselen
[met elkaar spreken]
een aardig woordje Engels spreken
[die taal goed beheersen]
altijd het laatste woord willen hebben
[altijd nog iets willen toevoegen]
de daad bij het woord voegen
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
daar is geen woord Frans bij
[dat is heel duidelijk]
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
[die zaak is nog niet afgehandeld]
woorden hebben
[ruzie hebben]
een boterham met tevredenheid
[brood zonder boter en beleg]
een goede boterham verdienen
[een baan hebben die goed betaalt]
vers van de pers
[net gedrukt]
een goede pers krijgen
[goede kritieken]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
iemand een zetje in de goede richting geven
[hem helpen]
een goede zet
[slimme daad, of rake opmerking]
aan zet zijn
[aan de beurt zijn]
goedkoop is duurkoop
[met goedkope spullen ben je uiteindelijk duurder uit]
goedkoop werken
[voor een laag loon]
goedkope grapjes
[flauwe grapjes waar al gauw om gelachen wordt]
een goedkoop effect
[met voor de hand liggende middelen bereikt]
een gokje wagen
[proberen of je geluk hebt bij een spel]
op de gok
[zonder dat je weet of het goed uitpakt]
de Gouden Eeuw
[de welvarende, zevendiende eeuw]
een gouden bruiloft
[als je 50 jaar getrouwd bent]
een gouden handdruk
[flink geldbedrag bij afscheid of ontslag]
een gouden jubileum
[de dag waarop 50 jaar geleden iets gebeurde]
een zilveren jubileum
[de dag waarop 25 jaar geleden iets gebeurde]
een gouden tip
[zeer waardevolle informatie, die de doorslag geeft]
een tipje van de sluier oplichten
[een deel van een geheim onthullen]
voor de grap
[omdat we dat leuk vinden]
een grap met hem uithalen
[hem iets geks laten meemaken]
een flauwe grap
[een grap die niet leuk is]
in een ijzeren greep
[stevig omklemd]
in de greep van iets
[erdoor beheerst]
een greep doen uit de trommel
[er een willekeurige hoeveelheid uit pakken]
er geen greep op krijgen
[het niet goed kunnen begrijpen]
je grenzen kennen
[weten tot hoever je kunt gaan]
een natuurlijke grens
[die samenvalt met een rivier of bergketen]
over de grens gaan
[naar het buitenland]
geen grenzen kennen
[alle perken te buiten gaan]
binnen de grenzen van het mogelijke
[binnen wat mogelijk is]
een grens overschrijden
[te ver gaan]
de grenzen verleggen
[nieuwe normen vaststellen]
in het grijze verleden
[heel lang geleden]
de grijze cellen
[de hersenen]
ergens grijze haren van krijgen
[je er veel zorgen over maken]
een grijs kenteken
[speciaal voor vrachtverkeer]
een grijze muis
[een onopvallend persoon]
ergens grijs in worden
[er je hele leven mee bezig zijn]
in de grijze oudheid
[lang geleden]
de grijze middelmaat
[wat saai is door middelmatigheid]
het te grijs maken
[te sterk overdrijven, te ver gaan]
de grijze zone
[een onduidelijk middengebied]
de grijze golf
[het toenemende aantal ouderen]
dat muisje had nog een staartje
[die gebeurtenis had onverwachte gevolgen]
de berg heeft een muis gebaard
[het grote plan is op niets uitgelopen]
als een muis in de val zitten
[niet meer weg kunnen]
de muizen liggen er dood in de broodkast
[ze zijn erg arm]
een grijze muis
[een onopvallend persoon]
met man en muis vergaan
[het schip zinkt en alle opvarenden verdrinken]
met spek vangt men muizen
[als je gul bent, kun je iedereen voor je winnen]
in het grijze verleden
[heel lang geleden]
de grijze cellen
[de hersenen]
ergens grijze haren van krijgen
[je er veel zorgen over maken]
een grijs kenteken
[speciaal voor vrachtverkeer]
een grijze muis
[een onopvallend persoon]
ergens grijs in worden
[er je hele leven mee bezig zijn]
in de grijze oudheid
[lang geleden]
de grijze middelmaat
[wat saai is door middelmatigheid]
het te grijs maken
[te sterk overdrijven, te ver gaan]
de grijze zone
[een onduidelijk middengebied]
de grijze golf
[het toenemende aantal ouderen]
een groene golf
[reeks van na elkaar op groen springende stoplichten]
olie op de golven gooien
[de emoties doen afnemen]
ik erger me groen en geel
[ik erger me verschrikkelijk]
een groene partij
[partij die opkomt voor het milieu]
zij heeft groene vingers
[bij haar doen de planten het altijd goed]
het wordt hem groen en geel voor de ogen
[het duizelt hem, alles draait]
onder de groene zoden liggen
[dood en begraven zijn]
het groene licht geven
[toestemming geven]
het Groene Boekje
[officiële woordenlijst van de Nederlandse taal]
de groene golf
[reeks van op groen springende verkeerslichten]
het groene hart van de Randstad
[het deel dat nog uit open, onbebouwd land bestaat]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
het groene laken
[het biljart]
groen zien van nijd
[erg jaloers zijn]
groene vingers hebben
[succes met het kweken van planten]
onder de groene zoden liggen
[dood en begraven zijn]
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
rijp en groen
[goed en slecht door elkaar]
groente van de koude grond
[niet in de kas gekweekt]
de begane grond
[de onderste woonlaag]
iets uit de grond stampen
[het heel snel maken]
uit de grond van mijn hart
[met volle overtuiging]
hem te gronde richten
[hem vernietigen]
aan de grond zitten
[geen geld meer hebben]
het van de grond krijgen
[erin slagen het te organiseren]
het met de grond gelijkmaken
[het afbreken]
als aan de grond genageld bleef hij staan
[hij kon zich van schrik niet meer bewegen]
ik ging door de grond
[ik schaamde me diep]
het plan de grond in boren
[het afkraken]
met beide benen op de grond staan
[nuchter zijn]
geen poot aan de grond krijgen
[geen enkele kans]
de grond wordt me te heet onder de voeten
[ik ga ervandoor, want het wordt me te riskant]
stille waters hebben diepe gronden
[wie het minst spreekt is vaak het meest interessant]
uit de grond van mijn hart
[omdat ik het echt meen]
op grond van
[om reden van, wegens]
een grond van waarheid
[een waar element in een bewering]
in de grond van de zaak
[in feite, eigenlijk]
de keuken krijgt een grote beurt
[wordt grondig schoongemaakt]
hij maakte een goede beurt
[hij maakte een gunstige indruk]
om de beurt
[eerst de een, dan de ander]
iemand een beurt geven
[mondeling overhoren in de klas]
een grote beurt
[groot onderhoud aan een auto]
voor zijn beurt gaan
[voordringen]
de grote mensen
[de volwassenen]
de grote vakantie
[de zomervakantie]
inkopen in het groot
[met grote hoeveelheden tegelijk]
met grote ogen kijken
[verbaasd kijken]
een grote mond opzetten
[brutaal praten]
een grote duim hebben
[een rijke fantasie]
voor het grootste gedeelte
[voor het merendeel]
de grote hoop
[de grote massa]
een grote keel opzetten
[hard gaan schreeuwen]
veel kleintjes maken één grote
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
iets aan de grote klok hangen
[overal bekendmaken]
groot licht
[autolampen op maximale sterkte]
met groot materieel uitrukken
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
een grote mond geven
[brutaal toespreken]
grote ogen opzetten
[heel erg verbaasd zijn]
de grote plas
[de oceaan]
boven de grote rivieren
[Noord- en Midden-Nederland]
grote stappen, gauw thuis
[slordig en snel]
in grote trekken
[in hoofdzaken]
op grote voet leven
[veel geld uitgeven]
de grote mensen
[de volwassenen]
de grote vakantie
[de zomervakantie]
inkopen in het groot
[met grote hoeveelheden tegelijk]
met grote ogen kijken
[verbaasd kijken]
een grote mond opzetten
[brutaal praten]
een grote duim hebben
[een rijke fantasie]
voor het grootste gedeelte
[voor het merendeel]
de grote hoop
[de grote massa]
een grote keel opzetten
[hard gaan schreeuwen]
veel kleintjes maken één grote
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
iets aan de grote klok hangen
[overal bekendmaken]
groot licht
[autolampen op maximale sterkte]
met groot materieel uitrukken
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
een grote mond geven
[brutaal toespreken]
grote ogen opzetten
[heel erg verbaasd zijn]
de grote plas
[de oceaan]
boven de grote rivieren
[Noord- en Midden-Nederland]
grote stappen, gauw thuis
[slordig en snel]
in grote trekken
[in hoofdzaken]
op grote voet leven
[veel geld uitgeven]
de groten der aarde
[de rijken en machtigen]
de grote dag
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar even]
een grote geest
[zeer begaafd persoon]
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
een grote rol spelen
[belangrijk zijn]
een grote boodschap doen
[poepen]
de grootste gemene deler
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
groot denken
[ruim]
het grote geld
[rijkdom, veel geld]
in groten getale
[massaal]
dat is een groot woord
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
je hebt groot gelijk
[je hebt absoluut gelijk]
het grote publiek
[een grote groep mensen]
ik ben groot met hem
[mag hem graag en ga goed met hem om]
grote goedheid
[uitroep van schrik]
groot zijn met iemand
[bevriend met hem zijn]
iets uit je duim zuigen
[het verzinnen]
hem onder de duim houden
[hem in je macht houden]
een grote duim hebben
[een rijke fantasie]
iets op je duimpje kennen
[het heel goed kennen]
daar heb ik geen boodschap aan
[daar heb ik niets mee te maken]
een grote of kleine boodschap
[poepen of plassen]
grove taal uitslaan
[schunnige taal gebruiken]
een grove nalatigheid
[iets belangrijks wat je ten onrechte niet gedaan hebt]
grof geld verdienen
[veel geld]
het grove werk
[het zware werk]
grof geschut gebruiken
[zware middelen of woorden om iets te bereiken]
een gulle lach
[hartelijk en spontaan]
hij geeft met gulle hand
[hij geeft veel weg]
in het gunstigste geval
[als zich de beste mogelijkheid voordoet]
gunstig tij
[een geschikte periode]
een gunstig voorteken
[dat een goede afloop doet verwachten]
de weergoden zijn ons niet gunstig gezind
[het is slecht weer]
iets gunstig ontvangen
[er positief over oordelen]
gunstig bekendstaan
[een goede naam hebben]
een haag vormen
[de mensen in een rij opstellen]
een Haags bakje
[een halfvol kopje]
een bakje troost
[een kopje koffie]
dat is kat in het bakkie
[een eenvoudig karweitje]
de bak in draaien
[gevangengenomen worden]
een volle bak
[een volle zaal]
niet aan de bak komen
[geen werk kunnen vinden]
kop op!
[houd moed!]
een kop als een boei
[een vuurrood hoofd
de kop indrukken
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
een verhaal met kop noch staart
[onbegrijpelijk]
op de kop af
[precies]
een bord voor je kop hebben
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
je kop in het zand steken
[jezelf voor de gek houden]
dat zal me de kop niet kosten
[dat kan ik wel betalen]
de hele zaal stond op zijn kop
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
kopjes geven
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
de kop opsteken
[zich opnieuw vertonen]
al ga je op je kop staan!
[je zult je zin niet krijgen]
iemand op zijn kop geven
[hem berispen, een standje geven]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden, verslaan]
de kolder in de kop krijgen
[onhandelbaar worden]
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
[hij geeft niet gauw op]
met je kop tegen de muur lopen
[niet bereiken wat je wilt]
iets in je kop stampen
[het met moeite in je geheugen opnemen]
de koppen tellen
[de aanwezigen]
zaagsel in zijn kop hebben
[dom zijn, niets begrijpen]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
een Haags kopje
[halfvol]
hou die doos niet op zijn kop!
[ondersteboven]
over de kop slaan
[ondersteboven vallen]
op zijn kop
[ondersteboven]
koplamp
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
over de kop gaan
[failliet gaan]
de spijker op de kop slaan
[zeggen waar het precies om gaat]
iets bij de kop vatten
[eraan beginnen]
iets op de kop tikken
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
op de kop af
[precies]
beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald
[het is beter op tijd te veranderen dan halsstarrig door te gaan]
een half dozijn
[zes]
een halve finale
[elk van de twee wedstrijden tussen twee van de laatste vier deelnemers aan een toernooi]
hij valt dood op een halve cent
[is heel gierig]
voor half geld
[voor de helft van wat anderen moeten betalen]
niet half zo goed
[lang zo goed niet]
ik voel me maar een half mens
[ik voel me helemaal niet fit]
gedeelde smart is halve smart
[verdriet is beter te dragen als je het deelt met anderen]
ik geloof hem maar half en half
[een beetje, maar niet echt]
een halve wees
[kind waarvan een de ouders is overleden]
geen halve maatregelen nemen
[de zaak fors en kordaat aanpakken]
iets met een half oog zien
[zonder er met je aandacht helemaal bij te zijn]
we hebben het half en half besloten
[bijna]
de handen uit de mouwen steken
[ijverig gaan werken]
je hand ophouden
[geld vragen]
de hand aan jezelf slaan
[zelfmoord plegen]
met harde hand optreden
[streng optreden]
een handje helpen
[even meehelpen]
dat ligt voor de hand
[dat is heel logisch]
iets achter de hand hebben
[in reserve hebben]
de hand over het hart strijken
[voor één keer minder streng zijn]
er de hand aan houden
[de voorschriften volgen]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
jezelf in de hand hebben
[je beheersen]
wat is er aan de hand?
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus of somber zijn]
er je hand niet voor omdraaien
[het niet moeilijk vinden om te doen]
een hand geven
[een hand drukken om te begroeten]
er de laatste hand aan leggen
[het juist afmaken]
handen te kort komen
[het heel druk hebben]
een gat in je hand hebben
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
de hand boven het hoofd houden
[verdedigen met woorden]
met de handen over elkaar zitten
[niets doen]
aan de beterende hand zijn
[langzaam genezen]
van de hand wijzen
[weigeren]
in de hand werken
[bevorderen]
er de hand op weten te leggen
[iets bijzonders kopen of krijgen]
de hand op de knip houden
[zuinig zijn, gierig zijn]
je handen thuishouden
[niet aankomen, niet slaan]
uit je hand eten
[precies doen wat je zegt]
twee handen op één buik zijn
[het altijd met elkaar eens zijn]
uit de hand lopen
[niet meer kunnen beheersen]
van de hand doen
[wegdoen, verkopen]
het hoofd boven water houden
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
het hoofd laten hangen
[de moed verliezen]
de handen dichtknijpen
[jezelf gelukkig prijzen]
bij de hand houden
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
de handen uit de mouwen steken
[ijverig gaan werken]
je hand ophouden
[geld vragen]
de hand aan jezelf slaan
[zelfmoord plegen]
met harde hand optreden
[streng optreden]
een handje helpen
[even meehelpen]
dat ligt voor de hand
[dat is heel logisch]
iets achter de hand hebben
[in reserve hebben]
de hand over het hart strijken
[voor één keer minder streng zijn]
er de hand aan houden
[de voorschriften volgen]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
jezelf in de hand hebben
[je beheersen]
wat is er aan de hand?
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus of somber zijn]
er je hand niet voor omdraaien
[het niet moeilijk vinden om te doen]
een hand geven
[een hand drukken om te begroeten]
er de laatste hand aan leggen
[het juist afmaken]
handen te kort komen
[het heel druk hebben]
een gat in je hand hebben
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
de hand boven het hoofd houden
[verdedigen met]
klein hapje
[snack]
een hapje en een drankje
[iets te eten en te drinken]
een warme hap
[de warme maaltijd]
wat een slappe hap!
[het gaat nergens over, het stelt niets voor]
een happy end
[een goede afloop]
ergens een harde dobber aan hebben
[het er moeilijk mee hebben]
de harde kern
[de belangrijkste (vaste) leden van een groep]
een harde kop hebben
[koppig, vasthoudend zijn]
een harde noot met hem kraken
[iets onplezierigs bespreken]
de harde schijf
[onderdeel voor opslag van gegevens]
het gaat hard tegen hard tussen hen
[ze tonen geen medelijden met elkaar]
hij is zo hard als een spijker
[erg gevoelloos]
harde acties
[waarbij men weinig begrip voor elkaar heeft]
met harde hand
[streng]
de harde lijn volgen
[de andere partij nergens in tegemoet komen]
het hard te verduren hebben
[veel vervelende dingen meemaken]
harde woorden
[een scherp standje]
het gaat hard tegen hard
[geen van de partijen wil toegeven]
om het hardst
[uit alle macht]
er hard aan trekken
[goed doorwerken bij de studie]
harde afspraken
[waar niet aan te tornen valt]
iets hard maken
[het bewijzen]
er een hard hoofd in hebben
[het somber inzien]
hard water
[met veel kalk]
harde noten kraken
[moeilijke beslissingen nemen]
een harde noot met iemand kraken
[iets onaangenaams met hem bespreken]
veel noten op je zang hebben
[veel eisen, niet gauw tevreden zijn]
zo eerlijk als goud
[erg eerlijk]
voor geen goud ga ik de straat op
[ik durf het echt niet]
het is niet alles goud wat er blinkt
[laat je niet misleiden door de mooie buitenkant]
zijn gewicht in goud waard zijn
[heel waardevol zijn]
een hart van goud hebben
[goed zijn voor alles en iedereen]
iets voor geen goud willen missen
[beslist niet]
vloeibaar goud
[aardolie]
spreken is zilver, zwijgen is goud
[soms is het beter om niets te zeggen]
een hartig woordje met iemand spreken
[hem duidelijk zeggen waar het op staat]
over de hele linie
[in alle opzichten]
op het hele uur
[als de klok een vol uur aanwijst]
niets heel laten van iets of iemand
[alleen maar negatief beoordelen]
er bleef geen spaan van heel
[totaal niets]
een hele poos
[flink lang]
dat is een hele aanschaf
[commentaar als iemand iets duurs heeft gekocht]
een hele bedoening
[een hele drukte]
het was een hele bevalling
[het kostte veel moeite]
dat is een hele eer
[een onderscheiding]
een heel eind komen
[je doel bijna bereiken]
het is een hele geschiedenis
[een lang verhaal]
het is een heel karwei
[niet gemakkelijk]
er een hele kluif aan hebben
[er veel werk aan hebben, het moeilijk vinden]
hij is een hele piet
[een belangrijk persoon]
een hele prestatie
[een knap stukje werk]
de hele tijd
[voortdurend]
het is een hele zit
[commentaar als je lang ergens moet zitten]
dat is een hele zorg minder
[opgelucht commentaar als een probleem is opgelost]
een heel getal
[getal dat geen breuk is]
de stand van zaken
[hoe de toestand is]
de stand in de wedstrijd
[hoeveel doelpunten er gevallen zijn en voor wie]
de burgerlijke stand
[waar gegevens van burgers worden bijgehouden]
iets tot stand brengen
[ontwikkelen, vormen]
iets in stand houden
[zorgen dat het blijft bestaan]
boven je stand leven
[meer uitgeven dan je hebt]
boven je stand trouwen
[met iemand van een hogere stand]
een heer van stand
[een man die laat blijken bij de hogere klasse te horen]
iets tot stand brengen
[iets presteren]
het in stand houden
[zorgen dat het blijft]
tot stand komen
[ontstaan]
praten alsof je een hete aardappel in je keel hebt
[bekakt]
hete bliksem
[gerecht van gekookte aardappels en appels]
om de hete brij heen draaien
[het wel willen maar niet durven]
een heet hangijzer
[een moeilijke, gevoelige zaak]
men moet het ijzer smeden als het heet is
[een kans niet voorbij laten gaan]
op hete kolen zitten
[van ongeduld niet stil kunnen zitten]
heet van de naald
[meteen nadat het klaar is of bekend is geworden]
de soep wordt nooit zo heet gegeten als zij wordt opgediend
[het is nooit zo erg als het eerst lijkt]
hete tranen
[die voortvloeien uit diep verdriet of veel spijt]
ik heb wel voor hetere vuren gestaan
[voor grotere opgaven gestaan]
een heidens kabaal
[erg veel herrie]
een heidens karwei
[een groot en zwaar werk]
de Heilige Vader
[de paus]
een heilig boontje
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
de heilige vader
[de paus]
die vrije zondag is mij heilig
[is heel belangrijk voor me]
het heilige der heilige
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
een heilig huisje
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
heilige huisjes omver werpen
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
iemand het heilige kruis nageven
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
een heilige oorlog
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
de Heilige Stad
[Jeruzalem]
het heilige moeten
[de absolute noodzaak]
hem is niets heilig
[hij heeft nergens respect voor]
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
[oprecht van mening dat ...]
de heilige hermandad
[de politie]
huis van bewaring
[gevangenis]
het koninklijk huis
[de koninklijke familie]
een heilig huisje
[onderwerp waar je geen kritiek op mag hebben]
niet om over naar huis te schrijven
[niet erg goed]
van huis uit
[bij ons in het gezin]
nog verder van huis raken
[nog meer moeilijkheden krijgen]
heel wat in huis hebben
[heel veel kunnen]
ieder huisje heeft zijn kruisje
[elk gezin heeft zijn problemen]
zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen
[wie zuinig en vlijtig is kan heel wat bereiken]
het huisje bij het schuurtje laten
[niet meer uitgeven dan verantwoord is]
dat staat als een huis
[is heel zeker]
dan is het huis te klein
[dan gaat hij verschrikkelijk tekeer]
van goeden huize
[uit een deftige familie]
huis aan huis
[in alle woningen]
met de deur in huis vallen
[ergens meteen over beginnen]
dicht bij huis blijven
[niet te ver van het onderwerp afdwalen]
je huis moeten opeten
[de waarde van het huis moeten gebruiken voor je levensonderhoud]
iets in huis hebben
[in voorraad hebben]
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
[er moet toezicht zijn, anders gaat het niet goed]
ergens kind aan huis zijn
[er vaak komen]
veel in huis hebben
[veel kunnen]
van goeden huize komen
[van goede familie zijn]
het koninklijk huis
[de familie van de heersende koning of koningin]
de Heilige Vader
[de paus]
een heilig boontje
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
de heilige vader
[de paus]
die vrije zondag is mij heilig
[is heel belangrijk voor me]
het heilige der heilige
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
een heilig huisje
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
heilige huisjes omver werpen
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
iemand het heilige kruis nageven
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
een heilige oorlog
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
de Heilige Stad
[Jeruzalem]
het heilige moeten
[de absolute noodzaak]
hem is niets heilig
[hij heeft nergens respect voor]
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
[oprecht van mening dat ...]
de heilige hermandad
[de politie]
over koetjes en kalfjes praten
[over kleine, dagelijkse dingen]
je weet nooit hoe een koe een haas vangt
[misschien lukt het toch nog wel]
koeien van fouten
[hele grote fouten]
oude koeien uit de sloot halen
[over dingen beginnen die al afgehandeld zijn]
je koetjes op het droge hebben
[genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken]
de koe bij de hoorns vatten
[er meteen hard aan gaan werken]
koeien met gouden hoorns beloven
[beloften doen die je niet waar kunt maken]
een waarheid als een koe
[iets heel vanzelfsprekends]
geen koe zo bont, of er is wel een vlekje aan
[er is altijd wel iets waar van een gerucht]
een heilige koe
[wat als onaantastbaar wordt beschouwd]
een waarheid als een koe
[iets vanzelfsprekends]
koeien van letters
[heel groot]
de Heilige Vader
[de paus]
een heilig boontje
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
de heilige vader
[de paus]
die vrije zondag is mij heilig
[is heel belangrijk voor me]
het heilige der heilige
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
een heilig huisje
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
heilige huisjes omver werpen
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
iemand het heilige kruis nageven
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
een heilige oorlog
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
de Heilige Stad
[Jeruzalem]
het heilige moeten
[de absolute noodzaak]
hem is niets heilig
[hij heeft nergens respect voor]
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
[oprecht van mening dat ...]
de heilige hermandad
[de politie]
geen held zijn in ...
[het niet goed durven]
een held op sokken
[iemand met een grote mond, die niets durft]
de held van de dag zijn
[vanwege zijn prestaties alle aandacht krijgen]
zich een hele held voelen
[tot veel in staat]
een zijden sok
[een weke, slappe man]
een oude sok hebben
[spaargeld hebben]
er de sokken in zetten
[hard gaan lopen]
hem van de sokken rijden
[omver rijden]
een beer op sokken
[een plomp, zwaar mens]
een held op sokken
[een lafaard]
een helder moment hebben
[een goed idee hebben]
het staat me nog helder voor de geest
[ik kan het me nog goed herinneren]
zo helder als koffiedik
[onbegrijpelijk]
als een donderslag bij heldere hemel
[heel onverwacht]
zo helder als koffiedik
[erg onduidelijk]
over de hele linie
[in alle opzichten]
op het hele uur
[als de klok een vol uur aanwijst]
niets heel laten van iets of iemand
[alleen maar negatief beoordelen]
er bleef geen spaan van heel
[totaal niets]
een hele poos
[flink lang]
dat is een hele aanschaf
[commentaar als iemand iets duurs heeft gekocht]
een hele bedoening
[een hele drukte]
het was een hele bevalling
[het kostte veel moeite]
dat is een hele eer
[een onderscheiding]
een heel eind komen
[je doel bijna bereiken]
het is een hele geschiedenis
[een lang verhaal]
het is een heel karwei
[niet gemakkelijk]
er een hele kluif aan hebben
[er veel werk aan hebben, het moeilijk vinden]
hij is een hele piet
[een belangrijk persoon]
een hele prestatie
[een knap stukje werk]
de hele tijd
[voortdurend]
het is een hele zit
[commentaar als je lang ergens moet zitten]
dat is een hele zorg minder
[opgelucht commentaar als een probleem is opgelost]
een heel getal
[getal dat geen breuk is]
een hele lading water
[heel veel water]
een scheepslading
[heel veel]
je woorden een bepaalde lading geven
[een extra betekenis, een zekere spanning]
iemand de zwarte piet toespelen
[hem de schuld of het probleem toeschuiven]
stinken als de pieten
[heel erg]
een hele piet
[een belangrijk persoon]
een saaie piet
[een saai persoon]
lopen als een tiet
[heel goed lopen]
een hele tiet geld
[heel veel]
een hels kabaal
[een verschrikkelijk lawaai]
een helse machine
[die veel gevaren oplevert]
een hemellichaam
[een ster of planeet]
een hiaat in je kennis
[niet weten wat je eigenlijk zou moeten weten]
dat verhaal is historisch
[het is echt gebeurd]
het is historisch gegroeid
[door de jaren heen zo ontstaan]
een historische optocht
[van personen uit de geschiedenis]
een historisch feit
[een belangrijke gebeurtenis]
een historische gebeurtenis
[die later zal worden herdacht]
het stuit me tegen de borst
[ik vind het afschuwelijk]
uit volle borst zingen
[heel hard zingen]
hij klopt zich op de borst
[laat blijken dat hij zichzelf erg goed vindt]
maak je borst maar nat
[bereid je er maar op voor]
een slang aan je borst koesteren
[goed zijn voor iemand die daar misbruik van maakt]
een hoge borst opzetten
[verwaand zijn]
het op de borst hebben
[zwaar verkouden zijn]
een brave borst
[een goeie kerel]
de ruzie liep hoog op
[was erg heftig]
dat zit haar erg hoog
[dat houdt haar erg bezig]
hij zit hoog en droog thuis
[veilig thuis]
hij zweert het bij hoog en bij laag
[zegt dat het zeker waar is]
een hoge borst opzetten
[verwaand zijn]
dat is te hoog gegrepen
[te moeilijk]
iets hoog houden
[in ere houden]
je kunt hoog of laag springen, maar...
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
de lat hoog leggen
[hoge eisen stellen]
hoog tegen iemand opkijken
[veel bewondering voor hem hebben]
geen hoge pet op hebben van iemand
[niet veel van hem verwachten]
hoog van de toren blazen
[een grote mond hebben]
iets hoog in zijn vaandel hebben
[er veel waardering voor hebben]
het neemt een hoge vlucht
[ontwikkelt zich goed en snel]
geen zee gaat hem te hoog
[hij laat zich nergens door afschrikken]
het hoogste lied zingen
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
in hoge mate
[zeer]
hoge ogen gooien
[er veel kans op hebben]
iemand te hoog aanslaan
[hem te veel belasting laten betalen]
hoge lasten hebben
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
ten hoogste
[maximaal]
een hoge dunk van jezelf hebben
[denken dat je beter bent dan anderen]
iemand hoog hebben
[eerbied, respect voor hem hebben]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe]
in hogere sferen zijn
[wegdromen]
hoger beroep aantekenen
[herziening vragen van een vonnis]
geen hoge dunk van iemand hebben
[hem minachten]
op zijn hoogst
[in het uiterste geval]
de Hoge Raad
[hoogste rechtbank van Nederland]
hoog spel spelen
[riskante dingen doen]
dat is hogere wiskunde voor mij
[dat vind ik heel moeilijk]
hoge nood hebben
[naar het toilet moeten]
het is hoog tijd
[we kunnen niet wachten]
in hoge mate
[zeer, ruimschoots]
de strijd loopt hoog op
[wordt steeds erger]
hoog aan de wind zeilen
[bovenwinds]
iets bij hoog en laag beweren
[heel stellig]
iets hoog opnemen
[het iemand zeer kwalijk nemen]
het hoge woord is eruit
[hij heeft het eindelijk gezegd]
het zit hem hoog
[hij is er heel verontwaardigd over]
een hoge positie bekleden
[heel belangrijk zijn]
op de vlucht slaan
[wegvluchten]
een hoge vlucht nemen
[zich goed ontwikkelen]
aan de macht komen
[gaan regeren]
uit de macht der gewoonte
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
macht uitoefenen
[je invloed gebruiken]
iemand in zijn macht krijgen
[hem onderwerpen]
boven je macht werken
[met je handen boven je hoofd]
we waren niet bij machte om ...
[niet in staat om ...]
uit alle macht
[met de grootste inspanning]
eendracht maakt macht
[eensgezindheid maakt sterk]
kennis is macht
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
met man en macht
[met alle beschikbare hulp]
boven zijn macht werken
[met de handen boven het hoofd]
de gewapende macht
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
de uitvoerende macht
[de regering, het bestuur]
de wetgevende macht
[de kroon en het parlement samen]
de rechterlijke macht
[de rechters]
dat past in mijn holle kies
[schamper commentaar als je te weinig eten krijgt]
holle vaten klinken het hardst
[domme mensen hebben vaak de meeste praatjes]
holle bolle Gijs
[een dik, gulzig iemand]
holle klanken
[woorden die niets zeggen]
holle wangen
[ingevallen]
holle ogen
[die diep in de kassen liggen]
een holle weg
[die dieper ligt dan de grond aan weerskanten]
een holle blik
[een blik die niets lijkt te zien]
holle frasen
[nietszeggende, mooi klinkende woorden]
in het holst van de nacht
[middenin de nacht]
een blik agenten opentrekken
[een extra aantal agenten inzetten]
een holle blik
[die niets lijkt te zien]
een vernietigende blik
[waaruit boosheid spreekt]
iemands blik vangen
[zorgen dat hij naar je kijkt]
verstand op nul, blik op oneindig
[niet denken, maar doen]
iemand geen blik waardig keuren
[hem uit minachting of trots niet aankijken]
ergens een blik op werpen
[ernaar kijken]
een ruime blik hebben
[ruimdenkend zijn]
een vooruitziende blik hebben
[weten wat er in de toekomst gebeurt]
een holle frase
[een zin zonder inhoud]
dat past in mijn holle kies
[schamper commentaar als je te weinig eten krijgt]
holle vaten klinken het hardst
[domme mensen hebben vaak de meeste praatjes]
holle bolle Gijs
[een dik, gulzig iemand]
holle klanken
[woorden die niets zeggen]
holle wangen
[ingevallen]
holle ogen
[die diep in de kassen liggen]
een holle weg
[die dieper ligt dan de grond aan weerskanten]
een holle blik
[een blik die niets lijkt te zien]
holle frasen
[nietszeggende, mooi klinkende woorden]
in het holst van de nacht
[middenin de nacht]
een hoofd als een boei hebben
[sterk blozen]
de boeien afschudden
[zich onafhankelijk maken]
eten wat de pot schaft
[wat op tafel komt]
hij kan een potje bij me breken
[ik word niet gauw boos op hem]
zijn eigen potje koken
[zijn eigen eten klaarmaken]
op ieder potje past een dekseltje
[voor iedereen is een geschikte partner te vinden]
de dood in de pot
[een saaie boel]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
een hoofd als een ijzeren pot
[een goed geheugen]
jongens van de gestampte pot
[zonder kapsones]
het is één pot nat
[er bestaat nauwelijks verschil tussen]
kleine potjes hebben grote oren
[als er kinderen in de buurt zijn moet je niet te veel vertellen]
hij kan de pot op
[ik trek me niets van hem aan]
ben je nou helemaal van de pot gerukt!
[ben je gek geworden?]
naast de pot piesen
[misgrijpen of te laat zijn]
naast de pot piesen
[overspel plegen]
het is allemaal één pot nat
[hetzelfde]
je maakt er een potje van
[een rommeltje]
een hoofd zo rood als een biet
[erg rood]
zo rood als een kreeft
[verbrand door de zon]
in de rode cijfers komen
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
de rode draad
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
de rode kaart
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
de rode vlag hangt uit
[iemand menstrueert]
dat werkt als een rode lap op een stier
[het veroorzaakt een woedende reactie]
een rooie rakker
[een linkse activist]
geen rooie cent
[helemaal niets]
met rode oortjes
[met stijgende opwinding]
ik sta rood bij de bank
[ik heb een tekort op mijn rekening]
hij is hopeloos!
[er is niets met hem te beginnen]
hopeloos verliefd
[heel erg verliefd]
een hopeloos geval
[iemand die onverbeterlijk is]
hij zit de hele dag op zijn luie kont
[doet niets]
je kunt hier je kont niet keren
[het is hier klein en vol]
je kont tegen de krib gooien
[je verzetten, ergens dwars tegenin gaan]
het bedrijf ligt op zijn kont
[ligt stil, is failliet]
je kont ergens in draaien
[je erin werken]
een houten kont krijgen
[een pijnlijk achterwerk, door lang zitten]
in zijn blote kont
[geheel naakt]
voor de kat zijn kont
[voor niets]
iemand bij kop en kont pakken
[dwars oppakken]
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
[hij geeft niet gauw op]
iemand in zijn kont kruipen
[hem overdreven vleien]
op zijn luie kont zitten
[niets zitten doen]
iemand een veer in zijn kont steken
[hem prijzen]
een huishouden van Jan Steen
[een rommelige, ongeorganiseerde boel]
het IJzeren Gordijn
[de afsluiting van de Sovjet-Unie van de rest van de wereld]
hij heeft een hoofd als een ijzeren pot
[een heel goed geheugen]
de ijzeren long
[een toestel voor kunstmatige ademhaling]
een ijzeren greep
[een heel stevige omklemming]
een ijzeren Hein
[onverstoorbaar]
het is alsof het van de armen gaat
[zuur commentaar als men zuinig is]
zo arm als Job (de mieren, een kerkrat)
[heel erg arm]
arm en rijk
[iedereen]
de armen van geest
[eenvoudige mensen]
een illusie armer zijn
[ergens teleurgesteld over zijn]
het arme schaap
[de stakker]
een arme sloeber (stakker, stumper, sukkel)
[iemand die medelijden opwekt]
indirecte verlichting
[die tegen de muur weerkaatst wordt]
een indirecte vraag
[die niet rechtstreeks gesteld wordt]
indirecte rede
[waarin je niet rechtstreeks weergeeft wat gezegd is]
indirect object
[meewerkend voorwerp]
indirecte belastingen
[die door de belastingbetaler aan anderen worden doorberekend]
een individuele arbeidsovereenkomst
[contract tussen werkgever en één werknemer]
daar neem ik geen genoegen mee
[dat accepteer ik niet]
hem serieus nemen
[accepteren zoals hij is]
een bad nemen
[in bad gaan]
hem in dienst nemen
[hem een baan geven]
een besluit nemen
[iets besluiten]
hij neemt het niet zo nauw
[hij is niet erg precies]
een initiatief nemen
[ergens mee beginnen]
de maat nemen
[iets meten]
het hem kwalijk nemen
[hem de schuld ervoor geven]
een foto nemen
[een foto maken]
een intieme vriendin
[iemand aan wie je veel vertrouwelijke dingen vertelt]
iets in intieme kring vieren
[met alleen de mensen die je goed kent]
intiem zijn met iemand
[seksuele omgang met hem hebben]
inwendig moest ik erom lachen
[zonder het te laten blijken]
medicijnen voor inwendig gebruik
[om in te nemen door de mond]
een inwendige bloeding
[binnenin het lichaam]
we gaan de inwendige mens versterken
[eten]
een jochie van drie turven hoog
[een klein jochie]
as is verbrande turf
[spottend commentaar wanneer iemand een onwaarschijnlijke vergelijking met 'als' begint]
een jonge borrel
[jonge jenever]
van jongs af aan
[vanaf de tijd dat hij jong was]
jong en oud heeft plezier
[iedereen heeft plezier]
die bril maakt hem jong
[geeft hem een jong uiterlijk]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in de jeugd leert, kun je later gebruiken]
de nacht is nog jong
[nog maar net begonnen]
het jonge paar
[het pas getrouwde paar]
jonge benen hebben
[jong zijn en dus goed kunnen lopen]
een jonge hond
[iemand met een jeugdig, aanstekelijk enthousiasme]
jong en oud
[iedereen]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
een jongen van Jan de Wit
[een flinke, dappere vent]
bij Clinton vergeleken is hij maar een kleine jongen
[onbelangrijk]
iedere gek heeft z'n gebrek
[niemand is volmaakt]
iemand voor de gek houden
[voor de grap tegen hem liegen]
een jongensgek
[een meisje dat dol is op jongens]
voor gek staan
[jezelf belachelijk maken]
één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden
[er zijn vragen waarop je geen zinnig antwoord kunt geven]
al te goed is buurmans
gek [wees niet te behulpzaam, want mensen maken daar misbruik van]
voor gek lopen
[er bespottelijk uitzien]
zoveel als de gek ervoor geeft
[zoveel als iemand wil bieden]
één gek kan meer vragen, dan tien wijzen kunnen beantwoorden
[op veel vragen is geen verstandig antwoord mogelijk]
een juweel van een auto
[een geweldige auto]
een kale boterham
[zonder beleg]
een kale boom
[zonder blad]
een kale plek in een stof
[een versleten plek]
zo kaal als een luis
[heel erg arm]
een kale neet
[een armoedzaaier]
de kale huur
[zonder de kosten van gas en licht]
kale kak
[afkeurende benaming voor zogenaamd deftige mensen]
een kalme zee
[zonder hoge golven]
doe je een beetje kalm aan?
[maak je je niet te druk?]
een kans voorbij laten gaan
[hem niet benutten]
een kansje wagen
[iets proberen]
waag het niet om ...!
[doe het niet]
wie niet waagt die niet wint
[wie iets wil bereiken, moet een risico nemen]
ik waag het erop
[ik doe een poging]
je leven wagen
[je leven op het spel zetten]
een kapitale fout
[een enorme fout]
een kapitaal misdrijf
[waar de doodstraf op staat]
hem op de kast jagen
[expres kwaad maken]
ik werd van het kastje naar de muur gestuurd
[steeds maar doorgestuurd]
een kast van een huis
[heel groot]
alles uit de kast halen
[enorm je best doen]
iemand op de kast jagen
[kwaad maken]
een lijk in de kast
[een tegenvaller die er plotseling blijkt te zijn]
van het kastje naar de muur gestuurd worden
[eindeloos doorgestuurd worden]
uit de kast komen
[uitkomen voor je homoseksuele geaardheid]
kastje kijken
[televisie kijken]
iemand onder uit de zak geven
[scherpe kritiek op hem geven]
een kat in de zak kopen
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
zakjes plakken
[in de gevangenis zitten]
oude wijn in nieuwe zakken
[iets bekends in een nieuwe vorm]
in zak en as zitten
[in een toestand van verslagenheid]
een duit in het zakje doen
[een woordje meespreken]
iemand de zak geven
[hem ontslaan]
geld op zak hebben
[geld bij je hebben]
dat kun je in je zak steken
[die opmerking was raak]
die kan hij in zijn zak steken
[hij is veel beter dan die ander]
zonder een cent op zak
[zonder contant geld bij zich te hebben]
het geld brandt hem in de zak
[hij wil het graag uitgeven]
iemand in je zak hebben
[met hem kunnen doen wat je wilt]
zijn ogen in zijn zak hebben
[niet uitkijken]
zijn zakken vullen
[zich verrijken]
iets uit eigen zak betalen
[zelf de kosten dragen]
op zijn zak teren
[van zijn geld leven]
een ouwe zak
[oude man]
ik begrijp er geen zak van
[helemaal niets]
een kat in de zak kopen
[iets kopen dat erg tegenvalt]
leven als kat en hond
[met veel ruzie]
maak dat de kat wijs!
[daar geloof ik niets van]
geen katje om zonder handschoenen aan te pakken
[iemand die altijd erg fel reageert]
de kat uit de boom kijken
[rustig afwachten wat er gebeurt]
kat in 't bakkie
[een gemakkelijk werkje]
de kat in de gordijnen jagen
[ruzie veroorzaken]
de kat in het donker knijpen
[alleen lelijke dingen doen als je denkt dat niemand je ziet]
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
[als er geen toezicht is, gaat men zich misdragen]
dat weet onze kat ook
[dat begrijpt iedereen]
een kat in het nauw maakt rare sprongen
[als je in nood bent, doe je gekke dingen]
je voelen als een kat in een vreemd pakhuis
[je niet thuis voelen]
de kat de bel aan binden
[over een moeilijk onderwerp beginnen]
de kat op het spek binden
[iemand heel erg in de verleiding brengen]
als kat en hond leven
[voortdurend ruzie met elkaar maken]
als katten muizen, mauwen ze niet
[wie eet, praat niet]
iemand een kat geven
[een hatelijke opmerking maken]
in het nauw zitten
[het moeilijk hebben]
iemand in het nauw drijven
[hem in moeilijkheden brengen waar hij niet meer uit kan komen]
een kat in het nauw maakt rare sprongen
[wie in moeilijkheden zit, doet vaak onverwachte dingen]
een kerkelijk huwelijk
[dat in de kerk gesloten wordt]
de aandacht trekken
[zorgen dat ze je zien]
het toneelstuk trekt veel publiek
[veel mensen willen het zien]
dat trekt mij niet
[dat vind ik niet aantrekkelijk]
een kies trekken
[hem eruit halen]
een conclusie trekken
[zeggen wat je mening over het onderwerp is]
een lijn trekken
[tekenen]
het trekt
[het tocht]
aan je trekken komen
[krijgen wat je nodig hebt of hebben wilt]
een koude kikker
[iemand die niet snel enthousiast is]
een kikker in je keel hebben
[schorre geluiden maken als je praat]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
de vuile was buiten hangen
[tegen buitenstaanders vertellen over je problemen en ruzies]
als was in iemands handen zijn
[heel gewillig]
goed in zijn slappe was zitten
[rijk zijn]
zo blij als een kind
[heel erg blij]
hij is een kind van zijn tijd
[hij past precies in die tijd]
je moet het kind niet met het badwater weggooien
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
Kjeld is het kind van de rekening
[hij is het slachtoffer]
als een pasgeboren kind
[zo onschuldig]
dat kan een kind begrijpen
[dat is erg eenvoudig]
een doodgeboren kindje
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
geen kind hebben aan iemand
[niet de minste last van hem hebben]
ik krijg er een kind van!
[ik heb er schoon genoeg van]
een ondergeschoven kindje
[dat niet veel aandacht krijgt]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
kind aan huis zijn bij iemand
[er vaak komen]
kind noch kraai hebben
[geen familie hebben]
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]
slaap krijgen
[slaperig worden]
ik krijg hem nog wel!
[ik zal wraak nemen]
er erg in krijgen
[begrijpen hoe het zit]
het aan de gang krijgen
[laten werken]
er genoeg van krijgen
[het niet meer willen]
een kind krijgen
[bevallen]
op je kop krijgen
[horen dat het niet meer mag gebeuren]
het warm krijgen
[je warm voelen]
een kind ter wereld brengen
[een kind krijgen]
hem naar de andere wereld helpen
[hem doden]
de derde wereld
[de ontwikkelingslanden]
een man van de wereld
[die veel heeft gereisd en veel heeft meegemaakt]
hij leeft in een eigen wereld
[in zijn gedachten]
een wereld van verschil
[een heel groot verschil]
een kind verwachten
[zwanger zijn]
je verwacht te veel van me
[je wilt dat ik meer doe dan ik kan]
een kind verwekken
[een eicel bevruchten zodat een kind ontstaat]
één klap en je kunt hem afvoeren
[hij is overwonnen]
met een stalen gezicht
[zonder gevoel te tonen]
dat geeft scheve gezichten
[het maakt anderen jaloers]
een raar gezicht trekken
[spieren in je gezicht bewegen]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst mee te maken krijgt]
iemand van gezicht kennen
[wel weten hoe hij eruitziet, maar meer niet]
iemand uit het gezicht verliezen
[niet meer weten waar hij is]
het recht in zijn gezicht zeggen
[zonder er omheen te draaien]
even je gezicht laten zien
[er kort op bezoek gaan]
het gezicht verliezen
[blind worden]
géén gezicht!
[niet om aan te zien, erg lelijk]
een klap in het gezicht
[een grove belediging]
op je gezicht gaan
[afgaan, mislukken]
een gezicht als een oorwurm
[boos en ontevreden]
een gezicht van oude lappen
[huilerig en lelijk]
iemand met twee gezichten
[een schijnheilig iemand]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst naar kijkt]
het is géén gezicht
[het ziet er heel raar uit]
de trein verdween uit het gezicht
[ik zag hem niet meer]
je gezicht verliezen
[iets doen waardoor je je goede naam kwijtraakt]
een klapper maken
[in één keer veel geld verdienen]
dat is een hoofdstuk apart
[iets heel bijzonders]
een wereld apart
[een totaal andere wereld]
een klasse apart
[iets heel bijzonders]
een klein eindje
[een kort stukje]
ik krijg hem wel klein
[ik win het wel van hem]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, is het niet waard iets groots te krijgen]
het kleinste kamertje
[het toilet]
hij is voor geen kleintje vervaard
[durft alles aan]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden]
alles kort en klein slaan
[kapot slaan]
wat is de wereld toch klein!
[dat zeg je als je ver van huis vrienden of kennissen tegenkomt]
daar is hij een kleine jongen bij
[vergeleken daarmee is hij onbeduidend]
de kleine
[de baby of de peuter]
een kleine boodschap doen
[plassen, urineren]
een kleine eter zijn
[weinig eten]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, verdient geen waardevolle, dure dingen]
heeft u het niet kleiner?
[in munten met een geringere waarde?]
de kleine kas
[geld voor dagelijkse uitgaven]
voor een klein prijsje
[voor weinig geld]
de kleine kaart
[beperkte kaart met eenvoudige gerechten]
hij is nogal klein van geest
[bekrompen]
een klein jaar
[bijna een jaar]
een kleinigheidje
[een klein cadeau]
hij heeft niet veel kleur
[ziet er ziek uit]
kleur bekennen
[laten merken hoe je erover denkt]
hij heeft een kleur als een biet
[een vuurrood hoofd]
een kleur krijgen
[blozen]
het in geuren en kleuren vertellen
[uitgebreid, met veel bijzonderheden]
primaire kleuren
[niet van andere kleuren gemaakt]
gedekte kleuren
[die rustig zijn voor de ogen]
ergens kleur aan geven
[het opvrolijken, verlevendigen]
de nationale kleuren
[die van de vlag]
een kleur als een boei hebben
[sterk blozen]
een kleurloos leven leiden
[waarin nooit iets bijzonders gebeurt]
een klontje suiker
[suiker in de vorm van een blokje]
het is zo klaar als een klontje
[het is helemaal duidelijk]
een kluwen mensen
[die in elkaar verstrikt lijken te zijn]
iemand een aai over zijn bol geven
[een compliment geven]
het is hem in de bol geslagen
[hij is gek geworden]
het hoog in de bol hebben
[veel willen bereiken]
een knappe bol
[een intelligente, geleerde persoon]
een knelpunt in het verkeer
[waar het verkeer vastloopt]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
in de knoop zitten
[in moeilijkheden]
de knoop doorhakken
[een moeilijke beslissing nemen]
met zichzelf in de knoop zitten
[verward zijn]
een knoop in je zakdoek leggen
[proberen iets niet te vergeten]
iets uit de knoop halen
[het ontwarren]
dat ligt me zwaar op de maag
[daar zie ik erg tegenop]
ik zit ermee in mijn maag
[het is een probleem voor me]
hij heeft het me in de maag gesplitst
[hij heeft me iets vervelends opgedragen]
een knorrende maag hebben
[honger hebben]
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
iemand iets in zijn maag splitsen
[hem ergens mee opzadelen]
dat staat in de maag
[dat is stevige kost]
een koekje van eigen deeg krijgen
[vervelend behandeld worden nadat je hetzelfde bij anderen deed]
iets voor zoete koek aannemen
[het zomaar geloven of accepteren]
het is weer koek en ei
[de ruzie is voorbij]
dat is andere koek
[dat is heel anders]
dat ging erin als koek
[dat vonden ze heel leuk]
de koek is op
[er is niets meer te verdelen]
kop op!
[houd moed!]
een kop als een boei
[een vuurrood hoofd]
de kop indrukken
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
een verhaal met kop noch staart
[onbegrijpelijk]
op de kop af
[precies]
een bord voor je kop hebben
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
je kop in het zand steken
[jezelf voor de gek houden]
dat zal me de kop niet kosten
[dat kan ik wel betalen]
de hele zaal stond op zijn kop
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
kopjes geven
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
de kop opsteken
[zich opnieuw vertonen]
al ga je op je kop staan!
[je zult je zin niet krijgen]
iemand op zijn kop geven
[hem berispen, een standje geven]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden, verslaan]
de kolder in de kop krijgen
[onhandelbaar worden]
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
[hij geeft niet gauw op]
met je kop tegen de muur lopen
[niet bereiken wat je wilt]
iets in je kop stampen
[het met moeite in je geheugen opnemen]
de koppen tellen
[de aanwezigen]
zaagsel in zijn kop hebben
[dom zijn, niets begrijpen]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
een Haags kopje
[halfvol]
hou die doos niet op zijn kop!
[ondersteboven]
over de kop slaan
[ondersteboven vallen]
op zijn kop
[ondersteboven]
koplamp
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
over de kop gaan
[failliet gaan]
de spijker op de kop slaan
[zeggen waar het precies om gaat]
iets bij de kop vatten
[eraan beginnen]
iets op de kop tikken
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
op de kop af
[precies]
de koperen ploert
[de zon]
een koperen bruiloft
[van mensen die 12,5 jaar getrouwd zijn]
het koperen paar
[echtpaar dat 12,5 jaar getrouwd is]
hem kort houden
[hem niet veel toestaan]
aan het kortste eind trekken
[uiteindelijk verliezen]
de korte golf
[radiogolf met een lengte van 10 tot 100 meter]
alles kort en klein slaan
[in stukken slaan]
kort en bondig
[met weinig woorden]
van korte duur
[wat kort duurt]
het is kort dag
[er is niet veel tijd meer]
een kort geding
[proces voor spoedeisende zaken]
kort geleden
[onlangs]
binnen de kortste keren
[heel snel]
het kort maken (houden)
[snel zeggen wat je wilt]
kort van memorie zijn
[een slecht geheugen hebben]
korte metten maken met iemand
[genadeloos met hem afrekenen]
op korte termijn
[binnenkort]
tot voor kort
[onlangs nog]
in kort bestek
[beknopt]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
in het kort
[met weinig woorden, samengevat]
kort en krachtig
[direct en zonder uit te weiden]
om kort te gaan
[inleiding op een samenvatting]
kort van stof zijn
[zeer weinig woorden gebruiken]
in het kort
[met weinig woorden]
tot voor kort
[tot een tijdje geleden]
een kort geding
[voor zaken die snel afgehandeld moeten worden]
dat is in het geding
[daar gaat het over]
hem koud maken
[vermoorden]
een koud buffet
[zelfbedieningsmaaltijd met salades en andere koude gerechten]
een koude douche
[iets onverwachts wat je erg tegenvalt]
groente van de koude grond
[niet in een kas gekweekt, maar buiten]
een koude kikker
[iemand die onverstoorbaar is]
het langs je koude kleren laten afglijden
[je er niets van aantrekken]
het niet koud laten worden
[er onmiddellijk werk van maken]
ergens niet warm of koud van worden
[er niet door geraakt worden]
het koude zweet brengt me uit
[dat zeg je als je erg angstig bent]
dat laat hem koud
[dat doet hem niets, raakt hem niet]
kouwe drukte
[nodeloze ophef]
kouwe kak
[afkeurende benaming voor mensen die deftig doen]
dat is een koud kunstje
[het is niet moeilijk]
een koude oorlog
[oorlog zonder gevechten]
de Koude Oorlog
[benaming voor de vijandelijkheden tussen de VS en de Sovjet-Unie]
een koude kikker
[iemand die niet snel enthousiast is]
een kikker in je keel hebben
[schorre geluiden maken als je praat]
hem koud maken
[vermoorden]
een koud buffet
[zelfbedieningsmaaltijd met salades en andere koude gerechten]
een koude douche
[iets onverwachts wat je erg tegenvalt]
groente van de koude grond
[niet in een kas gekweekt, maar buiten]
een koude kikker
[iemand die onverstoorbaar is]
het langs je koude kleren laten afglijden
[je er niets van aantrekken]
het niet koud laten worden
[er onmiddellijk werk van maken]
ergens niet warm of koud van worden
[er niet door geraakt worden]
het koude zweet brengt me uit
[dat zeg je als je erg angstig bent]
dat laat hem koud
[dat doet hem niets, raakt hem niet]
kouwe drukte
[nodeloze ophef]
kouwe kak
[afkeurende benaming voor mensen die deftig doen]
dat is een koud kunstje
[het is niet moeilijk]
een koude oorlog
[oorlog zonder gevechten]
de Koude Oorlog
[benaming voor de vijandelijkheden tussen de VS en de Sovjet-Unie]
front maken tegen iets
[je ertegen verzetten]
op alle fronten winnen
[in alle opzichten]
een koufront
[lucht die zorgt voor koud weer]
een krantenwijk
[de straten waarin iemand de krant bezorgt]
de wijk nemen
[vluchten]
krap bemeten
[van geringe afmeting]
een krappe arbeidsmarkt
[met te weinig werkzoekenden]
iemand krap houden
[hem weinig geld geven]
krap bij kas zitten
[weinig geld te besteden hebben]
ergens een kritische noot bij plaatsen
[er een mening over geven]
de kritische leeftijd
[waarop je het best bepaalde dingen aanleert]
een kritische soort
[die op het punt staat uit te sterven]
waarom zijn de bananen krom?
[grappig commentaar als iemand een moeilijke vraag stelt]
krom liggen van het lachen
[heel erg moeten lachen]
zich krom werken
[heel hard werken]
daar gaan je tenen krom van staan
[dat vind ik gênant, ergerlijk]
een kromme redenering
[een redenering die niet klopt, die niet logisch is]
een kruis slaan
[met de rechterhand een kruis in de lucht tekenen]
het Rode Kruis
[vereniging die slachtoffers van rampen en oorlogen helpt]
iemand het heilige kruis nageven
[opgelucht zijn dat hij vertrekt]
kruis of munt gooien
[een muntstuk laten vallen en de beslissing laten afhangen van de kant die boven komt]
hij voelde zich in zijn kruis getast
[heel erg beledigd]
hij heeft last van zijn geweten
[voelt zich schuldig]
wie heeft dat op zijn geweten?
[wie heeft het gedaan?]
een kwaad geweten hebben
[zich schuldig voelen]
de goeden moeten onder de kwaden lijden
[de onschuldigen moeten ook mee lijden]
hij meent het zo kwaad niet
[verontschuldiging voor iemand die onaardig doet]
te kwader trouw zijn
[oneerlijk zijn]
in een kwaad daglicht staan
[slecht bekend staan]
een kwade dronk hebben
[agressief zijn als je dronken bent]
een kwaad geweten hebben
[een gevoel van schuld]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo goed als in deze situatie mogelijk is]
aan iemand een kwaaie hebben
[een geduchte tegenstander]
hij is de kwaadste niet
[hij is best vriendelijk]
met hem is het kwaad kersen eten
[met hem kun je beter niet te maken krijgen]
de kwaaie pier zijn
[altijd de schuld krijgen]
kwaad bloed zetten
[boosheid opwekken]
iemand een kwaad hart toedragen
[gunstig over hem denken]
kwade tongen beweren....
[roddelaars vertellen...]
kwade tijden
[tijden vol tegenspoed]
een kwade dronk hebben
[lastig worden als je dronken bent]
een laffe grap
[flauw, niet leuk of grappig]
je kunt hoog of laag springen
[om duidelijk te maken dat je niet zult toegeven]
een toontje lager zingen
[minder praatjes hebben]
iets op een laag pitje zetten
[het voorlopig laten rusten]
een lage dunk van iemand hebben
[weinig waardering]
van lagere orde
[minder belangrijk]
iets bij hoog en laag beweren
[blijven volhouden dat het zo is]
zij heeft niet veel in de melk te brokkelen
[niet veel te vertellen]
eruitzien als melk en bloed
[er heel gezond uitzien]
een land van melk en honing
[waar alles in overvloed is]
melk is goed voor elk
[reclame voor melk]
melk, de witte motor
[reclame voor melk]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen]
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
lange vingers hebben
[stelen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
hij zal het niet lang meer maken
[hij leeft nog maar kort]
ze heeft erg lang werk
[ze doet er een hele tijd over]
werk je daar al lang?
[al een tijd?]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
een zaak van lange adem
[die lange tijd blijft bestaan]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
al lang en breed
[al lang]
eerlijk duurt het langst
[met bedrog kom je niet ver]
lang geleden
[ver in het verleden]
we kennen elkaar langer dan vandaag
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
van zijn lang zal z'n leven niet
[absoluut nooit]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
lang van stof zijn
[altijd veel woorden nodig hebben]
dan kun je lang wachten
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
een lang weekend
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
ergens lang werk mee hebben
[niet opschieten]
iets niet langer doen
[het niet meer doen]
dat is lang niet slecht
[behoorlijk goed]
ten langen leste
[eindelijk]
met lange tanden eten
[met tegenzin]
een lans voor iemand breken
[hem verdedigen]
een lap tekst
[een lange tekst]
een gezicht van oude lappen
[huilerig en ontevreden]
dat werkt als een rode lap op een stier
[dat wekt alleen maar woede op]
dat werkt op hem als een rode lap op een stier
[hij wordt er woedend van]
iemand voor het lapje houden
[voor de gek houden]
enkele reis
[alleen de heenreis]
op reis gaan
[je verplaatsen naar een plaats ver weg]
een last minute reis
[die op het laatste moment geboekt is]
hem lastig vallen
[hem storen of tegen zijn zin aanraken]
een lastig portret
[een vervelend, moeilijk mens]
een lastig karwei
[een moeilijke zaak]
iemand in een lastig parket brengen
[in een moeilijke positie brengen]
een leger op de been brengen
[mensen oproepen om te gaan vechten]
het lek boven water hebben
[de grootste problemen opgelost hebben]
een lek in de organisatie
[iemand die geheimen naar buiten brengt]
een lekker dier
[vertederend, aantrekkelijk persoon]
een politiek dier
[iemand die zich veel met politiek bezighoudt]
de koning der dieren
[de leeuw]
ik heb er een lief ding voor over
[ik heb er veel voor over]
een aardig ding
[een lief meisje]
de dingen bij hun naam noemen
[precies zeggen hoe je erover denkt]
de dingen nemen zoals ze zijn
[met alle gebreken en fouten die erbij horen]
een lekker ding
[een aantrekkelijke man of vrouw]
iemand lekker maken
[zorgen dat hij ernaar verlangt]
lekkere trek hebben
[zin in lekkere dingen]
wat je ver haalt is lekker
[wat van ver komt wordt meer gewaardeerd]
lekker is maar één vinger lang
[genieten duurt maar even]
voor het lekker
[omdat het zo lekker is]
dat zit me niet lekker
[dat bevalt me niet]
een lekker ding
[aantrekkelijke persoon]
lekker in het gehoor liggen
[gemakkelijk om naar te luisteren]
je bent niet lekker!
[je bent niet goed wijs]
dat is een lekker stel
[die samen niet veel goeds van plan zijn]
het zit me niet lekker
[ik ben er ontevreden of bezorgd over]
je bent niet lekker!
[je bent gek!]
zo lelijk als de nacht
[erg lelijk]
een lelijke eend
[een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
het ziet er lelijk voor je uit
[het lijkt erop of het niet goed afloopt]
hij vertelt lelijke dingen over mij
[ongunstige, slechte dingen]
een lelijke knauw krijgen
[schade aan gezondheid of financiën]
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
[uitschelden]
een lelijke pijp roken
[een slechte, nare ervaring hebben]
een lelijk gezicht trekken
[boos kijken]
lelijk op zijn neus kijken
[erg teleurgesteld worden]
dat zal je nog lelijk opbreken
[daar zul je spijt van krijgen]
wat kijk je lelijk!
[wat kijk je boos!]
hem over de grens zetten
[naar de andere kant van de grens brengen]
je er overheen zetten
[besluiten er niet meer over te denken]
het in beweging zetten
[laten bewegen]
een lelijk gezicht zetten
[lelijk kijken]
het op een lopen zetten
[beginnen hard te lopen]
alles op alles zetten
[doen wat je kunt]
hij zet alles op het spel
[als hij verliest is hij alles kwijt]
onder water zetten
[vol laten lopen tot het onder water staat]
ik kan haar echt niet zetten
[ik vind haar niet aardig, irritant]
nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan
[heel zwak of slap zijn]
een lelijke deuk krijgen
[geestelijke schade oplopen]
in een deuk liggen
[onbedaarlijk lachen]
zo lelijk als de nacht
[erg lelijk]
een lelijke eend
[een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
het ziet er lelijk voor je uit
[het lijkt erop of het niet goed afloopt]
hij vertelt lelijke dingen over mij
[ongunstige, slechte dingen]
een lelijke knauw krijgen
[schade aan gezondheid of financiën]
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
[uitschelden]
een lelijke pijp roken
[een slechte, nare ervaring hebben]
een lelijk gezicht trekken
[boos kijken]
lelijk op zijn neus kijken
[erg teleurgesteld worden]
dat zal je nog lelijk opbreken
[daar zul je spijt van krijgen]
wat kijk je lelijk!
[wat kijk je boos!]
een vreemde eend in de bijt
[iemand die een vreemdeling is in een groep]
de gebraden eenden vliegen hem in de mond
[het gaat hem erg voorspoedig]
een lelijke eend
[een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
een leugentje om bestwil
[een kleine leugen om iemand te helpen]
al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel
[de waarheid wordt toch ontdekt]
een leugentje om bestwil
[vanuit goede bedoelingen]
een leven als een oordeel
[een ontzettend lawaai]
je bent er je leven niet zeker
[het is er heel gevaarlijk]
iemand om het leven brengen
[doden]
zij heeft het leven geschonken aan een dochter
[zij kreeg een dochter]
het slachtoffer is nog in leven
[leeft nog]
het nieuw leven inblazen
[het opnieuw laten opbloeien]
hij heeft geen leven bij haar
[zij zit hem steeds dwars]
hij maakt haar het leven zuur
[hij zit haar steeds dwars]
zij leven langs elkaar heen
[ze hebben geen contact]
dat brengt leven in de brouwerij
[geeft actie en vrolijkheid]
haar leven hangt aan een zijden draad
[is in gevaar]
bij leven en welzijn
[als alles gaat zoals we verwachten]
van mijn leven niet!
[nooit!]
iets in het leven roepen
[laten ontstaan]
dat is uit het leven gegrepen
[naar de werkelijkheid]
zij koopt kleren bij het leven
[heel veel, heel vaak]
dat zal ik nooit van mijn leven doen
[absoluut nooit]
over lijken gaan
[niets en niemand ontzien]
over mijn lijk!
[dat mag niet gebeuren!]
een leven lijk zijn
[er heel slecht uitzien]
moderne talen
[Engels, Frans en Duits]
klassieke talen
[Grieks en Latijn]
een dode taal
[die niemand meer spreekt]
grove taal uitslaan
[lelijke woorden gebruiken]
zwijgen in alle talen
[niets zeggen]
hij gaf taal noch teken
[liet niets van zich horen]
een levende taal
[die nog gesproken wordt]
een vreemde taal
[een buitenlandse taal]
bloemrijke taal
[met veel beeldspraak]
duidelijke taal spreken
[begrijpelijk zijn]
gepeperde taal
[met harde oordelen]
taal noch teken geven
[niets van zich laten horen]
versluierende taal
[waarmee iemand niet ronduit zegt wat hij bedoelt]
een lichtzinnig mens
[iemand die niet goed nadenkt]
een liedje uit de oude doos
[van vroeger]
als een duveltje in een doosje
[plotseling, zonder waarschuwing]
uit de oude doos
[ouderwets]
een sigaar uit eigen doos krijgen
[een cadeau waarvoor je zelf moet betalen]
de zwarte doos
[het apparaat waarmee vluchtgegevens worden opgenomen]
een lief smoeltje
[een lief gezichtje]
(grof) een grote smoel opzetten
[brutaal zijn]
een relatie aanknopen
[iemand goed leren kennen]
een liefdesrelatie
[een liefdesverhouding]
een eind aan de relatie maken
[iemand niet meer willen zien]
hij heeft goede relaties
[kent belangrijke mensen]
lijfelijk aanwezig zijn
[in levenden lijve]
een lijfelijke afkeer van iets hebben
[ervan walgen]
hem op de kast jagen
[expres kwaad maken]
ik werd van het kastje naar de muur gestuurd
[steeds maar doorgestuurd]
een kast van een huis
[heel groot]
alles uit de kast halen
[enorm je best doen]
iemand op de kast jagen
[kwaad maken]
een lijk in de kast
[een tegenvaller die er plotseling blijkt te zijn]
van het kastje naar de muur gestuurd worden
[eindeloos doorgestuurd worden]
uit de kast komen
[uitkomen voor je homoseksuele geaardheid]
kastje kijken
[televisie kijken]
de aandacht trekken
[zorgen dat ze je zien]
het toneelstuk trekt veel publiek
[veel mensen willen het zien]
dat trekt mij niet
[dat vind ik niet aantrekkelijk]
een kies trekken
[hem eruit halen]
een conclusie trekken
[zeggen wat je mening over het onderwerp is]
een lijn trekken
[tekenen]
het trekt
[het tocht]
aan je trekken komen
[krijgen wat je nodig hebt of hebben wilt]
door het lint gaan
[je zelfbeheersing verliezen, heel woedend worden]
een lintje verdienen
[onderscheiding vanwege een bijzondere prestatie]
het lint doorknippen
[ceremonie om iets te openen]
een literair café
[waar schrijvers elkaar treffen]
hij is mij niet tot last
[hij stoort of belemmert mij niet]
een loden last
[een zware druk]
vaste lasten
[regelmatig terugkerende financiële verplichtingen]
hem wordt diefstal ten laste gelegd
[daar wordt hij van beschuldigd]
op last van de brandweer
[het moet van de brandweer]
een lome warmte
[warmte die loom maakt]
loze woorden
[lege woorden, die niets zeggen]
wat is er loos?
[wat is er aan de hand?]
een loos knoopsgat
[dat niet open is]
een lor van een vent
[waardeloos mens]
geen lor
[niets]
alles wat los en vast zit is weggehaald
[alles dus]
de beer is los
[de narigheid is begonnen]
er zit een draadje (schroefje) bij hem los
[hij is niet goed bij zijn verstand]
losse handen hebben
[veel en gauw slaan]
iets uit de losse pols doen
[met groot gemak]
op losse schroeven staan
[onzeker, twijfelachtig of het doorgaat]
aan hem is een steekje los
[hij is een beetje gek]
als los zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
dat was maar een losse opmerking
[ik bedoelde er niet iets bijzonders mee]
een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
een los nummer
[dat niet bij een abonnement hoort]
los van...
[afgezien van...]
zij leven erop los
[doen waar ze zin in hebben]
hij slaat erop los
[slaat hard en wild]
een losse flodder
[munitiepatroon zonder kogel]
van God los zijn
[verderfelijk]
erop los leven
[losbandig zijn]
alles wat los en vast zit is weggehaald
[alles dus]
de beer is los
[de narigheid is begonnen]
er zit een draadje (schroefje) bij hem los
[hij is niet goed bij zijn verstand]
losse handen hebben
[veel en gauw slaan]
iets uit de losse pols doen
[met groot gemak]
op losse schroeven staan
[onzeker, twijfelachtig of het doorgaat]
aan hem is een steekje los
[hij is een beetje gek]
als los zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
dat was maar een losse opmerking
[ik bedoelde er niet iets bijzonders mee]
een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
een los nummer
[dat niet bij een abonnement hoort]
los van...
[afgezien van...]
in de kracht van je leven
[in je beste tijd]
met vereende krachten
[met zijn allen]
uit zijn krachten gegroeid zijn
[naar verhouding te lang geworden]
zijn krachten meten met iemand
[uitproberen wie de sterkste is]
met vereende krachten
[met gezamenlijke inspanning]
de krachten bundelen
[samenwerken]
op eigen kracht
[zonder hulp van anderen]
is die wet al van kracht?
[in werking]
een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
in het niet vallen
[alle betekenis of waarde verliezen]
een loterij zonder nieten
[je wint altijd een prijs]
het schip is in de lucht gevlogen
[ontploft]
dat is uit de lucht gegrepen
[dat kun je niet bewijzen]
de kritiek was niet van de lucht
[er was veel kritiek]
het programma gaat de lucht in
[wordt uitgezonden]
een gat in de lucht springen
[heel blij zijn]
dat is uit de lucht gegrepen
[verzonnen, niet waar]
er hangt iets in de lucht
[er gaat iets gebeuren]
de kou is uit de lucht
[het conflict is voorbij]
dat is een slag in de lucht
[iets wat nergens op gebaseerd is]
iets in de lucht laten vliegen
[het opblazen]
een vliegtuig uit de lucht halen
[het neerschieten]
de lucht breekt
[de wolken gaan uiteen]
niet van de lucht zijn
[veel voorkomen]
er is geen vuiltje aan de lucht
[het is helemaal in orde]
in de open lucht
[buiten]
hij leeft van de lucht
[heeft weinig geld nodig]
we gaan een luchtje scheppen
[buiten lopen]
hij doet alsof zij lucht is
[alsof hij haar niet ziet]
het zit in de lucht
[iedereen heeft er last van]
frisse lucht
[de buitenlucht]
geen lucht krijgen
[moeilijk kunnen ademhalen]
een luchtje scheppen
[buiten een wandeling maken]
van de lucht leven
[heel sober]
een lui oog
[met een afwijking waardoor je dubbel ziet]
een luie stoel
[waar je lekker een beetje in kunt liggen]
liever lui dan moe zijn
[zeer lui zijn]
het luie zweet komt eruit
[spottend commentaar als een lui iemand transpireert]
een gemakkelijke stoel
[waar je gemakkelijk in kunt zitten]
ik val van mijn stoel van verbazing
[ik ben heel erg verbaasd]
het niet onder stoelen of banken steken
[er geen geheim van maken]
voor stoelen en banken praten
[terwijl er niet wordt geluisterd]
een luie stoel
[waarin je kunt luieren]
op het puntje van zijn stoel zitten
[scherp opletten]
op andermans stoel gaan zitten
[zich geestelijk in hem verplaatsen]
een lui oog
[met een afwijking waardoor je dubbel ziet]
een luie stoel
[waar je lekker een beetje in kunt liggen]
liever lui dan moe zijn
[zeer lui zijn]
het luie zweet komt eruit
[spottend commentaar als een lui iemand transpireert]
ik ben tot over mijn oren verliefd
[heel erg dus]
het is op een oor na gevild
[bijna klaar]
je de oren van het hoofd kletsen
[druk praten]
nog op één oor liggen
[nog slapen]
er wel oren naar hebben
[er wel zin in hebben]
één en al oor zijn
[heel aandachtig luisteren]
met een half oor luisteren
[niet aandachtig]
de oren spitsen
[heel aandachtig gaan luisteren]
iemand een oor aannaaien
[bedriegen]
het gaat het ene oor in en het andere uit
[de boodschap komt niet over]
je oor te luisteren leggen
[goed luisteren wat er gezegd wordt]
je oren niet geloven
[niet voor waar aannemen wat er gezegd wordt]
iemand de oren van het hoofd eten
[heel veel eten]
nog nat (niet droog) achter de oren zijn
[jong en onervaren zijn]
het in je oren knopen
[goed onthouden]
iemand het vel over de oren halen
[veel te veel laten betalen]
kleine potjes hebben grote oren
[kinderen horen meer dan je denkt]
een luisterend oor vinden
[iemand vinden die naar je luistert]
ter ore komen
[toevallig iets horen]
zich achter de oren krabben
[teleurgesteld zijn, er spijt van hebben]
de muren hebben hier oren
[je wordt hier gemakkelijk afgeluisterd]
je oren niet kunnen geloven
[niet geloven dat het waar is wat je hoort]
met rode oortjes
[met toenemende opwinding]
hij kijkt alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft
[beteuterd, in de war]
een maagdelijk vel papier
[onbeschreven]
een maatregel nemen
[besluiten wat er gebeurt]
dat zijn geen halve maatregelen
[er verandert veel door]
zo mager als een lat
[heel erg mager]
een magere sprinkhaan
[iemand die erg mager is]
magere en vette jaren
[goede en slechte jaren]
een mager resultaat
[slechter dan verwacht]
een malse regen
[zacht en niet te koud]
de kritiek was niet mals
[was erg scherp]
geen man meer hebben
[weduwe zijn]
aan de man komen
[trouwen]
de liefde van de man gaat door de maag
[mannen verleid je met lekker eten]
hij is er de man niet naar
[zo is hij niet]
hij staat zijn mannetje wel
[kan zich goed verdedigen]
een man een man, een woord een woord
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
hij is mans genoeg
[flink genoeg]
hij is heel wat mans
[kan heel wat en is niet gauw bang]
de man met de hamer
[vermoeidheid of een morele inzinking]
ik ben je man
[ik sta tot je beschikking]
een man van de klok zijn
[altijd op tijd zijn]
een sterke man
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
een man van de wereld zijn
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
de man met de zeis
[de dood]
iets aan de man brengen
[het verkopen]
er is geen man overboord
[er is niets ernstigs gebeurd]
man en paard noemen
[niets verzwijgen]
een gewaarschuwd man telt voor twee
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
als één man
[allemaal tegelijk]
de kleine man
[de mensen met een laag inkomen]
het op de man af vragen
[rechtstreeks]
kleren maken de man
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
met man en muis vergaan
[met alle opvarenden]
dan is er nog geen man overboord
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen geven]
anderhalve man en een paardenkop
[bijna niemand]
op de man spelen
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
iets tot de laatste man verdedigen
[tot het uiterste]
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
het aan stukken slaan
[kapot slaan]
aan één stuk door
[voortdurend]
een man uit één stuk
[erg betrouwbaar]
stukje bij beetje
[langzaam en geleidelijk]
werken dat de stukken ervan afvliegen
[heel hard werken]
een stukje mee-eten
[een hapje mee-eten]
stukje bij beetje
[geleidelijk]
aan één stuk door
[voortdurend]
het ontbrekende stukje van de puzzel
[de oplossing]
iemand uit één stuk
[consequent in zijn opvattingen]
een stuk duidelijkheid scheppen
[enige duidelijkheid]
op geen stukken na
[in het geheel niet]
een raar stuk vreten
[een wonderlijke persoon]
stukken beter
[veel beter]
stuk voor stuk
[allemaal apart]
per stuk
[per exemplaar]
een stuk of tien
[ongeveer tien]
een aangetekend stuk
[waarvoor je een ontvangstbewijs moet tekenen]
een stuk of wat
[een paar]
stukken goedkoper
[veel goedkoper]
op geen stukken na
[lang niet]
van zijn stuk zijn
[in de war zijn]
een stuk in je kraag
[dronken]
op zijn stuk blijven staan
[niet toegeven]
groot van stuk
[groot van gestalte]
lik op stuk krijgen
[snel een reactie krijgen]
een stuk onbenul
[een sufferd]
een stout stukje
[een dappere daad]
voet bij stuk houden
[niet toegeven]
als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
zijn dagen zijn geteld
[hij gaat bijna dood]
heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
sinds jaar en dag
[al heel lang]
tot in lengte van dagen
[nog heel lang]
een man van de dag zijn
[vlak voor zijn dood staan]
de dag des oordeels
[de laatste dag van de wereld]
overgaan tot de orde van de dag
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
voor je oude dag zorgen
[sparen voor later]
ouden van dagen
[bejaarden]
pluk de dag!
[leef; geniet nu!]
vandaag de dag
[tegenwoordig]
je dag niet hebben
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
geen zorgen voor de dag van morgen
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
het is morgen weer vroeg dag
[we moeten vroeg op]
iets voor de dag halen
[het tevoorschijn halen]
goed voor de dag komen
[iets goeds presteren]
het is kort dag
[er is nog maar weinig tijd]
dag en nacht
[onophoudelijk]
een gat in de dag slapen
[lang uitslapen]
ermee voor de dag komen
[het zeggen]
voor dag en dauw
[heel vroeg]
een verschil van dag en nacht
[een groot verschil]
een kind ter wereld brengen
[een kind krijgen]
hem naar de andere wereld helpen
[hem doden]
de derde wereld
[de ontwikkelingslanden]
een man van de wereld
[die veel heeft gereisd en veel heeft meegemaakt]
hij leeft in een eigen wereld
[in zijn gedachten]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
het hoge woord komt eruit
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
met twee woorden spreken
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
geen woorden maar daden
[we hebben niets aan praatjes alleen]
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
let op mijn woorden!
[dat zal zeker gebeuren]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
met twee woorden spreken
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
woord voor woord
[volledig en precies]
je woorden wegen
[zorgvuldig formuleren]
ik geloof je op je woord
[omdat je het zegt]
woord houden
[doen wat je beloofd hebt]
iemand aan zijn woord houden
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
een man van zijn woord
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
een man een man, een woord een woord
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
iemand aan het woord laten
[laten uitspreken]
het woord voeren
[spreken]
zijn woordje kunnen doen
[zich goed kunnen uitdrukken]
het woord richten tot iemand
[hem toespreken]
iemand te woord staan
[hem aanhoren]
een goed woordje voor hem doen
[hem aanbevelen]
een vies woord
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
niet uit je woorden kunnen komen
[er niet in slagen het te zeggen]
hem op zijn woord geloven
[hij hoeft het niet te bewijzen]
een hartig woordje spreken met iemand
[hem zeggen wat je vindt]
er was geen woord tussen te krijgen
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
enkele woorden wisselen
[met elkaar spreken]
een aardig woordje Engels spreken
[die taal goed beheersen]
altijd het laatste woord willen hebben
[altijd nog iets willen toevoegen]
de daad bij het woord voegen
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
daar is geen woord Frans bij
[dat is heel duidelijk]
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
[die zaak is nog niet afgehandeld]
woorden hebben
[ruzie hebben]
een marginaal bestaan leiden
[zó arm zijn dat je bijna niet kunt overleven]
een markante persoonlijkheid
[een opvallende persoonlijkheid]
ik heb geen mens gezien
[niemand dus]
grote mensen
[volwassenen]
zij komt niet onder de mensen
[ontmoet geen anderen]
we gaan de inwendige mens versterken
[iets eten]
daar heb ik mijn mensen voor
[mijn medewerkers]
zij is geen mens voor kantoor
[daar is zij niet geschikt voor]
hij is een nachtmens
[werkt het liefst 's nachts]
ik ben ook maar een mens!
[verontschuldiging voor zwakheden]
een mens is geen aardappel
[hij wil wel eens een pleziertje]
alle mensen!
[uitroep van verbazing of ergernis]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeftes dan alleen het materiële]
ik ben geen mens meer
[ben heel erg moe]
de mens wikt, God beschikt
[het kan wel eens heel anders lopen dan je denkt]
onder de mensen komen
[mensen ontmoeten]
je hebt mensen en potloden
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
een mens van vlees en bloed
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
de Zoon des Mensen
[Jezus Christus]
ik heb geen mens gezien
[niemand dus]
grote mensen
[volwassenen]
zij komt niet onder de mensen
[ontmoet geen anderen]
we gaan de inwendige mens versterken
[iets eten]
daar heb ik mijn mensen voor
[mijn medewerkers]
zij is geen mens voor kantoor
[daar is zij niet geschikt voor]
hij is een nachtmens
[werkt het liefst 's nachts]
ik ben ook maar een mens!
[verontschuldiging voor zwakheden]
een mens is geen aardappel
[hij wil wel eens een pleziertje]
alle mensen!
[uitroep van verbazing of ergernis]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeftes dan alleen het materiële]
ik ben geen mens meer
[ben heel erg moe]
de mens wikt, God beschikt
[het kan wel eens heel anders lopen dan je denkt]
onder de mensen komen
[mensen ontmoeten]
je hebt mensen en potloden
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
een mens van vlees en bloed
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
de Zoon des Mensen
[Jezus Christus]
een mis met drie heren
[opgedragen door drie priesters]
wees een heer in het verkeer
[gedraag je netjes in het verkeer]
ergens heer en meester zijn
[veel te vertellen hebben]
m'n oude heer
[mijn vader]
niemand kan twee heren dienen
[niet voor twee verschillende partijen zijn]
de heer des huizes
[het hoofd van het gezin]
het heertje zijn
[er netjes uitzien]
een miserabel klein beetje
[heel erg weinig]
een misverstand uit de weg ruimen
[ervoor zorgen dat men elkaar niet langer verkeerd begrijpt]
een modern antiquariaat
[handel in restanten van een product]
de moderne vreemde talen
[Engels, Frans en Duits]
moeilijk lopen
[slecht lopen]
een moeilijke jongen
[lastig, onhandelbaar]
doe niet zo moeilijk!
[werk eens een beetje mee]
maak het jezelf niet zo moeilijk
[vat het niet zo zwaar op]
alle begin is moeilijk
[aanmoediging als iemand iets moeilijk vindt]
het er moeilijk mee hebben
[het slecht kunnen verwerken]
iemand in een moeilijk parket brengen
[het hem moeilijk maken]
een moeilijke materie
[een moeilijk onderwerp]
een monument oprichten
[ergens een gedenkteken plaatsen]
daar ben je mooi klaar mee
[blijk van medeleven als iemand in een nare situatie zit]
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
[uitschelden]
nou nog mooier!
[verontwaardigde reactie op een belediging]
jij hebt mooi praten
[jij zit niet met die problemen]
het is te mooi om waar te zijn
[zo fijn dat ik het bijna niet kan geloven]
mooi weer spelen
[doen alsof er niets aan de hand is]
een mooi portret
[een kleurrijk, bijzonder persoon]
het mooie eraf kijken
[ergens lang naar kijken]
hij is niet moeders mooiste
[lelijk]
wie mooi wil zijn, moet pijn lijden
[voor een fraai uiterlijk moet je wat overhebben]
het is weer mooi geweest
[we gaan stoppen]
daar komen we mooi van af
[zonder veel schade]
mooie jongen ben jij!
[wat je gedaan hebt is niet zo leuk]
het is mooi geweest zo
[zeg je als iemand ergens mee ophoudt]
mooi niet!
[beslist niet]
iemands dood
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
de een zijn dood is de ander zijn brood
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
de dood vinden
[omkomen]
de dood zoeken
[zelf een eind aan je leven maken]
de dood voor ogen hebben
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
ten dode opgeschreven (mensen)
[op korte termijn gaan sterven]
ten dode opgeschreven (dingen)
[gedoemd zijn te mislukken]
als de dood zijn voor iets
[er erg bang voor zijn]
om de dooie dood niet
[absoluut niet]
de dood in hebben
[de pest in hebben]
het is er de dood in de pot
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
duizend doden sterven
[heel veel angsten hebben]
een mooie dood
[zonder doodstrijd]
iemand de dood op het lijf jagen
[heel erg laten schrikken]
zo bleek als de dood
[heel erg bleek]
de zwarte dood
[de pest]
als de dood zijn voor iemand of iets
[er heel erg bang voor zijn]
een motie van wantrouwen
[waaruit blijkt dat het beleid wordt afgekeurd]
ik beschouw dat als een motie van wantrouwen beschouwen
[als een opmerking waaruit blijkt dat je me niet vertrouwt]
de muren hebben oren
[je kunt afgeluisterd worden]
uit de muur eten
[voedsel uit de automaat eten]
de muren kwamen op me af
[ik voelde me erg opgesloten]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
een dragende muur
[waarop het dak steunt]
met je kop tegen de muur lopen
[door tegenwerking niet bereiken wat je wilt bereiken]
van het kastje naar de muur gestuurd worden
[eindeloos doorgestuurd worden]
een muur optrekken
[je in jezelf terugtrekken]
de muren hebben oren
[zorg ervoor dat niemand je afluistert]
met de rug tegen de muur staan
[geen uitweg meer zien]
Gert-Jan kan nog geen spijker in de muur slaan
[is erg onhandig]
het mag geen naam hebben
[het betekent niets]
ik kan niet op zijn naam komen
[ik herinner me niet hoe hij heet]
met name in augustus was het koud
[vooral in augustus]
zij heeft de naam lui te zijn
[veel mensen vinden dat]
die winkel heeft een goede naam
[staat bekend als een goede winkel]
uit naam van de vereniging
[als vertegenwoordiger van de vereniging]
mijn naam is haas
[ik weet er niets van]
een naamloze vennootschap
[zaak waarvan de aandelen openbaar verkocht kunnen worden]
het beestje bij de naam noemen
[zeggen waar het op staat]
iets op zijn naam schrijven
[een succes behalen]
in zijn naam
[op zijn gezag]
ten name van
[op die naam geregistreerd]
met naam en toenaam
[met alle persoonlijke gegevens]
vrij op naam
[de koper betaalt geen overdrachtskosten]
in naam der wet
[de wet bepaalt het zo]
zijn naam eer aan doen
[zijn reputatie waarmaken]
te goeder naam en faam bekend zijn
[gunstig bekendstaan]
iemand in zijn goede naam aantasten
[belasteren]
een slechte naam hebben
[een slechte reputatie]
iemands naam door het slijk halen
[zijn reputatie aantasten]
het aan zijn naam verplicht zijn
[voor het behoud van zijn goede naam]
een nadelig saldo
[een tekort]
een natte cel
[toilet, douche, of badkamer]
nat tot op zijn hemd
[doornat]
een nat pak halen
[in het water vallen]
een natte rug hebben
[hard gewerkt hebben]
natte sneeuw
[smeltende sneeuw, die in regen overgaat]
nat gaan
[in één ronde alles verliezen]
dat is niet gepiest maar toch nat
[commentaar als iemand iets bijzonders krijgt]
met de natte vinger
[grofweg, zonder zich er echt in te verdiepen]
zij is met een natte vinger te lijmen
[gemakkelijk over te halen]
het nationale inkomen
[waarde van de geproduceerde goederen]
een nationaal kabinet
[waarin alle grote partijen vertegenwoordigd zijn]
het is achter de rug
[het is voorbij]
achter zijn rug om
[zonder dat hij er van weet]
hem de rug toekeren
[niets van hem willen weten]
ik heb een brede rug
[ik kan veel verdragen]
de rug van een boek
[waar de bladen aan elkaar vast zitten]
de rug van je hand
[de bovenkant]
de rug van een stoel
[waar je met je rug tegenaan zit]
het was een dolkstoot in zijn rug
[een verraderlijke aanval]
door je rug gaan
[je vertillen]
met de rug tegen de muur staan
[geen oplossing meer weten]
een natte rug hebben
[hard gewerkt hebben]
ik heb geen ogen in mijn rug
[ik had dat onmogelijk kunnen zien]
een open ruggetje
[open ruggenmerg bij pasgeboren baby]
over de ruggen van...
[misbruik makend van...]
iets de rug toekeren
[je er niet meer mee bezighouden]
het water loopt hem langs de rug
[hij zweet erg]
een natuurlijke dood sterven
[niet vermoord worden]
natuurlijke brandstoffen
[steenkool, olie, aardgas, etc.]
de natuurlijke vader
[die het kind verwekt heeft]
natuurlijke getallen
[positieve, hele getallen]
je grenzen kennen
[weten tot hoever je kunt gaan]
een natuurlijke grens
[die samenvalt met een rivier of bergketen]
geen grenzen kennen
[alle perken te buiten gaan]
binnen de grenzen van het mogelijke
[binnen wat mogelijk is]
een grens overschrijden
[te ver gaan]
de grenzen verleggen
[nieuwe normen vaststellen]
een batig saldo
[meer inkomsten dan uitgaven]
een negatief saldo
[meer uitgaven dan inkomsten]
per saldo
[uiteindelijk, tenslotte]
een geweldsspiraal
[een ontwikkeling die het geweld erger laat worden]
een negatieve spiraal
[een ontwikkeling die iets kwalijks in stand houdt]
van alle markten thuis zijn
[overal wat vanaf weten]
een gat in de markt
[een mogelijkheid om producten te verkopen]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
in de markt zijn voor iets
[gegadigde zijn]
een nerveuze markt
[met sterke schommelingen]
een open markt
[zonder invoerrechten en heffingen]
iets onder de markt verkopen
[onder de vastgestelde prijs]
de markt veroveren
[veel verkopen]
de zwarte markt
[clandestiene handel]
op de markt is uw gulden een daalder waard
[op de markt is alles goedkoper]
een nestje bouwen
[een gezin stichten en een woning inrichten]
het eigen nest bevuilen
[roddelen over de eigen groep of de eigen familie]
een nest uithalen
[de eieren eruit halen]
uit een goed nest komen
[uit een keurig gezin]
zij komt uit een goed nest
[uit een goede familie]
een nestje bouwen
[een gezin stichten en een woning inrichten]
het eigen nest bevuilen
[roddelen over de eigen groep of de eigen familie]
een nest uithalen
[de eieren eruit halen]
uit een goed nest komen
[uit een keurig gezin]
zij komt uit een goed nest
[uit een goede familie]
een niet onaanzienlijk salaris
[een behoorlijk salaris]
nieuwe aardappelen
[pas geoogst]
nieuwe bezems vegen schoon
[nieuwe maatregelen werken goed]
het nieuwe is eraf
[het is minder aantrekkelijk omdat men eraan gewend is]
nieuwe haring
[van de nieuwe vangst]
iets in een nieuw jasje steken
[het vernieuwen]
zich in het nieuw steken
[nieuwe kleren kopen]
een nieuw leven beginnen
[alles anders gaan doen]
ik ben hier nieuw
[ik ben hier nog maar heel kort]
nieuw bloed
[mensen die een frisse kijk op de dingen hebben]
een nieuw geluid
[iets ongewoons, iets verrassends]
de nieuwe geschiedenis
[van ongeveer 1500-1800]
de nieuwste geschiedenis
[van 1800 tot nu]
iets nieuw leven inblazen
[zorgen dat het weer aantrekkelijk wordt of goed draait]
er is niets nieuws onder de zon
[alles is bij het oude gebleven]
nieuwe maan
[maan precies tussen aarde en zon zodat je hem niet ziet]
een nieuwsgierig Aagje
[iemand die heel nieuwsgierig is]
je wonden likken
[in stilte bijkomen van een nederlaag]
zachte heelmeesters maken stinkende wonden
[halve maatregelen verergeren de zaak]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de tijd heelt alle wonden
[mettertijd komt men alle verdriet weer te boven]
een nog verse wond
[recent verdriet]
een nomadenbestaan leiden
[veel reizen]
een noodzakelijk kwaad
[dat je op de koop toe moet nemen]
een normaal mens
[wie goed bij zijn verstand is]
normaal gesproken....
[gewoonlijk wel, maar nu juist niet]
niet normaal
[geestelijk gestoord]
een oase van rust
[een rustige plek in een onrustige omgeving]
een ogenblikje alstublieft
[wilt u even wachten?]
hij kan elk ogenblik komen
[hij komt bijna]
op dit ogenblik
[nu]
op het laatste ogenblik
[op het allerlaatst]
op het puntje van zijn stoel zitten
[heel goed opletten]
het ligt op het puntje van mijn tong
[ik weet het, maar kan er even niet opkomen]
daar kunnen ze een puntje aan zuigen
[een voorbeeld aan nemen]
tot in de puntjes verzorgd
[heel netjes]
dat is een teer punt
[je kunt er beter niet over praten]
ergens een punt van maken
[er moeilijk over doen]
een omstreden punt
[waarover verschil van mening bestaat]
er een punt achter zetten
[ermee stoppen]
de puntjes op de i zetten
[heel precies werken]
punt uit!
[ik wil er niet meer over praten!]
we stonden op het punt om te vertrekken
[we zouden juist vertrekken]
als puntje bij paaltje komt
[als het eropaan komt]
zo blij als een kind
[heel erg blij]
hij is een kind van zijn tijd
[hij past precies in die tijd]
je moet het kind niet met het badwater weggooien
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
Kjeld is het kind van de rekening
[hij is het slachtoffer]
als een pasgeboren kind
[zo onschuldig]
dat kan een kind begrijpen
[dat is erg eenvoudig]
een doodgeboren kindje
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
geen kind hebben aan iemand
[niet de minste last van hem hebben]
ik krijg er een kind van!
[ik heb er schoon genoeg van]
een ondergeschoven kindje
[dat niet veel aandacht krijgt]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
kind aan huis zijn bij iemand
[er vaak komen]
kind noch kraai hebben
[geen familie hebben]
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]
een onecht kind
[waarvan de moeder niet getrouwd is]
zo sterk als een beer
[heel erg sterk]
een beer van een vent
[een grote, sterke man]
beren op de weg zien
[bang zijn voor iets wat niet bestaat]
de beer is los!
[de strijd is begonnen]
een ongelikte beer
[iemand zonder goede manieren]
je moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is
[geen toezeggingen doen over iets wat nog niet van jou is]
hij heeft dat per ongeluk gedaan
[niet met opzet]
hij is voor het ongeluk geboren
[heeft altijd pech]
hij lacht zich een ongeluk
[moet erg lachen]
een ongeluk zit in een klein hoekje
[er kan je gemakkelijk iets overkomen]
een ongeluk komt zelden alleen
[als er eenmaal iets misgaat, gaat er meer mis]
het hoekje om gaan
[doodgaan]
hij kan leuk uit de hoek komen
[leuke opmerkingen maken]
je moet je niet in een hoekje laten drukken
[toestaan dat anderen de baas over je spelen]
ik zocht in alle hoeken en gaten
[overal]
haar alle hoeken van de kamer laten zien
[mishandelen]
hij zit in de hoek waar de klappen vallen
[heeft het erg moeilijk]
weten uit welke hoek de wind waait
[wat je kunt verwachten]
hem in de hoek trappen
[slecht behandelen]
een ongeluk zit in een klein hoekje
[kan door een kleinigheid ontstaan]
weten uit wat voor hoek de wind waait
[waar de tegenstand vandaan komt]
een ongelukkige liefde
[die slecht afloopt]
zij kwam heel ongelukkig terecht
[de gevolgen waren vervelend]
op een ongelukkig moment
[een moment dat niet zo geschikt was]
een ongelukkige woordkeus
[die pijnlijk of kwetsend is voor anderen]
een daad stellen
[iets met nadruk doen, zodat anderen het zien]
de daad bij het woord voegen
[het zeggen en het meteen doen]
een onrechtmatige daad
[waarvoor je strafbaar bent]
geen woorden maar daden
[niet praten maar doen]
een ontkennend antwoord
[nee]
hij bleef ontkennen
[bleef zeggen dat hij het niet gedaan had]
een onverwachte meevaller
[een die je niet verwacht had]
een onvoorwaardelijke straf
[die meteen wordt uitgevoerd]
een voorwaardelijke straf
[die pas wordt uitgevoerd als je opnieuw in de fout gaat]
zo blij als een kind
[heel erg blij]
hij is een kind van zijn tijd
[hij past precies in die tijd]
je moet het kind niet met het badwater weggooien
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
Kjeld is het kind van de rekening
[hij is het slachtoffer]
als een pasgeboren kind
[zo onschuldig]
dat kan een kind begrijpen
[dat is erg eenvoudig]
een doodgeboren kindje
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
geen kind hebben aan iemand
[niet de minste last van hem hebben]
ik krijg er een kind van!
[ik heb er schoon genoeg van]
een ondergeschoven kindje
[dat niet veel aandacht krijgt]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
kind aan huis zijn bij iemand
[er vaak komen]
kind noch kraai hebben
[geen familie hebben]
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]
een onzekere toekomst tegemoet gaan
[niet weten hoe de toekomst eruit zal zien]
in het onzekere verkeren
[niet weten hoe het zal aflopen]
het zeker voor het onzekere nemen
[geen risico nemen]
alle zeilen bijzetten
[alle middelen gebruiken]
met opgestoken zeil
[kwaad
onder zeil gaan
[gaan slapen]
een oogje in het zeil houden
[toezicht houden]
iemand de wind uit de zeilen nemen
[gaat doen wat hij ook wilde gaan doen]
uit het oog, uit het hart
[wie je niet meer ziet, vergeet je]
zo op het oog
[als je oppervlakkig kijkt]
uit het oog verliezen
[niet meer zien]
iemand onder vier ogen spreken
[zonder dat er anderen bij zijn]
oog om oog, tand om tand
[wat iemand je aandoet, dat doe je ook hem aan]
oog in oog staan met iemand
[recht tegenover elkaar]
iemand een doorn in het oog zijn
[hem ergeren]
groen en geel voor de ogen worden
[duizelig worden]
iemand een rad voor de ogen draaien
[de dingen anders voorstellen dan ze zijn]
wat zijn ogen zien, maken zijn handen
[hij is erg handig]
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
ogen in zijn rug hebben
[alles zien]
iemand de ogen openen
[hem de waarheid laten zien]
met het oog op
[in verband daarmee]
iemand naar de ogen zien
[je afhankelijk opstellen]
iets met de ogen verslinden
[er verlangend naar kijken]
een oogje in het zeil houden
[opletten of alles goed gaat]
iets voor ogen houden
[het in gedachten houden]
in zijn ogen
[volgens hem]
in het oog lopen of springen
[opvallen]
je ogen uitkijken
[het prachtig vinden om te zien]
het met andere ogen bekijken
[op een andere manier]
schele ogen geven
[anderen jaloers maken]
grote ogen opzetten
[verbaasd kijken]
er geen oog voor hebben
[er geen aandacht voor hebben]
iemand de ogen uitsteken
[jaloers maken]
een oogje op iemand hebben
[een beetje verliefd op haar zijn]
het onder ogen zien
[het beseffen]
iets op het oog hebben
[het gezien hebben en willen kopen]
je ogen de kost geven
[goed kijken]
iemand zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
je ogen in je zak hebben
[niet opletten]
iemand zand in de ogen strooien
[voor de gek houden, misleiden]
ogen tekortkomen
[veel te zien hebben]
als mijn ogen mij niet bedriegen
[ik weet niet zeker of ik het goed gezien heb]
met het blote oog
[zonder bril of andere hulpmiddelen]
geen oog dichtdoen
[niet kunnen slapen]
hij heeft dollartekens in zijn ogen
[laat blijken dat hij graag geld wil verdienen]
geen hand voor ogen kunnen zien
[helemaal niets]
iemand het licht in de ogen niet gunnen
[niets gunnen]
ergens een open oog voor hebben
[er de waarde van inzien]
de schellen vallen hem van de ogen
[hij ziet hoe het werkelijk zit]
wel de splinter in andersmans oog zien, maar niet de balk in zijn eigen oog
[blind zijn voor eigen fouten, maar van anderen alles zien]
hoge ogen gooien
[veel kans maken]
door het oog van de naald
[aan groot gevaar ontkomen]
een oordeel vellen
[uitspreken]
hij gaat zijn boekje te buiten
[doet of zegt dingen die niet mogen]
ik zal eens een boekje over hem open doen
[slechte dingen over hem vertellen]
een open boek zijn
[geen geheimen hebben]
hij staat hoog te boek
[ze denken positief over hem]
dat is een gesloten boek
[een afgesloten periode]
met je neus in de boeken zitten
[studeren]
het boek der boeken
[de Bijbel]
de boeken afsluiten
[een financieel jaarverslag maken]
buiten zijn boekje gaan
[andere dingen doen dan je mag doen]
een boekje opendoen over iemand
[geheimen verklappen]
volgens het boekje
[volgens de voorschriften]
in de open lucht
[buiten]
met open mond
[heel verbaasd]
hem met open armen ontvangen
[heel hartelijk]
een open boek zijn
[geen geheimen hebben]
dat is een open deur
[iets wat al veel vaker verteld is]
dweilen met de kraan open
[proberen een probleem op te lossen, zonder iets aan de oorzaken te doen]
met open mond luisteren
[zeer aandachtig]
een open oog hebben voor iets
[er de waarde, het belang van inzien]
we spelen open kaart
[we zeggen het eerlijk]
een film met een open eind
[je ziet niet hoe het afloopt]
dat laat ik nog even open
[dat bepaal ik nu nog niet]
een open sollicitatie
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
een open vraag
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
een open brief
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
een open dag
[kijkdag bij een instelling]
open huis houden
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
een open inrichting
[zonder afgesloten deuren]
de Open Universiteit
[die voor iedereen toegankelijk is]
een open gezicht
[dat vertrouwen wekt]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
in open zee
[ver uit de kust]
open en bloot
[vrij en zonder zich te schamen]
scoren voor open doel
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
zo gek als een deur
[heel erg gek]
ze is net de deur uit
[net weg]
dat is niet naast de deur
[dat is ver weg]
een open deur
[iets wat iedereen al weet]
met de deur in huis vallen
[het meteen vertellen]
de deur plat lopen
[er heel vaak komen]
dat doet de deur dicht
[nu moet er iets aan gedaan worden]
niet samen door één deur kunnen
[elkaar niet kunnen verdragen]
dat staat voor de deur
[het is bijna zover]
iemand het gat van de deur wijzen
[zeggen dat hij moet vertrekken]
de deur uit zijn
[niet meer thuis wonen]
buiten de deur eten
[in een restaurant]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
het witte doek
[het scherm waar een film op vertoond wordt]
er geen doekjes om winden
[er openlijk voor uitkomen]
dat is een doekje voor het bloeden
[hij probeert het op een makkelijke manier goed te maken]
ze ziet zo wit als een doek
[heel erg bleek]
iets uit de doeken doen
[het uitleggen]
een open doekje krijgen
[applaus tijdens de voorstelling]
in de open lucht
[buiten]
met open mond
[heel verbaasd]
hem met open armen ontvangen
[heel hartelijk]
een open boek zijn
[geen geheimen hebben]
dat is een open deur
[iets wat al veel vaker verteld is]
dweilen met de kraan open
[proberen een probleem op te lossen, zonder iets aan de oorzaken te doen]
met open mond luisteren
[zeer aandachtig]
een open oog hebben voor iets
[er de waarde, het belang van inzien]
we spelen open kaart
[we zeggen het eerlijk]
een film met een open eind
[je ziet niet hoe het afloopt]
dat laat ik nog even open
[dat bepaal ik nu nog niet]
een open sollicitatie
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
een open vraag
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
een open brief
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
een open dag
[kijkdag bij een instelling]
open huis houden
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
een open inrichting
[zonder afgesloten deuren]
de Open Universiteit
[die voor iedereen toegankelijk is]
een open gezicht
[dat vertrouwen wekt]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
in open zee
[ver uit de kust]
open en bloot
[vrij en zonder zich te schamen]
scoren voor open doel
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
van alle markten thuis zijn
[overal wat vanaf weten]
een gat in de markt
[een mogelijkheid om producten te verkopen]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
in de markt zijn voor iets
[gegadigde zijn]
een nerveuze markt
[met sterke schommelingen]
een open markt
[zonder invoerrechten en heffingen]
iets onder de markt verkopen
[onder de vastgestelde prijs]
de markt veroveren
[veel verkopen]
de zwarte markt
[clandestiene handel]
op de markt is uw gulden een daalder waard
[op de markt is alles goedkoper]
het is achter de rug
[het is voorbij]
achter zijn rug om
[zonder dat hij er van weet]
hem de rug toekeren
[niets van hem willen weten]
ik heb een brede rug
[ik kan veel verdragen]
de rug van een boek
[waar de bladen aan elkaar vast zitten]
de rug van je hand
[de bovenkant]
de rug van een stoel
[waar je met je rug tegenaan zit]
het was een dolkstoot in zijn rug
[een verraderlijke aanval]
door je rug gaan
[je vertillen]
met de rug tegen de muur staan
[geen oplossing meer weten]
een natte rug hebben
[hard gewerkt hebben]
ik heb geen ogen in mijn rug
[ik had dat onmogelijk kunnen zien]
een open ruggetje
[open ruggenmerg bij pasgeboren baby]
over de ruggen van...
[misbruik makend van...]
iets de rug toekeren
[je er niet meer mee bezighouden]
het water loopt hem langs de rug
[hij zweet erg]
een openbare aanklacht
[iemand wordt door de staat ergens van beschuldigd]
een openbare aanklager
[die namens de staat mensen vervolgt wegens strafbare feiten]
het Openbaar Ministerie
[de ambtenaren strafbare feiten vervolgen]
openbaar onderwijs
[dat van de overheid uitgaat]
openbaar maken
[het aan iedereen laten weten]
een openhartig gesprek
[waarin persoonlijke zaken eerlijk besproken worden]
dat was niet in me opgekomen
[daar had ik niet aan gedacht]
een opkomende hoofdpijn
[een beginnende hoofdpijn]
kom op!
[aansporing]
kom maar op als je durft!
[val me maar aan, ik ben niet bang]
een oplossing forceren
[doordrukken]
ze is omgedraaid als een blad aan de boom
[ze gedraagt zich ineens heel anders]
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
[schamper commentaar als een oudere man met een jong meisje gaat]
zij is een onbeschreven blad
[er valt nog niets op haar aan te merken]
zij staat bij hem in een goed blaadje
[hij denkt positief over haar]
hij neemt geen blad voor de mond
[zegt rechtstreeks en eerlijk wat hij vindt]
ze staat bij de directie in een goed blaadje
[de directie denkt gunstig over haar]
ik erger me groen en geel
[ik erger me verschrikkelijk]
een groene partij
[partij die opkomt voor het milieu]
zij heeft groene vingers
[bij haar doen de planten het altijd goed]
het wordt hem groen en geel voor de ogen
[het duizelt hem, alles draait]
onder de groene zoden liggen
[dood en begraven zijn]
het groene licht geven
[toestemming geven]
het Groene Boekje
[officiële woordenlijst van de Nederlandse taal]
de groene golf
[reeks van op groen springende verkeerslichten]
het groene hart van de Randstad
[het deel dat nog uit open, onbebouwd land bestaat]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
het groene laken
[het biljart]
groen zien van nijd
[erg jaloers zijn]
groene vingers hebben
[succes met het kweken van planten]
onder de groene zoden liggen
[dood en begraven zijn]
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
rijp en groen
[goed en slecht door elkaar]
de bokken van de schapen scheiden
[de mannen van de vrouwen scheiden]
een oude bok lust wel een groen blaadje
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
een bok schieten
[een grote fout maken]
erop zitten als een bok op de haverkist
[erg happig zijn op iets]
de bokken van de schapen scheiden
[de goede van de slechte mensen scheiden]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
dat is ouwe koek
[niets nieuws]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
oude talen
[Latijn en Grieks]
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
zorgen voor de oude dag
[sparen voor later, als men oud is]
ouden van dagen
[bejaarden]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
jong en oud
[iedereen]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
een ouwe vrijster
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
daarmee is de kous af
[daarmee is het afgelopen]
de kous op de kop krijgen
[er niet in slagen, terwijl je dacht dat het gemakkelijk was]
het naadje van de kous willen weten
[het precies willen weten]
een oude kous hebben
[spaargeld hebben]
hij verstaat zijn vak
[hij is goed in zijn werk]
de kneepjes van het vak kennen
[het vak goed beheersen]
dat is het risico van het vak
[als je dat gevaar niet wilt lopen, moet je er niet aan beginnen]
een oude rot in het vak
[iemand met veel ervaring]
zijn vak verstaan
[vakkundig zijn]
een zijden sok
[een weke, slappe man]
een oude sok hebben
[spaargeld hebben]
er de sokken in zetten
[hard gaan lopen]
hem van de sokken rijden
[omver rijden]
een beer op sokken
[een plomp, zwaar mens]
een oude taart
[oude, ouderwetse vrouw]
dat slaat als een tang op een varken
[dat slaat nergens op]
hem in de tang nemen
[te pakken nemen, vastzetten]
een oude tang
[boosaardige, oude vrouw]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
dat is ouwe koek
[niets nieuws]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
oude talen
[Latijn en Grieks]
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
zorgen voor de oude dag
[sparen voor later, als men oud is]
ouden van dagen
[bejaarden]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
jong en oud
[iedereen]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
een ouwe vrijster
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
zo slim als een vos
[heel slim]
een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken
[wie ouder wordt, houdt hetzelfde karakter]
als de vos passie preekt, boer pas op je kippen
[vertrouw niet iemand met mooie praatjes]
men moet vossen met vossen vangen
[tegenover slimheid moet je slim te werk gaan]
een oude vos
[iemand met veel ervaring]
een sluwe vos
[een geslepen iemand]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
dat is ouwe koek
[niets nieuws]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
oude talen
[Latijn en Grieks]
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
zorgen voor de oude dag
[sparen voor later, als men oud is]
ouden van dagen
[bejaarden]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
jong en oud
[iedereen]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
een ouwe vrijster
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
taaie kost
[waarvan het verwerken veel moeite kost]
hou je taai!
[om iemand sterkte te wensen]
een ouwe taaie
[een dapper oud mens]
hou je taai!
[doe je best, hou vol!]
iemand onder uit de zak geven
[scherpe kritiek op hem geven]
een kat in de zak kopen
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
zakjes plakken
[in de gevangenis zitten]
oude wijn in nieuwe zakken
[iets bekends in een nieuwe vorm]
in zak en as zitten
[in een toestand van verslagenheid]
een duit in het zakje doen
[een woordje meespreken]
iemand de zak geven
[hem ontslaan]
geld op zak hebben
[geld bij je hebben]
dat kun je in je zak steken
[die opmerking was raak]
die kan hij in zijn zak steken
[hij is veel beter dan die ander]
zonder een cent op zak
[zonder contant geld bij zich te hebben]
het geld brandt hem in de zak
[hij wil het graag uitgeven]
iemand in je zak hebben
[met hem kunnen doen wat je wilt]
zijn ogen in zijn zak hebben
[niet uitkijken]
zijn zakken vullen
[zich verrijken]
iets uit eigen zak betalen
[zelf de kosten dragen]
op zijn zak teren
[van zijn geld leven]
een ouwe zak
[oude man]
ik begrijp er geen zak van
[helemaal niets]
een overeenkomst sluiten
[iets met elkaar afspreken]
een pak voor zijn broek krijgen
[klappen tegen zijn achterwerk]
een broekje
[een jong en onervaren iemand]
dat zal je dun door de broek lopen
[lelijk tegenvallen]
de broek aan hebben
[de baas zijn]
iemand achter de broek aan zitten
[hem voortdurend aanmanen]
daar zakt mijn broek van af
[verontwaardigde, verbaasde reactie]
het loopt hem dun door de broek
[hij is erg bang]
het in je broek doen
[in je broek plassen of poepen]
hij heeft geen broek aan zijn gat
[is erg arm]
een proces aan je broek krijgen
[het moeten voeren]
je eigen broek op kunnen houden
[onafhankelijk zijn]
hebt u vuur?
[een aansteker of lucifer voor mijn sigaret]
een pan op het vuur zetten
[op het gas]
ze gaat voor hem door het vuur
[wil alles voor hem doen]
met vuur spelen
[onvoorzichtig te werk gaan waardoor je jezelf en anderen in gevaar brengt]
in vuur en vlam staan
[heel verliefd zijn]
het nieuws ging als een lopend vuurtje
[iedereen wist het heel snel]
ik heb wel voor heter vuren gestaan
[heb wel moeilijker dingen gedaan]
hem het vuur na aan de schenen leggen
[scherp ondervragen, het hem lastig maken]
zich het vuur uit de sloffen lopen
[heel veel voor iemand doen]
meer ijzers in het vuur hebben
[meer mogelijkheden]
olie op het vuur gooien
[de emoties doen oplaaien]
waar rook is, is vuur
[van een gerucht is altijd wel iets waar]
vuur spuwen
[heel woedend zijn]
iets te vuur en te zwaard bestrijden
[met alle macht]
hem onder vuur nemen
[op hem schieten]
tussen twee vuren zitten
[van twee kanten kritiek krijgen]
het vuur openen
[beginnen te schieten]
de vuurproef doorstaan
[slagen voor een zware test]
je arm uit het lid draaien
[uit de kom]
familielid
[wie bij de familie hoort]
een papieren lid
[dat niet actief deelneemt]
het mannelijk lid
[de penis]
zij heeft iets onder de leden
[ze is nog niet ziek, maar ze wordt ziek]
gezond van lijf en leden
[welgeschapen]
je arm uit het lid draaien
[uit de kom]
de kroon op het werk
[de laatste en beste prestatie]
iemand naar de kroon steken
[proberen hem te overtreffen]
dat spant de kroon
[dat overtreft alles]
een parel aan zijn kroon
[een van zijn beste eigenschappen]
een parlementaire enquête
[onderzoek in opdracht van het parlement]
het parlementaire stelsel
[systeem waarin de volksvertegenwoordiging de regering controleert]
een pauze inlassen
[een tijdje stoppen]
een peulenschil
[een kleinigheid, iets wat je gemakkelijk doet]
een pilsje
[glaasje of flesje bier]
een plaats op de landkaart zetten
[hem mee laten tellen]
onder de plak zitten
[niets te vertellen hebben]
een plak winnen
[een medaille winnen]
plannen maken
[bedenken wat je gaat doen]
iets van plan zijn
[het voornemen hebben iets te gaan doen]
een plan uitbroeden
[maken]
plannen in de ijskast zetten
[er voorlopig niet meer over spreken]
een sociaal plan
[een afvloeiingsregeling]
iets op een hoger plan brengen
[op een hoger niveau]
op het tweede plan staan
[minder belangrijk zijn]
de advocaat verdedigt de verdachte
[neemt het bij de rechter voor hem op]
een plan verdedigen
[proberen anderen ervan te overtuigen dat het goed is]
iets met vuur verdedigen
[met veel overtuiging]
een plas doen
[urine lozen]
een platte neus
[die niet ver uitsteekt]
zo plat als een dubbeltje
[heel erg plat]
ik ga plat
[ik ga slapen]
hem plat spuiten
[veel kalmerende middelen inspuiten]
iemand plat krijgen
[hem voor je winnen]
de fabriek gaat plat
[er wordt gestaakt]
een plukje mensen
[een klein groepje]
een poel van verderf
[waar veel verkeerde dingen gebeuren]
een poel van ellende
[een en al ellende]
iets van hem gedaan krijgen
[ervoor zorgen dat hij het doet]
zo gezegd zo gedaan
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
niets aan te doen!
[er is niets aan te veranderen]
het is met hem gedaan
[hij is dood of verloren]
dat is niks gedaan
[waardeloos]
iemand een plezier doen
[ervoor zorgen dat hij plezier heeft]
ik kon er niets aan doen
[het was mijn schuld niet]
doen alsof
[toneelspelen]
dat doet er niet toe
[dat is onbelangrijk]
ik heb met hem te doen
[ik heb medelijden met hem]
daar is het haar om te doen
[daar doet ze het voor]
voor zijn doen
[in vergelijking met hoe hij anders is]
het kind is uit zijn doen
[in de war]
zijn doen en laten
[zijn manier van leven]
een poging doen
[het proberen]
een lekker dier
[vertederend, aantrekkelijk persoon]
een politiek dier
[iemand die zich veel met politiek bezighoudt]
de koning der dieren
[de leeuw]
politiek asiel
[waarbij je toestemming krijgt om in een land te blijven]
politiek correct
[in overeenstemming met wat de meeste mensen juist vinden]
een politieke gevangene
[die vanwege zijn politieke voorkeur gevangen zit]
een politiek vacuüm
[situatie waarin er geen regering is die besluiten kan nemen]
politieke zelfmoord
[door eigen toedoen een eind maken aan je politieke carrière]
een politieke prent
[karikatuur van politicus]
een prent krijgen
[een rode of gele kaart bij voetbal]
een prent krijgen
[een bekeuring]
dat geeft de burger moed
[nu kunnen we er weer tegen]
een politieman in burger
[in gewone kleren, zonder uniform]
positieve discriminatie
[bepaalde groepen krijgen een voorkeursbehandeling]
een positief saldo
[een overschot]
een politieke prent
[karikatuur van politicus]
een prent krijgen
[een rode of gele kaart bij voetbal]
een prent krijgen
[een bekeuring]
een prettige dag verder!
[afscheidsgroet]
prettig gestoord
[op een plezierige manier een beetje gek]
we moeten hem tot elke prijs tegenhouden
[wat het ook kost]
dat doe ik voor geen prijs
[beslist niet]
tot elke prijs
[beslist, in elk geval]
voor geen prijs
[beslist niet]
voor een zacht prijsje
[voor weinig geld]
zij valt altijd in de prijzen
[wint altijd een prijs]
een prijs op iemands hoofd stellen
[een beloning uitloven voor wie hem uitlevert]
ik zou het op prijs stellen ....
[ik zou het prettig vinden]
daar stel ik geen prijs op
[ik wil het niet]
een prik halen bij de dokter
[een injectie]
dat is vaste prik
[dat gebeurt altijd zo]
daar heb ik problemen mee
[ik vind het moeilijk]
een probleem oplossen
[er een antwoord of oplossing voor vinden]
een pak voor zijn broek krijgen
[klappen tegen zijn achterwerk]
een broekje
[een jong en onervaren iemand]
dat zal je dun door de broek lopen
[lelijk tegenvallen]
de broek aan hebben
[de baas zijn]
iemand achter de broek aan zitten
[hem voortdurend aanmanen]
daar zakt mijn broek van af
[verontwaardigde, verbaasde reactie]
het loopt hem dun door de broek
[hij is erg bang]
het in je broek doen
[in je broek plassen of poepen]
hij heeft geen broek aan zijn gat
[is erg arm]
een proces aan je broek krijgen
[het moeten voeren]
je eigen broek op kunnen houden
[onafhankelijk zijn]
hem een proces aandoen
[hem voor de rechtbank ergens van beschuldigen]
een proces aanspannen
[een proces beginnen]
een proces winnen
[de rechter is het met je eens]
hem uit het gezicht verliezen
[niet langer zien]
de moed verliezen
[kwijtraken]
tijd verliezen
[er te lang mee bezig zijn]
een proces verliezen
[veroordeeld worden door de rechter]
hij wint aan invloed
[krijgt meer invloed]
hij heeft haar voor zich gewonnen
[zij vindt hem nu aardig]
hij geeft zich gewonnen
[geeft het op]
een proces winnen
[gelijk krijgen van de rechter]
terrein winnen
[meer terrein in je bezit krijgen]
die opvatting wint steeds meer veld
[steeds meer mensen zijn het ermee eens]
een prop in je keel krijgen
[zo ontroerd zijn dat je niet kunt slikken]
een publiek geheim
[het moest geheim blijven, maar iedereen weet het al]
daar maak ik geen geheim van
[dat mag iedereen weten]
met een stalen gezicht
[zonder gevoel te tonen]
dat geeft scheve gezichten
[het maakt anderen jaloers]
een raar gezicht trekken
[spieren in je gezicht bewegen]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst mee te maken krijgt]
iemand van gezicht kennen
[wel weten hoe hij eruitziet, maar meer niet]
iemand uit het gezicht verliezen
[niet meer weten waar hij is]
het recht in zijn gezicht zeggen
[zonder er omheen te draaien]
even je gezicht laten zien
[er kort op bezoek gaan]
het gezicht verliezen
[blind worden]
géén gezicht!
[niet om aan te zien, erg lelijk]
een klap in het gezicht
[een grove belediging]
op je gezicht gaan
[afgaan, mislukken]
een gezicht als een oorwurm
[boos en ontevreden]
een gezicht van oude lappen
[huilerig en lelijk]
iemand met twee gezichten
[een schijnheilig iemand]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst naar kijkt]
het is géén gezicht
[het ziet er heel raar uit]
de trein verdween uit het gezicht
[ik zag hem niet meer]
je gezicht verliezen
[iets doen waardoor je je goede naam kwijtraakt]
het aan stukken slaan
[kapot slaan]
aan één stuk door
[voortdurend]
een man uit één stuk
[erg betrouwbaar]
stukje bij beetje
[langzaam en geleidelijk]
werken dat de stukken ervan afvliegen
[heel hard werken]
een stukje mee-eten
[een hapje mee-eten]
stukje bij beetje
[geleidelijk]
aan één stuk door
[voortdurend]
het ontbrekende stukje van de puzzel
[de oplossing]
iemand uit één stuk
[consequent in zijn opvattingen]
een stuk duidelijkheid scheppen
[enige duidelijkheid]
op geen stukken na
[in het geheel niet]
een raar stuk vreten
[een wonderlijke persoon]
stukken beter
[veel beter]
stuk voor stuk
[allemaal apart]
per stuk
[per exemplaar]
een stuk of tien
[ongeveer tien]
een aangetekend stuk
[waarvoor je een ontvangstbewijs moet tekenen]
een stuk of wat
[een paar]
stukken goedkoper
[veel goedkoper]
op geen stukken na
[lang niet]
van zijn stuk zijn
[in de war zijn]
een stuk in je kraag
[dronken]
op zijn stuk blijven staan
[niet toegeven]
groot van stuk
[groot van gestalte]
lik op stuk krijgen
[snel een reactie krijgen]
een stuk onbenul
[een sufferd]
een stout stukje
[een dappere daad]
voet bij stuk houden
[niet toegeven]
een rake klap
[die hard aankomt]
maar raak kletsen
[in het wilde weg, over van alles]
het is weer raak hoor!
[er is weer iets vervelends gebeurd]
een rake opmerking
[precies waar het over gaat]
maar raak kopen
[zonder dat je jezelf beperkingen oplegt]
een rare kronkel hebben
[vreemde dingen doen]
de vogel is gevlogen
[wie je moet hebben is ervandoor]
elk vogeltje zingt zoals het gebekt is
[iedereen praat op zijn eigen manier]
beter één vogel in de hand dan tien in de lucht
[beter tevreden zijn met een beetje dan verlangen naar iets dat je nooit krijgt]
een rare vogel
[een persoon met bijzondere kenmerken]
een rasartiest
[in alle opzichten een artiest]
het blanke ras
[met een lichte huidskleur]
gekleurde rassen
[mensen met een niet-blanke huidskleur]
een uitstervend ras zijn
[bij de mensen met een zeer goed karakter horen]
ze lust hem rauw
[ze is niet bang voor hem]
een rauwe wond
[waar het vlees helemaal open is]
het valt me rauw op mijn dak
[het komt heel onverwacht]
recht op doel af
[zonder omwegen]
recht praten wat krom is
[slechte dingen goedpraten]
recht voor zijn raap
[eerlijk en zonder omwegen]
recht op iemand afstevenen
[doelbewust naar hem toe lopen]
iemand recht in de ogen kunnen kijken
[niets te verbergen hebben voor hem]
recht voor zijn raap
[op de man af, zonder omwegen]
hou je roer recht
[val niet, wankel niet]
recht tegenover
[precies aan de overzijde]
recht tegenover mij
[precies tegenover mij]
een rechte hoek
[gevormd door twee lijnen haaks op elkaar]
het bij het rechte eind hebben
[gelijk hebben]
van het rechte pad afdwalen
[in de criminaliteit terechtkomen]
recht gebreid
[waarbij de steken aan de voorkant zijn ingestoken]
een record breken
[het beter doen dan ooit]
een record vestigen
[tot stand brengen]
een redder in de nood
[die je precies op tijd komt helpen]
dienstregeling
[schema van de treinen of bussen]
een regeling treffen
[afspraken maken om iets te regelen]
geboorteregeling
[maatregelen om te zorgen dat vrouwen niet zwanger worden]
een regelmatig werkwoord
[dat in de verleden tijd dezelfde klank houdt]
dat is toch geen ramp
[dat is niet erg]
tot overmaat van ramp
[alsof de ellende nog niet groot genoeg was]
een regelrechte ramp
[heel erg]
een regen van prijzen
[heel veel prijzen]
na regen komt zonneschijn
[na een vervelende tijd komt een goede tijd]
van de regen in de drup
[je ontwijkt iets vervelends, en krijgt iets ergers]
in het reine brengen
[misverstanden oplossen]
reine dieren
[waarvan je volgens de godsdienst het vlees mag eten]
je reinste onzin
[pure onzin]
een rein geweten
[geen schuldgevoel]
een rel schoppen
[opschudding veroorzaken]
een relatie aanknopen
[iemand goed leren kennen]
een liefdesrelatie
[een liefdesverhouding]
een eind aan de relatie maken
[iemand niet meer willen zien]
hij heeft goede relaties
[kent belangrijke mensen]
een renteloos voorschot
[waarover je geen rente hoeft te betalen]
een representatief uiterlijk
[goed verzorgd en prettig om te zien]
een restaurant beginnen
[een restaurant openen]
een restje
[een kliekje eten van de vorige dag]
stoffelijke resten
[het lichaam van een dode]
voor de rest
[voor het overige]
én de rest
[er valt nog veel meer op te noemen]
laat de rest maar zitten
[ik hoef geen wisselgeld]
ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken
[wat ben jíj egoïstisch!]
dat is nog de vraag
[dat is nog onzeker]
vragen afvuren
[een reeks vragen stellen]
een retorische vraag
[waarop men geen antwoord verwacht]
dat is voor jou een vraag, maar voor mij een weet
[daar geef ik geen antwoord op]
aan de vraag voldoen
[zorgen dat er voldoende artikelen zijn]
een reus op lemen voeten
[wat schijnbaar machtig is, maar niet veel voorstelt]
slapend rijk worden
[geld ontvangen zonder er veel voor te hoeven doen]
de rijke landen
[de westerse landen]
arm en rijk
[iedereen]
als ik in mijn rijke jaren kom
[nooit]
slapend rijk worden
[zonder zich in te spannen]
een rijke stinker
[een rijk mens]
het land is rijk aan olie
[heeft veel olie]
hij heeft een rijke verbeelding
[fantaseert veel]
rijk bedeeld zijn
[heel slim zijn, of veel bezittingen hebben]
iemand liever kwijt dan rijk zijn
[hem liever niet om je heen hebben]
een rijke vegetatie
[veel verschillende planten]
het staat in de sterren
[het is voorspeld]
sterretjes zien
[duizelig zijn]
de sterren van de hemel zingen
[heel mooi zingen]
zijn ster is verbleekt
[zijn succes is minder groot geworden]
een rijzende ster
[iemand die steeds populairder wordt]
geld speelt geen rol
[het is niet belangrijk hoeveel het kost]
de rollen omdraaien
[doen wat iemand anders deed]
aan de rol gaan
[uitgebreid feestvieren]
het loopt op rolletjes
[goed, gesmeerd]
een rol spelen
[je anders voordoen dan je bent]
uit zijn rol vallen
[even laten zien hoe hij echt is]
geld speelt geen rol
[het geeft niet wat het kost]
een rol spelen
[van invloed zijn]
een rol spelen
[zich anders voordoen dan hij is]
zijn rol is uitgespeeld
[hij heeft geen invloed meer]
de rollen zijn omgekeerd
[de onderlinge verhoudingen zijn verwisseld]
op de rol staan
[op de lijst]
in de maat spelen
[je goed aan de maat houden]
de baas spelen
[de baas zijn]
een rol spelen
[doen alsof je iemand anders bent]
open kaart spelen
[precies zeggen wat je vindt]
spelen met je gezondheid
[je gezondheid in gevaar brengen]
een rommelige vergadering
[alles gebeurde door elkaar]
een rond bedrag
[dat op een of meer nullen eindigt]
het jaar rond
[het hele jaar]
het klokje rond slapen
[twaalf uur achter elkaar]
zo rond als een ton(netje)
[dat zeg je van heel dikke mensen]
in het rond kijken
[om je heen kijken]
een hoofd zo rood als een biet
[erg rood]
zo rood als een kreeft
[verbrand door de zon]
in de rode cijfers komen
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
de rode draad
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
de rode kaart
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
de rode vlag hangt uit
[iemand menstrueert]
dat werkt als een rode lap op een stier
[het veroorzaakt een woedende reactie]
een rooie rakker
[een linkse activist]
geen rooie cent
[helemaal niets]
met rode oortjes
[met stijgende opwinding]
ik sta rood bij de bank
[ik heb een tekort op mijn rekening]
een rookpluim
[een dikke sliert rook]
iemand een pluim geven
[hem prijzen]
een rots in de branding
[iemand waarop je kunt vertrouwen]
hij heeft een ruim inkomen
[hij verdient veel]
een ruime jas
[een wijde jas]
ruimer ademhalen
[je opgelucht, bevrijd voelen]
ruim baan maken
[alles wat hindert, weghalen]
het ruime sop kiezen
[uitvaren]
ruim bemeten zijn
[flinke afmetingen hebben]
het niet ruim hebben
[arm zijn]
in ruime mate
[ruimschoots]
een ruime blik hebben
[niet bekrompen denken]
een blik agenten opentrekken
[een extra aantal agenten inzetten]
een holle blik
[die niets lijkt te zien]
een vernietigende blik
[waaruit boosheid spreekt]
iemands blik vangen
[zorgen dat hij naar je kijkt]
verstand op nul, blik op oneindig
[niet denken, maar doen]
iemand geen blik waardig keuren
[hem uit minachting of trots niet aankijken]
ergens een blik op werpen
[ernaar kijken]
een ruime blik hebben
[ruimdenkend zijn]
een vooruitziende blik hebben
[weten wat er in de toekomst gebeurt]
hij heeft een ruim inkomen
[hij verdient veel]
een ruime jas
[een wijde jas]
ruimer ademhalen
[je opgelucht, bevrijd voelen]
ruim baan maken
[alles wat hindert, weghalen]
het ruime sop kiezen
[uitvaren]
ruim bemeten zijn
[flinke afmetingen hebben]
het niet ruim hebben
[arm zijn]
in ruime mate
[ruimschoots]
een ruime blik hebben
[niet bekrompen denken]
het is rustig op straat
[er is weinig verkeer]
rustig!
[wind je niet op]
een rustig patroon
[zonder wilde figuren]
rustig aan doen
[je niet te veel inspannen of opwinden]
een rustig geweten hebben
[je onschuldig voelen]
iemand de zwarte piet toespelen
[hem de schuld of het probleem toeschuiven]
stinken als de pieten
[heel erg]
een hele piet
[een belangrijk persoon]
een saaie piet
[een saai persoon]
een saaie piet
[een saai persoon]
een samengesteld werkwoord
[dat uit twee woorden bestaat, bijvoorbeeld 'opbellen']
een samengestelde zin
[met twee of meer persoonsvormen]
alle stoppen slaan door bij hem
[hij verliest zijn zelfbeheersing]
een sanitaire stop
[een pauze om naar de wc te gaan]
een sappig verhaal
[met veel overdrijving]
een scala van mogelijkheden
[heel veel verschillende mogelijkheden]
een schaap met vijf poten
[iemand die alles kan]
het zwarte schaap
[iemand die altijd beschuldigd wordt]
je schaapjes op het droge hebben
[genoeg verdiend hebben om te leven zonder zorgen]
er gaan veel makke schapen in een hok
[veel mensen in één ruimte bij elkaar]
als er één schaap over de dam is, volgen er meer
[als iemand het voorbeeld geeft, komen de anderen ook]
de bokken van de schapen scheiden
[de goede van de slechte mensen scheiden]
het komt op zijn pootjes terecht
[het komt wel goed]
op zijn achterste poten staan
[verontwaardigd zijn, protesteren]
met hangende pootjes terugkomen
[nadat je tot inkeer bent gekomen]
opzitten en pootjes geven
[beleefd gedrag bij een bezoek]
een schaap met vijf poten zoeken
[iemand die veel verschillende dingen kan]
de poten onder zijn stoel vandaan zagen
[ervoor zorgen dat hij het niet redt]
geen poot uitsteken
[helemaal niets doen]
poten thuishouden!
[afblijven]
op hoge poten
[erg verontwaardigd]
op je poot spelen
[tekeer gaan uit kwaadheid]
hem een poot uitdraaien
[hem oplichten]
geen poot hebben om op te staan
[nergens je gelijk mee kunnen aantonen]
je poot stijf houden
[niet toegeven]
een brief op poten schrijven
[waarin flink de waarheid wordt gezegd]
op hoge poten
[zeer boos]
iets op poten zetten
[het organiseren]
hem in de schaduw stellen
[beter zijn dan hij]
dat wierp een schaduw op het feest
[daardoor was het minder feestelijk]
een schaduw vergeleken bij wat hij geweest is
[heel zwak in vergelijking met vroeger]
je kunt niet in zijn schaduw staan
[je bent veel minder waard dan hij]
een schat aan boeken
[veel kostbare boeken]
een hele lading water
[heel veel water]
een scheepslading
[heel veel]
je woorden een bepaalde lading geven
[een extra betekenis, een zekere spanning]
hij gaf de geest
[hij stierf]
het je voor de geest halen
[eraan terugdenken]
de armen van geest
[de eenvoudigen]
een scheiding der geesten
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
iets in de geest van...
[zoiets als ...]
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
de Heilige Geest
[God in de vorm van een geest]
de geest krijgen
[ergens door bezield worden]
de geest geven
[sterven]
een boze geest
[gevallen engel, duivel]
eruitzien als een geest
[heel mager en bleek]
de geest is uit de fles
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
toen kreeg Ida de geest
[ze ging ineens aan het werk]
het was iets in de geest van ....
[iets als ....]
er een schepje bovenop doen
[je nog meer inspannen]
een schep geld
[heel veel geld]
de scherpe kanten ergens vanaf nemen
[het verzachten]
zonder bril kan ik niet scherp zien
[niet duidelijk]
hij heeft een scherp gehoor
[hoort alles]
een scherpe hoek
[kleiner dan 90 graden]
een scherpe neus ergens voor hebben
[goed kunnen aanvoelen wat aan de hand is]
scherp concurreren
[zodat er maar weinig winst overblijft]
een scherpe daling
[een sterke, plotselinge daling]
je neus stoten
[afgewezen worden]
je neus ervoor ophalen
[het minderwaardig vinden]
hem met zijn neus op de feiten drukken
[laten zien hoe het werkelijk zit]
de neuzen tellen
[tellen hoeveel mensen er zijn]
er met je neus bovenop staan
[er vlakbij staan]
met je neus kijken
[niet goed zoeken]
uit je neus zitten eten
[niets doen]
je neus in de wind steken
[ergens trots op zijn]
op je neus kijken
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
overal zijn neus in steken
[zich overal mee bemoeien]
een frisse neus halen
[bij koud weer buiten lopen]
geen knip voor zijn neus waard zijn
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
m'n neus!
[kom nou, dat is onzin]
iemand bij de neus nemen
[hem voor de gek houden, bedriegen]
dat komt me de neus uit
[daar heb ik schoon genoeg van]
iemand iets door de neus boren
[niet betalen wat men hem schuldig is]
plotseling voor iemands neus staan
[hem onverwacht ontmoeten]
de deur voor zijn neus dichtdoen
[terwijl hij er vlak voor staat]
dat gaat je neus voorbij
[daar krijg je niets van]
iemand iets onder de neus wrijven
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
dat zal ik je niet aan je neus hangen
[niet vertellen]
iets langs zijn neus weg zeggen
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
doen alsof je neus bloedt
[alsof je van niets weet]
zijn neus krult
[hij is blij over een compliment]
iemand de pen op de neus zetten
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
[iedereen heeft dezelfde mening]
bleek om de neus worden
[ergens heel bang voor zijn]
niet verder kijken dan je neus lang is
[niet goed nadenken]
iemand iets door de neus boren
[verhinderen dat hij het krijgt]
met de neus in de boter vallen
[het goed treffen]
het deksel op je neus krijgen
[gestraft worden als je te begerig bent]
het ligt voor je neus
[vlak voor je]
iemand de pin op de neus zetten
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
dat is een wassen neus
[stelt niets voor]
het neusje van de zalm
[het fijnste, het beste]
een fijne neus voor iets hebben
[intuïtief iets opmerken]
een scherpe neus hebben
[goed kunnen ruiken]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
je tong uitsteken
[handeling waarmee je iemand bespot]
kwade tongen beweren ...
[roddelaars zeggen ...]
een scherpe tong hebben
[harde dingen zeggen]
met dubbele tong spreken
[de ene keer wat anders zeggen dan de andere keer]
het ligt vóór op mijn tong
[ik weet het bijna]
met de tong op de schoenen
[helemaal uitgeput]
heb je je tong verloren/ingeslikt?
[kun je niet meer praten?]
de tongen kwamen los
[de mensen begonnen te praten]
hij gaat over de tong
[er wordt over hem geroddeld]
niet het achterste van je tong laten zien
[niet alles vertellen]
je tong wel kunnen afbijten
[er spijt van hebben dat je het vertelde]
het hart op de tong hebben
[zeggen wat je denkt]
rad van tong zijn
[snel en veel spreken]
het smelt op je tong
[is zeer mals]
boze tongen beweren...
[kwaadsprekers beweren...]
het maakt de tongen los
[zet de mensen aan het praten]
een scheve schaats rijden
[iets doen wat niet mag of hoort]
de lamp hangt scheef
[er is geldgebrek]
zijn pruik staat scheef
[hij is uit zijn humeur]
een scheve schaats rijden
[iets doen wat niet geoorloofd is]
schots en scheef
[rommelig, verkeerd]
iemand scheef aankijken
[met wantrouwen]
dat geef scheve gezichten
[waarschuwing dat men jaloers zal zijn]
dat zit scheef
[dat zit fout]
dat gaat scheef
[dat loopt verkeerd af]
een schichtige blik
[een snelle, bange blik]
een schilderij met diepte
[de figuren zijn niet naast, maar achter elkaar geplaatst]
het zal zo'n vaart niet lopen
[het zal wel meevallen]
met een vaart
[heel snel]
iemand stuiten in zijn vaart
[zijn ontwikkeling belemmeren]
in vliegende vaart
[bliksemsnel]
ergens vaart achter zetten
[het bespoedigen]
de grote vaart
[naar landen buiten Europa]
de wilde vaart
[ongeregeld, niet op vaste tijden]
een schip in de vaart brengen
[voor het eerst laten varen]
ik wens u een behouden vaart
[ik hoop dat de reis goed verloopt]
een schoen met open hiel
[waarvan de hiel niet bedekt is]
iemand op de hielen zitten
[hem achterna zitten]
iemands hielen likken
[op een kruiperige manier slijmen]
de hielen lichten
[ervandoor gaan]
schoon aan de haak
[naakt gewogen]
met een schone lei beginnen
[een heel nieuw begin maken]
schoon metselwerk
[netjes gevoegd]
een schone motor
[die weinig luchtvervuiling veroorzaakt]
schoon schip maken
[opruimen]
het schone geslacht
[de vrouwen]
de schone slaapster
[Doornroosje]
schoon in het handje
[contant]
het eten is schoon op
[helemaal op]
je hebt schoon gelijk
[helemaal gelijk]
ik heb er schoon genoeg van
[ik ben het zat]
zijn kans schoon zien
[een goede kans zien en daar gebruik van maken]
een school met de bijbel
[waar het onderwijs op de bijbel gebaseerd is]
een bijzondere school
[opgericht vanuit een bepaalde levensovertuiging]
de open school
[voor volwassenen]
een vrije school
[gebaseerd op de filosofische stroming van de antroposofie]
een zwarte school
[waar niet-blanke kinderen in de meerderheid zijn]
uit de school klappen
[een geheim doorvertellen]
een schort voor hebben
[voor je buik gebonden]
iets vóór zijn
[het nog net voorkomen]
iemand voor zijn
[het net even iets eerder doen]
het was Irma voor en Irma naar
[er werd steeds lovend over haar gesproken]
een schot lossen
[een keer schieten]
iets voor de boeg hebben
[nog in het vooruitzicht hebben]
het over een andere boeg gooien
[over een ander onderwerp beginnen]
een schot voor de boeg geven
[vooruitlopen op wat gaat gebeuren]
je schouders eronder zetten
[heel hard gaan werken]
een schouderklopje geven
[een compliment]
brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
je schouders ophalen
[laten zien dat het je niet kan schelen]
een schouder om op uit te huilen
[iemand die naar je problemen luistert]
er met kop en schouders bovenuit steken
[veel beter zijn]
schouder aan schouder staan
[samen strijden]
het zijn sterke schouders die de weelde kunnen dragen
[rijkdom bederft je karakter]
een schouderklopje krijgen
[een compliment]
een schrille tegenstelling
[erg groot en schrijnend]
de lamp hangt schuin
[er is geldgebrek]
met een schuin oog kijken naar iets of iemand
[jaloers zijn]
een schuine mop
[die te maken heeft met seks]
seksuele voorlichting
[informatie over vrijen en lichamelijke opwinding]
seksuele geaardheid
[hetero-, homo-, of biseksueel zijn]
een seksueel overdraagbare aandoening
[infectieziekte door seks wordt overgebracht]
een serie volgen op de televisie
[alle afleveringen zien]
daar heeft hij een hele serie van
[heel veel]
deze stoelen worden in serie gemaakt
[een heleboel tegelijk]
2620
2620
een serieuze kandidaat
[een die meetelt]
iemand serieus nemen
[waarde hechten aan wat hij zegt]
iets serieus nemen
[er waarde aan hechten]