Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
10986 Cards in this Set
- Front
- Back
de aandacht
zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ˈandɑxt] |
keer dat je ergens op let of over iets nadenkt
Voorbeelden: `geen aandacht schenken aan iets of iemand`, `door vreemd gedrag de aandacht trekken`, `de aandacht vestigen op een belangrijk punt` |
|
I de appel
zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ˈɑpəl] Verbuigingen: appel|en, appel|s (meerv.) |
ronde, harde, zoetzure vrucht met een klokhuis waarin donkere pitjes zitten culinair
Voorbeeld: `rodekool met appeltjes` |
|
De appel valt niet ver van de boom.
|
(kinderen hebben vaak hetzelfde karakter als hun ouders)
|
|
dat zal een flinke duit kosten
|
[heel veel]
|
|
een boom van een vent
|
[een grote stevige man]
|
|
het voorstel is met algemene stemmen aangenomen
|
[niemand was ertegen]
|
|
het is algemeen bekend
|
[iedereen weet het]
|
|
algemeen kiesrecht
|
[voor en van iedereen]
|
|
het algemeen klassement
|
[overzicht van het totale resultaat]
|
|
Algemeen Beschaafd Nederlands
|
[de taal die in het hele taalgebied te gebruiken is]
|
|
met algemene stemmen iets aannemen
|
[iedereen is het ermee eens]
|
|
de algemene middelen
|
[belastinggelden die geen speciale bestemming hebben]
|
|
algemene ontwikkeling
|
[globale kennis van aspecten van de beschaving]
|
|
in algemene termen spreken
|
[niet over de details]
|
|
in het algemeen, over het algemeen
|
[meestal, doorgaans]
|
|
daar heb ik part noch deel aan
|
[ik heb er niets mee te maken]
|
|
voor mijn part
|
[wat mij betreft]
|
|
de angst speelt hem parten
|
[hij heeft er last van]
|
|
een boom van een vent
|
[een grote stevige man]
|
|
hoge bomen vangen veel wind
|
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
|
|
door de bomen het bos niet zien
|
[door de details het geheel niet zien]
|
|
aan zijn vruchten kent men de boom
|
[aan zijn daden kent men de mens]
|
|
de bomen groeien niet tot in de hemel
|
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
|
|
oude bomen moet je niet verplanten
|
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
|
|
aan de vruchten kent men de boom
|
[men kent de mens aan wat hij doet]
|
|
de appel valt niet ver van de boom
|
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
|
|
omdraaien als een blad aan een boom
|
[je ineens heel anders gaan gedragen]
|
|
de kat uit de boom kijken
|
[een afwachtende houding aannemen]
|
|
je kunt de boom in!
|
[ik weiger het echt]
|
|
een boom omzagen
|
[hard snurken]
|
|
de ark van Noach
|
[vaartuig door Noach gebouwd om zich en de zijnen te redden]
|
|
het is alsof het van de armen gaat
|
[zuur commentaar als men zuinig is]
|
|
zo arm als Job (de mieren, een kerkrat)
|
[heel erg arm]
|
|
arm en rijk
|
[iedereen]
|
|
de armen van geest
|
[eenvoudige mensen]
|
|
een illusie armer zijn
|
[ergens teleurgesteld over zijn]
|
|
het arme schaap
|
[de stakker]
|
|
een arme sloeber (stakker, stumper, sukkel)
|
[iemand die medelijden opwekt]
|
|
hij gaf de geest
|
[hij stierf]
|
|
het je voor de geest halen
|
[eraan terugdenken]
|
|
de armen van geest
|
[de eenvoudigen]
|
|
een scheiding der geesten
|
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
|
|
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
|
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
|
|
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
|
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
|
|
iets in de geest van...
|
[zoiets als ...]
|
|
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
|
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
|
|
de Heilige Geest
|
[God in de vorm van een geest]
|
|
de geest krijgen
|
[ergens door bezield worden]
|
|
de geest geven
|
[sterven]
|
|
een boze geest
|
[gevallen engel, duivel]
|
|
eruitzien als een geest
|
[heel mager en bleek]
|
|
de geest is uit de fles
|
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
|
|
toen kreeg Ida de geest
|
[ze ging ineens aan het werk]
|
|
het was iets in de geest van ....
|
[iets als ....]
|
|
de atmosfeer was om te snijden
|
[er was veel spanning]
|
|
in staat van opwinding
|
[erg opgewonden]
|
|
de auto is nog in goede staat
|
[hij is nog goed]
|
|
de staat van beleg
|
[het gezag is in handen van de militairen]
|
|
de echtelijke staat
|
[het getrouwd zijn]
|
|
in gezegende staat zijn
|
[zwanger zijn]
|
|
in alle staten zijn
|
[heel erg opgewonden]
|
|
in staat zijn
|
[het kunnen]
|
|
tot alles in staat zijn
|
[zonder nadenken de ergste dingen kunnen doen]
|
|
de burgerlijke staat
|
[geeft aan wat iemands handelingsbevoegdheid is]
|
|
zijn staat van dienst
|
[het overzicht van zijn prestaties]
|
|
er geen staat op kunnen maken
|
[niet voorspelbaar zijn]
|
|
hij is in staat om ....
|
[hij kan het]
|
|
hij is tot alles in staat
|
[je kunt alles van hem verwachten]
|
|
ik ben op!
|
[ik heb geen energie meer]
|
|
het kan niet op!
|
[wat is er veel]
|
|
hij kwam op mij af
|
[naar mij toe]
|
|
de auto loopt één op tien
|
[een liter benzine is nodig voor tien kilometer]
|
|
vertel op!
|
[vertel het aan me]
|
|
op de man af
|
[rechtstreeks]
|
|
op zijn minst
|
[minstens]
|
|
op één na
|
[één is er over]
|
|
op grote schaal
|
[heel veel]
|
|
ik moet op voor het examen
|
[ik moet examen doen]
|
|
op en neer tussen Amsterdam en Haarlem
|
[heen en terug]
|
|
zuinig leven
|
[weinig geld gebruiken]
|
|
de auto rijdt zuinig
|
[gebruikt weinig brandstof]
|
|
ik ben er zuinig op
|
[ga er heel voorzichtig mee om]
|
|
ergens zuinig mee omgaan
|
[er weinig van gebruiken]
|
|
en niet zo zuinig ook!
|
[stevig, flink]
|
|
zuinig zijn met woorden
|
[weinig zeggen]
|
|
zuinig op jezelf zijn
|
[gezond en veilig leven]
|
|
zuinig kijken
|
[teleurgesteld of weinig toeschietelijk]
|
|
de automatische piloot
|
[een zelfsturend systeem in een vliegtuig]
|
|
op de automatische piloot overgaan
|
[terugvallen op je routine]
|
|
de baard in je keel krijgen
|
[als jongen je hoge stem kwijtraken]
|
|
ergens een baard van krijgen
|
[er genoeg van krijgen]
|
|
in de maat spelen
|
[je goed aan de maat houden]
|
|
de baas spelen
|
[de baas zijn]
|
|
een rol spelen
|
[doen alsof je iemand anders bent]
|
|
open kaart spelen
|
[precies zeggen wat je vindt]
|
|
spelen met je gezondheid
|
[je gezondheid in gevaar brengen]
|
|
ze eten droog brood
|
[zonder boter of beleg]
|
|
de baby is droog
|
[heeft niet in zijn broek geplast]
|
|
een droge keel hebben
|
[dorst hebben]
|
|
het niet met droge ogen kunnen aanzien
|
[niet zonder te huilen]
|
|
hoog en droog zitten
|
[veilig zijn]
|
|
nog niet droog zijn achter de oren
|
[jong en onervaren]
|
|
zijn schaapjes op het droge hebben
|
[van zijn verdiende geld kunnen leven]
|
|
als een vis op het droge
|
[hulpeloos]
|
|
als droog zand aan elkaar hangen
|
[zonder samenhang zijn]
|
|
er is geen droog brood mee te verdienen
|
[het levert bijna niets op]
|
|
een Haags bakje
|
[een halfvol kopje]
|
|
een bakje troost
|
[een kopje koffie]
|
|
dat is kat in het bakkie
|
[een eenvoudig karweitje]
|
|
de bak in draaien
|
[gevangengenomen worden]
|
|
een volle bak
|
[een volle zaal]
|
|
niet aan de bak komen
|
[geen werk kunnen vinden]
|
|
de bakens verzetten
|
[je plannen veranderen]
|
|
een balletje trappen
|
[een partijtje voetballen]
|
|
wie kaatst moet de bal verwachten
|
[als je plaagt word je teruggeplaagd]
|
|
er geen bal van snappen
|
[er niets van snappen]
|
|
de bal afgeven
|
[aan iemand anders toespelen]
|
|
de bal ligt nu bij hem
|
[nu moet hij actie ondernemen]
|
|
ergens een balletje over opgooien
|
[erover beginnen om de reacties te peilen]
|
|
de bal is rond
|
[er is van alles mogelijk]
|
|
de bal terugkaatsen
|
[een gevat antwoord geven]
|
|
een balletje trappen
|
[een partijtje voetballen]
|
|
wie kaatst moet de bal verwachten
|
[als je plaagt word je teruggeplaagd]
|
|
er geen bal van snappen
|
[er niets van snappen]
|
|
de bal afgeven
|
[aan iemand anders toespelen]
|
|
de bal ligt nu bij hem
|
[nu moet hij actie ondernemen]
|
|
ergens een balletje over opgooien
|
[erover beginnen om de reacties te peilen]
|
|
de bal is rond
|
[er is van alles mogelijk]
|
|
de bal terugkaatsen
|
[een gevat antwoord geven]
|
|
ik ben er helemaal uit
|
[ik weet niet meer hoe het moet]
|
|
hun verkering is uit
|
[ze hebben geen verkering meer]
|
|
hij kucht uit gewoonte
|
[hij kucht omdat hij dat altijd doet]
|
|
de kinderen waren de deur uit
|
[vertrokken]
|
|
de bal is uit
|
[buiten de lijn]
|
|
een balletje trappen
|
[een partijtje voetballen]
|
|
wie kaatst moet de bal verwachten
|
[als je plaagt word je teruggeplaagd]
|
|
er geen bal van snappen
|
[er niets van snappen]
|
|
de bal afgeven
|
[aan iemand anders toespelen]
|
|
de bal ligt nu bij hem
|
[nu moet hij actie ondernemen]
|
|
ergens een balletje over opgooien
|
[erover beginnen om de reacties te peilen]
|
|
de bal is rond
|
[er is van alles mogelijk]
|
|
de bal terugkaatsen
|
[een gevat antwoord geven]
|
|
ergens de ballen van begrijpen
|
[er niets van snappen]
|
|
het interesseert me geen bal
|
[niets]
|
|
er de ballen verstand van hebben
|
[er helemaal geen verstand van hebben]
|
|
de ballen!
|
[informele afscheidsgroet]
|
|
geen bal uitvoeren
|
[helemaal niets]
|
|
lopende band
|
[bewegende strook waarop producten langskomen]
|
|
aan de lopende band heeft hij geluk
|
[steeds opnieuw heeft hij geluk]
|
|
iemand aan banden leggen
|
[zijn macht beperken]
|
|
de banden nauwer aanhalen
|
[de vriendschap inniger maken]
|
|
de banden doorsnijden
|
[de vriendschap verbreken]
|
|
uit de band springen
|
[gekke, dwaze dingen doen]
|
|
uit de band springen
|
[zich laten gaan]
|
|
de bebouwde kom
|
[geheel van bij elkaar staande huizen]
|
|
de beer een jurk aantrekken
|
[de zaak mooier voorstellen dan ze is]
|
|
een blote jurk
|
[die veel bloot laat]
|
|
alles wat los en vast zit is weggehaald
|
[alles dus]
|
|
de beer is los
|
[de narigheid is begonnen]
|
|
er zit een draadje (schroefje) bij hem los
|
[hij is niet goed bij zijn verstand]
|
|
losse handen hebben
|
[veel en gauw slaan]
|
|
iets uit de losse pols doen
|
[met groot gemak]
|
|
op losse schroeven staan
|
[onzeker, twijfelachtig of het doorgaat]
|
|
aan hem is een steekje los
|
[hij is een beetje gek]
|
|
als los zand aan elkaar hangen
|
[zonder samenhang zijn]
|
|
dat was maar een losse opmerking
|
[ik bedoelde er niet iets bijzonders mee]
|
|
een losse kracht
|
[zonder arbeidsovereenkomst]
|
|
een los nummer
|
[dat niet bij een abonnement hoort]
|
|
los van...
|
[afgezien van...]
|
|
zij leven erop los
|
[doen waar ze zin in hebben]
|
|
hij slaat erop los
|
[slaat hard en wild]
|
|
een losse flodder
|
[munitiepatroon zonder kogel]
|
|
van God los zijn
|
[verderfelijk]
|
|
erop los leven
|
[losbandig zijn]
|
|
zo sterk als een beer
|
[heel erg sterk]
|
|
een beer van een vent
|
[een grote, sterke man]
|
|
beren op de weg zien
|
[bang zijn voor iets wat niet bestaat]
|
|
de beer is los!
|
[de strijd is begonnen]
|
|
een ongelikte beer
|
[iemand zonder goede manieren]
|
|
je moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is
|
[geen toezeggingen doen over iets wat nog niet van jou is]
|
|
het beestje bij de naam noemen
|
[precies zeggen wat je denkt]
|
|
het is een beest van een vent
|
[iemand die wreed en onbeschoft is]
|
|
het is bij de beesten af
|
[uiting van verontwaardiging]
|
|
dat is de aard van het beestje
|
[een slechte eigenschap waar niets aan te doen is]
|
|
de beest uithangen
|
[zich liederlijk gedragen]
|
|
groente van de koude grond
|
[niet in de kas gekweekt]
|
|
de begane grond
|
[de onderste woonlaag]
|
|
iets uit de grond stampen
|
[het heel snel maken]
|
|
uit de grond van mijn hart
|
[met volle overtuiging]
|
|
hem te gronde richten
|
[hem vernietigen]
|
|
aan de grond zitten
|
[geen geld meer hebben]
|
|
het van de grond krijgen
|
[erin slagen het te organiseren]
|
|
het met de grond gelijkmaken
|
[het afbreken]
|
|
als aan de grond genageld bleef hij staan
|
[hij kon zich van schrik niet meer bewegen]
|
|
ik ging door de grond
|
[ik schaamde me diep]
|
|
het plan de grond in boren
|
[het afkraken]
|
|
met beide benen op de grond staan
|
[nuchter zijn]
|
|
geen poot aan de grond krijgen
|
[geen enkele kans]
|
|
de grond wordt me te heet onder de voeten
|
[ik ga ervandoor, want het wordt me te riskant]
|
|
stille waters hebben diepe gronden
|
[wie het minst spreekt is vaak het meest interessant]
|
|
uit de grond van mijn hart
|
[omdat ik het echt meen]
|
|
op grond van
|
[om reden van, wegens]
|
|
een grond van waarheid
|
[een waar element in een bewering]
|
|
in de grond van de zaak
|
[in feite, eigenlijk]
|
|
je beste beentje voorzetten
|
[heel erg je best doen]
|
|
het been stijf houden
|
[niet toegeven]
|
|
op het verkeerde been zetten
|
[de verkeerde informatie geven, misleiden]
|
|
op je achterste benen staan
|
[verontwaardigd zijn]
|
|
geen been hebben om op te staan
|
[niet kunnen bewijzen dat je gelijk hebt]
|
|
de benen nemen
|
[ervandoor gaan]
|
|
met één been in het graf staan
|
[bijna dood zijn]
|
|
goed ter been zijn
|
[nog goed kunnen lopen]
|
|
zich de benen uit het lijf lopen
|
[zich erg inspannen om iets te bereiken]
|
|
op de been zijn
|
[opgestaan zijn, uit bed zijn]
|
|
er was veel volk op de been
|
[op straat]
|
|
met beide benen op de grond staan
|
[de werkelijkheid niet uit het oog verliezen]
|
|
op je laatste benen lopen
|
[bijna dood zijn]
|
|
met het verkeerde been uit bed stappen
|
[een slecht humeur hebben]
|
|
tegen het zere been zijn
|
[erg pijnlijk zijn]
|
|
met de staart tussen de benen afdruipen
|
[beschaamd weglopen]
|
|
een blok aan je been zijn
|
[je het leven moeilijk maken]
|
|
op eigen benen staan
|
[zelfstandig zijn]
|
|
op één been kun je niet lopen
|
[neem nóg een consumptie!]
|
|
er geen been in zien
|
[er niet voor terugschrikken]
|
|
als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen
|
[als twee mensen ruzie maken, krijgt de derde meestal het voordeel]
|
|
door merg en been gaan
|
[heel indringend zijn]
|
|
vel over been zijn
|
[broodmager]
|
|
ze ziet er geen been in
|
[ze heeft er geen bezwaar tegen]
|
|
steen en been klagen
|
[voortdurend klagen en jammeren]
|
|
de benen strekken
|
[een stukje lopen]
|
|
zolang de voorraad strekt
|
[zolang er nog iets is]
|
|
dat muisje had nog een staartje
|
[die gebeurtenis had onverwachte gevolgen]
|
|
de berg heeft een muis gebaard
|
[het grote plan is op niets uitgelopen]
|
|
als een muis in de val zitten
|
[niet meer weg kunnen]
|
|
de muizen liggen er dood in de broodkast
|
[ze zijn erg arm]
|
|
een grijze muis
|
[een onopvallend persoon]
|
|
met man en muis vergaan
|
[het schip zinkt en alle opvarenden verdrinken]
|
|
met spek vangt men muizen
|
[als je gul bent, kun je iedereen voor je winnen]
|
|
hij kan bergen verzetten
|
[heel veel werk doen]
|
|
ik zie er als een berg tegenop
|
[ik zie er heel erg tegenop]
|
|
hij beloofde ons gouden bergen
|
[de prachtigste dingen]
|
|
een geloof dat bergenkan verzetten
|
[waaruit je veel kracht kunt putten]
|
|
als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg naar Mohammed
|
[als je initiatief neemt, maar dat eigenlijk van de andere partij had verwacht]
|
|
van een molshoop een berg maken
|
[een zaak enorm opblazen]
|
|
de berg heeft een muis gebaard
|
[schamper commentaar als alle drukte op niets uitloopt]
|
|
de haren rijzen mij te berge
|
[ik ben erg verontwaardigd]
|
|
je stem verheffen
|
[harder gaan praten]
|
|
de tweede stem zingen
|
[een hogere of lagere melodie]
|
|
ze is haar stem kwijt
|
[kan niet meer hardop praten]
|
|
een stem van binnen
|
[het geweten dat spreekt]
|
|
de stem van het hart volgen
|
[het gevoel, de intuïtie]
|
|
je stem uitbrengen
|
[voor of tegen iets stemmen]
|
|
bij meerderheid van stemmen
|
[omdat de meesten het vonden]
|
|
er gaan stemmen op om ...
|
[sommige mensen willen het]
|
|
de beslissende stem hebben
|
[de uitslag bepalen]
|
|
meeste stemmen gelden
|
[wat de meerderheid wil, dat gebeurt]
|
|
de stemmen staken
|
[er zijn evenveel stemmen vóór als tégen]
|
|
in slaap vallen
|
[gaan slapen]
|
|
het valt hem zwaar
|
[het is zwaar voor hem]
|
|
de beslissing is gevallen
|
[ze hebben het besloten]
|
|
er valt weinig te beleven
|
[je kunt er weinig afleiding vinden]
|
|
dat viel in goede aarde
|
[dat vonden ze goed of leuk]
|
|
met hem valt niet te praten
|
[je kunt niet met hem praten]
|
|
er valt niets te lachen
|
[je mag niet lachen]
|
|
er viel een schot
|
[er werd geschoten]
|
|
de keus viel op hem
|
[hij werd gekozen]
|
|
de beste stuurlui staan aan wal
|
[het is gemakkelijk om kritiek te geven als je het zelf niet hoeft te doen]
|
|
van wal steken
|
[beginnen]
|
|
tussen wal en schip terechtkomen
|
[het een noch het ander krijgen, alles mislopen]
|
|
hem van de wal in de sloot helpen
|
[nog meer moeilijkheden bezorgen]
|
|
aan lager wal raken
|
[in armoedige omstandigheden terechtkomen]
|
|
de beste stuurlui staan aan wal
|
[het is gemakkelijk om kritiek te geven als je het zelf niet hoeft te doen]
|
|
van twee walletjes eten
|
[beide partijen steunen en daarvan profiteren]
|
|
ergens een wal tegen opwerpen
|
[een onwenselijke ontwikkeling verhinderen]
|
|
het walletje moet bij het schuurtje blijven
|
[met moet niet overdrijven]
|
|
wallen onder je ogen
|
[donkere kringen door te weinig slaap]
|
|
een wens doen
|
[zeggen wat je graag zou willen]
|
|
zijn wens vervullen
|
[geven wat hij graag wil]
|
|
de beste wensen
|
[ik wens u heel veel goeds]
|
|
alles gaat naar wens
|
[zoals het moet]
|
|
de wens is de vader van de gedachte
|
[het gebeurt omdat je graag wilt dat het gebeurt]
|
|
de beuk erin!
|
[aansporing om flink aan de slag te gaan]
|
|
de bink uithangen
|
[stoer doen]
|
|
het klokje van gehoorzaamheid
|
[de tijd waarop je naar bed moet]
|
|
het klokje rond slapen
|
[twaalf uur slapen]
|
|
hij is een man van de klok
|
[hij is altijd op tijd]
|
|
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
|
[het is nergens zo goed als thuis]
|
|
een analoge klok
|
[met wijzers]
|
|
een digitale klok
|
[met alleen cijfers]
|
|
het klokje van gehoorzaamheid
|
[bedtijd voor kinderen]
|
|
daar kun je de klok op gelijkzetten
|
[als iets altijd op een vaste tijd gebeurt]
|
|
met de regelmaat van de klok
|
[herhaaldelijk, regelmatig]
|
|
de klok terugdraaien
|
[terugkeren naar een vroegere situatie]
|
|
tegen de klok werken
|
[hard werken om nog op tijd klaar te zijn]
|
|
de biologische klok
|
[het natuurlijke mechanisme van onder andere waken en slapen]
|
|
het aan de grote klok hangen
|
[het aan iedereen vertellen]
|
|
hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
|
[hij weet het wel ongeveer, maar niet precies]
|
|
dat klinkt als een klok
|
[het zit goed in elkaar, is perfect]
|
|
de biologische klok
|
[intern mechanisme dat zorgt voor het slaap- en waakritme]
|
|
biologische oorlogvoering
|
[door ziekteverwekkers te verspreiden]
|
|
de biologische vader
|
[die het kind verwekt heeft]
|
|
biologische oorlogsvoering
|
[waarbij gebruik wordt gemaakt van krachten uit de natuur]
|
|
iemand blij maken met een dode mus
|
[met iets wat geen waarde blijkt te hebben]
|
|
blij toe
|
[om aan te geven dat je tevreden bent]
|
|
blij zijn voor iemand
|
[je verheugen over iemands geluk]
|
|
de Blijde Boodschap
|
[het evangelie]
|
|
de blits maken
|
[stoer overkomen]
|
|
de bloemetjes buiten zetten
|
[flink feestvieren]
|
|
zeg het met bloemen!
|
[laat met een bos bloemen zien dat je om iemand geeft]
|
|
haar bloempje is geplukt
|
[ze is geen maagd meer]
|
|
iemand in de bloemetjes zetten
|
[feestelijk onthalen]
|
|
de bloem der natie
|
[de jeugd]
|
|
bloemen op de ruiten
|
[bevroren aanslag]
|
|
de bocht afsnijden
|
[een kortere weg nemen]
|
|
door de bocht gaan
|
[toegeven]
|
|
uit de bocht vliegen
|
[door het verkeerd nemen van de bocht van de weg af raken]
|
|
hij wringt zich in alle bochten
|
[doet van alles om zijn zin te krijgen]
|
|
Mehmet in de bocht!
|
[Mehmet is weer gek bezig]
|
|
de bodem van de schatkist is in zicht
|
[er is bijna geen geld meer]
|
|
een hoofd als een boei hebben
|
[sterk blozen]
|
|
de boeien afschudden
|
[zich onafhankelijk maken]
|
|
hij gaat zijn boekje te buiten
|
[doet of zegt dingen die niet mogen]
|
|
ik zal eens een boekje over hem open doen
|
[slechte dingen over hem vertellen]
|
|
een open boek zijn
|
[geen geheimen hebben]
|
|
hij staat hoog te boek
|
[ze denken positief over hem]
|
|
dat is een gesloten boek
|
[een afgesloten periode]
|
|
met je neus in de boeken zitten
|
[studeren]
|
|
het boek der boeken
|
[de Bijbel]
|
|
de boeken afsluiten
|
[een financieel jaarverslag maken]
|
|
buiten zijn boekje gaan
|
[andere dingen doen dan je mag doen]
|
|
een boekje opendoen over iemand
|
[geheimen verklappen]
|
|
volgens het boekje
|
[volgens de voorschriften]
|
|
de boeken verhuizen naar een andere kast
|
[worden in een andere kast gezet]
|
|
ga eens aan de kant
|
[opzij]
|
|
het was kantje boord
|
[het liep maar net goed af]
|
|
zij loopt de kantjes ervan af
|
[ze doet bijna niets]
|
|
ik ben door hem aan de kant gezet
|
[weggestuurd]
|
|
aan de kant staan
|
[niet meedoen]
|
|
dat raakt kant nog wal
|
[is onzin]
|
|
welke kant moet jij uit?
|
[in welke richting ga jij?]
|
|
van moeders kant is hij Turks
|
[zijn moeder is Turks]
|
|
ik kan geen kant meer op
|
[zit erg in het nauw]
|
|
daar kun je alle kanten mee uit
|
[dat kun je op verschillende manieren opvatten]
|
|
ga ik zo goed? nee, je gaat de verkeerde kant op
|
[in de verkeerde richting]
|
|
het mes snijdt aan twee kanten
|
[het levert dubbel voordeel op]
|
|
het is een dubbeltje op zijn kant
|
[onzeker hoe het afloopt]
|
|
de scherpe kantjes van iets afnemen
|
[het verzachten]
|
|
iets van alle kanten bekijken
|
[de voors en tegens goed afwegen]
|
|
het deugt van geen kant
|
[is helemaal niet in orde]
|
|
even de andere kant op kijken
|
[iets gedogen]
|
|
geen kant meer op kunnen
|
[geen uitweg meer weten]
|
|
ergens alle kanten mee op kunnen
|
[er veel mogelijkheden mee hebben]
|
|
familie van de koude kant
|
[aangetrouwd]
|
|
het gelijk aan zijn kant hebben
|
[het bij het juiste eind hebben]
|
|
dat hoor je van alle kanten
|
[dat zegt iedereen]
|
|
iemands kant kiezen
|
[zijn partij]
|
|
van de verkeerde kant zijn
|
[homoseksueel]
|
|
je van kant maken
|
[zelfmoord plegen]
|
|
het niet over je kant laten gaan
|
[je ertegen verzetten]
|
|
de boel aan kant maken
|
[opruimen]
|
|
iets over zijn kant laten gaan
|
[zich er niet tegen verzetten]
|
|
de boel afbreken
|
[verschrikkelijk tekeer gaan]
|
|
de boel aan kant maken
|
[opruimen]
|
|
de boel in het honderd sturen
|
[laten mislukken]
|
|
een vrolijke boel is het hier
|
[er is hier veel gezelligheid]
|
|
het is hier een dooie boel
|
[het is hier saai]
|
|
de boel de boel laten
|
[de dingen op hun beloop laten]
|
|
de boer op gaan
|
[naar buiten gaan om te verkopen of te bedelen]
|
|
wat de boer niet kent, dat eet hij niet
|
[afkeurend commentaar als iemand erg kieskeurig is]
|
|
lachen als een boer die kiespijn heeft
|
[niet van harte]
|
|
geef die boer een stoel
|
[schertsend commentaar als iemand een boer laat]
|
|
goed boeren
|
[goede zaken doen]
|
|
een schaap met vijf poten
|
[iemand die alles kan]
|
|
het zwarte schaap
|
[iemand die altijd beschuldigd wordt]
|
|
je schaapjes op het droge hebben
|
[genoeg verdiend hebben om te leven zonder zorgen]
|
|
er gaan veel makke schapen in een hok
|
[veel mensen in één ruimte bij elkaar]
|
|
als er één schaap over de dam is, volgen er meer
|
[als iemand het voorbeeld geeft, komen de anderen ook]
|
|
de bokken van de schapen scheiden
|
[de goede van de slechte mensen scheiden]
|
|
de bokken van de schapen scheiden
|
[de mannen van de vrouwen scheiden]
|
|
een oude bok lust wel een groen blaadje
|
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
|
|
een bok schieten
|
[een grote fout maken]
|
|
erop zitten als een bok op de haverkist
|
[erg happig zijn op iets]
|
|
de bokken van de schapen scheiden
|
[de goede van de slechte mensen scheiden]
|
|
de bokkenpruik op hebben
|
[chagrijnig zijn, een slecht humeur hebben]
|
|
de bokkenpruik op hebben
|
[boos of chagrijnig zijn]
|
|
zijn pruik staat scheef
|
[hij is uit zijn humeur]
|
|
een boom van een vent
|
[een grote stevige man]
|
|
hoge bomen vangen veel wind
|
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
|
|
door de bomen het bos niet zien
|
[door de details het geheel niet zien]
|
|
aan zijn vruchten kent men de boom
|
[aan zijn daden kent men de mens]
|
|
de bomen groeien niet tot in de hemel
|
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
|
|
oude bomen moet je niet verplanten
|
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
|
|
aan de vruchten kent men de boom
|
[men kent de mens aan wat hij doet]
|
|
de appel valt niet ver van de boom
|
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
|
|
de kat uit de boom kijken
|
[een afwachtende houding aannemen]
|
|
omdraaien als een blad aan een boom
|
[je ineens heel anders gaan gedragen]
|
|
je kunt de boom in!
|
[ik weiger het echt]
|
|
een boom omzagen
|
[hard snurken]
|
|
iemand de bons geven
|
[de verkering uitmaken]
|
|
de bons krijgen
|
[afgedankt worden als minnaar of minnares]
|
|
iemand bont en blauw slaan
|
[afranselen]
|
|
bekendstaan als de bonte hond
|
[overal bekend zijn]
|
|
de bonte was
|
[was voor gekleurd goed]
|
|
een bonte avond
|
[avondprogramma met veel afwisseling]
|
|
een bonte mengeling
|
[allerlei soorten mensen]
|
|
het te bont maken
|
[te ver gaan]
|
|
de boog kan niet altijd gespannen zijn
|
[je kunt niet altijd alleen serieuze dingen doen]
|
|
als een pijl uit een boog
|
[heel snel]
|
|
meer pijlen op zijn boog hebben
|
[nog andere argumenten hebben]
|
|
er met een grote boog omheen lopen
|
[het willen vermijden]
|
|
uit de boot vallen
|
[niet meer mee mogen doen]
|
|
we hebben de boot gemis
|
[we zijn er te laat voor]
|
|
hij houdt de boot af
|
[reageert terughoudend]
|
|
iemand in de boot nemen
|
[hem beetnemen]
|
|
in het huwelijksbootje stappen
|
[trouwen]
|
|
de boot is aan
|
[de narigheid is begonnen]
|
|
schoolbord
|
[zwart bord waar je met krijt op schrijft]
|
|
hij heeft een bord voor zijn kop
|
[heeft niet door hoe anderen over hem denken]
|
|
de bordjes zijn verhangen
|
[alles is veranderd]
|
|
dat komt op mijn bordje terecht
|
[daar ben ik verantwoordelijk voor]
|
|
voor het bord moeten komen
|
[voor de klas]
|
|
de botte bijl hanteren
|
[harde, grove maatregelen nemen]
|
|
dat snap jij niet met je botte hersens
|
[beledigend commentaar als iemand iets niet begrijpt]
|
|
bot ijs
|
[niet glad, hobbelig ijs]
|
|
het bijltje erbij neergooien
|
[het opgeven, ermee stoppen]
|
|
voor de bijl gaan
|
[verliezen]
|
|
de botte bijl hanteren
|
[harde maatregelen nemen]
|
|
al eerder met dit bijltje gehakt hebben
|
[ervaring hebben]
|
|
we zijn uit de brand
|
[onze moeilijkheden zijn voorbij]
|
|
brand stichten
|
[een brand aansteken]
|
|
de brand is weer geblust
|
[we zijn uit de problemen]
|
|
moord en brand schreeuwen
|
[hard schreeuwen]
|
|
de wereld staat in brand
|
[wordt verwoest door oorlog]
|
|
zo stijf als een plank
|
[heel erg stijf]
|
|
de brief staat stijf van de fouten
|
[er staan heel veel fouten in]
|
|
een stijve krijgen
|
[een stijve penis krijgen]
|
|
zijn been (poot) stijf houden
|
[niet toegeven]
|
|
iemand stijf vloeken
|
[overdonderen met scheldwoorden]
|
|
een stijve hark
|
[een onhandig en houterig iemand]
|
|
het anker lichten
|
[van de bodem omhoog halen]
|
|
de brievenbus lichten
|
[er de brieven uithalen om te versturen]
|
|
een pak voor zijn broek krijgen
|
[klappen tegen zijn achterwerk]
|
|
een broekje
|
[een jong en onervaren iemand]
|
|
dat zal je dun door de broek lopen
|
[lelijk tegenvallen]
|
|
de broek aan hebben
|
[de baas zijn]
|
|
iemand achter de broek aan zitten
|
[hem voortdurend aanmanen]
|
|
daar zakt mijn broek van af
|
[verontwaardigde, verbaasde reactie]
|
|
het loopt hem dun door de broek
|
[hij is erg bang]
|
|
het in je broek doen
|
[in je broek plassen of poepen]
|
|
hij heeft geen broek aan zijn gat
|
[is erg arm]
|
|
een proces aan je broek krijgen
|
[het moeten voeren]
|
|
je eigen broek op kunnen houden
|
[onafhankelijk zijn]
|
|
de broekriem (buikriem) aanhalen
|
[zuiniger gaan leven]
|
|
de teugels aanhalen
|
[strenger worden]
|
|
de vriendschapsbanden aanhalen
|
[inniger maken]
|
|
je iets op de hals halen
|
[iets vervelends voor je rekening nemen]
|
|
ik zag de bui al hangen
|
[ik zag de narigheid al aankomen]
|
|
de bui zal wel overwaaien
|
[de boosheid gaat wel over]
|
|
voor de bui binnen zijn
|
[voor het ongeval, de ramp]
|
|
je een vreemde taal eigen maken
|
[een vreemde taal leren]
|
|
eigen baas zijn
|
[niet in loondienst]
|
|
in haar eigen belang
|
[in het belang van haarzelf]
|
|
uit eigen beweging kwam hij
|
[we vroegen het niet]
|
|
de burgemeester in eigen persoon
|
[de burgemeester zelf]
|
|
vijf gulden per persoon
|
[voor elke mens vijf gulden]
|
|
je bent er de aangewezen persoon voor
|
[je bent er het meest geschikt voor]
|
|
de burgemeester in eigen persoon
|
[de burgemeester zelf]
|
|
in staat van opwinding
|
[erg opgewonden]
|
|
de auto is nog in goede staat
|
[hij is nog goed]
|
|
de staat van beleg
|
[het gezag is in handen van de militairen]
|
|
de echtelijke staat
|
[het getrouwd zijn]
|
|
in gezegende staat zijn
|
[zwanger zijn]
|
|
in alle staten zijn
|
[heel erg opgewonden]
|
|
in staat zijn
|
[het kunnen]
|
|
tot alles in staat zijn
|
[zonder nadenken de ergste dingen kunnen doen]
|
|
de burgerlijke staat
|
[geeft aan wat iemands handelingsbevoegdheid is]
|
|
zijn staat van dienst
|
[het overzicht van zijn prestaties]
|
|
er geen staat op kunnen maken
|
[niet voorspelbaar zijn]
|
|
hij is in staat om ....
|
[hij kan het]
|
|
hij is tot alles in staat
|
[je kunt alles van hem verwachten]
|
|
de stand van zaken
|
[hoe de toestand is]
|
|
de stand in de wedstrijd
|
[hoeveel doelpunten er gevallen zijn en voor wie]
|
|
de burgerlijke stand
|
[waar gegevens van burgers worden bijgehouden]
|
|
iets tot stand brengen
|
[ontwikkelen, vormen]
|
|
iets in stand houden
|
[zorgen dat het blijft bestaan]
|
|
boven je stand leven
|
[meer uitgeven dan je hebt]
|
|
boven je stand trouwen
|
[met iemand van een hogere stand]
|
|
een heer van stand
|
[een man die laat blijken bij de hogere klasse te horen]
|
|
iets tot stand brengen
|
[iets presteren]
|
|
het in stand houden
|
[zorgen dat het blijft]
|
|
tot stand komen
|
[ontstaan]
|
|
de bus pakken
|
[met de bus gaan]
|
|
wie doet de post op de bus?
|
[in de brievenbus]
|
|
hij kwam als beste uit de bus
|
[tevoorschijn]
|
|
het klopt als een bus
|
[helemaal, perfect]
|
|
een collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
|
[tussen werkgevers en werknemers in een bepaalde bedrijfstak]
|
|
collectieve lastendruk
|
[het geheel aan belastingen en premies]
|
|
de collectieve sector
|
[de afdeling die afhankelijk is van overheidsgelden]
|
|
collectieve uitgaven
|
[het geheel van subsidies en uitkeringen aan instellingen en personen]
|
|
de crème de la crème
|
[het allerfijnste, allerbeste]
|
|
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
|
[niet precies zo]
|
|
hem aan het woord laten
|
[hem de anderen toe laten spreken]
|
|
met andere woorden
|
[anders gezegd]
|
|
er geen woorden voor hebben
|
[het heel goed of heel erg vinden]
|
|
je haalt me de woorden uit de mond
|
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
|
|
er geen woorden aan vuil willen maken
|
[er niet over willen spreken]
|
|
hij had het hoogste woord
|
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
|
|
het hoge woord komt eruit
|
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
|
|
met twee woorden spreken
|
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
|
|
iemand woorden in de mond leggen
|
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
|
|
het laatste woord willen hebben
|
[er als laatste iets over willen beslissen]
|
|
van het ene woord kwam het andere
|
[het ontaardde in ruzie]
|
|
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
|
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
|
|
geen woorden maar daden
|
[we hebben niets aan praatjes alleen]
|
|
ergens geen woorden voor hebben
|
[het niet kunnen uitleggen]
|
|
dat is geen woord teveel gezegd
|
[dat is niet overdreven]
|
|
woorden hebben
|
[ruzie hebben]
|
|
holle woorden
|
[zonder inhoud]
|
|
het hoogste woord hebben
|
[druk en zelfbewust praten]
|
|
let op mijn woorden!
|
[dat zal zeker gebeuren]
|
|
woorden schieten tekort
|
[het is niet in woorden uit te drukken]
|
|
met twee woorden spreken
|
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
|
|
woord voor woord
|
[volledig en precies]
|
|
je woorden wegen
|
[zorgvuldig formuleren]
|
|
ik geloof je op je woord
|
[omdat je het zegt]
|
|
woord houden
|
[doen wat je beloofd hebt]
|
|
iemand aan zijn woord houden
|
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
|
|
een man van zijn woord
|
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
|
|
een man een man, een woord een woord
|
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
|
|
iemand aan het woord laten
|
[laten uitspreken]
|
|
het woord voeren
|
[spreken]
|
|
zijn woordje kunnen doen
|
[zich goed kunnen uitdrukken]
|
|
het woord richten tot iemand
|
[hem toespreken]
|
|
iemand te woord staan
|
[hem aanhoren]
|
|
een goed woordje voor hem doen
|
[hem aanbevelen]
|
|
een vies woord
|
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
|
|
niet uit je woorden kunnen komen
|
[er niet in slagen het te zeggen]
|
|
hem op zijn woord geloven
|
[hij hoeft het niet te bewijzen]
|
|
een hartig woordje spreken met iemand
|
[hem zeggen wat je vindt]
|
|
er was geen woord tussen te krijgen
|
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
|
|
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
|
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
|
|
enkele woorden wisselen
|
[met elkaar spreken]
|
|
een aardig woordje Engels spreken
|
[die taal goed beheersen]
|
|
altijd het laatste woord willen hebben
|
[altijd nog iets willen toevoegen]
|
|
de daad bij het woord voegen
|
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
|
|
daar is geen woord Frans bij
|
[dat is heel duidelijk]
|
|
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
|
[die zaak is nog niet afgehandeld]
|
|
woorden hebben
|
[ruzie hebben]
|
|
een daad stellen
|
[iets met nadruk doen, zodat anderen het zien]
|
|
de daad bij het woord voegen
|
[het zeggen en het meteen doen]
|
|
een onrechtmatige daad
|
[waarvoor je strafbaar bent]
|
|
geen woorden maar daden
|
[niet praten maar doen]
|
|
als de dag van gisteren
|
[alsof het gisteren gebeurd is]
|
|
dag in, dag uit
|
[steeds, iedere dag]
|
|
ze loopt op alledag
|
[ze kan elk moment bevallen]
|
|
op zijn oude dag
|
[toen hij al oud was]
|
|
van de ene dag op de andere
|
[heel plotseling]
|
|
bij de dag leven
|
[niet nadenken over de toekomst]
|
|
het gesprek van de dag zijn
|
[het meest besproken onderwerp]
|
|
zijn dagen zijn geteld
|
[hij gaat bijna dood]
|
|
heden ten dage
|
[tegenwoordig, in deze tijd]
|
|
sinds jaar en dag
|
[al heel lang]
|
|
tot in lengte van dagen
|
[nog heel lang]
|
|
een man van de dag zijn
|
[vlak voor zijn dood staan]
|
|
de dag des oordeels
|
[de laatste dag van de wereld]
|
|
overgaan tot de orde van de dag
|
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
|
|
voor je oude dag zorgen
|
[sparen voor later]
|
|
ouden van dagen
|
[bejaarden]
|
|
pluk de dag!
|
[leef; geniet nu!]
|
|
vandaag de dag
|
[tegenwoordig]
|
|
je dag niet hebben
|
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
|
|
geen zorgen voor de dag van morgen
|
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
|
|
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
|
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
|
|
het is morgen weer vroeg dag
|
[we moeten vroeg op]
|
|
iets voor de dag halen
|
[het tevoorschijn halen]
|
|
goed voor de dag komen
|
[iets goeds presteren]
|
|
het is kort dag
|
[er is nog maar weinig tijd]
|
|
dag en nacht
|
[onophoudelijk]
|
|
een gat in de dag slapen
|
[lang uitslapen]
|
|
ermee voor de dag komen
|
[het zeggen]
|
|
voor dag en dauw
|
[heel vroeg]
|
|
een verschil van dag en nacht
|
[een groot verschil]
|
|
de dagelijkse sleur doorbreken
|
[iets anders doen dan gewoonlijk]
|
|
de dames gaan in het lang
|
[in een lange jurk]
|
|
iets op de lange baan schuiven
|
[het telkens uitstellen]
|
|
op de lange duur
|
[over een lange tijd gezien]
|
|
aan het langste eind trekken
|
[het uiteindelijk winnen]
|
|
een lang gezicht trekken
|
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
|
|
de lange latten
|
[ski's]
|
|
lange tenen hebben
|
[snel beledigd zijn]
|
|
lange vingers hebben
|
[stelen]
|
|
het is zo lang als het breed is
|
[het komt op hetzelfde neer]
|
|
we hebben er lang en breed over gesproken
|
[heel uitvoerig]
|
|
hij zal het niet lang meer maken
|
[hij leeft nog maar kort]
|
|
ze heeft erg lang werk
|
[ze doet er een hele tijd over]
|
|
werk je daar al lang?
|
[al een tijd?]
|
|
een lange adem hebben
|
[iets lange tijd volhouden]
|
|
een zaak van lange adem
|
[die lange tijd blijft bestaan]
|
|
hoe langer hoe beter
|
[steeds beter]
|
|
al lang en breed
|
[al lang]
|
|
eerlijk duurt het langst
|
[met bedrog kom je niet ver]
|
|
lang geleden
|
[ver in het verleden]
|
|
we kennen elkaar langer dan vandaag
|
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
|
|
van zijn lang zal z'n leven niet
|
[absoluut nooit]
|
|
hij zal het niet lang meer maken
|
[zal spoedig sterven]
|
|
lang van stof zijn
|
[altijd veel woorden nodig hebben]
|
|
dan kun je lang wachten
|
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
|
|
een lang weekend
|
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
|
|
ergens lang werk mee hebben
|
[niet opschieten]
|
|
iets niet langer doen
|
[het niet meer doen]
|
|
dat is lang niet slecht
|
[behoorlijk goed]
|
|
ten langen leste
|
[eindelijk]
|
|
met lange tanden eten
|
[met tegenzin]
|
|
er is sprake van een loonsverhoging
|
[daar wordt over gesproken]
|
|
geen sprake van!
|
[dat wil ik niet hebben]
|
|
ook de ruzie met Joop kwam ter sprake
|
[werd besproken]
|
|
de derde man brengt de spraak aan
|
[doet het gesprek vlotter verlopen]
|
|
een kind ter wereld brengen
|
[een kind krijgen]
|
|
hem naar de andere wereld helpen
|
[hem doden]
|
|
de derde wereld
|
[de ontwikkelingslanden]
|
|
een man van de wereld
|
[die veel heeft gereisd en veel heeft meegemaakt]
|
|
hij leeft in een eigen wereld
|
[in zijn gedachten]
|
|
een wereld van verschil
|
[een heel groot verschil]
|
|
het doet me deugd
|
[ik vind het fijn]
|
|
lieve deugd!
|
[uitroep van onsteltenis]
|
|
de deugd in het midden
|
[schertsend gezegd als iemand tussen twee anderen in zit]
|
|
van de nood een deugd maken
|
[uit een ongunstige situatie voordeel halen]
|
|
ik ga met het lood in mijn schoenen
|
[met veel tegenzin]
|
|
het loodje leggen
|
[verliezen of doodgaan]
|
|
dat is lood om oud ijzer
|
[het maakt niet uit wat je kiest]
|
|
de laatste loodjes wegen het zwaarst
|
[de eindfase is het moeilijkst]
|
|
de deur hangt uit het lood
|
[scheef]
|
|
hij is uit het lood geslagen
|
[verbaasd, verdrietig, machteloos]
|
|
per slot van rekening ben ik de oudste
|
[ik ben immers de oudste]
|
|
ten slotte gingen we een patatje halen
|
[als laatste deden we dat]
|
|
de deur is op slot
|
[afgesloten]
|
|
zijn fiets op slot zetten
|
[afsluiten]
|
|
achter slot en grendel
|
[in de gevangenis]
|
|
de deur staat op een kier
|
[staat een klein stukje open]
|
|
de deur op een kier zetten
|
[bereid zijn om te onderhandelen]
|
|
zo gek als een deur
|
[heel erg gek]
|
|
ze is net de deur uit
|
[net weg]
|
|
dat is niet naast de deur
|
[dat is ver weg]
|
|
een open deur
|
[iets wat iedereen al weet]
|
|
met de deur in huis vallen
|
[het meteen vertellen]
|
|
de deur plat lopen
|
[er heel vaak komen]
|
|
dat doet de deur dicht
|
[nu moet er iets aan gedaan worden]
|
|
niet samen door één deur kunnen
|
[elkaar niet kunnen verdragen]
|
|
dat staat voor de deur
|
[het is bijna zover]
|
|
iemand het gat van de deur wijzen
|
[zeggen dat hij moet vertrekken]
|
|
de deur uit zijn
|
[niet meer thuis wonen]
|
|
buiten de deur eten
|
[in een restaurant]
|
|
voor een gesloten deur staan
|
[niemand thuis treffen]
|
|
de deur staat op een kier
|
[staat een klein stukje open]
|
|
de deur op een kier zetten
|
[bereid zijn om te onderhandelen]
|
|
zo gek als een deur
|
[heel erg gek]
|
|
ze is net de deur uit
|
[net weg]
|
|
dat is niet naast de deur
|
[dat is ver weg]
|
|
een open deur
|
[iets wat iedereen al weet]
|
|
met de deur in huis vallen
|
[het meteen vertellen]
|
|
de deur plat lopen
|
[er heel vaak komen]
|
|
dat doet de deur dicht
|
[nu moet er iets aan gedaan worden]
|
|
niet samen door één deur kunnen
|
[elkaar niet kunnen verdragen]
|
|
dat staat voor de deur
|
[het is bijna zover]
|
|
iemand het gat van de deur wijzen
|
[zeggen dat hij moet vertrekken]
|
|
de deur uit zijn
|
[niet meer thuis wonen]
|
|
buiten de deur eten
|
[in een restaurant]
|
|
voor een gesloten deur staan
|
[niemand thuis treffen]
|
|
je neus stoten
|
[afgewezen worden]
|
|
je neus ervoor ophalen
|
[het minderwaardig vinden]
|
|
hem met zijn neus op de feiten drukken
|
[laten zien hoe het werkelijk zit]
|
|
de neuzen tellen
|
[tellen hoeveel mensen er zijn]
|
|
er met je neus bovenop staan
|
[er vlakbij staan]
|
|
met je neus kijken
|
[niet goed zoeken]
|
|
uit je neus zitten eten
|
[niets doen]
|
|
je neus in de wind steken
|
[ergens trots op zijn]
|
|
op je neus kijken
|
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
|
|
overal zijn neus in steken
|
[zich overal mee bemoeien]
|
|
een frisse neus halen
|
[bij koud weer buiten lopen]
|
|
geen knip voor zijn neus waard zijn
|
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
|
|
m'n neus!
|
[kom nou, dat is onzin]
|
|
iemand bij de neus nemen
|
[hem voor de gek houden, bedriegen]
|
|
dat komt me de neus uit
|
[daar heb ik schoon genoeg van]
|
|
iemand iets door de neus boren
|
[niet betalen wat men hem schuldig is]
|
|
plotseling voor iemands neus staan
|
[hem onverwacht ontmoeten]
|
|
de deur voor zijn neus dichtdoen
|
[terwijl hij er vlak voor staat]
|
|
dat gaat je neus voorbij
|
[daar krijg je niets van]
|
|
iemand iets onder de neus wrijven
|
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
|
|
dat zal ik je niet aan je neus hangen
|
[niet vertellen]
|
|
iets langs zijn neus weg zeggen
|
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
|
|
doen alsof je neus bloedt
|
[alsof je van niets weet]
|
|
zijn neus krult
|
[hij is blij over een compliment]
|
|
iemand de pen op de neus zetten
|
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
|
|
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
|
[iedereen heeft dezelfde mening]
|
|
bleek om de neus worden
|
[ergens heel bang voor zijn]
|
|
niet verder kijken dan je neus lang is
|
[niet goed nadenken]
|
|
iemand iets door de neus boren
|
[verhinderen dat hij het krijgt]
|
|
plotseling voor iemands neus staan
|
[hem onverwacht ontmoeten]
|
|
de deur voor zijn neus dichtdoen
|
[terwijl hij er vlak voor staat]
|
|
dat gaat je neus voorbij
|
[daar krijg je niets van]
|
|
iemand iets onder de neus wrijven
|
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
|
|
dat zal ik je niet aan je neus hangen
|
[niet vertellen]
|
|
iets langs zijn neus weg zeggen
|
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
|
|
doen alsof je neus bloedt
|
[alsof je van niets weet]
|
|
zijn neus krult
|
[hij is blij over een compliment]
|
|
iemand de pen op de neus zetten
|
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
|
|
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
|
[iedereen heeft dezelfde mening]
|
|
bleek om de neus worden
|
[ergens heel bang voor zijn]
|
|
niet verder kijken dan je neus lang is
|
[niet goed nadenken]
|
|
iemand iets door de neus boren
|
[verhinderen dat hij het krijgt]
|
|
met de neus in de boter vallen
|
[het goed treffen]
|
|
het deksel op je neus krijgen
|
[gestraft worden als je te begerig bent]
|
|
het ligt voor je neus
|
[vlak voor je]
|
|
iemand de pin op de neus zetten
|
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
|
|
een fijne neus voor iets hebben
|
[intuïtief iets opmerken]
|
|
een scherpe neus hebben
|
[goed kunnen ruiken]
|
|
de deur wijd openzetten voor iets
|
[er alle gelegenheid voor geven]
|
|
de wijde wereld in trekken
|
[op reis gaan om avonturen te beleven en kennis op te doen]
|
|
wijd en zijd
|
[overal, naar alle kanten]
|
|
de digitale snelweg
|
[internet]
|
|
ik heb er een lief ding voor over
|
[ik heb er veel voor over]
|
|
een aardig ding
|
[een lief meisje]
|
|
de dingen bij hun naam noemen
|
[precies zeggen hoe je erover denkt]
|
|
de dingen nemen zoals ze zijn
|
[met alle gebreken en fouten die erbij horen]
|
|
een lekker ding
|
[een aantrekkelijke man of vrouw]
|
|
dat geeft niets!
|
[dat is niet erg]
|
|
de dokter gaf mij het advies minder te roken
|
[hij adviseert het mij]
|
|
hij geeft gas
|
[drukt op het gaspedaal van de auto]
|
|
zij geeft te kennen dat ze weg wil
|
[ze zegt het]
|
|
ik geef hem een teken dat hij moet stoppen
|
[ik maak een gebaar]
|
|
jij moet het goede voorbeeld geven
|
[jij moet je goed gedragen]
|
|
ik heb hem zijn zin gegeven
|
[hij mocht doen wat hij wilde doen]
|
|
mag ik u het woord geven?
|
[wilt u nu iets zeggen?]
|
|
de dokter heeft geen dienst
|
[werkt vandaag niet]
|
|
de ene dienst is de andere waard
|
[als je mij helpt, help ik jou]
|
|
tot uw dienst
|
[als iemand je bedankt omdat je wat voor hem deed]
|
|
wat is er van uw dienst?
|
[waarmee kan ik u helpen?]
|
|
wie maakt hier de dienst uit?
|
[wie is de baas?]
|
|
de lift is buiten dienst
|
[doet het niet]
|
|
de dokter onderzoekt de patiënt
|
[kijkt welke ziektes of gebreken hij heeft]
|
|
eten wat de pot schaft
|
[wat op tafel komt]
|
|
hij kan een potje bij me breken
|
[ik word niet gauw boos op hem]
|
|
zijn eigen potje koken
|
[zijn eigen eten klaarmaken]
|
|
op ieder potje past een dekseltje
|
[voor iedereen is een geschikte partner te vinden]
|
|
de dood in de pot
|
[een saaie boel]
|
|
de hond in de pot vinden
|
[komen als het eten op is]
|
|
een hoofd als een ijzeren pot
|
[een goed geheugen]
|
|
jongens van de gestampte pot
|
[zonder kapsones]
|
|
het is één pot nat
|
[er bestaat nauwelijks verschil tussen]
|
|
kleine potjes hebben grote oren
|
[als er kinderen in de buurt zijn moet je niet te veel vertellen]
|
|
hij kan de pot op
|
[ik trek me niets van hem aan]
|
|
ben je nou helemaal van de pot gerukt!
|
[ben je gek geworden?]
|
|
naast de pot piesen
|
[misgrijpen of te laat zijn]
|
|
naast de pot piesen
|
[overspel plegen]
|
|
het is allemaal één pot nat
|
[hetzelfde]
|
|
je maakt er een potje van
|
[een rommeltje]
|
|
iemands dood
|
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
|
|
de een zijn dood is de ander zijn brood
|
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
|
|
de dood vinden
|
[omkomen]
|
|
de dood zoeken
|
[zelf een eind aan je leven maken]
|
|
de dood voor ogen hebben
|
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
|
|
ten dode opgeschreven (mensen)
|
[op korte termijn gaan sterven]
|
|
ten dode opgeschreven (dingen)
|
[gedoemd zijn te mislukken]
|
|
als de dood zijn voor iets
|
[er erg bang voor zijn]
|
|
om de dooie dood niet
|
[absoluut niet]
|
|
de dood in hebben
|
[de pest in hebben]
|
|
het is er de dood in de pot
|
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
|
|
duizend doden sterven
|
[heel veel angsten hebben]
|
|
een mooie dood
|
[zonder doodstrijd]
|
|
iemand de dood op het lijf jagen
|
[heel erg laten schrikken]
|
|
zo bleek als de dood
|
[heel erg bleek]
|
|
de zwarte dood
|
[de pest]
|
|
als de dood zijn voor iemand of iets
|
[er heel erg bang voor zijn]
|
|
iemands dood
|
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
|
|
de een zijn dood is de ander zijn brood
|
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
|
|
de dood vinden
|
[omkomen]
|
|
de dood zoeken
|
[zelf een eind aan je leven maken]
|
|
de dood voor ogen hebben
|
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
|
|
ten dode opgeschreven (mensen)
|
[op korte termijn gaan sterven]
|
|
ten dode opgeschreven (dingen)
|
[gedoemd zijn te mislukken]
|
|
als de dood zijn voor iets
|
[er erg bang voor zijn]
|
|
om de dooie dood niet
|
[absoluut niet]
|
|
de dood in hebben
|
[de pest in hebben]
|
|
het is er de dood in de pot
|
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
|
|
duizend doden sterven
|
[heel veel angsten hebben]
|
|
een mooie dood
|
[zonder doodstrijd]
|
|
iemand de dood op het lijf jagen
|
[heel erg laten schrikken]
|
|
zo bleek als de dood
|
[heel erg bleek]
|
|
de doorslag geven
|
[de beslissing bepalen]
|
|
in doorsnee
|
[gemiddeld]
|
|
de doorsnee Hollander
|
[de gemiddelde Hollander]
|
|
ik ben daar veel tijd aan kwijt
|
[ik doe daar lang over]
|
|
de draad kwijt zijn
|
[niet weten hoe het vervolg gaat]
|
|
de kluts kwijt zijn
|
[in de war zijn]
|
|
iemands naam kwijt zijn
|
[die je niet meer kunnen herinneren]
|
|
de tel kwijt zijn
|
[niet meer weten hoeveel je er al geteld hebt]
|
|
je ei niet kwijt kunnen
|
[met niemand over je problemen kunnen praten]
|
|
kan ik iets aan je kwijt?
|
[wil je iets gebruiken?]
|
|
iemand liever kwijt dan rijk zijn
|
[hem liever niet meer om je heen hebben]
|
|
iets aan de straatstenen niet kwijt kunnen
|
[er geen kopers voor kunnen vinden]
|
|
ergens iets over kwijt willen
|
[er iets over willen zeggen]
|
|
zeg maar wat je kwijt wilt
|
[hoeveel geld je eraan wilt besteden]
|
|
hij gaat altijd tegen de draad in
|
[is eigenwijs]
|
|
de rode draad van een verhaal
|
[een onderwerp dat steeds terugkomt]
|
|
ze raakte de draad kwijt
|
[begreep het niet meer]
|
|
tot op de draad versleten
|
[helemaal versleten]
|
|
ermee voor de draad komen
|
[het zeggen]
|
|
de draad weer oppakken
|
[verdergaan waar je gebleven was]
|
|
de draad van Ariadne
|
[waarmee Theseus zijn weg uit het doolhof kon vinden]
|
|
zijn leven hangt aan een zijden draadje
|
[is ernstig in gevaar]
|
|
kom op, voor de draad ermee!
|
[zeg wat er aan de hand is]
|
|
de driehoek Amsterdam, Utrecht, Den Haag
|
[deze steden vormen de punten van een driehoek]
|
|
rare druif!
|
[gek mens!]
|
|
de druiven zijn zuur
|
[hij kan het niet krijgen en doet alsof hij het ook niet hebben wil]
|
|
zuur kijken
|
[onvriendelijk]
|
|
iemand het leven zuur maken
|
[hem dwarszitten]
|
|
door de zure appel heen bijten
|
[aanvaarden wat onvermijdelijk en vervelend is]
|
|
een zure bom
|
[grote, zoetzure augurk]
|
|
de druiven zijn zuur
|
[de nederlaag is moeilijk te accepteren]
|
|
nou ben je zuur
|
[nou ben je betrapt]
|
|
hem onder druk zetten
|
[proberen hem ergens toe te dwingen]
|
|
een gebied van hoge druk
|
[weer zonder bewolking en depressies]
|
|
de druk is van de ketel
|
[de grootste spanning is voorbij]
|
|
druk uitoefenen
|
[je invloed aanwenden om iets voor elkaar te krijgen]
|
|
het voor hem opnemen
|
[hem verdedigen]
|
|
het tegen hem opnemen
|
[de strijd met hem aangaan]
|
|
de dweil neemt het water op
|
[zuigt het water op]
|
|
zij neemt zijn woorden goed in zich op
|
[ze luistert er goed naar]
|
|
hij wil zijn oude beroep weer opnemen
|
[er weer mee beginnen]
|
|
in staat van opwinding
|
[erg opgewonden]
|
|
de auto is nog in goede staat
|
[hij is nog goed]
|
|
de staat van beleg
|
[het gezag is in handen van de militairen]
|
|
de echtelijke staat
|
[het getrouwd zijn]
|
|
in gezegende staat zijn
|
[zwanger zijn]
|
|
in alle staten zijn
|
[heel erg opgewonden]
|
|
in staat zijn
|
[het kunnen]
|
|
tot alles in staat zijn
|
[zonder nadenken de ergste dingen kunnen doen]
|
|
de burgerlijke staat
|
[geeft aan wat iemands handelingsbevoegdheid is]
|
|
zijn staat van dienst
|
[het overzicht van zijn prestaties]
|
|
er geen staat op kunnen maken
|
[niet voorspelbaar zijn]
|
|
hij is in staat om ....
|
[hij kan het]
|
|
hij is tot alles in staat
|
[je kunt alles van hem verwachten]
|
|
de echtelijke staat
|
[het getrouwd zijn]
|
|
de edele delen
|
[geslachtsorganen]
|
|
ten dele
|
[gedeeltelijk]
|
|
ergens deel van uitmaken
|
[erbij horen]
|
|
de vitale delen
|
[die nodig zijn voor het goed functioneren van het lichaam]
|
|
de een of ander nam mijn tas mee
|
[iemand nam mijn tas mee]
|
|
een dag of wat geleden
|
[een paar dagen geleden]
|
|
een voor een doken ze in het water
|
[na elkaar]
|
|
dat lukt niet een twee drie
|
[niet meteen]
|
|
het heeft aan een stuk door geregend
|
[het heeft voortdurend geregend]
|
|
het pad was een en al blad
|
[er lagen overal bladeren]
|
|
er waren me daar een mensen
|
[er waren erg veel mensen]
|
|
iemands dood
|
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
|
|
de een zijn dood is de ander zijn brood
|
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
|
|
de dood vinden
|
[omkomen]
|
|
de dood zoeken
|
[zelf een eind aan je leven maken]
|
|
de dood voor ogen hebben
|
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
|
|
ten dode opgeschreven (mensen)
|
[op korte termijn gaan sterven]
|
|
ten dode opgeschreven (dingen)
|
[gedoemd zijn te mislukken]
|
|
als de dood zijn voor iets
|
[er erg bang voor zijn]
|
|
om de dooie dood niet
|
[absoluut niet]
|
|
de dood in hebben
|
[de pest in hebben]
|
|
het is er de dood in de pot
|
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
|
|
duizend doden sterven
|
[heel veel angsten hebben]
|
|
een mooie dood
|
[zonder doodstrijd]
|
|
iemand de dood op het lijf jagen
|
[heel erg laten schrikken]
|
|
zo bleek als de dood
|
[heel erg bleek]
|
|
de zwarte dood
|
[de pest]
|
|
als de dood zijn voor iemand of iets
|
[er heel erg bang voor zijn]
|
|
als klap op de vuurpijl
|
[als hoogtepunt]
|
|
in één klap
|
[in één keer]
|
|
de eerste klap is een daalder waard
|
[een goed begin is heel belangrijk]
|
|
dat was een klap in het gezicht
|
[een belediging of onverwachte tegenslag]
|
|
hij heeft een klap van de molen gehad
|
[is niet goed wijs]
|
|
twee vliegen in één klap
|
[twee zaken die je in één keer kunt afdoen]
|
|
er geen klap van begrijpen
|
[helemaal niets]
|
|
de eerste minister
|
[de premier, leider van de regering]
|
|
ik heb hem in geen eeuwen gezien
|
[al een hele tijd niet]
|
|
de eeuwen kunnen trotseren
|
[duurzaam zijn]
|
|
de elementen trotseren
|
[ondanks slecht weer naar buiten gaan]
|
|
hij is in zijn element
|
[hij voelt zich prettig]
|
|
ik ben ermee in mijn element
|
[ik ben er blij mee]
|
|
het achter de ellebogen hebben
|
[stiekem zijn]
|
|
de ellebogen gebruiken
|
[op een onsportieve manier iets bereiken]
|
|
de ellende is niet te overzien
|
[is erg groot]
|
|
de emoties laaiden hoog op
|
[er kwamen felle emoties los]
|
|
de dokter heeft geen dienst
|
[werkt vandaag niet]
|
|
de ene dienst is de andere waard
|
[als je mij helpt, help ik jou]
|
|
tot uw dienst
|
[als iemand je bedankt omdat je wat voor hem deed]
|
|
wat is er van uw dienst?
|
[waarmee kan ik u helpen?]
|
|
wie maakt hier de dienst uit?
|
[wie is de baas?]
|
|
de lift is buiten dienst
|
[doet het niet]
|
|
de fabriek draait dag en nacht
|
[altijd]
|
|
zo lelijk als de nacht
|
[heel erg lelijk]
|
|
bij nacht en ontij
|
[op ongewone en onplezierige uren]
|
|
daar moet ik een nachtje over slapen
|
[nog eens goed over nadenken]
|
|
dag en nacht
|
[onophoudelijk]
|
|
van de nacht een dag maken
|
['s nachts doen wat je eigenlijk overdag hoort te doen]
|
|
als een dief in de nacht
|
[ongemerkt]
|
|
niet over één nacht ijs gaan
|
[geen risico's nemen]
|
|
een platte neus
|
[die niet ver uitsteekt]
|
|
zo plat als een dubbeltje
|
[heel erg plat]
|
|
ik ga plat
|
[ik ga slapen]
|
|
hem plat spuiten
|
[veel kalmerende middelen inspuiten]
|
|
iemand plat krijgen
|
[hem voor je winnen]
|
|
de fabriek gaat plat
|
[er wordt gestaakt]
|
|
achter de feiten aanlopen
|
[pas iets doen als het te laat is]
|
|
een strafbaar feit
|
[iets waarvoor de rechter je kan straffen]
|
|
in feite heeft hij gelijk
|
[hij heeft inderdaad gelijk]
|
|
het is een feit dat ...
|
[het staat vast]
|
|
de feiten aan het licht brengen
|
[laten zien wat werkelijk gebeurd is]
|
|
iemand met zijn neus op de feiten drukken
|
[hem dwingen te zien hoe het werkelijk is]
|
|
de feiten spreken voor zich
|
[een toelichting is niet nodig]
|
|
een voldongen feit
|
[waar niets aan te veranderen is]
|
|
achter de feiten aanlopen
|
[pas iets doen als het te laat is]
|
|
een strafbaar feit
|
[iets waarvoor de rechter je kan straffen]
|
|
in feite heeft hij gelijk
|
[hij heeft inderdaad gelijk]
|
|
het is een feit dat ...
|
[het staat vast]
|
|
de feiten aan het licht brengen
|
[laten zien wat werkelijk gebeurd is]
|
|
iemand met zijn neus op de feiten drukken
|
[hem dwingen te zien hoe het werkelijk is]
|
|
de feiten spreken voor zich
|
[een toelichting is niet nodig]
|
|
een voldongen feit
|
[waar niets aan te veranderen is]
|
|
dat was te voorzien
|
[dat had je kunnen weten]
|
|
in je onderhoud voorzien
|
[ervoor zorgen dat er geld is om van te leven]
|
|
de regels voorzien daar niet in
|
[de regels zeggen daar niets over]
|
|
in de behoefte voorzien
|
[ervoor zorgen dat er geen behoefte meer aan is]
|
|
de fiets is voorzien van een bel
|
[heeft een bel]
|
|
het fijne van de zaak wisten we niet
|
[we wisten niet precies hoe het zat]
|
|
een fijne kam
|
[de tanden staan dicht bij elkaar]
|
|
ze heeft een fijne neus
|
[ze kan alles heel goed ruiken]
|
|
laat ie fijn zijn!
|
[dat is prachtig]
|
|
fijne manieren zijn dat!
|
[het is niet zo fraai wat hij doet]
|
|
de fijne kneepjes kennen
|
[precies weten hoe het moet]
|
|
ergens het fijne van weten
|
[precies weten hoe het zit]
|
|
daar zit hem de kneep!
|
[dat is precies waar het om gaat]
|
|
de fijne kneepjes van het vak kennen
|
[vakkundig zijn]
|
|
de fiscale recherche
|
[die belastingfraude opspoort]
|
|
tot zichzelf komen
|
[weer rustig worden]
|
|
op zich(zelf) vind ik het best
|
[los van al het andere]
|
|
in zichzelf praten
|
[iets tegen jezelf zeggen]
|
|
voor zichzelf beginnen
|
[een eigen zaak beginnen]
|
|
hij blijft zichzelf
|
[laat zich niet beïnvloeden]
|
|
de foto's spreken voor zich
|
[er is geen uitleg nodig]
|
|
de foto's zijn in spiegelbeeld afgedrukt
|
[wat links staat staat rechts, en omgekeerd]
|
|
een frisse adem
|
[die aangenaam ruikt]
|
|
de frisse lucht
|
[de buitenlucht]
|
|
een frisse neus halen
|
[een luchtje scheppen]
|
|
dat is geen fris zaakje
|
[er is op een verdachte manier gewerkt]
|
|
met frisse tegenzin
|
[ironische opmerking als je ergens geen zin in hebt]
|
|
zo fris als een hoentje
|
[goed uitgerust, vol energie]
|
|
fris van de lever
|
[spontaan]
|
|
er kwam geen hond
|
[er kwam niemand]
|
|
zo ziek als een hond zijn
|
[heel erg ziek]
|
|
geen slapende honden wakkermaken
|
[geen aandacht vestigen op wat beter geheim kan blijven]
|
|
de gebeten hond zijn
|
[de schuld krijgen]
|
|
commandeer je hondje en blaf zelf
|
[je hebt niet het recht te zeggen wat ik moet doen]
|
|
we hebben een hond aan tafel
|
[als iemand vergeet te bidden]
|
|
als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen
|
[als twee mensen ruzie hebben, heeft een derde er vaak voordeel van]
|
|
bekend zijn als de bonte hond
|
[overal ongunstig bekend zijn]
|
|
de hond in de pot vinden
|
[komen als het eten op is]
|
|
blaffende honden bijten niet
|
[voor schreeuwers hoef je niet bang te zijn]
|
|
als kat en hond leven
|
[veel ruzie maken]
|
|
rode hond
|
[ziekte waarbij je rode vlekken krijgt]
|
|
postduif
|
[die over grote afstanden de weg terug naar huis weet te vinden]
|
|
duiven melken
|
[duiven houden]
|
|
de gebraden duiven vliegen je niet zomaar in de mond
|
[je moet er wel moeite voor doen]
|
|
onder iemands duiven schieten
|
[op een oneerlijke manier iets krijgen wat voor een ander bestemd was]
|
|
een vreemde eend in de bijt
|
[iemand die een vreemdeling is in een groep]
|
|
de gebraden eenden vliegen hem in de mond
|
[het gaat hem erg voorspoedig]
|
|
een lelijke eend
|
[een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
|
|
zijn haan moet altijd koning kraaien
|
[hij moet altijd zijn zin krijgen]
|
|
de gebraden haan uithangen
|
[veel geld uitgeven]
|
|
daar kraait geen haan naar
|
[niemand zal het opmerken]
|
|
iemand iets opdringen
|
[net zo lang praten tot hij het neemt]
|
|
de gedachten dringen zich op
|
[opkomen zonder dat je er iets tegen kunt doen]
|
|
hij gaf de geest
|
[hij stierf]
|
|
het je voor de geest halen
|
[eraan terugdenken]
|
|
de armen van geest
|
[de eenvoudigen]
|
|
een scheiding der geesten
|
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
|
|
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
|
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
|
|
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
|
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
|
|
iets in de geest van...
|
[zoiets als ...]
|
|
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
|
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
|
|
de Heilige Geest
|
[God in de vorm van een geest]
|
|
de geest krijgen
|
[ergens door bezield worden]
|
|
de geest geven
|
[sterven]
|
|
een boze geest
|
[gevallen engel, duivel]
|
|
eruitzien als een geest
|
[heel mager en bleek]
|
|
de geest is uit de fles
|
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
|
|
toen kreeg Ida de geest
|
[ze ging ineens aan het werk]
|
|
het was iets in de geest van ....
|
[iets als ....]
|
|
hij gaf de geest
|
[hij stierf]
|
|
het je voor de geest halen
|
[eraan terugdenken]
|
|
de armen van geest
|
[de eenvoudigen]
|
|
een scheiding der geesten
|
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
|
|
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
|
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
|
|
iets in de geest van...
|
[zoiets als ...]
|
|
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
|
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
|
|
de Heilige Geest
|
[God in de vorm van een geest]
|
|
de geest krijgen
|
[ergens door bezield worden]
|
|
een boze geest
|
[gevallen engel, duivel]
|
|
de geest geven
|
[sterven]
|
|
eruitzien als een geest
|
[heel mager en bleek]
|
|
de geest is uit de fles
|
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
|
|
toen kreeg Ida de geest
|
[ze ging ineens aan het werk]
|
|
het was iets in de geest van ....
|
[iets als ....]
|
|
hij drinkt een fles jenever per dag
|
[de inhoud van een fles jenever]
|
|
ik geef de baby de fles
|
[laat hem drinken uit de zuigfles]
|
|
een flessentrekker
|
[oplichter, zwendelaar]
|
|
de geest is uit de fles
|
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
|
|
een fles wijn soldaat maken
|
[hem leegdrinken]
|
|
hij is op de fles gegaan
|
[zijn bedrijf is failliet verklaard]
|
|
hij gaf de geest
|
[hij stierf]
|
|
het je voor de geest halen
|
[eraan terugdenken]
|
|
de armen van geest
|
[de eenvoudigen]
|
|
een scheiding der geesten
|
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
|
|
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
|
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
|
|
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
|
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
|
|
iets in de geest van...
|
[zoiets als ...]
|
|
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
|
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
|
|
de Heilige Geest
|
[God in de vorm van een geest]
|
|
de geest krijgen
|
[ergens door bezield worden]
|
|
de geest geven
|
[sterven]
|
|
een boze geest
|
[gevallen engel, duivel]
|
|
eruitzien als een geest
|
[heel mager en bleek]
|
|
de geest is uit de fles
|
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
|
|
toen kreeg Ida de geest
|
[ze ging ineens aan het werk]
|
|
het was iets in de geest van ....
|
[iets als ....]
|
|
hij gaf de geest
|
[hij stierf]
|
|
het je voor de geest halen
|
[eraan terugdenken]
|
|
de armen van geest
|
[de eenvoudigen]
|
|
een scheiding der geesten
|
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
|
|
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
|
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
|
|
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
|
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
|
|
iets in de geest van...
|
[zoiets als ...]
|
|
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
|
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
|
|
de Heilige Geest
|
[God in de vorm van een geest]
|
|
de geest krijgen
|
[ergens door bezield worden]
|
|
een boze geest
|
[gevallen engel, duivel]
|
|
eruitzien als een geest
|
[heel mager en bleek]
|
|
de geest is uit de fles
|
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
|
|
toen kreeg Ida de geest
|
[ze ging ineens aan het werk]
|
|
het was iets in de geest van ....
|
[iets als ....]
|
|
de geheime dienst
|
[overheidsdienst die in het geheim voor de veiligheid zorgt]
|
|
een geheime agenda hebben
|
[andere bedoelingen hebben dan je voorgeeft]
|
|
een geheim telefoonnummer
|
[dat niet in het telefoonboek staat]
|
|
het gele gevaar
|
[de Chinezen]
|
|
de gele gids
|
[telefoongids van bedrijven en instellingen]
|
|
zich groen en geel ergeren
|
[zich hevig ergeren]
|
|
de gele kaart
|
[teken van formele bestraffing bij een overtreding]
|
|
de gele trui
|
[leider van het algemeen klassement bij een wielerwedstrijd]
|
|
de gele vlek
|
[het gevoeligste deel van het netvlies]
|
|
het gele gevaar
|
[de Chinezen]
|
|
de gele gids
|
[telefoongids van bedrijven en instellingen]
|
|
zich groen en geel ergeren
|
[zich hevig ergeren]
|
|
de gele kaart
|
[teken van formele bestraffing bij een overtreding]
|
|
de gele trui
|
[leider van het algemeen klassement bij een wielerwedstrijd]
|
|
de gele vlek
|
[het gevoeligste deel van het netvlies]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen precies wat we denken]
|
|
hem in de kaart spelen
|
[hem ongewild bevoordelen]
|
|
alles op één kaart zetten
|
[je geluk van één ding laten afhangen]
|
|
ansichtkaart
|
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
|
|
trouwkaart
|
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
|
|
speelkaart
|
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
|
|
dat is geen haalbare kaart
|
[heeft geen kans van slagen]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
de rode kaart
|
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
|
|
de gele kaart
|
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
|
|
de kaarten zijn geschud
|
[de uitslag ligt vast]
|
|
de kaarten liggen nu anders
|
[de situatie is veranderd]
|
|
zijn kaarten op tafel leggen
|
[zijn bedoelingen onthullen]
|
|
dat is doorgestoken kaart
|
[afgesproken werk]
|
|
iemand in de kaart kijken
|
[zijn geheime plannen doorzien]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
iemand in de kaart spelen
|
[hem helpen]
|
|
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
|
[nog niet op een rijtje gezet]
|
|
een blinde kaart
|
[zonder plaatsnamen]
|
|
iets in kaart brengen
|
[er een overzicht van maken]
|
|
iets op de kaart zetten
|
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
|
|
een stad van de kaart vegen
|
[vernietigen]
|
|
van de kaart zijn
|
[helemaal in de war zijn]
|
|
de gele trui
|
[leiderstrui van het algemeen klassement van een wielerronde]
|
|
de groene trui
|
[leiderstrui van het puntenklassement van een wielerronde]
|
|
het gele gevaar
|
[de Chinezen]
|
|
de gele gids
|
[telefoongids van bedrijven en instellingen]
|
|
zich groen en geel ergeren
|
[zich hevig ergeren]
|
|
de gele kaart
|
[teken van formele bestraffing bij een overtreding]
|
|
de gele trui
|
[leider van het algemeen klassement bij een wielerwedstrijd]
|
|
de gele vlek
|
[het gevoeligste deel van het netvlies]
|
|
wie eens steelt, is altijd een dief
|
[als je een keer gestolen hebt, vertrouwen de mensen je nooit meer]
|
|
hem knijpen als een oude dief
|
[heel bang zijn]
|
|
de gelegenheid maakt de dief
|
[waarschuwing om het dieven niet te gemakkelijk te maken]
|
|
een dief van je eigen portemonnee zijn
|
[jezelf benadelen]
|
|
de gemoederen zijn verhit
|
[iedereen is erg emotioneel]
|
|
de gemoederen sussen
|
[de mensen kalmeren]
|
|
mijn gemoed schoot vol
|
[ik werd erg emotioneel]
|
|
de gemoederen sussen
|
[opgelaaide emoties weer rustig laten worden]
|
|
je geweten sussen
|
[voor jezelf goedpraten wat je gedaan hebt]
|
|
de gemoederen zijn verhit
|
[iedereen is erg emotioneel]
|
|
de gemoederen sussen
|
[de mensen kalmeren]
|
|
mijn gemoed schoot vol
|
[ik werd erg emotioneel]
|
|
de generale repetitie
|
[laatste repetitie voor de uitvoering]
|
|
een generaal pardon
|
[een regeling waarbij iedereen die een aantal jaren in het land is, mag blijven]
|
|
een generale repetitie
|
[laatste proefuitvoering voor de uitvoering zelf]
|
|
de generale staf
|
[de algemene leiding van het leger]
|
|
de generale repetitie
|
[laatste repetitie voor de uitvoering]
|
|
een generaal pardon
|
[een regeling waarbij iedereen die een aantal jaren in het land is, mag blijven]
|
|
een generale repetitie
|
[laatste proefuitvoering voor de uitvoering zelf]
|
|
de generale staf
|
[de algemene leiding van het leger]
|
|
aan de macht komen
|
[gaan regeren]
|
|
uit de macht der gewoonte
|
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
|
|
macht uitoefenen
|
[je invloed gebruiken]
|
|
iemand in zijn macht krijgen
|
[hem onderwerpen]
|
|
boven je macht werken
|
[met je handen boven je hoofd]
|
|
we waren niet bij machte om ...
|
[niet in staat om ...]
|
|
uit alle macht
|
[met de grootste inspanning]
|
|
eendracht maakt macht
|
[eensgezindheid maakt sterk]
|
|
kennis is macht
|
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
|
|
met man en macht
|
[met alle beschikbare hulp]
|
|
boven zijn macht werken
|
[met de handen boven het hoofd]
|
|
de gewapende macht
|
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
|
|
een hogere macht
|
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
|
|
de uitvoerende macht
|
[de regering, het bestuur]
|
|
de wetgevende macht
|
[de kroon en het parlement samen]
|
|
de rechterlijke macht
|
[de rechters]
|
|
zo gezond als een vis
|
[erg gezond]
|
|
gezond en wel
|
[volkomen gezond]
|
|
je moet gezond eten
|
[dingen eten die goed voor je zijn]
|
|
de gezonde apotheek
|
[gewone, goede kost]
|
|
een broodje gezond
|
[met wat rauwkost erbij]
|
|
het gezond verstand
|
[een nuchtere wijze van redeneren]
|
|
de goddelijke deugden
|
[geloof, hoop en liefde]
|
|
de goden verzoeken
|
[iets doen wat waarschijnlijk problemen oplevert]
|
|
de mindere goden
|
[minder begaafden]
|
|
Gods water over Gods akker laten vloeien
|
[de dingen nemen zoals ze komen]
|
|
leven als God in Frankrijk
|
[in alle vrijheid genieten]
|
|
zich storen aan God noch gebod
|
[zich nergens iets van aantrekken]
|
|
als ik het goed heb
|
[als ik me niet vergis]
|
|
het is mij goed
|
[ik heb er niets tegen]
|
|
het is wel goed met jou
|
[ik neem je niet meer serieus]
|
|
zo goed en zo kwaad als het gaat
|
[zo primitief als het gaat]
|
|
zo goed als nieuw
|
[vrijwel nieuw]
|
|
voor de goede orde
|
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
|
|
goed en wel
|
[nauwelijks, nog maar net]
|
|
alles goed en wel, maar ...
|
[laat dat zo zijn, maar ...]
|
|
dat zit wel goed
|
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
|
|
goed zo!
|
[uiting van waardering]
|
|
niet goed bij zijn verstand zijn
|
[gek zijn]
|
|
hou je goed!
|
[afscheidsgroet]
|
|
zich goed houden
|
[zich niet door emoties laten meeslepen]
|
|
het goed maken
|
[gezond zijn, in welstand verkeren]
|
|
niet goed worden
|
[misselijk worden]
|
|
ik word er niet goed van!
|
[uitroep van ergernis]
|
|
dat is nergens goed voor
|
[dat heeft geen zin]
|
|
waar is dat goed voor?
|
[wat heeft het voor zin?]
|
|
met goed gevolg
|
[met succes]
|
|
goed aangeschreven staan
|
[gunstig bekend staan]
|
|
goed af zijn
|
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
|
|
in een goed blaadje staan bij iemand
|
[hij waardeert je erg]
|
|
goed boeren
|
[er zakelijk gunstig voorstaan]
|
|
goed voor de dag komen
|
[een goede indruk maken]
|
|
eind goed, al goed
|
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
|
|
goed geld naar kwaad geld gooien
|
[geld steken in een hopeloze onderneming]
|
|
op goed geluk
|
[op de gok]
|
|
de goede kanten van iets zien
|
[de positieve gevolgen]
|
|
net goed!
|
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
|
|
goede papieren hebben
|
[veel kans maken]
|
|
een goede partij
|
[een passende huwelijkspartner]
|
|
een goede ruil doen
|
[meer ontvangen dan je geeft]
|
|
goed wegkomen
|
[met voordeel]
|
|
er geen goed woord voor overhebben
|
[het absoluut verwerpelijk vinden]
|
|
een goed woordje voor iemand doen
|
[hem aanbevelen, verdedigen]
|
|
dat valt in goede aarde
|
[daar is iedereen het mee eens]
|
|
het ga je goed
|
[groet bij een definitief afscheid]
|
|
die goeie, oude tijd
|
[het verleden is beter dan het heden]
|
|
ik weet het goed gemaakt
|
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
|
|
we zitten hier goed
|
[we wonen hier prettig]
|
|
in goede aarde vallen
|
[welkom zijn]
|
|
goed blijven
|
[niet bederven]
|
|
goed gebekt zijn
|
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
|
|
dat heb je goed geschoten
|
[dat heb je goed voor elkaar]
|
|
niet half zo goed
|
[lang niet zo goed]
|
|
een goed heenkomen zoeken
|
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
|
|
uit het goede hout gesneden zijn
|
[geschikt zijn]
|
|
goed beslagen ten ijs komen
|
[goed voorbereid zijn]
|
|
in goeden doen zijn
|
[veel geld hebben]
|
|
kort en goed
|
[direct en zonder omhaal]
|
|
nou goed?
|
[heb je nu je zin?]
|
|
goede raad is duur
|
[gezegd als je geen oplossing weet]
|
|
goede waar verkoopt zich zelf
|
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
|
|
een goed doel
|
[een liefdadige bestemming]
|
|
daar sta je dan met je goeie gedrag
|
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
|
|
te goeder trouw zijn
|
[oprecht en eerlijk zijn]
|
|
goed bij zijn
|
[slim zijn]
|
|
goed in zijn geld zitten
|
[rijk zijn]
|
|
goed op elkaar ingespeeld zijn
|
[goed kunnen samenwerken]
|
|
goed ingevoerd zijn
|
[goed op de hoogte zijn]
|
|
goed bij kas zitten
|
[voldoende geld hebben]
|
|
goed in de markt liggen
|
[gevraagd, gewild zijn]
|
|
het er goed van nemen
|
[veel consumeren]
|
|
goed van pas komen
|
[nuttig zijn]
|
|
niet goed snik zijn
|
[gek zijn]
|
|
goed van de tongriem gesneden zijn
|
[goed kunnen praten]
|
|
goed uitgeslapen zijn
|
[pittig, oplettend zijn]
|
|
goed vertegenwoordigd zijn
|
[met een behoorlijk aantal]
|
|
goed van vertrouwen zijn
|
[lichtgelovig]
|
|
het goed kunnen vinden met iemand
|
[goed met hem kunnen opschieten]
|
|
goed in het vlees zitten
|
[niet mager zijn]
|
|
als goede vrienden uit elkaar gaan
|
[scheiden zonder ruzie]
|
|
er goed bij zitten
|
[in een luxueus huis]
|
|
goede zaken doen
|
[veel geld verdienen]
|
|
een goed uur
|
[ruim een uur]
|
|
een goed hart hebben
|
[vriendelijk van aard zijn]
|
|
het goed voor hebben met iemand
|
[hem willen helpen]
|
|
een goed onthaal krijgen
|
[welkom zijn]
|
|
te goed zijn voor deze wereld
|
[te goed van vertrouwen zijn]
|
|
in goede handen zijn
|
[goed verzorgd worden]
|
|
een goede verliezer zijn
|
[je verlies waardig kunnen dragen]
|
|
goed en wel was hij thuis ....
|
[nauwelijks was hij thuis ....]
|
|
zo goed als nieuw
|
[bijna nieuw]
|
|
zich te goed doen aan iets
|
[er volop van genieten]
|
|
goeie genade!
|
[uitroep van schrik of ergernis]
|
|
iets te goed houden
|
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
|
|
nou wordt ie goed!
|
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
|
|
iets te goed hebben
|
[te vorderen, te verwachten]
|
|
Goede Vrijdag
|
[de vrijdag voor Pasen]
|
|
de goeden moeten onder de kwaden lijden
|
[de onschuldigen moeten ook mee lijden]
|
|
hij meent het zo kwaad niet
|
[verontschuldiging voor iemand die onaardig doet]
|
|
te kwader trouw zijn
|
[oneerlijk zijn]
|
|
in een kwaad daglicht staan
|
[slecht bekend staan]
|
|
een kwade dronk hebben
|
[agressief zijn als je dronken bent]
|
|
een kwaad geweten hebben
|
[een gevoel van schuld]
|
|
zo goed en zo kwaad als het gaat
|
[zo goed als in deze situatie mogelijk is]
|
|
aan iemand een kwaaie hebben
|
[een geduchte tegenstander]
|
|
hij is de kwaadste niet
|
[hij is best vriendelijk]
|
|
met hem is het kwaad kersen eten
|
[met hem kun je beter niet te maken krijgen]
|
|
de kwaaie pier zijn
|
[altijd de schuld krijgen]
|
|
kwaad bloed zetten
|
[boosheid opwekken]
|
|
iemand een kwaad hart toedragen
|
[gunstig over hem denken]
|
|
kwade tongen beweren....
|
[roddelaars vertellen...]
|
|
de Gouden Eeuw
|
[de welvarende, zevendiende eeuw]
|
|
een gouden bruiloft
|
[als je 50 jaar getrouwd bent]
|
|
de gouden gids
|
[met telefoonnummers van bedrijven en instellingen]
|
|
je grenzen kennen
|
[weten tot hoever je kunt gaan]
|
|
een natuurlijke grens
|
[die samenvalt met een rivier of bergketen]
|
|
over de grens gaan
|
[naar het buitenland]
|
|
geen grenzen kennen
|
[alle perken te buiten gaan]
|
|
binnen de grenzen van het mogelijke
|
[binnen wat mogelijk is]
|
|
een grens overschrijden
|
[te ver gaan]
|
|
de grenzen verleggen
|
[nieuwe normen vaststellen]
|
|
de natte cel
|
[badkamer en toilet]
|
|
de grijze cellen
|
[hersenen]
|
|
in het grijze verleden
|
[heel lang geleden]
|
|
de grijze cellen
|
[de hersenen]
|
|
ergens grijze haren van krijgen
|
[je er veel zorgen over maken]
|
|
een grijs kenteken
|
[speciaal voor vrachtverkeer]
|
|
een grijze muis
|
[een onopvallend persoon]
|
|
ergens grijs in worden
|
[er je hele leven mee bezig zijn]
|
|
in de grijze oudheid
|
[lang geleden]
|
|
de grijze middelmaat
|
[wat saai is door middelmatigheid]
|
|
het te grijs maken
|
[te sterk overdrijven, te ver gaan]
|
|
de grijze zone
|
[een onduidelijk middengebied]
|
|
de grijze golf
|
[het toenemende aantal ouderen]
|
|
in het grijze verleden
|
[heel lang geleden]
|
|
de grijze cellen
|
[de hersenen]
|
|
ergens grijze haren van krijgen
|
[je er veel zorgen over maken]
|
|
een grijs kenteken
|
[speciaal voor vrachtverkeer]
|
|
een grijze muis
|
[een onopvallend persoon]
|
|
ergens grijs in worden
|
[er je hele leven mee bezig zijn]
|
|
in de grijze oudheid
|
[lang geleden]
|
|
de grijze middelmaat
|
[wat saai is door middelmatigheid]
|
|
het te grijs maken
|
[te sterk overdrijven, te ver gaan]
|
|
de grijze zone
|
[een onduidelijk middengebied]
|
|
de grijze golf
|
[het toenemende aantal ouderen]
|
|
ik erger me groen en geel
|
[ik erger me verschrikkelijk]
|
|
een groene partij
|
[partij die opkomt voor het milieu]
|
|
zij heeft groene vingers
|
[bij haar doen de planten het altijd goed]
|
|
het wordt hem groen en geel voor de ogen
|
[het duizelt hem, alles draait]
|
|
onder de groene zoden liggen
|
[dood en begraven zijn]
|
|
het groene licht geven
|
[toestemming geven]
|
|
het Groene Boekje
|
[officiële woordenlijst van de Nederlandse taal]
|
|
de groene golf
|
[reeks van op groen springende verkeerslichten]
|
|
het groene hart van de Randstad
|
[het deel dat nog uit open, onbebouwd land bestaat]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
het groene laken
|
[het biljart]
|
|
groen zien van nijd
|
[erg jaloers zijn]
|
|
groene vingers hebben
|
[succes met het kweken van planten]
|
|
onder de groene zoden liggen
|
[dood en begraven zijn]
|
|
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
|
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
|
|
rijp en groen
|
[goed en slecht door elkaar]
|
|
ik erger me groen en geel
|
[ik erger me verschrikkelijk]
|
|
een groene partij
|
[partij die opkomt voor het milieu]
|
|
zij heeft groene vingers
|
[bij haar doen de planten het altijd goed]
|
|
het wordt hem groen en geel voor de ogen
|
[het duizelt hem, alles draait]
|
|
onder de groene zoden liggen
|
[dood en begraven zijn]
|
|
het groene licht geven
|
[toestemming geven]
|
|
het Groene Boekje
|
[officiële woordenlijst van de Nederlandse taal]
|
|
de groene golf
|
[reeks van op groen springende verkeerslichten]
|
|
het groene hart van de Randstad
|
[het deel dat nog uit open, onbebouwd land bestaat]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
het groene laken
|
[het biljart]
|
|
groen zien van nijd
|
[erg jaloers zijn]
|
|
groene vingers hebben
|
[succes met het kweken van planten]
|
|
onder de groene zoden liggen
|
[dood en begraven zijn]
|
|
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
|
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
|
|
rijp en groen
|
[goed en slecht door elkaar]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen precies wat we denken]
|
|
hem in de kaart spelen
|
[hem ongewild bevoordelen]
|
|
alles op één kaart zetten
|
[je geluk van één ding laten afhangen]
|
|
ansichtkaart
|
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
|
|
trouwkaart
|
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
|
|
speelkaart
|
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
|
|
dat is geen haalbare kaart
|
[heeft geen kans van slagen]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
de rode kaart
|
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
|
|
de gele kaart
|
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
|
|
de kaarten zijn geschud
|
[de uitslag ligt vast]
|
|
de kaarten liggen nu anders
|
[de situatie is veranderd]
|
|
zijn kaarten op tafel leggen
|
[zijn bedoelingen onthullen]
|
|
dat is doorgestoken kaart
|
[afgesproken werk]
|
|
iemand in de kaart kijken
|
[zijn geheime plannen doorzien]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
iemand in de kaart spelen
|
[hem helpen]
|
|
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
|
[nog niet op een rijtje gezet]
|
|
een blinde kaart
|
[zonder plaatsnamen]
|
|
iets in kaart brengen
|
[er een overzicht van maken]
|
|
iets op de kaart zetten
|
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
|
|
een stad van de kaart vegen
|
[vernietigen]
|
|
van de kaart zijn
|
[helemaal in de war zijn]
|
|
hij wordt op het matje geroepen
|
[moet komen en krijgt straf]
|
|
de groene mat
|
[het voetbalveld]
|
|
iemand mat zetten
|
[het hem onmogelijk maken zijn plan uit te voeren]
|
|
de gele trui
|
[leiderstrui van het algemeen klassement van een wielerronde]
|
|
de groene trui
|
[leiderstrui van het puntenklassement van een wielerronde]
|
|
groente van de koude grond
|
[niet in de kas gekweekt]
|
|
de begane grond
|
[de onderste woonlaag]
|
|
iets uit de grond stampen
|
[het heel snel maken]
|
|
uit de grond van mijn hart
|
[met volle overtuiging]
|
|
hem te gronde richten
|
[hem vernietigen]
|
|
aan de grond zitten
|
[geen geld meer hebben]
|
|
het van de grond krijgen
|
[erin slagen het te organiseren]
|
|
het met de grond gelijkmaken
|
[het afbreken]
|
|
als aan de grond genageld bleef hij staan
|
[hij kon zich van schrik niet meer bewegen]
|
|
ik ging door de grond
|
[ik schaamde me diep]
|
|
het plan de grond in boren
|
[het afkraken]
|
|
met beide benen op de grond staan
|
[nuchter zijn]
|
|
geen poot aan de grond krijgen
|
[geen enkele kans]
|
|
de grond wordt me te heet onder de voeten
|
[ik ga ervandoor, want het wordt me te riskant]
|
|
stille waters hebben diepe gronden
|
[wie het minst spreekt is vaak het meest interessant]
|
|
uit de grond van mijn hart
|
[omdat ik het echt meen]
|
|
op grond van
|
[om reden van, wegens]
|
|
een grond van waarheid
|
[een waar element in een bewering]
|
|
in de grond van de zaak
|
[in feite, eigenlijk]
|
|
de grote mensen
|
[de volwassenen]
|
|
de grote vakantie
|
[de zomervakantie]
|
|
inkopen in het groot
|
[met grote hoeveelheden tegelijk]
|
|
met grote ogen kijken
|
[verbaasd kijken]
|
|
een grote mond opzetten
|
[brutaal praten]
|
|
een grote duim hebben
|
[een rijke fantasie]
|
|
voor het grootste gedeelte
|
[voor het merendeel]
|
|
de grote hoop
|
[de grote massa]
|
|
een grote keel opzetten
|
[hard gaan schreeuwen]
|
|
veel kleintjes maken één grote
|
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
|
|
iets aan de grote klok hangen
|
[overal bekendmaken]
|
|
groot licht
|
[autolampen op maximale sterkte]
|
|
met groot materieel uitrukken
|
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
|
|
een grote mond geven
|
[brutaal toespreken]
|
|
grote ogen opzetten
|
[heel erg verbaasd zijn]
|
|
de grote plas
|
[de oceaan]
|
|
boven de grote rivieren
|
[Noord- en Midden-Nederland]
|
|
grote stappen, gauw thuis
|
[slordig en snel]
|
|
in grote trekken
|
[in hoofdzaken]
|
|
op grote voet leven
|
[veel geld uitgeven]
|
|
de groten der aarde
|
[de rijken en machtigen]
|
|
de grote dag
|
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
|
|
heden groot, morgen dood
|
[succes duurt maar even]
|
|
een grote geest
|
[zeer begaafd persoon]
|
|
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
|
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
|
|
een grote rol spelen
|
[belangrijk zijn]
|
|
een grote boodschap doen
|
[poepen]
|
|
de grootste gemene deler
|
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
|
|
groot denken
|
[ruim]
|
|
het grote geld
|
[rijkdom, veel geld]
|
|
in groten getale
|
[massaal]
|
|
dat is een groot woord
|
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
|
|
je hebt groot gelijk
|
[je hebt absoluut gelijk]
|
|
het grote publiek
|
[een grote groep mensen]
|
|
ik ben groot met hem
|
[mag hem graag en ga goed met hem om]
|
|
grote goedheid
|
[uitroep van schrik]
|
|
groot zijn met iemand
|
[bevriend met hem zijn]
|
|
de grote mensen
|
[de volwassenen]
|
|
de grote vakantie
|
[de zomervakantie]
|
|
inkopen in het groot
|
[met grote hoeveelheden tegelijk]
|
|
met grote ogen kijken
|
[verbaasd kijken]
|
|
een grote mond opzetten
|
[brutaal praten]
|
|
een grote duim hebben
|
[een rijke fantasie]
|
|
voor het grootste gedeelte
|
[voor het merendeel]
|
|
de grote hoop
|
[de grote massa]
|
|
een grote keel opzetten
|
[hard gaan schreeuwen]
|
|
veel kleintjes maken één grote
|
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
|
|
iets aan de grote klok hangen
|
[overal bekendmaken]
|
|
groot licht
|
[autolampen op maximale sterkte]
|
|
met groot materieel uitrukken
|
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
|
|
een grote mond geven
|
[brutaal toespreken]
|
|
grote ogen opzetten
|
[heel erg verbaasd zijn]
|
|
de grote plas
|
[de oceaan]
|
|
boven de grote rivieren
|
[Noord- en Midden-Nederland]
|
|
grote stappen, gauw thuis
|
[slordig en snel]
|
|
in grote trekken
|
[in hoofdzaken]
|
|
op grote voet leven
|
[veel geld uitgeven]
|
|
een grote boodschap doen
|
[poepen]
|
|
de grootste gemene deler
|
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
|
|
groot denken
|
[ruim]
|
|
het grote geld
|
[rijkdom, veel geld]
|
|
in groten getale
|
[massaal]
|
|
dat is een groot woord [
|
dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
|
|
je hebt groot gelijk
|
[je hebt absoluut gelijk]
|
|
het grote publiek
|
[een grote groep mensen]
|
|
ik ben groot met hem
|
[mag hem graag en ga goed met hem om]
|
|
grote goedheid
|
[uitroep van schrik]
|
|
groot zijn met iemand
|
[bevriend met hem zijn]
|
|
de grote mensen
|
[de volwassenen]
|
|
de grote vakantie
|
[de zomervakantie]
|
|
inkopen in het groot
|
[met grote hoeveelheden tegelijk]
|
|
met grote ogen kijken
|
[verbaasd kijken]
|
|
een grote mond opzetten
|
[brutaal praten]
|
|
een grote duim hebben
|
[een rijke fantasie]
|
|
voor het grootste gedeelte
|
[voor het merendeel]
|
|
de grote hoop
|
[de grote massa]
|
|
een grote keel opzetten
|
[hard gaan schreeuwen]
|
|
veel kleintjes maken één grote
|
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
|
|
iets aan de grote klok hangen
|
[overal bekendmaken]
|
|
groot licht
|
[autolampen op maximale sterkte]
|
|
met groot materieel uitrukken
|
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
|
|
een grote mond geven
|
[brutaal toespreken]
|
|
grote ogen opzetten
|
[heel erg verbaasd zijn]
|
|
de grote plas
|
[de oceaan]
|
|
boven de grote rivieren
|
[Noord- en Midden-Nederland]
|
|
grote stappen, gauw thuis
|
[slordig en snel]
|
|
in grote trekken
|
[in hoofdzaken]
|
|
op grote voet leven
|
[veel geld uitgeven]
|
|
de groten der aarde
|
[de rijken en machtigen]
|
|
de grote dag
|
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
|
|
heden groot, morgen dood
|
[succes duurt maar even]
|
|
een grote geest
|
[zeer begaafd persoon]
|
|
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
|
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
|
|
een grote rol spelen
|
[belangrijk zijn]
|
|
een grote boodschap doen
|
[poepen]
|
|
de grootste gemene deler
|
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
|
|
groot denken
|
[ruim]
|
|
het grote geld
|
[rijkdom, veel geld]
|
|
in groten getale
|
[massaal]
|
|
dat is een groot woord
|
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
|
|
je hebt groot gelijk
|
[je hebt absoluut gelijk]
|
|
het grote publiek
|
[een grote groep mensen]
|
|
ik ben groot met hem
|
[mag hem graag en ga goed met hem om]
|
|
grote goedheid
|
[uitroep van schrik]
|
|
groot zijn met iemand
|
[bevriend met hem zijn]
|
|
zij doet aan de slanke lijn
|
[probeert slanker te worden]
|
|
ik kan er geen lijn in ontdekken
|
[geen duidelijke regelmaat of samenhang]
|
|
het vertoont een stijgende lijn
|
[wordt steeds beter]
|
|
we moeten één lijn trekken
|
[dezelfde dingen goed en fout vinden]
|
|
de grote lijn
|
[een samenvatting van de hoofdzaken]
|
|
we hebben Amerika aan de lijn
|
[aan de telefoon]
|
|
zij houdt je aan het lijntje
|
[geeft niet waar je om vraagt, maar wijst je ook niet af]
|
|
langzaamaan, dan breekt het lijntje niet
|
[als je kalm aan doet, bereik je je doel]
|
|
de lijn trekken
|
[luieren]
|
|
hij volgt de harde lijn
|
[is erg streng]
|
|
dat ligt niet in mijn lijn
|
[dat past niet bij me]
|
|
de grote massa wil dat niet
|
[de meeste mensen willen dat niet]
|
|
de grote mensen
|
[de volwassenen]
|
|
de grote vakantie
|
[de zomervakantie]
|
|
inkopen in het groot
|
[met grote hoeveelheden tegelijk]
|
|
met grote ogen kijken
|
[verbaasd kijken]
|
|
een grote mond opzetten
|
[brutaal praten]
|
|
een grote duim hebben
|
[een rijke fantasie]
|
|
voor het grootste gedeelte
|
[voor het merendeel]
|
|
de grote hoop
|
[de grote massa]
|
|
een grote keel opzetten
|
[hard gaan schreeuwen]
|
|
veel kleintjes maken één grote
|
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
|
|
iets aan de grote klok hangen
|
[overal bekendmaken]
|
|
groot licht
|
[autolampen op maximale sterkte]
|
|
met groot materieel uitrukken
|
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
|
|
een grote mond geven
|
[brutaal toespreken]
|
|
grote ogen opzetten
|
[heel erg verbaasd zijn]
|
|
de grote plas
|
[de oceaan]
|
|
boven de grote rivieren
|
[Noord- en Midden-Nederland]
|
|
grote stappen, gauw thuis
|
[slordig en snel]
|
|
in grote trekken
|
[in hoofdzaken]
|
|
op grote voet leven
|
[veel geld uitgeven]
|
|
de groten der aarde
|
[de rijken en machtigen]
|
|
de grote dag
|
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
|
|
heden groot, morgen dood
|
[succes duurt maar even]
|
|
een grote geest
|
[zeer begaafd persoon]
|
|
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
|
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
|
|
een grote rol spelen
|
[belangrijk zijn]
|
|
een grote boodschap doen
|
[poepen]
|
|
de grootste gemene deler
|
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
|
|
groot denken
|
[ruim]
|
|
het grote geld
|
[rijkdom, veel geld]
|
|
in groten getale
|
[massaal]
|
|
dat is een groot woord
|
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
|
|
je hebt groot gelijk
|
[je hebt absoluut gelijk]
|
|
het grote publiek
|
[een grote groep mensen]
|
|
ik ben groot met hem
|
[mag hem graag en ga goed met hem om]
|
|
grote goedheid
|
[uitroep van schrik]
|
|
groot zijn met iemand
|
[bevriend met hem zijn]
|
|
de grote mensen
|
[de volwassenen]
|
|
de grote vakantie
|
[de zomervakantie]
|
|
inkopen in het groot
|
[met grote hoeveelheden tegelijk]
|
|
met grote ogen kijken
|
[verbaasd kijken]
|
|
een grote mond opzetten
|
[brutaal praten]
|
|
een grote duim hebben
|
[een rijke fantasie]
|
|
voor het grootste gedeelte
|
[voor het merendeel]
|
|
de grote hoop
|
[de grote massa]
|
|
een grote keel opzetten
|
[hard gaan schreeuwen]
|
|
veel kleintjes maken één grote
|
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
|
|
iets aan de grote klok hangen
|
[overal bekendmaken]
|
|
groot licht
|
[autolampen op maximale sterkte]
|
|
met groot materieel uitrukken [
|
met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
|
|
een grote mond geven
|
[brutaal toespreken]
|
|
grote ogen opzetten
|
[heel erg verbaasd zijn]
|
|
de grote plas
|
[de oceaan]
|
|
boven de grote rivieren
|
[Noord- en Midden-Nederland]
|
|
grote stappen, gauw thuis
|
[slordig en snel]
|
|
in grote trekken
|
[in hoofdzaken]
|
|
op grote voet leven
|
[veel geld uitgeven]
|
|
de groten der aarde
|
[de rijken en machtigen]
|
|
de grote dag
|
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
|
|
heden groot, morgen dood
|
[succes duurt maar even]
|
|
een grote geest
|
[zeer begaafd persoon]
|
|
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
|
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
|
|
een grote boodschap doen
|
[poepen]
|
|
de grootste gemene deler
|
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
|
|
groot denken
|
[ruim]
|
|
het grote geld
|
[rijkdom, veel geld]
|
|
in groten getale
|
[massaal]
|
|
dat is een groot woord
|
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
|
|
je hebt groot gelijk
|
[je hebt absoluut gelijk]
|
|
het grote publiek
|
[een grote groep mensen]
|
|
ik ben groot met hem
|
[mag hem graag en ga goed met hem om]
|
|
grote goedheid
|
[uitroep van schrik]
|
|
groot zijn met iemand
|
[bevriend met hem zijn]
|
|
het zal zo'n vaart niet lopen
|
[het zal wel meevallen]
|
|
met een vaart
|
[heel snel]
|
|
iemand stuiten in zijn vaart
|
[zijn ontwikkeling belemmeren]
|
|
in vliegende vaart
|
[bliksemsnel]
|
|
ergens vaart achter zetten
|
[het bespoedigen]
|
|
de grote vaart
|
[naar landen buiten Europa]
|
|
de wilde vaart
|
[ongeregeld, niet op vaste tijden]
|
|
een schip in de vaart brengen
|
[voor het eerst laten varen]
|
|
ik wens u een behouden vaart
|
[ik hoop dat de reis goed verloopt]
|
|
de grote mensen
|
[de volwassenen]
|
|
de grote vakantie
|
[de zomervakantie]
|
|
inkopen in het groot
|
[met grote hoeveelheden tegelijk]
|
|
met grote ogen kijken
|
[verbaasd kijken]
|
|
een grote mond opzetten
|
[brutaal praten]
|
|
een grote duim hebben
|
[een rijke fantasie]
|
|
voor het grootste gedeelte
|
[voor het merendeel]
|
|
de grote hoop
|
[de grote massa]
|
|
een grote keel opzetten
|
[hard gaan schreeuwen]
|
|
de handen uit de mouwen steken
|
[ijverig gaan werken]
|
|
je hand ophouden
|
[geld vragen]
|
|
de hand aan jezelf slaan
|
[zelfmoord plegen]
|
|
met harde hand optreden
|
[streng optreden]
|
|
een handje helpen
|
[even meehelpen]
|
|
dat ligt voor de hand
|
[dat is heel logisch]
|
|
iets achter de hand hebben
|
[in reserve hebben]
|
|
de hand over het hart strijken
|
[voor één keer minder streng zijn]
|
|
er de hand aan houden
|
[de voorschriften volgen]
|
|
in goede handen zijn
|
[goed verzorgd worden]
|
|
jezelf in de hand hebben
|
[je beheersen]
|
|
wat is er aan de hand?
|
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
|
|
zwaar op de hand zijn
|
[erg serieus of somber zijn]
|
|
er je hand niet voor omdraaien
|
[het niet moeilijk vinden om te doen]
|
|
een hand geven
|
[een hand drukken om te begroeten]
|
|
er de laatste hand aan leggen
|
[het juist afmaken]
|
|
handen te kort komen
|
[het heel druk hebben]
|
|
een gat in je hand hebben
|
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
|
|
de hand boven het hoofd houden
|
[verdedigen met woorden]
|
|
met de handen over elkaar zitten
|
[niets doen]
|
|
aan de beterende hand zijn
|
[langzaam genezen]
|
|
van de hand wijzen
|
[weigeren]
|
|
in de hand werken
|
[bevorderen]
|
|
er de hand op weten te leggen
|
[iets bijzonders kopen of krijgen]
|
|
de hand op de knip houden
|
[zuinig zijn, gierig zijn]
|
|
je handen thuishouden
|
[niet aankomen, niet slaan]
|
|
uit je hand eten
|
[precies doen wat je zegt]
|
|
twee handen op één buik zijn
|
[het altijd met elkaar eens zijn]
|
|
uit de hand lopen
|
[niet meer kunnen beheersen]
|
|
van de hand doen
|
[wegdoen, verkopen]
|
|
het hoofd boven water houden
|
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
|
|
het hoofd laten hangen
|
[de moed verliezen]
|
|
de handen dichtknijpen
|
[jezelf gelukkig prijzen]
|
|
bij de hand houden
|
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
|
|
veel aan je hoofd hebben
|
[het druk hebben]
|
|
het hoofd laten hangen
|
[de moed opgeven]
|
|
iets uit je hoofd leren
|
[het zo leren dat je het kunt herhalen]
|
|
een dak boven je hoofd hebben
|
[woonruimte hebben]
|
|
het hoofd verliezen
|
[niet meer nadenken]
|
|
je kon over de hoofden lopen
|
[het was er erg druk]
|
|
over het hoofd zien
|
[niet opmerken]
|
|
je boven het hoofd groeien
|
[het wordt je te veel]
|
|
niet goed bij zijn hoofd zijn
|
[niet goed wijs zijn]
|
|
uit je hoofd laten
|
[niet doen]
|
|
voor het hoofd stoten
|
[iets doen waarmee je iemand beledigt]
|
|
de hand boven het hoofd houden
|
[beschermen]
|
|
het hoofd bieden
|
[een probleem oplossen]
|
|
je hoofd er niet bij kunnen houden
|
[niet goed kunnen nadenken]
|
|
iets het hoofd bieden
|
[je ertegen verzetten]
|
|
het hoofd stoten
|
[er wordt je iets geweigerd]
|
|
het hoofd in de schoot leggen
|
[de moed verliezen]
|
|
iemand hoofd eisen
|
[eisen dat hij aftreedt]
|
|
daar durf ik mijn hoofd onder te verwedden
|
[daar ben ik heel zeker van]
|
|
het hoofd neerleggen
|
[doodgaan, sterven]
|
|
het hoofd boven water houden
|
[maar net genoeg geld hebben om van te leven]
|
|
mijn hoofd staat er niet naar
|
[ik ben er niet voor in de stemming]
|
|
er hangt hem iets boven het hoofd
|
[er gaat iets met hem gebeuren]
|
|
het hoofd op hol brengen
|
[héél enthousiast of verliefd maken]
|
|
er je hoofd over breken
|
[er diep over nadenken]
|
|
het hoofd van de tafel
|
[een van de korte zijden]
|
|
er een hard hoofd in hebben
|
[er niet in geloven]
|
|
boter op je hoofd hebben
|
[ook schuldig zijn]
|
|
schoolhoofd
|
[wie de leiding heeft op school]
|
|
de hand op de knip houden
|
[niet te veel geld uitgeven]
|
|
geen knip voor zijn neus waard zijn
|
[niets waard zijn]
|
|
de handen uit de mouwen steken
|
[ijverig gaan werken]
|
|
je hand ophouden
|
[geld vragen]
|
|
de hand aan jezelf slaan
|
[zelfmoord plegen]
|
|
met harde hand optreden
|
[streng optreden]
|
|
een handje helpen
|
[even meehelpen]
|
|
dat ligt voor de hand
|
[dat is heel logisch]
|
|
iets achter de hand hebben
|
[in reserve hebben]
|
|
de hand over het hart strijken
|
[voor één keer minder streng zijn]
|
|
er de hand aan houden
|
[de voorschriften volgen]
|
|
in goede handen zijn
|
[goed verzorgd worden]
|
|
jezelf in de hand hebben
|
[je beheersen]
|
|
wat is er aan de hand?
|
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
|
|
zwaar op de hand zijn
|
[erg serieus of somber zijn]
|
|
er je hand niet voor omdraaien
|
[het niet moeilijk vinden om te doen]
|
|
een hand geven
|
[een hand drukken om te begroeten]
|
|
er de laatste hand aan leggen
|
[het juist afmaken]
|
|
handen te kort komen
|
[het heel druk hebben]
|
|
een gat in je hand hebben
|
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
|
|
de hand boven het hoofd houden
|
[verdedigen met woorden]
|
|
met de handen over elkaar zitten
|
[niets doen]
|
|
aan de beterende hand zijn
|
[langzaam genezen]
|
|
van de hand wijzen
|
[weigeren]
|
|
in de hand werken
|
[bevorderen]
|
|
er de hand op weten te leggen
|
[iets bijzonders kopen of krijgen]
|
|
de hand op de knip houden
|
[zuinig zijn, gierig zijn]
|
|
je handen thuishouden
|
[niet aankomen, niet slaan]
|
|
uit je hand eten
|
[precies doen wat je zegt]
|
|
twee handen op één buik zijn
|
[het altijd met elkaar eens zijn]
|
|
uit de hand lopen
|
[niet meer kunnen beheersen]
|
|
van de hand doen
|
[wegdoen, verkopen]
|
|
het hoofd boven water houden
|
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
|
|
het hoofd laten hangen
|
[de moed verliezen]
|
|
de handen dichtknijpen
|
[jezelf gelukkig prijzen]
|
|
bij de hand houden
|
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
|
|
de handdoek in de ring gooien
|
[het opgeven; ermee stoppen]
|
|
de handen aan de ploeg slaan
|
[met het werk beginnen]
|
|
daar zullen we wel een mouw aan passen
|
[we vinden wel een oplossing]
|
|
hij schudt dat zomaar uit zijn mouw
|
[hij verzint het zomaar]
|
|
hem kun je wel iets op de mouw spelden
|
[iets laten geloven wat niet waar is]
|
|
daar komt de aap uit de mouw
|
[nu blijkt de echte bedoeling]
|
|
de handen uit de mouwen steken
|
[aanpakken]
|
|
de mouwen opstropen
|
[zich klaarmaken voor een grote klus]
|
|
zo vrij als een vogeltje in de lucht
|
[heel erg vrij]
|
|
een vrij beroep
|
[waarbij je je eigen baas bent]
|
|
vrije toegang
|
[zonder te betalen]
|
|
een vrije vertaling
|
[niet letterlijk]
|
|
een vrije aftocht
|
[de gelegenheid om ongehinderd te vertrekken]
|
|
vrij baan maken
|
[alles wat hindert, uit de weg ruimen]
|
|
iemand de vrije hand geven
|
[het hem laten doen zoals hij zelf wil]
|
|
de handen vrij hebben
|
[ongehinderd iets kunnen doen]
|
|
een vrije jongen
|
[een kleine zelfstandige]
|
|
uit vrije wil
|
[niet gedwongen]
|
|
er vrij over kunnen beschikken
|
[kunnen gebruiken wat je wilt]
|
|
vrij op naam
|
[de koper betaalt de overdrachtskosten van het huis]
|
|
vrij spel hebben
|
[ongehinderd je gang kunnen gaan]
|
|
iemand de vrije teugel laten
|
[hem zijn gang laten gaan]
|
|
een vrije trap
|
[een schot dat ongehinderd genomen mag worden]
|
|
een vrije vertaling
|
[die zich niet precies aan de betekenis houdt]
|
|
een vrije vogel
|
[iemand die zich van niemand iets aantrekt]
|
|
vrije tijd
|
[de tijd die je niet hoeft te werken]
|
|
de vrije sector
|
[huizen waarvoor je geen woonvergunning hoeft te hebben]
|
|
mag ik zo vrij zijn om...?
|
[vindt u dat goed?]
|
|
in de kern van de zaak
|
[in feite, eigenlijk]
|
|
de harde kern
|
[de belangrijkste, vaste leden]
|
|
tot de kern van de zaak doordringen
|
[tot het wezenlijke]
|
|
ergens een harde dobber aan hebben
|
[het er moeilijk mee hebben]
|
|
de harde kern
|
[de belangrijkste (vaste) leden van een groep]
|
|
een harde kop hebben
|
[koppig, vasthoudend zijn]
|
|
een harde noot met hem kraken
|
[iets onplezierigs bespreken]
|
|
de harde schijf
|
[onderdeel voor opslag van gegevens]
|
|
het gaat hard tegen hard tussen hen
|
[ze tonen geen medelijden met elkaar]
|
|
hij is zo hard als een spijker
|
[erg gevoelloos]
|
|
harde acties
|
[waarbij men weinig begrip voor elkaar heeft]
|
|
met harde hand
|
[streng]
|
|
de harde lijn volgen
|
[de andere partij nergens in tegemoet komen]
|
|
het hard te verduren hebben
|
[veel vervelende dingen meemaken]
|
|
harde woorden
|
[een scherp standje]
|
|
het gaat hard tegen hard
|
[geen van de partijen wil toegeven]
|
|
om het hardst
|
[uit alle macht]
|
|
er hard aan trekken
|
[goed doorwerken bij de studie]
|
|
harde afspraken
|
[waar niet aan te tornen valt]
|
|
iets hard maken
|
[het bewijzen]
|
|
er een hard hoofd in hebben
|
[het somber inzien]
|
|
hard water
|
[met veel kalk]
|
|
ergens een harde dobber aan hebben
|
[het er moeilijk mee hebben]
|
|
de harde kern
|
[de belangrijkste (vaste) leden van een groep]
|
|
een harde kop hebben
|
[koppig, vasthoudend zijn]
|
|
een harde noot met hem kraken
|
[iets onplezierigs bespreken]
|
|
de harde schijf
|
[onderdeel voor opslag van gegevens]
|
|
het gaat hard tegen hard tussen hen
|
[ze tonen geen medelijden met elkaar]
|
|
hij is zo hard als een spijker
|
[erg gevoelloos]
|
|
harde acties
|
[waarbij men weinig begrip voor elkaar heeft]
|
|
met harde hand
|
[streng]
|
|
de harde lijn volgen
|
[de andere partij nergens in tegemoet komen]
|
|
het hard te verduren hebben
|
[veel vervelende dingen meemaken]
|
|
harde woorden
|
[een scherp standje]
|
|
het gaat hard tegen hard
|
[geen van de partijen wil toegeven]
|
|
om het hardst
|
[uit alle macht]
|
|
er hard aan trekken
|
[goed doorwerken bij de studie]
|
|
harde afspraken
|
[waar niet aan te tornen valt]
|
|
iets hard maken
|
[het bewijzen]
|
|
er een hard hoofd in hebben
|
[het somber inzien]
|
|
hard water
|
[met veel kalk]
|
|
dat loopt over veel schijven
|
[veel instanties bemoeien zich ermee]
|
|
ergens een harde dobber aan hebben
|
[het er moeilijk mee hebben]
|
|
de harde kern
|
[de belangrijkste (vaste) leden van een groep]
|
|
een harde kop hebben
|
[koppig, vasthoudend zijn]
|
|
een harde noot met hem kraken
|
[iets onplezierigs bespreken]
|
|
de harde schijf
|
[onderdeel voor opslag van gegevens]
|
|
het gaat hard tegen hard tussen hen
|
[ze tonen geen medelijden met elkaar]
|
|
hij is zo hard als een spijker
|
[erg gevoelloos]
|
|
harde acties
|
[waarbij men weinig begrip voor elkaar heeft]
|
|
met harde hand
|
[streng]
|
|
de harde lijn volgen
|
[de andere partij nergens in tegemoet komen]
|
|
het hard te verduren hebben
|
[veel vervelende dingen meemaken]
|
|
harde woorden
|
[een scherp standje]
|
|
het gaat hard tegen hard
|
[geen van de partijen wil toegeven]
|
|
om het hardst
|
[uit alle macht]
|
|
er hard aan trekken
|
[goed doorwerken bij de studie]
|
|
harde afspraken
|
[waar niet aan te tornen valt]
|
|
iets hard maken
|
[het bewijzen]
|
|
er een hard hoofd in hebben
|
[het somber inzien]
|
|
hard water
|
[met veel kalk]
|
|
hij kan bergen verzetten
|
[heel veel werk doen]
|
|
ik zie er als een berg tegenop
|
[ik zie er heel erg tegenop]
|
|
hij beloofde ons gouden bergen
|
[de prachtigste dingen]
|
|
een geloof dat bergenkan verzetten
|
[waaruit je veel kracht kunt putten]
|
|
als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg naar Mohammed
|
[als je initiatief neemt, maar dat eigenlijk van de andere partij had verwacht]
|
|
van een molshoop een berg maken
|
[een zaak enorm opblazen]
|
|
de berg heeft een muis gebaard
|
[schamper commentaar als alle drukte op niets uitloopt]
|
|
de haren rijzen mij te berge
|
[ik ben erg verontwaardigd]
|
|
een mis met drie heren
|
[opgedragen door drie priesters]
|
|
wees een heer in het verkeer
|
[gedraag je netjes in het verkeer]
|
|
ergens heer en meester zijn
|
[veel te vertellen hebben]
|
|
m'n oude heer
|
[mijn vader]
|
|
niemand kan twee heren dienen
|
[niet voor twee verschillende partijen zijn]
|
|
de heer des huizes
|
[het hoofd van het gezin]
|
|
het heertje zijn
|
[er netjes uitzien]
|
|
hij gaf de geest
|
[hij stierf]
|
|
het je voor de geest halen
|
[eraan terugdenken]
|
|
de armen van geest
|
[de eenvoudigen]
|
|
een scheiding der geesten
|
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
|
|
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
|
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
|
|
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
|
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
|
|
iets in de geest van...
|
[zoiets als ...]
|
|
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
|
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
|
|
de Heilige Geest
|
[God in de vorm van een geest]
|
|
de geest krijgen
|
[ergens door bezield worden]
|
|
de geest geven
|
[sterven]
|
|
een boze geest
|
[gevallen engel, duivel]
|
|
eruitzien als een geest
|
[heel mager en bleek]
|
|
de geest is uit de fles
|
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
|
|
toen kreeg Ida de geest
|
[ze ging ineens aan het werk]
|
|
het was iets in de geest van ....
|
[iets als ....]
|
|
de Heilige Vader
|
[de paus]
|
|
een heilig boontje
|
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
|
|
de heilige vader
|
[de paus]
|
|
die vrije zondag is mij heilig
|
[is heel belangrijk voor me]
|
|
het heilige der heilige
|
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
|
|
een heilig huisje
|
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
|
|
heilige huisjes omver werpen
|
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
|
|
iemand het heilige kruis nageven
|
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
|
|
een heilige oorlog
|
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
|
|
de Heilige Stad
|
[Jeruzalem]
|
|
het heilige moeten
|
[de absolute noodzaak]
|
|
hem is niets heilig
|
[hij heeft nergens respect voor]
|
|
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
|
[oprecht van mening dat ...]
|
|
de heilige hermandad
|
[de politie]
|
|
de Heilige Vader
|
[de paus]
|
|
een heilig boontje
|
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
|
|
de heilige vader
|
[de paus]
|
|
die vrije zondag is mij heilig
|
[is heel belangrijk voor me]
|
|
het heilige der heilige
|
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
|
|
een heilig huisje
|
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
|
|
heilige huisjes omver werpen
|
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
|
|
iemand het heilige kruis nageven
|
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
|
|
een heilige oorlog
|
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
|
|
de Heilige Stad
|
[Jeruzalem]
|
|
het heilige moeten
|
[de absolute noodzaak]
|
|
hem is niets heilig
|
[hij heeft nergens respect voor]
|
|
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
|
[oprecht van mening dat ...]
|
|
de heilige hermandad
|
[de politie]
|
|
de Heilige Vader
|
[de paus]
|
|
een heilig boontje
|
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
|
|
de heilige vader
|
[de paus]
|
|
die vrije zondag is mij heilig
|
[is heel belangrijk voor me]
|
|
het heilige der heilige
|
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
|
|
een heilig huisje
|
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
|
|
heilige huisjes omver werpen
|
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
|
|
iemand het heilige kruis nageven
|
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
|
|
een heilige oorlog
|
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
|
|
de Heilige Stad
|
[Jeruzalem]
|
|
het heilige moeten
|
[de absolute noodzaak]
|
|
hem is niets heilig
|
[hij heeft nergens respect voor]
|
|
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
|
[oprecht van mening dat ...]
|
|
de heilige hermandad
|
[de politie]
|
|
alle duivels uit de hel vloeken
|
[heel erg vloeken]
|
|
het is kermis in de hel
|
[dat zeg je wanneer de zon schijnt en het regent]
|
|
iets voor de poorten van de hel wegslepen
|
[met grote moeite nog net redden]
|
|
het stinkt er als de hel
|
[heel erg]
|
|
de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens
|
[goede voornemens worden meestal niet uitgevoerd]
|
|
de hel breekt los
|
[de situatie is onhoudbaar geworden]
|
|
van de hel in de hemel komen
|
[opnieuw een deel van leven krijgen]
|
|
geen held zijn in ...
|
[het niet goed durven]
|
|
een held op sokken
|
[iemand met een grote mond, die niets durft]
|
|
de held van de dag zijn
|
[vanwege zijn prestaties alle aandacht krijgen]
|
|
zich een hele held voelen
|
[tot veel in staat]
|
|
de tijd vliegt
|
[hij gaat snel voorbij]
|
|
de tijd zal het leren
|
[later weten we het wel]
|
|
tijd is geld
|
[tijd is kostbaar]
|
|
ik heb daar geen tijd voor
|
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
|
|
hij zit de hele tijd te gapen
|
[voortdurend, steeds]
|
|
de laatste tijd
|
[de periode die achter ons ligt]
|
|
we hebben geen tijd te verliezen
|
[we moeten opschieten]
|
|
vrije tijd
|
[waarin je niet hoeft te werken]
|
|
dat is uit de tijd
|
[ouderwets]
|
|
de tijd doden
|
[iets doen als je moet wachten]
|
|
hij is zijn tijd vooruit
|
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
|
|
het zal mijn tijd wel duren
|
[ik maak me er niet druk over]
|
|
hij heeft de tijd
|
[hoeft zich niet te haasten]
|
|
zijn tijd verdoen
|
[niets uitvoeren]
|
|
een sprong in de tijd maken
|
[een lange periode overslaan]
|
|
de tand des tijds
|
[de slijtage van alle dingen]
|
|
de tijd heelt alle wonden
|
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
|
|
het is tijd om te vertrekken
|
[we moeten vertrekken]
|
|
zij komt nooit op tijd
|
[ze is altijd te laat]
|
|
je moet op de tijd letten
|
[opletten of het moment er al is]
|
|
zij is over tijd
|
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
|
|
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
|
[als het moment daar is]
|
|
zij is erg bij de tijd
|
[bijdehand, slim]
|
|
komt tijd, komt raad
|
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
|
|
als het mijn tijd is
|
[wanneer ik doodga]
|
|
heb je de tijd?
|
[weet je hoe laat het is?]
|
|
op tijd zijn natje en droogje krijgen
|
[niets tekort komen]
|
|
over tijd zijn
|
[de menstruatie is nog niet gekomen]
|
|
te allen tijde
|
[altijd]
|
|
van tijd tot tijd
|
[af en toe]
|
|
binnen afzienbare tijd
|
[spoedig]
|
|
in de baas zijn tijd
|
[onder werktijd]
|
|
iemands tijd in beslag nemen
|
[zijn aandacht opeisen]
|
|
dat heeft de tijd
|
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
|
|
het zal mijn tijd wel duren
|
[ik maak me er niet druk om]
|
|
iemand de tijd ergens voor gunnen
|
[het hem op zijn gemak laten doen]
|
|
gezelligheid kent geen tijd
|
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
|
|
de hele tijd
|
[voortdurend]
|
|
ik kan mijn tijd wel beter besteden
|
[dat vind ik minderwaardig]
|
|
in minder dan geen tijd
|
[heel snel]
|
|
een scherpe tijd
|
[die moeilijk te verbeteren is]
|
|
dat is verleden tijd
|
[dat is voorbij]
|
|
de tijd aan zichzelf hebben
|
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
|
|
met je tijd meegaan
|
[met de mode en de heersende opvattingen]
|
|
niet meer van deze tijd
|
[heel verouderd]
|
|
zijn tijd ver vooruit zijn
|
[heel modern zijn]
|
|
over de hele linie
|
[in alle opzichten]
|
|
op het hele uur
|
[als de klok een vol uur aanwijst]
|
|
niets heel laten van iets of iemand
|
[alleen maar negatief beoordelen]
|
|
er bleef geen spaan van heel
|
[totaal niets]
|
|
een hele poos
|
[flink lang]
|
|
dat is een hele aanschaf
|
[commentaar als iemand iets duurs heeft gekocht]
|
|
een hele bedoening
|
[een hele drukte]
|
|
de hele tijd
|
[voortdurend]
|
|
het is een hele zit
|
[commentaar als je lang ergens moet zitten]
|
|
dat is een hele zorg minder
|
[opgelucht commentaar als een probleem is opgelost]
|
|
een heel getal
|
[getal dat geen breuk is]
|
|
kop op!
|
[houd moed!]
|
|
een kop als een boei
|
[een vuurrood hoofd]
|
|
de kop indrukken
|
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
|
|
een verhaal met kop noch staart
|
[onbegrijpelijk]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
je kop in het zand steken
|
[jezelf voor de gek houden]
|
|
dat zal me de kop niet kosten
|
[dat kan ik wel betalen]
|
|
de hele zaal stond op zijn kop
|
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
|
|
kopjes geven
|
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
|
|
de kop opsteken
|
[zich opnieuw vertonen]
|
|
al ga je op je kop staan!
|
[je zult je zin niet krijgen]
|
|
iemand op zijn kop geven
|
[hem berispen, een standje geven]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden, verslaan]
|
|
de kolder in de kop krijgen
|
[onhandelbaar worden]
|
|
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
|
[hij geeft niet gauw op]
|
|
met je kop tegen de muur lopen
|
[niet bereiken wat je wilt]
|
|
iets in je kop stampen
|
[het met moeite in je geheugen opnemen]
|
|
de koppen tellen
|
[de aanwezigen]
|
|
zaagsel in zijn kop hebben
|
[dom zijn, niets begrijpen]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
een Haags kopje
|
[halfvol]
|
|
hou die doos niet op zijn kop!
|
[ondersteboven]
|
|
over de kop slaan
|
[ondersteboven vallen]
|
|
op zijn kop
|
[ondersteboven]
|
|
koplamp
|
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
|
|
over de kop gaan
|
[failliet gaan]
|
|
de spijker op de kop slaan
|
[zeggen waar het precies om gaat]
|
|
iets bij de kop vatten
|
[eraan beginnen]
|
|
iets op de kop tikken
|
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
we zijn op de helft
|
[halverwege]
|
|
je hebt de helft verzonnen!
|
[het grootste deel]
|
|
mijn betere helft
|
[echtgenote]
|
|
door de helft
|
[in twee stukken]
|
|
op de helft
|
[halverwege]
|
|
over de helft
|
[meer dan de helft gedaan hebben]
|
|
de helft van wat hij zegt is niet waar
|
[een groot deel ervan]
|
|
hemelse goedheid!
|
[uitroep van schrik]
|
|
de hemelse Vader
|
[God]
|
|
het hemelse vuur
|
[de bliksem]
|
|
het is geen wet van Meden en Perzen
|
[geen regel waar iedereen zich aan moet houden]
|
|
hem de wet voorschrijven
|
[zeggen wat hij wel of niet mag doen]
|
|
wet is wet
|
[de wet moet nageleefd worden, al is het moeilijk]
|
|
hij staat boven de wet
|
[hoeft zich er niet aan te houden]
|
|
de heren van de wet
|
[mensen van de overheid]
|
|
we gaan er geen wet van maken
|
[geen vaste gewoonte]
|
|
naar de geest van de wet
|
[volgens de uitgangspunten ervan]
|
|
nood breekt wet
|
[als je erg in de knoei zit, hoef je je niet aan de wet te houden]
|
|
zijn woord is wet
|
[wat hij zegt moet gebeuren]
|
|
door de mazen van de wet kruipen
|
[op listige wijze de wet ontduiken]
|
|
trouwen voor de wet
|
[voor de burgerlijke stand]
|
|
nood breekt wet
|
[als je in moeilijkheden zit moet je wel eens dingen doen die verboden zijn]
|
|
zijn wil is wet
|
[hij bepaalt de regels]
|
|
de herfst van het leven
|
[de oude dag]
|
|
de herinnering verbleekt
|
[die wordt steeds zwakker]
|
|
praten met een hete aardappel in de keel
|
[bekakt praten]
|
|
de hete aardappel doorgeven
|
[een lastig probleem aan een ander overlaten]
|
|
een schoen met open hiel
|
[waarvan de hiel niet bedekt is]
|
|
iemand op de hielen zitten
|
[hem achterna zitten]
|
|
iemands hielen likken
|
[op een kruiperige manier slijmen]
|
|
de hielen lichten
|
[ervandoor gaan]
|
|
de hof van Eden
|
[het paradijs]
|
|
de hof van Eden
|
[het paradijs]
|
|
iemand het hof maken
|
[proberen verkering met haar te krijgen]
|
|
de ruzie liep hoog op
|
[was erg heftig]
|
|
dat zit haar erg hoog
|
[dat houdt haar erg bezig]
|
|
hij zit hoog en droog thuis
|
[veilig thuis]
|
|
hij zweert het bij hoog en bij laag
|
[zegt dat het zeker waar is]
|
|
een hoge borst opzetten
|
[verwaand zijn]
|
|
dat is te hoog gegrepen
|
[te moeilijk]
|
|
iets hoog houden
|
[in ere houden]
|
|
je kunt hoog of laag springen, maar...
|
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
|
|
de lat hoog leggen
|
[hoge eisen stellen]
|
|
hoog tegen iemand opkijken
|
[veel bewondering voor hem hebben]
|
|
geen hoge pet op hebben van iemand
|
[niet veel van hem verwachten]
|
|
hoog van de toren blazen
|
[een grote mond hebben]
|
|
iets hoog in zijn vaandel hebben
|
[er veel waardering voor hebben]
|
|
het neemt een hoge vlucht
|
[ontwikkelt zich goed en snel]
|
|
geen zee gaat hem te hoog
|
[hij laat zich nergens door afschrikken]
|
|
het hoogste lied zingen
|
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
|
|
het hoogste woord hebben
|
[druk en zelfbewust praten]
|
|
in hoge mate
|
[zeer]
|
|
hoge ogen gooien
|
[er veel kans op hebben]
|
|
iemand te hoog aanslaan
|
[hem te veel belasting laten betalen]
|
|
hoge lasten hebben
|
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
|
|
ten hoogste
|
[maximaal]
|
|
een hoge dunk van jezelf hebben
|
[denken dat je beter bent dan anderen]
|
|
iemand hoog hebben
|
[eerbied, respect voor hem hebben]
|
|
een hogere macht
|
[bovenaards wezen of principe]
|
|
in hogere sferen zijn
|
[wegdromen]
|
|
hoger beroep aantekenen
|
[herziening vragen van een vonnis]
|
|
geen hoge dunk van iemand hebben
|
[hem minachten]
|
|
op zijn hoogst
|
[in het uiterste geval]
|
|
de Hoge Raad
|
[hoogste rechtbank van Nederland]
|
|
hoog spel spelen
|
[riskante dingen doen]
|
|
dat is hogere wiskunde voor mij
|
[dat vind ik heel moeilijk]
|
|
hoge nood hebben
|
[naar het toilet moeten]
|
|
het is hoog tijd
|
[we kunnen niet wachten]
|
|
in hoge mate
|
[zeer, ruimschoots]
|
|
de strijd loopt hoog op
|
[wordt steeds erger]
|
|
hoog aan de wind zeilen
|
[bovenwinds]
|
|
iets bij hoog en laag beweren
|
[heel stellig]
|
|
iets hoog opnemen
|
[het iemand zeer kwalijk nemen]
|
|
het hoge woord is eruit
|
[hij heeft het eindelijk gezegd]
|
|
het zit hem hoog
|
[hij is er heel verontwaardigd over]
|
|
beter kleine meester dan grote knecht
|
[je kunt beter voor jezelf werken en vrij zijn]
|
|
de Hollandse meesters
|
[Nederlandse kunstschilders zoals Rembrandt]
|
|
je er meester van maken
|
[ervoor zorgen dat je het in je bezit krijgt]
|
|
de Hollandse waterlinie
|
[Nederlandse wateren die de vijand tegenhouden]
|
|
over de hele linie
|
[op alle punten]
|
|
eten wat de pot schaft
|
[wat op tafel komt]
|
|
hij kan een potje bij me breken
|
[ik word niet gauw boos op hem]
|
|
zijn eigen potje koken
|
[zijn eigen eten klaarmaken]
|
|
op ieder potje past een dekseltje
|
[voor iedereen is een geschikte partner te vinden]
|
|
de dood in de pot
|
[een saaie boel]
|
|
de hond in de pot vinden
|
[komen als het eten op is]
|
|
een hoofd als een ijzeren pot
|
[een goed geheugen]
|
|
jongens van de gestampte pot
|
[zonder kapsones]
|
|
het is één pot nat
|
[er bestaat nauwelijks verschil tussen]
|
|
kleine potjes hebben grote oren
|
[als er kinderen in de buurt zijn moet je niet te veel vertellen]
|
|
hij kan de pot op
|
[ik trek me niets van hem aan]
|
|
ben je nou helemaal van de pot gerukt!
|
[ben je gek geworden?]
|
|
naast de pot piesen
|
[misgrijpen of te laat zijn]
|
|
naast de pot piesen
|
[misgrijpen of te laat zijn]
|
|
het is allemaal één pot nat
|
[hetzelfde]
|
|
je maakt er een potje van
|
[een rommeltje]
|
|
er kwam geen hond
|
[er kwam niemand]
|
|
zo ziek als een hond zijn
|
[heel erg ziek]
|
|
geen slapende honden wakkermaken
|
[geen aandacht vestigen op wat beter geheim kan blijven]
|
|
de gebeten hond zijn
|
[de schuld krijgen]
|
|
commandeer je hondje en blaf zelf
|
[je hebt niet het recht te zeggen wat ik moet doen]
|
|
we hebben een hond aan tafel
|
[als iemand vergeet te bidden]
|
|
als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen
|
[als twee mensen ruzie hebben, heeft een derde er vaak voordeel van]
|
|
bekend zijn als de bonte hond
|
[overal ongunstig bekend zijn]
|
|
de hond in de pot vinden
|
[komen als het eten op is]
|
|
blaffende honden bijten niet
|
[voor schreeuwers hoef je niet bang te zijn]
|
|
als kat en hond leven
|
[veel ruzie maken]
|
|
rode hond
|
[ziekte waarbij je rode vlekken krijgt]
|
|
daarmee is geen droog brood te verdienen
|
[het levert geen geld op]
|
|
dat is brood op de plank
|
[geld om van te leven]
|
|
droog brood eten
|
[heel arm zijn]
|
|
de honden lusten er geen brood van
|
[het is schandalig]
|
|
de mens leeft niet van brood alleen
|
[heeft hogere behoeften dan alleen eten en drinken]
|
|
je de kaas niet van het brood laten eten
|
[opkomen voor jezelf]
|
|
iets op je brood krijgen
|
[er de schuld van krijgen, er een verwijt over krijgen]
|
|
het brood uit de mond sparen
|
[bezuinigen op wat je eet, voor iemand anders]
|
|
iemand het brood uit de mond stoten
|
[hem afnemen waar hij zijn geld mee verdient]
|
|
op water en brood zitten
|
[in de gevangenis]
|
|
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
|
[je staat aan de kant van degene van wie je afhankelijk bent]
|
|
ergens geen brood in zien
|
[niet verwachten dat het iets oplevert]
|
|
de koe bij de hoorns vatten
|
[de zaak flink aanpakken]
|
|
iemand koeien met gouden hoorns beloven
|
[meer beloven dan je waar kunt maken]
|
|
de hoorn des overvloeds
|
[alles krijgen wat je maar wilt]
|
|
de huiselijke vrede
|
[de rust in huis]
|
|
de huizen schieten als paddenstoelen uit de grond
|
[worden met grote snelheid gebouwd]
|
|
de kale huur
|
[waar gas en licht niet bijhoren]
|
|
te huur
|
[je kunt het huren]
|
|
de huur opzeggen
|
[zeggen dat een huurder weg moet]
|
|
de ideale schoonzoon
|
[een keurige, vriendelijke jongeman]
|
|
de ideeën kwamen tot ontwikkeling
|
[kregen vorm]
|
|
de ijskast plunderen
|
[alles wat eetbaar is eruit halen]
|
|
het IJzeren Gordijn
|
[de afsluiting van de Sovjet-Unie van de rest van de wereld]
|
|
hij heeft een hoofd als een ijzeren pot
|
[een heel goed geheugen]
|
|
de ijzeren long
|
[een toestel voor kunstmatige ademhaling]
|
|
een ijzeren greep
|
[een heel stevige omklemming]
|
|
een ijzeren Hein
|
[onverstoorbaar]
|
|
industriële vormgeving
|
[van producten die door de industrie gemaakt worden]
|
|
industrieel eigendom
|
[het recht op bepaalde merken en octrooien]
|
|
de industriële revolutie
|
[de omwenteling die ontstond door de stoommachines]
|
|
de intensieve veehouderij
|
[gericht op een zo groot mogelijke winst]
|
|
dat is een lot uit de loterij!
|
[een buitenkans]
|
|
lootjes trekken
|
[briefjes met de naam van iemand]
|
|
van lotje getikt
|
[gek]
|
|
hem aan zijn lot overlaten
|
[je niet om hem bekommeren]
|
|
het lot was mij gunstig gezind
|
[ik had geluk]
|
|
de ironie van het lot
|
[het toeval brengt het tegenovergestelde van wat je verwacht]
|
|
zich zijn lot aantrekken
|
[met hem begaan zijn]
|
|
berusten in zijn lot
|
[er vrede mee hebben]
|
|
dan ben je nog niet jarig!
|
[dan ziet het er niet best voor je uit]
|
|
de jarige Job
|
[degene die zijn verjaardag viert]
|
|
hij is in zijn tweede jeugd
|
[voelt zich weer jong en gedraagt zich jeugdig]
|
|
de jeugd heeft de toekomst
|
[wie jong is heeft invloed op de toekomst]
|
|
iets tot de juiste proporties terugbrengen
|
[de juiste betekenis geven van iets wat overdreven is voorgesteld]
|
|
dat is het hem nou juist
|
[dat is precies het probleem]
|
|
het komt juist van pas
|
[precies op het goede moment]
|
|
dat is het juiste woord niet
|
[het geeft niet goed aan wat ik bedoel]
|
|
de juiste woorden weten te vinden
|
[precies weten wat je wilt gaan zeggen]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen precies wat we denken]
|
|
hem in de kaart spelen
|
[hem ongewild bevoordelen]
|
|
alles op één kaart zetten
|
[je geluk van één ding laten afhangen]
|
|
ansichtkaart
|
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
|
|
trouwkaart
|
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
|
|
speelkaart
|
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
|
|
dat is geen haalbare kaart
|
[heeft geen kans van slagen]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
de rode kaart
|
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
|
|
de gele kaart
|
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
|
|
de kaarten zijn geschud
|
[de uitslag ligt vast]
|
|
de kaarten liggen nu anders
|
[de situatie is veranderd]
|
|
zijn kaarten op tafel leggen
|
[zijn bedoelingen onthullen]
|
|
dat is doorgestoken kaart
|
[afgesproken werk]
|
|
iemand in de kaart kijken
|
[zijn geheime plannen doorzien]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
iemand in de kaart spelen
|
[hem helpen]
|
|
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
|
[nog niet op een rijtje gezet]
|
|
een blinde kaart
|
[zonder plaatsnamen]
|
|
iets in kaart brengen
|
[er een overzicht van maken]
|
|
iets op de kaart zetten
|
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
|
|
een stad van de kaart vegen
|
[vernietigen]
|
|
van de kaart zijn
|
[helemaal in de war zijn]
|
|
nee schudden
|
[je hoofd van links naar rechts bewegen]
|
|
de kaarten schudden
|
[ze door elkaar doen]
|
|
hem de hand schudden
|
[hem een hand geven]
|
|
hem wakker schudden
|
[wakker maken door hem te bewegen]
|
|
hem door elkaar schudden
|
[hem heen en weer bewegen omdat je kwaad bent]
|
|
je kunt het wel schudden
|
[je hoeft er niet meer op te rekenen]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen precies wat we denken]
|
|
hem in de kaart spelen
|
[hem ongewild bevoordelen]
|
|
alles op één kaart zetten
|
[je geluk van één ding laten afhangen]
|
|
ansichtkaart
|
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
|
|
trouwkaart
|
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
|
|
speelkaart
|
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
|
|
dat is geen haalbare kaart
|
[heeft geen kans van slagen]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
de rode kaart
|
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
|
|
de gele kaart
|
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
|
|
de kaarten zijn geschud
|
[de uitslag ligt vast]
|
|
de kaarten liggen nu anders
|
[de situatie is veranderd]
|
|
zijn kaarten op tafel leggen
|
[zijn bedoelingen onthullen]
|
|
dat is doorgestoken kaart
|
[afgesproken werk]
|
|
iemand in de kaart kijken
|
[zijn geheime plannen doorzien]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
iemand in de kaart spelen
|
[hem helpen]
|
|
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
|
[nog niet op een rijtje gezet]
|
|
een blinde kaart
|
[zonder plaatsnamen]
|
|
iets in kaart brengen
|
[er een overzicht van maken]
|
|
iets op de kaart zetten
|
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
|
|
een stad van de kaart vegen
|
[vernietigen]
|
|
van de kaart zijn
|
[helemaal in de war zijn]
|
|
http://www.muiswerk.nl/WRDNBOEK/LTR_K/W1204.HTM
|
1292
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen precies wat we denken]
|
|
hem in de kaart spelen
|
[hem ongewild bevoordelen]
|
|
alles op één kaart zetten
|
[je geluk van één ding laten afhangen]
|
|
ansichtkaart
|
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
|
|
trouwkaart
|
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
|
|
speelkaart [
|
kaart om het kaartspel mee te spelen]
|
|
dat is geen haalbare kaart
|
[heeft geen kans van slagen]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
de rode kaart [teken van ernstige overtreding
|
waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
|
|
de gele kaart
|
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
|
|
de kaarten zijn geschud
|
[de uitslag ligt vast]
|
|
de kaarten liggen nu anders
|
[de situatie is veranderd]
|
|
zijn kaarten op tafel leggen
|
[zijn bedoelingen onthullen]
|
|
dat is doorgestoken kaart
|
[afgesproken werk]
|
|
iemand in de kaart kijken
|
[zijn geheime plannen doorzien]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
iemand in de kaart spelen
|
[hem helpen]
|
|
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
|
[nog niet op een rijtje gezet]
|
|
een blinde kaart
|
[zonder plaatsnamen]
|
|
iets in kaart brengen
|
[er een overzicht van maken]
|
|
iets op de kaart zetten
|
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
|
|
een stad van de kaart vegen
|
[vernietigen]
|
|
van de kaart zijn
|
[helemaal in de war zijn]
|
|
belegen kaas
|
[wat langer gerijpte kaas]
|
|
de kaas niet van je brood laten eten
|
[opkomen voor je rechten]
|
|
er geen kaas van gegeten hebben
|
[er geen verstand van hebben, het niet goed kunnen]
|
|
een kale boterham
|
[zonder beleg]
|
|
een kale boom
|
[zonder blad]
|
|
een kale plek in een stof
|
[een versleten plek]
|
|
zo kaal als een luis
|
[heel erg arm]
|
|
een kale neet
|
[een armoedzaaier]
|
|
de kale huur
|
[zonder de kosten van gas en licht]
|
|
kale kak
|
[afkeurende benaming voor zogenaamd deftige mensen]
|
|
de kale huur
|
[waar gas en licht niet bijhoren]
|
|
te huur
|
[je kunt het huren]
|
|
de huur opzeggen
|
[zeggen dat een huurder weg moet]
|
|
hem een kans geven
|
[hem de mogelijkheid geven]
|
|
grijp je kans!
|
[maak van de mogelijkheid gebruik!]
|
|
de kansen keren
|
[de omstandigheden veranderen zodat iemand ánders in het voordeel is]
|
|
hij zag zijn kans schoon
|
[hij benutte een gunstige gelegenheid]
|
|
kansarm
|
[met weinig mogelijkheden om iets te bereiken in het leven]
|
|
hij zag kans om ....
|
[hij kreeg het voor elkaar]
|
|
dikke kans dat....
|
[het is heel waarschijnlijk]
|
|
de kans is verkeken
|
[ongebruikt voorbij gegaan]
|
|
de kans waarnemen
|
[de kans benutten]
|
|
hem een kans geven
|
[hem de mogelijkheid geven]
|
|
grijp je kans!
|
[maak van de mogelijkheid gebruik!]
|
|
de kansen keren
|
[de omstandigheden veranderen zodat iemand ánders in het voordeel is]
|
|
hij zag zijn kans schoon
|
[hij benutte een gunstige gelegenheid]
|
|
kansarm
|
[met weinig mogelijkheden om iets te bereiken in het leven]
|
|
hij zag kans om ....
|
[hij kreeg het voor elkaar]
|
|
dikke kans dat....
|
[het is heel waarschijnlijk]
|
|
de kans is verkeken
|
[ongebruikt voorbij gegaan]
|
|
iemand voor je karretje spannen
|
[hem klusjes voor je laten opknappen]
|
|
de kar trekken
|
[het zware werk doen]
|
|
de kas opmaken
|
[het geld tellen dat erin zit]
|
|
goed bij kas zijn
|
[veel geld te besteden hebben]
|
|
de openbare kas
|
[het geld van een land]
|
|
per kas betalen
|
[contant]
|
|
een kat in de zak kopen
|
[iets kopen dat erg tegenvalt]
|
|
leven als kat en hond
|
[met veel ruzie]
|
|
maak dat de kat wijs!
|
[daar geloof ik niets van]
|
|
geen katje om zonder handschoenen aan te pakken
|
[iemand die altijd erg fel reageert]
|
|
de kat uit de boom kijken
|
[rustig afwachten wat er gebeurt]
|
|
kat in 't bakkie
|
[een gemakkelijk werkje]
|
|
de kat in de gordijnen jagen
|
[ruzie veroorzaken]
|
|
de kat in het donker knijpen
|
[alleen lelijke dingen doen als je denkt dat niemand je ziet]
|
|
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
|
[als er geen toezicht is, gaat men zich misdragen]
|
|
dat weet onze kat ook
|
[dat begrijpt iedereen]
|
|
een kat in het nauw maakt rare sprongen
|
[als je in nood bent, doe je gekke dingen]
|
|
je voelen als een kat in een vreemd pakhuis
|
[je niet thuis voelen]
|
|
de kat de bel aan binden
|
[over een moeilijk onderwerp beginnen]
|
|
de kat op het spek binden
|
[iemand heel erg in de verleiding brengen]
|
|
als kat en hond leven
|
[voortdurend ruzie met elkaar maken]
|
|
als katten muizen, mauwen ze niet
|
[wie eet, praat niet]
|
|
iemand een kat geven
|
[een hatelijke opmerking maken]
|
|
iemand een kat geven
|
[een hatelijke opmerking maken]
|
|
iemand een belletje geven
|
[even opbellen]
|
|
belletje trekken
|
[aanbellen en hard wegrennen]
|
|
aan de bel trekken
|
[aandacht vragen voor een misstand]
|
|
de kat de bel aanbinden
|
[als eerste over een moeilijk onderwerp beginnen]
|
|
toeters en bellen
|
[overdreven toevoegingen]
|
|
voor spek en bonen meedoen
|
[meedoen zonder mee te tellen]
|
|
dat is spekje voor mijn bekje
|
[echt iets voor mij]
|
|
de kat op het spek binden
|
[iemand heel erg in de verleiding brengen]
|
|
daar dansen de muizen in het spek
|
[daar is van alles overvloed]
|
|
met spek vangt men muizen
|
[met cadeautjes kun je iedereen voor je winnen]
|
|
een boom van een vent
|
[een grote stevige man]
|
|
hoge bomen vangen veel wind
|
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
|
|
door de bomen het bos niet zien
|
[door de details het geheel niet zien]
|
|
aan zijn vruchten kent men de boom
|
[aan zijn daden kent men de mens]
|
|
de bomen groeien niet tot in de hemel
|
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
|
|
oude bomen moet je niet verplanten
|
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
|
|
aan de vruchten kent men de boom
|
[men kent de mens aan wat hij doet]
|
|
de appel valt niet ver van de boom
|
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
|
|
omdraaien als een blad aan een boom
|
[je ineens heel anders gaan gedragen]
|
|
de kat uit de boom kijken
|
[een afwachtende houding aannemen]
|
|
je kunt de boom in!
|
[ik weiger het echt]
|
|
een boom omzagen
|
[hard snurken]
|
|
de keerzijde van de medaille
|
[het nadeel dat bij een voordeel hoort]
|
|
de keuken krijgt een grote beurt
|
[wordt grondig schoongemaakt]
|
|
hij maakte een goede beurt
|
[hij maakte een gunstige indruk]
|
|
om de beurt
|
[eerst de een, dan de ander]
|
|
iemand een beurt geven
|
[mondeling overhoren in de klas]
|
|
een grote beurt
|
[groot onderhoud aan een auto]
|
|
voor zijn beurt gaan
|
[voordringen]
|
|
je moet nu een keus maken
|
[iets kiezen]
|
|
we hadden geen andere keus
|
[we moesten wel]
|
|
u krijgt een reis naar keuze
|
[u mag zelf iets uitkiezen]
|
|
de keus viel op haar
|
[zij werd gekozen]
|
|
in slaap vallen
|
[gaan slapen]
|
|
het valt hem zwaar
|
[het is zwaar voor hem]
|
|
de beslissing is gevallen
|
[ze hebben het besloten]
|
|
er valt weinig te beleven
|
[je kunt er weinig afleiding vinden]
|
|
dat viel in goede aarde
|
[dat vonden ze goed of leuk]
|
|
met hem valt niet te praten
|
[je kunt niet met hem praten]
|
|
er valt niets te lachen
|
[je mag niet lachen]
|
|
er viel een schot
|
[er werd geschoten]
|
|
de keus viel op hem
|
[hij werd gekozen]
|
|
ik ben er helemaal uit
|
[ik weet niet meer hoe het moet]
|
|
hun verkering is uit
|
[ze hebben geen verkering meer]
|
|
hij kucht uit gewoonte
|
[hij kucht omdat hij dat altijd doet]
|
|
de kinderen waren de deur uit
|
[vertrokken]
|
|
de bal is uit
|
[buiten de lijn]
|
|
ik kan er niet over uit
|
[ben er heel verbaasd over]
|
|
dag in, dag uit
|
[elke dag]
|
|
ik kom er niet meer uit
|
[ik weet geen oplossing]
|
|
de kinderen zoet houden
|
[ze bezighouden zodat ze niet vervelend zijn]
|
|
iets voor zoete koek slikken
|
[goedgelovig zijn]
|
|
zoete broodjes bakken
|
[door vriendelijk doen iets proberen te bereiken]
|
|
de zoete inval
|
[plaats waar je altijd welkom bent]
|
|
de kip legt een ei
|
[maakt een ei]
|
|
waar leg je de nadruk op?
|
[wat krijgt de nadruk?]
|
|
ik leg hem niets in de weg
|
[ik hinder hem niet]
|
|
beter een half ei dan een lege dop
|
[beter iets dan niets]
|
|
het ei van Columbus
|
[een eenvoudige oplossing waar niemand aan gedacht had]
|
|
eieren voor je geld kiezen
|
[met wat minder tevreden zijn]
|
|
je ei niet kwijt kunnen
|
[geen kans krijgen het te vertellen]
|
|
voor een appel en een ei
|
[heel goedkoop]
|
|
de kip met de gouden eieren slachten
|
[een bron van inkomsten wegdoen]
|
|
zijn ei niet kwijt kunnen
|
[zich niet kunnen uitspreken, niet aan bod komen]
|
|
het is koek en ei
|
[hun verhouding is goed]
|
|
op eieren lopen
|
[heel voorzichtig zijn]
|
|
de klant is koning
|
[hij mag zeggen hoe hij het hebben wil]
|
|
de klassieke talen
|
[Latijn en Grieks]
|
|
klassieke werken
|
[van oudsher bekende boeken]
|
|
klassieke muziek
|
[muziek van oudere componisten]
|
|
een klein eindje
|
[een kort stukje]
|
|
ik krijg hem wel klein
|
[ik win het wel van hem]
|
|
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
|
[wie niet blij is met iets kleins, is het niet waard iets groots te krijgen]
|
|
het kleinste kamertje
|
[het toilet]
|
|
hij is voor geen kleintje vervaard
|
[durft alles aan]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden]
|
|
hij is voor geen kleintje vervaard
|
[durft alles aan]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden]
|
|
alles kort en klein slaan
|
[kapot slaan]
|
|
wat is de wereld toch klein!
|
[dat zeg je als je ver van huis vrienden of kennissen tegenkomt]
|
|
daar is hij een kleine jongen bij
|
[vergeleken daarmee is hij onbeduidend]
|
|
de kleine
|
[de baby of de peuter]
|
|
een kleine boodschap doen
|
[plassen, urineren]
|
|
een kleine eter zijn
|
[weinig eten]
|
|
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
|
[wie niet blij is met iets kleins, verdient geen waardevolle, dure dingen]
|
|
heeft u het niet kleiner?
|
[in munten met een geringere waarde?]
|
|
de kleine kas
|
[geld voor dagelijkse uitgaven]
|
|
voor een klein prijsje
|
[voor weinig geld]
|
|
de kleine kaart
|
[beperkte kaart met eenvoudige gerechten]
|
|
hij is nogal klein van geest
|
[bekrompen]
|
|
een klein jaar
|
[bijna een jaar]
|
|
de kleine criminaliteit
|
[winkeldiefstal, vandalisme, e.d.]
|
|
zware criminaliteit
|
[moord en doodslag]
|
|
een klein eindje
|
[een kort stukje]
|
|
ik krijg hem wel klein
|
[ik win het wel van hem]
|
|
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
|
[wie niet blij is met iets kleins, is het niet waard iets groots te krijgen]
|
|
het kleinste kamertje
|
[het toilet]
|
|
hij is voor geen kleintje vervaard
|
[durft alles aan]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden]
|
|
hij is voor geen kleintje vervaard
|
[durft alles aan]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden]
|
|
alles kort en klein slaan
|
[kapot slaan]
|
|
wat is de wereld toch klein!
|
[dat zeg je als je ver van huis vrienden of kennissen tegenkomt]
|
|
daar is hij een kleine jongen bij
|
[vergeleken daarmee is hij onbeduidend]
|
|
de kleine
|
[de baby of de peuter]
|
|
een kleine boodschap doen
|
[plassen, urineren]
|
|
een kleine eter zijn
|
[weinig eten]
|
|
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
|
[wie niet blij is met iets kleins, verdient geen waardevolle, dure dingen]
|
|
heeft u het niet kleiner?
|
[in munten met een geringere waarde?]
|
|
de kleine kas
|
[geld voor dagelijkse uitgaven]
|
|
voor een klein prijsje
|
[voor weinig geld]
|
|
de kleine kaart
|
[beperkte kaart met eenvoudige gerechten]
|
|
hij is nogal klein van geest
|
[bekrompen]
|
|
een klein jaar
|
[bijna een jaar]
|
|
geen man meer hebben
|
[weduwe zijn]
|
|
aan de man komen
|
[trouwen]
|
|
de liefde van de man gaat door de maag
|
[mannen verleid je met lekker eten]
|
|
hij is er de man niet naar
|
[zo is hij niet]
|
|
hij staat zijn mannetje wel
|
[kan zich goed verdedigen]
|
|
een man een man, een woord een woord
|
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
|
|
hij is mans genoeg
|
[flink genoeg]
|
|
hij is heel wat mans
|
[kan heel wat en is niet gauw bang]
|
|
de man met de hamer
|
[vermoeidheid of een morele inzinking]
|
|
ik ben je man
|
[ik sta tot je beschikking]
|
|
een man van de klok zijn
|
[altijd op tijd zijn]
|
|
een sterke man
|
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
|
|
een man van de wereld zijn
|
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
|
|
de man met de zeis
|
[de dood]
|
|
iets aan de man brengen
|
[het verkopen]
|
|
er is geen man overboord
|
[er is niets ernstigs gebeurd]
|
|
man en paard noemen
|
[niets verzwijgen]
|
|
een gewaarschuwd man telt voor twee
|
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
|
|
als één man
|
[allemaal tegelijk]
|
|
de kleine man
|
[de mensen met een laag inkomen]
|
|
het op de man af vragen
|
[rechtstreeks]
|
|
kleren maken de man
|
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
|
|
met man en muis vergaan
|
[met alle opvarenden]
|
|
dan is er nog geen man overboord
|
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
|
|
man en paard noemen
|
[de namen van de betrokkenen geven]
|
|
anderhalve man en een paardenkop
|
[bijna niemand]
|
|
op de man spelen
|
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
|
|
iets tot de laatste man verdedigen
|
[tot het uiterste]
|
|
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
|
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
|
|
dat is toch al te dol
|
[veel te gek]
|
|
ik kom graag, te meer omdat jij zo lekker kookt
|
[vooral ook daarom]
|
|
dat is te mooi om waar te zijn
|
[je kunt het bijna niet geloven]
|
|
de kleren hangen te drogen
|
[ze hangen en zo drogen ze]
|
|
het huis is te koop
|
[je kunt het kopen]
|
|
we gaan te voet
|
[we gaan lopen]
|
|
te zijner tijd zal ik u bezoeken
|
[op een gunstig tijdstip]
|
|
ten aanzien van dat onderwerp
|
[over dat onderwerp]
|
|
ten eerste
|
[op de eerste plaats]
|
|
ter gelegenheid van
|
[bij die gelegenheid]
|
|
ten gevolge van
|
[als gevolg daarvan]
|
|
ter herinnering aan
|
[als een herinnering aan]
|
|
ten koste van zijn gezondheid
|
[het was slecht daarvoor]
|
|
ten name van
|
[op de naam van]
|
|
ten opzichte van haar vader
|
[tegenover haar vader]
|
|
tenslotte
|
[op het eind]
|
|
ter waarde van
|
[met de waarde van]
|
|
ter wille van de vrede
|
[om de vrede te bevorderen]
|
|
iemand met gelijke munt betalen
|
[hem op dezelfde manier behandelen]
|
|
gelijke tred houden met iets of iemand
|
[dezelfde vorderingen maken]
|
|
op gelijke voet staan met iemand
|
[gelijkwaardig aan hem zijn]
|
|
de klok loopt gelijk
|
[geeft de tijd goed aan]
|
|
hij zet het op een lopen
|
[gaat heel hard lopen]
|
|
een eindje lopen
|
[wandelen]
|
|
hij loopt als een kievit
|
[loopt heel vlug en goed]
|
|
over je laten lopen
|
[altijd doen wat anderen willen]
|
|
iemand tegen het lijf lopen
|
[ontmoeten]
|
|
de klok loopt weer
|
[gaat weer vooruit]
|
|
het loopt tegen acht uur
|
[het is bijna acht uur]
|
|
het loopt ten einde
|
[is bijna afgelopen]
|
|
je loopt gevaar
|
[je bent in gevaar]
|
|
het loopt uit de hand
|
[het gaat verkeerd]
|
|
toen liep het fout
|
[toen ging het fout]
|
|
die zin loopt goed
|
[er zitten geen fouten in]
|
|
college lopen
|
[college volgen]
|
|
het klokje van gehoorzaamheid
|
[de tijd waarop je naar bed moet]
|
|
het klokje rond slapen
|
[twaalf uur slapen]
|
|
hij is een man van de klok
|
[hij is altijd op tijd]
|
|
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
|
[het is nergens zo goed als thuis]
|
|
een analoge klok
|
[met wijzers]
|
|
een digitale klok
|
[met alleen cijfers]
|
|
het klokje van gehoorzaamheid
|
[bedtijd voor kinderen]
|
|
daar kun je de klok op gelijkzetten
|
[als iets altijd op een vaste tijd gebeurt]
|
|
met de regelmaat van de klok
|
[herhaaldelijk, regelmatig]
|
|
de klok terugdraaien
|
[terugkeren naar een vroegere situatie]
|
|
tegen de klok werken
|
[hard werken om nog op tijd klaar te zijn]
|
|
de biologische klok
|
[het natuurlijke mechanisme van onder andere waken en slapen]
|
|
het aan de grote klok hangen
|
[het aan iedereen vertellen]
|
|
hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
|
[hij weet het wel ongeveer, maar niet precies]
|
|
dat klinkt als een klok
|
[het zit goed in elkaar, is perfect]
|
|
de klos zijn
|
[het slachtoffer zijn]
|
|
noten kraken
|
[de bast ervan openbreken]
|
|
de kluis van een bank kraken
|
[erin inbreken]
|
|
Geoffrey is flink uit de kluiten gewassen
|
[groot en stevig]
|
|
iemand met een kluitje in het riet sturen
|
[hem met een mooi praatje afschepen]
|
|
de kluit bedonderen
|
[iedereen voor de gek houden, bedriegen]
|
|
ik ben daar veel tijd aan kwijt
|
[ik doe daar lang over]
|
|
de draad kwijt zijn
|
[niet weten hoe het vervolg gaat]
|
|
de kluts kwijt zijn
|
[in de war zijn]
|
|
iemands naam kwijt zijn
|
[die je niet meer kunnen herinneren]
|
|
de tel kwijt zijn
|
[niet meer weten hoeveel je er al geteld hebt]
|
|
je ei niet kwijt kunnen
|
[met niemand over je problemen kunnen praten]
|
|
kan ik iets aan je kwijt?
|
[wil je iets gebruiken?]
|
|
iemand liever kwijt dan rijk zijn
|
[hem liever niet meer om je heen hebben]
|
|
iets aan de straatstenen niet kwijt kunnen
|
[er geen kopers voor kunnen vinden]
|
|
ergens iets over kwijt willen
|
[er iets over willen zeggen]
|
|
zeg maar wat je kwijt wilt
|
[hoeveel geld je eraan wilt besteden]
|
|
hij verstaat zijn vak
|
[hij is goed in zijn werk]
|
|
de kneepjes van het vak kennen
|
[het vak goed beheersen]
|
|
dat is het risico van het vak
|
[als je dat gevaar niet wilt lopen, moet je er niet aan beginnen]
|
|
een oude rot in het vak
|
[iemand met veel ervaring]
|
|
zijn vak verstaan
|
[vakkundig zijn]
|
|
van de blauwe knoop zijn
|
[geen alcohol gebruiken]
|
|
in de knoop zitten
|
[in moeilijkheden]
|
|
de knoop doorhakken
|
[een moeilijke beslissing nemen]
|
|
met zichzelf in de knoop zitten
|
[verward zijn]
|
|
een knoop in je zakdoek leggen
|
[proberen iets niet te vergeten]
|
|
de knuppel in het hoenderhok gooien
|
[iets zeggen waar mensen boos of verschikt op reageren]
|
|
de koe bij de hoorns vatten
|
[de zaak flink aanpakken]
|
|
iemand koeien met gouden hoorns beloven
|
[meer beloven dan je waar kunt maken]
|
|
de hoorn des overvloeds
|
[alles krijgen wat je maar wilt]
|
|
over koetjes en kalfjes praten
|
[over kleine, dagelijkse dingen]
|
|
je weet nooit hoe een koe een haas vangt
|
[misschien lukt het toch nog wel]
|
|
koeien van fouten
|
[hele grote fouten]
|
|
oude koeien uit de sloot halen
|
[over dingen beginnen die al afgehandeld zijn]
|
|
je koetjes op het droge hebben
|
[genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken]
|
|
de koe bij de hoorns vatten
|
[er meteen hard aan gaan werken]
|
|
koeien met gouden hoorns beloven
|
[beloften doen die je niet waar kunt maken]
|
|
een waarheid als een koe
|
[iets heel vanzelfsprekends]
|
|
geen koe zo bont, of er is wel een vlekje aan
|
[er is altijd wel iets waar van een gerucht]
|
|
een heilige koe
|
[wat als onaantastbaar wordt beschouwd]
|
|
een waarheid als een koe
|
[iets vanzelfsprekends]
|
|
koeien van letters
|
[heel groot]
|
|
een koekje van eigen deeg krijgen
|
[vervelend behandeld worden nadat je hetzelfde bij anderen deed]
|
|
iets voor zoete koek aannemen
|
[het zomaar geloven of accepteren]
|
|
het is weer koek en ei
|
[de ruzie is voorbij]
|
|
dat is andere koek
|
[dat is heel anders]
|
|
dat ging erin als koek
|
[dat vonden ze heel leuk]
|
|
de koek is op
|
[er is niets meer te verdelen]
|
|
uit de koers raken
|
[uit de goede richting raken]
|
|
de koers kwijt zijn
|
[niet langer de goede kant op gaan]
|
|
een andere koers gaan varen
|
[het op een heel andere manier proberen]
|
|
de kogel is door de kerk
|
[de beslissing is gevallen]
|
|
voor het zingen de kerk uitgaan
|
[voor de zaadlozing terugtrekken]
|
|
ter kerke gaan
|
[naar de kerk gaan]
|
|
de kogel krijgen
|
[doodgeschoten worden]
|
|
de kogel is door de kerk
|
[de beslissing is genomen]
|
|
de kogel krijgen
|
[doodgeschoten worden]
|
|
de kogel is door de kerk
|
[de beslissing is genomen]
|
|
kop op!
|
[houd moed!]
|
|
een kop als een boei
|
[een vuurrood hoofd]
|
|
de kop indrukken
|
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
|
|
een verhaal met kop noch staart
|
[onbegrijpelijk]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
een bord voor je kop hebben
|
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
je kop in het zand steken
|
[jezelf voor de gek houden]
|
|
dat zal me de kop niet kosten
|
[dat kan ik wel betalen]
|
|
de hele zaal stond op zijn kop
|
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
|
|
kopjes geven
|
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
|
|
de kop opsteken
|
[zich opnieuw vertonen]
|
|
al ga je op je kop staan!
|
[je zult je zin niet krijgen]
|
|
iemand op zijn kop geven
|
[hem berispen, een standje geven]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden, verslaan]
|
|
de kolder in de kop krijgen
|
[onhandelbaar worden]
|
|
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
|
[hij geeft niet gauw op]
|
|
met je kop tegen de muur lopen
|
[niet bereiken wat je wilt]
|
|
iets in je kop stampen
|
[het met moeite in je geheugen opnemen]
|
|
de koppen tellen
|
[de aanwezigen]
|
|
zaagsel in zijn kop hebben
|
[dom zijn, niets begrijpen]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
een Haags kopje
|
[halfvol]
|
|
hou die doos niet op zijn kop!
|
[ondersteboven]
|
|
over de kop slaan
|
[ondersteboven vallen ]
|
|
op zijn kop
|
[ondersteboven]
|
|
koplamp
|
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
|
|
over de kop gaan
|
[failliet gaan]
|
|
de spijker op de kop slaan
|
[zeggen waar het precies om gaat]
|
|
iets bij de kop vatten
|
[eraan beginnen]
|
|
iets op de kop tikken
|
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
een lekker dier
|
[vertederend, aantrekkelijk persoon]
|
|
een politiek dier
|
[iemand die zich veel met politiek bezighoudt]
|
|
de koning der dieren
|
[de leeuw]
|
|
slapend rijk worden
|
[geld ontvangen zonder er veel voor te hoeven doen]
|
|
de rijke landen
|
[de westerse landen]
|
|
arm en rijk
|
[iedereen]
|
|
als ik in mijn rijke jaren kom
|
[nooit]
|
|
slapend rijk worden
|
[zonder zich in te spannen]
|
|
een rijke stinker
|
[een rijk mens]
|
|
het land is rijk aan olie
|
[heeft veel olie]
|
|
hij heeft een rijke verbeelding
|
[fantaseert veel]
|
|
rijk bedeeld zijn
|
[heel slim zijn, of veel bezittingen hebben]
|
|
de koning te rijk zijn
|
[heel blij zijn]
|
|
iemand liever kwijt dan rijk zijn
|
[hem liever niet om je heen hebben]
|
|
iemand een kool stoven
|
[hem voor de gek houden]
|
|
de kool en de geit willen sparen
|
[niet zeggen waar het op staat]
|
|
groeien als kool
|
[heel snel groeien]
|
|
het sop is de kool niet waard
|
[die zaak is de moeite niet waard]
|
|
op hete kolen zitten
|
[ongeduldig zijn]
|
|
vooruit met de geit!
|
[kom op, we gaan beginnen!]
|
|
de kool en de geit willen sparen
|
[tegenstanders allebei tevreden willen stellen]
|
|
kop op!
|
[houd moed!]
|
|
een kop als een boei
|
[een vuurrood hoofd]
|
|
de kop indrukken
|
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
|
|
een verhaal met kop noch staart
|
[onbegrijpelijk]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
een bord voor je kop hebben
|
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
dat zal me de kop niet kosten
|
[dat kan ik wel betalen]
|
|
de hele zaal stond op zijn kop
|
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
|
|
kopjes geven
|
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
|
|
de kop opsteken
|
[zich opnieuw vertonen]
|
|
al ga je op je kop staan!
|
[je zult je zin niet krijgen]
|
|
iemand op zijn kop geven
|
[hem berispen, een standje geven]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden, verslaan]
|
|
de kolder in de kop krijgen
|
[onhandelbaar worden]
|
|
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
|
[hij geeft niet gauw op]
|
|
met je kop tegen de muur lopen
|
[niet bereiken wat je wilt]
|
|
iets in je kop stampen
|
[het met moeite in je geheugen opnemen]
|
|
de koppen tellen
|
[de aanwezigen]
|
|
zaagsel in zijn kop hebben
|
[dom zijn, niets begrijpen]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
een Haags kopje
|
[halfvol]
|
|
hou die doos niet op zijn kop!
|
[ondersteboven]
|
|
over de kop slaan
|
[ondersteboven vallen]
|
|
op zijn kop
|
[ondersteboven]
|
|
koplamp
|
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
|
|
over de kop gaan
|
[failliet gaan]
|
|
de spijker op de kop slaan
|
[zeggen waar het precies om gaat]
|
|
iets bij de kop vatten
|
[eraan beginnen]
|
|
iets op de kop tikken
|
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
de koperen ploert
|
[de zon]
|
|
een koperen bruiloft
|
[van mensen die 12,5 jaar getrouwd zijn]
|
|
het koperen paar
|
[echtpaar dat 12,5 jaar getrouwd is]
|
|
hem kort houden
|
[hem niet veel toestaan]
|
|
aan het kortste eind trekken
|
[uiteindelijk verliezen]
|
|
de korte golf
|
[radiogolf met een lengte van 10 tot 100 meter]
|
|
alles kort en klein slaan
|
[in stukken slaan]
|
|
kort en bondig
|
[met weinig woorden]
|
|
van korte duur
|
[wat kort duurt]
|
|
het is kort dag
|
[er is niet veel tijd meer]
|
|
een kort geding
|
[proces voor spoedeisende zaken]
|
|
kort geleden
|
[onlangs]
|
|
binnen de kortste keren
|
[heel snel]
|
|
het kort maken (houden)
|
[snel zeggen wat je wilt]
|
|
kort van memorie zijn
|
[een slecht geheugen hebben]
|
|
korte metten maken met iemand
|
[genadeloos met hem afrekenen]
|
|
op korte termijn
|
[binnenkort]
|
|
tot voor kort
|
[onlangs nog]
|
|
in kort bestek
|
[beknopt]
|
|
kort en goed
|
[direct en zonder omhaal]
|
|
in het kort
|
[met weinig woorden, samengevat]
|
|
kort en krachtig
|
[direct en zonder uit te weiden]
|
|
om kort te gaan
|
[inleiding op een samenvatting]
|
|
kort van stof zijn
|
[zeer weinig woorden gebruiken]
|
|
in het kort
|
[met weinig woorden]
|
|
tot voor kort
|
[tot een tijdje geleden]
|
|
de kosmische ruimte
|
[buiten de zwaartekracht van de aarde]
|
|
de kost gaat voor de baat uit
|
[om winst te behalen moet je eerst uitgaven doen]
|
|
ergens baat bij vinden
|
[er voordeel van hebben]
|
|
ten bate van
|
[in het voordeel van]
|
|
de kosten bestrijden
|
[minder kosten maken]
|
|
hem de hand drukken
|
[hem een hand geven]
|
|
het voorstel erdoor drukken
|
[ervoor zorgen dat het aangenomen wordt]
|
|
hem iets op het hart drukken
|
[het met veel nadruk zeggen]
|
|
de kosten drukken
|
[die laag houden]
|
|
de kosten rijzen de pan uit
|
[ze worden erg hoog]
|
|
de vijand in de pan hakken
|
[helemaal verslaan]
|
|
het was een pan!
|
[een enorme rotzooi]
|
|
een veeg uit de pan krijgen
|
[een flinke berisping]
|
|
de vlam slaat in de pan
|
[de inhoud van de pan vliegt in brand]
|
|
wij zijn onder de pannen
|
[we hebben onderdak]
|
|
het schip is in de lucht gevlogen
|
[ontploft]
|
|
dat is uit de lucht gegrepen
|
[dat kun je niet bewijzen]
|
|
de kritiek was niet van de lucht
|
[er was veel kritiek]
|
|
het programma gaat de lucht in
|
[wordt uitgezonden]
|
|
een gat in de lucht springen
|
[heel blij zijn]
|
|
dat is uit de lucht gegrepen
|
[verzonnen, niet waar]
|
|
er hangt iets in de lucht
|
[er gaat iets gebeuren]
|
|
de kou is uit de lucht
|
[het conflict is voorbij]
|
|
dat is een slag in de lucht
|
[iets wat nergens op gebaseerd is]
|
|
iets in de lucht laten vliegen
|
[het opblazen]
|
|
een vliegtuig uit de lucht halen
|
[het neerschieten]
|
|
de lucht breekt
|
[de wolken gaan uiteen]
|
|
niet van de lucht zijn
|
[veel voorkomen]
|
|
er is geen vuiltje aan de lucht
|
[het is helemaal in orde]
|
|
in de open lucht
|
[buiten]
|
|
hij leeft van de lucht
|
[heeft weinig geld nodig]
|
|
we gaan een luchtje scheppen
|
[buiten lopen]
|
|
hij doet alsof zij lucht is
|
[alsof hij haar niet ziet]
|
|
het zit in de lucht
|
[iedereen heeft er last van]
|
|
frisse lucht
|
[de buitenlucht]
|
|
geen lucht krijgen
|
[moeilijk kunnen ademhalen]
|
|
een luchtje scheppen
|
[buiten een wandeling maken]
|
|
van de lucht leven
|
[heel sober]
|
|
hem koud maken
|
[vermoorden]
|
|
een koud buffet
|
[zelfbedieningsmaaltijd met salades en andere koude gerechten]
|
|
een koude douche
|
[iets onverwachts wat je erg tegenvalt]
|
|
groente van de koude grond
|
[niet in een kas gekweekt, maar buiten]
|
|
een koude kikker
|
[iemand die onverstoorbaar is]
|
|
het langs je koude kleren laten afglijden
|
[je er niets van aantrekken]
|
|
het niet koud laten worden
|
[er onmiddellijk werk van maken]
|
|
ergens niet warm of koud van worden
|
[er niet door geraakt worden]
|
|
het koude zweet brengt me uit
|
[dat zeg je als je erg angstig bent]
|
|
dat laat hem koud
|
[dat doet hem niets, raakt hem niet]
|
|
kouwe drukte
|
[nodeloze ophef]
|
|
kouwe kak
|
[afkeurende benaming voor mensen die deftig doen]
|
|
dat is een koud kunstje
|
[het is niet moeilijk]
|
|
een koude oorlog
|
[oorlog zonder gevechten]
|
|
de Koude Oorlog
|
[benaming voor de vijandelijkheden tussen de VS en de Sovjet-Unie]
|
|
daarmee is de kous af
|
[daarmee is het afgelopen]
|
|
de kous op de kop krijgen
|
[er niet in slagen, terwijl je dacht dat het gemakkelijk was]
|
|
het naadje van de kous willen weten
|
[het precies willen weten]
|
|
een oude kous hebben
|
[spaargeld hebben]
|
|
in de kracht van je leven
|
[in je beste tijd]
|
|
met vereende krachten
|
[met zijn allen]
|
|
uit zijn krachten gegroeid zijn
|
[naar verhouding te lang geworden]
|
|
zijn krachten meten met iemand
|
[uitproberen wie de sterkste is]
|
|
met vereende krachten
|
[met gezamenlijke inspanning]
|
|
de krachten bundelen
|
[samenwerken]
|
|
op eigen kracht
|
[zonder hulp van anderen]
|
|
is die wet al van kracht?
|
[in werking]
|
|
een losse kracht
|
[zonder arbeidsovereenkomst]
|
|
de krachten bundelen
|
[er samen je best voor doen]
|
|
de krant spellen
|
[hem heel goed lezen]
|
|
een malse regen
|
[zacht en niet te koud]
|
|
de kritiek was niet mals
|
[was erg scherp]
|
|
het schip is in de lucht gevlogen
|
[ontploft]
|
|
dat is uit de lucht gegrepen
|
[dat kun je niet bewijzen]
|
|
de kritiek was niet van de lucht
|
[er was veel kritiek]
|
|
het programma gaat de lucht in
|
[wordt uitgezonden]
|
|
een gat in de lucht springen
|
[heel blij zijn]
|
|
dat is uit de lucht gegrepen
|
[verzonnen, niet waar]
|
|
er hangt iets in de lucht
|
[er gaat iets gebeuren]
|
|
de kou is uit de lucht
|
[het conflict is voorbij]
|
|
dat is een slag in de lucht
|
[iets wat nergens op gebaseerd is]
|
|
iets in de lucht laten vliegen
|
[het opblazen]
|
|
een vliegtuig uit de lucht halen
|
[het neerschieten]
|
|
de lucht breekt
|
[de wolken gaan uiteen]
|
|
niet van de lucht zijn
|
[veel voorkomen]
|
|
er is geen vuiltje aan de lucht
|
[het is helemaal in orde]
|
|
in de open lucht
|
[buiten]
|
|
hij leeft van de lucht
|
[heeft weinig geld nodig]
|
|
we gaan een luchtje scheppen
|
[buiten lopen]
|
|
hij doet alsof zij lucht is
|
[alsof hij haar niet ziet]
|
|
het zit in de lucht
|
[iedereen heeft er last van]
|
|
frisse lucht
|
[de buitenlucht]
|
|
geen lucht krijgen
|
[moeilijk kunnen ademhalen]
|
|
een luchtje scheppen
|
[buiten een wandeling maken]
|
|
van de lucht leven
|
[heel sober]
|
|
ergens een kritische noot bij plaatsen
|
[er een mening over geven]
|
|
de kritische leeftijd
|
[waarop je het best bepaalde dingen aanleert]
|
|
een kritische soort
|
[die op het punt staat uit te sterven]
|
|
de kroon op het werk
|
[de laatste en beste prestatie]
|
|
iemand naar de kroon steken
|
[proberen hem te overtreffen]
|
|
dat spant de kroon
|
[dat overtreft alles]
|
|
een parel aan zijn kroon
|
[een van zijn beste eigenschappen]
|
|
een warme kruik
|
[metalen fles of rubberen zak gevuld met heet water]
|
|
de kruik gaat zo lang te water tot hij barst
|
[uiteindelijk gaat het een keer mis]
|
|
alles is in kannen en kruiken
|
[alles is in orde]
|
|
beeldende kunsten
|
[schilderen en beeldhouwen]
|
|
uit de kunst!
|
[geweldig]
|
|
zwarte kunst
|
[toverij, magie]
|
|
volgens de regels van de kunst
|
[zoals het hoort]
|
|
de kunst van iemand afkijken
|
[bij hem kijken hoe het moet]
|
|
oefening baart kunst
|
[door oefening krijg je vaardigheid]
|
|
uit de kunst!
|
[geweldig!]
|
|
het veilig opbergen
|
[zodat het niet zoekraakt of gestolen wordt]
|
|
in een veilige haven komen
|
[een rustig toevluchtsoord]
|
|
de kust is veilig
|
[om aan te geven dat men ergens veilig langs kan]
|
|
je kunt dat veilig aannemen
|
[gerust aannemen]
|
|
aan de veilige kant blijven
|
[geen overmoedige schatting maken]
|
|
veilig vrijen
|
[met bescherming tegen zwangerschap en overdraagbare ziektes]
|
|
te kust en te keur
|
[in overvloed, voor het kiezen]
|
|
de kust is vrij/ veilig
|
[je kunt erlangs of erdoor]
|
|
er zijn kapers op de kust
|
[anderen willen hetzelfde]
|
|
te kust en te keur
|
[voor het kiezen, zoveel als je wilt]
|
|
een dooie pier
|
[een sloom, saai figuur]
|
|
zo dood als een pier
|
[morsdood]
|
|
de kwaaie pier zijn
|
[er de schuld van krijgen]
|
|
de goeden moeten onder de kwaden lijden
|
[de onschuldigen moeten ook mee lijden]
|
|
hij meent het zo kwaad niet
|
[verontschuldiging voor iemand die onaardig doet]
|
|
te kwader trouw zijn
|
[oneerlijk zijn]
|
|
in een kwaad daglicht staan
|
[slecht bekend staan]
|
|
een kwade dronk hebben
|
[agressief zijn als je dronken bent]
|
|
een kwaad geweten hebben
|
[een gevoel van schuld]
|
|
zo goed en zo kwaad als het gaat
|
[zo goed als in deze situatie mogelijk is]
|
|
aan iemand een kwaaie hebben
|
[een geduchte tegenstander]
|
|
hij is de kwaadste niet
|
[hij is best vriendelijk]
|
|
met hem is het kwaad kersen eten
|
[met hem kun je beter niet te maken krijgen]
|
|
de kwaaie pier zijn
|
[altijd de schuld krijgen]
|
|
kwaad bloed zetten
|
[boosheid opwekken]
|
|
iemand een kwaad hart toedragen
|
[gunstig over hem denken]
|
|
kwade tongen beweren....
|
[roddelaars vertellen...]
|
|
kwade tijden
|
[tijden vol tegenspoed]
|
|
ik ga met het lood in mijn schoenen
|
[met veel tegenzin]
|
|
het loodje leggen
|
[verliezen of doodgaan]
|
|
dat is lood om oud ijzer
|
[het maakt niet uit wat je kiest]
|
|
de laatste loodjes wegen het zwaarst
|
[de eindfase is het moeilijkst]
|
|
de deur hangt uit het lood
|
[scheef]
|
|
hij is uit het lood geslagen
|
[verbaasd, verdrietig, machteloos]
|
|
er zwaar aan tillen
|
[het als een groot bezwaar zien]
|
|
ik heb er een zwaar hoofd in
|
[ik voorzie grote problemen]
|
|
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
|
[het belangrijkste gaat voor]
|
|
zwaar op de maag liggen
|
[moeilijk te verteren zijn]
|
|
zwaar verkeer
|
[grote vrachtwagens]
|
|
dat weegt zwaar
|
[dat is belangrijk]
|
|
de laatste loodjes wegen het zwaarst
|
[de eindfase is het moeilijkst]
|
|
het zwaar te verduren krijgen
|
[het moeilijk hebben]
|
|
een zware straf
|
[een strenge en harde straf]
|
|
het valt me zwaar
|
[het kost me veel moeite]
|
|
zwaar beproefd worden
|
[veel moeten lijden]
|
|
een zware dobber ergens aan hebben
|
[er veel moeite mee hebben]
|
|
zware kost
|
[moeilijk verteerbaar voedsel, of moeilijk te begrijpen stof]
|
|
het zwaar te verduren hebben
|
[veel onaangenaams meemaken]
|
|
de zware industrie
|
[grote metaalindustrie]
|
|
een zware jongen
|
[echte misdadiger, of iemand met een hoge positie]
|
|
van een zwaar kaliber
|
[met hoge kwaliteit]
|
|
er een zware pijp mee roken
|
[ergens heel negatieve ervaringen mee hebben]
|
|
zware wapens
|
[artillerie en tanks]
|
|
ergens zwaar over in zitten
|
[je er ernstig zorgen over maken]
|
|
een zwaar verlies
|
[een groot verlies, grote schade]
|
|
zware lasten hebben
|
[veel betalen voor woning en onderhoud]
|
|
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
|
[het belangrijkste gaat voor]
|
|
het zwaar te pakken hebben
|
[erg verkouden zijn, of erg verliefd zijn]
|
|
ergens zwaar aan tillen
|
[laten weten dat je het belangrijk vindt]
|
|
zwaar op de hand zijn
|
[erg serieus en tobberig zijn]
|
|
dat is het laatste redmiddel
|
[waarna er niets meer aan te doen valt]
|
|
ik ben de laatste om dat te zeggen
|
[ik moet het zeker niet zeggen]
|
|
op het laatst had ik er genoeg van
|
[tenslotte had ik er genoeg van]
|
|
wanneer heb je hem voor het laatst gezien?
|
[welke keer was het kortst geleden?]
|
|
de laatste mode
|
[de nieuwste mode]
|
|
de tijd vliegt
|
[hij gaat snel voorbij]
|
|
de tijd zal het leren
|
[later weten we het wel]
|
|
tijd is geld
|
[tijd is kostbaar]
|
|
ik heb daar geen tijd voor
|
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
|
|
hij zit de hele tijd te gapen
|
[voortdurend, steeds]
|
|
de laatste tijd
|
[de periode die achter ons ligt]
|
|
we hebben geen tijd te verliezen
|
[we moeten opschieten]
|
|
vrije tijd
|
[waarin je niet hoeft te werken]
|
|
dat is uit de tijd
|
[ouderwets]
|
|
de tijd doden
|
[iets doen als je moet wachten]
|
|
hij is zijn tijd vooruit
|
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
|
|
het zal mijn tijd wel duren
|
[ik maak me er niet druk over]
|
|
hij heeft de tijd
|
[hoeft zich niet te haasten]
|
|
zijn tijd verdoen
|
[niets uitvoeren]
|
|
een sprong in de tijd maken
|
[een lange periode overslaan]
|
|
de tand des tijds
|
[de slijtage van alle dingen]
|
|
de tijd heelt alle wonden
|
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
|
|
het is tijd om te vertrekken
|
[we moeten vertrekken]
|
|
zij komt nooit op tijd
|
[ze is altijd te laat]
|
|
je moet op de tijd letten
|
[opletten of het moment er al is]
|
|
zij is over tijd
|
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
|
|
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
|
[als het moment daar is]
|
|
zij is erg bij de tijd
|
[bijdehand, slim]
|
|
komt tijd, komt raad
|
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
|
|
als het mijn tijd is
|
[wanneer ik doodga]
|
|
heb je de tijd?
|
[weet je hoe laat het is?]
|
|
op tijd zijn natje en droogje krijgen
|
[niets tekort komen]
|
|
over tijd zijn
|
[de menstruatie is nog niet gekomen]
|
|
te allen tijde
|
[altijd]
|
|
van tijd tot tijd
|
[af en toe]
|
|
binnen afzienbare tijd
|
[spoedig]
|
|
in de baas zijn tijd
|
[onder werktijd]
|
|
iemands tijd in beslag nemen
|
[zijn aandacht opeisen]
|
|
dat heeft de tijd
|
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
|
|
het zal mijn tijd wel duren
|
[ik maak me er niet druk om]
|
|
iemand de tijd ergens voor gunnen
|
[het hem op zijn gemak laten doen]
|
|
gezelligheid kent geen tijd
|
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
|
|
de hele tijd
|
[voortdurend]
|
|
ik kan mijn tijd wel beter besteden
|
[dat vind ik minderwaardig]
|
|
in minder dan geen tijd
|
[heel snel]
|
|
een scherpe tijd
|
[die moeilijk te verbeteren is]
|
|
dat is verleden tijd
|
[dat is voorbij]
|
|
de tijd aan zichzelf hebben
|
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
|
|
met je tijd meegaan
|
[met de mode en de heersende opvattingen]
|
|
niet meer van deze tijd
|
[heel verouderd]
|
|
zijn tijd ver vooruit zijn
|
[heel modern zijn]
|
|
tussen de lakens kruipen
|
[naar bed gaan]
|
|
de lakens uitdelen
|
[zeggen wat er moet gebeuren, leiding geven]
|
|
de lamp hangt scheef
|
[er is geldgebrek]
|
|
tegen de lamp lopen
|
[betrapt worden]
|
|
de lamp hangt scheef
|
[er is geldgebrek]
|
|
zijn pruik staat scheef
|
[hij is uit zijn humeur]
|
|
een scheve schaats rijden
|
[iets doen wat niet geoorloofd is]
|
|
schots en scheef
|
[rommelig, verkeerd]
|
|
iemand scheef aankijken
|
[met wantrouwen]
|
|
dat geef scheve gezichten
|
[waarschuwing dat men jaloers zal zijn]
|
|
dat zit scheef
|
[dat zit fout]
|
|
dat gaat scheef
|
[dat loopt verkeerd af]
|
|
de lamp hangt schuin
|
[er is geldgebrek]
|
|
met een schuin oog kijken naar iets of iemand
|
[jaloers zijn]
|
|
een schuine mop
|
[die te maken heeft met seks]
|
|
de lange latten
|
[ski's]
|
|
zo mager als een lat
|
[heel erg mager]
|
|
de lat gelijk leggen
|
[iedereen op dezelfde manier behandelen]
|
|
onder de lat staan
|
[in het doel]
|
|
de lat hoger leggen
|
[hogere eisen stellen]
|
|
de dames gaan in het lang
|
[in een lange jurk]
|
|
iets op de lange baan schuiven
|
[het telkens uitstellen]
|
|
op de lange duur
|
[over een lange tijd gezien]
|
|
aan het langste eind trekken
|
[het uiteindelijk winnen]
|
|
een lang gezicht trekken
|
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
|
|
de lange latten
|
[ski's]
|
|
lange tenen hebben
|
[snel beledigd zijn]
|
|
lange vingers hebben
|
[stelen]
|
|
het is zo lang als het breed is
|
[het komt op hetzelfde neer]
|
|
we hebben er lang en breed over gesproken
|
[heel uitvoerig]
|
|
hij zal het niet lang meer maken
|
[hij leeft nog maar kort]
|
|
ze heeft erg lang werk
|
[ze doet er een hele tijd over]
|
|
werk je daar al lang?
|
[al een tijd?]
|
|
een lange adem hebben
|
[iets lange tijd volhouden]
|
|
een zaak van lange adem
|
[die lange tijd blijft bestaan]
|
|
hoe langer hoe beter
|
[steeds beter]
|
|
al lang en breed
|
[al lang]
|
|
eerlijk duurt het langst
|
[met bedrog kom je niet ver]
|
|
lang geleden
|
[ver in het verleden]
|
|
we kennen elkaar langer dan vandaag
|
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
|
|
van zijn lang zal z'n leven niet
|
[absoluut nooit]
|
|
hij zal het niet lang meer maken
|
[zal spoedig sterven]
|
|
lang van stof zijn
|
[altijd veel woorden nodig hebben]
|
|
dan kun je lang wachten
|
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
|
|
een lang weekend
|
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
|
|
ergens lang werk mee hebben
|
[niet opschieten]
|
|
iets niet langer doen
|
[het niet meer doen]
|
|
dat is lang niet slecht
|
[behoorlijk goed]
|
|
ten langen leste
|
[eindelijk]
|
|
met lange tanden eten
|
[met tegenzin]
|
|
de lange latten
|
[ski's]
|
|
zo mager als een lat
|
[heel erg mager]
|
|
de lat gelijk leggen
|
[iedereen op dezelfde manier behandelen]
|
|
onder de lat staan
|
[in het doel]
|
|
de lat hoger leggen
|
[hogere eisen stellen]
|
|
de lange latten
|
[ski's]
|
|
zo mager als een lat
|
[heel erg mager]
|
|
de lat gelijk leggen
|
[iedereen op dezelfde manier behandelen]
|
|
onder de lat staan
|
[in het doel]
|
|
de lat hoger leggen
|
[hogere eisen stellen]
|
|
de ruzie liep hoog op
|
[was erg heftig]
|
|
dat zit haar erg hoog
|
[dat houdt haar erg bezig]
|
|
hij zit hoog en droog thuis
|
[veilig thuis]
|
|
hij zweert het bij hoog en bij laag
|
[zegt dat het zeker waar is]
|
|
een hoge borst opzetten
|
[verwaand zijn]
|
|
dat is te hoog gegrepen
|
[te moeilijk]
|
|
iets hoog houden
|
[in ere houden]
|
|
je kunt hoog of laag springen, maar...
|
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
|
|
de lat hoog leggen
|
[hoge eisen stellen]
|
|
hoog tegen iemand opkijken
|
[veel bewondering voor hem hebben]
|
|
geen hoge pet op hebben van iemand
|
[niet veel van hem verwachten]
|
|
hoog van de toren blazen
|
[een grote mond hebben]
|
|
iets hoog in zijn vaandel hebben
|
[er veel waardering voor hebben]
|
|
het neemt een hoge vlucht
|
[ontwikkelt zich goed en snel]
|
|
geen zee gaat hem te hoog
|
[hij laat zich nergens door afschrikken]
|
|
het hoogste lied zingen
|
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
|
|
het hoogste woord hebben
|
[druk en zelfbewust praten]
|
|
in hoge mate
|
[zeer]
|
|
hoge ogen gooien
|
[er veel kans op hebben]
|
|
iemand te hoog aanslaan
|
[hem te veel belasting laten betalen]
|
|
hoge lasten hebben
|
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
|
|
ten hoogste
|
[maximaal]
|
|
een hoge dunk van jezelf hebben
|
[denken dat je beter bent dan anderen]
|
|
iemand hoog hebben
|
[eerbied, respect voor hem hebben]
|
|
een hogere macht
|
[bovenaards wezen of principe]
|
|
in hogere sferen zijn
|
[wegdromen]
|
|
hoger beroep aantekenen
|
[herziening vragen van een vonnis]
|
|
geen hoge dunk van iemand hebben
|
[hem minachten]
|
|
op zijn hoogst
|
[in het uiterste geval]
|
|
de Hoge Raad
|
[hoogste rechtbank van Nederland]
|
|
hoog spel spelen
|
[riskante dingen doen]
|
|
dat is hogere wiskunde voor mij
|
[dat vind ik heel moeilijk]
|
|
hoge nood hebben
|
[naar het toilet moeten]
|
|
het is hoog tijd
|
[we kunnen niet wachten]
|
|
in hoge mate
|
[zeer, ruimschoots]
|
|
de strijd loopt hoog op
|
[wordt steeds erger]
|
|
hoog aan de wind zeilen
|
[bovenwinds]
|
|
iets bij hoog en laag beweren
|
[heel stellig]
|
|
iets hoog opnemen
|
[het iemand zeer kwalijk nemen]
|
|
het hoge woord is eruit
|
[hij heeft het eindelijk gezegd]
|
|
het zit hem hoog
|
[hij is er heel verontwaardigd over]
|
|
de lidwoorden 'de' en 'het' zijn bepaalde lidwoorden
|
[ze geven aan dat je weet over wie of wat het gaat]
|
|
dat is niet bepaald slim
|
[dat is dom]
|
|
liefde maakt blind
|
[als je van iemand houdt, zie je zijn fouten niet]
|
|
haar mijn liefde verklaren
|
[tegen haar zeggen dat ik van haar hou]
|
|
de liefde kan niet van één kant komen
|
[je moet er allebei iets voor doen]
|
|
hij deed het met liefde
|
[graag]
|
|
de liefde bedrijven
|
[met iemand neuken]
|
|
de liefde bedrijven
|
[vrijen]
|
|
geen man meer hebben
|
[weduwe zijn]
|
|
aan de man komen
|
[trouwen]
|
|
de liefde van de man gaat door de maag
|
[mannen verleid je met lekker eten]
|
|
hij is er de man niet naar
|
[zo is hij niet]
|
|
hij staat zijn mannetje wel
|
[kan zich goed verdedigen]
|
|
een man een man, een woord een woord
|
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
|
|
hij is mans genoeg
|
[flink genoeg]
|
|
hij is heel wat mans
|
[kan heel wat en is niet gauw bang]
|
|
de man met de hamer
|
[vermoeidheid of een morele inzinking]
|
|
ik ben je man
|
[ik sta tot je beschikking]
|
|
een man van de klok zijn
|
[altijd op tijd zijn]
|
|
een sterke man
|
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
|
|
een man van de wereld zijn
|
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
|
|
de man met de zeis
|
[de dood]
|
|
iets aan de man brengen
|
[het verkopen]
|
|
er is geen man overboord
|
[er is niets ernstigs gebeurd]
|
|
man en paard noemen
|
[niets verzwijgen]
|
|
een gewaarschuwd man telt voor twee
|
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
|
|
als één man
|
[allemaal tegelijk]
|
|
de kleine man
|
[de mensen met een laag inkomen]
|
|
het op de man af vragen
|
[rechtstreeks]
|
|
kleren maken de man
|
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
|
|
met man en muis vergaan
|
[met alle opvarenden]
|
|
dan is er nog geen man overboord
|
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
|
|
man en paard noemen
|
[de namen van de betrokkenen geven]
|
|
anderhalve man en een paardenkop
|
[bijna niemand]
|
|
op de man spelen
|
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
|
|
iets tot de laatste man verdedigen
|
[tot het uiterste]
|
|
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
|
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
|
|
de lier aan de wilgen hangen
|
[ergens voorgoed mee ophouden]
|
|
de dokter heeft geen dienst
|
[werkt vandaag niet]
|
|
de ene dienst is de andere waard
|
[als je mij helpt, help ik jou]
|
|
tot uw dienst
|
[als iemand je bedankt omdat je wat voor hem deed]
|
|
wat is er van uw dienst?
|
[waarmee kan ik u helpen?]
|
|
wie maakt hier de dienst uit?
|
[wie is de baas?]
|
|
de lift is buiten dienst
|
[doet het niet]
|
|
de lijdende vorm
|
[zin die uitdrukt dat het onderwerp iets ondergaat]
|
|
lijdend voorwerp
|
[deel van de zin die aangeeft wie de handeling van het werkwoord ondergaat]
|
|
het lijdt geen twijfel
|
[het is beslist waar]
|
|
het kan wel lijden
|
[er is geld genoeg voor]
|
|
zij doet aan de slanke lijn
|
[probeert slanker te worden]
|
|
ik kan er geen lijn in ontdekken
|
[geen duidelijke regelmaat of samenhang]
|
|
we moeten één lijn trekken
|
[dezelfde dingen goed en fout vinden]
|
|
het vertoont een stijgende lijn
|
[wordt steeds beter]
|
|
de grote lijn
|
[een samenvatting van de hoofdzaken]
|
|
we hebben Amerika aan de lijn
|
[aan de telefoon]
|
|
zij houdt je aan het lijntje
|
[geeft niet waar je om vraagt, maar wijst je ook niet af]
|
|
langzaamaan, dan breekt het lijntje niet
|
[als je kalm aan doet, bereik je je doel]
|
|
de lijn trekken
|
[luieren]
|
|
hij volgt de harde lijn
|
[is erg streng]
|
|
dat ligt niet in mijn lijn
|
[dat past niet bij me]
|
|
je vleugels uitslaan
|
[je ontplooien]
|
|
de linker of rechter vleugel van een politieke partij
|
[de groep met linkse of rechtse ideeën]
|
|
de lonen bevriezen
|
[bepalen dat ze niet mogen dalen of stijgen]
|
|
de lont in het kruitvat steken
|
[een uitbarsting veroorzaken]
|
|
het schip is in de lucht gevlogen
|
[ontploft]
|
|
dat is uit de lucht gegrepen
|
[dat kun je niet bewijzen]
|
|
de kritiek was niet van de lucht
|
[er was veel kritiek]
|
|
het programma gaat de lucht in
|
[wordt uitgezonden]
|
|
een gat in de lucht springen
|
[heel blij zijn]
|
|
dat is uit de lucht gegrepen
|
[verzonnen, niet waar]
|
|
er hangt iets in de lucht
|
[er gaat iets gebeuren]
|
|
de kou is uit de lucht
|
[het conflict is voorbij]
|
|
dat is een slag in de lucht
|
[iets wat nergens op gebaseerd is]
|
|
iets in de lucht laten vliegen
|
[het opblazen]
|
|
een vliegtuig uit de lucht halen
|
[het neerschieten]
|
|
de lucht breekt
|
[de wolken gaan uiteen]
|
|
niet van de lucht zijn
|
[veel voorkomen]
|
|
er is geen vuiltje aan de lucht
|
[het is helemaal in orde]
|
|
in de open lucht
|
[buiten]
|
|
hij leeft van de lucht
|
[heeft weinig geld nodig]
|
|
we gaan een luchtje scheppen
|
[buiten lopen]
|
|
hij doet alsof zij lucht is
|
[alsof hij haar niet ziet]
|
|
het zit in de lucht
|
[iedereen heeft er last van]
|
|
frisse lucht
|
[de buitenlucht]
|
|
geen lucht krijgen
|
[moeilijk kunnen ademhalen]
|
|
een luchtje scheppen
|
[buiten een wandeling maken]
|
|
van de lucht leven
|
[heel sober]
|
|
lulletje rozenwater
|
[sullige, onmannelijke man]
|
|
lulhannes
|
[onbenullig iemand]
|
|
voor lul staan
|
[je belachelijk maken]
|
|
de lul zijn
|
[de dupe]
|
|
er voor janlul bij staan
|
[voor gek]
|
|
hij loopt zijn lul achterna
|
[is alleen maar met seks bezig]
|
|
ze zongen dat het een lieve lust was
|
[met veel plezier]
|
|
niet alleen de lusten, maar ook de lasten
|
[niet alleen het genieten, maar ook de vervelende kanten]
|
|
het is zijn lust en zijn leven
|
[hij doet het verschrikkelijk graag]
|
|
het is een lust voor het oog
|
[heel mooi]
|
|
eetlust
|
[zin om te eten, trek]
|
|
de lust vergaat me
|
[ik heb er geen zin in]
|
|
de lust bekruipt me om ...
|
[ik krijg er zin in om dat te doen]
|
|
ze zongen dat het een lieve lust was
|
[met veel plezier]
|
|
niet alleen de lusten, maar ook de lasten
|
[niet alleen het genieten, maar ook de vervelende kanten]
|
|
het is zijn lust en zijn leven
|
[hij doet het verschrikkelijk graag]
|
|
het is een lust voor het oog
|
[heel mooi]
|
|
de lust vergaat me
|
[ik heb er geen zin in]
|
|
de lust bekruipt me om ...
|
[ik krijg er zin in om dat te doen]
|
|
eetlust
|
[zin om te eten, trek]
|
|
de lust vergaat me om ...
|
[ik heb daar totaal geen zin meer in]
|
|
hoe is het jou vergaan?
|
[wat heb je meegemaakt?]
|
|
ik neem de maat
|
[ik meet]
|
|
met mate
|
[niet te veel]
|
|
hij kan geen maat houden
|
[neemt altijd teveel]
|
|
dat is onder de maat
|
[onvoldoende]
|
|
met twee maten meten
|
[verschillende normen gebruiken]
|
|
de maat is vol
|
[ik neem het niet langer]
|
|
in hoge mate
|
[zeer]
|
|
in alle soorten en maten
|
[in alle variëteiten]
|
|
beneden de maat
|
[onvoldoende]
|
|
in de maat zingen
|
[goed volgens het telpatroon van het stuk]
|
|
de maat slaan
|
[met je hand aangeven hoe de maat is]
|
|
geen maat kunnen houden
|
[geen gevoel voor ritme hebben]
|
|
in de maat lopen
|
[volgens een vast ritme]
|
|
wij zijn goede maatjes
|
[met elkaar bevriend]
|
|
Jan Rap en zijn maat
|
[uitschot, tuig]
|
|
er vol van zijn
|
[over niets anders meer kunnen praten of denken]
|
|
het was een volle bak
|
[een uitverkochte zaal]
|
|
ergens de buik vol van hebben
|
[er niets meer mee te maken willen hebben]
|
|
ergens de handen vol aan hebben
|
[het er druk mee hebben]
|
|
de maat is vol
|
[ik accepteer het niet langer]
|
|
ergens de mond vol van hebben
|
[er voortdurend over praten]
|
|
iemand voor vol aanzien
|
[hem serieus nemen]
|
|
de volle laag krijgen
|
[veel verwijten krijgen]
|
|
in zijn volle lengte
|
[met zijn hele lichaam]
|
|
het volle leven
|
[het werkelijke leven]
|
|
in het volle licht staan
|
[goed opgemerkt worden]
|
|
de volle mep betalen
|
[het hele bedrag]
|
|
het volle pond betalen
|
[de hele som]
|
|
ten volle
|
[volkomen]
|
|
op volle toeren
|
[uit alle macht]
|
|
uit volle borst zingen
|
[luidkeels]
|
|
in volle ernst
|
[heel ernstig]
|
|
hem voor vol aanzien
|
[hem serieus nemen]
|
|
iemand de huid vol schelden
|
[hem overladen met scheldwoorden]
|
|
ik neem de maat
|
[ik meet]
|
|
met mate
|
[niet te veel]
|
|
hij kan geen maat houden
|
[neemt altijd teveel]
|
|
dat is onder de maat
|
[onvoldoende]
|
|
met twee maten meten
|
[verschillende normen gebruiken]
|
|
de maat is vol
|
[ik neem het niet langer]
|
|
in hoge mate
|
[zeer]
|
|
in alle soorten en maten
|
[in alle variëteiten]
|
|
beneden de maat
|
[onvoldoende]
|
|
in de maat zingen
|
[goed volgens het telpatroon van het stuk]
|
|
de maat slaan
|
[met je hand aangeven hoe de maat is]
|
|
geen maat kunnen houden
|
[geen gevoel voor ritme hebben]
|
|
in de maat lopen
|
[volgens een vast ritme]
|
|
wij zijn goede maatjes
|
[met elkaar bevriend]
|
|
Jan Rap en zijn maat
|
[uitschot, tuig]
|
|
een bal over het net slaan
|
[naar de andere kant ervan]
|
|
de maat slaan
|
[de maat aangeven met armbewegingen]
|
|
ze is daar niet weg te slaan
|
[ze is er altijd bij]
|
|
dat slaat nergens op
|
[dat is onzin]
|
|
ik sla me er wel doorheen
|
[ik red het wel]
|
|
maatschappelijk werk
|
[hulp aan mensen of groepen die het moeilijk hebben]
|
|
maatschappelijk draagvlak
|
[als een deel van de bevolking een plan ondersteunt]
|
|
de maatschappelijke ladder
|
[de reeks van rangen en standen in de maatschappij]
|
|
een verhouding hebben
|
[een liefdesrelatie]
|
|
naar verhouding
|
[als je het vergelijkt met iets soortgelijks]
|
|
in verhouding tot
|
[als je het met iets anders vergelijkt]
|
|
de verhoudingen op de tekening
|
[het verband tussen de maten op de tekening en de echte maten]
|
|
de maatschappelijke verhoudingen
|
[de betrekkingen tussen de verschillende groepen in de maatschappij]
|
|
ik stel daar belang in
|
[ik vind het belangrijk]
|
|
hij stelt een fiets beschikbaar
|
[hij geeft die fiets]
|
|
je iets ten doel stellen
|
[iets willen bereiken]
|
|
het is slecht met haar gesteld
|
[het is slecht met haar]
|
|
ik zal hem op de hoogte stellen
|
[informeren]
|
|
we zullen het aan de orde stellen
|
[erover beginnen te praten]
|
|
ik stel dat op prijs
|
[ik waardeer het]
|
|
de machine buiten werking stellen
|
[uitzetten]
|
|
de lust vergaat me om ...
|
[ik heb daar totaal geen zin meer in]
|
|
de lust vergaat me om ...
|
[ik heb daar totaal geen zin meer in]
|
|
hoe is het jou vergaan?
|
[wat heb je meegemaakt?]
|
|
ik neem de maat
|
[ik meet]
|
|
met mate
|
[niet te veel]
|
|
hij kan geen maat houden
|
[neemt altijd teveel]
|
|
dat is onder de maat
|
[onvoldoende]
|
|
met twee maten meten
|
[verschillende normen gebruiken]
|
|
de maat is vol
|
[ik neem het niet langer]
|
|
in hoge mate
|
[zeer]
|
|
in alle soorten en maten
|
[in alle variëteiten]
|
|
beneden de maat
|
[onvoldoende]
|
|
in de maat zingen
|
[goed volgens het telpatroon van het stuk]
|
|
de maat slaan
|
[met je hand aangeven hoe de maat is]
|
|
geen maat kunnen houden
|
[geen gevoel voor ritme hebben]
|
|
in de maat lopen
|
[volgens een vast ritme]
|
|
wij zijn goede maatjes
|
[met elkaar bevriend]
|
|
Jan Rap en zijn maat
|
[uitschot, tuig]
|
|
er vol van zijn
|
[over niets anders meer kunnen praten of denken]
|
|
het was een volle bak
|
[een uitverkochte zaal]
|
|
ergens de buik vol van hebben
|
[er niets meer mee te maken willen hebben]
|
|
ergens de handen vol aan hebben
|
[het er druk mee hebben]
|
|
de maat is vol
|
[ik accepteer het niet langer]
|
|
ergens de mond vol van hebben
|
[er voortdurend over praten]
|
|
iemand voor vol aanzien
|
[hem serieus nemen]
|
|
de volle laag krijgen
|
[veel verwijten krijgen]
|
|
in zijn volle lengte
|
[met zijn hele lichaam]
|
|
het volle leven
|
[het werkelijke leven]
|
|
in het volle licht staan
|
[goed opgemerkt worden]
|
|
de volle mep betalen
|
[het hele bedrag]
|
|
het volle pond betalen
|
[de hele som]
|
|
ten volle
|
[volkomen]
|
|
uit volle borst zingen
|
[luidkeels]
|
|
in volle ernst
|
[heel ernstig]
|
|
hem voor vol aanzien
|
[hem serieus nemen]
|
|
iemand de huid vol schelden
|
[hem overladen met scheldwoorden]
|
|
daar neem ik geen genoegen mee
|
[dat accepteer ik niet]
|
|
hem serieus nemen
|
[accepteren zoals hij is]
|
|
een bad nemen
|
[in bad gaan]
|
|
hem in dienst nemen
|
[hem een baan geven]
|
|
een besluit nemen
|
[iets besluiten]
|
|
hij neemt het niet zo nauw
|
[hij is niet erg precies]
|
|
een initiatief nemen
|
[ergens mee beginnen]
|
|
de maat nemen
|
[iets meten]
|
|
het hem kwalijk nemen
|
[hem de schuld ervoor geven]
|
|
een foto nemen
|
[een foto maken]
|
|
ik neem de maat
|
[ik meet]
|
|
met mate
|
[niet te veel]
|
|
hij kan geen maat houden
|
[neemt altijd teveel]
|
|
dat is onder de maat
|
[onvoldoende]
|
|
met twee maten meten
|
[verschillende normen gebruiken]
|
|
de maat is vol
|
[ik neem het niet langer]
|
|
in hoge mate
|
[zeer]
|
|
in alle soorten en maten
|
[in alle variëteiten]
|
|
beneden de maat
|
[onvoldoende]
|
|
in de maat zingen
|
[goed volgens het telpatroon van het stuk]
|
|
de maat slaan
|
[met je hand aangeven hoe de maat is]
|
|
geen maat kunnen houden
|
[geen gevoel voor ritme hebben]
|
|
in de maat lopen
|
[volgens een vast ritme]
|
|
wij zijn goede maatjes
|
[met elkaar bevriend]
|
|
Jan Rap en zijn maat
|
[uitschot, tuig]
|
|
een bal over het net slaan
|
[naar de andere kant ervan]
|
|
de maat slaan
|
[de maat aangeven met armbewegingen]
|
|
ze is daar niet weg te slaan
|
[ze is er altijd bij]
|
|
dat slaat nergens op
|
[dat is onzin]
|
|
ik sla me er wel doorheen
|
[ik red het wel]
|
|
maatschappelijk werk
|
[hulp aan mensen of groepen die het moeilijk hebben]
|
|
maatschappelijk draagvlak
|
[als een deel van de bevolking een plan ondersteunt]
|
|
de maatschappelijke ladder
|
[de reeks van rangen en standen in de maatschappij]
|
|
een verhouding hebben
|
[een liefdesrelatie]
|
|
naar verhouding
|
[als je het vergelijkt met iets soortgelijks]
|
|
in verhouding tot
|
[als je het met iets anders vergelijkt]
|
|
de verhoudingen op de tekening
|
[het verband tussen de maten op de tekening en de echte maten]
|
|
de maatschappelijke verhoudingen
|
[de betrekkingen tussen de verschillende groepen in de maatschappij]
|
|
ik stel daar belang in
|
[ik vind het belangrijk]
|
|
hij stelt een fiets beschikbaar
|
[hij geeft die fiets]
|
|
je iets ten doel stellen
|
[iets willen bereiken]
|
|
het is slecht met haar gesteld
|
[het is slecht met haar]
|
|
ik zal hem op de hoogte stellen
|
[informeren]
|
|
we zullen het aan de orde stellen
|
[erover beginnen te praten]
|
|
ik stel dat op prijs
|
[ik waardeer het]
|
|
de machine buiten werking stellen
|
[uitzetten]
|
|
de machine is buiten bedrijf
|
[hij werkt niet meer]
|
|
hij komt van buiten
|
[hij komt van het platteland]
|
|
ik sta hierbuiten
|
[ik heb er niets mee te maken]
|
|
jullie houden mij erbuiten
|
[jullie vertellen mij niets]
|
|
buiten adem
|
[hijgend van moeheid]
|
|
het van buiten leren
|
[uit je hoofd leren]
|
|
buiten werktijd
|
[als je niet hoeft te werken]
|
|
de machine is buiten werking
|
[hij staat niet aan]
|
|
de machine weigert
|
[hij doet het niet]
|
|
achter het stuur zitten
|
[de auto besturen]
|
|
de macht over het stuur verliezen
|
[niet meer kunnen besturen]
|
|
geen man meer hebben
|
[weduwe zijn]
|
|
aan de man komen
|
[trouwen]
|
|
de liefde van de man gaat door de maag
|
[mannen verleid je met lekker eten]
|
|
hij is er de man niet naar
|
[zo is hij niet]
|
|
hij staat zijn mannetje wel
|
[kan zich goed verdedigen]
|
|
een man een man, een woord een woord
|
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
|
|
hij is mans genoeg
|
[flink genoeg]
|
|
hij is heel wat mans
|
[kan heel wat en is niet gauw bang]
|
|
de man met de hamer
|
[vermoeidheid of een morele inzinking]
|
|
ik ben je man
|
[ik sta tot je beschikking]
|
|
een man van de klok zijn
|
[altijd op tijd zijn]
|
|
een sterke man
|
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
|
|
een man van de wereld zijn
|
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
|
|
de man met de zeis
|
[de dood]
|
|
iets aan de man brengen
|
[het verkopen]
|
|
er is geen man overboord
|
[er is niets ernstigs gebeurd]
|
|
man en paard noemen
|
[niets verzwijgen]
|
|
een gewaarschuwd man telt voor twee
|
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
|
|
als één man
|
[allemaal tegelijk]
|
|
de kleine man
|
[de mensen met een laag inkomen]
|
|
het op de man af vragen
|
[rechtstreeks]
|
|
kleren maken de man
|
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
|
|
met man en muis vergaan
|
[met alle opvarenden]
|
|
dan is er nog geen man overboord
|
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
|
|
man en paard noemen
|
[de namen van de betrokkenen geven]
|
|
anderhalve man en een paardenkop
|
[bijna niemand]
|
|
op de man spelen
|
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
|
|
iets tot de laatste man verdedigen
|
[tot het uiterste]
|
|
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
|
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
|
|
hij vroeg om stilte
|
[of iedereen stil wilde zijn]
|
|
de man werd in stilte begraven
|
[zonder dat er veel mensen bij waren]
|
|
het is stilte voor de storm
|
[het is rustig, maar er komt vast een uitbarsting]
|
|
van alle markten thuis zijn
|
[overal wat vanaf weten]
|
|
een gat in de markt
|
[een mogelijkheid om producten te verkopen]
|
|
goed in de markt liggen
|
[gevraagd, gewild zijn]
|
|
in de markt zijn voor iets
|
[gegadigde zijn]
|
|
een nerveuze markt
|
[met sterke schommelingen]
|
|
een open markt
|
[zonder invoerrechten en heffingen]
|
|
iets onder de markt verkopen
|
[onder de vastgestelde prijs]
|
|
de markt veroveren
|
[veel verkopen]
|
|
de zwarte markt
|
[clandestiene handel]
|
|
op de markt is uw gulden een daalder waard
|
[op de markt is alles goedkoper]
|
|
de mast strijken
|
[neerhalen]
|
|
met de zeilen voor de mast liggen
|
[klaar zijn om te beginnen]
|
|
de meningen zijn verdeeld
|
[iedereen denkt er anders over]
|
|
ik heb geen mens gezien
|
[niemand dus]
|
|
grote mensen
|
[volwassenen]
|
|
zij komt niet onder de mensen
|
[ontmoet geen anderen]
|
|
we gaan de inwendige mens versterken
|
[iets eten]
|
|
daar heb ik mijn mensen voor
|
[mijn medewerkers]
|
|
zij is geen mens voor kantoor
|
[daar is zij niet geschikt voor]
|
|
hij is een nachtmens
|
[werkt het liefst 's nachts]
|
|
ik ben ook maar een mens!
|
[verontschuldiging voor zwakheden]
|
|
een mens is geen aardappel
|
[hij wil wel eens een pleziertje]
|
|
alle mensen!
|
[uitroep van verbazing of ergernis]
|
|
de mens leeft niet van brood alleen
|
[heeft hogere behoeftes dan alleen het materiële]
|
|
ik ben geen mens meer
|
[ben heel erg moe]
|
|
de mens wikt, God beschikt
|
[het kan wel eens heel anders lopen dan je denkt]
|
|
onder de mensen komen
|
[mensen ontmoeten]
|
|
je hebt mensen en potloden
|
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
|
|
een mens van vlees en bloed
|
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
|
|
de Zoon des Mensen
|
[Jezus Christus]
|
|
daarmee is geen droog brood te verdienen
|
[het levert geen geld op]
|
|
dat is brood op de plank
|
[geld om van te leven]
|
|
droog brood eten
|
[heel arm zijn]
|
|
de honden lusten er geen brood van
|
[het is schandalig]
|
|
de mens leeft niet van brood alleen
|
[heeft hogere behoeften dan alleen eten en drinken]
|
|
je de kaas niet van het brood laten eten
|
[opkomen voor jezelf]
|
|
iets op je brood krijgen
|
[er de schuld van krijgen, er een verwijt over krijgen]
|
|
het brood uit de mond sparen
|
[bezuinigen op wat je eet, voor iemand anders]
|
|
iemand het brood uit de mond stoten
|
[hem afnemen waar hij zijn geld mee verdient]
|
|
op water en brood zitten
|
[in de gevangenis]
|
|
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
|
[je staat aan de kant van degene van wie je afhankelijk bent]
|
|
ergens geen brood in zien
|
[niet verwachten dat het iets oplevert]
|
|
niemand voelt zich geroepen
|
[niemand vindt dat hij het moet doen]
|
|
een dokter roepen
|
[waarschuwen]
|
|
de mensen bij elkaar roepen
|
[vragen te komen]
|
|
ze roepen over die nieuwe auto
|
[ze zijn er erg tevreden over]
|
|
zijn uur is gekomen
|
[hij gaat sterven]
|
|
het uur U
|
[het moment waar het op aan komt]
|
|
van het eerste uur
|
[ervaren]
|
|
het uur van de waarheid
|
[het beslissende ogenblik]
|
|
op zondag rijdt er om het uur een bus
|
[het ene uur wel, het andere niet]
|
|
de mensen van het eerste uur
|
[die er vanaf het begin bij waren]
|
|
het uur der waarheid
|
[waarin we achter de waarheid zullen komen]
|
|
zijn laatste uur
|
[het uur van zijn sterven]
|
|
tot in de kleine(vroege) uurtjes
|
[tot diep in de nacht]
|
|
dag noch uur weten
|
[zijn oriëntatie op de tijd kwijt zijn]
|
|
klokslag acht uur
|
[precies om acht uur]
|
|
een uur in de wind stinken
|
[heel erg stinken]
|
|
te elfder ure
|
[op het laatste ogenblik]
|
|
hij is al op leeftijd
|
[tamelijk oud]
|
|
de middelbare leeftijd
|
[tussen veertig en zestig jaar]
|
|
de goden verzoeken
|
[iets doen wat waarschijnlijk problemen oplevert]
|
|
de mindere goden
|
[minder begaafden]
|
|
Gods water over Gods akker laten vloeien
|
[de dingen nemen zoals ze komen]
|
|
leven als God in Frankrijk
|
[in alle vrijheid genieten]
|
|
zich storen aan God noch gebod
|
[zich nergens iets van aantrekken]
|
|
de mist in gaan
|
[mislukken]
|
|
een modern antiquariaat
|
[handel in restanten van een product]
|
|
de moderne vreemde talen
|
[Engels, Frans en Duits]
|
|
vreemde talen
|
[buitenlandse talen]
|
|
dat heeft hij niet van een vreemd
|
[dat zit in de familie]
|
|
er vreemd van opkijken
|
[het raar vinden]
|
|
vreemd genoeg....
|
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
|
|
een vreemde snoeshaan
|
[een vreemd persoon]
|
|
ik voel me als een kat in een vreemd pakhuis
|
[ik voel me hier helemaal niet thuis]
|
|
een vreemd gezicht
|
[een onbekend persoon]
|
|
in den vreemde
|
[ver weg in het buitenland]
|
|
vreemde ogen dwingen
|
[kinderen gehoorzamen vaak beter aan vreemden dan aan hun eigen ouders]
|
|
een vreemde taal
|
[een buitenlandse taal]
|
|
de moderne vreemde talen
|
[Frans, Duits en Engels]
|
|
vreemd gaan
|
[seksuele omgang hebben met iemand anders dan de eigen partner]
|
|
de moed opgeven
|
[geen moed meer hebben]
|
|
geef op!
|
[geef dat aan mij]
|
|
hij geeft daar hoog van op
|
[zegt dat het geweldig is]
|
|
ik weet waar de schoen wringt
|
[wat het probleem is]
|
|
hij loopt naast zijn schoenen van
|
trots [is erg trots]
|
|
hij trok de stoute schoenen aan
|
[doet iets waarvoor moed nodig is]
|
|
stevig in je schoenen staan
|
[er zeker van zijn]
|
|
wie de schoen past, trekt hem aan
|
[als het verwijt op jou slaat dan moet je er iets aan doen]
|
|
het hem in de schoenen schuiven
|
[beschuldigen]
|
|
de moed zinkt mij in de schoenen
|
[ik verlies alle moed]
|
|
ik zou niet graag in zijn schoenen willen staan
|
[niet graag meemaken wat hij meemaakt]
|
|
met lood in zijn schoenen
|
[angstig, en met tegenzin]
|
|
men moet geen oude schoenen weggooien eer men nieuwe heeft
|
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
|
|
iemand iets in de schoenen schuiven
|
[zeggen dat hij iets vindt, of gedaan heeft]
|
|
de stoute schoenen aantrekken
|
[iets doen waarvoor je moed moet verzamelen]
|
|
met de tong op de schoenen
|
[uitgeput]
|
|
daar wringt de schoen
|
[daar zit de moeilijkheid]
|
|
je schoen zetten
|
[bij de schoorsteen zetten, zodat Sinterklaas er iets in kan doen]
|
|
met de moed der wanhoop
|
[eigenlijk durf je niet, maar toch moet het]
|
|
hem moed inspreken
|
[iets zeggen waardoor hij het durft]
|
|
dat geeft de burger moed
|
[opmerking als er weer iets positiefs gebeurd]
|
|
zich moed indrinken
|
[alcohol gebruiken om iets te durven]
|
|
moed verzamelen
|
[de kracht proberen te vinden om iets te durven]
|
|
ik heb goede moed dat het gaat lukken
|
[ik heb er vertrouwen in]
|
|
er met frisse moed tegenaan gaan
|
[er weer zin in hebben na een rustperiode]
|
|
de moed zonk me in de schoenen
|
[ik had er plotseling geen vertrouwen meer in]
|
|
goede morgen
|
[groet]
|
|
de morgen breekt aan
|
[het wordt dag]
|
|
ja, morgen brengen!
|
[daar heb ik echt geen zin in]
|
|
de mot zit in die trui
|
[er zitten mottengaten in]
|
|
mot hebben
|
[ruzie hebben]
|
|
de motor starten
|
[hem laten draaien]
|
|
daar zullen we wel een mouw aan passen
|
[we vinden wel een oplossing]
|
|
hij schudt dat zomaar uit zijn mouw
|
[hij verzint het zomaar]
|
|
hem kun je wel iets op de mouw spelden
|
[iets laten geloven wat niet waar is]
|
|
daar komt de aap uit de mouw
|
[nu blijkt de echte bedoeling]
|
|
de handen uit de mouwen steken
|
[aanpakken]
|
|
de mouwen opstropen
|
[zich klaarmaken voor een grote klus]
|
|
dat muisje had nog een staartje
|
[die gebeurtenis had onverwachte gevolgen]
|
|
de berg heeft een muis gebaard
|
[het grote plan is op niets uitgelopen]
|
|
als een muis in de val zitten
|
[niet meer weg kunnen]
|
|
de muizen liggen er dood in de broodkast
|
[ze zijn erg arm]
|
|
een grijze muis
|
[een onopvallend persoon]
|
|
met man en muis vergaan
|
[het schip zinkt en alle opvarenden verdrinken]
|
|
met spek vangt men muizen
|
[als je gul bent, kun je iedereen voor je winnen]
|
|
ik ben tot over mijn oren verliefd
|
[heel erg dus]
|
|
het is op een oor na gevild
|
[bijna klaar]
|
|
je de oren van het hoofd kletsen
|
[druk praten]
|
|
nog op één oor liggen
|
[nog slapen]
|
|
er wel oren naar hebben
|
[er wel zin in hebben]
|
|
één en al oor zijn
|
[heel aandachtig luisteren]
|
|
met een half oor luisteren
|
[niet aandachtig]
|
|
de oren spitsen
|
[heel aandachtig gaan luisteren]
|
|
iemand een oor aannaaien
|
[bedriegen]
|
|
het gaat het ene oor in en het andere uit
|
[de boodschap komt niet over]
|
|
je oor te luisteren leggen
|
[goed luisteren wat er gezegd wordt]
|
|
je oren niet geloven
|
[niet voor waar aannemen wat er gezegd wordt]
|
|
iemand de oren van het hoofd eten
|
[heel veel eten]
|
|
nog nat (niet droog) achter de oren zijn
|
[jong en onervaren zijn]
|
|
het in je oren knopen
|
[goed onthouden]
|
|
iemand het vel over de oren halen
|
[veel te veel laten betalen]
|
|
kleine potjes hebben grote oren
|
[kinderen horen meer dan je denkt]
|
|
een luisterend oor vinden
|
[iemand vinden die naar je luistert]
|
|
ter ore komen
|
[toevallig iets horen]
|
|
zich achter de oren krabben
|
[teleurgesteld zijn, er spijt van hebben]
|
|
de muren hebben hier oren
|
[je wordt hier gemakkelijk afgeluisterd]
|
|
je oren niet kunnen geloven
|
[niet geloven dat het waar is wat je hoort]
|
|
met rode oortjes
|
[met toenemende opwinding]
|
|
hij kijkt alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft
|
[beteuterd, in de war]
|
|
de muren hebben oren
|
[je kunt afgeluisterd worden]
|
|
uit de muur eten
|
[voedsel uit de automaat eten]
|
|
de muren kwamen op me af
|
[ik voelde me erg opgesloten]
|
|
een blinde muur
|
[zonder ramen of deuren]
|
|
een dragende muur
|
[waarop het dak steunt]
|
|
met je kop tegen de muur lopen
|
[door tegenwerking niet bereiken wat je wilt bereiken]
|
|
van het kastje naar de muur gestuurd worden
|
[eindeloos doorgestuurd worden]
|
|
een muur optrekken
|
[je in jezelf terugtrekken]
|
|
de muren hebben oren
|
[zorg ervoor dat niemand je afluistert
|
|
met de rug tegen de muur staan
|
[geen uitweg meer zien]
|
|
Gert-Jan kan nog geen spijker in de muur slaan
|
[is erg onhandig]
|
|
het van de daken schreeuwen
|
[het overal vertellen]
|
|
iemand op je dak krijgen
|
[hem onverwacht op bezoek krijgen]
|
|
geen dak boven je hoofd hebben
|
[geen huis om in te wonen]
|
|
onder dak zijn
|
[huisvesting gevonden hebben]
|
|
een dak boven je hoofd hebben
|
[een woning hebben]
|
|
uit je dak gaan
|
[uitzinnig worden van woede of blijdschap]
|
|
ga nou gauw op het dak zitten!
|
[ik geloof je niet; ik wil het niet]
|
|
dat valt me koud op het dak
|
[dat is een onaangename verrassing, het overvalt me]
|
|
het gaat van een leien dakje
|
[heel gemakkelijk en vlot]
|
|
de mussen vallen dood van het
|
dak [het is heel warm]
|
|
iemand iets op zijn dak schuiven
|
[hem ermee opzadelen]
|
|
iemand op je dak krijgen
|
[met iemand te maken krijgen zonder dat je dat wilt]
|
|
de mussen vielen dood van het dak
|
[het was heel erg warm]
|
|
we maakten hem blij met een dode mus
|
[met iets dat achteraf tegenviel]
|
|
de naakte waarheid
|
[niet mooier gemaakt]
|
|
het geluid draagt ver
|
[je kunt het op grote afstand horen]
|
|
de naam die hij draagt ...
|
[die hij heeft]
|
|
Joop draagt de verantwoordelijkheid
|
[is verantwoordelijk]
|
|
van jongs af aan
|
[vanaf de tijd dat hij jong was]
|
|
jong en oud heeft plezier
|
[iedereen heeft plezier]
|
|
die bril maakt hem jong
|
[geeft hem een jong uiterlijk]
|
|
jong geleerd, oud gedaan
|
[wat je in de jeugd leert, kun je later gebruiken]
|
|
de nacht is nog jong
|
[nog maar net begonnen]
|
|
het jonge paar
|
[het pas getrouwde paar]
|
|
jonge benen hebben
|
[jong zijn en dus goed kunnen lopen]
|
|
een jonge hond
|
[iemand met een jeugdig, aanstekelijk enthousiasme]
|
|
jong en oud
|
[iedereen]
|
|
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
|
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
|
|
hij heeft niet veel kleur
|
[ziet er ziek uit]
|
|
kleur bekennen
|
[laten merken hoe je erover denkt]
|
|
hij heeft een kleur als een biet
|
[een vuurrood hoofd]
|
|
een kleur krijgen
|
[blozen]
|
|
het in geuren en kleuren vertellen
|
[uitgebreid, met veel bijzonderheden]
|
|
primaire kleuren
|
[niet van andere kleuren gemaakt]
|
|
gedekte kleuren
|
[die rustig zijn voor de ogen]
|
|
ergens kleur aan geven
|
[het opvrolijken, verlevendigen]
|
|
de nationale kleuren
|
[die van de vlag]
|
|
een kleur als een boei hebben
|
[sterk blozen]
|
|
de natte cel
|
[badkamer en toilet]
|
|
de grijze cellen
|
[hersenen]
|
|
de natuurlijke rijkdommen van een land
|
[bodemschatten en grondstoffen]
|
|
een natuurlijke dood sterven
|
[niet vermoord worden]
|
|
natuurlijke brandstoffen
|
[steenkool, olie, aardgas, etc.]
|
|
de natuurlijke vader
|
[die het kind verwekt heeft]
|
|
natuurlijke getallen
|
[positieve, hele getallen]
|
|
je neus stoten
|
[afgewezen worden]
|
|
je neus ervoor ophalen
|
[het minderwaardig vinden]
|
|
hem met zijn neus op de feiten drukken
|
[laten zien hoe het werkelijk zit]
|
|
de neuzen tellen
|
[tellen hoeveel mensen er zijn]
|
|
er met je neus bovenop staan
|
[er vlakbij staan]
|
|
met je neus kijken
|
[niet goed zoeken]
|
|
uit je neus zitten eten
|
[niets doen]
|
|
je neus in de wind steken
|
[ergens trots op zijn]
|
|
op je neus kijken
|
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
|
|
overal zijn neus in steken
|
[zich overal mee bemoeien]
|
|
een frisse neus halen
|
[bij koud weer buiten lopen]
|
|
geen knip voor zijn neus waard zijn
|
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
|
|
m'n neus!
|
[kom nou, dat is onzin]
|
|
iemand bij de neus nemen
|
[hem voor de gek houden, bedriegen]
|
|
dat komt me de neus uit
|
[daar heb ik schoon genoeg van]
|
|
iemand iets door de neus boren
|
[niet betalen wat men hem schuldig is]
|
|
plotseling voor iemands neus staan
|
[hem onverwacht ontmoeten]
|
|
de deur voor zijn neus dichtdoen
|
[terwijl hij er vlak voor staat]
|
|
dat gaat je neus voorbij
|
[daar krijg je niets van]
|
|
iemand iets onder de neus wrijven
|
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
|
|
dat zal ik je niet aan je neus hangen
|
[niet vertellen]
|
|
iets langs zijn neus weg zeggen
|
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
|
|
doen alsof je neus bloedt
|
[alsof je van niets weet]
|
|
zijn neus krult
|
[hij is blij over een compliment]
|
|
iemand de pen op de neus zetten
|
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
|
|
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
|
[iedereen heeft dezelfde mening]
|
|
bleek om de neus worden
|
[ergens heel bang voor zijn]
|
|
niet verder kijken dan je neus lang is
|
[niet goed nadenken]
|
|
iemand iets door de neus boren
|
[verhinderen dat hij het krijgt]
|
|
met de neus in de boter vallen
|
[het goed treffen]
|
|
het deksel op je neus krijgen
|
[gestraft worden als je te begerig bent]
|
|
het ligt voor je neus
|
[vlak voor je]
|
|
iemand de pin op de neus zetten
|
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
|
|
dat is een wassen neus
|
[stelt niets voor]
|
|
het neusje van de zalm
|
[het fijnste, het beste]
|
|
een fijne neus voor iets hebben
|
[intuïtief iets opmerken]
|
|
een scherpe neus hebben
|
[goed kunnen ruiken]
|
|
de nieuwe chef voldoet niet
|
[hij doet zijn werk niet goed genoeg]
|
|
we kunnen niet aan de vraag voldoen
|
[niet genoeg producten leveren]
|
|
de nieuwe generatie sportfietsen
|
[van een nieuw model, met nieuwe mogelijkheden]
|
|
nieuwe aardappelen
|
[pas geoogst]
|
|
het nieuwe is eraf
|
[het is minder aantrekkelijk omdat men eraan gewend is]
|
|
nieuwe haring
|
[van de nieuwe vangst]
|
|
iets in een nieuw jasje steken
|
[het vernieuwen]
|
|
zich in het nieuw steken
|
[nieuwe kleren kopen]
|
|
een nieuw leven beginnen
|
[alles anders gaan doen]
|
|
ik ben hier nieuw
|
[ik ben hier nog maar heel kort]
|
|
nieuw bloed
|
[mensen die een frisse kijk op de dingen hebben]
|
|
een nieuw geluid
|
[iets ongewoons, iets verrassends]
|
|
de nieuwe geschiedenis
|
[van ongeveer 1500-1800]
|
|
de nieuwste geschiedenis
|
[van 1800 tot nu]
|
|
iets nieuw leven inblazen
|
[zorgen dat het weer aantrekkelijk wordt of goed draait]
|
|
er is niets nieuws onder de zon
|
[alles is bij het oude gebleven]
|
|
nieuwe maan
|
[maan precies tussen aarde en zon zodat je hem niet ziet]
|
|
de norm voor fatsoen
|
[waar je je aan moet houden als je fatsoenlijk wilt zijn]
|
|
een veiligheidsnorm
|
[veiligheidsregels waar je je aan moet houden]
|
|
de of het spits afbijten
|
[als eerste iets moedigs doen]
|
|
het op de spits drijven
|
[er te lang mee doorgaan]
|
|
het spits afbijten
|
[als eerste iets doen]
|
|
iets op de spits drijven
|
[er tot het uiterste mee doorgaan]
|
|
u moet deze weg houden
|
[op deze weg blijven]
|
|
je eigen weg gaan
|
[je leven op je eigen manier inrichten]
|
|
aan de weg timmeren
|
[iets doen om publieke aandacht te krijgen]
|
|
zo oud als de weg naar Rome
|
[heel oud]
|
|
de weg voor iemand banen
|
[hindernissen voor hem weghalen]
|
|
gebaande wegen bewandelen
|
[dingen doen die anderen voorbereid hebben]
|
|
de officiële weg bewandelen
|
[volgens de voorschriften handelen]
|
|
in geen velden of wegen te bekennen
|
[nergens]
|
|
de weg van de minste weerstand
|
[de makkelijkste methode]
|
|
waar een wil is, is een weg
|
[als je iets werkelijk wilt, is er ook een oplossing voor]
|
|
hem de weg wijzen
|
[vertellen hoe hij moet lopen of rijden]
|
|
in de weg staan
|
[de doorgang versperren]
|
|
we gaan op weg
|
[ergens naar toe]
|
|
hem op weg helpen
|
[in het begin even helpen]
|
|
naar de bekende weg vragen
|
[iets vragen waar je het antwoord al van weet]
|
|
hem uit de weg gaan
|
[zorgen dat je hem niet ontmoet]
|
|
hem iets in de weg leggen
|
[hem hinderen]
|
|
hem uit de weg ruimen
|
[vermoorden]
|
|
het is nog niet officieel
|
[het is nog niet vastgesteld]
|
|
de officiële weg bewandelen
|
[handelen volgens de voorschriften]
|
|
de onbepaalde wijs
|
[waarin het hele werkwoord gebruikt wordt]
|
|
zo hard als steen
|
[erg hard]
|
|
een steen des aanstoots
|
[iets wat ergernis veroorzaakt]
|
|
een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen
|
[alleen wie die dommer is dan een ezel, maakt twee keer dezelfde fout]
|
|
een steen in de vijver gooien
|
[opschudding veroorzaken]
|
|
dat ligt als een steen op je maag
|
[is moeilijk te verteren]
|
|
er een steentje aan bijdragen
|
[meehelpen]
|
|
geen steen op de andere laten
|
[veel veranderingen doorvoeren]
|
|
ergens je steentje aan bijdragen
|
[je bijdrage aan leveren]
|
|
de onderste steen moet boven komen
|
[er moet een grondig onderzoek naar worden gedaan]
|
|
steen en been klagen
|
[voortdurend jammeren]
|
|
een school met de bijbel
|
[waar het onderwijs op de bijbel gebaseerd is]
|
|
een bijzondere school
|
[opgericht vanuit een bepaalde levensovertuiging]
|
|
de open school
|
[voor volwassenen]
|
|
een vrije school
|
[gebaseerd op de filosofische stroming van de antroposofie]
|
|
een zwarte school
|
[waar niet-blanke kinderen in de meerderheid zijn]
|
|
uit de school klappen
|
[een geheim doorvertellen]
|
|
in de open lucht
|
[buiten]
|
|
met open mond
|
[heel verbaasd]
|
|
hem met open armen ontvangen
|
[heel hartelijk]
|
|
een open boek zijn
|
[geen geheimen hebben]
|
|
dat is een open deur
|
[iets wat al veel vaker verteld is]
|
|
dweilen met de kraan open
|
[proberen een probleem op te lossen, zonder iets aan de oorzaken te doen]
|
|
met open mond luisteren
|
[zeer aandachtig]
|
|
een open oog hebben voor iets
|
[er de waarde, het belang van inzien]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen het eerlijk]
|
|
een film met een open eind
|
[je ziet niet hoe het afloopt]
|
|
dat laat ik nog even open
|
[dat bepaal ik nu nog niet]
|
|
een open sollicitatie
|
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
|
|
een open vraag
|
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
|
|
een open brief
|
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
|
|
een open dag
|
[kijkdag bij een instelling]
|
|
open huis houden
|
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
|
|
een open inrichting
|
[zonder afgesloten deuren]
|
|
de Open Universiteit
|
[die voor iedereen toegankelijk is]
|
|
een open gezicht
|
[dat vertrouwen wekt]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
in open zee
|
[ver uit de kust]
|
|
open en bloot
|
[vrij en zonder zich te schamen]
|
|
scoren voor open doel
|
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
|
|
de kas opmaken
|
[het geld tellen dat erin zit]
|
|
goed bij kas zijn
|
[veel geld te besteden hebben]
|
|
de openbare kas
|
[het geld van een land]
|
|
per kas betalen
|
[contant]
|
|
het in orde maken
|
[het regelen]
|
|
orde op zaken stellen
|
[alles goed regelen]
|
|
dat is aan de orde van de dag
|
[dat komt vaak voor]
|
|
dat is nu niet aan de orde
|
[daar hebben we het nu niet over]
|
|
dat is in orde
|
[dat is goed]
|
|
hem tot de orde roepen
|
[een standje geven]
|
|
de orde handhaven
|
[zorgen dat alles rustig blijft]
|
|
hij kan geen orde houden
|
[de klas doet niet wat hij wil]
|
|
ik ben niet in orde
|
[niet helemaal gezond]
|
|
de openbare orde
|
[de rust op straat]
|
|
het aan de orde stellen
|
[erover beginnen]
|
|
de orale fase
|
[vroege ontwikkelingsfase van de baby, waarin alle aandacht op de mond gericht is]
|
|
het in orde maken
|
[het regelen]
|
|
orde op zaken stellen
|
[alles goed regelen]
|
|
dat is aan de orde van de dag
|
[dat komt vaak voor]
|
|
dat is nu niet aan de orde
|
[daar hebben we het nu niet over]
|
|
dat is in orde
|
[dat is goed]
|
|
hem tot de orde roepen
|
[een standje geven]
|
|
de orde handhaven
|
[zorgen dat alles rustig blijft]
|
|
hij kan geen orde houden
|
[de klas doet niet wat hij wil]
|
|
ik ben niet in orde
|
[niet helemaal gezond]
|
|
de openbare orde
|
[de rust op straat]
|
|
het aan de orde stellen
|
[erover beginnen]
|
|
ik ben tot over mijn oren verliefd
|
[heel erg dus]
|
|
het is op een oor na gevild
|
[bijna klaar]
|
|
je de oren van het hoofd kletsen
|
[druk praten]
|
|
nog op één oor liggen
|
[nog slapen]
|
|
er wel oren naar hebben
|
[er wel zin in hebben]
|
|
één en al oor zijn
|
[heel aandachtig luisteren]
|
|
met een half oor luisteren
|
[niet aandachtig]
|
|
de oren spitsen
|
[heel aandachtig gaan luisteren]
|
|
iemand een oor aannaaien
|
[bedriegen]
|
|
het gaat het ene oor in en het andere uit
|
[de boodschap komt niet over]
|
|
je oor te luisteren leggen
|
[goed luisteren wat er gezegd wordt]
|
|
je oren niet geloven
|
[niet voor waar aannemen wat er gezegd wordt]
|
|
iemand de oren van het hoofd eten
|
[heel veel eten]
|
|
nog nat (niet droog) achter de oren zijn
|
[jong en onervaren zijn]
|
|
het in je oren knopen
|
[goed onthouden]
|
|
iemand het vel over de oren halen
|
[veel te veel laten betalen]
|
|
kleine potjes hebben grote oren
|
[kinderen horen meer dan je denkt]
|
|
een luisterend oor vinden
|
[iemand vinden die naar je luistert]
|
|
ter ore komen
|
[toevallig iets horen]
|
|
zich achter de oren krabben
|
[teleurgesteld zijn, er spijt van hebben]
|
|
de muren hebben hier oren
|
[je wordt hier gemakkelijk afgeluisterd]
|
|
je oren niet kunnen geloven
|
[niet geloven dat het waar is wat je hoort]
|
|
met rode oortjes
|
[met toenemende opwinding]
|
|
hij kijkt alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft
|
[beteuterd, in de war]
|
|
oud en nieuw
|
[de jaarwisseling]
|
|
een oude vlam
|
[een vroegere geliefde]
|
|
een oude wond
|
[verdriet uit het verleden]
|
|
de oude garde
|
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
|
|
een ouwe getrouwe
|
[iemand die al lang in dienst is]
|
|
dat is ouwe koek
|
[niets nieuws]
|
|
alles bij het oude laten
|
[niets veranderen]
|
|
het is weer het oude liedje
|
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
|
|
iemand van de oude stempel
|
[een conservatief iemand]
|
|
op de oude voet doorgaan
|
[op dezelfde manier als vroeger]
|
|
iets uit de oude doos
|
[iets ouderwets]
|
|
een oude kous (sok) hebben
|
[spaargeld hebben]
|
|
oude liefde roest niet
|
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
|
|
dat is oud nieuws
|
[allang bekend]
|
|
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
|
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
|
|
oude talen
|
[Latijn en Grieks]
|
|
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
|
[heel oud]
|
|
dat is oud zeer
|
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
|
|
oude bomen moet je niet verplanten
|
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
|
|
zorgen voor de oude dag
|
[sparen voor later, als men oud is]
|
|
ouden van dagen
|
[bejaarden]
|
|
hoe ouder hoe gekker
|
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
|
|
jong en oud
|
[iedereen]
|
|
jong geleerd, oud gedaan
|
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
|
|
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
|
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
|
|
zo oud als Methusalem
|
[hoogbejaard]
|
|
een ouwe snoeper
|
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
|
|
hij is oud en wijs genoeg
|
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
|
|
de oude garde
|
[de oudere mensen van de groep]
|
|
de ouderdom komt met gebreken
|
[als je ouder wordt, ga je steeds meer mankeren]
|
|
particulier initiatief
|
[wat door particulieren gedaan wordt, niet door de overheid]
|
|
de particuliere sector
|
[het bedrijfsleven]
|
|
passieve euthanasie
|
[waarbij niets ondernomen wordt om het sterven te verlengen]
|
|
passief kiesrecht
|
[het recht om gekozen te worden]
|
|
passief roken
|
[meeroken terwijl je zelf niet rookt]
|
|
de passieve woordenschat
|
[de woorden die iemand begrijpt]
|
|
klinisch dood zijn
|
[geen hartslag en ademhaling meer hebben]
|
|
de patiënt is klinisch dood
|
[ademhaling en hart zijn gestopt]
|
|
de pedalen van de fiets
|
[trappers]
|
|
de persoon in kwestie
|
[de persoon waar het over gaat]
|
|
het is een kwestie van opschieten
|
[we moeten opschieten]
|
|
iemand mijden als de pest
|
[niet met hem om willen gaan]
|
|
de pest in hebben
|
[een slecht humeur hebben]
|
|
ergens de pest aan hebben
|
[er een grote hekel aan hebben]
|
|
krijg de pest!
|
[platte verwensing]
|
|
geen pest
|
[helemaal niets]
|
|
dat is nou juist de pest
|
[dat is het vervelende]
|
|
dan breekt de pest uit
|
[ontstaan er moeilijkheden]
|
|
de pijl wijst naar links
|
[de punt is naar links gericht]
|
|
dat wijst zich vanzelf
|
[je ziet vanzelf hoe het moet]
|
|
het van de hand wijzen
|
[zeggen dat je het niet wilt]
|
|
de pijlen volgen
|
[in de richting gaan die ze aanwijzen]
|
|
ik kan je niet volgen
|
[ik begrijp je niet]
|
|
wie volgt?
|
[wie is er aan de beurt]
|
|
hij antwoordde als volgt
|
[op de volgende manier]
|
|
een zware pijp roken
|
[het zwaar te verduren hebben]
|
|
de pijp aan Maarten geven
|
[ermee ophouden]
|
|
de pijp uitgaan
|
[sterven]
|
|
naar zijn pijpen dansen
|
[doen wat hij zegt]
|
|
de pik op hem hebben
|
[hem niet mogen en altijd dwarszitten]
|
|
hij is op zijn pik getrapt
|
[voelt zich zwaar beledigd]
|
|
de pik op hem hebben
|
[hem niet mogen en dat laten blijken]
|
|
ik kreeg een bittere pil te slikken
|
[iets moeilijks te verwerken]
|
|
de pil vergulden
|
[iets vervelends minder erg laten lijken]
|
|
ze is aan de pil
|
[ze gebruikt de anticonceptiepil]
|
|
de pil voor iemand vergulden
|
[iets vervelends mooier voorstellen]
|
|
een druppel op een gloeiende plaat
|
[iets wat nauwelijks effect heeft]
|
|
dat meisje is een plaatje!
|
[is erg mooi]
|
|
plaatjes schieten
|
[foto's maken]
|
|
de plaat poetsen
|
[vluchten]
|
|
de plaatselijke brandweer
|
[de brandweer van een stad of dorp]
|
|
hij slaat de plank mis
|
[hij vergist zich]
|
|
ik ben zo stijf als een plank
|
[heel erg stijf]
|
|
van de bovenste plank
|
[zeer goed]
|
|
brood op de plank hebben
|
[genoeg hebben om van te leven]
|
|
van dik hout zaagt men planken
|
[zeg je als iets voortvarend, maar ruw wordt aangepakt]
|
|
tussen zes planken liggen
|
[dood zijn]
|
|
de plank misslaan
|
[zich vergissen]
|
|
op de planken staan
|
[toneelspelen]
|
|
op de plank blijven liggen
|
[niet uitgegeven worden]
|
|
de plannen liepen in het honderd
|
[mislukten]
|
|
van de wieg tot het graf
|
[je hele leven]
|
|
aan de wieg van iets gestaan hebben
|
[er vanaf het begin bij geweest zijn]
|
|
ergens voor in de wieg gelegd zijn
|
[er aanleg voor hebben]
|
|
de plek waar eens mijn wieg stond
|
[waar ik geboren ben]
|
|
je plicht verzuimen
|
[niet doen wat je moet doen]
|
|
de plicht roept!
|
[ik moet weer aan het werk]
|
|
je gezicht in de plooi trekken
|
[ernstig gaan kijken]
|
|
de plooien gladstrijken
|
[onregelmatigheden wegwerken]
|
|
de politie moet in actie komen
|
[de politie moet iets gaan doen]
|
|
we gaan actie voeren tegen dat plan
|
[we gaan iets doen tegen dat plan]
|
|
de politie pakt de daders
|
[neemt ze gevangen]
|
|
hem te pakken krijgen
|
[hem te spreken krijgen]
|
|
hem te pakken nemen
|
[voor de gek houden]
|
|
het te pakken hebben
|
[ziek of verliefd zijn]
|
|
iets voor de poorten van de hel wegslepen
|
[op het nippertje redden]
|
|
de poorten sluiten
|
[het bedrijf voorgoed stilleggen]
|
|
de post bestellen
|
[aan huis bezorgen]
|
|
iemand ter aarde bestellen
|
[iemand begraven]
|
|
het komt op zijn pootjes terecht
|
[het komt wel goed]
|
|
op zijn achterste poten staan
|
[verontwaardigd zijn, protesteren]
|
|
met hangende pootjes terugkomen
|
[nadat je tot inkeer bent gekomen]
|
|
opzitten en pootjes geven
|
[beleefd gedrag bij een bezoek]
|
|
een schaap met vijf poten zoeken
|
[iemand die veel verschillende dingen kan]
|
|
de poten onder zijn stoel vandaan zagen
|
[ervoor zorgen dat hij het niet redt]
|
|
geen poot uitsteken
|
[helemaal niets doen]
|
|
poten thuishouden!
|
[afblijven]
|
|
op hoge poten
|
[erg verontwaardigd]
|
|
op je poot spelen
|
[tekeer gaan uit kwaadheid]
|
|
hem een poot uitdraaien
|
[hem oplichten]
|
|
geen poot hebben om op te staan
|
[nergens je gelijk mee kunnen aantonen]
|
|
je poot stijf houden
|
[niet toegeven]
|
|
een brief op poten schrijven
|
[waarin flink de waarheid wordt gezegd]
|
|
op hoge poten
|
[zeer boos]
|
|
iets op poten zetten
|
[het organiseren]
|
|
dat is niet kinderachtig
|
[niet gering]
|
|
de prijs is niet kinderachtig
|
[het is erg duur]
|
|
ergens niet kinderachtig in zijn
|
[gul, royaal zijn]
|
|
van de prins geen kwaad weten
|
[nergens iets van weten, onschuldig zijn]
|
|
leven als een prins
|
[in grote weelde]
|
|
de prins op het witte paard
|
[de ideale echtgenoot]
|
|
het beste paard van stal
|
[de beste persoon die erbij is]
|
|
het paard achter de wagen spannen
|
[het verkeerd aanpakken]
|
|
zij is over het paard getild
|
[verwend]
|
|
ik heb honger als een paard
|
[erg veel honger]
|
|
een gegeven paard mag je niet in de bek kijken
|
[je moet tevreden zijn met wat je krijgt]
|
|
het beste paard struikelt weleens
|
[iedereen maakt wel eens een fout]
|
|
hoog te paard zitten
|
[verwaand zijn]
|
|
man en paard noemen
|
[de namen van de betrokkenen]
|
|
de prins op het witte paard
|
[de ideale echtgenoot die langskomt]
|
|
je bent het beste paard van stal vergeten
|
[wanneer iemand overgeslagen is]
|
|
het paard van Troje
|
[een nagemaakt paard waarin de aanvallers zich verstopt hadden]
|
|
het paard van Troje binnenhalen
|
[je eigen ondergang bewerkstelligen]
|
|
op het verkeerde paard wedden
|
[een misrekening maken]
|
|
een ziekte komt te paard, en gaat te voet
|
[je hebt een ziekte snel, maar het genezen gaat langzaam]
|
|
de pro's en contra's
|
[de voor- en nadelen]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen precies wat we denken]
|
|
hem in de kaart spelen
|
[hem ongewild bevoordelen]
|
|
alles op één kaart zetten
|
[je geluk van één ding laten afhangen]
|
|
ansichtkaart
|
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
|
|
trouwkaart
|
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
|
|
speelkaart
|
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
|
|
dat is geen haalbare kaart
|
[heeft geen kans van slagen]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
de rode kaart
|
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
|
|
de gele kaart
|
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
|
|
de kaarten zijn geschud
|
[de uitslag ligt vast]
|
|
de kaarten liggen nu anders
|
[de situatie is veranderd]
|
|
zijn kaarten op tafel leggen
|
[zijn bedoelingen onthullen]
|
|
dat is doorgestoken kaart
|
[afgesproken werk]
|
|
iemand in de kaart kijken
|
[zijn geheime plannen doorzien]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
iemand in de kaart spelen
|
[hem helpen]
|
|
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
|
[nog niet op een rijtje gezet]
|
|
een blinde kaart
|
[zonder plaatsnamen]
|
|
iets in kaart brengen
|
[er een overzicht van maken]
|
|
iets op de kaart zetten
|
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
|
|
een stad van de kaart vegen
|
[vernietigen]
|
|
van de kaart zijn
|
[helemaal in de war zijn]
|
|
de proef op de som nemen
|
[nagaan of iets klopt]
|
|
dat kost een aardig sommetje
|
[heel wat geld]
|
|
de proef op de som nemen
|
[onderzoeken of het echt klopt]
|
|
iemand op de proef stellen
|
[uittesten]
|
|
de publieke opinie
|
[de mening van de mensen in het algemeen]
|
|
de publieke tribune
|
[een aparte tribune voor het publiek]
|
|
op het puntje van zijn stoel zitten
|
[heel goed opletten]
|
|
het ligt op het puntje van mijn tong
|
[ik weet het, maar kan er even niet opkomen]
|
|
daar kunnen ze een puntje aan zuigen
|
[een voorbeeld aan nemen]
|
|
tot in de puntjes verzorgd
|
[heel netjes]
|
|
dat is een teer punt
|
[je kunt er beter niet over praten]
|
|
ergens een punt van maken
|
[er moeilijk over doen]
|
|
een omstreden punt
|
[waarover verschil van mening bestaat]
|
|
er een punt achter zetten
|
[ermee stoppen]
|
|
de puntjes op de i zetten
|
[heel precies werken]
|
|
punt uit!
|
[ik wil er niet meer over praten!]
|
|
we stonden op het punt om te vertrekken
|
[we zouden juist vertrekken]
|
|
als puntje bij paaltje komt
|
[als het eropaan komt]
|
|
de rapen zijn gaar
|
[de narigheid is begonnen]
|
|
iemand in zijn sop gaar laten koken
|
[je niet meer met hem bemoeien]
|
|
ze zitten als ratten in de val
|
[kunnen er niet meer uit]
|
|
de ratten verlaten het zinkende schip
|
[de zaak in de steek laten als het slecht gaat]
|
|
sterven als ratten
|
[in grote aantallen]
|
|
ben je helemaal van de ratten besnuffeld!
|
[ben je helemaal gek geworden!]
|
|
schepen achter je verbranden
|
[iets doen waardoor je niet meer terug kunt]
|
|
het zinkende schip verlaten
|
[weggaan voor het te laat is]
|
|
hij zit in het schip
|
[in moeilijkheden]
|
|
schoon schip maken
|
[problemen uitpraten en opnieuw beginnen]
|
|
het schip ingaan
|
[een financiële strop hebben]
|
|
er kunnen geen twee kapiteins op één schip zijn
|
[één persoon moet de leiding hebben]
|
|
de ratten verlaten het zinkende schip
|
[men vlucht weg als het niet goed gaat met de zaak]
|
|
schoon schip maken
|
[opruimen]
|
|
je schepen achter je verbranden
|
[de terugtocht voor jezelf onmogelijk maken]
|
|
de wal keert het schip
|
[de omstandigheden zorgen ervoor dat de ontwikkeling weer in omgekeerde richting gaan]
|
|
tussen de wal en het schip vallen
|
[nergens bij horen]
|
|
het schip van de woestijn
|
[de kameel]
|
|
de rechter doet over acht dagen uitspraak
|
[zegt of hij schuldig is en wat de straf is]
|
|
aan de macht komen
|
[gaan regeren]
|
|
macht uitoefenen
|
[je invloed gebruiken]
|
|
uit de macht der gewoonte
|
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
|
|
iemand in zijn macht krijgen
|
[hem onderwerpen]
|
|
boven je macht werken
|
[met je handen boven je hoofd]
|
|
we waren niet bij machte om ...
|
[niet in staat om ...]
|
|
uit alle macht
|
[met de grootste inspanning]
|
|
eendracht maakt macht
|
[eensgezindheid maakt sterk]
|
|
kennis is macht
|
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
|
|
met man en macht
|
[met alle beschikbare hulp]
|
|
boven zijn macht werken
|
[met de handen boven het hoofd]
|
|
de gewapende macht
|
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
|
|
een hogere macht
|
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
|
|
de uitvoerende macht
|
[de regering, het bestuur]
|
|
de wetgevende macht
|
[de kroon en het parlement samen]
|
|
de rechterlijke macht
|
[de rechters]
|
|
de rechterlijke macht
|
[degenen die recht spreken]
|
|
alsof er een engeltje over mijn tong piest
|
[ik vind het erg lekker]
|
|
de reddende engel
|
[iemand die op het juiste moment komt helpen]
|
|
de regeling laat dat toe
|
[volgens de regeling kan het]
|
|
als de omstandigheden het toelaten
|
[als die gunstig zijn]
|
|
niet toegelaten worden op die school
|
[er geen opleiding mogen volgen]
|
|
dat was te voorzien
|
[dat had je kunnen weten]
|
|
in je onderhoud voorzien
|
[ervoor zorgen dat er geld is om van te leven]
|
|
de regels voorzien daar niet in
|
[de regels zeggen daar niets over]
|
|
in de behoefte voorzien
|
[ervoor zorgen dat er geen behoefte meer aan is]
|
|
de fiets is voorzien van een bel
|
[heeft een bel]
|
|
de reikwijdte van een maatregel
|
[de grootte van het effect ervan]
|
|
de rek is eruit bij hem
|
[hij kan niet veel meer hebben]
|
|
de resultaat van het onderzoek
|
[de uitslag ervan]
|
|
zonder resultaat
|
[zonder dat het succes had]
|
|
dat is het resultaat van te veel drinken
|
[het gevolg ervan]
|
|
dat leidt tot goede resultaten
|
[tot goede gevolgen]
|
|
ik moet de dingen op een rijtje zetten
|
[er eens over nadenken]
|
|
voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten
|
[voor weinig geld het beste willen hebben]
|
|
ze niet allemaal op een rij hebben
|
[niet goed wijs zijn]
|
|
de rijen sluiten
|
[zich verenigen tegen een tegenstander]
|
|
slapend rijk worden
|
[geld ontvangen zonder er veel voor te hoeven doen]
|
|
de rijke landen
|
[de westerse landen]
|
|
arm en rijk
|
[iedereen]
|
|
als ik in mijn rijke jaren kom
|
[nooit]
|
|
slapend rijk worden
|
[zonder zich in te spannen]
|
|
een rijke stinker
|
[een rijk mens]
|
|
het land is rijk aan olie
|
[heeft veel olie]
|
|
hij heeft een rijke verbeelding
|
[fantaseert veel]
|
|
rijk bedeeld zijn
|
[heel slim zijn, of veel bezittingen hebben]
|
|
de koning te rijk zijn
|
[heel blij zijn]
|
|
iemand liever kwijt dan rijk zijn
|
[hem liever niet om je heen hebben]
|
|
de rit uitzitten
|
[een regeringsperiode volmaken]
|
|
de rivier is buiten haar oevers getreden
|
[het water is over de oevers gestroomd]
|
|
in contact treden
|
[contact met iemand opnemen]
|
|
hij is per 1 maart in dienst getreden
|
[is per 1 maart bij het bedrijf gaan werken]
|
|
in het huwelijk treden
|
[gaan trouwen]
|
|
in werking treden
|
[beginnen te werken]
|
|
een hoofd zo rood als een biet
|
[erg rood]
|
|
zo rood als een kreeft
|
[verbrand door de zon]
|
|
in de rode cijfers komen
|
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
|
|
de rode draad
|
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
|
|
de rode kaart
|
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
|
|
de rode vlag hangt uit
|
[iemand menstrueert]
|
|
dat werkt als een rode lap op een stier
|
[het veroorzaakt een woedende reactie]
|
|
een rooie rakker
|
[een linkse activist]
|
|
geen rooie cent
|
[helemaal niets]
|
|
met rode oortjes
|
[met stijgende opwinding]
|
|
ik sta rood bij de bank
|
[ik heb een tekort op mijn rekening]
|
|
hij gaat altijd tegen de draad in
|
[is eigenwijs]
|
|
de rode draad van een verhaal
|
[een onderwerp dat steeds terugkomt]
|
|
ze raakte de draad kwijt
|
[begreep het niet meer]
|
|
tot op de draad versleten
|
[helemaal versleten]
|
|
ermee voor de draad komen
|
[het zeggen]
|
|
de draad weer oppakken
|
[verdergaan waar je gebleven was]
|
|
de draad van Ariadne
|
[waarmee Theseus zijn weg uit het doolhof kon vinden]
|
|
zijn leven hangt aan een zijden draadje
|
[is ernstig in gevaar]
|
|
kom op, voor de draad ermee!
|
[zeg wat er aan de hand is]
|
|
een hoofd zo rood als een biet
|
[erg rood]
|
|
zo rood als een kreeft
|
[verbrand door de zon]
|
|
in de rode cijfers komen
|
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
|
|
de rode draad
|
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
|
|
de rode kaart
|
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
|
|
de rode vlag hangt uit
|
[iemand menstrueert]
|
|
dat werkt als een rode lap op een stier
|
[het veroorzaakt een woedende reactie]
|
|
een rooie rakker
|
[een linkse activist]
|
|
geen rooie cent
|
[helemaal niets]
|
|
met rode oortjes
|
[met stijgende opwinding]
|
|
ik sta rood bij de bank
|
[ik heb een tekort op mijn rekening]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen precies wat we denken]
|
|
hem in de kaart spelen
|
[hem ongewild bevoordelen]
|
|
alles op één kaart zetten
|
[je geluk van één ding laten afhangen]
|
|
ansichtkaart
|
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
|
|
trouwkaart
|
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
|
|
speelkaart
|
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
|
|
dat is geen haalbare kaart
|
[heeft geen kans van slagen]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
de rode kaart
|
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
|
|
de gele kaart
|
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
|
|
de kaarten zijn geschud
|
[de uitslag ligt vast]
|
|
de kaarten liggen nu anders
|
[de situatie is veranderd]
|
|
zijn kaarten op tafel leggen
|
[zijn bedoelingen onthullen]
|
|
dat is doorgestoken kaart
|
[afgesproken werk]
|
|
iemand in de kaart kijken
|
[zijn geheime plannen doorzien]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
iemand in de kaart spelen
|
[hem helpen]
|
|
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
|
[nog niet op een rijtje gezet]
|
|
een blinde kaart
|
[zonder plaatsnamen]
|
|
iets in kaart brengen
|
[er een overzicht van maken]
|
|
iets op de kaart zetten
|
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
|
|
een stad van de kaart vegen
|
[vernietigen]
|
|
van de kaart zijn
|
[helemaal in de war zijn]
|
|
een hoofd zo rood als een biet
|
[erg rood]
|
|
zo rood als een kreeft
|
[verbrand door de zon]
|
|
in de rode cijfers komen
|
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
|
|
de rode draad
|
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
|
|
de rode kaart
|
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
|
|
de rode vlag hangt uit
|
[iemand menstrueert]
|
|
dat werkt als een rode lap op een stier
|
[het veroorzaakt een woedende reactie]
|
|
een rooie rakker
|
[een linkse activist]
|
|
geen rooie cent
|
[helemaal niets]
|
|
met rode oortjes
|
[met stijgende opwinding]
|
|
ik sta rood bij de bank
|
[ik heb een tekort op mijn rekening]
|
|
de roep om...
|
[een algemeen verlangen naar...]
|
|
geld speelt geen rol
|
[het is niet belangrijk hoeveel het kost]
|
|
de rollen omdraaien
|
[doen wat iemand anders deed]
|
|
aan de rol gaan
|
[uitgebreid feestvieren]
|
|
het loopt op rolletjes
|
[goed, gesmeerd]
|
|
een rol spelen
|
[je anders voordoen dan je bent]
|
|
uit zijn rol vallen
|
[even laten zien hoe hij echt is]
|
|
geld speelt geen rol
|
[het geeft niet wat het kost]
|
|
een rol spelen
|
[van invloed zijn]
|
|
een rol spelen
|
[zich anders voordoen dan hij is]
|
|
zijn rol is uitgespeeld
|
[hij heeft geen invloed meer]
|
|
de rollen zijn omgekeerd
|
[de onderlinge verhoudingen zijn verwisseld]
|
|
op de rol staan
|
[op de lijst]
|
|
geen rook zonder vuur
|
[er is altijd wel iets waar van de praatjes]
|
|
in rook opgaan
|
[verdwijnen]
|
|
onder de rook van...
|
[er dicht in de buurt]
|
|
de rook was er om te snijden
|
[er hing heel veel rook]
|
|
in rook vervlogen
|
[de idealen zijn verdwenen]
|
|
waar rook is, is vuur
|
[van een gerucht is altijd wel iets waar]
|
|
door een roze bril kijken
|
[alles mooier zien dan het is]
|
|
de roze driehoek
|
[symbool van homoseksuelen]
|
|
het is achter de rug
|
[het is voorbij]
|
|
achter zijn rug om
|
[zonder dat hij er van weet]
|
|
hem de rug toekeren
|
[niets van hem willen weten]
|
|
ik heb een brede rug
|
[ik kan veel verdragen]
|
|
de rug van een boek
|
[waar de bladen aan elkaar vast zitten]
|
|
de rug van je hand
|
[de bovenkant]
|
|
de rug van een stoel
|
[waar je met je rug tegenaan zit]
|
|
het was een dolkstoot in zijn rug
|
[een verraderlijke aanval]
|
|
door je rug gaan
|
[je vertillen]
|
|
met de rug tegen de muur staan
|
[geen oplossing meer weten]
|
|
een natte rug hebben
|
[hard gewerkt hebben]
|
|
ik heb geen ogen in mijn rug
|
[ik had dat onmogelijk kunnen zien]
|
|
een open ruggetje
|
[open ruggenmerg bij pasgeboren baby]
|
|
over de ruggen van...
|
[misbruik makend van...]
|
|
iets de rug toekeren
|
[je er niet meer mee bezighouden]
|
|
het water loopt hem langs de rug
|
[hij zweet erg]
|
|
de ruzie liep hoog op
|
[was erg heftig]
|
|
dat zit haar erg hoog
|
[dat houdt haar erg bezig]
|
|
hij zit hoog en droog thuis
|
[veilig thuis]
|
|
hij zweert het bij hoog en bij laag
|
[zegt dat het zeker waar is]
|
|
een hoge borst opzetten
|
[verwaand zijn]
|
|
dat is te hoog gegrepen
|
[te moeilijk]
|
|
iets hoog houden
|
[in ere houden]
|
|
je kunt hoog of laag springen, maar...
|
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
|
|
de lat hoog leggen
|
[hoge eisen stellen]
|
|
hoog tegen iemand opkijken
|
[veel bewondering voor hem hebben]
|
|
geen hoge pet op hebben van iemand
|
[niet veel van hem verwachten]
|
|
hoog van de toren blazen
|
[een grote mond hebben]
|
|
iets hoog in zijn vaandel hebben
|
[er veel waardering voor hebben]
|
|
het neemt een hoge vlucht
|
[ontwikkelt zich goed en snel]
|
|
geen zee gaat hem te hoog
|
[hij laat zich nergens door afschrikken]
|
|
het hoogste lied zingen
|
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
|
|
het hoogste woord hebben
|
[druk en zelfbewust praten]
|
|
in hoge mate
|
[zeer]
|
|
hoge ogen gooien
|
[er veel kans op hebben]
|
|
iemand te hoog aanslaan
|
[hem te veel belasting laten betalen]
|
|
hoge lasten hebben
|
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
|
|
ten hoogste
|
[maximaal]
|
|
een hoge dunk van jezelf hebben
|
[denken dat je beter bent dan anderen]
|
|
iemand hoog hebben
|
[eerbied, respect voor hem hebben]
|
|
een hogere macht
|
[bovenaards wezen of principe]
|
|
in hogere sferen zijn
|
[wegdromen]
|
|
hoger beroep aantekenen
|
[herziening vragen van een vonnis]
|
|
geen hoge dunk van iemand hebben
|
[hem minachten]
|
|
op zijn hoogst
|
[in het uiterste geval]
|
|
de Hoge Raad
|
[hoogste rechtbank van Nederland]
|
|
hoog spel spelen
|
[riskante dingen doen]
|
|
dat is hogere wiskunde voor mij
|
[dat vind ik heel moeilijk]
|
|
hoge nood hebben
|
[naar het toilet moeten]
|
|
het is hoog tijd
|
[we kunnen niet wachten]
|
|
in hoge mate
|
[zeer, ruimschoots]
|
|
de strijd loopt hoog op
|
[wordt steeds erger]
|
|
hoog aan de wind zeilen
|
[bovenwinds]
|
|
iets bij hoog en laag beweren
|
[heel stellig]
|
|
iets hoog opnemen
|
[het iemand zeer kwalijk nemen]
|
|
het hoge woord is eruit
|
[hij heeft het eindelijk gezegd]
|
|
het zit hem hoog
|
[hij is er heel verontwaardigd over]
|
|
iets met een geleerd sausje overgieten
|
[het een beetje geleerd laten lijken]
|
|
honger is de beste saus
|
[als je honger hebt, smaakt alles]
|
|
de saus is beter dan de vis
|
[het bijkomstige is beter dan de hoofdzaak]
|
|
er werd op grote schaal gespijbeld
|
[heel vaak, door veel leerlingen]
|
|
op schaal natekenen
|
[groter of kleiner tekenen, maar zo dat de verhoudingen kloppen]
|
|
een glijdende schaal
|
[die geleidelijk afloopt]
|
|
de schaal van Richter
|
[norm voor de kracht van aardbevingen]
|
|
dat legt gewicht in de schaal
|
[dat is belangrijk, heeft invloed]
|
|
hem schade berokkenen
|
[schade toebrengen]
|
|
je schade inhalen
|
[nemen wat je tekort gekomen bent]
|
|
door schade en schande wijs worden
|
[leren van je fouten]
|
|
de schade opmaken
|
[kijken wat er aangetast is]
|
|
wat is de schade?
|
[hoeveel moet ik betalen?]
|
|
uit het oog, uit het hart
|
[wie je niet meer ziet, vergeet je]
|
|
zo op het oog
|
[als je oppervlakkig kijkt]
|
|
uit het oog verliezen
|
[niet meer zien]
|
|
iemand onder vier ogen spreken
|
[zonder dat er anderen bij zijn]
|
|
oog om oog, tand om tand
|
[wat iemand je aandoet, dat doe je ook hem aan]
|
|
oog in oog staan met iemand
|
[recht tegenover elkaar]
|
|
iemand een doorn in het oog zijn
|
[hem ergeren]
|
|
groen en geel voor de ogen worden
|
[duizelig worden]
|
|
iemand een rad voor de ogen draaien
|
[de dingen anders voorstellen dan ze zijn]
|
|
wat zijn ogen zien, maken zijn handen
|
[hij is erg handig]
|
|
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
|
[hij kan minder eten dan hij dacht]
|
|
ogen in zijn rug hebben
|
[alles zien]
|
|
iemand de ogen openen
|
[hem de waarheid laten zien]
|
|
met het oog op
|
[in verband daarmee]
|
|
iemand naar de ogen zien
|
[je afhankelijk opstellen]
|
|
iets met de ogen verslinden
|
[er verlangend naar kijken]
|
|
een oogje in het zeil houden
|
[opletten of alles goed gaat]
|
|
iets voor ogen houden
|
[het in gedachten houden]
|
|
in zijn ogen
|
[volgens hem]
|
|
in het oog lopen of springen
|
[opvallen]
|
|
je ogen uitkijken
|
[het prachtig vinden om te zien]
|
|
het met andere ogen bekijken
|
[op een andere manier]
|
|
schele ogen geven
|
[anderen jaloers maken]
|
|
grote ogen opzetten
|
[verbaasd kijken]
|
|
er geen oog voor hebben
|
[er geen aandacht voor hebben]
|
|
iemand de ogen uitsteken
|
[jaloers maken]
|
|
een oogje op iemand hebben
|
[een beetje verliefd op haar zijn]
|
|
het onder ogen zien
|
[het beseffen]
|
|
iets op het oog hebben
|
[het gezien hebben en willen kopen]
|
|
je ogen de kost geven
|
[goed kijken]
|
|
iemand zand in de ogen strooien
|
[hem misleiden]
|
|
je ogen in je zak hebben
|
[niet opletten]
|
|
iemand zand in de ogen strooien
|
[voor de gek houden, misleiden]
|
|
ogen tekortkomen
|
[veel te zien hebben]
|
|
als mijn ogen mij niet bedriegen
|
[ik weet niet zeker of ik het goed gezien heb]
|
|
met het blote oog
|
[zonder bril of andere hulpmiddelen]
|
|
geen oog dichtdoen
|
[niet kunnen slapen]
|
|
hij heeft dollartekens in zijn ogen
|
[laat blijken dat hij graag geld wil verdienen]
|
|
geen hand voor ogen kunnen zien
|
[helemaal niets]
|
|
iemand het licht in de ogen niet gunnen
|
[niets gunnen]
|
|
ergens een open oog voor hebben
|
[er de waarde van inzien]
|
|
de schellen vallen hem van de ogen
|
[hij ziet hoe het werkelijk zit]
|
|
wel de splinter in andersmans oog zien, maar niet de balk in zijn eigen oog
|
[blind zijn voor eigen fouten, maar van anderen alles zien]
|
|
hoge ogen gooien
|
[veel kans maken]
|
|
door het oog van de naald
|
[aan groot gevaar ontkomen]
|
|
de schemer valt
|
[het wordt donker]
|
|
de scherpe kanten ergens vanaf nemen
|
[het verzachten]
|
|
zonder bril kan ik niet scherp zien
|
[niet duidelijk]
|
|
hij heeft een scherp gehoor
|
[hoort alles]
|
|
een scherpe hoek
|
[kleiner dan 90 graden]
|
|
een scherpe neus ergens voor hebben
|
[goed kunnen aanvoelen wat aan de hand is]
|
|
scherp concurreren
|
[zodat er maar weinig winst overblijft]
|
|
een scherpe daling
|
[een sterke, plotselinge daling]
|
|
ga eens aan de kant
|
[opzij]
|
|
het was kantje boord
|
[het liep maar net goed af]
|
|
zij loopt de kantjes ervan af
|
[ze doet bijna niets]
|
|
ik ben door hem aan de kant gezet
|
[weggestuurd]
|
|
aan de kant staan
|
[niet meedoen]
|
|
dat raakt kant nog wal
|
[is onzin]
|
|
welke kant moet jij uit?
|
[in welke richting ga jij?]
|
|
van moeders kant is hij Turks
|
[zijn moeder is Turks]
|
|
ik kan geen kant meer op
|
[zit erg in het nauw]
|
|
daar kun je alle kanten mee uit
|
[dat kun je op verschillende manieren opvatten]
|
|
ga ik zo goed? nee, je gaat de verkeerde kant op
|
[in de verkeerde richting]
|
|
het mes snijdt aan twee kanten
|
[het levert dubbel voordeel op]
|
|
het is een dubbeltje op zijn kant
|
[onzeker hoe het afloopt]
|
|
de scherpe kantjes van iets afnemen
|
[het verzachten]
|
|
iets van alle kanten bekijken
|
[de voors en tegens goed afwegen]
|
|
het deugt van geen kant
|
[is helemaal niet in orde]
|
|
even de andere kant op kijken
|
[iets gedogen]
|
|
geen kant meer op kunnen
|
[geen uitweg meer weten]
|
|
ergens alle kanten mee op kunnen
|
[er veel mogelijkheden mee hebben]
|
|
familie van de koude kant
|
[aangetrouwd]
|
|
het gelijk aan zijn kant hebben
|
[het bij het juiste eind hebben]
|
|
dat hoor je van alle kanten
|
[dat zegt iedereen]
|
|
iemands kant kiezen
|
[zijn partij]
|
|
van de verkeerde kant zijn
|
[homoseksueel]
|
|
je van kant maken
|
[zelfmoord plegen]
|
|
het niet over je kant laten gaan
|
[je ertegen verzetten]
|
|
de boel aan kant maken
|
[opruimen]
|
|
iets over zijn kant laten gaan
|
[zich er niet tegen verzetten]
|
|
het heeft er alle schijn van
|
[het lijkt erop]
|
|
de schijn ophouden
|
[doen alsof er niets aan de hand is]
|
|
geen schijn van kans hebben
|
[helemaal geen kans hebben]
|
|
de schijn tegen hebben
|
[de omstandigheden doen vermoeden dat hij schuldig is]
|
|
het heeft er alle schijn van
|
[het lijkt erop]
|
|
de schijn ophouden
|
[doen alsof er niets aan de hand is]
|
|
geen schijn van kans hebben
|
[helemaal geen kans hebben]
|
|
de schijn tegen hebben
|
[de omstandigheden doen vermoeden dat hij schuldig is]
|
|
schoon aan de haak
|
[naakt gewogen]
|
|
met een schone lei beginnen
|
[een heel nieuw begin maken]
|
|
schoon metselwerk
|
[netjes gevoegd]
|
|
een schone motor
|
[die weinig luchtvervuiling veroorzaakt]
|
|
schoon schip maken
|
[opruimen]
|
|
het schone geslacht
|
[de vrouwen]
|
|
de schone slaapster
|
[Doornroosje]
|
|
schoon in het handje
|
[contant]
|
|
het eten is schoon op
|
[helemaal op]
|
|
je hebt schoon gelijk
|
[helemaal gelijk]
|
|
ik heb er schoon genoeg van
|
[ik ben het zat]
|
|
zijn kans schoon zien
|
[een goede kans zien en daar gebruik van maken]
|
|
de schrik zit hem nog in de benen
|
[hij is nog niet over zijn angst heen]
|
|
de schrik sloeg haar om het hart
|
[ze schrok, ze werd bang]
|
|
hij kreeg de schrik van zijn leven
|
[hij schrok heel erg]
|
|
met de schrik vrijkomen
|
[niet gewond raken, alleen geschrokken zijn]
|
|
het besterven van schrik
|
[heel erg schrikken]
|
|
hij is de schrik van de buurt
|
[iedereen is bang voor hem]
|
|
de sikkel van de maan
|
[maan in de vorm van een sikkel]
|
|
reclame maken
|
[iets aanprijzen]
|
|
de sla is in de reclame
|
[is goedkoper dan normaal]
|
|
kou vatten
|
[verkouden worden]
|
|
de slaap niet kunnen vatten
|
[niet in slaap kunnen komen]
|
|
er kon geen lachje af
|
[hij bleef ernstig]
|
|
in de lach schieten
|
[plotseling gaan lachen]
|
|
de slappe lach
|
[niet kunnen stoppen met lachen]
|
|
de sluizen van de hemel gaan open
|
[het begint te stortregenen]
|
|
naar smaak toevoegen
|
[zoveel als je lekker vindt]
|
|
daar krijg ik een vieze smaak van in mijn mond
|
[dat vind ik oneerlijk of naar]
|
|
de smaak te pakken krijgen
|
[iets leuk gaan vinden en het dan steeds vaker willen doen]
|
|
er zit kraak nog smaak aan
|
[het smaakt nergens naar]
|
|
smaken verschillen
|
[niet iedereen vindt dezelfde dingen mooi]
|
|
over smaak valt niet te twisten
|
[het heeft geen zin om uit te leggen waarom je iets mooi vindt]
|
|
in de smaak vallen
|
[goed of mooi gevonden worden]
|
|
met smaak eten
|
[genietend]
|
|
de smaak te pakken krijgen
|
[er plezier in krijgen]
|
|
de soep wordt nooit zo heet gegeten als hij wordt opgediend
|
[het is niet zo erg als het lijkt]
|
|
je kunt er wel soep van koken
|
[het is heel erg vuil]
|
|
in de soep lopen
|
[mislukken]
|
|
dat is linke soep
|
[dat is gevaarlijk]
|
|
praten alsof je een hete aardappel in je keel hebt
|
[bekakt]
|
|
hete bliksem
|
[gerecht van gekookte aardappels en appels]
|
|
om de hete brij heen draaien
|
[het wel willen maar niet durven]
|
|
een heet hangijzer
|
[een moeilijke, gevoelige zaak]
|
|
men moet het ijzer smeden als het heet is
|
[een kans niet voorbij laten gaan]
|
|
op hete kolen zitten
|
[van ongeduld niet stil kunnen zitten]
|
|
heet van de naald
|
[meteen nadat het klaar is of bekend is geworden]
|
|
de soep wordt nooit zo heet gegeten als zij wordt opgediend
|
[het is nooit zo erg als het eerst lijkt]
|
|
hete tranen
|
[die voortvloeien uit diep verdriet of veel spijt]
|
|
ik heb wel voor hetere vuren gestaan
|
[voor grotere opgaven gestaan]
|
|
erover in spanning zitten
|
[zenuwachtig zijn over de afloop]
|
|
internationale spanningen
|
[dreigende ruzies tussen landen]
|
|
de spanningen in het huwelijk
|
[ruzies]
|
|
de spanning is te snijden
|
[de situatie is erg pijnlijk en gespannen]
|
|
de spanning stijgt ten top
|
[het is erg spannend]
|
|
erover in spanning zitten
|
[zenuwachtig zijn over de afloop]
|
|
internationale spanningen
|
[dreigende ruzies tussen landen]
|
|
de spanningen in het huwelijk
|
[ruzies]
|
|
de spanning is te snijden
|
[de situatie is erg pijnlijk en gespannen]
|
|
de spanning stijgt ten top
|
[het is erg spannend]
|
|
hij vertrok geen spier
|
[er was geen reactie te zien]
|
|
de spieren los maken
|
[oefeningen doen]
|
|
kop op!
|
[houd moed!]
|
|
een kop als een boei
|
[een vuurrood hoofd]
|
|
de kop indrukken
|
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
|
|
een verhaal met kop noch staart
|
[onbegrijpelijk]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
een bord voor je kop hebben
|
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
je kop in het zand steken
|
[jezelf voor de gek houden]
|
|
dat zal me de kop niet kosten
|
[dat kan ik wel betalen]
|
|
de hele zaal stond op zijn kop
|
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
|
|
kopjes geven
|
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
|
|
de kop opsteken
|
[zich opnieuw vertonen]
|
|
al ga je op je kop staan!
|
[je zult je zin niet krijgen]
|
|
iemand op zijn kop geven
|
[hem berispen, een standje geven]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden, verslaan]
|
|
de kolder in de kop krijgen
|
[onhandelbaar worden]
|
|
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
|
[hij geeft niet gauw op]
|
|
met je kop tegen de muur lopen
|
[niet bereiken wat je wilt]
|
|
iets in je kop stampen
|
[het met moeite in je geheugen opnemen]
|
|
de koppen tellen
|
[de aanwezigen]
|
|
zaagsel in zijn kop hebben
|
[dom zijn, niets begrijpen]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
een Haags kopje
|
[halfvol]
|
|
hou die doos niet op zijn kop!
|
[ondersteboven]
|
|
over de kop slaan
|
[ondersteboven vallen]
|
|
op zijn kop
|
[ondersteboven]
|
|
koplamp
|
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
|
|
over de kop gaan
|
[failliet gaan]
|
|
de spijker op de kop slaan
|
[zeggen waar het precies om gaat]
|
|
iets bij de kop vatten
|
[eraan beginnen]
|
|
iets op de kop tikken
|
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
aan de dunne zijn
|
[diarree hebben]
|
|
het loopt hem dun door de broek
|
[hij is erg bang]
|
|
de spoeling is dun
|
[iedereen krijgt maar weinig]
|
|
dun gezaaid zijn
|
[niet veel voorkomen]
|
|
het land is dun bevolkt
|
[er wonen maar weinig mensen]
|
|
een sprong in het duister
|
[een avontuur waarvan je niet weet hoe het afloopt]
|
|
de sprong wagen
|
[iets moeilijks of dappers doen]
|
|
met sprongen vooruitgaan
|
[ineens veel beter worden]
|
|
een sprong in de tijd maken
|
[een grote periode overslaan]
|
|
in staat van opwinding
|
[erg opgewonden]
|
|
de auto is nog in goede staat
|
[hij is nog goed]
|
|
de staat van beleg
|
[het gezag is in handen van de militairen]
|
|
de echtelijke staat
|
[het getrouwd zijn]
|
|
in gezegende staat zijn
|
[zwanger zijn]
|
|
in alle staten zijn
|
[heel erg opgewonden]
|
|
in staat zijn
|
[het kunnen]
|
|
tot alles in staat zijn
|
[zonder nadenken de ergste dingen kunnen doen]
|
|
de burgerlijke staat
|
[geeft aan wat iemands handelingsbevoegdheid is]
|
|
zijn staat van dienst
|
[het overzicht van zijn prestaties]
|
|
er geen staat op kunnen maken
|
[niet voorspelbaar zijn]
|
|
hij is in staat om ....
|
[hij kan het]
|
|
hij is tot alles in staat
|
[je kunt alles van hem verwachten]
|
|
de staat van beleg
|
[het leger is de baas in plaats van de ministers]
|
|
iets van stal halen
|
[iets ouds weer gebruiken]
|
|
het beste paard van stal vergeten
|
[bij het uitdelen iemand per ongeluk overslaan]
|
|
de stal ruiken
|
[tegen het einde haast krijgen]
|
|
de stand van zaken
|
[hoe de toestand is]
|
|
de stand in de wedstrijd
|
[hoeveel doelpunten er gevallen zijn en voor wie]
|
|
de burgerlijke stand
|
[waar gegevens van burgers worden bijgehouden]
|
|
iets tot stand brengen
|
[ontwikkelen, vormen]
|
|
iets in stand houden
|
[zorgen dat het blijft bestaan]
|
|
boven je stand leven
|
[meer uitgeven dan je hebt]
|
|
boven je stand trouwen
|
[met iemand van een hogere stand]
|
|
een heer van stand
|
[een man die laat blijken bij de hogere klasse te horen]
|
|
iets tot stand brengen
|
[iets presteren]
|
|
het in stand houden
|
[zorgen dat het blijft]
|
|
tot stand komen
|
[ontstaan]
|
|
zaken doen
|
[het sluiten van overeenkomsten]
|
|
geduld is een schone zaak
|
[heb nou maar geduld]
|
|
zaken gaan voor het meisje
|
[je werk is belangrijker dan een afspraakje]
|
|
zijn zaken waarnemen
|
[zijn belangen behartigen]
|
|
de zaak komt voor
|
[de rechtszaak]
|
|
hij is ter zake kundig
|
[hij weet er veel van]
|
|
kom ter zake!
|
[zeg wat je te zeggen hebt]
|
|
dat doet niet ter zake
|
[is niet belangrijk]
|
|
de stand van zaken
|
[hoe het ervoor staat]
|
|
het fijne van de zaak vertelt hij niet
|
[de precieze gegevens]
|
|
dat is mijn zaak
|
[daar heb jij niets mee te maken]
|
|
uit de aard der zaak
|
[als een noodzakelijk gevolg daarvan]
|
|
de zaak is deze
|
[dit is er aan de hand]
|
|
in de kern van de zaak
|
[in feite, eigenlijk]
|
|
gedane zaken nemen geen keer
|
[wat gebeurd is, laat zich niet veranderen]
|
|
met kennis van zaken
|
[op deskundige wijze]
|
|
onverrichter zake terugkeren
|
[zonder dat men zijn doel heeft bereikt]
|
|
opening van zaken geven
|
[vertellen hoe het precies in elkaar zit]
|
|
de zaak aan het rollen brengen
|
[erover beginnen, ermee beginnen]
|
|
er komt schot in de zaak
|
[het begint zich te ontwikkelen]
|
|
zoals de zaken nu staan ...
|
[zoals de situatie nu is]
|
|
het is zaak om ...
|
[we moeten ervoor zorgen]
|
|
het is niet veel zaaks
|
[stelt niet veel voor]
|
|
je stem verheffen
|
[harder gaan praten]
|
|
de tweede stem zingen
|
[een hogere of lagere melodie]
|
|
ze is haar stem kwijt
|
[kan niet meer hardop praten]
|
|
een stem van binnen
|
[het geweten dat spreekt]
|
|
de stem van het hart volgen
|
[het gevoel, de intuïtie]
|
|
je stem uitbrengen
|
[voor of tegen iets stemmen]
|
|
bij meerderheid van stemmen
|
[omdat de meesten het vonden]
|
|
er gaan stemmen op om ...
|
[sommige mensen willen het]
|
|
de beslissende stem hebben
|
[de uitslag bepalen]
|
|
meeste stemmen gelden
|
[wat de meerderheid wil, dat gebeurt]
|
|
de stemmen staken
|
[er zijn evenveel stemmen vóór als tégen]
|
|
je stem verheffen
|
[harder gaan praten]
|
|
de tweede stem zingen
|
[een hogere of lagere melodie]
|
|
ze is haar stem kwijt
|
[kan niet meer hardop praten]
|
|
een stem van binnen
|
[het geweten dat spreekt]
|
|
de stem van het hart volgen
|
[het gevoel, de intuïtie]
|
|
je stem uitbrengen
|
[voor of tegen iets stemmen]
|
|
bij meerderheid van stemmen
|
[omdat de meesten het vonden]
|
|
er gaan stemmen op om ...
|
[sommige mensen willen het]
|
|
de beslissende stem hebben
|
[de uitslag bepalen]
|
|
meeste stemmen gelden
|
[wat de meerderheid wil, dat gebeurt]
|
|
de stemmen staken
|
[er zijn evenveel stemmen vóór als tégen]
|
|
de weg stijgt
|
[hij loopt omhoog]
|
|
de stemming stijgt
|
[die wordt steeds beter]
|
|
de spanning stijgt ten top
|
[wordt erg groot]
|
|
de sterke arm
|
[de politie]
|
|
iemand in de arm nemen
|
[zijn hulp inroepen]
|
|
met je ziel onder je arm lopen
|
[je vervelen]
|
|
met open armen ontvangen
|
[heel erg hartelijk]
|
|
in je armen sluiten
|
[omhelzen]
|
|
lange armen hebben
|
[veel macht bezitten]
|
|
elkaar in de armen vallen
|
[het heel erg met elkaar eens worden]
|
|
met de armen over elkaar zitten
|
[niets doen]
|
|
een arm geven
|
[ondersteunen met een arm]
|
|
sterke longen hebben
|
[niet gauw buiten adem raken]
|
|
sterk staan
|
[een positie hebben die niet gemakkelijk aan te vallen is]
|
|
zich ergens sterk voor maken
|
[er je best voor doen]
|
|
dat is sterk uitgedrukt
|
[dat is overdreven]
|
|
de sterke arm
|
[de politie]
|
|
zo sterk als een beer (paard)
|
[heel sterk]
|
|
het sterke geslacht
|
[de mannen]
|
|
een sterke man
|
[iemand die autoritair leiding geeft en orde weet te scheppen]
|
|
acht man sterk
|
[met z'n achten]
|
|
het recht van de sterkste
|
[de overmacht die iemand heeft omdat hij de meeste kracht heeft]
|
|
wie niet sterk is, moet slim zijn
|
[wie geen kracht heeft, moet zijn verstand gebruiken]
|
|
een sterk werkwoord
|
[met klinkerwisseling in de verleden tijd]
|
|
ik maak mij sterk dat...
|
[ik vind het waarschijnlijk]
|
|
een sterk werkwoord
|
[dat in de verleden tijd van klank verandert]
|
|
het staat in de sterren
|
[het is voorspeld]
|
|
sterretjes zien
|
[duizelig zijn]
|
|
de sterren van de hemel zingen
|
[heel mooi zingen]
|
|
zijn ster is verbleekt
|
[zijn succes is minder groot geworden]
|
|
een rijzende ster
|
[iemand die steeds populairder wordt]
|
|
de steven wenden
|
[in een andere richting gaan varen]
|
|
ik ben er stil van
|
[zo verbaasd dat je niets weet te zeggen]
|
|
een stil alarm
|
[dat alleen gaat rinkelen bij de centrale]
|
|
zullen we even stil zijn?
|
[gelegenheid geven om te bidden]
|
|
een stille getuige
|
[voorwerp dat aanwezig is op de plaats van de misdaad]
|
|
ik ben er stil van
|
[zo onder de indruk dat ik niet kan praten]
|
|
een stille tocht
|
[optocht ter herdenking aan slachtoffers]
|
|
met stille trom vertrekken
|
[in stilte weggaan]
|
|
een stille drinker
|
[iemand die stiekem drinkt]
|
|
een stille
|
[agent in burgerkleding]
|
|
stille armoede
|
[waarvoor men niet wil uitkomen]
|
|
een stille wenk geven
|
[onopvallend een tip geven]
|
|
stil leven
|
[rustig leven, zonder te werken]
|
|
de stille week
|
[de week voor Pasen]
|
|
de stoel geeft steun in de rug
|
[je kunt er goed tegen leunen]
|
|
we hebben daar veel steun aan gehad
|
[het heeft ons erg geholpen]
|
|
steun verlenen
|
[iemand helpen]
|
|
financiële steun
|
[hulp in de vorm van geld]
|
|
hij is mijn steun en toeverlaat
|
[hij helpt mij altijd]
|
|
steun trekken
|
[een uitkering ontvangen]
|
|
zo stom als het achtereind van een varken
|
[heel erg stom]
|
|
stom toeval
|
[waar je helemaal niet op had kunnen rekenen]
|
|
een stomme film
|
[zonder geluid]
|
|
geld dat stom is, maakt recht wat krom is
|
[geld maakt alles goed]
|
|
de stomme e
|
[de e die klinkt als een u]
|
|
ik weet waar de schoen wringt
|
[wat het probleem is]
|
|
hij loopt naast zijn schoenen van trots
|
[is erg trots]
|
|
hij trok de stoute schoenen aan
|
[doet iets waarvoor moed nodig is]
|
|
stevig in je schoenen staan
|
[er zeker van zijn]
|
|
wie de schoen past, trekt hem aan
|
[als het verwijt op jou slaat dan moet je er iets aan doen]
|
|
het hem in de schoenen schuiven
|
[beschuldigen]
|
|
de moed zinkt mij in de schoenen
|
[ik verlies alle moed]
|
|
ik zou niet graag in zijn schoenen willen staan
|
[niet graag meemaken wat hij meemaakt]
|
|
met lood in zijn schoenen
|
[angstig, en met tegenzin]
|
|
men moet geen oude schoenen weggooien eer men nieuwe heeft
|
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
|
|
iemand iets in de schoenen schuiven
|
[zeggen dat hij iets vindt, of gedaan heeft]
|
|
de stoute schoenen aantrekken
|
[iets doen waarvoor je moed moet verzamelen]
|
|
met de tong op de schoenen
|
[uitgeput]
|
|
daar wringt de schoen
|
[daar zit de moeilijkheid]
|
|
je schoen zetten
|
[bij de schoorsteen zetten, zodat Sinterklaas er iets in kan doen]
|
|
de stoute schoenen aantrekken
|
[iets doen waar moed voor nodig is]
|
|
de stoute schoenen aantrekken
|
[iets doen waarvoor je eerst moed moet verzamelen]
|
|
een stout stukje
|
[een dappere daad]
|
|
de ruzie liep hoog op
|
[was erg heftig]
|
|
dat zit haar erg hoog
|
[dat houdt haar erg bezig]
|
|
hij zit hoog en droog thuis
|
[veilig thuis]
|
|
hij zweert het bij hoog en bij laag
|
[zegt dat het zeker waar is]
|
|
een hoge borst opzetten
|
[verwaand zijn]
|
|
dat is te hoog gegrepen
|
[te moeilijk]
|
|
iets hoog houden
|
[in ere houden]
|
|
je kunt hoog of laag springen, maar...
|
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
|
|
de lat hoog leggen
|
[hoge eisen stellen]
|
|
hoog tegen iemand opkijken
|
[veel bewondering voor hem hebben]
|
|
geen hoge pet op hebben van iemand
|
[niet veel van hem verwachten]
|
|
hoog van de toren blazen
|
[een grote mond hebben]
|
|
iets hoog in zijn vaandel hebben
|
[er veel waardering voor hebben]
|
|
het neemt een hoge vlucht
|
[ontwikkelt zich goed en snel]
|
|
geen zee gaat hem te hoog
|
[hij laat zich nergens door afschrikken]
|
|
het hoogste lied zingen
|
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
|
|
het hoogste woord hebben
|
[druk en zelfbewust praten]
|
|
in hoge mate
|
[zeer]
|
|
hoge ogen gooien
|
[er veel kans op hebben]
|
|
iemand te hoog aanslaan
|
[hem te veel belasting laten betalen]
|
|
hoge lasten hebben
|
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
|
|
een hoge dunk van jezelf hebben
|
[denken dat je beter bent dan anderen]
|
|
iemand hoog hebben
|
[eerbied, respect voor hem hebben]
|
|
een hogere macht
|
[bovenaards wezen of principe]
|
|
in hogere sferen zijn
|
[wegdromen]
|
|
hoger beroep aantekenen
|
[herziening vragen van een vonnis]
|
|
geen hoge dunk van iemand hebben
|
[hem minachten]
|
|
op zijn hoogst
|
[in het uiterste geval]
|
|
de Hoge Raad
|
[hoogste rechtbank van Nederland]
|
|
hoog spel spelen
|
[riskante dingen doen]
|
|
dat is hogere wiskunde voor mij
|
[dat vind ik heel moeilijk]
|
|
hoge nood hebben
|
[naar het toilet moeten]
|
|
het is hoog tijd
|
[we kunnen niet wachten]
|
|
in hoge mate
|
[zeer, ruimschoots]
|
|
de strijd loopt hoog op
|
[wordt steeds erger]
|
|
hoog aan de wind zeilen
|
[bovenwinds]
|
|
iets bij hoog en laag beweren
|
[heel stellig]
|
|
iets hoog opnemen
|
[het iemand zeer kwalijk nemen]
|
|
het hoge woord is eruit
|
[hij heeft het eindelijk gezegd]
|
|
het zit hem hoog
|
[hij is er heel verontwaardigd over]
|
|
dat is in strijd met de wet
|
[het mag niet volgens de wet]
|
|
de strijd om het bestaan
|
[de worsteling om in leven te blijven]
|
|
zijn volle gewicht in de strijd gooien
|
[zijn invloed en al zijn mogelijkheden gebruiken om te winnen]
|
|
de tafel dekken
|
[er alles op zetten]
|
|
de verf dekt goed
|
[je kunt de onderlaag niet meer zien]
|
|
gedekte kleuren
|
[niet fel]
|
|
een gedekt kapsel
|
[kort geknipt]
|
|
een gedekte cheque
|
[waar voldoende geld voor op de rekening staat]
|
|
ervoor zorgen dat je gedekt bent
|
[dat je geen moeilijkheden krijgt]
|
|
hem aan de tand voelen
|
[ondervragen]
|
|
tot de tanden gewapend
|
[zwaar bewapend]
|
|
eten met lange tanden
|
[met tegenzin]
|
|
je tanden laten zien
|
[dreigend laten zien dat je niet bang bent]
|
|
haar op de tanden hebben
|
[nergens bang voor zijn]
|
|
op zijn tanden bijten
|
[pijn of boosheid niet laten zien]
|
|
van de hand in de tand leven
|
[wat je verdient, meteen uitgeven]
|
|
zich met hand en tand verzetten
|
[met alle kracht]
|
|
met de mond vol tanden staan
|
[geen antwoord weten]
|
|
oog om oog, tand om tand
|
[wat hij mij aandoet, doe ik hem aan]
|
|
ergens zijn tanden op stukbijten
|
[vergeefse moeite doen om iets te bereiken]
|
|
de tand des tijds
|
[de slijtage van alle dingen]
|
|
zijn tanden laten zien
|
[een dreigende houding aannemen]
|
|
ergens zijn tanden in zetten
|
[beginnen aan een zware klus]
|
|
een tandje hoger
|
[in een hogere versnelling]
|
|
de tijd vliegt
|
[hij gaat snel voorbij]
|
|
de tijd zal het leren
|
[later weten we het wel]
|
|
tijd is geld
|
[tijd is kostbaar]
|
|
ik heb daar geen tijd voor
|
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
|
|
hij zit de hele tijd te gapen
|
[voortdurend, steeds]
|
|
de laatste tijd
|
[de periode die achter ons ligt]
|
|
we hebben geen tijd te verliezen
|
[we moeten opschieten]
|
|
vrije tijd
|
[waarin je niet hoeft te werken]
|
|
dat is uit de tijd
|
[ouderwets]
|
|
de tijd doden
|
[iets doen als je moet wachten]
|
|
hij is zijn tijd vooruit
|
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
|
|
het zal mijn tijd wel duren
|
[ik maak me er niet druk over]
|
|
hij heeft de tijd
|
[hoeft zich niet te haasten]
|
|
zijn tijd verdoen
|
[niets uitvoeren]
|
|
een sprong in de tijd maken
|
[een lange periode overslaan]
|
|
de tand des tijds
|
[de slijtage van alle dingen]
|
|
de tijd heelt alle wonden
|
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
|
|
het is tijd om te vertrekken
|
[we moeten vertrekken]
|
|
zij komt nooit op tijd
|
[ze is altijd te laat]
|
|
je moet op de tijd letten
|
[opletten of het moment er al is]
|
|
zij is over tijd
|
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
|
|
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
|
[als het moment daar is]
|
|
zij is erg bij de tijd
|
[bijdehand, slim]
|
|
komt tijd, komt raad
|
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
|
|
als het mijn tijd is
|
[wanneer ik doodga]
|
|
heb je de tijd?
|
[weet je hoe laat het is?]
|
|
op tijd zijn natje en droogje krijgen
|
[niets tekort komen]
|
|
over tijd zijn
|
[de menstruatie is nog niet gekomen]
|
|
te allen tijde
|
[altijd]
|
|
van tijd tot tijd
|
[af en toe]
|
|
binnen afzienbare tijd
|
[spoedig]
|
|
in de baas zijn tijd
|
[onder werktijd]
|
|
iemands tijd in beslag nemen
|
[zijn aandacht opeisen]
|
|
dat heeft de tijd
|
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
|
|
het zal mijn tijd wel duren
|
[ik maak me er niet druk om]
|
|
iemand de tijd ergens voor gunnen
|
[het hem op zijn gemak laten doen]
|
|
gezelligheid kent geen tijd
|
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
|
|
de hele tijd
|
[voortdurend]
|
|
ik kan mijn tijd wel beter besteden
|
[dat vind ik minderwaardig]
|
|
in minder dan geen tijd
|
[heel snel]
|
|
een scherpe tijd
|
[die moeilijk te verbeteren is]
|
|
dat is verleden tijd
|
[dat is voorbij]
|
|
de tijd aan zichzelf hebben
|
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
|
|
met je tijd meegaan
|
[met de mode en de heersende opvattingen]
|
|
niet meer van deze tijd
|
[heel verouderd]
|
|
zijn tijd ver vooruit zijn
|
[heel modern zijn]
|
|
hij gaf de geest
|
[hij stierf]
|
|
het je voor de geest halen
|
[eraan terugdenken]
|
|
de armen van geest
|
[de eenvoudigen]
|
|
een scheiding der geesten
|
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
|
|
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
|
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
|
|
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
|
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
|
|
iets in de geest van...
|
[zoiets als ...]
|
|
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
|
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
|
|
de Heilige Geest
|
[God in de vorm van een geest]
|
|
de geest krijgen
|
[ergens door bezield worden]
|
|
de geest geven
|
[sterven]
|
|
een boze geest
|
[gevallen engel, duivel]
|
|
eruitzien als een geest
|
[heel mager en bleek]
|
|
de geest is uit de fles
|
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
|
|
toen kreeg Ida de geest
|
[ze ging ineens aan het werk]
|
|
het was iets in de geest van ....
|
[iets als ....]
|
|
op je tellen passen
|
[opletten dat je niet iets verkeerds zegt]
|
|
in tel zijn
|
[belangrijk gevonden worden]
|
|
de tel kwijt zijn
|
[niet meer weten hoeveel je al geteld hebt]
|
|
ik ben daar veel tijd aan kwijt
|
[ik doe daar lang over]
|
|
de draad kwijt zijn
|
[niet weten hoe het vervolg gaat]
|
|
de kluts kwijt zijn
|
[in de war zijn]
|
|
iemands naam kwijt zijn
|
[die je niet meer kunnen herinneren]
|
|
de tel kwijt zijn
|
[niet meer weten hoeveel je er al geteld hebt]
|
|
je ei niet kwijt kunnen
|
[met niemand over je problemen kunnen praten]
|
|
kan ik iets aan je kwijt?
|
[wil je iets gebruiken?]
|
|
iemand liever kwijt dan rijk zijn
|
[hem liever niet meer om je heen hebben]
|
|
iets aan de straatstenen niet kwijt kunnen
|
[er geen kopers voor kunnen vinden]
|
|
ergens iets over kwijt willen
|
[er iets over willen zeggen]
|
|
zeg maar wat je kwijt wilt
|
[hoeveel geld je eraan wilt besteden]
|
|
de telefoon gaat
|
[hij zoemt of rinkelt]
|
|
er is telefoon voor je
|
[iemand belt je op]
|
|
een telefoontje krijgen
|
[iemand belt je op]
|
|
de telefoon is in gesprek
|
[bezet]
|
|
dat is het gesprek van de dag
|
[daar praat iedereen over]
|
|
een gesprek voeren
|
[ergens over praten]
|
|
er heerst een aangename temperatuur
|
[het voelt prettig aan]
|
|
de temperatuur van iemand opnemen
|
[met de thermometer vaststellen hoe warm het lichaam is]
|
|
de tertiaire sector
|
[bejaardenzorg, ziekenhuizen e.d.]
|
|
tertiair onderwijs
|
[hoger beroeps- of universitair onderwijs]
|
|
de broekriem (buikriem) aanhalen
|
[zuiniger gaan leven]
|
|
de teugels aanhalen
|
[strenger worden]
|
|
de vriendschapsbanden aanhalen
|
[inniger maken]
|
|
je iets op de hals halen
|
[iets vervelends voor je rekening nemen]
|
|
de teugels laten vieren
|
[minder streng worden]
|
|
iemand de vrije teugel laten
|
[hem zijn gang laten gaan]
|
|
de thermometer aanleggen
|
[in het lichaam aanbrengen]
|
|
het met iemand aanleggen
|
[een verhouding met hem of haar beginnen]
|
|
het erop aanleggen
|
[proberen het voor elkaar te krijgen]
|
|
de tien geboden
|
[de voornaamste voorschriften uit de wet van Mozes]
|
|
hij kijkt alsof hij niet tot tien kan tellen
|
[alsof hij onnozel is]
|
|
tien tegen een dat...
|
[het is zo goed als zeker]
|
|
de tien geboden
|
[voorschriften uit de wet van Mozes]
|
|
hij at met zijn tien geboden
|
[met zijn vingers]
|
|
de tijd vliegt
|
[hij gaat snel voorbij]
|
|
de tijd zal het leren
|
[later weten we het wel]
|
|
tijd is geld
|
[tijd is kostbaar]
|
|
ik heb daar geen tijd voor
|
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
|
|
hij zit de hele tijd te gapen
|
[voortdurend, steeds]
|
|
de laatste tijd
|
[de periode die achter ons ligt]
|
|
we hebben geen tijd te verliezen
|
[we moeten opschieten]
|
|
vrije tijd
|
[waarin je niet hoeft te werken]
|
|
dat is uit de tijd
|
[ouderwets]
|
|
de tijd doden
|
[iets doen als je moet wachten]
|
|
hij is zijn tijd vooruit
|
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
|
|
het zal mijn tijd wel duren
|
[ik maak me er niet druk over]
|
|
hij heeft de tijd
|
[hoeft zich niet te haasten]
|
|
zijn tijd verdoen
|
[niets uitvoeren]
|
|
een sprong in de tijd maken
|
[een lange periode overslaan]
|
|
de tand des tijds
|
[de slijtage van alle dingen]
|
|
de tijd heelt alle wonden
|
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
|
|
het is tijd om te vertrekken
|
[we moeten vertrekken]
|
|
zij komt nooit op tijd
|
[ze is altijd te laat]
|
|
je moet op de tijd letten
|
[opletten of het moment er al is]
|
|
zij is over tijd
|
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
|
|
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
|
[als het moment daar is]
|
|
zij is erg bij de tijd
|
[bijdehand, slim]
|
|
komt tijd, komt raad
|
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
|
|
als het mijn tijd is
|
[wanneer ik doodga]
|
|
heb je de tijd?
|
[weet je hoe laat het is?]
|
|
op tijd zijn natje en droogje krijgen
|
[niets tekort komen]
|
|
over tijd zijn
|
[de menstruatie is nog niet gekomen]
|
|
te allen tijde
|
[altijd]
|
|
van tijd tot tijd
|
[af en toe]
|
|
binnen afzienbare tijd
|
[spoedig]
|
|
in de baas zijn tijd
|
[onder werktijd]
|
|
iemands tijd in beslag nemen
|
[zijn aandacht opeisen]
|
|
dat heeft de tijd
|
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
|
|
het zal mijn tijd wel duren
|
[ik maak me er niet druk om]
|
|
iemand de tijd ergens voor gunnen
|
[het hem op zijn gemak laten doen]
|
|
gezelligheid kent geen tijd
|
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
|
|
de hele tijd
|
[voortdurend]
|
|
ik kan mijn tijd wel beter besteden
|
[dat vind ik minderwaardig]
|
|
in minder dan geen tijd
|
[heel snel]
|
|
een scherpe tijd
|
[die moeilijk te verbeteren is]
|
|
dat is verleden tijd
|
[dat is voorbij]
|
|
de tijd aan zichzelf hebben
|
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
|
|
met je tijd meegaan
|
[met de mode en de heersende opvattingen]
|
|
niet meer van deze tijd
|
[heel verouderd]
|
|
zijn tijd ver vooruit zijn
|
[heel modern zijn]
|
|
de tijd doden
|
[proberen iets te doen waardoor je je niet verveelt]
|
|
hem in een hoek dringen
|
[zo praten dat hij geen kant meer op kan]
|
|
de tijd dringt
|
[we hebben geen tijd meer]
|
|
je wonden likken
|
[in stilte bijkomen van een nederlaag]
|
|
zachte heelmeesters maken stinkende wonden
|
[halve maatregelen verergeren de zaak]
|
|
een oude wond
|
[verdriet uit het verleden]
|
|
de tijd heelt alle wonden
|
[mettertijd komt men alle verdriet weer te boven]
|
|
een nog verse wond
|
[recent verdriet]
|
|
hij leest rijp en groen
|
[alles door elkaar]
|
|
als de tijd rijp is
|
[als het juiste moment is aangebroken]
|
|
de tijd is er niet rijp voor
|
[het is niet de goede tijd]
|
|
na rijp beraad
|
[na langdurig nadenken]
|
|
de tijd opnemen
|
[meten hoe lang het duurt]
|
|
het voor hem opnemen
|
[hem verdedigen]
|
|
het tegen hem opnemen
|
[de strijd met hem aangaan]
|
|
de dweil neemt het water op
|
[zuigt het water op]
|
|
zij neemt zijn woorden goed in
|
zich op [ze luistert er goed naar]
|
|
hij wil zijn oude beroep weer opnemen
|
[er weer mee beginnen]
|
|
hij ziet ze vliegen
|
[is gek]
|
|
erin vliegen
|
[beetgenomen worden]
|
|
in vliegende vaart
|
[heel snel]
|
|
hem om de hals vliegen
|
[enthousiast omhelzen]
|
|
in brand vliegen
|
[beginnen te branden]
|
|
in de lucht vliegen
|
[ontploffen]
|
|
eruit vliegen
|
[ontslagen worden]
|
|
de tijd vliegt
|
[gaat snel voorbij]
|
|
je tong uitsteken
|
[handeling waarmee je iemand bespot]
|
|
kwade tongen beweren ...
|
[roddelaars zeggen ...]
|
|
een scherpe tong hebben
|
[harde dingen zeggen]
|
|
met dubbele tong spreken
|
[de ene keer wat anders zeggen dan de andere keer]
|
|
het ligt vóór op mijn tong
|
[ik weet het bijna]
|
|
met de tong op de schoenen
|
[helemaal uitgeput]
|
|
heb je je tong verloren/ingeslikt?
|
[kun je niet meer praten?]
|
|
de tongen kwamen los
|
[de mensen begonnen te praten]
|
|
hij gaat over de tong
|
[er wordt over hem geroddeld]
|
|
niet het achterste van je tong laten zien
|
[niet alles vertellen]
|
|
je tong wel kunnen afbijten
|
[er spijt van hebben dat je het vertelde]
|
|
het hart op de tong hebben
|
[zeggen wat je denkt]
|
|
rad van tong zijn
|
[snel en veel spreken]
|
|
het smelt op je tong
|
[is zeer mals]
|
|
boze tongen beweren...
|
[kwaadsprekers beweren...]
|
|
het maakt de tongen los
|
[zet de mensen aan het praten]
|
|
hij zal wel een toontje lager zingen
|
[minder praatjes hebben]
|
|
zij valt uit de toon in dit gezelschap
|
[past niet bij de rest]
|
|
hij geeft altijd de toon aan
|
[is het voorbeeld voor anderen]
|
|
de toon zetten
|
[de stemming bepalen]
|
|
hij sloeg een andere toon aan
|
[ging beleefder praten]
|
|
op hoge toon
|
[hooghartig, dwingend, bevelend]
|
|
de Tour de France
|
[jaarlijkse wielerwedstrijd]
|
|
de touwtjes in handen hebben
|
[beslissen wat er gebeurt]
|
|
er is geen touw aan vast te knopen
|
[je kunt het niet begrijpen]
|
|
aan de touwtjes trekken
|
[alles regelen, besturen]
|
|
ik kan er geen touw aan vastknopen
|
[vind het onbegrijpelijk]
|
|
met een stalen gezicht
|
[zonder gevoel te tonen]
|
|
dat geeft scheve gezichten
|
[het maakt anderen jaloers]
|
|
een raar gezicht trekken
|
[spieren in je gezicht bewegen]
|
|
op het eerste gezicht
|
[als je er voor het eerst mee te maken krijgt]
|
|
iemand van gezicht kennen
|
[wel weten hoe hij eruitziet, maar meer niet]
|
|
iemand uit het gezicht verliezen
|
[niet meer weten waar hij is]
|
|
het recht in zijn gezicht zeggen
|
[zonder er omheen te draaien]
|
|
even je gezicht laten zien
|
[er kort op bezoek gaan]
|
|
het gezicht verliezen
|
[blind worden]
|
|
géén gezicht!
|
[niet om aan te zien, erg lelijk]
|
|
een klap in het gezicht
|
[een grove belediging]
|
|
op je gezicht gaan
|
[afgaan, mislukken]
|
|
een gezicht als een oorwurm
|
[boos en ontevreden]
|
|
een gezicht van oude lappen
|
[huilerig en lelijk]
|
|
iemand met twee gezichten
|
[een schijnheilig iemand]
|
|
op het eerste gezicht
|
[als je er voor het eerst naar kijkt]
|
|
het is géén gezicht
|
[het ziet er heel raar uit]
|
|
de trein verdween uit het gezicht
|
[ik zag hem niet meer]
|
|
je gezicht verliezen
|
[iets doen waardoor je je goede naam kwijtraakt]
|
|
de trein vertrekt vanaf spoor 5
|
[perron 5]
|
|
ik reis per spoor
|
[met de trein]
|
|
er was geen spoor van hem te bekennen
|
[niets]
|
|
we kwamen hem op het spoor
|
[vonden uit waar hij was]
|
|
je zit op het goede spoor
|
[je bent nu goed bezig]
|
|
er waren sporen van geweld
|
[je kon zien dat er gevochten was]
|
|
het spoor bijster zijn
|
[de weg niet meer weten/ op het slechte pad zijn]
|
|
op een dood spoor zitten
|
[iets doen waarmee je niet verder komt]
|
|
je sporen verdiend hebben
|
[bewezen hebben dat je bekwaam bent]
|
|
je sporen verdiend hebben
|
[bewezen hebben dat je het goed kunt]
|
|
de troon bestijgen
|
[koning of koningin worden]
|
|
iemand van de troon stoten
|
[hem zijn macht ontnemen]
|
|
je stem verheffen
|
[harder gaan praten]
|
|
de tweede stem zingen
|
[een hogere of lagere melodie]
|
|
ze is haar stem kwijt
|
[kan niet meer hardop praten]
|
|
een stem van binnen
|
[het geweten dat spreekt]
|
|
de stem van het hart volgen
|
[het gevoel, de intuïtie]
|
|
je stem uitbrengen
|
[voor of tegen iets stemmen]
|
|
bij meerderheid van stemmen
|
[omdat de meesten het vonden]
|
|
er gaan stemmen op om ...
|
[sommige mensen willen het]
|
|
de beslissende stem hebben
|
[de uitslag bepalen]
|
|
meeste stemmen gelden
|
[wat de meerderheid wil, dat gebeurt]
|
|
de stemmen staken
|
[er zijn evenveel stemmen vóór als tégen]
|
|
je uiterste best doen
|
[je volledig inzetten]
|
|
in het uiterste geval
|
[als het echt niet anders kan]
|
|
de uiterste verkoopdatum
|
[de laatste dag waarop een bederfelijk product verkocht mag worden]
|
|
aan de macht komen
|
[gaan regeren]
|
|
uit de macht der gewoonte
|
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
|
|
macht uitoefenen
|
[je invloed gebruiken]
|
|
iemand in zijn macht krijgen
|
[hem onderwerpen]
|
|
boven je macht werken
|
[met je handen boven je hoofd]
|
|
we waren niet bij machte om ...
|
[niet in staat om ...]
|
|
uit alle macht
|
[met de grootste inspanning]
|
|
eendracht maakt macht
|
[eensgezindheid maakt sterk]
|
|
kennis is macht
|
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
|
|
met man en macht
|
[met alle beschikbare hulp]
|
|
boven zijn macht werken
|
[met de handen boven het hoofd]
|
|
de gewapende macht
|
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
|
|
een hogere macht
|
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
|
|
de uitvoerende macht
|
[de regering, het bestuur]
|
|
de wetgevende macht
|
[de kroon en het parlement samen]
|
|
de rechterlijke macht
|
[de rechters]
|
|
met uitzondering van Joop
|
[alleen Joop niet]
|
|
de uitzondering bevestigt de regel
|
[elke regel heeft wel een uitzondering]
|
|
de vakantie heeft in totaal 2000 gulden gekost
|
[bij elkaar 2000 gulden]
|
|
de vakantiepiek
|
[de tijd waarin de meeste mensen met vakantie zijn]
|
|
vaste vloerbedekking
|
[aan de randen van de vloer vastgemaakt]
|
|
een vaste oeververbinding
|
[met een brug of een tunnel]
|
|
de vaste schijf
|
[opslag die in de computer is ingebouwd]
|
|
met vaste hand regeren
|
[met veel gezag]
|
|
vaste stoffen
|
[geen vloeistof en geen gas]
|
|
iets vast in handen hebben
|
[er zeker van zijn dat je het bezit]
|
|
nog geen vaste plannen
|
[nog niet weten wat je gaat doen]
|
|
met vaste hand
|
[zonder beven]
|
|
vast in het zadel zitten
|
[zeker zijn van zijn positie]
|
|
vaste lasten
|
[die telkens terugkeren]
|
|
dat is vaste prik
|
[dat gebeurt regelmatig]
|
|
vast en zeker
|
[zonder twijfel]
|
|
een vaste betrekking
|
[waar je niet elk moment uit ontslagen kunt worden]
|
|
het lukt me vast wel
|
[zeker]
|
|
een vaste bezoeker
|
[die geregeld komt]
|
|
een vast contract
|
[voor onbepaalde tijd]
|
|
vast slapen
|
[heel diep]
|
|
vast en zeker
|
[wis en waarachtig!]
|
|
de tafel dekken
|
[er alles op zetten]
|
|
de verf dekt goed
|
[je kunt de onderlaag niet meer zien]
|
|
gedekte kleuren
|
[niet fel]
|
|
een gedekt kapsel
|
[kort geknipt]
|
|
een gedekte cheque
|
[waar voldoende geld voor op de rekening staat]
|
|
ervoor zorgen dat je gedekt bent
|
[dat je geen moeilijkheden krijgt]
|
|
een verhouding hebben
|
[een liefdesrelatie]
|
|
naar verhouding
|
[als je het vergelijkt met iets soortgelijks]
|
|
in verhouding tot
|
[als je het met iets anders vergelijkt]
|
|
de verhoudingen op de tekening
|
[het verband tussen de maten op de tekening en de echte maten]
|
|
de maatschappelijke verhoudingen
|
[de betrekkingen tussen de verschillende groepen in de maatschappij]
|
|
hij is een echte zoon van zijn vader
|
[lijkt erg op zijn vader]
|
|
van vader op zoon
|
[van geslacht op geslacht]
|
|
zo vader zo zoon
|
[de zoon lijkt op zijn vader]
|
|
de verloren zoon
|
[iemand die na lange tijd weer terugkeert]
|
|
de kosten rijzen de pan uit
|
[ze worden erg hoog]
|
|
de vijand in de pan hakken
|
[helemaal verslaan]
|
|
het was een pan!
|
[een enorme rotzooi]
|
|
een veeg uit de pan krijgen
|
[een flinke berisping]
|
|
de vlam slaat in de pan
|
[de inhoud van de pan vliegt in brand]
|
|
wij zijn onder de pannen
|
[we hebben onderdak]
|
|
uit de losse pols
|
[met het grootste gemak]
|
|
de vinger aan de pols houden
|
[goed volgen wat er gebeurt]
|
|
iemand de pols voelen
|
[zijn polsslag meten]
|
|
ter plekke
|
[op de plaats zelf]
|
|
een blauwe plek
|
[een bloeduitstorting onder de huid]
|
|
de vinger op de zere plek leggen
|
[het probleem precies aanwijzen]
|
|
hem voor rotte vis uitmaken
|
[heel erg uitschelden]
|
|
zo gezond als een vis
|
[helemaal gezond]
|
|
je voelen als een vis in het water
|
[erg prettig, echt op je plaats]
|
|
de vis wordt duur betaald
|
[je moet er veel voor over hebben]
|
|
het is vlees noch vis
|
[het een noch het ander]
|
|
als een vis op het droge
|
[hulpeloos]
|
|
boter bij de vis
|
[contante betaling]
|
|
de vis wordt duur betaald
|
[vraagt grote offers]
|
|
vis moet zwemmen
|
[als je vis eet, moet je erbij drinken]
|
|
de edele delen
|
[geslachtsorganen]
|
|
ten dele
|
[gedeeltelijk]
|
|
ergens deel van uitmaken
|
[erbij horen]
|
|
de vitale delen
|
[die nodig zijn voor het goed functioneren van het lichaam]
|
|
een vlag op een modderschuit
|
[een versiering die veel te mooi is voor de rest]
|
|
de vlag dekt de lading
|
[de presentatie komt overeen met de inhoud]
|
|
met vlag en wimpel
|
[met goed resultaat]
|
|
de witte vlag
|
[teken dat je je overgeeft]
|
|
onder valse vlag varen
|
[je uitgeven voor iemand anders]
|
|
de vlag strijken
|
[naar beneden halen]
|
|
de vlag hijsen
|
[hem langs de stok omhoog trekken]
|
|
je in je jas hijsen
|
[hem aantrekken]
|
|
een vlag op een modderschuit
|
[een versiering die veel te mooi is voor de rest]
|
|
de vlag dekt de lading
|
[de presentatie komt overeen met de inhoud]
|
|
met vlag en wimpel
|
[met goed resultaat]
|
|
de witte vlag
|
[teken dat je je overgeeft]
|
|
onder valse vlag varen
|
[je uitgeven voor iemand anders]
|
|
de vlag strijken
|
[naar beneden halen]
|
|
de kosten rijzen de pan uit
|
[ze worden erg hoog]
|
|
de vijand in de pan hakken
|
[helemaal verslaan]
|
|
het was een pan!
|
[een enorme rotzooi]
|
|
een veeg uit de pan krijgen
|
[een flinke berisping]
|
|
de vlam slaat in de pan
|
[de inhoud van de pan vliegt in brand]
|
|
wij zijn onder de pannen
|
[we hebben onderdak]
|
|
vlam vatten
|
[gaan branden]
|
|
de vlammen sloegen me uit
|
[ik kreeg het heel warm/ kreeg het warm van spanning of verlegenheid]
|
|
de vlam slaat in de pan
|
[de situatie komt tot een uitbarsting]
|
|
in vuur en vlam staan
|
[verliefd zijn]
|
|
de vlek gaat er niet meer uit
|
[krijg ik niet meer weg]
|
|
de vloer met hem aanvegen
|
[hem vernietigende kritiek geven]
|
|
bij iemand over de vloer komen
|
[er regelmatig op bezoek komen]
|
|
je kunt er van de vloer eten
|
[het is er heel erg schoon]
|
|
beentjes van de vloer
|
[dansen]
|
|
ik dacht dat ik door de vloer zou zakken
|
[ik schaamde me diep]
|
|
de vluchtstrook
|
[de smalle rand langs de snelweg]
|
|
de vogel is gevlogen
|
[wie je moet hebben is ervandoor]
|
|
elk vogeltje zingt zoals het gebekt is
|
[iedereen praat op zijn eigen manier]
|
|
beter één vogel in de hand dan tien in de lucht
|
[beter tevreden zijn met een beetje dan verlangen naar iets dat je nooit krijgt]
|
|
een rare vogel
|
[een persoon met bijzondere kenmerken]
|
|
de volle laag krijgen
|
[fel aangevallen worden]
|
|
er vol van zijn
|
[over niets anders meer kunnen praten of denken]
|
|
het was een volle bak
|
[een uitverkochte zaal]
|
|
ergens de buik vol van hebben
|
[er niets meer mee te maken willen hebben]
|
|
ergens de handen vol aan hebben
|
[het er druk mee hebben]
|
|
de maat is vol
|
[ik accepteer het niet langer]
|
|
ergens de mond vol van hebben
|
[er voortdurend over praten]
|
|
iemand voor vol aanzien
|
[hem serieus nemen]
|
|
de volle laag krijgen
|
[veel verwijten krijgen]
|
|
in zijn volle lengte
|
[met zijn hele lichaam]
|
|
het volle leven
|
[het werkelijke leven]
|
|
in het volle licht staan
|
[goed opgemerkt worden]
|
|
de volle mep betalen
|
[het hele bedrag]
|
|
het volle pond betalen
|
[de hele som]
|
|
ten volle
|
[volkomen]
|
|
op volle toeren
|
[uit alle macht]
|
|
uit volle borst zingen
|
[luidkeels]
|
|
in volle ernst
|
[heel ernstig]
|
|
hem voor vol aanzien
|
[hem serieus nemen]
|
|
iemand de huid vol schelden
|
[hem overladen met scheldwoorden]
|
|
de volle mep betalen
|
[het hele bedrag]
|
|
de vonk sloeg over
|
[anderen werden ook enthousiast]
|
|
de voorhoede van een partij
|
[actiefste of belangrijkste leden]
|
|
goede vooruitzichten hebben
|
[een goede toekomst tegemoet gaan]
|
|
vooruitzicht hebben op iets
|
[het verwachten]
|
|
iemand iets in het vooruitzicht stellen
|
[de verwachting wekken dat hij het zal krijgen]
|
|
de vooruitzichten voor het weekend
|
[de weerberichten voor het weekend]
|
|
de vorst zit nog in de grond
|
[de grond is nog hard door bevriezing]
|
|
hij zit als een vorst
|
[heerlijk]
|
|
leven als een vorst
|
[in weelde]
|
|
vrede sluiten
|
[afspreken dat je niet meer vecht]
|
|
de vrede bewaren
|
[niet gaan vechten]
|
|
er vrede mee hebben
|
[het accepteren, er tevreden mee zijn]
|
|
omwille van de lieve vrede
|
[om geen ruzie te krijgen]
|
|
de broekriem (buikriem) aanhalen
|
[zuiniger gaan leven]
|
|
de teugels aanhalen
|
[strenger worden]
|
|
de vriendschapsbanden aanhalen
|
[inniger maken]
|
|
je iets op de hals halen
|
[iets vervelends voor je rekening nemen]
|
|
zo vrij als een vogeltje in de lucht
|
[heel erg vrij]
|
|
een vrij beroep
|
[waarbij je je eigen baas bent]
|
|
vrije toegang
|
[zonder te betalen]
|
|
een vrije vertaling
|
[niet letterlijk]
|
|
een vrije aftocht
|
[de gelegenheid om ongehinderd te vertrekken]
|
|
vrij baan maken
|
[alles wat hindert, uit de weg ruimen]
|
|
iemand de vrije hand geven
|
[het hem laten doen zoals hij zelf wil]
|
|
de handen vrij hebben
|
[ongehinderd iets kunnen doen]
|
|
een vrije jongen
|
[een kleine zelfstandige]
|
|
uit vrije wil
|
[niet gedwongen]
|
|
er vrij over kunnen beschikken
|
[kunnen gebruiken wat je wilt]
|
|
vrij op naam
|
[de koper betaalt de overdrachtskosten van het huis]
|
|
vrij spel hebben
|
[ongehinderd je gang kunnen gaan]
|
|
iemand de vrije teugel laten
|
[hem zijn gang laten gaan]
|
|
een vrije trap
|
[een schot dat ongehinderd genomen mag worden]
|
|
een vrije vertaling
|
[die zich niet precies aan de betekenis houdt]
|
|
een vrije vogel
|
[iemand die zich van niemand iets aantrekt]
|
|
vrije tijd
|
[de tijd die je niet hoeft te werken]
|
|
de vrije sector
|
[huizen waarvoor je geen woonvergunning hoeft te hebben]
|
|
mag ik zo vrij zijn om...?
|
[vindt u dat goed?]
|
|
ten val komen
|
[je invloed of macht verliezen]
|
|
in de val lopen
|
[beetgenomen worden]
|
|
als een rat in de val zitten
|
[niet kunnen ontsnappen]
|
|
een val zetten voor iemand
|
[proberen hem te betrappen of vangen]
|
|
hoogmoed komt voor de val
|
[wie hoogmoedig is, gaat ten onder]
|
|
de vrije val
|
[gedeelte van de val waarin de parachute zich ontvouwt]
|
|
de vruchten ervan plukken
|
[er voordeel van hebben]
|
|
het werpt vruchten af
|
[het heeft resultaat]
|
|
aan de vruchten kent men de boom
|
[je kent de mens door zijn daden]
|
|
een verboden vrucht
|
[iets dat niet is toegestaan]
|
|
een kind kan de was doen
|
[het is heel eenvoudig]
|
|
de vuile was buiten hangen
|
[tegen buitenstaanders vertellen over je problemen en ruzies]
|
|
als was in iemands handen zijn
|
[heel gewillig]
|
|
goed in zijn slappe was zitten
|
[rijk zijn]
|
|
vuil werk
|
[werk waar je vuil van wordt]
|
|
de vuile was buiten hangen
|
[interne problemen bekendmaken]
|
|
het vuile werk opknappen
|
[de vervelendste klussen doen]
|
|
hebt u vuur?
|
[een aansteker of lucifer voor mijn sigaret]
|
|
een pan op het vuur zetten
|
[op het gas]
|
|
ze gaat voor hem door het vuur
|
[wil alles voor hem doen]
|
|
met vuur spelen
|
[onvoorzichtig te werk gaan waardoor je jezelf en anderen in gevaar brengt]
|
|
in vuur en vlam staan
|
[heel verliefd zijn]
|
|
het nieuws ging als een lopend vuurtje
|
[iedereen wist het heel snel]
|
|
ik heb wel voor heter vuren gestaan
|
[heb wel moeilijker dingen gedaan]
|
|
hem het vuur na aan de schenen leggen
|
[scherp ondervragen, het hem lastig maken]
|
|
zich het vuur uit de sloffen lopen
|
[heel veel voor iemand doen]
|
|
meer ijzers in het vuur hebben
|
[meer mogelijkheden]
|
|
olie op het vuur gooien
|
[de emoties doen oplaaien]
|
|
waar rook is, is vuur
|
[van een gerucht is altijd wel iets waar]
|
|
vuur spuwen
|
[heel woedend zijn]
|
|
iets te vuur en te zwaard bestrijden
|
[met alle macht]
|
|
hem onder vuur nemen
|
[op hem schieten]
|
|
tussen twee vuren zitten
|
[van twee kanten kritiek krijgen]
|
|
het vuur openen
|
[beginnen te schieten]
|
|
de vuurproef doorstaan
|
[slagen voor een zware test]
|
|
iemand in zijn waan laten
|
[zijn foute ideeën laten houden]
|
|
de waan van de dag
|
[de mode, een rage]
|
|
de waarheid spreken
|
[zeggen wat echt gebeurd is]
|
|
hem de waarheid zeggen
|
[hem streng toespreken]
|
|
de waarheid geweld aandoen
|
[dingen vertellen die niet waar zijn]
|
|
om je de waarheid te zeggen ....
|
[eerlijk gezegd]
|
|
een waarheid als een koe
|
[iets waarvan iedereen weet dat het waar is]
|
|
de waarheid ligt in het midden
|
[iedereen heeft wel een beetje gelijk]
|
|
op wacht staan
|
[ergens staan om toezicht te houden]
|
|
de wacht houden
|
[waken]
|
|
hem de wacht aanzeggen
|
[voor de laatste keer waarschuwen]
|
|
iets in de wacht slepen
|
[het te pakken krijgen of verdienen]
|
|
iemand de wacht aanzeggen
|
[hem waarschuwen]
|
|
iets in de wacht slepen
|
[veroveren]
|
|
in de wacht staan
|
[op je beurt wachten]
|
|
schepen achter je verbranden
|
[iets doen waardoor je niet meer terug kunt]
|
|
het zinkende schip verlaten
|
[weggaan voor het te laat is]
|
|
hij zit in het schip
|
[in moeilijkheden]
|
|
schoon schip maken
|
[problemen uitpraten en opnieuw beginnen]
|
|
het schip ingaan
|
[een financiële strop hebben]
|
|
er kunnen geen twee kapiteins op één schip zijn
|
[één persoon moet de leiding hebben]
|
|
de ratten verlaten het zinkende schip
|
[men vlucht weg als het niet goed gaat met de zaak]
|
|
schoon schip maken
|
[opruimen]
|
|
je schepen achter je verbranden
|
[de terugtocht voor jezelf onmogelijk maken]
|
|
de wal keert het schip
|
[de omstandigheden zorgen ervoor dat de ontwikkeling weer in omgekeerde richting gaan]
|
|
tussen de wal en het schip vallen
|
[nergens bij horen]
|
|
het schip van de woestijn
|
[de kameel]
|
|
naar de wapens grijpen
|
[beginnen met vechten]
|
|
de wapens neerleggen
|
[stoppen met vechten]
|
|
iemand de wapens uit handen slaan
|
[zijn verdediging onmogelijk maken]
|
|
zijn ware bedoeling
|
[zijn echte bedoeling]
|
|
een waar paradijs
|
[je kunt het echt wel zo noemen]
|
|
eerlijk waar?
|
[is het echt zo]
|
|
het is maar al te waar
|
[het is echt waar]
|
|
het voor waar aannemen
|
[het geloven]
|
|
waar of niet?
|
[is het niet zo?]
|
|
zijn ware gezicht tonen
|
[laten zien hoe hij werkelijk is]
|
|
het is niet waar!
|
[uitroep van ongeloof]
|
|
het is te mooi om waar te zijn
|
[het is zó fijn dat ik het nauwelijks kan geloven]
|
|
niets is minder waar
|
[het is absoluut onjuist]
|
|
verdomd als het niet waar is
|
[ik ben er echt van overtuigd dat het waar is]
|
|
zo waar als ik Silvano heet
|
[dat zeg je om je woorden kracht bij te zetten]
|
|
iets tot ware proporties terugbrengen
|
[de juiste betekenis geven van wat overdreven is voorgesteld]
|
|
de ware Jacob
|
[de volmaakt geschikte partner]
|
|
dat is je ware
|
[dat moet je hebben]
|
|
dat is waar ook
|
[ik was het bijna vergeten]
|
|
warm eten
|
[maaltijd waarbij het eten warm opgegeten wordt]
|
|
het ging er warm aan toe
|
[er werd flink gevochten]
|
|
hij werd er niet warm of koud van
|
[trok zich er niets van aan]
|
|
ik loop er niet warm voor
|
[word er niet enthousiast over]
|
|
ze gaan als warme broodjes over de toonbank
|
[worden veel en gemakkelijk verkocht]
|
|
een warm buffet
|
[bestaande uit warme gerechten]
|
|
warm eten
|
[de hoofdmaaltijd]
|
|
met de warme hand geven
|
[terwijl je nog in leven bent]
|
|
het warm krijgen van iets
|
[er bang van worden]
|
|
het wordt hem daar te warm onder de voeten
|
[hij voelt zich er niet veilig meer]
|
|
het warm aanbevelen
|
[van harte aanbevelen]
|
|
iemand een warm hart toedragen
|
[erg aardig vinden]
|
|
ergens warm voor lopen
|
[er enthousiast over worden]
|
|
iemand ergens voor warm maken
|
[zorgen dat hij er enthousiast voor wordt]
|
|
je bent warm
|
[je hebt het bijna gevonden]
|
|
warme kleuren
|
[die een prettige indruk geven]
|
|
de warme bakker
|
[die zelf nog brood bakt]
|
|
in het gunstigste geval
|
[als zich de beste mogelijkheid voordoet]
|
|
gunstig tij
|
[een geschikte periode]
|
|
een gunstig voorteken
|
[dat een goede afloop doet verwachten]
|
|
de weergoden zijn ons niet gunstig gezind
|
[het is slecht weer]
|
|
iets gunstig ontvangen
|
[er positief over oordelen]
|
|
gunstig bekendstaan
|
[een goede naam hebben]
|
|
alle duivels uit de hel vloeken
|
[heel erg vloeken]
|
|
het is kermis in de hel
|
[dat zeg je wanneer de zon schijnt en het regent]
|
|
iets voor de poorten van de hel wegslepen
|
[met grote moeite nog net redden]
|
|
het stinkt er als de hel
|
[heel erg]
|
|
de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens
|
[goede voornemens worden meestal niet uitgevoerd]
|
|
de hel breekt los
|
[de situatie is onhoudbaar geworden]
|
|
van de hel in de hemel komen
|
[opnieuw een deel van leven krijgen]
|
|
de weg stijgt
|
[hij loopt omhoog]
|
|
de stemming stijgt
|
[die wordt steeds beter]
|
|
de spanning stijgt ten top
|
[wordt erg groot]
|
|
u moet deze weg houden
|
[op deze weg blijven]
|
|
je eigen weg gaan
|
[je leven op je eigen manier inrichten]
|
|
aan de weg timmeren
|
[iets doen om publieke aandacht te krijgen]
|
|
zo oud als de weg naar Rome
|
[heel oud]
|
|
de weg voor iemand banen
|
[hindernissen voor hem weghalen]
|
|
gebaande wegen bewandelen
|
[dingen doen die anderen voorbereid hebben]
|
|
de officiële weg bewandelen
|
[volgens de voorschriften handelen]
|
|
in geen velden of wegen te bekennen
|
[nergens]
|
|
de weg van de minste weerstand
|
[de makkelijkste methode]
|
|
waar een wil is, is een weg
|
[als je iets werkelijk wilt, is er ook een oplossing voor]
|
|
hem de weg wijzen
|
[vertellen hoe hij moet lopen of rijden]
|
|
in de weg staan
|
[de doorgang versperren]
|
|
we gaan op weg
|
[ergens naar toe]
|
|
hem op weg helpen
|
[in het begin even helpen]
|
|
naar de bekende weg vragen
|
[iets vragen waar je het antwoord al van weet]
|
|
hem uit de weg gaan
|
[zorgen dat je hem niet ontmoet]
|
|
hem iets in de weg leggen
|
[hem hinderen]
|
|
hem uit de weg ruimen
|
[vermoorden]
|
|
een wens doen
|
[zeggen wat je graag zou willen]
|
|
zijn wens vervullen
|
[geven wat hij graag wil]
|
|
de beste wensen
|
[ik wens u heel veel goeds]
|
|
alles gaat naar wens
|
[zoals het moet]
|
|
de wens is de vader van de gedachte
|
[het gebeurt omdat je graag wilt dat het gebeurt]
|
|
we zijn uit de brand
|
[onze moeilijkheden zijn voorbij]
|
|
brand stichten
|
[een brand aansteken]
|
|
de brand is weer geblust
|
[we zijn uit de problemen]
|
|
moord en brand schreeuwen
|
[hard schreeuwen]
|
|
de wereld staat in brand
|
[wordt verwoest door oorlog]
|
|
aan de macht komen
|
[gaan regeren]
|
|
uit de macht der gewoonte
|
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
|
|
macht uitoefenen
|
[je invloed gebruiken]
|
|
iemand in zijn macht krijgen
|
[hem onderwerpen]
|
|
aan de macht komen
|
[gaan regeren]
|
|
uit de macht der gewoonte
|
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
|
|
macht uitoefenen
|
[je invloed gebruiken]
|
|
iemand in zijn macht krijgen
|
[hem onderwerpen]
|
|
boven je macht werken
|
[met je handen boven je hoofd]
|
|
we waren niet bij machte om ...
|
[niet in staat om ...]
|
|
uit alle macht
|
[met de grootste inspanning]
|
|
eendracht maakt macht
|
[eensgezindheid maakt sterk]
|
|
kennis is macht
|
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
|
|
met man en macht
|
[met alle beschikbare hulp]
|
|
boven zijn macht werken
|
[met de handen boven het hoofd]
|
|
de gewapende macht
|
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
|
|
een hogere macht
|
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
|
|
de uitvoerende macht
|
[de regering, het bestuur]
|
|
de wetgevende macht
|
[de kroon en het parlement samen]
|
|
de rechterlijke macht
|
[de rechters]
|
|
de deur wijd openzetten voor iets
|
[er alle gelegenheid voor geven]
|
|
de wijde wereld in trekken
|
[op reis gaan om avonturen te beleven en kennis op te doen]
|
|
wijd en zijd
|
[overal, naar alle kanten]
|
|
een krantenwijk
|
[de straten waarin iemand de krant bezorgt]
|
|
de wijk nemen
|
[vluchten]
|
|
de wijsheid in pacht hebben
|
[denken dat jij de enige bent die het goed weet]
|
|
het zal zo'n vaart niet lopen
|
[het zal wel meevallen]
|
|
met een vaart
|
[heel snel]
|
|
iemand stuiten in zijn vaart
|
[zijn ontwikkeling belemmeren]
|
|
in vliegende vaart
|
[bliksemsnel]
|
|
ergens vaart achter zetten
|
[het bespoedigen]
|
|
de grote vaart
|
[naar landen buiten Europa]
|
|
de wilde vaart
|
[ongeregeld, niet op vaste tijden]
|
|
een schip in de vaart brengen
|
[voor het eerst laten varen]
|
|
ik wens u een behouden vaart
|
[ik hoop dat de reis goed verloopt]
|
|
een wilde staking
|
[niet georganiseerd maar spontaan]
|
|
in het wilde weg
|
[zonder goed te kijken of te denken]
|
|
wild enthousiast
|
[erg enthousiast]
|
|
zijn wilde haren verliezen
|
[zijn jeugdige onbezonnenheid kwijtraken]
|
|
wilde verhalen
|
[overdreven of verzonnen verhalen]
|
|
in het wilde weg
|
[lukraak, zomaar]
|
|
het wilde westen
|
[het westen van de Verenigde Staten in de tijd dat er nog geen gezag was]
|
|
ik ben wild op chocola
|
[ik ben er dol op]
|
|
een wilde plakker
|
[die zonder toestemming overal affiches opplakt]
|
|
een wilde staking
|
[die zonder toestemming van de vakbonden ontstaan is]
|
|
de wilde vaart
|
[ongeregeld vrachtverkeer per boot]
|
|
van de wind kun je niet leven
|
[je moet werken om aan de kost te komen]
|
|
het gaat hem voor de wind
|
[alles gaat voorspoedig]
|
|
met alle winden meewaaien
|
[met iedereen meepraten]
|
|
hij heeft de wind eronder
|
[ze doen wat hij zegt]
|
|
de wind van voren krijgen
|
[scherpe kritiek krijgen]
|
|
iets in de wind slaan
|
[er niet op letten]
|
|
wind en weder dienende
|
[als het goed weer is]
|
|
wie wind zaait, zal storm oogsten
|
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]
|
|
als de wind
|
[zeer snel]
|
|
er waait een frisse wind
|
[er is een nieuwe aanpak]
|
|
waait de wind uit díe hoek?
|
[zit het zo?]
|
|
weten uit wat voor hoek de wind waait
|
[waar de tegenwerking vandaan komt]
|
|
van de wind kun je niet leven
|
[er moet gewerkt worden voor de kost]
|
|
je kop in de wind gooien
|
[opstandig, tegendraads zijn]
|
|
de wind gaat liggen
|
[het houdt op met waaien]
|
|
de wind mee hebben
|
[in gunstige omstandigheden zijn]
|
|
zijn neus in de wind steken
|
[hooghartig, arrogant zijn]
|
|
de wind ruimt
|
[gaat door het noorden naar het westen]
|
|
een waarschuwing in de wind slaan
|
[er niets mee doen]
|
|
een uur in de wind stinken
|
[heel erg stinken]
|
|
hem de wind uit de zeilen nemen
|
[hem hinderen, gaan doen wat hij al wilde gaan doen]
|
|
zoals de wind waait, waait zijn jasje
|
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft]
|
|
hij ligt op sterven
|
[hij sterft]
|
|
ze hebben een kans laten liggen
|
[voorbij laten gaan]
|
|
dat ligt in zijn aard
|
[zo is hij nu eenmaal]
|
|
dat ligt voor de hand
|
[dat kies je als eerste]
|
|
de wind gaat liggen
|
[neemt af, wordt minder]
|
|
het ligt in de bedoeling ...
|
[de bedoeling is ...]
|
|
ze gaan op in hun spel
|
[zien of horen verder niets]
|
|
een spelletje met iemand spelen
|
[hem voor de gek houden]
|
|
hem buiten spel zetten
|
[niet mee laten doen]
|
|
er was bedrog in het spel
|
[dat speelde een rol]
|
|
veel op het spel zetten
|
[veel wagen]
|
|
hoog spel spelen
|
[iets riskants doen]
|
|
een spel van kat en muis
|
[tussen een machtige en een ondergeschikte]
|
|
ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde
|
[zeg je als iemand net een spelletje heeft verloren]
|
|
het spel in handen hebben
|
[de zaken kunnen regelen zoals je wilt]
|
|
het gaat om het spel, niet om de knikkers
|
[het gaat om het plezier, niet om het voordeel]
|
|
de wind heeft vrij spel
|
[wordt door niets tegengehouden]
|
|
in het spel zijn
|
[in het geding zijn]
|
|
iets op het spel zetten
|
[het ergens bij wagen]
|
|
van de wind kun je niet leven
|
[je moet werken om aan de kost te komen]
|
|
het gaat hem voor de wind
|
[alles gaat voorspoedig]
|
|
met alle winden meewaaien
|
[met iedereen meepraten]
|
|
hij heeft de wind eronder
|
[ze doen wat hij zegt]
|
|
de wind van voren krijgen
|
[scherpe kritiek krijgen]
|
|
iets in de wind slaan
|
[er niet op letten]
|
|
wind en weder dienende
|
[als het goed weer is]
|
|
wie wind zaait, zal storm oogsten
|
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]
|
|
als de wind
|
[zeer snel]
|
|
er waait een frisse wind
|
[er is een nieuwe aanpak]
|
|
waait de wind uit díe hoek?
|
[zit het zo?]
|
|
weten uit wat voor hoek de wind waait
|
[waar de tegenwerking vandaan komt]
|
|
van de wind kun je niet leven
|
[er moet gewerkt worden voor de kost]
|
|
je kop in de wind gooien
|
[opstandig, tegendraads zijn]
|
|
de wind gaat liggen
|
[het houdt op met waaien]
|
|
de wind mee hebben
|
[in gunstige omstandigheden zijn]
|
|
zijn neus in de wind steken
|
[hooghartig, arrogant zijn]
|
|
de wind ruimt
|
[gaat door het noorden naar het westen]
|
|
een waarschuwing in de wind slaan
|
[er niets mee doen]
|
|
een uur in de wind stinken
|
[heel erg stinken]
|
|
hem de wind uit de zeilen nemen
|
[hem hinderen, gaan doen wat hij al wilde gaan doen]
|
|
zoals de wind waait, waait zijn jasje
|
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft]
|
|
de winst afromen
|
[door hogere belasting kleiner maken]
|
|
een witte kerst
|
[als er sneeuw ligt]
|
|
zo wit als sneeuw
|
[erg wit]
|
|
de witte vlag
|
[teken van overgave]
|
|
een wit voetje bij iemand halen
|
[slijmen, proberen bij hem in de gunst te komen]
|
|
de witte boorden
|
[kantoorpersoneel, ambtenaren]
|
|
wit om de neus worden
|
[angstig, bang worden]
|
|
Witte Donderdag
|
[de donderdag voor Pasen]
|
|
een witte fiets
|
[die iedereen mag gebruiken]
|
|
witte plekken
|
[gedeelten op een landkaart die nog niet bekend zijn]
|
|
de witte vlag
|
[teken in de strijd dat men wil onderhandelen]
|
|
een wit voetje proberen te halen
|
[bij iemand in de gunst proberen te komen]
|
|
een witte wereld
|
[een besneeuwd landschap]
|
|
zwart op wit
|
[een bewijs op schrift]
|
|
wit wegtrekken
|
[erg bleek worden]
|
|
zo wit als een doek
|
[erg bleek]
|
|
witte rijst
|
[gepelde rijst]
|
|
wit om de neus worden
|
[verbleken van angst]
|
|
witte artikelen
|
[goedkope producten zonder merknaam]
|
|
een witte school
|
[waar blanke kinderen in de meerderheid zijn]
|
|
een vlag op een modderschuit
|
[een versiering die veel te mooi is voor de rest]
|
|
de vlag dekt de lading
|
[de presentatie komt overeen met de inhoud]
|
|
met vlag en wimpel
|
[met goed resultaat]
|
|
de witte vlag
|
[teken dat je je overgeeft]
|
|
onder valse vlag varen
|
[je uitgeven voor iemand anders]
|
|
de vlag strijken
|
[naar beneden halen]
|
|
een witte kerst
|
[als er sneeuw ligt]
|
|
zo wit als sneeuw
|
[erg wit]
|
|
de witte vlag
|
[teken van overgave]
|
|
een wit voetje bij iemand halen
|
[slijmen, proberen bij hem in de gunst te komen]
|
|
de witte boorden
|
[kantoorpersoneel, ambtenaren]
|
|
wit om de neus worden
|
[angstig, bang worden]
|
|
Witte Donderdag
|
[de donderdag voor Pasen]
|
|
een witte fiets
|
[die iedereen mag gebruiken]
|
|
witte plekken
|
[gedeelten op een landkaart die nog niet bekend zijn]
|
|
de witte vlag
|
[teken in de strijd dat men wil onderhandelen]
|
|
een wit voetje proberen te halen
|
[bij iemand in de gunst proberen te komen]
|
|
een witte wereld
|
[een besneeuwd landschap]
|
|
zwart op wit
|
[een bewijs op schrift]
|
|
wit wegtrekken
|
[erg bleek worden]
|
|
zo wit als een doek
|
[erg bleek]
|
|
witte rijst
|
[gepelde rijst]
|
|
wit om de neus worden
|
[verbleken van angst]
|
|
witte artikelen
|
[goedkope producten zonder merknaam]
|
|
een witte school
|
[waar blanke kinderen in de meerderheid zijn]
|
|
de woeste baren
|
[de zee]
|
|
geen wonder dat hij gevallen is
|
[het verbaast me niets]
|
|
het is een wonder dat hij nog leeft
|
[het is onverklaarbaar]
|
|
dat middel doet wonderen
|
[het helpt erg goed]
|
|
wonder boven wonder
|
[tot ieders verrassing]
|
|
de wonderen zijn de wereld nog niet uit
|
[dat had ik nu nooit verwacht]
|
|
het eten niet door je strot kunnen krijgen
|
[het niet lusten]
|
|
de woorden niet uit je strot kunnen krijgen
|
[ze niet kunnen zeggen]
|
|
het komt mij de strot uit
|
[ik heb er helemaal genoeg van]
|
|
iemand naar de strot vliegen
|
[hem aanvallen]
|
|
zaken doen
|
[het sluiten van overeenkomsten]
|
|
geduld is een schone zaak
|
[heb nou maar geduld]
|
|
zaken gaan voor het meisje
|
[je werk is belangrijker dan een afspraakje]
|
|
zijn zaken waarnemen
|
[zijn belangen behartigen]
|
|
de zaak komt voor
|
[de rechtszaak]
|
|
hij is ter zake kundig
|
[hij weet er veel van]
|
|
kom ter zake!
|
[zeg wat je te zeggen hebt]
|
|
dat doet niet ter zake
|
[is niet belangrijk]
|
|
de stand van zaken
|
[hoe het ervoor staat]
|
|
het fijne van de zaak vertelt hij niet
|
[de precieze gegevens]
|
|
dat is mijn zaak
|
[daar heb jij niets mee te maken]
|
|
uit de aard der zaak
|
[als een noodzakelijk gevolg daarvan]
|
|
de zaak is deze
|
[dit is er aan de hand]
|
|
in de kern van de zaak
|
[in feite, eigenlijk]
|
|
gedane zaken nemen geen keer
|
[wat gebeurd is, laat zich niet veranderen]
|
|
met kennis van zaken
|
[op deskundige wijze]
|
|
onverrichter zake terugkeren
|
[zonder dat men zijn doel heeft bereikt]
|
|
opening van zaken geven
|
[vertellen hoe het precies in elkaar zit]
|
|
de zaak aan het rollen brengen
|
[erover beginnen, ermee beginnen]
|
|
er komt schot in de zaak
|
[het begint zich te ontwikkelen]
|
|
zoals de zaken nu staan ...
|
[zoals de situatie nu is]
|
|
het is zaak om ...
|
[we moeten ervoor zorgen]
|
|
het is niet veel zaaks
|
[stelt niet veel voor]
|
|
ruimte in beslag nemen
|
[bezetten]
|
|
iemand in beslag nemen
|
[al zijn aandacht vragen]
|
|
een wapen in beslag nemen
|
[het op wettige gronden afpakken]
|
|
de zaak kreeg zijn beslag
|
[werd uitgevoerd]
|
|
een vakantie aan zee
|
[aan de kust]
|
|
op volle zee
|
[midden op zee]
|
|
met hem in zee gaan
|
[een verbintenis met hem aangaan]
|
|
geen zee gaat hem te hoog
|
[hij is nergens bang voor]
|
|
zij is recht door zee
|
[erg eerlijk en direct]
|
|
de zeven zeeën bevaren hebben
|
[over de hele wereld gezworven hebben]
|
|
water naar de zee dragen
|
[onnodig werk doen]
|
|
het water stroomt altijd naar de zee
|
[rijke mensen krijgen alle voordelen]
|
|
dat kan al het water van de zee niet afwassen
|
[die schuld of die schande is niet weg te krijgen]
|
|
er verdrinken er meer in een wijnglas dan in de zee
|
[drank maakt meer slachtoffers dan de zee]
|
|
geen zee gaat hem te hoog
|
[hij laat zich nergens door afschrikken]
|
|
mensenzee
|
[groot aantal mensen]
|
|
de zieke is buiten gevaar
|
[hij blijft leven]
|
|
het gevaar is geweken
|
[er is geen gevaar meer]
|
|
de kinderen zoet houden
|
[ze bezighouden zodat ze niet vervelend zijn]
|
|
iets voor zoete koek slikken
|
[goedgelovig zijn]
|
|
zoete broodjes bakken
|
[door vriendelijk doen iets proberen te bereiken]
|
|
de zoete inval
|
[plaats waar je altijd welkom bent]
|
|
in de zon zitten
|
[zo zitten dat het licht van de zon op je valt]
|
|
de zon schijnt
|
[hij zit niet achter de wolken]
|
|
er is niets nieuws onder de zon
|
[niets nieuws]
|
|
zij is het zonnetje in huis
|
[brengt de vrolijkheid in huis]
|
|
hem in het zonnetje zetten
|
[huldigen, prijzen]
|
|
men moet hooien als de zon schijnt
|
[van een gunstige gelegenheid gebruikmaken]
|
|
het land van de rijzende zon
|
[Japan]
|
|
voor niets gaat de zon op
|
[je krijgt niets voor niets]
|
|
achter de wolken schijnt de zon
|
[na tegenspoed komt altijd weer voorspoed]
|
|
tegen de zon in
|
[tegen de wijzers van de klok in]
|
|
de zon steekt
|
[hij schijnt zo fel dat het pijn doet]
|
|
het steekt hem dat ....
|
[het doet hem pijn dat ....]
|
|
dat steekt niet zo nauw
|
[dat hoeft niet zo precies]
|
|
daar steekt iets achter
|
[daar zit iets achter]
|
|
in brand steken
|
[laten branden]
|
|
de zoom van het bos
|
[de rand ervan]
|
|
ik heb geen mens gezien
|
[niemand dus]
|
|
grote mensen
|
[volwassenen]
|
|
zij komt niet onder de mensen
|
[ontmoet geen anderen]
|
|
we gaan de inwendige mens versterken
|
[iets eten]
|
|
daar heb ik mijn mensen voor
|
[mijn medewerkers]
|
|
zij is geen mens voor kantoor
|
[daar is zij niet geschikt voor]
|
|
hij is een nachtmens
|
[werkt het liefst 's nachts]
|
|
ik ben ook maar een mens!
|
[verontschuldiging voor zwakheden]
|
|
een mens is geen aardappel
|
[hij wil wel eens een pleziertje]
|
|
alle mensen!
|
[uitroep van verbazing of ergernis]
|
|
de mens leeft niet van brood alleen
|
[heeft hogere behoeftes dan alleen het materiële]
|
|
ik ben geen mens meer
|
[ben heel erg moe]
|
|
de mens wikt, God beschikt
|
[het kan wel eens heel anders lopen dan je denkt]
|
|
onder de mensen komen
|
[mensen ontmoeten]
|
|
je hebt mensen en potloden
|
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
|
|
een mens van vlees en bloed
|
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
|
|
de Zoon des Mensen
|
[Jezus Christus]
|
|
de zuilen in de maatschappij
|
[verschillende groeperingen, met een eigen godsdienst]
|
|
er zwaar aan tillen
|
[het als een groot bezwaar zien]
|
|
ik heb er een zwaar hoofd in
|
[ik voorzie grote problemen]
|
|
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
|
[het belangrijkste gaat voor]
|
|
zwaar op de maag liggen
|
[moeilijk te verteren zijn]
|
|
zwaar verkeer
|
[grote vrachtwagens]
|
|
dat weegt zwaar
|
[dat is belangrijk]
|
|
de laatste loodjes wegen het zwaarst
|
[de eindfase is het moeilijkst]
|
|
het zwaar te verduren krijgen
|
[het moeilijk hebben]
|
|
een zware straf
|
[een strenge en harde straf]
|
|
het valt me zwaar
|
[het kost me veel moeite]
|
|
zwaar beproefd worden
|
[veel moeten lijden]
|
|
een zware dobber ergens aan hebben
|
[er veel moeite mee hebben]
|
|
zware kost
|
[moeilijk verteerbaar voedsel, of moeilijk te begrijpen stof]
|
|
het zwaar te verduren hebben
|
[veel onaangenaams meemaken]
|
|
de zware industrie
|
[grote metaalindustrie]
|
|
een zware jongen
|
[echte misdadiger, of iemand met een hoge positie]
|
|
van een zwaar kaliber
|
[met hoge kwaliteit]
|
|
er een zware pijp mee roken
|
[ergens heel negatieve ervaringen mee hebben]
|
|
zware wapens
|
[artillerie en tanks]
|
|
ergens zwaar over in zitten
|
[je er ernstig zorgen over maken]
|
|
een zwaar verlies
|
[een groot verlies, grote schade]
|
|
zware lasten hebben
|
[veel betalen voor woning en onderhoud]
|
|
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
|
[het belangrijkste gaat voor]
|
|
het zwaar te pakken hebben
|
[erg verkouden zijn, of erg verliefd zijn]
|
|
ergens zwaar aan tillen
|
[laten weten dat je het belangrijk vindt]
|
|
zwaar op de hand zijn
|
[erg serieus en tobberig zijn]
|
|
iemands dood
|
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
|
|
de een zijn dood is de ander zijn brood
|
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
|
|
de dood vinden
|
[omkomen]
|
|
de dood zoeken
|
[zelf een eind aan je leven maken]
|
|
de dood voor ogen hebben
|
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
|
|
ten dode opgeschreven (mensen)
|
[op korte termijn gaan sterven]
|
|
ten dode opgeschreven (dingen)
|
[gedoemd zijn te mislukken]
|
|
als de dood zijn voor iets
|
[er erg bang voor zijn]
|
|
om de dooie dood niet
|
[absoluut niet]
|
|
de dood in hebben
|
[de pest in hebben]
|
|
het is er de dood in de pot
|
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
|
|
duizend doden sterven
|
[heel veel angsten hebben]
|
|
een mooie dood
|
[zonder doodstrijd]
|
|
iemand de dood op het lijf jagen
|
[heel erg laten schrikken]
|
|
zo bleek als de dood
|
[heel erg bleek]
|
|
de zwarte dood
|
[de pest]
|
|
als de dood zijn voor iemand of iets
|
[er heel erg bang voor zijn]
|
|
een liedje uit de oude doos
|
[van vroeger]
|
|
als een duveltje in een doosje
|
[plotseling, zonder waarschuwing]
|
|
uit de oude doos
|
[ouderwets]
|
|
een sigaar uit eigen doos krijgen
|
[een cadeau waarvoor je zelf moet betalen]
|
|
de zwarte doos
|
[het apparaat waarmee vluchtgegevens worden opgenomen]
|
|
het zag er zwart van de mensen
|
[er waren heel veel mensen]
|
|
het zwarte werelddeel
|
[Afrika]
|
|
zo zwart als een tor
|
[heel zwart]
|
|
in de zwarte cijfers zitten
|
[een positief saldo hebben]
|
|
zo zwart als roet
|
[heel zwart]
|
|
zwart op wit
|
[vastgelegd op papier]
|
|
iemand zwart maken
|
[ongunstige dingen over hem vertellen]
|
|
de zwarte lijst
|
[waarop staat wie uitgesloten is]
|
|
zwart geld
|
[waarover geen belasting is betaald]
|
|
een zwarte bladzijde uit de geschiedenis
|
[een droevige of rampzalige periode]
|
|
het zwarte schaap
|
[iemand die altijd beschuldigd wordt, het mikpunt is]
|
|
een zwarte school
|
[waarop meer gekleurde dan blanke kinderen zitten]
|
|
op zwart zaad zitten
|
[geen geld meer hebben]
|
|
het ziet er zwart van de mensen
|
[er zijn heel veel mensen]
|
|
hem zwart maken
|
[slechte dingen over hem vertellen]
|
|
zwart rijden in de bus
|
[zonder te betalen]
|
|
zwart geld
|
[waarover geen premies en belastingen zijn betaald]
|
|
zwart werk
|
[waarover geen belasting en premies worden betaald]
|
|
het zwarte circuit
|
[de omloop van zwart geld]
|
|
iemand zwart afschilderen
|
[hem slechter voorstellen dan hij is]
|
|
iemand zwart maken
|
[slechte dingen over hem vertellen]
|
|
de zwarte doos
|
[recorder met opnames van tijdens de vlucht]
|
|
van alle markten thuis zijn
|
[overal wat vanaf weten]
|
|
een gat in de markt
|
[een mogelijkheid om producten te verkopen]
|
|
goed in de markt liggen
|
[gevraagd, gewild zijn]
|
|
in de markt zijn voor iets
|
[gegadigde zijn]
|
|
een nerveuze markt
|
[met sterke schommelingen]
|
|
een open markt
|
[zonder invoerrechten en heffingen]
|
|
iets onder de markt verkopen
|
[onder de vastgestelde prijs]
|
|
de markt veroveren
|
[veel verkopen]
|
|
de zwarte markt
|
[clandestiene handel]
|
|
op de markt is uw gulden een daalder waard
|
[op de markt is alles goedkoper]
|
|
de zweep erover!
|
[iemand flink aanpakken]
|
|
hij gaat erover
|
[hij heeft het toezicht of is de baas]
|
|
defect raken
|
[kapot gaan]
|
|
Delfts blauw
|
[met blauwe kleur beschilderd aardewerk]
|
|
meer blauw op straat
|
[meer politie]
|
|
van de blauwe knoop zijn
|
[geen alcohol gebruiken]
|
|
van de blauwe knoop zijn
|
[geen alcohol gebruiken]
|
|
een blauwe maandag
|
[heel kort]
|
|
iemand bont en blauw slaan
|
[hem afranselen]
|
|
een blauwe plek
|
[lichte bloeduitstorting onder de huid]
|
|
spa blauw
|
[bronwater zonder koolzuur]
|
|
Delfts blauw
|
[blauw beschilderd aardewerk uit Delft]
|
|
meer blauw op straat
|
[meer politie]
|
|
blauw bloed hebben
|
[van adellijke afkomst zijn]
|
|
zich blauw ergeren
|
[zich in hoge mate ergeren]
|
|
een blauwe maandag
|
[een zeer korte tijd]
|
|
denksporten
|
[schaken en dammen]
|
|
er een sport van maken
|
[een kwalijke bezigheid tot gewoonte maken]
|
|
als je van de duivel spreekt, trap je op z'n staart
|
[net als je het over iemand hebt, komt hij binnen]
|
|
voor de duivel niet bang
|
[nergens bang voor]
|
|
te stom om voor de duvel te dansen
|
[erg stom]
|
|
als een duveltje uit een doosje
|
[heel onverwacht]
|
|
des duivels zijn
|
[heel woedend]
|
|
hij wist niet beter
|
[hij dacht het echt]
|
|
bij gebrek aan beter
|
[omdat ik niets beters heb]
|
|
des te beter
|
[dat is wel zo goed]
|
|
Jan weet altijd alles beter
|
[hij is eigenwijs]
|
|
er is met Barend geen land te bezeilen
|
[er is niets met hem te beginnen]
|
|
deze boer heeft veel land
|
[veel weiland, veel grond]
|
|
's lands wijs, 's lands eer
|
[ieder land heeft zijn eigen gewoonten en daaraan moet je je aanpassen]
|
|
in het land der blinden is eenoog koning
|
[tussen mensen die niets kunnen, valt iemand die een beetje presteert al gauw op]
|
|
nog in het land der levenden zijn
|
[nog leven]
|
|
stad en land af lopen
|
[overal heen gaan]
|
|
daar heb ik het land aan
|
[daar heb ik een hekel aan]
|
|
over Jan gesproken ....
|
[nu we het toch over Jan hebben]
|
|
zij spreekt altijd de waarheid
|
[liegt nooit]
|
|
daar ben ik niet over te spreken
|
[dat bevalt me niet]
|
|
normaal gesproken ....
|
[gewoonlijk]
|
|
dat spreekt vanzelf
|
[natuurlijk!]
|
|
ik heb bij wijze van spreken geen tijd om te eten
|
[dat is niet echt zo, maar ik heb het erg druk]
|
|
deze cijfers spreken voor zich
|
[ze zijn duidelijk genoeg]
|
|
spreken is zilver, zwijgen is goud
|
[het is beter om te zwijgen dan om te praten]
|
|
kijken alsof je niet tot tien kunt tellen
|
[heel onnozel kijken]
|
|
deze kaart telt dubbel
|
[die is twee keer zoveel waard]
|
|
deze landen voeren oorlog
|
[ze vechten met elkaar]
|
|
Duitsland verklaart Nederland de oorlog
|
[zegt dat ze gaan vechten]
|
|
een serie volgen op de televisie
|
[alle afleveringen zien]
|
|
daar heeft hij een hele serie van
|
[heel veel]
|
|
deze stoelen worden in serie gemaakt
|
[een heleboel tegelijk]
|
|
dat is een goed teken
|
[dat belooft iets goeds]
|
|
ik gaf hem een teken
|
[ik maakte een gebaar]
|
|
hij gaf een teken van leven
|
[liet merken dat hij nog leefde]
|
|
hij vertoonde tekenen van angst
|
[je zag aan hem dat hij angstig was]
|
|
deze week staat in het teken van het milieu
|
[is daar helemaal aan gewijd]
|
|
dichte mist
|
[je kunt er bijna niet doorheen kijken]
|
|
je mond dicht houden
|
[zwijgen]
|
|
mond dicht!
|
[verzoek om iets geheim te houden]
|
|
het land is dicht bevolkt
|
[er wonen veel mensen]
|
|
dicht bij huis
|
[het huis is niet ver]
|
|
dichter tot elkaar komen
|
[meer tot overeenstemming komen]
|
|
dicht bij het vuur zitten
|
[nauw bij iets betrokken zijn]
|
|
huis van bewaring
|
[gevangenis]
|
|
het koninklijk huis
|
[de koninklijke familie]
|
|
een heilig huisje
|
[onderwerp waar je geen kritiek op mag hebben]
|
|
niet om over naar huis te schrijven
|
[niet erg goed]
|
|
van huis uit
|
[bij ons in het gezin]
|
|
nog verder van huis raken
|
[nog meer moeilijkheden krijgen]
|
|
heel wat in huis hebben
|
[heel veel kunnen]
|
|
ieder huisje heeft zijn kruisje
|
[elk gezin heeft zijn problemen]
|
|
zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen
|
[wie zuinig en vlijtig is kan heel wat bereiken]
|
|
het huisje bij het schuurtje laten
|
[niet meer uitgeven dan verantwoord is]
|
|
dat staat als een huis
|
[is heel zeker]
|
|
dan is het huis te klein
|
[dan gaat hij verschrikkelijk tekeer]
|
|
van goeden huize
|
[uit een deftige familie]
|
|
huis aan huis
|
[in alle woningen]
|
|
met de deur in huis vallen
|
[ergens meteen over beginnen]
|
|
dicht bij huis blijven
|
[niet te ver van het onderwerp afdwalen]
|
|
je huis moeten opeten
|
[de waarde van het huis moeten gebruiken voor je levensonderhoud]
|
|
iets in huis hebben
|
[in voorraad hebben]
|
|
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
|
[er moet toezicht zijn, anders gaat het niet goed]
|
|
ergens kind aan huis zijn
|
[er vaak komen]
|
|
veel in huis hebben
|
[veel kunnen]
|
|
van goeden huize komen
|
[van goede familie zijn]
|
|
het koninklijk huis
|
[de familie van de heersende koning of koningin]
|
|
dichte mist
|
[je kunt er bijna niet doorheen kijken]
|
|
je mond dicht houden
|
[zwijgen]
|
|
mond dicht!
|
[verzoek om iets geheim te houden]
|
|
het land is dicht bevolkt
|
[er wonen veel mensen]
|
|
dicht bij huis
|
[het huis is niet ver]
|
|
dichter tot elkaar komen
|
[meer tot overeenstemming komen]
|
|
dicht bij het vuur zitten
|
[nauw bij iets betrokken zijn]
|
|
kunt u ons laten weten wat het besluit is
|
[kunt u ons dat meedelen?]
|
|
laat maar
|
[het hoeft niet meer]
|
|
het buiten beschouwing laten
|
[het er niet over hebben]
|
|
we laten het erbij
|
[we veranderen er niets aan]
|
|
dat laat me koud
|
[het doet me niets]
|
|
wil je me met rust laten?
|
[niet storen]
|
|
toen ik het geld teruggaf, zei de klant: laat maar zitten
|
[ik hoef het niet terug]
|
|
heb ik mijn sleutels hier laten liggen?
|
[heb ik ze hier achtergelaten?]
|
|
waar heb ik mijn sleutels gelaten?
|
[waar heb ik ze opgeborgen?]
|
|
die baan heb ik laten schieten
|
[ik heb hem niet genomen]
|
|
ik ben nog nooit in het buitenland geweest, laat staan in Zuid-Afrika
|
[dus daar zeker niet]
|
|
een wind laten
|
[die niet inhouden]
|
|
laat hij nou gelijk hebben!
|
[tot mijn verbazing had hij gelijk]
|
|
Arie is in de veertig
|
[iets ouder dan veertig]
|
|
ik kan er wel in komen
|
[ik kan het wel begrijpen]
|
|
ik ben er helemaal in
|
[ga er helemaal in op]
|
|
die bal is in
|
[binnen de lijn]
|
|
erin stinken
|
[bedrogen worden, beetgenomen worden]
|
|
erin tuinen
|
[beetgenomen worden]
|
|
in het bestuur zitten
|
[bestuurslid zijn]
|
|
op voetbal zitten
|
[lid zijn van een voetbalclub]
|
|
blijven zitten
|
[niet overgaan naar de volgende klas]
|
|
hij ging ervoor zitten
|
[nam er rustig de tijd voor]
|
|
ermee blijven zitten
|
[het niet kwijtraken]
|
|
ergens mee zitten
|
[het een probleem vinden]
|
|
iemand laten zitten
|
[hem in de steek laten]
|
|
blijven zitten
|
[op school nog een jaar in dezelfde klas moeten blijven]
|
|
in de schulden zitten
|
[schulden hebben]
|
|
zonder werk zitten
|
[geen werk hebben]
|
|
het zit me tot hier
|
[ik heb er genoeg van]
|
|
dat zit hem hoog
|
[daar is hij verontwaardigd over]
|
|
daar zit iets achter
|
[dat betekent nog iets anders]
|
|
hij laat het er niet bij zitten
|
[neemt maatregelen om het te veranderen]
|
|
die bal zit!
|
[hij is in het doel gekomen]
|
|
dat zit als gegoten
|
[past perfect]
|
|
ergens om zitten te springen
|
[het dringend nodig hebben]
|
|
hoe zit dat in elkaar?
|
[hoe is het gemaakt]
|
|
ergens aan zitten
|
[het aanraken]
|
|
het niet op je laten zitten
|
[wraak nemen]
|
|
dat zit zo
|
[ik zal je uitleggen hoe het is]
|
|
laat maar zitten
|
[ik hoef geen geld terug]
|
|
laat maar zitten
|
[ik hoef er niet meer over te praten]
|
|
het zit er niet in dat ...
|
[het is niet mogelijk]
|
|
hij zit ernaast
|
[heeft het mis]
|
|
die zit
|
[die opmerking was raak]
|
|
dat zit wel goed
|
[dat is wel in orde]
|
|
het zit erop
|
[het werk is klaar]
|
|
er zit niets anders op
|
[het is de enige oplossing]
|
|
ik zie het wel zitten
|
[het lijkt me wel iets]
|
|
van jongs af aan
|
[vanaf de tijd dat hij jong was]
|
|
jong en oud heeft plezier
|
[iedereen heeft plezier]
|
|
die bril maakt hem jong
|
[geeft hem een jong uiterlijk]
|
|
jong geleerd, oud gedaan
|
[wat je in de jeugd leert, kun je later gebruiken]
|
|
de nacht is nog jong
|
[nog maar net begonnen]
|
|
het jonge paar
|
[het pas getrouwde paar]
|
|
jonge benen hebben
|
[jong zijn en dus goed kunnen lopen]
|
|
een jonge hond
|
[iemand met een jeugdig, aanstekelijk enthousiasme]
|
|
jong en oud
|
[iedereen]
|
|
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
|
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
|
|
gebeten zijn op iets of iemand
|
[boos zijn uit haat of jaloezie]
|
|
die dingen bijten elkaar niet
|
[zijn niet tegenstrijdig]
|
|
die dingen kun je niet vergelijken
|
[ze zijn heel verschillend]
|
|
ik heb geen rooie cent
|
[niets]
|
|
die fiets is geen cent meer waard
|
[niets meer waard]
|
|
hij heeft een aardig centje
|
[veel geld]
|
|
Hassan is erg op de centen
|
[gierig of zuinig]
|
|
ik ben geen cent wijzer geworden
|
[niets aan de weet gekomen]
|
|
op zijn centen zitten
|
[heel zuinig zijn]
|
|
ergens een aardig centje mee verdienen
|
[ergens veel geld mee verdienen]
|
|
hij deugt voor geen cent
|
[is onbetrouwbaar]
|
|
er geen cent voor geven
|
[het waardeloos vinden]
|
|
dat is een fluitje van een cent
|
[een gemakkelijk klusje]
|
|
hij valt dood op een halve cent
|
[is erg gierig]
|
|
je zou hem je laatste cent geven
|
[kunt hem volledig vertrouwen]
|
|
er geen cent wijzer van worden
|
[niets aan de weet komen; er niets aan verdienen]
|
|
die gebeurtenis sterkt haar in haar mening
|
[maakt dat ze daar nog zekerder van is]
|
|
als ik het goed heb
|
[als ik me niet vergis]
|
|
het is mij goed
|
[ik heb er niets tegen]
|
|
het is wel goed met jou
|
[ik neem je niet meer serieus]
|
|
zo goed en zo kwaad als het gaat
|
[zo primitief als het gaat]
|
|
zo goed als nieuw
|
[vrijwel nieuw]
|
|
voor de goede orde
|
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
|
|
goed en wel
|
[nauwelijks, nog maar net]
|
|
alles goed en wel, maar ...
|
[laat dat zo zijn, maar ...]
|
|
dat zit wel goed
|
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
|
|
goed zo!
|
[uiting van waardering]
|
|
niet goed bij zijn verstand zijn
|
[gek zijn]
|
|
hou je goed!
|
[afscheidsgroet]
|
|
zich goed houden
|
[zich niet door emoties laten meeslepen]
|
|
het goed maken
|
[gezond zijn, in welstand verkeren]
|
|
niet goed worden
|
[misselijk worden]
|
|
ik word er niet goed van!
|
[uitroep van ergernis]
|
|
dat is nergens goed voor
|
[dat heeft geen zin]
|
|
waar is dat goed voor?
|
[wat heeft het voor zin?]
|
|
met goed gevolg
|
[met succes]
|
|
goed aangeschreven staan
|
[gunstig bekend staan]
|
|
goed af zijn
|
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
|
|
in een goed blaadje staan bij iemand
|
[hij waardeert je erg]
|
|
goed boeren
|
[er zakelijk gunstig voorstaan]
|
|
goed voor de dag komen
|
[een goede indruk maken]
|
|
eind goed, al goed
|
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
|
|
goed geld naar kwaad geld gooien
|
[geld steken in een hopeloze onderneming]
|
|
op goed geluk
|
[op de gok]
|
|
de goede kanten van iets zien
|
[de positieve gevolgen]
|
|
net goed!
|
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
|
|
goede papieren hebben
|
[veel kans maken]
|
|
een goede partij
|
[een passende huwelijkspartner]
|
|
een goede ruil doen
|
[meer ontvangen dan je geeft]
|
|
goed wegkomen
|
[met voordeel]
|
|
er geen goed woord voor overhebben
|
[het absoluut verwerpelijk vinden]
|
|
een goed woordje voor iemand doen
|
[hem aanbevelen, verdedigen]
|
|
dat valt in goede aarde
|
[daar is iedereen het mee eens]
|
|
het ga je goed
|
[groet bij een definitief afscheid]
|
|
die goeie, oude tijd
|
[het verleden is beter dan het heden]
|
|
ik weet het goed gemaakt
|
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
|
|
we zitten hier goed
|
[we wonen hier prettig]
|
|
in goede aarde vallen
|
[welkom zijn]
|
|
goed blijven
|
[niet bederven]
|
|
goed gebekt zijn
|
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
|
|
dat heb je goed geschoten
|
[dat heb je goed voor elkaar]
|
|
niet half zo goed
|
[lang niet zo goed]
|
|
een goed heenkomen zoeken
|
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
|
|
uit het goede hout gesneden zijn
|
[geschikt zijn]
|
|
goed beslagen ten ijs komen
|
[goed voorbereid zijn]
|
|
in goeden doen zijn
|
[veel geld hebben]
|
|
kort en goed
|
[direct en zonder omhaal]
|
|
nou goed?
|
[heb je nu je zin?]
|
|
goede raad is duur
|
[gezegd als je geen oplossing weet]
|
|
goede waar verkoopt zich zelf
|
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
|
|
een goed doel
|
[een liefdadige bestemming]
|
|
daar sta je dan met je goeie gedrag
|
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
|
|
te goeder trouw zijn
|
[oprecht en eerlijk zijn]
|
|
goed bij zijn
|
[slim zijn]
|
|
goed in zijn geld zitten
|
[rijk zijn]
|
|
goed op elkaar ingespeeld zijn
|
[goed kunnen samenwerken]
|
|
goed ingevoerd zijn
|
[goed op de hoogte zijn]
|
|
goed bij kas zitten
|
[voldoende geld hebben]
|
|
goed in de markt liggen
|
[gevraagd, gewild zijn]
|
|
het er goed van nemen
|
[veel consumeren]
|
|
goed van pas komen
|
[nuttig zijn]
|
|
niet goed snik zijn
|
[gek zijn]
|
|
goed van de tongriem gesneden zijn
|
[goed kunnen praten]
|
|
goed uitgeslapen zijn
|
[pittig, oplettend zijn]
|
|
goed vertegenwoordigd zijn
|
[met een behoorlijk aantal]
|
|
goed van vertrouwen zijn
|
[lichtgelovig]
|
|
het goed kunnen vinden met iemand
|
[goed met hem kunnen opschieten]
|
|
goed in het vlees zitten
|
[niet mager zijn]
|
|
als goede vrienden uit elkaar gaan
|
[scheiden zonder ruzie]
|
|
er goed bij zitten
|
[in een luxueus huis]
|
|
goede zaken doen
|
[veel geld verdienen]
|
|
een goed uur
|
[ruim een uur]
|
|
een goed hart hebben
|
[vriendelijk van aard zijn]
|
|
het goed voor hebben met iemand
|
[hem willen helpen]
|
|
een goed onthaal krijgen
|
[welkom zijn]
|
|
te goed zijn voor deze wereld
|
[te goed van vertrouwen zijn]
|
|
in goede handen zijn
|
[goed verzorgd worden]
|
|
een goede verliezer zijn
|
[je verlies waardig kunnen dragen]
|
|
goed en wel was hij thuis ....
|
[nauwelijks was hij thuis ....]
|
|
zo goed als nieuw
|
[bijna nieuw]
|
|
zich te goed doen aan iets
|
[er volop van genieten]
|
|
goeie genade!
|
[uitroep van schrik of ergernis]
|
|
iets te goed houden
|
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
|
|
nou wordt ie goed!
|
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
|
|
iets te goed hebben
|
[te vorderen, te verwachten]
|
|
Goede Vrijdag
|
[de vrijdag voor Pasen]
|
|
ze lagen dubbel van het lachen
|
[ze moesten ontzettend lachen]
|
|
dubbel en dwars
|
[heel duidelijk]
|
|
die heb ik dubbel
|
[daar heb ik er twee van]
|
|
het moet al gek gaan als ...
|
[het is bijna zeker]
|
|
gek genoeg
|
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
|
|
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
|
[gedraag je niet anders dan anderen]
|
|
je zou gek staan te kijken...
|
[stomverbaasd zijn]
|
|
hoe ouder hoe gekker
|
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
|
|
op de gekste tijden
|
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
|
|
ik ben me daar gek!
|
[ik denk er niet over om dat te doen]
|
|
gek van angst
|
[buiten zichzelf]
|
|
het is om gek van te worden
|
[ergerlijk en vermoeiend]
|
|
zich gek zoeken naar iets
|
[er overal naar lopen te zoeken]
|
|
ben je gek!
|
[verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
|
|
zo gek als een deur
|
[helemaal geschift]
|
|
díe is gek!
|
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
|
|
hij is niet zo gek als hij eruitziet
|
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
|
|
geen gek figuur slaan
|
[een goede indruk maken]
|
|
het is te gek om los te lopen
|
[het is al te dwaas]
|
|
dat is lang niet gek!
|
[tamelijk goed]
|
|
dat is te gek!
|
[geweldig!]
|
|
ik ben gek op Hema-worst
|
[ik ben er dol op]
|
|
Adam was gek op Eva
|
[hield veel van haar]
|
|
ergens gek mee zijn
|
[er veel van houden]
|
|
het schooljaar
|
[periode van augustus tot augustus]
|
|
in mijn jonge jaren
|
[toen ik jong was]
|
|
sinds jaar en dag
|
[sinds lange tijd]
|
|
die jurk is van het jaar nul
|
[heel ouderwets]
|
|
magere en vette jaren
|
[jaren van tegenspoed en van voorspoed]
|
|
op jaren zijn
|
[oud, bejaard]
|
|
jaar in, jaar uit
|
[steeds maar door]
|
|
ik kan niet
|
[ik heb andere afspraken]
|
|
ik kan er niets aan doen
|
[het is mijn schuld niet]
|
|
je kunt van hem opaan
|
[je kunt op hem rekenen]
|
|
daar kan ik niet tegen
|
[ik kan het niet verdragen]
|
|
ik kán niet meer
|
[ik ben heel erg moe]
|
|
daar kan ik niet bij met m'n verstand
|
[dat begrijp ik niet]
|
|
ik kan niet toe met mijn zakgeld
|
[ik heb er niet genoeg aan]
|
|
die jurk kán niet
|
[hij staat erg gek]
|
|
zij kan het gedaan hebben
|
[zij heeft het misschien gedaan]
|
|
het kan ermee door
|
[zo gaat het wel]
|
|
het kan niet op
|
[er komt geen eind aan]
|
|
zo kan het wel weer
|
[zo is het wel genoeg]
|
|
jullie kunnen me wat
|
[ik doe niet wat jullie willen]
|
|
iemand onder uit de zak geven
|
[scherpe kritiek op hem geven]
|
|
een kat in de zak kopen
|
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
|
|
zakjes plakken
|
[in de gevangenis zitten]
|
|
oude wijn in nieuwe zakken
|
[iets bekends in een nieuwe vorm]
|
|
in zak en as zitten
|
[in een toestand van verslagenheid]
|
|
een duit in het zakje doen
|
[een woordje meespreken]
|
|
iemand de zak geven
|
[hem ontslaan]
|
|
geld op zak hebben
|
[geld bij je hebben]
|
|
dat kun je in je zak steken
|
[die opmerking was raak]
|
|
die kan hij in zijn zak steken
|
[hij is veel beter dan die ander]
|
|
zonder een cent op zak
|
[zonder contant geld bij zich te hebben]
|
|
het geld brandt hem in de zak
|
[hij wil het graag uitgeven]
|
|
iemand in je zak hebben
|
[met hem kunnen doen wat je wilt]
|
|
zijn ogen in zijn zak hebben
|
[niet uitkijken]
|
|
zijn zakken vullen
|
[zich verrijken]
|
|
iets uit eigen zak betalen
|
[zelf de kosten dragen]
|
|
op zijn zak teren
|
[van zijn geld leven]
|
|
een ouwe zak
|
[oude man]
|
|
ik begrijp er geen zak van
|
[helemaal niets]
|
|
er bleef hem niet veel bespaard
|
[hij moest veel vervelende dingen meemaken]
|
|
die moeite had je je kunnen besparen
|
[je had dat niet hoeven doen]
|
|
die moet je met een lantaarntje zoeken
|
[daar zijn er maar weinig van]
|
|
die opmerking was niet voor jou bestemd
|
[het was niet de bedoeling dat jij hem hoorde]
|
|
hij wint aan invloed
|
[krijgt meer invloed]
|
|
hij heeft haar voor zich gewonnen
|
[zij vindt hem nu aardig]
|
|
hij geeft zich gewonnen
|
[geeft het op]
|
|
een proces winnen
|
[gelijk krijgen van de rechter]
|
|
terrein winnen
|
[meer terrein in je bezit krijgen]
|
|
die opvatting wint steeds meer veld
|
[steeds meer mensen zijn het ermee eens]
|
|
die plaats is maar een stip op de kaart
|
[heel erg klein]
|
|
ik sta erop
|
[ik wil per se dat het gebeurt]
|
|
ik sta achter je
|
[ik verdedig je]
|
|
het staat of valt met ....
|
[het hangt ervan af]
|
|
je moet daar boven staan
|
[je er niets van aantrekken]
|
|
ik sta op het standpunt dat ....
|
[ik vind dat]
|
|
dat staat in verband met ....
|
[dat heeft ermee te maken]
|
|
je baard laten staan
|
[je niet scheren]
|
|
die plant staat er goed bij
|
[ziet er gezond uit]
|
|
hij staat aan het hoofd
|
[hij heeft de leiding]
|
|
ik werk nooit in de tuin, laat staan als het regent
|
[dus zeker niet als het regent]
|
|
dat geval staat op zichzelf
|
[het heeft niet met iets anders te maken]
|
|
zij staat bekend als ....
|
[men kent haar zo]
|
|
ik sta op de foto
|
[ik ben daarop afgebeeld]
|
|
er staat jou nog wat te wachten
|
[je krijgt nog heel wat te verwerken]
|
|
die reis is een hele onderneming
|
[je moet er veel voor regelen]
|
|
wie het eerst komt, het eerst maalt
|
[wie er het eerste bij is, heeft de eerste kans]
|
|
erachter komen
|
[het ontdekken]
|
|
tussenbeide komen
|
[bemiddelen in een ruzie]
|
|
tot jezelf komen
|
[weer rustig en helder worden]
|
|
er kwam iets tussen
|
[iets verhinderde het]
|
|
hoe komt dat?
|
[wat is de oorzaak?]
|
|
hoe kom je daarbij
|
[waar haal je dat idee vandaan?]
|
|
dat komt ervan als je teveel eet
|
[dat is het gevolg]
|
|
ik kan niet op zijn naam komen
|
[ik kan me zijn naam niet herinneren]
|
|
het komt wel goed
|
[het loopt wel goed af]
|
|
kom op!
|
[laat de moed niet zakken]
|
|
die som is moeilijk, ik kom er niet uit
|
[ik kan hem niet oplossen]
|
|
ik zal het wel te weten komen
|
[ik ontdek het wel]
|
|
die stoel is niet om aan te zien!
|
[hij ziet er verschrikkelijk uit]
|
|
het is haar aan te zien dat ze bijna vijftig is
|
[je kunt het aan haar zien]
|
|
ze heeft weer eens gelogen
|
[voor de zoveelste keer]
|
|
hoe laat begint de les ook al weer
|
[ik heb het wel geweten, maar ik weet het niet meer]
|
|
die tijd komt nooit weer
|
[komt nooit meer terug]
|
|
het is samen 100 gulden
|
[totaal 100 gulden]
|
|
die twee hebben iets samen
|
[een liefdesverhouding]
|
|
samen uit samen thuis
|
[wat je samen begint moet je samen afmaken]
|
|
die twee vullen elkaar aan
|
[wat de een niet heeft, dat heeft de ander]
|
|
ergens op gebrand zijn
|
[het heel graag willen]
|
|
die vraag brandt me op de lippen
|
[ik kan bijna niet wachten hem te stellen]
|
|
branden van ongeduld
|
[heel ongeduldig zijn]
|
|
een brandende kwestie
|
[een erg belangrijke zaak]
|
|
die vergelijking gaat mank
|
[die klopt niet]
|
|
de Heilige Vader
|
[de paus]
|
|
een heilig boontje
|
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
|
|
de heilige vader
|
[de paus]
|
|
die vrije zondag is mij heilig
|
[is heel belangrijk voor me]
|
|
het heilige der heilige
|
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
|
|
een heilig huisje
|
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
|
|
heilige huisjes omver werpen
|
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
|
|
iemand het heilige kruis nageven
|
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
|
|
een heilige oorlog
|
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
|
|
de Heilige Stad
|
[Jeruzalem]
|
|
het heilige moeten
|
[de absolute noodzaak]
|
|
hem is niets heilig
|
[hij heeft nergens respect voor]
|
|
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
|
[oprecht van mening dat ...]
|
|
de heilige hermandad
|
[de politie]
|
|
het mag geen naam hebben
|
[het betekent niets]
|
|
ik kan niet op zijn naam komen
|
[ik herinner me niet hoe hij heet]
|
|
met name in augustus was het koud
|
[vooral in augustus]
|
|
zij heeft de naam lui te zijn
|
[veel mensen vinden dat]
|
|
die winkel heeft een goede naam
|
[staat bekend als een goede winkel]
|
|
uit naam van de vereniging
|
[als vertegenwoordiger van de vereniging]
|
|
mijn naam is haas
|
[ik weet er niets van]
|
|
een naamloze vennootschap
|
[zaak waarvan de aandelen openbaar verkocht kunnen worden]
|
|
het beestje bij de naam noemen
|
[zeggen waar het op staat]
|
|
iets op zijn naam schrijven
|
[een succes behalen]
|
|
in zijn naam
|
[op zijn gezag]
|
|
ten name van
|
[op die naam geregistreerd]
|
|
met naam en toenaam
|
[met alle persoonlijke gegevens]
|
|
vrij op naam
|
[de koper betaalt geen overdrachtskosten]
|
|
in naam der wet
|
[de wet bepaalt het zo]
|
|
zijn naam eer aan doen
|
[zijn reputatie waarmaken]
|
|
te goeder naam en faam bekend zijn
|
[gunstig bekendstaan]
|
|
iemand in zijn goede naam aantasten
|
[belasteren]
|
|
een slechte naam hebben
|
[een slechte reputatie]
|
|
iemands naam door het slijk halen
|
[zijn reputatie aantasten]
|
|
het aan zijn naam verplicht zijn
|
[voor het behoud van zijn goede naam]
|
|
wat nog vers in het geheugen ligt
|
[pas gebeurd is]
|
|
vers van de pers
|
[zojuist verschenen]
|
|
die wond is nog vers
|
[het pijnlijke is pas geleden gebeurd]
|
|
met de staart tussen de benen afdruipen
|
[schaamtevol of vernederd weglopen]
|
|
als je van de duivel spreekt, trap je hem op zijn staart
|
[degene over wie je het hebt, komt net binnen]
|
|
er zit kop noch staart aan
|
[het is een warrig verhaal]
|
|
dat muisje zal nog een staartje hebben
|
[die zaak zal gevolgen hebben]
|
|
het venijn zit in de staart
|
[op het laatst zijn er toch nog moeilijkheden]
|
|
die zaak heeft nog een staartje
|
[nog een vervolg]
|
|
hij zet het op een lopen
|
[gaat heel hard lopen]
|
|
een eindje lopen
|
[wandelen]
|
|
hij loopt als een kievit
|
[loopt heel vlug en goed]
|
|
over je laten lopen
|
[altijd doen wat anderen willen]
|
|
iemand tegen het lijf lopen
|
[ontmoeten]
|
|
het loopt tegen acht uur
|
[het is bijna acht uur]
|
|
het loopt ten einde
|
[is bijna afgelopen]
|
|
je loopt gevaar
|
[je bent in gevaar]
|
|
het loopt uit de hand
|
[het gaat verkeerd]
|
|
toen liep het fout
|
[toen ging het fout]
|
|
die zin loopt goed
|
[er zitten geen fouten in]
|
|
college lopen
|
[college volgen]
|
|
1770
|
1770
|
|
in het bestuur zitten
|
[bestuurslid zijn]
|
|
op voetbal zitten
|
[lid zijn van een voetbalclub]
|
|
blijven zitten
|
[niet overgaan naar de volgende klas]
|
|
hij ging ervoor zitten
|
[nam er rustig de tijd voor]
|
|
ermee blijven zitten
|
[het niet kwijtraken]
|
|
ergens mee zitten
|
[het een probleem vinden]
|
|
iemand laten zitten
|
[hem in de steek laten]
|
|
blijven zitten
|
[op school nog een jaar in dezelfde klas moeten blijven]
|
|
in de schulden zitten
|
[schulden hebben]
|
|
zonder werk zitten
|
[geen werk hebben]
|
|
het zit me tot hier
|
[ik heb er genoeg van]
|
|
dat zit hem hoog
|
[daar is hij verontwaardigd over]
|
|
daar zit iets achter
|
[dat betekent nog iets anders]
|
|
hij laat het er niet bij zitten
|
[neemt maatregelen om het te veranderen]
|
|
die bal zit!
|
[hij is in het doel gekomen]
|
|
dat zit als gegoten
|
[past perfect]
|
|
ergens om zitten te springen
|
[het dringend nodig hebben]
|
|
hoe zit dat in elkaar?
|
[hoe is het gemaakt]
|
|
ergens aan zitten
|
[het aanraken]
|
|
het niet op je laten zitten
|
[wraak nemen]
|
|
dat zit zo
|
[ik zal je uitleggen hoe het is]
|
|
laat maar zitten
|
[ik hoef geen geld terug]
|
|
laat maar zitten
|
[ik hoef er niet meer over te praten]
|
|
het zit er niet in dat ...
|
[het is niet mogelijk]
|
|
hij zit ernaast
|
[heeft het mis]
|
|
die zit
|
[die opmerking was raak]
|
|
dat zit wel goed
|
[dat is wel in orde]
|
|
het zit erop
|
[het werk is klaar]
|
|
er zit niets anders op
|
[het is de enige oplossing]
|
|
ik zie het wel zitten
|
[het lijkt me wel iets]
|
|
dienstregeling
|
[schema van de treinen of bussen]
|
|
een regeling treffen
|
[afspraken maken om iets te regelen]
|
|
geboorteregeling
|
[maatregelen om te zorgen dat vrouwen niet zwanger worden]
|
|
diep in de beurs tasten
|
[veel betalen]
|
|
te diep in het glaasje kijken
|
[zich bedrinken]
|
|
niet diep graven
|
[niet uitputtend op de zaak ingaan]
|
|
diepe groeven
|
[rimpels]
|
|
dat is diep ingeworteld
|
[een vaste gewoonte]
|
|
tot diep in de nacht
|
[tot laat]
|
|
diep in de beurs tasten
|
[heel veel betalen]
|
|
met gesloten beurs betalen
|
[zonder geld, bijvoorbeeld door te ruilen]
|
|
een smalle beurs hebben
|
[weinig geld]
|
|
iemands beurs spekken
|
[hem veel betalen]
|
|
aan de beurs genoteerd zijn
|
[op de vaste koerslijsten voorkomen]
|
|
een dik belegde boterham
|
[met veel beleg]
|
|
een dikke huid hebben
|
[ongevoelig zijn]
|
|
een dikke nek hebben
|
[arrogant zijn, kapsones hebben]
|
|
een dikke pil
|
[een dik boek]
|
|
maak je niet dik, dun is de mode
|
[wind je niet op]
|
|
zich dik maken
|
[zich opwinden]
|
|
zij zijn dikke vrienden
|
[heel goede vrienden]
|
|
dat zit er dik in
|
[dat is te verwachten]
|
|
ze doen graag dik
|
[ze scheppen op]
|
|
dat is dik voor elkaar
|
[helemaal in orde]
|
|
dikke kans dat....
|
[het is waarschijnlijk dat...]
|
|
dat komt dik voor elkaar
|
[dat komt helemaal in orde]
|
|
een dik uur
|
[ruim een uur]
|
|
het er dik bovenop leggen
|
[overdrijven]
|
|
het ligt er dik bovenop
|
[het is overduidelijk]
|
|
door dik en dun
|
[wat er ook gebeurt]
|
|
het is dikke mik tussen die twee
|
[ze zijn goed bevriend]
|
|
hem een kans geven
|
[hem de mogelijkheid geven]
|
|
grijp je kans!
|
[maak van de mogelijkheid gebruik!]
|
|
de kansen keren
|
[de omstandigheden veranderen zodat iemand ánders in het voordeel is]
|
|
hij zag zijn kans schoon
|
[hij benutte een gunstige gelegenheid]
|
|
kansarm
|
[met weinig mogelijkheden om iets te bereiken in het leven]
|
|
hij zag kans om ....
|
[hij kreeg het voor elkaar]
|
|
dikke kans dat....
|
[het is heel waarschijnlijk]
|
|
de kans is verkeken
|
[ongebruikt voorbij gegaan]
|
|
heb jij al een vriendje, Anna?
|
[heb jij al verkering]
|
|
dikke vrienden
|
[goede vrienden van elkaar]
|
|
hem te vriend houden
|
[ervoor zorgen dat hij je aardig blijft vinden]
|
|
even goede vrienden
|
[ik blijf je toch aardig vinden]
|
|
beter een goede buur dan een verre vriend
|
[goede buren kunnen sneller hulp bieden dan vrienden die ver weg wonen]
|
|
in nood leert men zijn vrienden kennen
|
[als je in nood bent, ontdek je pas wie je echte vrienden zijn]
|
|
valse vrienden
|
[woorden in verschillende talen die op elkaar lijken, maar verschillende betekenissen hebben]
|
|
van je vrienden moet je het maar hebben
|
[reactie als vrienden in gebreke blijven]
|
|
dingen de revue laten passeren
|
[ze één voor één nauwkeurig bekijken of bespreken]
|
|
waar haalt hij al dat geld vandaan?
|
[hoe komt hij eraan?]
|
|
het examen halen
|
[ervoor slagen]
|
|
dat haalt het niet bij .....
|
[dat is lang niet zo goed als .....]
|
|
dingen door elkaar halen
|
[ze met elkaar vermengen]
|
|
iets uit elkaar halen
|
[het demonteren]
|
|
het voor de geest halen
|
[het in gedachten zien]
|
|
dat hoef je niet in je hoofd te halen
|
[dat mag je niet doen]
|
|
hij is heel direct
|
[zegt meteen waar het op staat]
|
|
directe rede
|
[letterlijk weergeven wat iemand zei]
|
|
directe belastingen
|
[die rechtstreeks worden geheven]
|
|
een directe uitzending
|
[die niet van tevoren is opgenomen]
|
|
ik denk er niet over!
|
[geen sprake van!]
|
|
dit doet me denken aan de vakantie
|
[het herinnert me eraan]
|
|
gestolen goed gedijt niet
|
[wat je gestolen hebt brengt je ongeluk]
|
|
have en goed verliezen
|
[al zijn bezit]
|
|
onroerend goed
|
[bezittingen die niet van hun plaats kunnen, bijvoorbeeld huizen]
|
|
dat belooft niet veel goeds
|
[reactie op een ongunstig voorteken]
|
|
geen goed meer kunnen doen bij iemand
|
[helemaal bij hem uit de gunst zijn]
|
|
hou me ten goede
|
[verontschuldiging als je iets vervelends gaat zeggen]
|
|
ten goede komen aan iemand of iets
|
[gunstig zijn voor iemand of iets]
|
|
wie goed doet, goed ontmoet
|
[weldaden worden altijd beloond]
|
|
dit geld komt ten goede aan de kerk
|
[is voor de kerk]
|
|
hij doet zich te goed aan paling
|
[hij zit lekker te smullen van paling]
|
|
ik heb nog iets te goed
|
[ik moet nog iets krijgen]
|
|
dit is de directeur. Als zodanig zit hij de vergadering voor
|
[in die functie]
|
|
dit is de laatste waarschuwing!
|
[als je het nog één keer doet, dan ....]
|
|
iemand aan de haak slaan
|
[verkering met hem krijgen]
|
|
daar zitten wel haken en ogen aan
|
[het is niet eenvoudig]
|
|
80 kilo schoon aan de haak
|
[naakt gewogen]
|
|
tussen haakjes ....
|
[uitdrukking waarmee je aangeeft dat iets niet bij het gespreksonderwerp hoort]
|
|
dit is niet in de haak
|
[er is iets niet in orde]
|
|
zich door iemand laten leiden
|
[iemand anders laten bepalen wat je doet]
|
|
in leidende positie
|
[vóór alle anderen]
|
|
dat leidt tot goede resultaten
|
[geeft goede resultaten]
|
|
dit leidt tot niets
|
[dit levert niets op]
|
|
hij leidt een gemakkelijk leventje
|
[hij heeft het gemakkelijk]
|
|
dit smaakt naar meer
|
[ik wil nóg wel wat]
|
|
we hebben onder andere Cola in huis
|
[naast Cola ook nog andere dingen]
|
|
onder leiding van Jan de Wit
|
[Jan de Wit had de leiding]
|
|
dit spul wordt onder meer gebruikt voor tanden poetsen
|
[te midden van andere doelen]
|
|
ten onder gaan
|
[verloren gaan]
|
|
onder een auto komen
|
[aangereden worden door een auto]
|
|
van onderen!
|
[waarschuwing dat er iets op je kan vallen]
|
|
zij is nog onder de twaalf
|
[jonger dan twaalf]
|
|
niet van zijn zijde wijken
|
[niet bij hem vandaan gaan]
|
|
hem ter zijde staan
|
[helpen]
|
|
het ter zijde leggen
|
[wegleggen]
|
|
dit terzijde
|
[het heeft er eigenlijk niet mee te maken]
|
|
ik heb pijn in mij zij
|
[in de zijkant van mijn lijf]
|
|
van de zijde van zijn familie
|
[van zijn familie]
|
|
ik voel me daar thuis
|
[op mijn gemak]
|
|
ik trof hem thuis
|
[toen ik kwam, was hij in zijn woning]
|
|
daar is hij goed in thuis
|
[daar weet hij veel van]
|
|
doe alsof je thuis bent!
|
[maak het je gemakkelijk]
|
|
hij gaf niet thuis
|
[hij reageerde niet]
|
|
tot dan!
|
[tot op de afgesproken tijd]
|
|
vooruit dan maar
|
[ik vind het wel goed]
|
|
en wat dan nog?
|
[wat maakt het uit?]
|
|
doe dan ook je best!
|
[doe toch je best!]
|
|
zij schrijft nu en dan
|
[soms]
|
|
iemand de groeten doen
|
[hem gedag zeggen namens iemand anders]
|
|
doe de groeten terug
|
[reactie op overgebrachte groeten]
|
|
met hartelijke groet(en)
|
[slotzin van een brief]
|
|
iemand de laatste groet brengen
|
[een dode de laatste eer bewijzen]
|
|
een kalme zee
|
[zonder hoge golven]
|
|
doe je een beetje kalm aan?
|
[maak je je niet te druk?]
|
|
ik ga liever gewoon dood
|
[grappige weigering]
|
|
het gewone recept
|
[wanneer iets net zo is als voorgaande keren]
|
|
doe maar gewoon
|
[stel je niet aan]
|
|
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
|
[je mag je (in Nederland) niet afwijkend gedragen]
|
|
het moet al gek gaan als ...
|
[het is bijna zeker]
|
|
gek genoeg
|
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
|
|
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
|
[gedraag je niet anders dan anderen]
|
|
je zou gek staan te kijken...
|
[stomverbaasd zijn]
|
|
hoe ouder hoe gekker
|
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
|
|
op de gekste tijden
|
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
|
|
ik ben me daar gek!
|
[ik denk er niet over om dat te doen]
|
|
gek van angst
|
[buiten zichzelf]
|
|
het is om gek van te worden
|
[ergerlijk en vermoeiend]
|
|
zich gek zoeken naar iets
|
[er overal naar lopen te zoeken]
|
|
ben je gek!
|
[verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
|
|
zo gek als een deur
|
[helemaal geschift]
|
|
díe is gek!
|
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
|
|
hij is niet zo gek als hij eruitziet
|
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
|
|
geen gek figuur slaan
|
[een goede indruk maken]
|
|
het is te gek om los te lopen
|
[het is al te dwaas]
|
|
dat is lang niet gek!
|
[tamelijk goed]
|
|
dat is te gek!
|
[geweldig!]
|
|
ik ben gek op Hema-worst
|
[ik ben er dol op]
|
|
Adam was gek op Eva
|
[hield veel van haar]
|
|
ergens gek mee zijn
|
[er veel van houden]
|
|
doe niet zo achterlijk
|
[doe niet alsof je het niet begrijpt]
|
|
doe niet zo achterlijk!
|
[doe niet alsof je het niet begrijpt]
|
|
wat een achterlijke vent (plat)
|
[dom, stom]
|
|
doe niet zo achterlijk
|
[doe niet alsof je het niet begrijpt]
|
|
wat een achterlijke vent (plat)
|
[dom, stom]
|
|
ik heb geen flauw idee
|
[totaal geen idee]
|
|
doe niet zo flauw
|
[stel je niet aan]
|
|
moeilijk lopen
|
[slecht lopen]
|
|
een moeilijke jongen
|
[lastig, onhandelbaar]
|
|
doe niet zo moeilijk!
|
[werk eens een beetje mee]
|
|
maak het jezelf niet zo moeilijk
|
[vat het niet zo zwaar op]
|
|
alle begin is moeilijk
|
[aanmoediging als iemand iets moeilijk vindt]
|
|
het er moeilijk mee hebben
|
[het slecht kunnen verwerken]
|
|
iemand in een moeilijk parket brengen
|
[het hem moeilijk maken]
|
|
doe niet zo neurotisch
|
[zenuwachtig]
|
|
het doel heiligt de middelen
|
[alles mag als het doel goed is]
|
|
het doel van de reis
|
[het eindpunt]
|
|
doel treffen
|
[raak zijn]
|
|
je doel voorbijschieten
|
[door overdrijven je doel missen]
|
|
in eigen doel schieten
|
[jezelf benadelen]
|
|
scoren voor open doel
|
[op een gemakkelijke manier succes hebben]
|
|
iets van hem gedaan krijgen
|
[ervoor zorgen dat hij het doet]
|
|
zo gezegd zo gedaan
|
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
|
|
niets aan te doen!
|
[er is niets aan te veranderen]
|
|
het is met hem gedaan
|
[hij is dood of verloren]
|
|
dat is niks gedaan
|
[waardeloos]
|
|
iemand een plezier doen
|
[ervoor zorgen dat hij plezier heeft]
|
|
ik kon er niets aan doen
|
[het was mijn schuld niet]
|
|
doen alsof
|
[toneelspelen]
|
|
dat doet er niet toe
|
[dat is onbelangrijk]
|
|
ik heb met hem te doen
|
[ik heb medelijden met hem]
|
|
daar is het haar om te doen
|
[daar doet ze het voor]
|
|
voor zijn doen
|
[in vergelijking met hoe hij anders is]
|
|
het kind is uit zijn doen
|
[in de war]
|
|
zijn doen en laten
|
[zijn manier van leven]
|
|
een poging doen
|
[het proberen]
|
|
je neus stoten
|
[afgewezen worden]
|
|
je neus ervoor ophalen
|
[het minderwaardig vinden]
|
|
hem met zijn neus op de feiten drukken
|
[laten zien hoe het werkelijk zit]
|
|
de neuzen tellen
|
[tellen hoeveel mensen er zijn]
|
|
er met je neus bovenop staan
|
[er vlakbij staan]
|
|
met je neus kijken
|
[niet goed zoeken]
|
|
uit je neus zitten eten
|
[niets doen]
|
|
je neus in de wind steken
|
[ergens trots op zijn]
|
|
op je neus kijken
|
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
|
|
overal zijn neus in steken
|
[zich overal mee bemoeien]
|
|
een frisse neus halen
|
[bij koud weer buiten lopen]
|
|
geen knip voor zijn neus waard zijn
|
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
|
|
m'n neus!
|
[kom nou, dat is onzin]
|
|
iemand bij de neus nemen
|
[hem voor de gek houden, bedriegen]
|
|
dat komt me de neus uit
|
[daar heb ik schoon genoeg van]
|
|
iemand iets door de neus boren
|
[niet betalen wat men hem schuldig is]
|
|
plotseling voor iemands neus staan
|
[hem onverwacht ontmoeten]
|
|
de deur voor zijn neus dichtdoen
|
[terwijl hij er vlak voor staat]
|
|
dat gaat je neus voorbij
|
[daar krijg je niets van]
|
|
iemand iets onder de neus wrijven
|
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
|
|
dat zal ik je niet aan je neus hangen
|
[niet vertellen]
|
|
iets langs zijn neus weg zeggen
|
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
|
|
doen alsof je neus bloedt
|
[alsof je van niets weet]
|
|
zijn neus krult
|
[hij is blij over een compliment]
|
|
iemand de pen op de neus zetten
|
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
|
|
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
|
[iedereen heeft dezelfde mening]
|
|
bleek om de neus worden
|
[ergens heel bang voor zijn]
|
|
niet verder kijken dan je neus lang is
|
[niet goed nadenken]
|
|
iemand iets door de neus boren
|
[verhinderen dat hij het krijgt]
|
|
met de neus in de boter vallen
|
[het goed treffen]
|
|
het deksel op je neus krijgen
|
[gestraft worden als je te begerig bent]
|
|
het ligt voor je neus
|
[vlak voor je]
|
|
iemand de pin op de neus zetten
|
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
|
|
dat is een wassen neus
|
[stelt niets voor]
|
|
het neusje van de zalm
|
[het fijnste, het beste]
|
|
een fijne neus voor iets hebben
|
[intuïtief iets opmerken]
|
|
een scherpe neus hebben
|
[goed kunnen ruiken]
|
|
doen wat je hart je ingeeft
|
[wat je voelt dat je moet doen]
|
|
doffe ellende
|
[ernstige ellende]
|
|
dom gansje
|
[dom meisje]
|
|
1810
|
1810
|
|
hij woont op kamers
|
[op zichzelf, maar bij anderen in huis]
|
|
donkere kamer
|
[kamer om foto's in te ontwikkelen]
|
|
het kleinste kamertje
|
[de wc]
|
|
in de wolken zijn
|
[heel blij zijn]
|
|
er is geen wolkje aan de lucht
|
[alles is in orde]
|
|
een wolk van een baby
|
[een gezonde, mollige baby]
|
|
thee met een wolkje melk
|
[een klein beetje melk]
|
|
achter de wolken schijnt de zon
|
[na iets naars komt altijd iets leuks]
|
|
donkere wolken pakken zich samen
|
[er dreigt onheil]
|
|
met zijn hoofd in de wolken lopen
|
[van blijdschap niet aan praktische zaken denken]
|
|
een donkere bladzijde
|
[een periode waar je liever niet aan herinnerd wordt]
|
|
door een donkere bril kijken
|
[pessimistisch zijn]
|
|
donkere wolken pakken zich samen
|
[er dreigt onheil, ongeluk]
|
|
bier brouwen
|
[bier maken]
|
|
dood bier
|
[dat niet meer schuimt]
|
|
dood en begraven zijn
|
[allang vergeten zijn]
|
|
heden groot, morgen dood
|
[succes duurt maar kort]
|
|
je dood houden
|
[je absoluut niet bewegen]
|
|
je dood ergeren
|
[heel erg ergeren]
|
|
je dood lachen
|
[heel erg moeten lachen]
|
|
meer dood dan levend
|
[in erg slechte toestand]
|
|
zo dood als een pier
|
[morsdood]
|
|
je dood schrikken
|
[heel erg schrikken]
|
|
op dood spoor
|
[je komt niet verder met die aanpak]
|
|
op sterven na dood zijn
|
[er heel slecht aan toe zijn]
|
|
iemand dood verklaren
|
[net doen alsof hij er niet is]
|
|
je dood schamen
|
[je heel erg schamen]
|
|
een dooie boel
|
[een saaie boel]
|
|
een dooie diender
|
[een saai iemand]
|
|
dood getijde
|
[tussen eb en vloed]
|
|
een dode hoek
|
[stuk waar je niets kunt zien]
|
|
over het dode punt heen zijn
|
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
|
|
een dode taal
|
[die niet meer gesproken wordt]
|
|
op zijn dooie akkertje
|
[heel rustig]
|
|
ergens een broertje dood aan hebben
|
[er afschuw van hebben]
|
|
in zijn dooie eentje
|
[helemaal alleen]
|
|
op zijn dooie gemak
|
[zonder zich te haasten]
|
|
dood en begraven zijn
|
[allang vergeten zijn]
|
|
heden groot, morgen dood
|
[succes duurt maar kort]
|
|
je dood houden
|
[je absoluut niet bewegen]
|
|
je dood ergeren
|
[heel erg ergeren]
|
|
je dood lachen
|
[heel erg moeten lachen]
|
|
meer dood dan levend
|
[in erg slechte toestand]
|
|
zo dood als een pier
|
[morsdood]
|
|
je dood schrikken
|
[heel erg schrikken]
|
|
op dood spoor
|
[je komt niet verder met die aanpak]
|
|
op sterven na dood zijn
|
[er heel slecht aan toe zijn]
|
|
iemand dood verklaren
|
[net doen alsof hij er niet is]
|
|
een dooie boel
|
[een saaie boel]
|
|
een dooie diender
|
[een saai iemand]
|
|
dood getijde
|
[tussen eb en vloed]
|
|
een dode hoek
|
[stuk waar je niets kunt zien]
|
|
over het dode punt heen zijn
|
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
|
|
een dode taal
|
[die niet meer gesproken wordt]
|
|
op zijn dooie akkertje
|
[heel rustig]
|
|
ergens een broertje dood aan hebben
|
[er afschuw van hebben]
|
|
in zijn dooie eentje
|
[helemaal alleen]
|
|
op zijn dooie gemak
|
[zonder zich te haasten]
|
|
het antwoord schiet me niet te binnen
|
[ik weet het niet meer]
|
|
door dat restaurant is hij wel binnen
|
[zo rijk dat hij niet meer hoeft te werken]
|
|
iets niet onder stoelen of banken steken
|
[er rond voor uitkomen]
|
|
door de bank genomen
|
[gemiddeld]
|
|
de bocht afsnijden
|
[een kortere weg nemen]
|
|
door de bocht gaan
|
[toegeven]
|
|
uit de bocht vliegen
|
[door het verkeerd nemen van de bocht van de weg af raken]
|
|
hij wringt zich in alle bochten
|
[doet van alles om zijn zin te krijgen]
|
|
Mehmet in de bocht!
|
[Mehmet is weer gek bezig]
|
|
een boom van een vent
|
[een grote stevige man]
|
|
hoge bomen vangen veel wind
|
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
|
|
door de bomen het bos niet zien
|
[door de details het geheel niet zien]
|
|
aan zijn vruchten kent men de boom
|
[aan zijn daden kent men de mens]
|
|
de bomen groeien niet tot in de hemel
|
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
|
|
een boom van een vent
|
[een grote stevige man]
|
|
hoge bomen vangen veel wind
|
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
|
|
door de bomen het bos niet zien
|
[door de details het geheel niet zien]
|
|
aan zijn vruchten kent men de boom
|
[aan zijn daden kent men de mens]
|
|
de bomen groeien niet tot in de hemel
|
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
|
|
oude bomen moet je niet verplanten
|
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
|
|
aan de vruchten kent men de boom
|
[men kent de mens aan wat hij doet]
|
|
de appel valt niet ver van de boom
|
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
|
|
omdraaien als een blad aan een boom
|
[je ineens heel anders gaan gedragen]
|
|
de kat uit de boom kijken
|
[een afwachtende houding aannemen]
|
|
je kunt de boom in!
|
[ik weiger het echt]
|
|
een boom omzagen
|
[hard snurken]
|
|
door de week
|
[op werkdagen]
|
|
door de eeuwen heen
|
[gedurende vele eeuwen]
|
|
door middel van
|
[met]
|
|
we zijn op de helft
|
[halverwege]
|
|
je hebt de helft verzonnen!
|
[het grootste deel]
|
|
mijn betere helft
|
[echtgenote]
|
|
door de helft
|
[in twee stukken]
|
|
op de helft
|
[halverwege]
|
|
over de helft
|
[meer dan de helft gedaan hebben]
|
|
de helft van wat hij zegt is niet waar
|
[een groot deel ervan]
|
|
het onder de knie hebben
|
[weten hoe het moet]
|
|
hij moet over de knie
|
[hij krijgt een pak slaag]
|
|
door de knieën gaan
|
[eindelijk toegeven]
|
|
iemand over de knie leggen
|
[hem een pak slaag geven]
|
|
het is geen wet van Meden en Perzen
|
[geen regel waar iedereen zich aan moet houden]
|
|
hem de wet voorschrijven
|
[zeggen wat hij wel of niet mag doen]
|
|
wet is wet
|
[de wet moet nageleefd worden, al is het moeilijk]
|
|
hij staat boven de wet
|
[hoeft zich er niet aan te houden]
|
|
de heren van de wet
|
[mensen van de overheid]
|
|
we gaan er geen wet van maken
|
[geen vaste gewoonte]
|
|
naar de geest van de wet
|
[volgens de uitgangspunten ervan]
|
|
nood breekt wet
|
[als je erg in de knoei zit, hoef je je niet aan de wet te houden]
|
|
zijn woord is wet
|
[wat hij zegt moet gebeuren]
|
|
door de mazen van de wet kruipen
|
[op listige wijze de wet ontduiken]
|
|
trouwen voor de wet
|
[voor de burgerlijke stand]
|
|
nood breekt wet
|
[als je in moeilijkheden zit moet je wel eens dingen doen die verboden zijn]
|
|
zijn wil is wet
|
[hij bepaalt de regels]
|
|
iemand in zijn netten verstrikken
|
[hem (ergens voor) vangen]
|
|
door de mazen van het net kruipen
|
[ternauwernood ontsnappen]
|
|
achter het net vissen
|
[te laat komen om ergens van te profiteren]
|
|
week in week uit
|
[altijd]
|
|
door de week
|
[alleen op werkdagen, niet op zondag]
|
|
door de week
|
[op werkdagen]
|
|
door de eeuwen heen
|
[gedurende vele eeuwen]
|
|
door middel van
|
[met]
|
|
onder de wol kruipen
|
[lekker naar bed gaan]
|
|
door de wol geverfd zijn
|
[veel ervaring hebben]
|
|
veel geschreeuw, maar weinig wol
|
[veel drukte, maar weinig resultaat]
|
|
aan de wol herkent men de schapen
|
[men kent de mens aan zijn daden]
|
|
door de zee verzwolgen
|
[in één keer in zee verdwenen]
|
|
zuur kijken
|
[onvriendelijk]
|
|
iemand het leven zuur maken
|
[hem dwarszitten]
|
|
door de zure appel heen bijten
|
[aanvaarden wat onvermijdelijk en vervelend is]
|
|
een zure bom
|
[grote, zoetzure augurk]
|
|
de druiven zijn zuur
|
[de nederlaag is moeilijk te accepteren]
|
|
een dik belegde boterham
|
[met veel beleg]
|
|
een dikke huid hebben
|
[ongevoelig zijn]
|
|
een dikke nek hebben
|
[arrogant zijn, kapsones hebben]
|
|
een dikke pil
|
[een dik boek]
|
|
maak je niet dik, dun is de mode
|
[wind je niet op]
|
|
zich dik maken
|
[zich opwinden]
|
|
zij zijn dikke vrienden
|
[heel goede vrienden]
|
|
dat zit er dik in
|
[dat is te verwachten]
|
|
ze doen graag dik
|
[ze scheppen op]
|
|
dat is dik voor elkaar
|
[helemaal in orde]
|
|
dikke kans dat....
|
[het is waarschijnlijk dat...]
|
|
dat komt dik voor elkaar
|
[dat komt helemaal in orde]
|
|
een dik uur
|
[ruim een uur]
|
|
het er dik bovenop leggen
|
[overdrijven]
|
|
het ligt er dik bovenop
|
[het is overduidelijk]
|
|
door dik en dun
|
[wat er ook gebeurt]
|
|
het is dikke mik tussen die twee
|
[ze zijn goed bevriend]
|
|
door een diep dal gaan
|
[door een moeilijke periode]
|
|
iemand uit het dal halen
|
[uit de moeilijkheden]
|
|
in een dal zitten
|
[een moeilijke tijd doormaken]
|
|
een donkere bladzijde
|
[een periode waar je liever niet aan herinnerd wordt]
|
|
door een donkere bril kijken
|
[pessimistisch zijn]
|
|
donkere wolken pakken zich samen
|
[er dreigt onheil, ongeluk]
|
|
door een examen rollen
|
[er goed doorheen komen]
|
|
ergens in rollen
|
[er toevallig in terechtkomen]
|
|
een zaak aan het rollen brengen
|
[die op gang brengen]
|
|
een sigaret rollen
|
[die maken door shag in een vloeitje te doen]
|
|
gras rollen
|
[het maaien met een grasmaaier]
|
|
door een roze bril kijken
|
[alles mooier zien dan het is]
|
|
de roze driehoek
|
[symbool van homoseksuelen]
|
|
door haar trots is ze niet erg geliefd
|
[doordat ze zich meer voelt dan een ander]
|
|
trots zijn op iemand
|
[vinden dat hij een geweldige prestatie heeft geleverd]
|
|
zo trots als een aap (pauw)
|
[heel erg trots]
|
|
dat is te dol
|
[dat kan niet waar zijn]
|
|
het is te dol om los te lopen
|
[al te dwaas]
|
|
het is om dol van te worden
|
[ergerlijk en vermoeiend]
|
|
door het dolle heen zijn
|
[zo opgefokt dat je nergens meer bij nadenkt]
|
|
een dolle Mina
|
[strijdster voor de emancipatie van vrouwen]
|
|
ergens dol op zijn
|
[er veel van houden]
|
|
er spookt een gedachte door zijn hoofd
|
[die laat hem niet met rust]
|
|
door het huis spoken
|
['s nachts op zijn, terwijl anderen slapen]
|
|
door het lint gaan
|
[je zelfbeheersing verliezen, heel woedend worden]
|
|
een lintje verdienen
|
[onderscheiding vanwege een bijzondere prestatie]
|
|
het lint doorknippen
|
[ceremonie om iets te openen]
|
|
uit het oog, uit het hart
|
[wie je niet meer ziet, vergeet je]
|
|
zo op het oog
|
[als je oppervlakkig kijkt]
|
|
uit het oog verliezen
|
[niet meer zien]
|
|
iemand onder vier ogen spreken
|
[zonder dat er anderen bij zijn]
|
|
oog om oog, tand om tand
|
[wat iemand je aandoet, dat doe je ook hem aan]
|
|
oog in oog staan met iemand
|
[recht tegenover elkaar]
|
|
iemand een doorn in het oog zijn
|
[hem ergeren]
|
|
groen en geel voor de ogen worden
|
[duizelig worden]
|
|
iemand een rad voor de ogen draaien
|
[de dingen anders voorstellen dan ze zijn]
|
|
wat zijn ogen zien, maken zijn handen
|
[hij is erg handig]
|
|
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
|
[hij kan minder eten dan hij dacht]
|
|
ogen in zijn rug hebben
|
[alles zien]
|
|
iemand de ogen openen
|
[hem de waarheid laten zien]
|
|
met het oog op
|
[in verband daarmee]
|
|
iemand naar de ogen zien
|
[je afhankelijk opstellen]
|
|
iemand naar de ogen zien
|
[je afhankelijk opstellen]
|
|
iets met de ogen verslinden
|
[er verlangend naar kijken]
|
|
een oogje in het zeil houden
|
[opletten of alles goed gaat]
|
|
iets voor ogen houden
|
[het in gedachten houden]
|
|
in zijn ogen
|
[volgens hem]
|
|
in het oog lopen of springen
|
[opvallen]
|
|
je ogen uitkijken
|
[het prachtig vinden om te zien]
|
|
het met andere ogen bekijken
|
[op een andere manier]
|
|
schele ogen geven
|
[anderen jaloers maken]
|
|
grote ogen opzetten
|
[verbaasd kijken]
|
|
er geen oog voor hebben
|
[er geen aandacht voor hebben]
|
|
iemand de ogen uitsteken
|
[jaloers maken]
|
|
een oogje op iemand hebben
|
[een beetje verliefd op haar zijn]
|
|
het onder ogen zien
|
[het beseffen]
|
|
iets op het oog hebben
|
[het gezien hebben en willen kopen]
|
|
je ogen de kost geven
|
[goed kijken]
|
|
iemand zand in de ogen strooien
|
[hem misleiden]
|
|
je ogen in je zak hebben
|
[niet opletten]
|
|
iemand zand in de ogen strooien
|
[voor de gek houden, misleiden]
|
|
ogen tekortkomen
|
[veel te zien hebben]
|
|
als mijn ogen mij niet bedriegen
|
[ik weet niet zeker of ik het goed gezien heb]
|
|
met het blote oog
|
[zonder bril of andere hulpmiddelen]
|
|
geen oog dichtdoen
|
[niet kunnen slapen]
|
|
hij heeft dollartekens in zijn ogen
|
[laat blijken dat hij graag geld wil verdienen]
|
|
geen hand voor ogen kunnen zien
|
[helemaal niets]
|
|
iemand het licht in de ogen niet gunnen
|
[niets gunnen]
|
|
ergens een open oog voor hebben
|
[er de waarde van inzien]
|
|
de schellen vallen hem van de ogen
|
[hij ziet hoe het werkelijk zit]
|
|
wel de splinter in andersmans oog zien, maar niet de balk in zijn eigen oog
|
[blind zijn voor eigen fouten, maar van anderen alles zien]
|
|
hoge ogen gooien
|
[veel kans maken]
|
|
door het oog van de naald
|
[aan groot gevaar ontkomen]
|
|
heet van de naald
|
[direct nadat het bekend geworden is]
|
|
zoeken naar een naald in een hooiberg
|
[naar iets wat eigenlijk onvindbaar is]
|
|
door het oog van de naald kruipen
|
[ergens ternauwernood aan ontkomen]
|
|
het is achter de rug
|
[het is voorbij]
|
|
achter zijn rug om
|
[zonder dat hij er van weet]
|
|
hem de rug toekeren
|
[niets van hem willen weten]
|
|
ik heb een brede rug
|
[ik kan veel verdragen]
|
|
de rug van een boek
|
[waar de bladen aan elkaar vast zitten]
|
|
de rug van je hand
|
[de bovenkant]
|
|
de rug van een stoel
|
[waar je met je rug tegenaan zit]
|
|
het was een dolkstoot in zijn rug
|
[een verraderlijke aanval]
|
|
door je rug gaan
|
[je vertillen]
|
|
met de rug tegen de muur staan
|
[geen oplossing meer weten]
|
|
een natte rug hebben
|
[hard gewerkt hebben]
|
|
ik heb geen ogen in mijn rug
|
[ik had dat onmogelijk kunnen zien]
|
|
een open ruggetje
|
[open ruggenmerg bij pasgeboren baby]
|
|
over de ruggen van...
|
[misbruik makend van...]
|
|
iets de rug toekeren
|
[je er niet meer mee bezighouden]
|
|
het water loopt hem langs de rug
|
[hij zweet erg]
|
|
door list en bedrog
|
[op slinkse, oneerlijke wijze]
|
|
je beste beentje voorzetten
|
[heel erg je best doen]
|
|
het been stijf houden
|
[niet toegeven]
|
|
op het verkeerde been zetten
|
[de verkeerde informatie geven, misleiden]
|
|
op je achterste benen staan
|
[verontwaardigd zijn]
|
|
geen been hebben om op te staan
|
[niet kunnen bewijzen dat je gelijk hebt]
|
|
de benen nemen
|
[ervandoor gaan]
|
|
met één been in het graf staan
|
[bijna dood zijn]
|
|
goed ter been zijn
|
[nog goed kunnen lopen]
|
|
zich de benen uit het lijf lopen
|
[zich erg inspannen om iets te bereiken]
|
|
op de been zijn
|
[opgestaan zijn, uit bed zijn]
|
|
er was veel volk op de been
|
[op straat]
|
|
met beide benen op de grond staan
|
[de werkelijkheid niet uit het oog verliezen]
|
|
op je laatste benen lopen
|
[bijna dood zijn]
|
|
met het verkeerde been uit bed stappen
|
[een slecht humeur hebben]
|
|
tegen het zere been zijn
|
[erg pijnlijk zijn]
|
|
met de staart tussen de benen afdruipen
|
[beschaamd weglopen]
|
|
een blok aan je been zijn
|
[je het leven moeilijk maken]
|
|
op eigen benen staan
|
[zelfstandig zijn]
|
|
op één been kun je niet lopen
|
[neem nóg een consumptie!]
|
|
als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen
|
[als twee mensen ruzie maken, krijgt de derde meestal het voordeel]
|
|
door merg en been gaan
|
[heel indringend zijn]
|
|
vel over been zijn
|
[broodmager]
|
|
ze ziet er geen been in
|
[ze heeft er geen bezwaar tegen]
|
|
steen en been klagen
|
[voortdurend klagen en jammeren]
|
|
door de week
|
[op werkdagen]
|
|
door de eeuwen heen
|
[gedurende vele eeuwen]
|
|
door middel van
|
[met]
|
|
door middel van ....
|
[door ..... te gebruiken]
|
|
ik heb er de middelen niet voor
|
[het geld]
|
|
hem schade berokkenen
|
[schade toebrengen]
|
|
je schade inhalen
|
[nemen wat je tekort gekomen bent]
|
|
door schade en schande wijs worden
|
[leren van je fouten]
|
|
de schade opmaken
|
[kijken wat er aangetast is]
|
|
wat is de schade?
|
[hoeveel moet ik betalen?]
|
|
mooi weer spelen
|
[net doen alsof er niets aan de hand is]
|
|
in weer en wind
|
[altijd, hoe slecht het weer ook is]
|
|
het is geen weer
|
[heel slecht weer]
|
|
er is zwaar weer op komst
|
[het gaat stormen/ er komen moeilijke tijden]
|
|
weer of geen weer
|
[ongeacht de omstandigheden]
|
|
door weer en wind
|
[in slechte weersomstandigheden]
|
|
bittere tranen
|
[die voortkomen uit verdriet of spijt]
|
|
een bittere nasmaak
|
[een vervelend gevoel dat je ergens aan overhoudt]
|
|
een bittere pil
|
[een vervelende boodschap]
|
|
een bittere pil moeten slikken
|
[een pijnlijke vernedering moeten ondergaan]
|
|
doorgaan tot het bittere eind
|
[altijd maar doorgaan, hoe erg het ook wordt]
|
|
het is bitter koud
|
[heel erg koud]
|
|
goed voor de dorst
|
[daarna heb je geen dorst meer]
|
|
een appeltje voor de dorst
|
[geld dat je bewaart voor slechtere tijden]
|
|
dorst naar kennis
|
[de behoefte om iets te leren]
|
|
je moet er niet omheen draaien
|
[je moet zeggen waar het op staat]
|
|
dat is waar het om draait
|
[daar gaat het om]
|
|
er draait een goede film
|
[die wordt vertoond]
|
|
draai jij de deur op slot?
|
[doe jij de deur op slot?]
|
|
hem een rad voor ogen draaien
|
[bedriegen]
|
|
drankje
|
[iets drinkbaars met alcohol erin]
|
|
aan de drank zijn
|
[verslaafd aan alcohol]
|
|
zoals zo velen
|
[zoals veel andere mensen]
|
|
drie euro zoveel
|
[drie euro en nog iets]
|
|
driemaal raden wie dat gedaan heeft
|
[het is niet moeilijk om te raden]
|
|
dat raadt je de koekoek!
|
[dat spreekt vanzelf!]
|
|
dromen zijn bedrog
|
[wat je droomt is geen werkelijkheid]
|
|
hem uit de droom helpen
|
[de waarheid vertellen]
|
|
het huis van mijn dromen
|
[wat ik altijd al graag heb willen hebben]
|
|
daarmee is geen droog brood te verdienen
|
[het levert geen geld op]
|
|
dat is brood op de plank
|
[geld om van te leven]
|
|
droog brood eten
|
[heel arm zijn]
|
|
de honden lusten er geen brood van
|
[het is schandalig]
|
|
de mens leeft niet van brood alleen
|
[heeft hogere behoeften dan alleen eten en drinken]
|
|
je de kaas niet van het brood laten eten
|
[opkomen voor jezelf]
|
|
iets op je brood krijgen
|
[er de schuld van krijgen, er een verwijt over krijgen]
|
|
het brood uit de mond sparen
|
[bezuinigen op wat je eet, voor iemand anders]
|
|
iemand het brood uit de mond stoten
|
[hem afnemen waar hij zijn geld mee verdient]
|
|
op water en brood zitten
|
[in de gevangenis]
|
|
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
|
[je staat aan de kant van degene van wie je afhankelijk bent]
|
|
ergens geen brood in zien
|
[niet verwachten dat het iets oplevert]
|
|
druk op hem uitoefenen
|
[hem onder druk zetten]
|
|
macht uitoefenen
|
[anderen laten doen wat jij wilt]
|
|
hem onder druk zetten
|
[proberen hem ergens toe te dwingen]
|
|
een gebied van hoge druk
|
[weer zonder bewolking en depressies]
|
|
de druk is van de ketel
|
[de grootste spanning is voorbij]
|
|
druk uitoefenen
|
[je invloed aanwenden om iets voor elkaar te krijgen]
|
|
ze lagen dubbel van het lachen
|
[ze moesten ontzettend lachen]
|
|
dubbel en dwars
|
[heel duidelijk]
|
|
die heb ik dubbel
|
[daar heb ik er twee van]
|
|
dat zit me dwars
|
[dat vind ik vervelend]
|
|
iemand de voet dwars zetten
|
[hem tegenwerken]
|
|
ergens dwars tegenin gaan
|
[helemaal in strijd met iets]
|
|
dubbel en dwars
|
[ruimschoots]
|
|
moderne talen
|
[Engels, Frans en Duits]
|
|
klassieke talen
|
[Grieks en Latijn]
|
|
een dode taal
|
[die niemand meer spreekt]
|
|
grove taal uitslaan
|
[lelijke woorden gebruiken]
|
|
zwijgen in alle talen
|
[niets zeggen]
|
|
hij gaf taal noch teken
|
[liet niets van zich horen]
|
|
een levende taal
|
[die nog gesproken wordt]
|
|
een vreemde taal
|
[een buitenlandse taal]
|
|
bloemrijke taal
|
[met veel beeldspraak]
|
|
duidelijke taal spreken
|
[begrijpelijk zijn]
|
|
gepeperde taal
|
[met harde oordelen]
|
|
gespierde taal
|
[waaruit blijkt dat je daadkrachtig bent]
|
|
taal noch teken geven
|
[niets van zich laten horen]
|
|
versluierende taal
|
[waarmee iemand niet ronduit zegt wat hij bedoelt]
|
|
iemand iets duidelijk maken
|
[het hem goed uitleggen]
|
|
duidelijke taal spreken
|
[begrijpelijk zijn]
|
|
deze landen voeren oorlog
|
[ze vechten met elkaar]
|
|
Duitsland verklaart Nederland de oorlog
|
[zegt dat ze gaan vechten]
|
|
postduif
|
[die over grote afstanden de weg terug naar huis weet te vinden]
|
|
duiven melken
|
[duiven houden]
|
|
de gebraden duiven vliegen je niet zomaar in de mond
|
[je moet er wel moeite voor doen]
|
|
onder iemands duiven schieten
|
[op een oneerlijke manier iets krijgen wat voor een ander bestemd was]
|
|
duiven melken
|
[duiven houden]
|
|
duizend angsten uitstaan
|
[heel erg bang zijn]
|
|
duizend en één bezwaren
|
[heel erg veel]
|
|
hij is iemand uit duizenden
|
[heel speciaal en geweldig]
|
|
iemands dood
|
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
|
|
de een zijn dood is de ander zijn brood
|
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
|
|
de dood vinden
|
[omkomen]
|
|
de dood zoeken
|
[zelf een eind aan je leven maken]
|
|
de dood voor ogen hebben
|
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
|
|
ten dode opgeschreven (mensen)
|
[op korte termijn gaan sterven]
|
|
ten dode opgeschreven (dingen)
|
[gedoemd zijn te mislukken]
|
|
als de dood zijn voor iets
|
[er erg bang voor zijn]
|
|
om de dooie dood niet
|
[absoluut niet]
|
|
de dood in hebben
|
[de pest in hebben]
|
|
het is er de dood in de pot
|
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
|
|
duizend doden sterven
|
[heel veel angsten hebben]
|
|
een mooie dood
|
[zonder doodstrijd]
|
|
iemand de dood op het lijf jagen
|
[heel erg laten schrikken]
|
|
zo bleek als de dood
|
[heel erg bleek]
|
|
de zwarte dood
|
[de pest]
|
|
als de dood zijn voor iemand of iets
|
[er heel erg bang voor zijn]
|
|
duizend angsten uitstaan
|
[heel erg bang zijn]
|
|
duizend en één bezwaren
|
[heel erg veel]
|
|
hij is iemand uit duizenden
|
[heel speciaal en geweldig]
|
|
aan de dunne zijn
|
[diarree hebben]
|
|
het loopt hem dun door de broek
|
[hij is erg bang]
|
|
de spoeling is dun
|
[iedereen krijgt maar weinig]
|
|
dun gezaaid zijn
|
[niet veel voorkomen]
|
|
het land is dun bevolkt
|
[er wonen maar weinig mensen]
|
|
zijn huid duur verkopen
|
[zich tot het uiterste verdedigen]
|
|
een dure liefhebberij
|
[iets wat veel geld kost]
|
|
dat komt hem duur te staan
|
[heeft onplezierige gevolgen voor hem]
|
|
duur doen
|
[opscheppen]
|
|
dat is je dure plicht
|
[het is een erezaak]
|
|
probeer het nog eens
|
[probeer het opnieuw]
|
|
duurt het nog langer?
|
[een extra tijd langer]
|
|
en jij was nog wel bang dat je zou zakken
|
[dat was dus onnodig]
|
|
ze zei nog ja ook!
|
[ik had het niet verwacht]
|
|
ook dat nog!
|
[bij alles wat we al meemaken]
|
|
hij is toch nog gekomen
|
[ik had het niet verwacht]
|
|
dweilen met de kraan open
|
[zinloos werk doen]
|
|
langs de straat dweilen
|
[zwalkend over straat lopen]
|
|
in de open lucht
|
[buiten]
|
|
met open mond
|
[heel verbaasd]
|
|
hem met open armen ontvangen
|
[heel hartelijk]
|
|
een open boek zijn
|
[geen geheimen hebben]
|
|
dat is een open deur
|
[iets wat al veel vaker verteld is]
|
|
dweilen met de kraan open
|
[proberen een probleem op te lossen, zonder iets aan de oorzaken te doen]
|
|
met open mond luisteren
|
[zeer aandachtig]
|
|
een open oog hebben voor iets
|
[er de waarde, het belang van inzien]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen het eerlijk]
|
|
een film met een open eind
|
[je ziet niet hoe het afloopt]
|
|
dat laat ik nog even open
|
[dat bepaal ik nu nog niet]
|
|
een open sollicitatie
|
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
|
|
een open vraag
|
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
|
|
een open brief
|
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
|
|
een open dag
|
[kijkdag bij een instelling]
|
|
open huis houden
|
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
|
|
een open inrichting
|
[zonder afgesloten deuren]
|
|
de Open Universiteit
|
[die voor iedereen toegankelijk is]
|
|
een open gezicht
|
[dat vertrouwen wekt]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
in open zee
|
[ver uit de kust]
|
|
open en bloot
|
[vrij en zonder zich te schamen]
|
|
scoren voor open doel
|
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
|
|
echt iets voor jou
|
[het past goed bij je]
|
|
net echt
|
[het kan voor echt doorgaan]
|
|
echt waar
|
[het is niet verzonnen]
|
|
edele delen
|
[geslachtsdelen]
|
|
hoefsmid
|
[iemand die hoefijzers onder paarden zet]
|
|
edelsmid
|
[iemand die van edele metalen sieraden maakt]
|
|
het geheim van de smid
|
[alleen ingewijden weten ervan]
|
|
met je ziel onder je arm
|
[zonder doel]
|
|
hem op zijn ziel trappen
|
[erg kwetsen]
|
|
zieltjes winnen
|
[mensen tot je geloof bekeren]
|
|
hoe meer zielen hoe meer vreugd
|
[hoe meer mensen, hoe gezelliger het wordt]
|
|
je ziel aan de duivel verkopen
|
[je uitleveren aan iets slechts]
|
|
eelt op je ziel hebben
|
[ongevoelig zijn voor verdriet]
|
|
ter ziele gaan
|
[ophouden te bestaan]
|
|
met hart en ziel
|
[met alle kracht en toewijding]
|
|
op zijn ziel krijgen
|
[een uitbrander krijgen]
|
|
bezit uw ziel in lijdzaamheid
|
[berust er nu maar in]
|
|
het snijdt me door de ziel
|
[het raakt me diep]
|
|
twee zielen, een gedachte
|
[op hetzelfde moment hetzelfde denken]
|
|
hoe meer zielen, hoe meer vreugd
|
[hoe meer mensen, hoe gezelliger]
|
|
zieltjes winnen
|
[mensen tot je geloof of tot je partij overhalen]
|
|
een zieltje zonder zorg
|
[iemand die onbekommerd leeft]
|
|
een aai over de bol geven
|
[een complimentje]
|
|
voor aap staan
|
[voor gek staan]
|
|
daar komt de aap uit de mouw
|
[nu blijkt wat er echt gebeurd is]
|
|
in de aap gelogeerd zijn
|
[in moeilijkheden zijn]
|
|
als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen
|
[wie zich beter voordoet dan hij is, valt een keer door de mand]
|
|
zich een aap lachen
|
[heel erg moeten lachen]
|
|
al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding
|
[je wordt niet mooier van chique kleren of sieraden]
|
|
een aangeklede aap
|
[iemand die erg opzichtig gekleed is]
|
|
een aap van een jongen
|
[een deugniet]
|
|
zich een aap schrikken
|
[heel erg schrikken]
|
|
voor aap staan
|
[je belachelijk maken]
|
|
iemand voor aap zetten
|
[hem in het openbaar belachelijk maken]
|
|
het aan stukken slaan
|
[kapot slaan]
|
|
aan één stuk door
|
[voortdurend]
|
|
een man uit één stuk
|
[erg betrouwbaar]
|
|
stukje bij beetje
|
[langzaam en geleidelijk]
|
|
werken dat de stukken ervan afvliegen
|
[heel hard werken]
|
|
een stukje mee-eten
|
[een hapje mee-eten]
|
|
stukje bij beetje
|
[geleidelijk]
|
|
aan één stuk door
|
[voortdurend]
|
|
het ontbrekende stukje van de puzzel
|
[de oplossing]
|
|
iemand uit één stuk
|
[consequent in zijn opvattingen]
|
|
een stuk duidelijkheid scheppen
|
[enige duidelijkheid]
|
|
op geen stukken na
|
[in het geheel niet]
|
|
een raar stuk vreten
|
[een wonderlijke persoon]
|
|
stukken beter
|
[veel beter]
|
|
stuk voor stuk
|
[allemaal apart]
|
|
per stuk
|
[per exemplaar]
|
|
een stuk of tien
|
[ongeveer tien]
|
|
een aangetekend stuk
|
[waarvoor je een ontvangstbewijs moet tekenen]
|
|
stukken goedkoper
|
[veel goedkoper]
|
|
op geen stukken na
|
[lang niet]
|
|
van zijn stuk zijn
|
[in de war zijn]
|
|
een stuk in je kraag
|
[dronken]
|
|
op zijn stuk blijven staan
|
[niet toegeven]
|
|
groot van stuk
|
[groot van gestalte]
|
|
lik op stuk krijgen
|
[snel een reactie krijgen]
|
|
een stuk onbenul
|
[een sufferd]
|
|
een stout stukje
|
[een dappere daad]
|
|
voet bij stuk houden
|
[niet toegeven]
|
|
een brief op poten
|
[een boze, duidelijke brief]
|
|
dat geef ik je op een briefje
|
[dat weet ik heel zeker, dat bevestig ik]
|
|
een aangetekende brief
|
[waarvan je het bewijs hebt dat hij verstuurd is]
|
|
een aanslag opeisen
|
[in de media laten weten dat je de aanslag gepleegd hebt]
|
|
een aanzoek doen
|
[iemand ten huwelijk vragen]
|
|
voor aap staan
|
[voor gek staan]
|
|
daar komt de aap uit de mouw
|
[nu blijkt wat er echt gebeurd is]
|
|
in de aap gelogeerd zijn
|
[in moeilijkheden zijn]
|
|
als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen
|
[wie zich beter voordoet dan hij is, valt een keer door de mand]
|
|
ik heb er een lief ding voor over
|
[ik heb er veel voor over]
|
|
een aardig ding
|
[een lief meisje]
|
|
de dingen bij hun naam noemen
|
[precies zeggen hoe je erover denkt]
|
|
de dingen nemen zoals ze zijn
|
[met alle gebreken en fouten die erbij horen]
|
|
een lekker ding
|
[een aantrekkelijke man of vrouw]
|
|
dat loopt aardig in de papieren
|
[dat wordt kostbaar]
|
|
een aardig mondje (woordje) Engels spreken
|
[die taal redelijk beheersen]
|
|
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
|
[niet precies zo]
|
|
hem aan het woord laten
|
[hem de anderen toe laten spreken]
|
|
met andere woorden
|
[anders gezegd]
|
|
er geen woorden voor hebben
|
[het heel goed of heel erg vinden]
|
|
je haalt me de woorden uit de mond
|
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
|
|
er geen woorden aan vuil willen maken
|
[er niet over willen spreken]
|
|
hij had het hoogste woord
|
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
|
|
het hoge woord komt eruit
|
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
|
|
met twee woorden spreken
|
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
|
|
iemand woorden in de mond leggen
|
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
|
|
het laatste woord willen hebben
|
[er als laatste iets over willen beslissen]
|
|
van het ene woord kwam het andere
|
[het ontaardde in ruzie]
|
|
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
|
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
|
|
geen woorden maar daden
|
[we hebben niets aan praatjes alleen]
|
|
ergens geen woorden voor hebben
|
[het niet kunnen uitleggen]
|
|
dat is geen woord teveel gezegd
|
[dat is niet overdreven]
|
|
woorden hebben
|
[ruzie hebben]
|
|
holle woorden
|
[zonder inhoud]
|
|
het hoogste woord hebben
|
[druk en zelfbewust praten]
|
|
let op mijn woorden!
|
[dat zal zeker gebeuren]
|
|
woorden schieten tekort
|
[het is niet in woorden uit te drukken]
|
|
met twee woorden spreken
|
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
|
|
woord voor woord
|
[volledig en precies]
|
|
je woorden wegen
|
[zorgvuldig formuleren]
|
|
ik geloof je op je woord
|
[omdat je het zegt]
|
|
woord houden
|
[doen wat je beloofd hebt]
|
|
iemand aan zijn woord houden
|
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
|
|
een man van zijn woord
|
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
|
|
een man een man, een woord een woord
|
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
|
|
iemand aan het woord laten
|
[laten uitspreken]
|
|
het woord voeren
|
[spreken]
|
|
zijn woordje kunnen doen
|
[zich goed kunnen uitdrukken]
|
|
het woord richten tot iemand
|
[hem toespreken]
|
|
iemand te woord staan
|
[hem aanhoren]
|
|
een goed woordje voor hem doen
|
[hem aanbevelen]
|
|
een vies woord
|
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
|
|
niet uit je woorden kunnen komen
|
[er niet in slagen het te zeggen]
|
|
hem op zijn woord geloven
|
[hij hoeft het niet te bewijzen]
|
|
een hartig woordje spreken met iemand
|
[hem zeggen wat je vindt]
|
|
er was geen woord tussen te krijgen
|
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
|
|
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
|
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
|
|
enkele woorden wisselen
|
[met elkaar spreken]
|
|
een aardig woordje Engels spreken
|
[die taal goed beheersen]
|
|
altijd het laatste woord willen hebben
|
[altijd nog iets willen toevoegen]
|
|
de daad bij het woord voegen
|
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
|
|
daar is geen woord Frans bij
|
[dat is heel duidelijk]
|
|
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
|
[die zaak is nog niet afgehandeld]
|
|
woorden hebben
|
[ruzie hebben]
|
|
een aardigheidje
|
[een klein presentje]
|
|
een aardje naar je vaartje hebben
|
[op je vader lijken]
|
|
van dien aard
|
[zodanig]
|
|
van voorbijgaande aard zijn
|
[tijdelijk zijn]
|
|
uit de aard der zaak
|
[als een noodzakelijk gevolg]
|
|
een absoluut gehoor
|
[het vermogen om de toonhoogte van een toon aan te geven]
|
|
het absolute nulpunt
|
[de laagste temperatuur die mogelijk is]
|
|
de absolute top
|
[de allerbesten]
|
|
een abstract betoog
|
[zonder duidelijke voorbeelden]
|
|
een achtergebleven gebied
|
[waar alles nog niet zover ontwikkeld is]
|
|
daar zit iets achter
|
[ze vertellen niet alles, ze hebben een geheim]
|
|
een achtergebleven gebied
|
[het is armer of ouderwetser dan andere gebieden]
|
|
beter een half ei dan een lege dop
|
[beter iets dan niets]
|
|
een advocaat in de dop
|
[een jongere die er aanleg voor heeft om dat te worden]
|
|
een zangeres in de dop
|
[ze heeft er aanleg voor om zangeres te worden]
|
|
kijk uit je doppen!
|
[kijk uit, gebruik je ogen!]
|
|
een afstand overbruggen
|
[van de ene plaats naar de andere komen]
|
|
het op een akkoordje gooien
|
[allebei wat toegeven om het eens te worden]
|
|
een akkoord sluiten
|
[een aantal afspraken maken, bijvoorbeeld om de vrede te handhaven]
|
|
een ambulante patiënt
|
[die niet op bed hoeft te blijven]
|
|
ambulante handel
|
[markt- en straathandel]
|
|
het klokje van gehoorzaamheid
|
[de tijd waarop je naar bed moet]
|
|
het klokje rond slapen
|
[twaalf uur slapen]
|
|
hij is een man van de klok
|
[hij is altijd op tijd]
|
|
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
|
[het is nergens zo goed als thuis]
|
|
een analoge klok
|
[met wijzers]
|
|
een digitale klok
|
[met alleen cijfers]
|
|
het klokje van gehoorzaamheid
|
[bedtijd voor kinderen]
|
|
daar kun je de klok op gelijkzetten
|
[als iets altijd op een vaste tijd gebeurt]
|
|
met de regelmaat van de klok
|
[herhaaldelijk, regelmatig]
|
|
de klok terugdraaien
|
[terugkeren naar een vroegere situatie]
|
|
tegen de klok werken
|
[hard werken om nog op tijd klaar te zijn]
|
|
de biologische klok
|
[het natuurlijke mechanisme van onder andere waken en slapen]
|
|
het aan de grote klok hangen
|
[het aan iedereen vertellen]
|
|
hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
|
[hij weet het wel ongeveer, maar niet precies]
|
|
dat klinkt als een klok
|
[het zit goed in elkaar, is perfect]
|
|
uit de koers raken
|
[uit de goede richting raken]
|
|
de koers kwijt zijn
|
[niet langer de goede kant op gaan]
|
|
een andere koers gaan varen
|
[het op een heel andere manier proberen]
|
|
om de andere dag
|
[de ene dag wel, de andere dag niet]
|
|
ik wil het een en ander bespreken
|
[verschillende dingen]
|
|
ze hebben een of ander feest
|
[doet er niet toe wat voor feest]
|
|
onder andere
|
[naast andere dingen (dieren, mensen)]
|
|
het over een andere boeg gooien
|
[het anders aanpakken]
|
|
een en ander
|
[dat wat genoemd is]
|
|
het een en ander
|
[verschillende dingen, die niet bij name genoemd worden]
|
|
het één sluit het ander niet uit
|
[beide dingen zijn mogelijk]
|
|
als geen ander
|
[beter dan wie ook]
|
|
dat is een heel ander geluid
|
[het tegendeel van wat eerder gezegd werd]
|
|
in andere handen overgaan
|
[naar een andere eigenaar]
|
|
geen andere keuze hebben
|
[gedwongen zijn iets te doen]
|
|
onder andere
|
[wat je noemt, terwijl je ook andere dingen zou kunnen noemen]
|
|
een andere toon aanslaan
|
[beleefder worden]
|
|
van het ene woord kwam het andere
|
[het ontaardde in ruzie]
|
|
een appel doen op iemand
|
[zijn hulp inroepen]
|
|
goed voor de dorst
|
[daarna heb je geen dorst meer]
|
|
een appeltje voor de dorst
|
[geld dat je bewaart voor slechtere tijden]
|
|
dorst naar kennis
|
[de behoefte om iets te leren]
|
|
een appeltje voor de dorst bewaren
|
[geld opzij leggen voor later]
|
|
voor een appel en een ei
|
[voor heel weinig geld]
|
|
de sterke arm
|
[de politie]
|
|
iemand in de arm nemen
|
[zijn hulp inroepen]
|
|
met je ziel onder je arm lopen
|
[je vervelen]
|
|
met open armen ontvangen
|
[heel erg hartelijk]
|
|
in je armen sluiten
|
[omhelzen]
|
|
lange armen hebben
|
[veel macht bezitten]
|
|
elkaar in de armen vallen
|
[het heel erg met elkaar eens worden]
|
|
met de armen over elkaar zitten
|
[niets doen]
|
|
een arm geven
|
[ondersteunen met een arm]
|
|
het is alsof het van de armen gaat
|
[zuur commentaar als men zuinig is]
|
|
zo arm als Job (de mieren, een kerkrat)
|
[heel erg arm]
|
|
arm en rijk
|
[iedereen]
|
|
de armen van geest
|
[eenvoudige mensen]
|
|
een illusie armer zijn
|
[ergens teleurgesteld over zijn]
|
|
het arme schaap
|
[de stakker]
|
|
een arme sloeber (stakker, stumper, sukkel)
|
[iemand die medelijden opwekt]
|
|
een armzalig loontje
|
[heel laag]
|
|
een autoritaire opvoeding
|
[waarbij de kinderen niets te zeggen hebben]
|
|
een avontuurlijke onderneming
|
[gewaagd en onzeker]
|
|
daar neem ik geen genoegen mee
|
[dat accepteer ik niet]
|
|
hem serieus nemen
|
[accepteren zoals hij is]
|
|
een bad nemen
|
[in bad gaan]
|
|
hem in dienst nemen
|
[hem een baan geven]
|
|
een besluit nemen
|
[iets besluiten]
|
|
hij neemt het niet zo nauw
|
[hij is niet erg precies]
|
|
een initiatief nemen
|
[ergens mee beginnen]
|
|
de maat nemen
|
[iets meten]
|
|
het hem kwalijk nemen
|
[hem de schuld ervoor geven]
|
|
een foto nemen
|
[een foto maken]
|
|
een Haags bakje
|
[een halfvol kopje]
|
|
een bakje troost
|
[een kopje koffie]
|
|
dat is kat in het bakkie
|
[een eenvoudig karweitje]
|
|
de bak in draaien
|
[gevangengenomen worden]
|
|
een volle bak
|
[een volle zaal]
|
|
niet aan de bak komen
|
[geen werk kunnen vinden]
|
|
een bal over het net slaan
|
[naar de andere kant ervan]
|
|
de maat slaan
|
[de maat aangeven met armbewegingen]
|
|
ze is daar niet weg te slaan
|
[ze is er altijd bij]
|
|
dat slaat nergens op
|
[dat is onzin]
|
|
ik sla me er wel doorheen
|
[ik red het wel]
|
|
een balletje trappen
|
[een partijtje voetballen]
|
|
wie kaatst moet de bal verwachten
|
[als je plaagt word je teruggeplaagd]
|
|
er geen bal van snappen
|
[er niets van snappen]
|
|
de bal afgeven
|
[aan iemand anders toespelen]
|
|
de bal ligt nu bij hem
|
[nu moet hij actie ondernemen]
|
|
ergens een balletje over opgooien
|
[erover beginnen om de reacties te peilen]
|
|
de bal is rond
|
[er is van alles mogelijk]
|
|
de bal terugkaatsen
|
[een gevat antwoord geven]
|
|
ergens de ballen van begrijpen
|
[er niets van snappen]
|
|
het interesseert me geen bal
|
[niets]
|
|
er de ballen verstand van hebben
|
[er helemaal geen verstand van hebben]
|
|
de ballen!
|
[informele afscheidsgroet]
|
|
geen bal uitvoeren
|
[helemaal niets]
|
|
een batig saldo
|
[meer inkomsten dan uitgaven]
|
|
een negatief saldo
|
[meer uitgaven dan inkomsten]
|
|
per saldo
|
[uiteindelijk, tenslotte]
|
|
een bedrijf opbouwen
|
[het stichten en groter maken]
|
|
opbouwende kritiek
|
[waar je wat aan hebt]
|
|
in beeld komen
|
[op film of televisie te zien zijn]
|
|
uit beeld raken
|
[uit de belangstelling raken]
|
|
een vertekend beeld geven
|
[dat niet klopt met de werkelijkheid]
|
|
een beeld van een jurk etc.
|
[een erg mooie jurk]
|
|
een zijden sok
|
[een weke, slappe man]
|
|
een oude sok hebben
|
[spaargeld hebben]
|
|
er de sokken in zetten
|
[hard gaan lopen]
|
|
hem van de sokken rijden
|
[omver rijden]
|
|
een beer op sokken
|
[een plomp, zwaar mens]
|
|
een held op sokken
|
[een lafaard]
|
|
zo sterk als een beer
|
[heel erg sterk]
|
|
een beer van een vent
|
[een grote, sterke man]
|
|
beren op de weg zien
|
[bang zijn voor iets wat niet bestaat]
|
|
de beer is los!
|
[de strijd is begonnen]
|
|
een ongelikte beer
|
[iemand zonder goede manieren]
|
|
je moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is
|
[geen toezeggingen doen over iets wat nog niet van jou is]
|
|
ik maak een fout
|
[er ontstaat een fout]
|
|
we maken er het beste van
|
[proberen het in moeilijke omstandigheden toch goed te doen]
|
|
je moet daar geen gewoonte van maken
|
[het niet steeds zo doen]
|
|
grappen maken
|
[grappen vertellen]
|
|
hij maakt er niet veel van
|
[hij doet het niet goed]
|
|
hij maakt het niet lang meer
|
[hij leeft niet lang meer]
|
|
je hebt het ernaar gemaakt
|
[het is je eigen schuld]
|
|
zij gaat het maken
|
[ze zal veel succes hebben]
|
|
hij kan me niets maken
|
[kan me nergens de schuld van geven]
|
|
een begin maken
|
[beginnen]
|
|
we moeten haast maken
|
[opschieten]
|
|
ergens jacht op maken
|
[het proberen te krijgen of te pakken]
|
|
we gaan het openbaar maken
|
[aan iedereen vertellen]
|
|
het in orde maken
|
[zorgen dat het goed komt]
|
|
dat maakt geen verschil
|
[dat is hetzelfde]
|
|
er werk van maken
|
[goed je best erop doen]
|
|
een beladen onderwerp
|
[waar je voorzichtig over moet praten]
|
|
een bepaalde tijd opknappen
|
[in de gevangenis doorbrengen]
|
|
een beperkt aantal
|
[niet alles of allemaal]
|
|
een besloten vennootschap
|
[waarvan de aandelen niet verhandeld mogen worden]
|
|
daar neem ik geen genoegen mee
|
[dat accepteer ik niet]
|
|
hem serieus nemen
|
[accepteren zoals hij is]
|
|
een bad nemen
|
[in bad gaan]
|
|
hem in dienst nemen
|
[hem een baan geven]
|
|
een besluit nemen
|
[iets besluiten]
|
|
hij neemt het niet zo nauw
|
[hij is niet erg precies]
|
|
een initiatief nemen
|
[ergens mee beginnen]
|
|
de maat nemen
|
[iets meten]
|
|
het hem kwalijk nemen
|
[hem de schuld ervoor geven]
|
|
een foto nemen
|
[een foto maken]
|
|
een besmettelijke ziekte
|
[infectieziekte]
|
|
ik ben niet besmettelijk
|
[grappig commentaar als iemand niet dichtbij durft te komen]
|
|
een bevestigend antwoord geven
|
[ja zeggen]
|
|
ik moet je het antwoord schuldig blijven
|
[ik weet het niet]
|
|
een bewaakte overweg
|
[met spoorbomen]
|
|
een bewijs van onvermogen
|
[waar op staat dat je niet kunt betalen]
|
|
een bewind omverwerpen
|
[zorgen dat het niet langer bestaat]
|
|
een bewust ongehuwde moeder
|
[die alleen een kind wil krijgen en opvoeden]
|
|
hij is weer bezig
|
[verzuchting als iemand opnieuw iets vervelends doet]
|
|
ik ben er steeds mee bezig
|
[moet er steeds aan denken]
|
|
waar zijn we eigenlijk mee bezig?
|
[wat zijn de gevolgen als we hiermee doorgaan?]
|
|
een bezige bij
|
[een actief iemand]
|
|
een bijstandstrekker
|
[iemand die bijstand ontvangt]
|
|
een school met de bijbel
|
[waar het onderwijs op de bijbel gebaseerd is]
|
|
een bijzondere school
|
[opgericht vanuit een bepaalde levensovertuiging]
|
|
de open school
|
[voor volwassenen]
|
|
een vrije school
|
[gebaseerd op de filosofische stroming van de antroposofie]
|
|
een zwarte school
|
[waar niet-blanke kinderen in de meerderheid zijn]
|
|
uit de school klappen
|
[een geheim doorvertellen]
|
|
bittere tranen
|
[die voortkomen uit verdriet of spijt]
|
|
een bittere nasmaak
|
[een vervelend gevoel dat je ergens aan overhoudt]
|
|
een bittere pil
|
[een vervelende boodschap]
|
|
een bittere pil moeten slikken
|
[een pijnlijke vernedering moeten ondergaan]
|
|
doorgaan tot het bittere eind
|
[altijd maar doorgaan, hoe erg het ook wordt]
|
|
het is bitter koud
|
[heel erg koud]
|
|
er blanco tegenover staan
|
[niet vóór zijn en ook niet tégen]
|
|
een blanco cheque
|
[waarop de ontvanger elk bedrag kan invullen]
|
|
een blanco cheque
|
[een machtiging om te doen wat je wilt]
|
|
er blanco tegenover staan
|
[er geen mening over hebben]
|
|
blanco stemmen
|
[een stembiljet oningevuld inleveren; niet voor of tegen stemmen]
|
|
een blanco strafblad hebben
|
[nog nooit door de rechter veroordeeld zijn]
|
|
van de blauwe knoop zijn
|
[geen alcohol gebruiken]
|
|
een blauwe maandag
|
[heel kort]
|
|
iemand bont en blauw slaan
|
[hem afranselen]
|
|
een blauwe plek
|
[lichte bloeduitstorting onder de huid]
|
|
spa blauw
|
[bronwater zonder koolzuur]
|
|
Delfts blauw
|
[blauw beschilderd aardewerk uit Delft]
|
|
meer blauw op straat
|
[meer politie]
|
|
blauw bloed hebben
|
[van adellijke afkomst zijn]
|
|
zich blauw ergeren
|
[zich in hoge mate ergeren]
|
|
een blauwe maandag
|
[een zeer korte tijd]
|
|
ter plekke
|
[op de plaats zelf]
|
|
een blauwe plek
|
[een bloeduitstorting onder de huid]
|
|
de vinger op de zere plek leggen
|
[het probleem precies aanwijzen]
|
|
een bleek zonnetje
|
[een flauw zonnetje]
|
|
bleek om de neus worden
|
[wit worden van angst]
|
|
een blik agenten opentrekken
|
[een extra aantal agenten inzetten]
|
|
een holle blik
|
[die niets lijkt te zien]
|
|
een vernietigende blik
|
[waaruit boosheid spreekt]
|
|
iemands blik vangen
|
[zorgen dat hij naar je kijkt]
|
|
verstand op nul, blik op oneindig
|
[niet denken, maar doen]
|
|
iemand geen blik waardig keuren
|
[hem uit minachting of trots niet aankijken]
|
|
ergens een blik op werpen
|
[ernaar kijken]
|
|
een ruime blik hebben
|
[ruimdenkend zijn]
|
|
een vooruitziende blik hebben
|
[weten wat er in de toekomst gebeurt]
|
|
je er blind op staren
|
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
|
|
liefde is blind
|
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
|
|
een blinde vlek hebben voor iets
|
[het niet kunnen inzien]
|
|
ziende blind zijn
|
[iets niet zien of niet willen zien]
|
|
blinde haat
|
[die alleen het afstotelijke ziet]
|
|
in blinde razernij (woede)
|
[waarbij je niet meer nadenkt]
|
|
blind toeval
|
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
|
|
een blind vertrouwen hebben in iemand
|
[hem zonder meer vertrouwen]
|
|
een blinde muur
|
[zonder raam of deur]
|
|
ik heb een blind vertrouwen in hem
|
[een groot vertrouwen]
|
|
blind typen
|
[zonder naar de toetsen te kijken]
|
|
een blinde vink
|
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
|
|
een blinde deur
|
[die niet geopend kan worden]
|
|
een blinde muur
|
[zonder ramen of deuren]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen precies wat we denken]
|
|
hem in de kaart spelen
|
[hem ongewild bevoordelen]
|
|
alles op één kaart zetten
|
[je geluk van één ding laten afhangen]
|
|
ansichtkaart
|
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
|
|
trouwkaart
|
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
|
|
speelkaart
|
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
|
|
dat is geen haalbare kaart
|
[heeft geen kans van slagen]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
de rode kaart
|
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
|
|
de gele kaart
|
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
|
|
de kaarten zijn geschud
|
[de uitslag ligt vast]
|
|
de kaarten liggen nu anders
|
[de situatie is veranderd]
|
|
zijn kaarten op tafel leggen
|
[zijn bedoelingen onthullen]
|
|
dat is doorgestoken kaart
|
[afgesproken werk]
|
|
iemand in de kaart kijken
|
[zijn geheime plannen doorzien]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
iemand in de kaart spelen
|
[hem helpen]
|
|
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
|
[nog niet op een rijtje gezet]
|
|
een blinde kaart
|
[zonder plaatsnamen]
|
|
iets in kaart brengen
|
[er een overzicht van maken]
|
|
iets op de kaart zetten
|
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
|
|
een stad van de kaart vegen
|
[vernietigen]
|
|
van de kaart zijn
|
[helemaal in de war zijn]
|
|
de muren hebben oren
|
[je kunt afgeluisterd worden]
|
|
uit de muur eten
|
[voedsel uit de automaat eten]
|
|
de muren kwamen op me af
|
[ik voelde me erg opgesloten]
|
|
een blinde muur
|
[zonder ramen of deuren]
|
|
een dragende muur
|
[waarop het dak steunt]
|
|
met je kop tegen de muur lopen
|
[door tegenwerking niet bereiken wat je wilt bereiken]
|
|
van het kastje naar de muur gestuurd worden
|
[eindeloos doorgestuurd worden]
|
|
een muur optrekken
|
[je in jezelf terugtrekken]
|
|
de muren hebben oren
|
[zorg ervoor dat niemand je afluistert]
|
|
met de rug tegen de muur staan
|
[geen uitweg meer zien]
|
|
Gert-Jan kan nog geen spijker in de muur slaan
|
[is erg onhandig]
|
|
je er blind op staren
|
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
|
|
liefde is blind
|
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
|
|
een blinde vlek hebben voor iets
|
[het niet kunnen inzien]
|
|
ziende blind zijn
|
[iets niet zien of niet willen zien]
|
|
blinde haat
|
[die alleen het afstotelijke ziet]
|
|
in blinde razernij (woede)
|
[waarbij je niet meer nadenkt]
|
|
blind toeval
|
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
|
|
een blind vertrouwen hebben in iemand
|
[hem zonder meer vertrouwen]
|
|
een blinde muur
|
[zonder raam of deur]
|
|
ik heb een blind vertrouwen in hem
|
[een groot vertrouwen]
|
|
blind typen
|
[zonder naar de toetsen te kijken]
|
|
een blinde vink
|
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
|
|
een blinde deur
|
[die niet geopend kan worden]
|
|
een blinde muur
|
[zonder ramen of deuren]
|
|
je er blind op staren
|
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
|
|
liefde is blind
|
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
|
|
een blinde vlek hebben voor iets
|
[het niet kunnen inzien]
|
|
ziende blind zijn
|
[iets niet zien of niet willen zien]
|
|
blinde haat
|
[die alleen het afstotelijke ziet]
|
|
in blinde razernij (woede)
|
[waarbij je niet meer nadenkt]
|
|
blind toeval
|
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
|
|
een blind vertrouwen hebben in iemand
|
[hem zonder meer vertrouwen]
|
|
een blinde muur
|
[zonder raam of deur]
|
|
ik heb een blind vertrouwen in hem
|
[een groot vertrouwen]
|
|
blind typen
|
[zonder naar de toetsen te kijken]
|
|
een blinde vink
|
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
|
|
een blinde deur
|
[die niet geopend kan worden]
|
|
een blinde muur
|
[zonder ramen of deuren]
|
|
vlekkeloos
|
[zonder schuld]
|
|
men noemt geen koe bont, of er zit wel een vlekje aan
|
[niemand is volmaakt]
|
|
een blinde vlek
|
[iets wat je niet kunt leren of begrijpen]
|
|
je er blind op staren
|
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
|
|
liefde is blind
|
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
|
|
een blinde vlek hebben voor iets
|
[het niet kunnen inzien]
|
|
ziende blind zijn
|
[iets niet zien of niet willen zien]
|
|
blinde haat
|
[die alleen het afstotelijke ziet]
|
|
in blinde razernij (woede)
|
[waarbij je niet meer nadenkt]
|
|
blind toeval
|
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
|
|
een blind vertrouwen hebben in iemand
|
[hem zonder meer vertrouwen]
|
|
een blinde muur
|
[zonder raam of deur]
|
|
ik heb een blind vertrouwen in hem
|
[een groot vertrouwen]
|
|
blind typen
|
[zonder naar de toetsen te kijken]
|
|
een blinde vink
|
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
|
|
een blinde deur
|
[die niet geopend kan worden]
|
|
een blinde muur
|
[zonder ramen of deuren]
|
|
je beste beentje voorzetten
|
[heel erg je best doen]
|
|
het been stijf houden
|
[niet toegeven]
|
|
op het verkeerde been zetten
|
[de verkeerde informatie geven, misleiden]
|
|
op je achterste benen staan
|
[verontwaardigd zijn]
|
|
geen been hebben om op te staan
|
[niet kunnen bewijzen dat je gelijk hebt]
|
|
de benen nemen
|
[ervandoor gaan]
|
|
met één been in het graf staan
|
[bijna dood zijn]
|
|
goed ter been zijn
|
[nog goed kunnen lopen]
|
|
zich de benen uit het lijf lopen
|
[zich erg inspannen om iets te bereiken]
|
|
op de been zijn
|
[opgestaan zijn, uit bed zijn]
|
|
er was veel volk op de been
|
[op straat]
|
|
met beide benen op de grond staan
|
[de werkelijkheid niet uit het oog verliezen]
|
|
op je laatste benen lopen
|
[bijna dood zijn]
|
|
met het verkeerde been uit bed stappen
|
[een slecht humeur hebben]
|
|
tegen het zere been zijn
|
[erg pijnlijk zijn]
|
|
met de staart tussen de benen afdruipen
|
[beschaamd weglopen]
|
|
een blok aan je been zijn
|
[je het leven moeilijk maken]
|
|
op eigen benen staan
|
[zelfstandig zijn]
|
|
op één been kun je niet lopen
|
[neem nóg een consumptie!]
|
|
er geen been in zien
|
[er niet voor terugschrikken]
|
|
als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen
|
[als twee mensen ruzie maken, krijgt de derde meestal het voordeel]
|
|
door merg en been gaan
|
[heel indringend zijn]
|
|
vel over been zijn
|
[broodmager]
|
|
ze ziet er geen been in
|
[ze heeft er geen bezwaar tegen]
|
|
steen en been klagen
|
[voortdurend klagen en jammeren]
|
|
een blote jurk
|
[die veel bloot laat]
|
|
op blote voeten
|
[zonder kousen of schoenen]
|
|
met zijn blote handen
|
[zonder gereedschap te gebruiken]
|
|
onder de blote hemel slapen
|
[in de open lucht]
|
|
uit het blote hoofd
|
[zonder hulpmiddel]
|
|
open en bloot
|
[heel openlijk]
|
|
de beer een jurk aantrekken
|
[de zaak mooier voorstellen dan ze is]
|
|
een blote jurk
|
[die veel bloot laat]
|
|
aan bod zijn
|
[aan de beurt zijn]
|
|
niet aan bod komen
|
[er geen kans voor krijgen]
|
|
een bod uitbrengen
|
[er iets voor bieden]
|
|
een bodemloze put
|
[waar je steeds geld in stopt en waar nooit een eind aan komt]
|
|
een boef vangen
|
[hem grijpen]
|
|
er geld voor vangen
|
[er geld voor krijgen]
|
|
je adem inhouden
|
[even niet ademen omdat het spannend is]
|
|
buiten adem zijn
|
[moeilijk ademen als je hard gelopen hebt]
|
|
een boek in één adem uitlezen
|
[zonder weg te leggen, omdat het zo spannend is]
|
|
je laatste adem uitblazen
|
[doodgaan]
|
|
op adem komen
|
[tot rust komen]
|
|
een boek van kaft tot kaft kennen
|
[helemaal]
|
|
hij gaat zijn boekje te buiten
|
[doet of zegt dingen die niet mogen]
|
|
ik zal eens een boekje over hem open doen
|
[slechte dingen over hem vertellen]
|
|
een open boek zijn
|
[geen geheimen hebben]
|
|
hij staat hoog te boek
|
[ze denken positief over hem]
|
|
dat is een gesloten boek
|
[een afgesloten periode]
|
|
met je neus in de boeken zitten
|
[studeren]
|
|
het boek der boeken
|
[de Bijbel]
|
|
de boeken afsluiten
|
[een financieel jaarverslag maken]
|
|
buiten zijn boekje gaan
|
[andere dingen doen dan je mag doen]
|
|
een boekje opendoen over iemand
|
[geheimen verklappen]
|
|
volgens het boekje
|
[volgens de voorschriften]
|
|
de bokken van de schapen scheiden
|
[de mannen van de vrouwen scheiden]
|
|
een oude bok lust wel een groen blaadje
|
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
|
|
een bok schieten
|
[een grote fout maken]
|
|
erop zitten als een bok op de haverkist
|
[erg happig zijn op iets]
|
|
de bokken van de schapen scheiden
|
[de goede van de slechte mensen scheiden]
|
|
het nieuws sloeg in als een bom
|
[iedereen was er verbijsterd over]
|
|
na een dag barstte de bom
|
[toen konden ze zich niet langer inhouden]
|
|
een zure bom
|
[een grote zure augurk]
|
|
een bom duiten
|
[een grote hoeveelheid geld]
|
|
een bon ter waarde van een tientje
|
[met de waarde ervan]
|
|
er waarde aan hechten
|
[het belangrijk vinden]
|
|
waarden en normen
|
[opvattingen over goed of slecht]
|
|
hem in zijn waarde laten
|
[aanvaarden zoals hij is]
|
|
van nul en generlei waarde
|
[zonder enige waarde]
|
|
iemand bont en blauw slaan
|
[afranselen]
|
|
bekendstaan als de bonte hond
|
[overal bekend zijn]
|
|
de bonte was
|
[was voor gekleurd goed]
|
|
een bonte avond
|
[avondprogramma met veel afwisseling]
|
|
een bonte mengeling
|
[allerlei soorten mensen]
|
|
het te bont maken
|
[te ver gaan]
|
|
een boom van een vent
|
[een grote stevige man]
|
|
hoge bomen vangen veel wind
|
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
|
|
door de bomen het bos niet zien
|
[door de details het geheel niet zien]
|
|
aan zijn vruchten kent men de boom
|
[aan zijn daden kent men de mens]
|
|
de bomen groeien niet tot in de hemel
|
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
|
|
oude bomen moet je niet verplanten
|
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
|
|
aan de vruchten kent men de boom
|
[men kent de mens aan wat hij doet]
|
|
de appel valt niet ver van de boom
|
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
|
|
omdraaien als een blad aan een boom
|
[je ineens heel anders gaan gedragen]
|
|
de kat uit de boom kijken
|
[een afwachtende houding aannemen]
|
|
je kunt de boom in!
|
[ik weiger het echt]
|
|
een boom omzagen
|
[hard snurken]
|
|
een boom van een vent
|
[een grote, massieve kerel]
|
|
weer het ventje zijn
|
[erbovenop zijn]
|
|
een boom van een vent
|
[een grote stevige man]
|
|
hoge bomen vangen veel wind
|
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
|
|
door de bomen het bos niet zien
|
[door de details het geheel niet zien]
|
|
aan zijn vruchten kent men de boom
|
[aan zijn daden kent men de mens]
|
|
de bomen groeien niet tot in de hemel
|
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
|
|
oude bomen moet je niet verplanten
|
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
|
|
aan de vruchten kent men de boom
|
[men kent de mens aan wat hij doet]
|
|
de appel valt niet ver van de boom
|
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
|
|
omdraaien als een blad aan een boom
|
[je ineens heel anders gaan gedragen]
|
|
de kat uit de boom kijken
|
[een afwachtende houding aannemen]
|
|
je kunt de boom in!
|
[ik weiger het echt]
|
|
een boom omzagen
|
[hard snurken]
|
|
kop op!
|
[houd moed!]
|
|
een kop als een boei
|
[een vuurrood hoofd]
|
|
de kop indrukken
|
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
|
|
een verhaal met kop noch staart
|
[onbegrijpelijk]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
een bord voor je kop hebben
|
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
je kop in het zand steken
|
[jezelf voor de gek houden]
|
|
dat zal me de kop niet kosten
|
[dat kan ik wel betalen]
|
|
de hele zaal stond op zijn kop
|
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
|
|
kop op!
|
[houd moed!]
|
|
een kop als een boei
|
[een vuurrood hoofd]
|
|
de kop indrukken
|
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
|
|
een verhaal met kop noch staart
|
[onbegrijpelijk]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
een bord voor je kop hebben
|
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
je kop in het zand steken
|
[jezelf voor de gek houden]
|
|
dat zal me de kop niet kosten
|
[dat kan ik wel betalen]
|
|
de hele zaal stond op zijn kop
|
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
|
|
kopjes geven
|
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
|
|
de kop opsteken
|
[zich opnieuw vertonen]
|
|
al ga je op je kop staan!
|
[je zult je zin niet krijgen]
|
|
iemand op zijn kop geven
|
[hem berispen, een standje geven]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden, verslaan]
|
|
de kolder in de kop krijgen
|
[onhandelbaar worden]
|
|
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
|
[hij geeft niet gauw op]
|
|
met je kop tegen de muur lopen
|
[niet bereiken wat je wilt]
|
|
iets in je kop stampen
|
[het met moeite in je geheugen opnemen]
|
|
de koppen tellen
|
[de aanwezigen]
|
|
zaagsel in zijn kop hebben
|
[dom zijn, niets begrijpen]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
een Haags kopje
|
[halfvol]
|
|
hou die doos niet op zijn kop!
|
[ondersteboven]
|
|
over de kop slaan
|
[ondersteboven vallen]
|
|
op zijn kop
|
[ondersteboven]
|
|
koplamp
|
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
|
|
over de kop gaan
|
[failliet gaan]
|
|
de spijker op de kop slaan
|
[zeggen waar het precies om gaat]
|
|
iets bij de kop vatten
|
[eraan beginnen]
|
|
iets op de kop tikken
|
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
iemand om de tuin leiden
|
[hem bedriegen, misleiden]
|
|
in zijn knollentuin zijn
|
[het erg naar zijn zin hebben]
|
|
een botanische tuin
|
[plantentuin]
|
|
ieder moet zijn eigen tuintje wieden
|
[zijn eigen gebreken verbeteren]
|
|
wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet
|
[aansproring om vooral voor jezelf kritisch te zijn]
|
|
een boterham met tevredenheid
|
[brood zonder boter en beleg]
|
|
een goede boterham verdienen
|
[een baan hebben die goed betaalt]
|
|
een boterham met tevredenheid
|
[zonder beleg, alleen met boter]
|
|
tot volle tevredenheid
|
[iedereen is er helemaal tevreden over]
|
|
hij gaf de geest
|
[hij stierf]
|
|
het je voor de geest halen
|
[eraan terugdenken]
|
|
de armen van geest
|
[de eenvoudigen]
|
|
een scheiding der geesten
|
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
|
|
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
|
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
|
|
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
|
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
|
|
iets in de geest van...
|
[zoiets als ...]
|
|
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
|
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
|
|
de Heilige Geest
|
[God in de vorm van een geest]
|
|
de geest krijgen
|
[ergens door bezield worden]
|
|
de geest geven
|
[sterven]
|
|
een boze geest
|
[gevallen engel, duivel]
|
|
eruitzien als een geest
|
[heel mager en bleek]
|
|
de geest is uit de fles
|
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
|
|
toen kreeg Ida de geest
|
[ze ging ineens aan het werk]
|
|
het was iets in de geest van ....
|
[iets als ....]
|
|
ergens op gebrand zijn
|
[het heel graag willen]
|
|
die vraag brandt me op de lippen
|
[ik kan bijna niet wachten hem te stellen]
|
|
branden van ongeduld
|
[heel ongeduldig zijn]
|
|
een brandende kwestie
|
[een erg belangrijke zaak]
|
|
het stuit me tegen de borst
|
[ik vind het afschuwelijk]
|
|
uit volle borst zingen
|
[heel hard zingen]
|
|
hij klopt zich op de borst
|
[laat blijken dat hij zichzelf erg goed vindt]
|
|
maak je borst maar nat
|
[bereid je er maar op voor]
|
|
een slang aan je borst koesteren
|
[goed zijn voor iemand die daar misbruik van maakt]
|
|
een hoge borst opzetten
|
[verwaand zijn]
|
|
het op de borst hebben
|
[zwaar verkouden zijn]
|
|
een brave borst
|
[een goeie kerel]
|
|
een brave Hendrik
|
[iemand die akelig braaf is]
|
|
een brave borst
|
[een goeie kerel]
|
|
een brede rug hebben
|
[veel kritiek kunnen verdragen]
|
|
een brede scheiding hebben (bij mannen)
|
[kaal zijn]
|
|
brede schouders hebben
|
[veel kunnen verdragen]
|
|
het is zo lang als het breed is
|
[het komt op hetzelfde neer]
|
|
wie het breed heeft, laat het breed hangen
|
[wie veel bezit, kan veel uitgeven]
|
|
het niet breed hebben
|
[arm zijn]
|
|
al lang en breed
|
[al lang]
|
|
het er lang en breed over gehad hebben
|
[uitgebreid besproken hebben]
|
|
voor een breed publiek
|
[van veel verschillende mensen]
|
|
het breed uitmeten
|
[overdreven voorstellen]
|
|
wij hebben het niet breed
|
[wij hebben niet veel geld]
|
|
wie het breed heeft, laat het breed hangen
|
[wie veel geld heeft, kan veel uitgeven]
|
|
een breuk tussen twee mensen weer lijmen
|
[zorgen dat de relatie weer goed wordt]
|
|
een brief op poten
|
[een boze, duidelijke brief]
|
|
dat geef ik je op een briefje
|
[dat weet ik heel zeker, dat bevestig ik]
|
|
een aangetekende brief
|
[waarvan je het bewijs hebt dat hij verstuurd is]
|
|
het komt op zijn pootjes terecht
|
[het komt wel goed]
|
|
op zijn achterste poten staan
|
[verontwaardigd zijn, protesteren]
|
|
met hangende pootjes terugkomen
|
[nadat je tot inkeer bent gekomen]
|
|
opzitten en pootjes geven
|
[beleefd gedrag bij een bezoek]
|
|
een schaap met vijf poten zoeken
|
[iemand die veel verschillende dingen kan]
|
|
de poten onder zijn stoel vandaan zagen
|
[ervoor zorgen dat hij het niet redt]
|
|
geen poot uitsteken
|
[helemaal niets doen]
|
|
poten thuishouden!
|
[afblijven]
|
|
op hoge poten
|
[erg verontwaardigd]
|
|
op je poot spelen
|
[tekeer gaan uit kwaadheid]
|
|
hem een poot uitdraaien
|
[hem oplichten]
|
|
geen poot hebben om op te staan
|
[nergens je gelijk mee kunnen aantonen]
|
|
je poot stijf houden
|
[niet toegeven]
|
|
een brief op poten schrijven
|
[waarin flink de waarheid wordt gezegd]
|
|
op hoge poten
|
[zeer boos]
|
|
iets op poten zetten
|
[het organiseren]
|
|
een pak voor zijn broek krijgen
|
[klappen tegen zijn achterwerk]
|
|
een broekje
|
[een jong en onervaren iemand]
|
|
dat zal je dun door de broek lopen
|
[lelijk tegenvallen]
|
|
de broek aan hebben
|
[de baas zijn]
|
|
iemand achter de broek aan zitten
|
[hem voortdurend aanmanen]
|
|
daar zakt mijn broek van af
|
[verontwaardigde, verbaasde reactie]
|
|
het loopt hem dun door de broek
|
[hij is erg bang]
|
|
het in je broek doen
|
[in je broek plassen of poepen]
|
|
hij heeft geen broek aan zijn gat
|
[is erg arm]
|
|
een proces aan je broek krijgen
|
[het moeten voeren]
|
|
je eigen broek op kunnen houden
|
[onafhankelijk zijn]
|
|
een brok in je keel hebben
|
[ontroerd zijn]
|
|
brokken maken
|
[iets kapot maken, een ongeluk veroorzaken]
|
|
met de brokken zitten
|
[narigheid hebben als gevolg van iets wat mislukt]
|
|
een bromfiets biedt uitkomst als je gauw moe bent
|
[biedt de oplossing]
|
|
een bron van vermaak
|
[waar je veel plezier kunt hebben]
|
|
bron van inkomsten
|
[waar je je geld mee verdient]
|
|
uit betrouwbare bron
|
[van iemand die te vertrouwen is]
|
|
zo gezond als een vis
|
[erg gezond]
|
|
gezond en wel
|
[volkomen gezond]
|
|
je moet gezond eten
|
[dingen eten die goed voor je zijn]
|
|
de gezonde apotheek
|
[gewone, goede kost]
|
|
een broodje gezond
|
[met wat rauwkost erbij]
|
|
het gezond verstand
|
[een nuchtere wijze van redeneren]
|
|
een brug slaan tussen twee volken
|
[ervoor zorgen dat ze elkaar begrijpen]
|
|
hij moet over de brug komen
|
[hij moet doen wat wij willen]
|
|
een bruin café
|
[café met donkere muren en meubels]
|
|
ze bruin (kunnen) bakken
|
[erg overdrijven, het te gek maken]
|
|
een bruin leven
|
[wild en ongeregeld]
|
|
bruisen van energie
|
[heel veel energie hebben]
|
|
een bruisend feest
|
[waar veel gebeurt]
|
|
een burgerlijk huwelijk
|
[voor de ambtenaar van de burgerlijke stand gesloten]
|
|
burgerlijke
|
ongehoorzaamheid [verzet van burgers tegen de wet]
|
|
je burgerlijke staat
|
[de toestand van waaruit je het recht hebt om te handelen]
|
|
het Burgerlijk Wetboek
|
[dat de verhoudingen tussen burgers regelt]
|
|
een centrale keuken
|
[die maaltijden maakt voor alle bewoners van een gebouw]
|
|
centraal staan
|
[het belangrijkst zijn]
|
|
centraal stellen
|
[er een groot belang aan toekennen]
|
|
het centrale zenuwstelsel
|
[de hersenen en het ruggenmerg]
|
|
centraal overleg
|
[tussen overheid, vakbonden en werkgevers]
|
|
een chronische ziekte
|
[die niet meer overgaat]
|
|
een collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
|
[tussen werkgevers en werknemers in een bepaalde bedrijfstak]
|
|
collectieve lastendruk
|
[het geheel aan belastingen en premies]
|
|
de collectieve sector
|
[de afdeling die afhankelijk is van overheidsgelden]
|
|
collectieve uitgaven
|
[het geheel van subsidies en uitkeringen aan instellingen en personen]
|
|
de aandacht trekken
|
[zorgen dat ze je zien]
|
|
het toneelstuk trekt veel publiek
|
[veel mensen willen het zien]
|
|
dat trekt mij niet
|
[dat vind ik niet aantrekkelijk]
|
|
een kies trekken
|
[hem eruit halen]
|
|
een conclusie trekken
|
[zeggen wat je mening over het onderwerp is]
|
|
een lijn trekken
|
[tekenen]
|
|
het trekt
|
[het tocht]
|
|
aan je trekken komen
|
[krijgen wat je nodig hebt of hebben wilt]
|
|
een crimineel verleden hebben
|
[in het verleden veroordeeld zijn voor een misdrijf]
|
|
dat is verleden tijd
|
[dat is voorbij]
|
|
een culturele minderheid
|
[een groep met een andere cultuur, die een minderheid van de bevolking is]
|
|
iemands culturele bagage
|
[zijn kennis van de cultuur]
|
|
een culturele minderheid
|
[groep met een duidelijk afwijkende cultuur]
|
|
een daad stellen
|
[iets met nadruk doen, zodat anderen het zien]
|
|
de daad bij het woord voegen
|
[het zeggen en het meteen doen]
|
|
een onrechtmatige daad
|
[waarvoor je strafbaar bent]
|
|
geen woorden maar daden
|
[niet praten maar doen]
|
|
hij deed of hij mij niet zag
|
[alsof hij mij niet zag]
|
|
of je gaat naar school, of je gaat werken
|
[een van beide]
|
|
het is een kilometer of tien
|
[ongeveer tien kilometer]
|
|
een dag of wat geleden
|
[een paar dagen geleden]
|
|
heb je lekker gegeten? nou, en of!
|
[zeker!]
|
|
nauwelijks was hij weg of ze begon te huilen
|
[ze begon te huilen direct nadat hij weg was]
|
|
de een of ander nam mijn tas mee
|
[iemand nam mijn tas mee]
|
|
een dag of wat geleden
|
[een paar dagen geleden]
|
|
een voor een doken ze in het water
|
[na elkaar]
|
|
dat lukt niet een twee drie
|
[niet meteen]
|
|
het heeft aan een stuk door geregend
|
[het heeft voortdurend geregend]
|
|
het pad was een en al blad
|
[er lagen overal bladeren]
|
|
er waren me daar een mensen
|
[er waren erg veel mensen]
|
|
veel aan je hoofd hebben
|
[het druk hebben]
|
|
het hoofd laten hangen
|
[de moed opgeven]
|
|
iets uit je hoofd leren
|
[het zo leren dat je het kunt herhalen]
|
|
een dak boven je hoofd hebben
|
[woonruimte hebben]
|
|
het hoofd verliezen
|
[niet meer nadenken]
|
|
je kon over de hoofden lopen
|
[het was er erg druk]
|
|
over het hoofd zien
|
[niet opmerken]
|
|
je boven het hoofd groeien
|
[het wordt je te veel]
|
|
niet goed bij zijn hoofd zijn
|
[niet goed wijs zijn]
|
|
uit je hoofd laten
|
[niet doen]
|
|
voor het hoofd stoten
|
[iets doen waarmee je iemand beledigt]
|
|
de hand boven het hoofd houden
|
[beschermen]
|
|
het hoofd bieden
|
[een probleem oplossen]
|
|
je hoofd er niet bij kunnen houden
|
[niet goed kunnen nadenken]
|
|
iets het hoofd bieden
|
[je ertegen verzetten]
|
|
het hoofd stoten
|
[er wordt je iets geweigerd]
|
|
het hoofd in de schoot leggen
|
[de moed verliezen]
|
|
iemand hoofd eisen
|
[eisen dat hij aftreedt]
|
|
daar durf ik mijn hoofd onder te verwedden
|
[daar ben ik heel zeker van]
|
|
het hoofd neerleggen
|
[doodgaan, sterven]
|
|
het hoofd boven water houden
|
[maar net genoeg geld hebben om van te leven]
|
|
mijn hoofd staat er niet naar
|
[ik ben er niet voor in de stemming]
|
|
er hangt hem iets boven het hoofd
|
[er gaat iets met hem gebeuren]
|
|
het hoofd op hol brengen
|
[héél enthousiast of verliefd maken]
|
|
er je hoofd over breken
|
[er diep over nadenken]
|
|
het hoofd van de tafel
|
[een van de korte zijden]
|
|
er een hard hoofd in hebben
|
[er niet in geloven]
|
|
boter op je hoofd hebben
|
[ook schuldig zijn]
|
|
schoolhoofd
|
[wie de leiding heeft op school]
|
|
het van de daken schreeuwen
|
[het overal vertellen]
|
|
iemand op je dak krijgen
|
[hem onverwacht op bezoek krijgen]
|
|
geen dak boven je hoofd hebben
|
[geen huis om in te wonen]
|
|
onder dak zijn
|
[huisvesting gevonden hebben]
|
|
een dak boven je hoofd hebben
|
[een woning hebben]
|
|
uit je dak gaan
|
[uitzinnig worden van woede of blijdschap]
|
|
ga nou gauw op het dak zitten!
|
[ik geloof je niet; ik wil het niet]
|
|
dat valt me koud op het dak
|
[dat is een onaangename verrassing, het overvalt me]
|
|
het gaat van een leien dakje
|
[heel gemakkelijk en vlot]
|
|
de mussen vallen dood van het dak
|
[het is heel warm]
|
|
iemand iets op zijn dak schuiven
|
[hem ermee opzadelen]
|
|
iemand op je dak krijgen
|
[met iemand te maken krijgen zonder dat je dat wilt]
|
|
bij deze open ik de school
|
[op dit moment open ik de school]
|
|
een dezer dagen ...
|
[binnenkort]
|
|
een dicht bevolkt land
|
[waar veel mensen wonen]
|
|
wie eens steelt, is altijd een dief
|
[als je een keer gestolen hebt, vertrouwen de mensen je nooit meer]
|
|
hem knijpen als een oude dief
|
[heel bang zijn]
|
|
de gelegenheid maakt de dief
|
[waarschuwing om het dieven niet te gemakkelijk te maken]
|
|
een dief van je eigen portemonnee zijn
|
[jezelf benadelen]
|
|
het klokje van gehoorzaamheid
|
[de tijd waarop je naar bed moet]
|
|
het klokje rond slapen
|
[twaalf uur slapen]
|
|
hij is een man van de klok
|
[hij is altijd op tijd]
|
|
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
|
[het is nergens zo goed als thuis]
|
|
een analoge klok
|
[met wijzers]
|
|
een digitale klok
|
[met alleen cijfers]
|
|
het klokje van gehoorzaamheid
|
[bedtijd voor kinderen]
|
|
daar kun je de klok op gelijkzetten
|
[als iets altijd op een vaste tijd gebeurt]
|
|
met de regelmaat van de klok
|
[herhaaldelijk, regelmatig]
|
|
de klok terugdraaien
|
[terugkeren naar een vroegere situatie]
|
|
tegen de klok werken
|
[hard werken om nog op tijd klaar te zijn]
|
|
de biologische klok
|
[het natuurlijke mechanisme van onder andere waken en slapen]
|
|
het aan de grote klok hangen
|
[het aan iedereen vertellen]
|
|
hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
|
[hij weet het wel ongeveer, maar niet precies]
|
|
dat klinkt als een klok
|
[het zit goed in elkaar, is perfect]
|
|
iemand aan de dijk zetten
|
[ontslaan, of de verkering uitmaken]
|
|
een dijk van een huis, salaris, etc.
|
[heel groot, geweldig]
|
|
een dik belegde boterham
|
[met veel beleg]
|
|
een dikke huid hebben
|
[ongevoelig zijn]
|
|
een dikke nek hebben
|
[arrogant zijn, kapsones hebben]
|
|
een dikke pil
|
[een dik boek]
|
|
maak je niet dik, dun is de mode
|
[wind je niet op]
|
|
zich dik maken
|
[zich opwinden]
|
|
zij zijn dikke vrienden
|
[heel goede vrienden]
|
|
dat zit er dik in
|
[dat is te verwachten]
|
|
ze doen graag dik
|
[ze scheppen op]
|
|
dat is dik voor elkaar
|
[helemaal in orde]
|
|
dikke kans dat....
|
[het is waarschijnlijk dat...]
|
|
dat komt dik voor elkaar
|
[dat komt helemaal in orde]
|
|
een dik uur
|
[ruim een uur]
|
|
het er dik bovenop leggen
|
[overdrijven]
|
|
het ligt er dik bovenop
|
[het is overduidelijk]
|
|
door dik en dun
|
[wat er ook gebeurt]
|
|
het is dikke mik tussen die twee
|
[ze zijn goed bevriend]
|
|
hem op de huid zitten
|
[hem onder druk zetten]
|
|
een dikke huid hebben
|
[je niet snel beledigd voelen]
|
|
hem de huid vol schelden
|
[hem heel erg uitschelden]
|
|
het met huid en haar opeten
|
[helemaal]
|
|
bang voor zijn huid zijn
|
[voor zijn leven]
|
|
je moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
|
[geen toezeggingen doen als iets nog niet van jou is]
|
|
zijn huid duur verkopen
|
[zich tot het uiterste verdedigen]
|
|
in iemands huid kruipen
|
[je indenken dat je hem bent]
|
|
een diplomatiek antwoord
|
[voorzichtig, met zorgvuldig gekozen woorden]
|
|
hij is heel direct
|
[zegt meteen waar het op staat]
|
|
directe rede
|
[letterlijk weergeven wat iemand zei]
|
|
directe belastingen
|
[die rechtstreeks worden geheven]
|
|
een directe uitzending
|
[die niet van tevoren is opgenomen]
|
|
dood en begraven zijn
|
[allang vergeten zijn]
|
|
heden groot, morgen dood
|
[succes duurt maar kort]
|
|
je dood houden
|
[je absoluut niet bewegen]
|
|
je dood ergeren
|
[heel erg ergeren]
|
|
je dood lachen
|
[heel erg moeten lachen]
|
|
meer dood dan levend
|
[in erg slechte toestand]
|
|
zo dood als een pier
|
[morsdood]
|
|
je dood schrikken
|
[heel erg schrikken]
|
|
op dood spoor
|
[je komt niet verder met die aanpak]
|
|
op sterven na dood zijn
|
[er heel slecht aan toe zijn]
|
|
iemand dood verklaren
|
[net doen alsof hij er niet is]
|
|
je dood schamen
|
[je heel erg schamen]
|
|
een dooie boel
|
[een saaie boel]
|
|
een dooie diender
|
[een saai iemand]
|
|
dood getijde
|
[tussen eb en vloed]
|
|
een dode hoek
|
[stuk waar je niets kunt zien]
|
|
over het dode punt heen zijn
|
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
|
|
een dode taal
|
[die niet meer gesproken wordt]
|
|
op zijn dooie akkertje
|
[heel rustig]
|
|
ergens een broertje dood aan hebben
|
[er afschuw van hebben]
|
|
in zijn dooie eentje
|
[helemaal alleen]
|
|
op zijn dooie gemak
|
[zonder zich te haasten]
|
|
moderne talen
|
[Engels, Frans en Duits]
|
|
klassieke talen
|
[Grieks en Latijn]
|
|
een dode taal
|
[die niemand meer spreekt]
|
|
grove taal uitslaan
|
[lelijke woorden gebruiken]
|
|
zwijgen in alle talen
|
[niets zeggen]
|
|
hij gaf taal noch teken
|
[liet niets van zich horen]
|
|
een levende taal
|
[die nog gesproken wordt]
|
|
een vreemde taal
|
[een buitenlandse taal]
|
|
bloemrijke taal
|
[met veel beeldspraak]
|
|
duidelijke taal spreken
|
[begrijpelijk zijn]
|
|
gepeperde taal
|
[met harde oordelen]
|
|
gespierde taal
|
[waaruit blijkt dat je daadkrachtig bent]
|
|
taal noch teken geven
|
[niets van zich laten horen]
|
|
versluierende taal
|
[waarmee iemand niet ronduit zegt wat hij bedoelt]
|
|
dood en begraven zijn
|
[allang vergeten zijn]
|
|
heden groot, morgen dood
|
[succes duurt maar kort]
|
|
je dood houden
|
[je absoluut niet bewegen]
|
|
je dood ergeren
|
[heel erg ergeren]
|
|
je dood lachen
|
[heel erg moeten lachen]
|
|
meer dood dan levend
|
[in erg slechte toestand]
|
|
zo dood als een pier
|
[morsdood]
|
|
je dood schrikken
|
[heel erg schrikken]
|
|
op dood spoor
|
[je komt niet verder met die aanpak]
|
|
op sterven na dood zijn
|
[er heel slecht aan toe zijn]
|
|
iemand dood verklaren
|
[net doen alsof hij er niet is]
|
|
je dood schamen
|
[je heel erg schamen]
|
|
een dooie boel
|
[een saaie boel]
|
|
een dooie diender
|
[een saai iemand]
|
|
dood getijde
|
[tussen eb en vloed]
|
|
een dode hoek
|
[stuk waar je niets kunt zien]
|
|
over het dode punt heen zijn
|
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
|
|
een dode taal
|
[die niet meer gesproken wordt]
|
|
op zijn dooie akkertje
|
[heel rustig]
|
|
ergens een broertje dood aan hebben
|
[er afschuw van hebben]
|
|
in zijn dooie eentje
|
[helemaal alleen]
|
|
op zijn dooie gemak
|
[zonder zich te haasten]
|
|
niemand voelt zich geroepen
|
[niemand vindt dat hij het moet doen]
|
|
een dokter roepen
|
[waarschuwen]
|
|
de mensen bij elkaar roepen
|
[vragen te komen]
|
|
ze roepen over die nieuwe auto
|
[ze zijn er erg tevreden over]
|
|
dat is te dol
|
[dat kan niet waar zijn]
|
|
het is te dol om los te lopen
|
[al te dwaas]
|
|
het is om dol van te worden
|
[ergerlijk en vermoeiend]
|
|
door het dolle heen zijn
|
[zo opgefokt dat je nergens meer bij nadenkt]
|
|
een dolle Mina
|
[strijdster voor de emancipatie van vrouwen]
|
|
ergens dol op zijn
|
[er veel van houden]
|
|
hij houdt zich van de domme
|
[doet alsof hij het niet snapt]
|
|
zo dom als het achterend van een varken
|
[heel erg dom]
|
|
te dom om voor de duvel te dansen
|
[zeer dom]
|
|
een dom blondje
|
[blonde vrouw met weinig verstand]
|
|
hij is niet zo dom als hij eruitziet
|
[plagerig commentaar als iemand opeens een slimme opmerking maakt]
|
|
een domme gans
|
[een sufferd]
|
|
het geluk is met de dommen
|
[domme mensen hebben soms onverwachts geluk]
|
|
zich van de domme houden
|
[doen alsof je van niets weet]
|
|
een donkere bladzijde
|
[een periode waar je liever niet aan herinnerd wordt]
|
|
door een donkere bril kijken
|
[pessimistisch zijn]
|
|
donkere wolken pakken zich samen
|
[er dreigt onheil, ongeluk]
|
|
zo blij als een kind
|
[heel erg blij]
|
|
hij is een kind van zijn tijd
|
[hij past precies in die tijd]
|
|
je moet het kind niet met het badwater weggooien
|
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
|
|
Kjeld is het kind van de rekening
|
[hij is het slachtoffer]
|
|
als een pasgeboren kind
|
[zo onschuldig]
|
|
dat kan een kind begrijpen
|
[dat is erg eenvoudig]
|
|
een doodgeboren kindje
|
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
|
|
geen kind hebben aan iemand
|
[niet de minste last van hem hebben]
|
|
ik krijg er een kind van!
|
[ik heb er schoon genoeg van]
|
|
een ondergeschoven kindje
|
[dat niet veel aandacht krijgt]
|
|
een kind kan de was doen
|
[het is heel eenvoudig]
|
|
kind aan huis zijn bij iemand
|
[er vaak komen]
|
|
kind noch kraai hebben
|
[geen familie hebben]
|
|
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
|
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]
|
|
dood en begraven zijn
|
[allang vergeten zijn]
|
|
heden groot, morgen dood
|
[succes duurt maar kort]
|
|
je dood houden
|
[je absoluut niet bewegen]
|
|
je dood ergeren
|
[heel erg ergeren]
|
|
je dood lachen
|
[heel erg moeten lachen]
|
|
meer dood dan levend
|
[in erg slechte toestand]
|
|
zo dood als een pier
|
[morsdood]
|
|
je dood schrikken
|
[heel erg schrikken]
|
|
op dood spoor
|
[je komt niet verder met die aanpak]
|
|
op sterven na dood zijn
|
[er heel slecht aan toe zijn]
|
|
iemand dood verklaren
|
[net doen alsof hij er niet is]
|
|
je dood schamen
|
[je heel erg schamen]
|
|
een dooie boel
|
[een saaie boel]
|
|
een dooie diender
|
[een saai iemand]
|
|
dood getijde
|
[tussen eb en vloed]
|
|
een dode hoek
|
[stuk waar je niets kunt zien]
|
|
over het dode punt heen zijn
|
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
|
|
een dode taal
|
[die niet meer gesproken wordt]
|
|
op zijn dooie akkertje
|
[heel rustig]
|
|
ergens een broertje dood aan hebben
|
[er afschuw van hebben]
|
|
in zijn dooie eentje
|
[helemaal alleen]
|
|
op zijn dooie gemak
|
[zonder zich te haasten]
|
|
dood en begraven zijn
|
[allang vergeten zijn]
|
|
heden groot, morgen dood
|
[succes duurt maar kort]
|
|
je dood houden
|
[je absoluut niet bewegen]
|
|
je dood ergeren
|
[heel erg ergeren]
|
|
je dood lachen
|
[heel erg moeten lachen]
|
|
meer dood dan levend
|
[in erg slechte toestand]
|
|
zo dood als een pier
|
[morsdood]
|
|
je dood schrikken
|
[heel erg schrikken]
|
|
op dood spoor
|
[je komt niet verder met die aanpak]
|
|
op sterven na dood zijn
|
[er heel slecht aan toe zijn]
|
|
iemand dood verklaren
|
[net doen alsof hij er niet is]
|
|
je dood schamen
|
[je heel erg schamen]
|
|
een dooie boel
|
[een saaie boel]
|
|
een dooie diender
|
[een saai iemand]
|
|
dood getijde
|
[tussen eb en vloed]
|
|
een dode hoek
|
[stuk waar je niets kunt zien]
|
|
over het dode punt heen zijn
|
[weer in beweging komen na een periode van stilstand]
|
|
een dode taal
|
[die niet meer gesproken wordt]
|
|
op zijn dooie akkertje
|
[heel rustig]
|
|
ergens een broertje dood aan hebben
|
[er afschuw van hebben]
|
|
in zijn dooie eentje
|
[helemaal alleen]
|
|
op zijn dooie gemak
|
[zonder zich te haasten]
|
|
een dooie pier
|
[een sloom, saai figuur]
|
|
zo dood als een pier
|
[morsdood]
|
|
de kwaaie pier zijn
|
[er de schuld van krijgen]
|
|
een doorn in het oog zijn
|
[een grote ergernis]
|
|
geen roos zonder doornen
|
[wat aangenaam is heeft ook vervelende kanten]
|
|
een doos voor het kleine spul
|
[voor de kleine dingen]
|
|
het hele spul ging buiten spelen
|
[alle kinderen]
|
|
er een draai aan geven
|
[het zo vertellen dat het waar lijkt]
|
|
een draai om je oren
|
[klap tegen je hoofd]
|
|
ergens je draai vinden
|
[je er op je gemak gaan voelen]
|
|
de muren hebben oren
|
[je kunt afgeluisterd worden]
|
|
uit de muur eten
|
[voedsel uit de automaat eten]
|
|
de muren kwamen op me af
|
[ik voelde me erg opgesloten]
|
|
een blinde muur
|
[zonder ramen of deuren]
|
|
een dragende muur
|
[waarop het dak steunt]
|
|
met je kop tegen de muur lopen
|
[door tegenwerking niet bereiken wat je wilt bereiken]
|
|
van het kastje naar de muur gestuurd worden
|
[eindeloos doorgestuurd worden]
|
|
een muur optrekken
|
[je in jezelf terugtrekken]
|
|
de muren hebben oren
|
[zorg ervoor dat niemand je afluistert]
|
|
met de rug tegen de muur staan
|
[geen uitweg meer zien]
|
|
Gert-Jan kan nog geen spijker in de muur slaan
|
[is erg onhandig]
|
|
ze eten droog brood
|
[zonder boter of beleg]
|
|
de baby is droog
|
[heeft niet in zijn broek geplast]
|
|
een droge keel hebben
|
[dorst hebben]
|
|
het niet met droge ogen kunnen aanzien
|
[niet zonder te huilen]
|
|
hoog en droog zitten
|
[veilig zijn]
|
|
nog niet droog zijn achter de oren
|
[jong en onervaren]
|
|
zijn schaapjes op het droge hebben
|
[van zijn verdiende geld kunnen leven]
|
|
als een vis op het droge
|
[hulpeloos]
|
|
als droog zand aan elkaar hangen
|
[zonder samenhang zijn]
|
|
er is geen droog brood mee te verdienen
|
[het levert bijna niets op]
|
|
een druppel op een gloeiende plaat
|
[iets wat nauwelijks effect heeft]
|
|
dat meisje is een plaatje!
|
[is erg mooi]
|
|
plaatjes schieten
|
[foto's maken]
|
|
de plaat poetsen
|
[vluchten]
|
|
een druppel op een gloeiende plaat
|
[zo weinig dat het niet helpt]
|
|
ze lijken op elkaar als twee druppels water
|
[ze lijken heel erg op elkaar]
|
|
dat was de druppel die de emmer deed overlopen
|
[toen werd het me echt te veel]
|
|
een dubbele moraal hebben
|
[over de ene groep anders oordelen dan over de andere]
|
|
geen moraal hebben
|
[niet weten wat goed of slecht is]
|
|
een rare druif (knakker, pias)
|
[een zonderling iemand]
|
|
een dubbeltje kan raar rollen
|
[het is niet te voorspellen hoe het afloopt]
|
|
het moet raar lopen als ...
|
[het is haast zeker]
|
|
een dubbelzinnig antwoord
|
[op twee manieren uit te leggen]
|
|
een duf konijn
|
[een slome man]
|
|
een duister individu
|
[iemand die er verdacht uitziet]
|
|
iemand onder uit de zak geven
|
[scherpe kritiek op hem geven]
|
|
een kat in de zak kopen
|
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
|
|
zakjes plakken
|
[in de gevangenis zitten]
|
|
in zak en as zitten
|
[in een toestand van verslagenheid]
|
|
een duit in het zakje doen
|
[een woordje meespreken]
|
|
iemand de zak geven
|
[hem ontslaan]
|
|
geld op zak hebben
|
[geld bij je hebben]
|
|
dat kun je in je zak steken
|
[die opmerking was raak]
|
|
die kan hij in zijn zak steken
|
[hij is veel beter dan die ander]
|
|
zonder een cent op zak
|
[zonder contant geld bij zich te hebben]
|
|
het geld brandt hem in de zak
|
[hij wil het graag uitgeven]
|
|
iemand in je zak hebben
|
[met hem kunnen doen wat je wilt]
|
|
zijn ogen in zijn zak hebben
|
[niet uitkijken]
|
|
zijn zakken vullen
|
[zich verrijken]
|
|
iets uit eigen zak betalen
|
[zelf de kosten dragen]
|
|
op zijn zak teren
|
[van zijn geld leven]
|
|
een ouwe zak
|
[oude man]
|
|
ik begrijp er geen zak van
|
[helemaal niets]
|
|
ik heb geen rooie duit meer
|
[geen geld meer]
|
|
dat kost een aardige duit
|
[vrij veel geld]
|
|
een duit in het zakje doen
|
[meepraten]
|
|
een slordige duit kosten
|
[vrij veel]
|
|
zijn huid duur verkopen
|
[zich tot het uiterste verdedigen]
|
|
een dure liefhebberij
|
[iets wat veel geld kost]
|
|
dat komt hem duur te staan
|
[heeft onplezierige gevolgen voor hem]
|
|
duur doen
|
[opscheppen]
|
|
dat is je dure plicht
|
[het is een erezaak]
|
|
een duwtje in de goede richting geven
|
[helpen een beslissing te nemen]
|
|
eervol ontslag
|
[na een mooie loopbaan ontslaan]
|
|
een eeuwige optimist
|
[iemand die altijd optimistisch is]
|
|
wat een optimist!
|
[wanneer iemand een goede uitslag verwacht, terwijl daar weinig kans op is]
|
|
een relatie aanknopen
|
[iemand goed leren kennen]
|
|
een liefdesrelatie
|
[een liefdesverhouding]
|
|
een eind aan de relatie maken
|
[iemand niet meer willen zien]
|
|
hij heeft goede relaties
|
[kent belangrijke mensen]
|
|
hij zet het op een lopen
|
[gaat heel hard lopen]
|
|
een eindje lopen
|
[wandelen]
|
|
hij loopt als een kievit
|
[loopt heel vlug en goed]
|
|
over je laten lopen
|
[altijd doen wat anderen willen]
|
|
iemand tegen het lijf lopen
|
[ontmoeten]
|
|
de klok loopt weer
|
[gaat weer vooruit]
|
|
het loopt tegen acht uur
|
[het is bijna acht uur]
|
|
het loopt ten einde
|
[is bijna afgelopen]
|
|
je loopt gevaar
|
[je bent in gevaar]
|
|
het loopt uit de hand
|
[het gaat verkeerd]
|
|
toen liep het fout
|
[toen ging het fout]
|
|
die zin loopt goed
|
[er zitten geen fouten in]
|
|
college lopen
|
[college volgen]
|
|
een elegante oplossing
|
[voor alle partijen acceptabel]
|
|
ik ben tot over mijn oren verliefd
|
[heel erg dus]
|
|
het is op een oor na gevild
|
[bijna klaar]
|
|
je de oren van het hoofd kletsen
|
[druk praten]
|
|
nog op één oor liggen
|
[nog slapen]
|
|
er wel oren naar hebben
|
[er wel zin in hebben]
|
|
één en al oor zijn
|
[heel aandachtig luisteren]
|
|
met een half oor luisteren
|
[niet aandachtig]
|
|
de oren spitsen
|
[heel aandachtig gaan luisteren]
|
|
iemand een oor aannaaien
|
[bedriegen]
|
|
het gaat het ene oor in en het andere uit
|
[de boodschap komt niet over]
|
|
je oor te luisteren leggen
|
[goed luisteren wat er gezegd wordt]
|
|
je oren niet geloven
|
[niet voor waar aannemen wat er gezegd wordt]
|
|
iemand de oren van het hoofd eten
|
[heel veel eten]
|
|
nog nat (niet droog) achter de oren zijn
|
[jong en onervaren zijn]
|
|
het in je oren knopen
|
[goed onthouden]
|
|
iemand het vel over de oren halen
|
[veel te veel laten betalen]
|
|
kleine potjes hebben grote oren
|
[kinderen horen meer dan je denkt]
|
|
een luisterend oor vinden
|
[iemand vinden die naar je luistert]
|
|
ter ore komen
|
[toeval]
|
|
om de andere dag
|
[de ene dag wel, de andere dag niet]
|
|
ik wil het een en ander bespreken
|
[verschillende dingen]
|
|
ze hebben een of ander feest
|
[doet er niet toe wat voor feest]
|
|
onder andere
|
[naast andere dingen (dieren, mensen)]
|
|
het over een andere boeg gooien
|
[het anders aanpakken]
|
|
een en ander
|
[dat wat genoemd is]
|
|
het een en ander
|
[verschillende dingen, die niet bij name genoemd worden]
|
|
het één sluit het ander niet uit
|
[beide dingen zijn mogelijk]
|
|
als geen ander
|
[beter dan wie ook]
|
|
dat is een heel ander geluid
|
[het tegendeel van wat eerder gezegd werd]
|
|
in andere handen overgaan
|
[naar een andere eigenaar]
|
|
geen andere keuze hebben
|
[gedwongen zijn iets te doen]
|
|
onder andere
|
[wat je noemt, terwijl je ook andere dingen zou kunnen noemen]
|
|
een andere toon aanslaan
|
[beleefder worden]
|
|
van het ene woord kwam het andere
|
[het ontaardde in ruzie]
|
|
met andere woorden
|
[anders uitgedrukt]
|
|
een ernstig woordje met iemand spreken
|
[hem waarschuwen, de les lezen]
|
|
een etnische minderheid
|
[die oorspronkelijk uit een ander land komt]
|
|
een explosieve situatie
|
[waarin elk moment iets vervelends kan gebeuren]
|
|
een extern geheugen
|
[losse opslagruimte, niet in het apparaat]
|
|
zo hard als steen
|
[erg hard]
|
|
een steen des aanstoots
|
[iets wat ergernis veroorzaakt]
|
|
een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen
|
[alleen wie die dommer is dan een ezel, maakt twee keer dezelfde fout]
|
|
een steen in de vijver gooien
|
[opschudding veroorzaken]
|
|
dat ligt als een steen op je maag
|
[is moeilijk te verteren]
|
|
er een steentje aan bijdragen
|
[meehelpen]
|
|
geen steen op de andere laten
|
[veel veranderingen doorvoeren]
|
|
ergens je steentje aan bijdragen
|
[je bijdrage aan leveren]
|
|
de onderste steen moet boven komen
|
[er moet een grondig onderzoek naar worden gedaan]
|
|
steen en been klagen
|
[voortdurend jammeren]
|
|
zo koppig als een ezel
|
[heel koppig]
|
|
wat ben ik toch een ezel!
|
[wat ben ik toch dom!]
|
|
een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen
|
[alleen wie dommer is als een ezel maakt twee keer achter elkaar dezelfde fout]
|
|
een feestelijk tintje aan iets geven
|
[het een beetje feestelijk maken]
|
|
een gedekte tint
|
[die rustig is voor de ogen]
|
|
een feestje bouwen
|
[een feestje organiseren]
|
|
je kunt op hem bouwen
|
[hij is heel betrouwbaar]
|
|
een feestje bouwen
|
[een feest organiseren]
|
|
dat feest gaat niet door
|
[daar komt niets van in]
|
|
een feestje houden
|
[een feestje organiseren]
|
|
het voor zich houden
|
[het niet zeggen]
|
|
ik houd het erop dat je komt
|
[ik reken daarop]
|
|
houden zo!
|
[zorg dat het zo blijft]
|
|
ik houd het hier voor gezien
|
[ik ga hier weg]
|
|
zich goed houden
|
[doen alsof er niets aan de hand is]
|
|
het in de gaten houden
|
[er goed op letten]
|
|
hem voor de gek houden
|
[hem bedriegen]
|
|
iets in stand houden
|
[het laten bestaan]
|
|
het fijne van de zaak wisten we niet
|
[we wisten niet precies hoe het zat]
|
|
een fijne kam
|
[de tanden staan dicht bij elkaar]
|
|
ze heeft een fijne neus
|
[ze kan alles heel goed ruiken]
|
|
laat ie fijn zijn!
|
[dat is prachtig]
|
|
fijne manieren zijn dat!
|
[het is niet zo fraai wat hij doet]
|
|
de fijne kneepjes kennen
|
[precies weten hoe het moet]
|
|
ergens het fijne van weten
|
[precies weten hoe het zit]
|
|
je neus stoten
|
[afgewezen worden]
|
|
je neus ervoor ophalen
|
[het minderwaardig vinden]
|
|
hem met zijn neus op de feiten drukken
|
[laten zien hoe het werkelijk zit]
|
|
de neuzen tellen
|
[tellen hoeveel mensen er zijn]
|
|
er met je neus bovenop staan
|
[er vlakbij staan]
|
|
met je neus kijken
|
[niet goed zoeken]
|
|
uit je neus zitten eten
|
[niets doen]
|
|
je neus in de wind steken
|
[ergens trots op zijn]
|
|
op je neus kijken
|
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
|
|
overal zijn neus in steken
|
[zich overal mee bemoeien]
|
|
een frisse neus halen
|
[bij koud weer buiten lopen]
|
|
geen knip voor zijn neus waard zijn
|
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
|
|
m'n neus!
|
[kom nou, dat is onzin]
|
|
iemand bij de neus nemen
|
[hem voor de gek houden, bedriegen]
|
|
dat komt me de neus uit
|
[daar heb ik schoon genoeg van]
|
|
iemand iets door de neus boren
|
[niet betalen wat men hem schuldig is]
|
|
plotseling voor iemands neus staan
|
[hem onverwacht ontmoeten]
|
|
de deur voor zijn neus dichtdoen
|
[terwijl hij er vlak voor staat]
|
|
dat gaat je neus voorbij
|
[daar krijg je niets van]
|
|
iemand iets onder de neus wrijven
|
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
|
|
dat zal ik je niet aan je neus hangen
|
[niet vertellen]
|
|
iets langs zijn neus weg zeggen
|
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
|
|
doen alsof je neus bloedt
|
[alsof je van niets weet]
|
|
zijn neus krult
|
[hij is blij over een compliment]
|
|
iemand de pen op de neus zetten
|
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
|
|
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
|
[iedereen heeft dezelfde mening]
|
|
bleek om de neus worden
|
[ergens heel bang voor zijn]
|
|
niet verder kijken dan je neus lang is
|
[niet goed nadenken]
|
|
iemand iets door de neus boren
|
[verhinderen dat hij het krijgt]
|
|
met de neus in de boter vallen
|
[het goed treffen]
|
|
het deksel op je neus krijgen
|
[gestraft worden als je te begerig bent]
|
|
het ligt voor je neus
|
[vlak voor je]
|
|
iemand de pin op de neus zetten
|
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
|
|
dat is een wassen neus
|
[stelt niets voor]
|
|
het neusje van de zalm
|
[het fijnste, het beste]
|
|
een fijne neus voor iets hebben
|
[intuïtief iets opmerken]
|
|
een scherpe neus hebben
|
[goed kunnen ruiken]
|
|
een film die op locatie gemaakt is
|
[niet in de studio]
|
|
in de open lucht
|
[buiten]
|
|
met open mond
|
[heel verbaasd]
|
|
hem met open armen ontvangen
|
[heel hartelijk]
|
|
een open boek zijn
|
[geen geheimen hebben]
|
|
dat is een open deur
|
[iets wat al veel vaker verteld is]
|
|
dweilen met de kraan open
|
[proberen een probleem op te lossen, zonder iets aan de oorzaken te doen]
|
|
met open mond luisteren
|
[zeer aandachtig]
|
|
een open oog hebben voor iets
|
[er de waarde, het belang van inzien]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen het eerlijk]
|
|
een film met een open eind
|
[je ziet niet hoe het afloopt]
|
|
dat laat ik nog even open
|
[dat bepaal ik nu nog niet]
|
|
een open sollicitatie
|
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
|
|
een open vraag
|
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
|
|
een open brief
|
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
|
|
een open dag
|
[kijkdag bij een instelling]
|
|
open huis houden
|
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
|
|
een open inrichting
|
[zonder afgesloten deuren]
|
|
de Open Universiteit
|
[die voor iedereen toegankelijk is]
|
|
een open gezicht
|
[dat vertrouwen wekt]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
in open zee
|
[ver uit de kust]
|
|
open en bloot
|
[vrij en zonder zich te schamen]
|
|
scoren voor open doel
|
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
|
|
een stomme film
|
[zonder geluid]
|
|
een film ontwikkelen
|
[met chemische middelen er negatieven van maken]
|
|
aan flarden
|
[helemaal stuk]
|
|
een flard van het gesprek
|
[een klein deeltje ervan]
|
|
een flater begaan
|
[een domme fout maken]
|
|
voor de grap
|
[omdat we dat leuk vinden]
|
|
een grap met hem uithalen
|
[hem iets geks laten meemaken]
|
|
een flauwe grap
|
[een grap die niet leuk is]
|
|
hij drinkt een fles jenever per dag
|
[de inhoud van een fles jenever]
|
|
ik geef de baby de fles
|
[laat hem drinken uit de zuigfles]
|
|
een flessentrekker
|
[oplichter, zwendelaar]
|
|
de geest is uit de fles
|
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
|
|
een fles wijn soldaat maken
|
[hem leegdrinken]
|
|
hij is op de fles gegaan
|
[zijn bedrijf is failliet verklaard]
|
|
hem het bos in sturen
|
[niet serieus helpen]
|
|
huilen met de wolven in het bos
|
[doen wat anderen doen]
|
|
ze vielen bij bosjes
|
[de een na de ander]
|
|
een flinke bos hout voor de deur hebben
|
[grote borsten hebben]
|
|
hij is uit het goede hout gesneden
|
[is eerlijk en betrouwbaar]
|
|
we moeten op een houtje bijten
|
[hebben niets meer te eten]
|
|
dat snijdt geen hout
|
[dat gaat niet op, dat klopt niet]
|
|
van dik hout zaagt men planken
|
[wordt gezegd als iets op een slordige en grove manier wordt aangepakt]
|
|
een flinke bos hout voor de deur hebben
|
[grote borsten]
|
|
uit hetzelfde hout gesneden zijn
|
[op elkaar lijken]
|
|
op eigen houtje
|
[zonder overleg met en hulp van anderen]
|
|
ik snap er geen hout van
|
[niets]
|
|
een flinke dosis
|
[veel]
|
|
een flinke smak maken
|
[hard terechtkomen bij een val]
|
|
een smak geld
|
[een heleboel]
|
|
daar neem ik geen genoegen mee
|
[dat accepteer ik niet]
|
|
hem serieus nemen
|
[accepteren zoals hij is]
|
|
een bad nemen
|
[in bad gaan]
|
|
hem in dienst nemen
|
[hem een baan geven]
|
|
een besluit nemen
|
[iets besluiten]
|
|
hij neemt het niet zo nauw
|
[hij is niet erg precies]
|
|
een initiatief nemen
|
[ergens mee beginnen]
|
|
de maat nemen
|
[iets meten]
|
|
het hem kwalijk nemen
|
[hem de schuld ervoor geven]
|
|
een foto nemen
|
[een foto maken]
|
|
een fotografisch geheugen
|
[waarbij je je precies herinnert hoe iets eruitziet]
|
|
iets in een fraai daglicht stellen
|
[het zo mooi mogelijk voorstellen]
|
|
dat staat je fraai!
|
[daarvoor moet je je schamen!]
|
|
een fraaie prestatie
|
[een goede prestatie]
|
|
een frisse adem
|
[die aangenaam ruikt]
|
|
de frisse lucht
|
[de buitenlucht]
|
|
een frisse neus halen
|
[een luchtje scheppen]
|
|
dat is geen fris zaakje
|
[er is op een verdachte manier gewerkt]
|
|
met frisse tegenzin
|
[ironische opmerking als je ergens geen zin in hebt]
|
|
zo fris als een hoentje
|
[goed uitgerust, vol energie]
|
|
fris van de lever
|
[spontaan]
|
|
te kijk zitten
|
[zodat iedereen je kan zien]
|
|
tot kijk!
|
[tot ziens]
|
|
een frisse kijk op iets hebben
|
[zonder vooroordelen]
|
|
ergens kijk op hebben
|
[er deskundig in zijn]
|
|
daar is geen kijk op
|
[dat is onwaarschijnlijk]
|
|
te kijk lopen met iets
|
[er de aandacht op vestigen]
|
|
iemand te kijk zetten
|
[voor schut zetten]
|
|
in de fuik lopen
|
[in een situatie komen waar je niet gemakkelijk meer uit komt]
|
|
een fuik lichten
|
[de vissen eruit halen]
|
|
een functie neerleggen
|
[ontslag nemen]
|
|
een fusie aangaan
|
[fuseren]
|
|
een garantiebewijs
|
[een schriftelijke garantie]
|
|
een gat in de markt
|
[iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is]
|
|
hij heeft een gat in zijn hand
|
[geeft teveel geld uit]
|
|
we sprongen een gat in de lucht
|
[waren erg blij]
|
|
ze heeft een gaatje in haar hoofd
|
[is niet goed wijs]
|
|
daar is het gat van de deur!
|
[ga weg!]
|
|
een gat in de begroting
|
[begrotingstekort]
|
|
een gat in de dag slapen
|
[laat wakker worden]
|
|
iemand in de gaten houden
|
[scherp op hem letten]
|
|
tot het gaatje gaan
|
[tot het uiterste]
|
|
praatjes vullen geen gaatjes
|
[met mooie beloftes schieten we niets op]
|
|
in een gat vallen
|
[in een hopeloze situatie terechtkomen]
|
|
wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten
|
[als je iets doms doet, moet je boeten]
|
|
het in de gaten hebben
|
[het merken, weten hoe het zit]
|
|
hem in de gaten houden
|
[op hem letten]
|
|
als de dag van gisteren
|
[alsof het gisteren gebeurd is]
|
|
dag in, dag uit
|
[steeds, iedere dag]
|
|
ze loopt op alledag
|
[ze kan elk moment bevallen]
|
|
op zijn oude dag
|
[toen hij al oud was]
|
|
van de ene dag op de andere
|
[heel plotseling]
|
|
bij de dag leven
|
[niet nadenken over de toekomst]
|
|
het gesprek van de dag zijn
|
[het meest besproken onderwerp]
|
|
zijn dagen zijn geteld
|
[hij gaat bijna dood]
|
|
heden ten dage
|
[tegenwoordig, in deze tijd]
|
|
sinds jaar en dag
|
[al heel lang]
|
|
tot in lengte van dagen
|
[nog heel lang]
|
|
een man van de dag zijn
|
[vlak voor zijn dood staan]
|
|
de dag des oordeels
|
[de laatste dag van de wereld]
|
|
overgaan tot de orde van de dag
|
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
|
|
voor je oude dag zorgen
|
[sparen voor later]
|
|
ouden van dagen
|
[bejaarden]
|
|
pluk de dag!
|
[leef; geniet nu!]
|
|
vandaag de dag
|
[tegenwoordig]
|
|
je dag niet hebben
|
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
|
|
geen zorgen voor de dag van morgen
|
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
|
|
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
|
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
|
|
het is morgen weer vroeg dag
|
[we moeten vroeg op]
|
|
iets voor de dag halen
|
[het tevoorschijn halen]
|
|
goed voor de dag komen
|
[iets goeds presteren]
|
|
het is kort dag
|
[er is nog maar weinig tijd]
|
|
dag en nacht
|
[onophoudelijk]
|
|
een gat in de dag slapen
|
[lang uitslapen]
|
|
ermee voor de dag komen
|
[het zeggen]
|
|
voor dag en dauw
|
[heel vroeg]
|
|
een verschil van dag en nacht
|
[een groot verschil]
|
|
een gat in de markt
|
[iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is]
|
|
hij heeft een gat in zijn hand
|
[geeft teveel geld uit]
|
|
we sprongen een gat in de lucht
|
[waren erg blij]
|
|
ze heeft een gaatje in haar hoofd
|
[is niet goed wijs]
|
|
daar is het gat van de deur!
|
[ga weg!]
|
|
een gat in de begroting
|
[begrotingstekort]
|
|
een gat in de dag slapen
|
[laat wakker worden]
|
|
iemand in de gaten houden
|
[scherp op hem letten]
|
|
tot het gaatje gaan
|
[tot het uiterste]
|
|
praatjes vullen geen gaatjes
|
[met mooie beloftes schieten we niets op]
|
|
in een gat vallen
|
[in een hopeloze situatie terechtkomen]
|
|
wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten
|
[als je iets doms doet, moet je boeten]
|
|
het in de gaten hebben
|
[het merken, weten hoe het zit]
|
|
hem in de gaten houden
|
[op hem letten]
|
|
het schip is in de lucht gevlogen
|
[ontploft]
|
|
dat is uit de lucht gegrepen
|
[dat kun je niet bewijzen]
|
|
de kritiek was niet van de lucht
|
[er was veel kritiek]
|
|
het programma gaat de lucht in
|
[wordt uitgezonden]
|
|
een gat in de lucht springen
|
[heel blij zijn]
|
|
dat is uit de lucht gegrepen
|
[verzonnen, niet waar]
|
|
er hangt iets in de lucht
|
[er gaat iets gebeuren]
|
|
de kou is uit de lucht
|
[het conflict is voorbij]
|
|
dat is een slag in de lucht
|
[iets wat nergens op gebaseerd is]
|
|
iets in de lucht laten vliegen
|
[het opblazen]
|
|
een vliegtuig uit de lucht halen
|
[het neerschieten]
|
|
de lucht breekt
|
[de wolken gaan uiteen]
|
|
niet van de lucht zijn
|
[veel voorkomen]
|
|
er is geen vuiltje aan de lucht
|
[het is helemaal in orde]
|
|
in de open lucht
|
[buiten]
|
|
hij leeft van de lucht
|
[heeft weinig geld nodig]
|
|
we gaan een luchtje scheppen
|
[buiten lopen]
|
|
hij doet alsof zij lucht is
|
[alsof hij haar niet ziet]
|
|
het zit in de lucht
|
[iedereen heeft er last van]
|
|
frisse lucht
|
[de buitenlucht]
|
|
geen lucht krijgen
|
[moeilijk kunnen ademhalen]
|
|
een luchtje scheppen
|
[buiten een wandeling maken]
|
|
van de lucht leven
|
[heel sober]
|
|
van alle markten thuis zijn
|
[overal wat vanaf weten]
|
|
een gat in de markt
|
[een mogelijkheid om producten te verkopen]
|
|
goed in de markt liggen
|
[gevraagd, gewild zijn]
|
|
in de markt zijn voor iets
|
[gegadigde zijn]
|
|
een nerveuze markt
|
[met sterke schommelingen]
|
|
een open markt
|
[zonder invoerrechten en heffingen]
|
|
iets onder de markt verkopen
|
[onder de vastgestelde prijs]
|
|
de markt veroveren
|
[veel verkopen]
|
|
de zwarte markt
|
[clandestiene handel]
|
|
op de markt is uw gulden een daalder waard
|
[op de markt is alles goedkoper]
|
|
een gat in de markt
|
[iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is]
|
|
hij heeft een gat in zijn hand
|
[geeft teveel geld uit]
|
|
we sprongen een gat in de lucht
|
[waren erg blij]
|
|
ze heeft een gaatje in haar hoofd
|
[is niet goed wijs]
|
|
daar is het gat van de deur!
|
[ga weg!]
|
|
een gat in de begroting
|
[begrotingstekort]
|
|
een gat in de dag slapen
|
[laat wakker worden]
|
|
iemand in de gaten houden
|
[scherp op hem letten]
|
|
tot het gaatje gaan
|
[tot het uiterste]
|
|
praatjes vullen geen gaatjes
|
[met mooie beloftes schieten we niets op]
|
|
in een gat vallen
|
[in een hopeloze situatie terechtkomen]
|
|
wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten
|
[als je iets doms doet, moet je boeten]
|
|
het in de gaten hebben
|
[het merken, weten hoe het zit]
|
|
hem in de gaten houden
|
[op hem letten]
|
|
de handen uit de mouwen steken
|
[ijverig gaan werken]
|
|
je hand ophouden
|
[geld vragen]
|
|
de hand aan jezelf slaan
|
[zelfmoord plegen]
|
|
met harde hand optreden
|
[streng optreden]
|
|
een handje helpen
|
[even meehelpen]
|
|
dat ligt voor de hand
|
[dat is heel logisch]
|
|
iets achter de hand hebben
|
[in reserve hebben]
|
|
de hand over het hart strijken
|
[voor één keer minder streng zijn]
|
|
er de hand aan houden
|
[de voorschriften volgen]
|
|
in goede handen zijn
|
[goed verzorgd worden]
|
|
jezelf in de hand hebben
|
[je beheersen]
|
|
wat is er aan de hand?
|
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
|
|
zwaar op de hand zijn
|
[erg serieus of somber zijn]
|
|
er je hand niet voor omdraaien
|
[het niet moeilijk vinden om te doen]
|
|
een hand geven
|
[een hand drukken om te begroeten]
|
|
er de laatste hand aan leggen
|
[het juist afmaken]
|
|
handen te kort komen
|
[het heel druk hebben]
|
|
een gat in je hand hebben
|
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
|
|
de hand boven het hoofd houden
|
[verdedigen met woorden]
|
|
met de handen over elkaar zitten
|
[niets doen]
|
|
aan de beterende hand zijn
|
[langzaam genezen]
|
|
van de hand wijzen
|
[weigeren]
|
|
in de hand werken
|
[bevorderen]
|
|
er de hand op weten te leggen
|
[iets bijzonders kopen of krijgen]
|
|
de hand op de knip houden
|
[zuinig zijn, gierig zijn]
|
|
je handen thuishouden
|
[niet aankomen, niet slaan]
|
|
uit je hand eten
|
[precies doen wat je zegt]
|
|
twee handen op één buik zijn
|
[het altijd met elkaar eens zijn]
|
|
uit de hand lopen
|
[niet meer kunnen beheersen]
|
|
van de hand doen
|
[wegdoen, verkopen]
|
|
het hoofd boven water houden
|
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
|
|
het hoofd laten hangen
|
[de moed verliezen]
|
|
de handen dichtknijpen
|
[jezelf gelukkig prijzen]
|
|
bij de hand houden
|
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
|
|
een gebed zonder end
|
[er komt geen eind aan]
|
|
hem onder druk zetten
|
[proberen hem ergens toe te dwingen]
|
|
een gebied van hoge druk
|
[weer zonder bewolking en depressies]
|
|
de druk is van de ketel
|
[de grootste spanning is voorbij]
|
|
druk uitoefenen
|
[je invloed aanwenden om iets voor elkaar te krijgen]
|
|
hij is daar geboren en getogen
|
[geboren en opgegroeid]
|
|
een geboren metselaar
|
[een erg goede metselaar]
|
|
heb het hart niet!
|
[waag het niet!]
|
|
iemand een hart onder de riem steken
|
[hem moed inspreken]
|
|
het gaat me aan het hart
|
[ik vind het heel jammer]
|
|
met hart en ziel
|
[met veel inzet en overtuiging]
|
|
van harte
|
[gelukwens bij verjaardag of ander feest]
|
|
het hart klopte in mijn keel
|
[ik was erg bang]
|
|
iemand iets op het hart drukken
|
[met nadruk tegen hem zeggen]
|
|
het niet over je hart kunnen verkrijgen
|
[het alsmaar niet kunnen doen]
|
|
iets op je hart hebben
|
[ergens over willen praten, maar het niet durven]
|
|
je hart bij iemand uitstorten
|
[hem al je problemen vertellen]
|
|
een hart van goud hebben
|
[erg vriendelijk en behulpzaam zijn]
|
|
een klein hartje hebben
|
[niet veel durven]
|
|
er je hart aan kunnen ophalen
|
[er enorm van kunnen genieten]
|
|
hart voor de zaak hebben
|
[er erg je best voor doen]
|
|
iemand een warm hart toedragen
|
[hem erg aardig vinden]
|
|
iemand op het hart trappen
|
[hem pijn doen met wat je zegt]
|
|
het hart op de juiste plaats hebben
|
[graag iets voor anderen doen]
|
|
het hart hoog dragen
|
[trots zijn]
|
|
je hart vasthouden
|
[je zorgen maken over de afloop]
|
|
met kloppend hart
|
[volg angstige spanning]
|
|
met de hand op het hart iets beloven
|
[ernstig en eerlijk]
|
|
dat is een pak van mijn hart
|
[een zorg minder]
|
|
iets ter harte nemen
|
[er rekening mee houden]
|
|
een hart van steen hebben
|
[gemeen zijn, geen rekening houden met anderen]
|
|
geen hart hebben
|
[geen menselijk gevoel]
|
|
weinig, maar uit een goed hart
|
[weinig, maar ik geef het graag]
|
|
van je hart geen moordkuil maken
|
[ronduit zeggen wat je vindt en voelt]
|
|
een gebroken hart
|
[liefdesverdriet]
|
|
naar hartenlust
|
[zoveel als je wilt]
|
|
je hebt mijn hart gestolen
|
[ik ben verliefd op je]
|
|
het is tot een breuk gekomen tussen hen
|
[de vriendschap is verbroken]
|
|
je lacht je een breuk (populair)
|
[heel erg lachen]
|
|
een gecompliceerde breuk
|
[waarbij het bot door de huid steekt]
|
|
de tafel dekken
|
[er alles op zetten]
|
|
de verf dekt goed
|
[je kunt de onderlaag niet meer zien]
|
|
gedekte kleuren
|
[niet fel]
|
|
een gedekt kapsel
|
[kort geknipt]
|
|
een gedekte cheque
|
[waar voldoende geld voor op de rekening staat]
|
|
ervoor zorgen dat je gedekt bent
|
[dat je geen moeilijkheden krijgt]
|
|
een feestelijk tintje aan iets geven
|
[het een beetje feestelijk maken]
|
|
een gedekte tint
|
[die rustig is voor de ogen]
|
|
het beste paard van stal
|
[de beste persoon die erbij is]
|
|
het paard achter de wagen spannen
|
[het verkeerd aanpakken]
|
|
zij is over het paard getild
|
[verwend]
|
|
ik heb honger als een paard
|
[erg veel honger]
|
|
een gegeven paard mag je niet in de bek kijken
|
[je moet tevreden zijn met wat je krijgt]
|
|
het beste paard struikelt weleens
|
[iedereen maakt wel eens een fout]
|
|
hoog te paard zitten
|
[verwaand zijn]
|
|
man en paard noemen
|
[de namen van de betrokkenen]
|
|
de prins op het witte paard
|
[de ideale echtgenoot die langskomt]
|
|
je bent het beste paard van stal vergeten
|
[wanneer iemand overgeslagen is]
|
|
het paard van Troje
|
[een nagemaakt paard waarin de aanvallers zich verstopt hadden]
|
|
het paard van Troje binnenhalen
|
[je eigen ondergang bewerkstelligen]
|
|
op het verkeerde paard wedden
|
[een misrekening maken]
|
|
een ziekte komt te paard, en gaat te voet
|
[je hebt een ziekte snel, maar het genezen gaat langzaam]
|
|
een geheim agent
|
[een spion]
|
|
de geheime dienst
|
[overheidsdienst die in het geheim voor de veiligheid zorgt]
|
|
een geheime agenda hebben
|
[andere bedoelingen hebben dan je voorgeeft]
|
|
een geheim telefoonnummer
|
[dat niet in het telefoonboek staat]
|
|
dat ligt nog vers in mijn geheugen
|
[dat weet ik nog heel goed]
|
|
het geheugen van een computer
|
[waar gegevens in worden opgeslagen]
|
|
een geheugen als een ijzeren pot
|
[een heel goed geheugen]
|
|
zo lek als een zeef
|
[heel erg lek]
|
|
een geheugen als een zeef hebben
|
[een zeer slecht geheugen]
|
|
iedere gek heeft z'n gebrek
|
[niemand is volmaakt]
|
|
iemand voor de gek houden
|
[voor de grap tegen hem liegen]
|
|
een jongensgek
|
[een meisje dat dol is op jongens]
|
|
voor gek staan
|
[jezelf belachelijk maken]
|
|
één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden
|
[er zijn vragen waarop je geen zinnig antwoord kunt geven]
|
|
al te goed is buurmans gek
|
[wees niet te behulpzaam, want mensen maken daar misbruik van]
|
|
voor gek lopen
|
[er bespottelijk uitzien]
|
|
zoveel als de gek ervoor geeft
|
[zoveel als iemand wil bieden]
|
|
één gek kan meer vragen, dan tien wijzen kunnen beantwoorden
|
[op veel vragen is geen verstandig antwoord mogelijk]
|
|
hij kan bergen verzetten
|
[heel veel werk doen]
|
|
ik zie er als een berg tegenop
|
[ik zie er heel erg tegenop]
|
|
hij beloofde ons gouden bergen
|
[de prachtigste dingen]
|
|
een geloof dat bergenkan verzetten
|
[waaruit je veel kracht kunt putten]
|
|
als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg naar Mohammed
|
[als je initiatief neemt, maar dat eigenlijk van de andere partij had verwacht]
|
|
van een molshoop een berg maken
|
[een zaak enorm opblazen]
|
|
de berg heeft een muis gebaard
|
[schamper commentaar als alle drukte op niets uitloopt]
|
|
de haren rijzen mij te berge
|
[ik ben erg verontwaardigd]
|
|
hij heeft altijd geluk
|
[het pakt altijd goed voor hem uit]
|
|
op goed geluk
|
[in de hoop dat het per ongeluk goed zou zijn]
|
|
het is een geluk dat jij de weg weet
|
[het komt goed uit]
|
|
een geluk bij een ongeluk
|
[er gebeurt iets ergs, maar daar zit ook een goede kant aan]
|
|
een gemakkelijke stoel
|
[waar je gemakkelijk in kunt zitten]
|
|
ik val van mijn stoel van verbazing
|
[ik ben heel erg verbaasd]
|
|
het niet onder stoelen of banken steken
|
[er geen geheim van maken]
|
|
voor stoelen en banken praten
|
[terwijl er niet wordt geluisterd]
|
|
een luie stoel
|
[waarin je kunt luieren]
|
|
op het puntje van zijn stoel zitten
|
[scherp opletten]
|
|
op andermans stoel gaan zitten
|
[zich geestelijk in hem verplaatsen]
|
|
dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan
|
[als iemand lichtvaardig praat over een moeilijke klus]
|
|
jij hebt gemakkelijk praten
|
[voor jou ligt de zaak heel anders]
|
|
hij spreekt gemakkelijk
|
[vlot en zonder stotteren]
|
|
maak het je gemakkelijk
|
[ga lekker zitten]
|
|
een gemakkelijke stoel
|
[waarin je kunt luieren]
|
|
het zich gemakkelijk maken
|
[minder moeite voor iets doen dan eigenlijk zou moeten]
|
|
mijn vader is niet gemakkelijk
|
[hij is lastig in de omgang]
|
|
een gematigd persoon
|
[niet overdreven in zijn denken en doen]
|
|
een gematigd klimaat
|
[niet al te koud of al te warm]
|
|
2120
|
2120
|
|
de generale repetitie
|
[laatste repetitie voor de uitvoering]
|
|
een generaal pardon
|
[een regeling waarbij iedereen die een aantal jaren in het land is, mag blijven]
|
|
een generale repetitie
|
[laatste proefuitvoering voor de uitvoering zelf]
|
|
de generale staf
|
[de algemene leiding van het leger]
|
|
een gepeperde rekening
|
[een erg hoge rekening]
|
|
gepeperde taal
|
[erg grove taal]
|
|
een gerechtelijk vooronderzoek
|
[het eerste onderzoek van justitie naar een strafbaar feit]
|
|
een gerust geweten hebben
|
[vinden dat je onschuldig bent]
|
|
ergens gerust op zijn
|
[er vertrouwen in hebben]
|
|
hij zit met de gebakken peren
|
[moet de moeilijkheden oplossen]
|
|
een geschikte peer
|
[een geschikte vent]
|
|
een gesloten beroep
|
[waar niet iedereen vrij kan toetreden]
|
|
met gesloten beurs betalen
|
[zonder dat er geld aan te pas komt]
|
|
een gesloten boek
|
[een afgesloten periode]
|
|
voor een gesloten deur staan
|
[niemand thuis treffen]
|
|
hermetisch gesloten
|
[zonder dat er lucht bij kan]
|
|
in gesloten gelederen
|
[eensgezind]
|
|
zo gesloten als een oester (het graf)
|
[heel erg gesloten]
|
|
hij is een gesloten boek voor mij
|
[hij laat zijn gevoelens niet blijken]
|
|
een gesloten circuit
|
[zonder onderbreking]
|
|
een gesloten lettergreep
|
[die op een medeklinker eindigt]
|
|
een gesloten vraag
|
[waarbij maar een beperkt aantal antwoorden mogelijk is]
|
|
een gesloten beroep
|
[waar niet iedereen vrij kan toetreden]
|
|
met gesloten beurs betalen
|
[zonder dat er geld aan te pas komt]
|
|
een gesloten boek
|
[een afgesloten periode]
|
|
voor een gesloten deur staan
|
[niemand thuis treffen]
|
|
hermetisch gesloten
|
[zonder dat er lucht bij kan]
|
|
in gesloten gelederen
|
[eensgezind]
|
|
zo gesloten als een oester (het graf)
|
[heel erg gesloten]
|
|
hij is een gesloten boek voor mij
|
[hij laat zijn gevoelens niet blijken]
|
|
een gesloten circuit
|
[zonder onderbreking]
|
|
een gesloten lettergreep
|
[die op een medeklinker eindigt]
|
|
een gesloten vraag
|
[waarbij maar een beperkt aantal antwoorden mogelijk is]
|
|
een gesloten beroep
|
[waar niet iedereen vrij kan toetreden]
|
|
met gesloten beurs betalen
|
[zonder dat er geld aan te pas komt]
|
|
een gesloten boek
|
[een afgesloten periode]
|
|
voor een gesloten deur staan
|
[niemand thuis treffen]
|
|
hermetisch gesloten
|
[zonder dat er lucht bij kan]
|
|
in gesloten gelederen
|
[eensgezind]
|
|
zo gesloten als een oester (het graf)
|
[heel erg gesloten]
|
|
hij is een gesloten boek voor mij
|
[hij laat zijn gevoelens niet blijken]
|
|
een gesloten lettergreep
|
[die op een medeklinker eindigt]
|
|
een gesloten vraag
|
[waarbij maar een beperkt aantal antwoorden mogelijk is]
|
|
een gesprek op hoog niveau
|
[tussen belangrijke mensen of over belangrijke dingen]
|
|
dat voert te ver
|
[dat gaat te ver, dan dwalen we te veel af]
|
|
iemand voeren
|
[dingen zeggen terwijl je weet dat hij er boos door wordt]
|
|
hem dronken voeren
|
[teveel alcohol laten drinken]
|
|
oorlog voeren
|
[in oorlog zijn]
|
|
het woord voeren
|
[iets zeggen]
|
|
een gesprek voeren
|
[ergens over praten]
|
|
een gevaar signaleren
|
[zeggen dat iets gevaarlijk is]
|
|
een gevecht op leven en dood
|
[het ging erom of je bleef leven of niet]
|
|
een gevleugelde uitdrukking
|
[die iedereen kent]
|
|
gevleugelde woorden
|
[treffende woorden, die op spreuken lijken]
|
|
een gevoelige knauw krijgen
|
[schade aan gezondheid of bezittingen oplopen]
|
|
een gevoelige snaar raken
|
[iemand treffen door over een gevoelige zaak te beginnen]
|
|
een gevoelige snaar raken
|
[over een pijnlijk onderwerp beginnen]
|
|
alle snaren zijn gespannen
|
[alles is voorbereid]
|
|
alles op haren en snaren zetten
|
[alles doen om je doel te bereiken]
|
|
een gevoelige knauw krijgen
|
[schade aan gezondheid of bezittingen oplopen]
|
|
een gevoelige snaar raken
|
[iemand treffen door over een gevoelige zaak te beginnen]
|
|
geen man meer hebben
|
[weduwe zijn]
|
|
aan de man komen
|
[trouwen]
|
|
de liefde van de man gaat door de maag
|
[mannen verleid je met lekker eten]
|
|
hij is er de man niet naar
|
[zo is hij niet]
|
|
hij staat zijn mannetje wel
|
[kan zich goed verdedigen]
|
|
een man een man, een woord een woord
|
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
|
|
hij is mans genoeg
|
[flink genoeg]
|
|
hij is heel wat mans
|
[kan heel wat en is niet gauw bang]
|
|
de man met de hamer
|
[vermoeidheid of een morele inzinking]
|
|
ik ben je man
|
[ik sta tot je beschikking]
|
|
een man van de klok zijn
|
[altijd op tijd zijn]
|
|
een sterke man
|
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
|
|
een man van de wereld zijn
|
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
|
|
de man met de zeis
|
[de dood]
|
|
iets aan de man brengen
|
[het verkopen]
|
|
er is geen man overboord
|
[er is niets ernstigs gebeurd]
|
|
man en paard noemen
|
[niets verzwijgen]
|
|
een gewaarschuwd man telt voor twee
|
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
|
|
als één man
|
[allemaal tegelijk]
|
|
de kleine man
|
[de mensen met een laag inkomen]
|
|
het op de man af vragen
|
[rechtstreeks]
|
|
kleren maken de man
|
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
|
|
met man en muis vergaan
|
[met alle opvarenden]
|
|
dan is er nog geen man overboord
|
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
|
|
man en paard noemen
|
[de namen van de betrokkenen geven]
|
|
anderhalve man en een paardenkop
|
[bijna niemand]
|
|
op de man spelen
|
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
|
|
iets tot de laatste man verdedigen
|
[tot het uiterste]
|
|
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
|
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
|
|
een gewapende overval
|
[met wapens]
|
|
gewapend beton
|
[versterkt met ijzeren staven]
|
|
een geweldsspiraal
|
[een ontwikkeling die het geweld erger laat worden]
|
|
een negatieve spiraal
|
[een ontwikkeling die iets kwalijks in stand houdt]
|
|
een gewillig werktuig zijn
|
[zich laten gebruiken]
|
|
een gezicht als een masker
|
[je kunt niet zien wat hij denkt of voelt]
|
|
met een stalen gezicht
|
[zonder gevoel te tonen]
|
|
dat geeft scheve gezichten
|
[het maakt anderen jaloers]
|
|
een raar gezicht trekken
|
[spieren in je gezicht bewegen]
|
|
op het eerste gezicht
|
[als je er voor het eerst mee te maken krijgt]
|
|
iemand van gezicht kennen
|
[wel weten hoe hij eruitziet, maar meer niet]
|
|
iemand uit het gezicht verliezen
|
[niet meer weten waar hij is]
|
|
het recht in zijn gezicht zeggen
|
[zonder er omheen te draaien]
|
|
even je gezicht laten zien
|
[er kort op bezoek gaan]
|
|
het gezicht verliezen
|
[blind worden]
|
|
géén gezicht!
|
[niet om aan te zien, erg lelijk]
|
|
een klap in het gezicht
|
[een grove belediging]
|
|
op je gezicht gaan
|
[afgaan, mislukken]
|
|
een gezicht als een oorwurm
|
[boos en ontevreden]
|
|
een gezicht van oude lappen
|
[huilerig en lelijk]
|
|
iemand met twee gezichten
|
[een schijnheilig iemand]
|
|
op het eerste gezicht
|
[als je er voor het eerst naar kijkt]
|
|
het is géén gezicht
|
[het ziet er heel raar uit]
|
|
de trein verdween uit het gezicht
|
[ik zag hem niet meer]
|
|
je gezicht verliezen
|
[iets doen waardoor je je goede naam kwijtraakt]
|
|
een lap tekst
|
[een lange tekst]
|
|
een gezicht van oude lappen
|
[huilerig en ontevreden]
|
|
dat werkt als een rode lap op een stier
|
[dat wekt alleen maar woede op]
|
|
dat werkt op hem als een rode lap op een stier
|
[hij wordt er woedend van]
|
|
iemand voor het lapje houden
|
[voor de gek houden]
|
|
met een stalen gezicht
|
[zonder gevoel te tonen]
|
|
dat geeft scheve gezichten
|
[het maakt anderen jaloers]
|
|
een raar gezicht trekken
|
[spieren in je gezicht bewegen]
|
|
op het eerste gezicht
|
[als je er voor het eerst mee te maken krijgt]
|
|
iemand van gezicht kennen
|
[wel weten hoe hij eruitziet, maar meer niet]
|
|
iemand uit het gezicht verliezen
|
[niet meer weten waar hij is]
|
|
het recht in zijn gezicht zeggen
|
[zonder er omheen te draaien]
|
|
even je gezicht laten zien
|
[er kort op bezoek gaan]
|
|
het gezicht verliezen
|
[blind worden]
|
|
géén gezicht!
|
[niet om aan te zien, erg lelijk]
|
|
een klap in het gezicht
|
[een grove belediging]
|
|
op je gezicht gaan
|
[afgaan, mislukken]
|
|
een gezicht als een oorwurm
|
[boos en ontevreden]
|
|
een gezicht van oude lappen
|
[huilerig en lelijk]
|
|
iemand met twee gezichten
|
[een schijnheilig iemand]
|
|
op het eerste gezicht
|
[als je er voor het eerst naar kijkt]
|
|
het is géén gezicht
|
[het ziet er heel raar uit]
|
|
de trein verdween uit het gezicht
|
[ik zag hem niet meer]
|
|
je gezicht verliezen
|
[iets doen waardoor je je goede naam kwijtraakt]
|
|
een giftige tong
|
[iemand die kwaadspreekt]
|
|
een giftige opmerking
|
[een opmerking bedoeld om iemand pijn te doen]
|
|
te diep in het glaasje gekeken hebben
|
[te veel gedronken hebben]
|
|
je eigen glazen ingooien
|
[de zaak voor jezelf verknoeien]
|
|
daar heb je het gedonder in de glazen
|
[daar begint de ellende]
|
|
het glas heffen
|
[toasten]
|
|
een glaasje te veel op hebben
|
[dronken zijn]
|
|
een storm in een glas water
|
[veel ophef over iets onbelangrijks]
|
|
zich op glad ijs begeven
|
[een moeilijk onderwerp aansnijden]
|
|
zo glad als een aal
|
[heel slim en geslepen]
|
|
een gladde jongen
|
[een sluwe jongen]
|
|
dat zal hem niet glad zitten
|
[dat zal hem tegenvallen]
|
|
nogal glad
|
[dat ligt voor de hand]
|
|
een gladde tong hebben
|
[goed kunnen praten]
|
|
er werd op grote schaal gespijbeld
|
[heel vaak, door veel leerlingen]
|
|
op schaal natekenen
|
[groter of kleiner tekenen, maar zo dat de verhoudingen kloppen]
|
|
een glijdende schaal
|
[die geleidelijk afloopt]
|
|
de schaal van Richter
|
[norm voor de kracht van aardbevingen]
|
|
dat legt gewicht in de schaal
|
[dat is belangrijk, heeft invloed]
|
|
er gloeiend bij zijn
|
[niet meer kunnen ontkomen]
|
|
een gloeiende hekel aan iemand hebben
|
[een verschrikkelijke weerzin]
|
|
een goed begin is het halve werk
|
[als je ergens goed mee begint, is de rest niet moeilijk meer]
|
|
begin mei
|
[in de eerste dagen van mei]
|
|
in het begin bleef ik thuis
|
[eerst bleef ik thuis]
|
|
als ik het goed heb
|
[als ik me niet vergis]
|
|
het is mij goed
|
[ik heb er niets tegen]
|
|
het is wel goed met jou
|
[ik neem je niet meer serieus]
|
|
zo goed en zo kwaad als het gaat
|
[zo primitief als het gaat]
|
|
zo goed als nieuw
|
[vrijwel nieuw]
|
|
voor de goede orde
|
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
|
|
goed en wel
|
[nauwelijks, nog maar net]
|
|
alles goed en wel, maar ...
|
[laat dat zo zijn, maar ...]
|
|
dat zit wel goed
|
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
|
|
goed zo!
|
[uiting van waardering]
|
|
niet goed bij zijn verstand zijn
|
[gek zijn]
|
|
hou je goed!
|
[afscheidsgroet]
|
|
zich goed houden
|
[zich niet door emoties laten meeslepen]
|
|
het goed maken
|
[gezond zijn, in welstand verkeren]
|
|
niet goed worden
|
[misselijk worden]
|
|
ik word er niet goed van!
|
[uitroep van ergernis]
|
|
dat is nergens goed voor
|
[dat heeft geen zin]
|
|
waar is dat goed voor?
|
[wat heeft het voor zin?]
|
|
met goed gevolg
|
[met succes]
|
|
goed aangeschreven staan
|
[gunstig bekend staan]
|
|
goed af zijn
|
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
|
|
in een goed blaadje staan bij iemand
|
[hij waardeert je erg]
|
|
goed boeren
|
[er zakelijk gunstig voorstaan]
|
|
goed voor de dag komen
|
[een goede indruk maken]
|
|
eind goed, al goed
|
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
|
|
goed geld naar kwaad geld gooien
|
[geld steken in een hopeloze onderneming]
|
|
op goed geluk
|
[op de gok]
|
|
de goede kanten van iets zien
|
[de positieve gevolgen]
|
|
net goed!
|
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
|
|
goede papieren hebben
|
[veel kans maken]
|
|
een goede partij
|
[een passende huwelijkspartner]
|
|
een goede ruil doen
|
[meer ontvangen dan je geeft]
|
|
goed wegkomen
|
[met voordeel]
|
|
er geen goed woord voor overhebben
|
[het absoluut verwerpelijk vinden]
|
|
een goed woordje voor iemand doen
|
[hem aanbevelen, verdedigen]
|
|
dat valt in goede aarde
|
[daar is iedereen het mee eens]
|
|
het ga je goed
|
[groet bij een definitief afscheid]
|
|
die goeie, oude tijd
|
[het verleden is beter dan het heden]
|
|
ik weet het goed gemaakt
|
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
|
|
we zitten hier goed
|
[we wonen hier prettig]
|
|
in goede aarde vallen
|
[welkom zijn]
|
|
goed blijven
|
[niet bederven]
|
|
goed gebekt zijn
|
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
|
|
dat heb je goed geschoten
|
[dat heb je goed voor elkaar]
|
|
niet half zo goed
|
[lang niet zo goed]
|
|
een goed heenkomen zoeken
|
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
|
|
uit het goede hout gesneden zijn
|
[geschikt zijn]
|
|
goed beslagen ten ijs komen
|
[goed voorbereid zijn]
|
|
in goeden doen zijn
|
[veel geld hebben]
|
|
kort en goed
|
[direct en zonder omhaal]
|
|
nou goed?
|
[heb je nu je zin?]
|
|
goede raad is duur
|
[gezegd als je geen oplossing weet]
|
|
goede waar verkoopt zich zelf
|
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
|
|
een goed doel
|
[een liefdadige bestemming]
|
|
daar sta je dan met je goeie gedrag
|
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
|
|
te goeder trouw zijn
|
[oprecht en eerlijk zijn]
|
|
goed bij zijn
|
[slim zijn]
|
|
goed in zijn geld zitten
|
[rijk zijn]
|
|
goed op elkaar ingespeeld zijn
|
[goed kunnen samenwerken]
|
|
goed ingevoerd zijn
|
[goed op de hoogte zijn]
|
|
goed bij kas zitten
|
[voldoende geld hebben]
|
|
goed in de markt liggen
|
[gevraagd, gewild zijn]
|
|
het er goed van nemen
|
[veel consumeren]
|
|
goed van pas komen
|
[nuttig zijn]
|
|
niet goed snik zijn
|
[gek zijn]
|
|
goed van de tongriem gesneden zijn
|
[goed kunnen praten]
|
|
goed uitgeslapen zijn
|
[pittig, oplettend zijn]
|
|
goed vertegenwoordigd zijn
|
[met een behoorlijk aantal]
|
|
goed van vertrouwen zijn
|
[lichtgelovig]
|
|
het goed kunnen vinden met iemand
|
[goed met hem kunnen opschieten]
|
|
goed in het vlees zitten
|
[niet mager zijn]
|
|
als goede vrienden uit elkaar gaan
|
[scheiden zonder ruzie]
|
|
er goed bij zitten
|
[in een luxueus huis]
|
|
goede zaken doen
|
[veel geld verdienen]
|
|
een goed uur
|
[ruim een uur]
|
|
een goed hart hebben
|
[vriendelijk van aard zijn]
|
|
het goed voor hebben met iemand
|
[hem willen helpen]
|
|
een goed onthaal krijgen
|
[welkom zijn]
|
|
te goed zijn voor deze wereld
|
[te goed van vertrouwen zijn]
|
|
in goede handen zijn
|
[goed verzorgd worden]
|
|
een goede verliezer zijn
|
[je verlies waardig kunnen dragen]
|
|
goed en wel was hij thuis ....
|
[nauwelijks was hij thuis ....]
|
|
zo goed als nieuw
|
[bijna nieuw]
|
|
zich te goed doen aan iets
|
[er volop van genieten]
|
|
goeie genade!
|
[uitroep van schrik of ergernis]
|
|
iets te goed houden
|
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
|
|
nou wordt ie goed!
|
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
|
|
iets te goed hebben
|
[te vorderen, te verwachten]
|
|
Goede Vrijdag
|
[de vrijdag voor Pasen]
|
|
als ik het goed heb
|
[als ik me niet vergis]
|
|
het is mij goed
|
[ik heb er niets tegen]
|
|
het is wel goed met jou
|
[ik neem je niet meer serieus]
|
|
zo goed en zo kwaad als het gaat
|
[zo primitief als het gaat]
|
|
zo goed als nieuw
|
[vrijwel nieuw]
|
|
voor de goede orde
|
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
|
|
goed en wel
|
[nauwelijks, nog maar net]
|
|
alles goed en wel, maar ...
|
[laat dat zo zijn, maar ...]
|
|
dat zit wel goed
|
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
|
|
goed zo!
|
[uiting van waardering]
|
|
niet goed bij zijn verstand zijn
|
[gek zijn]
|
|
hou je goed!
|
[afscheidsgroet]
|
|
zich goed houden
|
[zich niet door emoties laten meeslepen]
|
|
het goed maken
|
[gezond zijn, in welstand verkeren]
|
|
niet goed worden
|
[misselijk worden]
|
|
ik word er niet goed van!
|
[uitroep van ergernis]
|
|
dat is nergens goed voor
|
[dat heeft geen zin]
|
|
waar is dat goed voor?
|
[wat heeft het voor zin?]
|
|
met goed gevolg
|
[met succes]
|
|
goed aangeschreven staan
|
[gunstig bekend staan]
|
|
goed af zijn
|
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
|
|
in een goed blaadje staan bij iemand
|
[hij waardeert je erg]
|
|
goed boeren
|
[er zakelijk gunstig voorstaan]
|
|
goed voor de dag komen
|
[een goede indruk maken]
|
|
eind goed, al goed
|
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
|
|
goed geld naar kwaad geld gooien
|
[geld steken in een hopeloze onderneming]
|
|
op goed geluk
|
[op de gok]
|
|
de goede kanten van iets zien
|
[de positieve gevolgen]
|
|
net goed!
|
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
|
|
goede papieren hebben
|
[veel kans maken]
|
|
een goede partij
|
[een passende huwelijkspartner]
|
|
een goede ruil doen
|
[meer ontvangen dan je geeft]
|
|
goed wegkomen
|
[met voordeel]
|
|
er geen goed woord voor overhebben
|
[het absoluut verwerpelijk vinden]
|
|
een goed woordje voor iemand doen
|
[hem aanbevelen, verdedigen]
|
|
dat valt in goede aarde
|
[daar is iedereen het mee eens]
|
|
het ga je goed
|
[groet bij een definitief afscheid]
|
|
die goeie, oude tijd
|
[het verleden is beter dan het heden]
|
|
ik weet het goed gemaakt
|
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
|
|
we zitten hier goed
|
[we wonen hier prettig]
|
|
in goede aarde vallen
|
[welkom zijn]
|
|
goed blijven
|
[niet bederven]
|
|
goed gebekt zijn
|
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
|
|
dat heb je goed geschoten
|
[dat heb je goed voor elkaar]
|
|
niet half zo goed
|
[lang niet zo goed]
|
|
een goed heenkomen zoeken
|
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
|
|
uit het goede hout gesneden zijn
|
[geschikt zijn]
|
|
goed beslagen ten ijs komen
|
[goed voorbereid zijn]
|
|
in goeden doen zijn
|
[veel geld hebben]
|
|
kort en goed
|
[direct en zonder omhaal]
|
|
nou goed?
|
[heb je nu je zin?]
|
|
goede raad is duur
|
[gezegd als je geen oplossing weet]
|
|
goede waar verkoopt zich zelf
|
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
|
|
een goed doel
|
[een liefdadige bestemming]
|
|
daar sta je dan met je goeie gedrag
|
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
|
|
te goeder trouw zijn
|
[oprecht en eerlijk zijn]
|
|
goed bij zijn
|
[slim zijn]
|
|
goed in zijn geld zitten
|
[rijk zijn]
|
|
goed op elkaar ingespeeld zijn
|
[goed kunnen samenwerken]
|
|
goed ingevoerd zijn
|
[goed op de hoogte zijn]
|
|
goed bij kas zitten
|
[voldoende geld hebben]
|
|
goed in de markt liggen
|
[gevraagd, gewild zijn]
|
|
het er goed van nemen
|
[veel consumeren]
|
|
goed van pas komen
|
[nuttig zijn]
|
|
niet goed snik zijn
|
[gek zijn]
|
|
goed van de tongriem gesneden zijn
|
[goed kunnen praten]
|
|
goed uitgeslapen zijn
|
[pittig, oplettend zijn]
|
|
goed vertegenwoordigd zijn
|
[met een behoorlijk aantal]
|
|
goed van vertrouwen zijn
|
[lichtgelovig]
|
|
het goed kunnen vinden met iemand
|
[goed met hem kunnen opschieten]
|
|
goed in het vlees zitten
|
[niet mager zijn]
|
|
als goede vrienden uit elkaar gaan
|
[scheiden zonder ruzie]
|
|
er goed bij zitten
|
[in een luxueus huis]
|
|
goede zaken doen
|
[veel geld verdienen]
|
|
een goed uur
|
[ruim een uur]
|
|
een goed hart hebben
|
[vriendelijk van aard zijn]
|
|
het goed voor hebben met iemand
|
[hem willen helpen]
|
|
een goed onthaal krijgen
|
[welkom zijn]
|
|
te goed zijn voor deze wereld
|
[te goed van vertrouwen zijn]
|
|
in goede handen zijn
|
[goed verzorgd worden]
|
|
een goede verliezer zijn
|
[je verlies waardig kunnen dragen]
|
|
goed en wel was hij thuis ....
|
[nauwelijks was hij thuis ....]
|
|
zo goed als nieuw
|
[bijna nieuw]
|
|
goeie genade!
|
[uitroep van schrik of ergernis]
|
|
iets te goed houden
|
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
|
|
nou wordt ie goed!
|
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
|
|
iets te goed hebben
|
[te vorderen, te verwachten]
|
|
Goede Vrijdag
|
[de vrijdag voor Pasen]
|
|
een goed omlijnd plan
|
[duidelijk uitgewerkt]
|
|
als ik het goed heb
|
[als ik me niet vergis]
|
|
het is mij goed
|
[ik heb er niets tegen]
|
|
het is wel goed met jou
|
[ik neem je niet meer serieus]
|
|
zo goed en zo kwaad als het gaat
|
[zo primitief als het gaat]
|
|
zo goed als nieuw
|
[vrijwel nieuw]
|
|
voor de goede orde
|
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
|
|
goed en wel
|
[nauwelijks, nog maar net]
|
|
alles goed en wel, maar ...
|
[laat dat zo zijn, maar ...]
|
|
dat zit wel goed
|
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
|
|
goed zo!
|
[uiting van waardering]
|
|
niet goed bij zijn verstand zijn
|
[gek zijn]
|
|
hou je goed!
|
[afscheidsgroet]
|
|
zich goed houden
|
[zich niet door emoties laten meeslepen]
|
|
het goed maken
|
[gezond zijn, in welstand verkeren]
|
|
niet goed worden
|
[misselijk worden]
|
|
ik word er niet goed van!
|
[uitroep van ergernis]
|
|
dat is nergens goed voor
|
[dat heeft geen zin]
|
|
waar is dat goed voor?
|
[wat heeft het voor zin?]
|
|
met goed gevolg
|
[met succes]
|
|
goed aangeschreven staan
|
[gunstig bekend staan]
|
|
goed af zijn
|
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
|
|
in een goed blaadje staan bij iemand
|
[hij waardeert je erg]
|
|
goed boeren
|
[er zakelijk gunstig voorstaan]
|
|
goed voor de dag komen
|
[een goede indruk maken]
|
|
eind goed, al goed
|
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
|
|
goed geld naar kwaad geld gooien
|
[geld steken in een hopeloze onderneming]
|
|
op goed geluk
|
[op de gok]
|
|
de goede kanten van iets zien
|
[de positieve gevolgen]
|
|
net goed!
|
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
|
|
goede papieren hebben
|
[veel kans maken]
|
|
een goede partij
|
[een passende huwelijkspartner]
|
|
een goede ruil doen
|
[meer ontvangen dan je geeft]
|
|
goed wegkomen
|
[met voordeel]
|
|
er geen goed woord voor overhebben
|
[het absoluut verwerpelijk vinden]
|
|
een goed woordje voor iemand doen
|
[hem aanbevelen, verdedigen]
|
|
dat valt in goede aarde
|
[daar is iedereen het mee eens]
|
|
het ga je goed
|
[groet bij een definitief afscheid]
|
|
die goeie, oude tijd
|
[het verleden is beter dan het heden]
|
|
ik weet het goed gemaakt
|
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
|
|
we zitten hier goed
|
[we wonen hier prettig]
|
|
het hele stel
|
[iedereen of alles]
|
|
een goed stel hersens hebben
|
[intelligent zijn]
|
|
op stel en sprong
|
[meteen]
|
|
je hersens pijnigen
|
[je best doen om je iets te herinneren]
|
|
hoe haal je het in je hersens!
|
[hoe kun je zo dom zijn, of: hoe durf je!]
|
|
een goed tehuis zoeken (voor een dier)
|
[een goed onderdak]
|
|
een goed uiteinde
|
[prettige oudejaarsavond]
|
|
als ik het goed heb
|
[als ik me niet vergis]
|
|
het is mij goed
|
[ik heb er niets tegen]
|
|
het is wel goed met jou
|
[ik neem je niet meer serieus]
|
|
zo goed en zo kwaad als het gaat
|
[zo primitief als het gaat]
|
|
zo goed als nieuw
|
[vrijwel nieuw]
|
|
voor de goede orde
|
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
|
|
goed en wel
|
[nauwelijks, nog maar net]
|
|
alles goed en wel, maar ...
|
[laat dat zo zijn, maar ...]
|
|
dat zit wel goed
|
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
|
|
goed zo!
|
[uiting van waardering]
|
|
niet goed bij zijn verstand zijn
|
[gek zijn]
|
|
hou je goed!
|
[afscheidsgroet]
|
|
zich goed houden
|
[zich niet door emoties laten meeslepen]
|
|
het goed maken
|
[gezond zijn, in welstand verkeren]
|
|
niet goed worden
|
[misselijk worden]
|
|
ik word er niet goed van!
|
[uitroep van ergernis]
|
|
dat is nergens goed voor
|
[dat heeft geen zin]
|
|
waar is dat goed voor?
|
[wat heeft het voor zin?]
|
|
met goed gevolg
|
[met succes]
|
|
goed aangeschreven staan
|
[gunstig bekend staan]
|
|
goed af zijn
|
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
|
|
in een goed blaadje staan bij iemand
|
[hij waardeert je erg]
|
|
goed boeren
|
[er zakelijk gunstig voorstaan]
|
|
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
|
[niet precies zo]
|
|
hem aan het woord laten
|
[hem de anderen toe laten spreken]
|
|
met andere woorden
|
[anders gezegd]
|
|
er geen woorden voor hebben
|
[het heel goed of heel erg vinden]
|
|
je haalt me de woorden uit de mond
|
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
|
|
er geen woorden aan vuil willen maken
|
[er niet over willen spreken]
|
|
hij had het hoogste woord
|
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
|
|
het hoge woord komt eruit
|
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
|
|
met twee woorden spreken
|
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
|
|
iemand woorden in de mond leggen
|
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
|
|
het laatste woord willen hebben
|
[er als laatste iets over willen beslissen]
|
|
van het ene woord kwam het andere
|
[het ontaardde in ruzie]
|
|
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
|
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
|
|
geen woorden maar daden
|
[we hebben niets aan praatjes alleen]
|
|
ergens geen woorden voor hebben
|
[het niet kunnen uitleggen]
|
|
dat is geen woord teveel gezegd
|
[dat is niet overdreven]
|
|
woorden hebben
|
[ruzie hebben]
|
|
holle woorden
|
[zonder inhoud]
|
|
het hoogste woord hebben
|
[druk en zelfbewust praten]
|
|
let op mijn woorden!
|
[dat zal zeker gebeuren]
|
|
woorden schieten tekort
|
[het is niet in woorden uit te drukken]
|
|
met twee woorden spreken
|
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
|
|
woord voor woord
|
[volledig en precies]
|
|
je woorden wegen
|
[zorgvuldig formuleren]
|
|
ik geloof je op je woord
|
[omdat je het zegt]
|
|
woord houden
|
[doen wat je beloofd hebt]
|
|
iemand aan zijn woord houden
|
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
|
|
een man van zijn woord
|
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
|
|
een man een man, een woord een woord
|
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
|
|
iemand aan het woord laten
|
[laten uitspreken]
|
|
het woord voeren
|
[spreken]
|
|
zijn woordje kunnen doen
|
[zich goed kunnen uitdrukken]
|
|
het woord richten tot iemand
|
[hem toespreken]
|
|
iemand te woord staan
|
[hem aanhoren]
|
|
een goed woordje voor hem doen
|
[hem aanbevelen]
|
|
een vies woord
|
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
|
|
niet uit je woorden kunnen komen
|
[er niet in slagen het te zeggen]
|
|
hem op zijn woord geloven
|
[hij hoeft het niet te bewijzen]
|
|
een hartig woordje spreken met iemand
|
[hem zeggen wat je vindt]
|
|
er was geen woord tussen te krijgen
|
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
|
|
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
|
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
|
|
enkele woorden wisselen
|
[met elkaar spreken]
|
|
een aardig woordje Engels spreken
|
[die taal goed beheersen]
|
|
altijd het laatste woord willen hebben
|
[altijd nog iets willen toevoegen]
|
|
de daad bij het woord voegen
|
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
|
|
daar is geen woord Frans bij
|
[dat is heel duidelijk]
|
|
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
|
[die zaak is nog niet afgehandeld]
|
|
woorden hebben
|
[ruzie hebben]
|
|
een boterham met tevredenheid
|
[brood zonder boter en beleg]
|
|
een goede boterham verdienen
|
[een baan hebben die goed betaalt]
|
|
vers van de pers
|
[net gedrukt]
|
|
een goede pers krijgen
|
[goede kritieken]
|
|
een goede ruil doen
|
[meer ontvangen dan je geeft]
|
|
iemand een zetje in de goede richting geven
|
[hem helpen]
|
|
een goede zet
|
[slimme daad, of rake opmerking]
|
|
aan zet zijn
|
[aan de beurt zijn]
|
|
goedkoop is duurkoop
|
[met goedkope spullen ben je uiteindelijk duurder uit]
|
|
goedkoop werken
|
[voor een laag loon]
|
|
goedkope grapjes
|
[flauwe grapjes waar al gauw om gelachen wordt]
|
|
een goedkoop effect
|
[met voor de hand liggende middelen bereikt]
|
|
een gokje wagen
|
[proberen of je geluk hebt bij een spel]
|
|
op de gok
|
[zonder dat je weet of het goed uitpakt]
|
|
de Gouden Eeuw
|
[de welvarende, zevendiende eeuw]
|
|
een gouden bruiloft
|
[als je 50 jaar getrouwd bent]
|
|
een gouden handdruk
|
[flink geldbedrag bij afscheid of ontslag]
|
|
een gouden jubileum
|
[de dag waarop 50 jaar geleden iets gebeurde]
|
|
een zilveren jubileum
|
[de dag waarop 25 jaar geleden iets gebeurde]
|
|
een gouden tip
|
[zeer waardevolle informatie, die de doorslag geeft]
|
|
een tipje van de sluier oplichten
|
[een deel van een geheim onthullen]
|
|
voor de grap
|
[omdat we dat leuk vinden]
|
|
een grap met hem uithalen
|
[hem iets geks laten meemaken]
|
|
een flauwe grap
|
[een grap die niet leuk is]
|
|
in een ijzeren greep
|
[stevig omklemd]
|
|
in de greep van iets
|
[erdoor beheerst]
|
|
een greep doen uit de trommel
|
[er een willekeurige hoeveelheid uit pakken]
|
|
er geen greep op krijgen
|
[het niet goed kunnen begrijpen]
|
|
je grenzen kennen
|
[weten tot hoever je kunt gaan]
|
|
een natuurlijke grens
|
[die samenvalt met een rivier of bergketen]
|
|
over de grens gaan
|
[naar het buitenland]
|
|
geen grenzen kennen
|
[alle perken te buiten gaan]
|
|
binnen de grenzen van het mogelijke
|
[binnen wat mogelijk is]
|
|
een grens overschrijden
|
[te ver gaan]
|
|
de grenzen verleggen
|
[nieuwe normen vaststellen]
|
|
in het grijze verleden
|
[heel lang geleden]
|
|
de grijze cellen
|
[de hersenen]
|
|
ergens grijze haren van krijgen
|
[je er veel zorgen over maken]
|
|
een grijs kenteken
|
[speciaal voor vrachtverkeer]
|
|
een grijze muis
|
[een onopvallend persoon]
|
|
ergens grijs in worden
|
[er je hele leven mee bezig zijn]
|
|
in de grijze oudheid
|
[lang geleden]
|
|
de grijze middelmaat
|
[wat saai is door middelmatigheid]
|
|
het te grijs maken
|
[te sterk overdrijven, te ver gaan]
|
|
de grijze zone
|
[een onduidelijk middengebied]
|
|
de grijze golf
|
[het toenemende aantal ouderen]
|
|
dat muisje had nog een staartje
|
[die gebeurtenis had onverwachte gevolgen]
|
|
de berg heeft een muis gebaard
|
[het grote plan is op niets uitgelopen]
|
|
als een muis in de val zitten
|
[niet meer weg kunnen]
|
|
de muizen liggen er dood in de broodkast
|
[ze zijn erg arm]
|
|
een grijze muis
|
[een onopvallend persoon]
|
|
met man en muis vergaan
|
[het schip zinkt en alle opvarenden verdrinken]
|
|
met spek vangt men muizen
|
[als je gul bent, kun je iedereen voor je winnen]
|
|
in het grijze verleden
|
[heel lang geleden]
|
|
de grijze cellen
|
[de hersenen]
|
|
ergens grijze haren van krijgen
|
[je er veel zorgen over maken]
|
|
een grijs kenteken
|
[speciaal voor vrachtverkeer]
|
|
een grijze muis
|
[een onopvallend persoon]
|
|
ergens grijs in worden
|
[er je hele leven mee bezig zijn]
|
|
in de grijze oudheid
|
[lang geleden]
|
|
de grijze middelmaat
|
[wat saai is door middelmatigheid]
|
|
het te grijs maken
|
[te sterk overdrijven, te ver gaan]
|
|
de grijze zone
|
[een onduidelijk middengebied]
|
|
de grijze golf
|
[het toenemende aantal ouderen]
|
|
een groene golf
|
[reeks van na elkaar op groen springende stoplichten]
|
|
olie op de golven gooien
|
[de emoties doen afnemen]
|
|
ik erger me groen en geel
|
[ik erger me verschrikkelijk]
|
|
een groene partij
|
[partij die opkomt voor het milieu]
|
|
zij heeft groene vingers
|
[bij haar doen de planten het altijd goed]
|
|
het wordt hem groen en geel voor de ogen
|
[het duizelt hem, alles draait]
|
|
onder de groene zoden liggen
|
[dood en begraven zijn]
|
|
het groene licht geven
|
[toestemming geven]
|
|
het Groene Boekje
|
[officiële woordenlijst van de Nederlandse taal]
|
|
de groene golf
|
[reeks van op groen springende verkeerslichten]
|
|
het groene hart van de Randstad
|
[het deel dat nog uit open, onbebouwd land bestaat]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
het groene laken
|
[het biljart]
|
|
groen zien van nijd
|
[erg jaloers zijn]
|
|
groene vingers hebben
|
[succes met het kweken van planten]
|
|
onder de groene zoden liggen
|
[dood en begraven zijn]
|
|
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
|
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
|
|
rijp en groen
|
[goed en slecht door elkaar]
|
|
groente van de koude grond
|
[niet in de kas gekweekt]
|
|
de begane grond
|
[de onderste woonlaag]
|
|
iets uit de grond stampen
|
[het heel snel maken]
|
|
uit de grond van mijn hart
|
[met volle overtuiging]
|
|
hem te gronde richten
|
[hem vernietigen]
|
|
aan de grond zitten
|
[geen geld meer hebben]
|
|
het van de grond krijgen
|
[erin slagen het te organiseren]
|
|
het met de grond gelijkmaken
|
[het afbreken]
|
|
als aan de grond genageld bleef hij staan
|
[hij kon zich van schrik niet meer bewegen]
|
|
ik ging door de grond
|
[ik schaamde me diep]
|
|
het plan de grond in boren
|
[het afkraken]
|
|
met beide benen op de grond staan
|
[nuchter zijn]
|
|
geen poot aan de grond krijgen
|
[geen enkele kans]
|
|
de grond wordt me te heet onder de voeten
|
[ik ga ervandoor, want het wordt me te riskant]
|
|
stille waters hebben diepe gronden
|
[wie het minst spreekt is vaak het meest interessant]
|
|
uit de grond van mijn hart
|
[omdat ik het echt meen]
|
|
op grond van
|
[om reden van, wegens]
|
|
een grond van waarheid
|
[een waar element in een bewering]
|
|
in de grond van de zaak
|
[in feite, eigenlijk]
|
|
de keuken krijgt een grote beurt
|
[wordt grondig schoongemaakt]
|
|
hij maakte een goede beurt
|
[hij maakte een gunstige indruk]
|
|
om de beurt
|
[eerst de een, dan de ander]
|
|
iemand een beurt geven
|
[mondeling overhoren in de klas]
|
|
een grote beurt
|
[groot onderhoud aan een auto]
|
|
voor zijn beurt gaan
|
[voordringen]
|
|
de grote mensen
|
[de volwassenen]
|
|
de grote vakantie
|
[de zomervakantie]
|
|
inkopen in het groot
|
[met grote hoeveelheden tegelijk]
|
|
met grote ogen kijken
|
[verbaasd kijken]
|
|
een grote mond opzetten
|
[brutaal praten]
|
|
een grote duim hebben
|
[een rijke fantasie]
|
|
voor het grootste gedeelte
|
[voor het merendeel]
|
|
de grote hoop
|
[de grote massa]
|
|
een grote keel opzetten
|
[hard gaan schreeuwen]
|
|
veel kleintjes maken één grote
|
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
|
|
iets aan de grote klok hangen
|
[overal bekendmaken]
|
|
groot licht
|
[autolampen op maximale sterkte]
|
|
met groot materieel uitrukken
|
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
|
|
een grote mond geven
|
[brutaal toespreken]
|
|
grote ogen opzetten
|
[heel erg verbaasd zijn]
|
|
de grote plas
|
[de oceaan]
|
|
boven de grote rivieren
|
[Noord- en Midden-Nederland]
|
|
grote stappen, gauw thuis
|
[slordig en snel]
|
|
in grote trekken
|
[in hoofdzaken]
|
|
op grote voet leven
|
[veel geld uitgeven]
|
|
de grote mensen
|
[de volwassenen]
|
|
de grote vakantie
|
[de zomervakantie]
|
|
inkopen in het groot
|
[met grote hoeveelheden tegelijk]
|
|
met grote ogen kijken
|
[verbaasd kijken]
|
|
een grote mond opzetten
|
[brutaal praten]
|
|
een grote duim hebben
|
[een rijke fantasie]
|
|
voor het grootste gedeelte
|
[voor het merendeel]
|
|
de grote hoop
|
[de grote massa]
|
|
een grote keel opzetten
|
[hard gaan schreeuwen]
|
|
veel kleintjes maken één grote
|
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
|
|
iets aan de grote klok hangen
|
[overal bekendmaken]
|
|
groot licht
|
[autolampen op maximale sterkte]
|
|
met groot materieel uitrukken
|
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
|
|
een grote mond geven
|
[brutaal toespreken]
|
|
grote ogen opzetten
|
[heel erg verbaasd zijn]
|
|
de grote plas
|
[de oceaan]
|
|
boven de grote rivieren
|
[Noord- en Midden-Nederland]
|
|
grote stappen, gauw thuis
|
[slordig en snel]
|
|
in grote trekken
|
[in hoofdzaken]
|
|
op grote voet leven
|
[veel geld uitgeven]
|
|
de groten der aarde
|
[de rijken en machtigen]
|
|
de grote dag
|
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
|
|
heden groot, morgen dood
|
[succes duurt maar even]
|
|
een grote geest
|
[zeer begaafd persoon]
|
|
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
|
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
|
|
een grote rol spelen
|
[belangrijk zijn]
|
|
een grote boodschap doen
|
[poepen]
|
|
de grootste gemene deler
|
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
|
|
groot denken
|
[ruim]
|
|
het grote geld
|
[rijkdom, veel geld]
|
|
in groten getale
|
[massaal]
|
|
dat is een groot woord
|
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
|
|
je hebt groot gelijk
|
[je hebt absoluut gelijk]
|
|
het grote publiek
|
[een grote groep mensen]
|
|
ik ben groot met hem
|
[mag hem graag en ga goed met hem om]
|
|
grote goedheid
|
[uitroep van schrik]
|
|
groot zijn met iemand
|
[bevriend met hem zijn]
|
|
iets uit je duim zuigen
|
[het verzinnen]
|
|
hem onder de duim houden
|
[hem in je macht houden]
|
|
een grote duim hebben
|
[een rijke fantasie]
|
|
iets op je duimpje kennen
|
[het heel goed kennen]
|
|
daar heb ik geen boodschap aan
|
[daar heb ik niets mee te maken]
|
|
een grote of kleine boodschap
|
[poepen of plassen]
|
|
grove taal uitslaan
|
[schunnige taal gebruiken]
|
|
een grove nalatigheid
|
[iets belangrijks wat je ten onrechte niet gedaan hebt]
|
|
grof geld verdienen
|
[veel geld]
|
|
het grove werk
|
[het zware werk]
|
|
grof geschut gebruiken
|
[zware middelen of woorden om iets te bereiken]
|
|
een gulle lach
|
[hartelijk en spontaan]
|
|
hij geeft met gulle hand
|
[hij geeft veel weg]
|
|
in het gunstigste geval
|
[als zich de beste mogelijkheid voordoet]
|
|
gunstig tij
|
[een geschikte periode]
|
|
een gunstig voorteken
|
[dat een goede afloop doet verwachten]
|
|
de weergoden zijn ons niet gunstig gezind
|
[het is slecht weer]
|
|
iets gunstig ontvangen
|
[er positief over oordelen]
|
|
gunstig bekendstaan
|
[een goede naam hebben]
|
|
een haag vormen
|
[de mensen in een rij opstellen]
|
|
een Haags bakje
|
[een halfvol kopje]
|
|
een bakje troost
|
[een kopje koffie]
|
|
dat is kat in het bakkie
|
[een eenvoudig karweitje]
|
|
de bak in draaien
|
[gevangengenomen worden]
|
|
een volle bak
|
[een volle zaal]
|
|
niet aan de bak komen
|
[geen werk kunnen vinden]
|
|
kop op!
|
[houd moed!]
|
|
een kop als een boei
|
[een vuurrood hoofd
|
|
de kop indrukken
|
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
|
|
een verhaal met kop noch staart
|
[onbegrijpelijk]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
een bord voor je kop hebben
|
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
je kop in het zand steken
|
[jezelf voor de gek houden]
|
|
dat zal me de kop niet kosten
|
[dat kan ik wel betalen]
|
|
de hele zaal stond op zijn kop
|
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
|
|
kopjes geven
|
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
|
|
de kop opsteken
|
[zich opnieuw vertonen]
|
|
al ga je op je kop staan!
|
[je zult je zin niet krijgen]
|
|
iemand op zijn kop geven
|
[hem berispen, een standje geven]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden, verslaan]
|
|
de kolder in de kop krijgen
|
[onhandelbaar worden]
|
|
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
|
[hij geeft niet gauw op]
|
|
met je kop tegen de muur lopen
|
[niet bereiken wat je wilt]
|
|
iets in je kop stampen
|
[het met moeite in je geheugen opnemen]
|
|
de koppen tellen
|
[de aanwezigen]
|
|
zaagsel in zijn kop hebben
|
[dom zijn, niets begrijpen]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
een Haags kopje
|
[halfvol]
|
|
hou die doos niet op zijn kop!
|
[ondersteboven]
|
|
over de kop slaan
|
[ondersteboven vallen]
|
|
op zijn kop
|
[ondersteboven]
|
|
koplamp
|
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
|
|
over de kop gaan
|
[failliet gaan]
|
|
de spijker op de kop slaan
|
[zeggen waar het precies om gaat]
|
|
iets bij de kop vatten
|
[eraan beginnen]
|
|
iets op de kop tikken
|
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald
|
[het is beter op tijd te veranderen dan halsstarrig door te gaan]
|
|
een half dozijn
|
[zes]
|
|
een halve finale
|
[elk van de twee wedstrijden tussen twee van de laatste vier deelnemers aan een toernooi]
|
|
hij valt dood op een halve cent
|
[is heel gierig]
|
|
voor half geld
|
[voor de helft van wat anderen moeten betalen]
|
|
niet half zo goed
|
[lang zo goed niet]
|
|
ik voel me maar een half mens
|
[ik voel me helemaal niet fit]
|
|
gedeelde smart is halve smart
|
[verdriet is beter te dragen als je het deelt met anderen]
|
|
ik geloof hem maar half en half
|
[een beetje, maar niet echt]
|
|
een halve wees
|
[kind waarvan een de ouders is overleden]
|
|
geen halve maatregelen nemen
|
[de zaak fors en kordaat aanpakken]
|
|
iets met een half oog zien
|
[zonder er met je aandacht helemaal bij te zijn]
|
|
we hebben het half en half besloten
|
[bijna]
|
|
de handen uit de mouwen steken
|
[ijverig gaan werken]
|
|
je hand ophouden
|
[geld vragen]
|
|
de hand aan jezelf slaan
|
[zelfmoord plegen]
|
|
met harde hand optreden
|
[streng optreden]
|
|
een handje helpen
|
[even meehelpen]
|
|
dat ligt voor de hand
|
[dat is heel logisch]
|
|
iets achter de hand hebben
|
[in reserve hebben]
|
|
de hand over het hart strijken
|
[voor één keer minder streng zijn]
|
|
er de hand aan houden
|
[de voorschriften volgen]
|
|
in goede handen zijn
|
[goed verzorgd worden]
|
|
jezelf in de hand hebben
|
[je beheersen]
|
|
wat is er aan de hand?
|
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
|
|
zwaar op de hand zijn
|
[erg serieus of somber zijn]
|
|
er je hand niet voor omdraaien
|
[het niet moeilijk vinden om te doen]
|
|
een hand geven
|
[een hand drukken om te begroeten]
|
|
er de laatste hand aan leggen
|
[het juist afmaken]
|
|
handen te kort komen
|
[het heel druk hebben]
|
|
een gat in je hand hebben
|
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
|
|
de hand boven het hoofd houden
|
[verdedigen met woorden]
|
|
met de handen over elkaar zitten
|
[niets doen]
|
|
aan de beterende hand zijn
|
[langzaam genezen]
|
|
van de hand wijzen
|
[weigeren]
|
|
in de hand werken
|
[bevorderen]
|
|
er de hand op weten te leggen
|
[iets bijzonders kopen of krijgen]
|
|
de hand op de knip houden
|
[zuinig zijn, gierig zijn]
|
|
je handen thuishouden
|
[niet aankomen, niet slaan]
|
|
uit je hand eten
|
[precies doen wat je zegt]
|
|
twee handen op één buik zijn
|
[het altijd met elkaar eens zijn]
|
|
uit de hand lopen
|
[niet meer kunnen beheersen]
|
|
van de hand doen
|
[wegdoen, verkopen]
|
|
het hoofd boven water houden
|
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
|
|
het hoofd laten hangen
|
[de moed verliezen]
|
|
de handen dichtknijpen
|
[jezelf gelukkig prijzen]
|
|
bij de hand houden
|
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
|
|
de handen uit de mouwen steken
|
[ijverig gaan werken]
|
|
je hand ophouden
|
[geld vragen]
|
|
de hand aan jezelf slaan
|
[zelfmoord plegen]
|
|
met harde hand optreden
|
[streng optreden]
|
|
een handje helpen
|
[even meehelpen]
|
|
dat ligt voor de hand
|
[dat is heel logisch]
|
|
iets achter de hand hebben
|
[in reserve hebben]
|
|
de hand over het hart strijken
|
[voor één keer minder streng zijn]
|
|
er de hand aan houden
|
[de voorschriften volgen]
|
|
in goede handen zijn
|
[goed verzorgd worden]
|
|
jezelf in de hand hebben
|
[je beheersen]
|
|
wat is er aan de hand?
|
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
|
|
zwaar op de hand zijn
|
[erg serieus of somber zijn]
|
|
er je hand niet voor omdraaien
|
[het niet moeilijk vinden om te doen]
|
|
een hand geven
|
[een hand drukken om te begroeten]
|
|
er de laatste hand aan leggen
|
[het juist afmaken]
|
|
handen te kort komen
|
[het heel druk hebben]
|
|
een gat in je hand hebben
|
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
|
|
de hand boven het hoofd houden
|
[verdedigen met]
|
|
klein hapje
|
[snack]
|
|
een hapje en een drankje
|
[iets te eten en te drinken]
|
|
een warme hap
|
[de warme maaltijd]
|
|
wat een slappe hap!
|
[het gaat nergens over, het stelt niets voor]
|
|
een happy end
|
[een goede afloop]
|
|
ergens een harde dobber aan hebben
|
[het er moeilijk mee hebben]
|
|
de harde kern
|
[de belangrijkste (vaste) leden van een groep]
|
|
een harde kop hebben
|
[koppig, vasthoudend zijn]
|
|
een harde noot met hem kraken
|
[iets onplezierigs bespreken]
|
|
de harde schijf
|
[onderdeel voor opslag van gegevens]
|
|
het gaat hard tegen hard tussen hen
|
[ze tonen geen medelijden met elkaar]
|
|
hij is zo hard als een spijker
|
[erg gevoelloos]
|
|
harde acties
|
[waarbij men weinig begrip voor elkaar heeft]
|
|
met harde hand
|
[streng]
|
|
de harde lijn volgen
|
[de andere partij nergens in tegemoet komen]
|
|
het hard te verduren hebben
|
[veel vervelende dingen meemaken]
|
|
harde woorden
|
[een scherp standje]
|
|
het gaat hard tegen hard
|
[geen van de partijen wil toegeven]
|
|
om het hardst
|
[uit alle macht]
|
|
er hard aan trekken
|
[goed doorwerken bij de studie]
|
|
harde afspraken
|
[waar niet aan te tornen valt]
|
|
iets hard maken
|
[het bewijzen]
|
|
er een hard hoofd in hebben
|
[het somber inzien]
|
|
hard water
|
[met veel kalk]
|
|
harde noten kraken
|
[moeilijke beslissingen nemen]
|
|
een harde noot met iemand kraken
|
[iets onaangenaams met hem bespreken]
|
|
veel noten op je zang hebben
|
[veel eisen, niet gauw tevreden zijn]
|
|
zo eerlijk als goud
|
[erg eerlijk]
|
|
voor geen goud ga ik de straat op
|
[ik durf het echt niet]
|
|
het is niet alles goud wat er blinkt
|
[laat je niet misleiden door de mooie buitenkant]
|
|
zijn gewicht in goud waard zijn
|
[heel waardevol zijn]
|
|
een hart van goud hebben
|
[goed zijn voor alles en iedereen]
|
|
iets voor geen goud willen missen
|
[beslist niet]
|
|
vloeibaar goud
|
[aardolie]
|
|
spreken is zilver, zwijgen is goud
|
[soms is het beter om niets te zeggen]
|
|
een hartig woordje met iemand spreken
|
[hem duidelijk zeggen waar het op staat]
|
|
over de hele linie
|
[in alle opzichten]
|
|
op het hele uur
|
[als de klok een vol uur aanwijst]
|
|
niets heel laten van iets of iemand
|
[alleen maar negatief beoordelen]
|
|
er bleef geen spaan van heel
|
[totaal niets]
|
|
een hele poos
|
[flink lang]
|
|
dat is een hele aanschaf
|
[commentaar als iemand iets duurs heeft gekocht]
|
|
een hele bedoening
|
[een hele drukte]
|
|
het was een hele bevalling
|
[het kostte veel moeite]
|
|
dat is een hele eer
|
[een onderscheiding]
|
|
een heel eind komen
|
[je doel bijna bereiken]
|
|
het is een hele geschiedenis
|
[een lang verhaal]
|
|
het is een heel karwei
|
[niet gemakkelijk]
|
|
er een hele kluif aan hebben
|
[er veel werk aan hebben, het moeilijk vinden]
|
|
hij is een hele piet
|
[een belangrijk persoon]
|
|
een hele prestatie
|
[een knap stukje werk]
|
|
de hele tijd
|
[voortdurend]
|
|
het is een hele zit
|
[commentaar als je lang ergens moet zitten]
|
|
dat is een hele zorg minder
|
[opgelucht commentaar als een probleem is opgelost]
|
|
een heel getal
|
[getal dat geen breuk is]
|
|
de stand van zaken
|
[hoe de toestand is]
|
|
de stand in de wedstrijd
|
[hoeveel doelpunten er gevallen zijn en voor wie]
|
|
de burgerlijke stand
|
[waar gegevens van burgers worden bijgehouden]
|
|
iets tot stand brengen
|
[ontwikkelen, vormen]
|
|
iets in stand houden
|
[zorgen dat het blijft bestaan]
|
|
boven je stand leven
|
[meer uitgeven dan je hebt]
|
|
boven je stand trouwen
|
[met iemand van een hogere stand]
|
|
een heer van stand
|
[een man die laat blijken bij de hogere klasse te horen]
|
|
iets tot stand brengen
|
[iets presteren]
|
|
het in stand houden
|
[zorgen dat het blijft]
|
|
tot stand komen
|
[ontstaan]
|
|
praten alsof je een hete aardappel in je keel hebt
|
[bekakt]
|
|
hete bliksem
|
[gerecht van gekookte aardappels en appels]
|
|
om de hete brij heen draaien
|
[het wel willen maar niet durven]
|
|
een heet hangijzer
|
[een moeilijke, gevoelige zaak]
|
|
men moet het ijzer smeden als het heet is
|
[een kans niet voorbij laten gaan]
|
|
op hete kolen zitten
|
[van ongeduld niet stil kunnen zitten]
|
|
heet van de naald
|
[meteen nadat het klaar is of bekend is geworden]
|
|
de soep wordt nooit zo heet gegeten als zij wordt opgediend
|
[het is nooit zo erg als het eerst lijkt]
|
|
hete tranen
|
[die voortvloeien uit diep verdriet of veel spijt]
|
|
ik heb wel voor hetere vuren gestaan
|
[voor grotere opgaven gestaan]
|
|
een heidens kabaal
|
[erg veel herrie]
|
|
een heidens karwei
|
[een groot en zwaar werk]
|
|
de Heilige Vader
|
[de paus]
|
|
een heilig boontje
|
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
|
|
de heilige vader
|
[de paus]
|
|
die vrije zondag is mij heilig
|
[is heel belangrijk voor me]
|
|
het heilige der heilige
|
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
|
|
een heilig huisje
|
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
|
|
heilige huisjes omver werpen
|
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
|
|
iemand het heilige kruis nageven
|
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
|
|
een heilige oorlog
|
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
|
|
de Heilige Stad
|
[Jeruzalem]
|
|
het heilige moeten
|
[de absolute noodzaak]
|
|
hem is niets heilig
|
[hij heeft nergens respect voor]
|
|
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
|
[oprecht van mening dat ...]
|
|
de heilige hermandad
|
[de politie]
|
|
huis van bewaring
|
[gevangenis]
|
|
het koninklijk huis
|
[de koninklijke familie]
|
|
een heilig huisje
|
[onderwerp waar je geen kritiek op mag hebben]
|
|
niet om over naar huis te schrijven
|
[niet erg goed]
|
|
van huis uit
|
[bij ons in het gezin]
|
|
nog verder van huis raken
|
[nog meer moeilijkheden krijgen]
|
|
heel wat in huis hebben
|
[heel veel kunnen]
|
|
ieder huisje heeft zijn kruisje
|
[elk gezin heeft zijn problemen]
|
|
zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen
|
[wie zuinig en vlijtig is kan heel wat bereiken]
|
|
het huisje bij het schuurtje laten
|
[niet meer uitgeven dan verantwoord is]
|
|
dat staat als een huis
|
[is heel zeker]
|
|
dan is het huis te klein
|
[dan gaat hij verschrikkelijk tekeer]
|
|
van goeden huize
|
[uit een deftige familie]
|
|
huis aan huis
|
[in alle woningen]
|
|
met de deur in huis vallen
|
[ergens meteen over beginnen]
|
|
dicht bij huis blijven
|
[niet te ver van het onderwerp afdwalen]
|
|
je huis moeten opeten
|
[de waarde van het huis moeten gebruiken voor je levensonderhoud]
|
|
iets in huis hebben
|
[in voorraad hebben]
|
|
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
|
[er moet toezicht zijn, anders gaat het niet goed]
|
|
ergens kind aan huis zijn
|
[er vaak komen]
|
|
veel in huis hebben
|
[veel kunnen]
|
|
van goeden huize komen
|
[van goede familie zijn]
|
|
het koninklijk huis
|
[de familie van de heersende koning of koningin]
|
|
de Heilige Vader
|
[de paus]
|
|
een heilig boontje
|
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
|
|
de heilige vader
|
[de paus]
|
|
die vrije zondag is mij heilig
|
[is heel belangrijk voor me]
|
|
het heilige der heilige
|
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
|
|
een heilig huisje
|
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
|
|
heilige huisjes omver werpen
|
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
|
|
iemand het heilige kruis nageven
|
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
|
|
een heilige oorlog
|
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
|
|
de Heilige Stad
|
[Jeruzalem]
|
|
het heilige moeten
|
[de absolute noodzaak]
|
|
hem is niets heilig
|
[hij heeft nergens respect voor]
|
|
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
|
[oprecht van mening dat ...]
|
|
de heilige hermandad
|
[de politie]
|
|
over koetjes en kalfjes praten
|
[over kleine, dagelijkse dingen]
|
|
je weet nooit hoe een koe een haas vangt
|
[misschien lukt het toch nog wel]
|
|
koeien van fouten
|
[hele grote fouten]
|
|
oude koeien uit de sloot halen
|
[over dingen beginnen die al afgehandeld zijn]
|
|
je koetjes op het droge hebben
|
[genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken]
|
|
de koe bij de hoorns vatten
|
[er meteen hard aan gaan werken]
|
|
koeien met gouden hoorns beloven
|
[beloften doen die je niet waar kunt maken]
|
|
een waarheid als een koe
|
[iets heel vanzelfsprekends]
|
|
geen koe zo bont, of er is wel een vlekje aan
|
[er is altijd wel iets waar van een gerucht]
|
|
een heilige koe
|
[wat als onaantastbaar wordt beschouwd]
|
|
een waarheid als een koe
|
[iets vanzelfsprekends]
|
|
koeien van letters
|
[heel groot]
|
|
de Heilige Vader
|
[de paus]
|
|
een heilig boontje
|
[iemand die doet alsof hij erg braaf is]
|
|
de heilige vader
|
[de paus]
|
|
die vrije zondag is mij heilig
|
[is heel belangrijk voor me]
|
|
het heilige der heilige
|
[een ruimte waarin niet iedereen wordt toegelaten]
|
|
een heilig huisje
|
[een onderwerp waarop geen kritiek geleverd mag worden]
|
|
heilige huisjes omver werpen
|
[geen respect tonen voor onderwerpen die gevoelig liggen]
|
|
iemand het heilige kruis nageven
|
[opgelucht zijn over zijn vertrek]
|
|
een heilige oorlog
|
[waarvoor met religieuze argumenten wordt opgeroepen]
|
|
de Heilige Stad
|
[Jeruzalem]
|
|
het heilige moeten
|
[de absolute noodzaak]
|
|
hem is niets heilig
|
[hij heeft nergens respect voor]
|
|
ik ben in de heilige overtuiging dat ....
|
[oprecht van mening dat ...]
|
|
de heilige hermandad
|
[de politie]
|
|
geen held zijn in ...
|
[het niet goed durven]
|
|
een held op sokken
|
[iemand met een grote mond, die niets durft]
|
|
de held van de dag zijn
|
[vanwege zijn prestaties alle aandacht krijgen]
|
|
zich een hele held voelen
|
[tot veel in staat]
|
|
een zijden sok
|
[een weke, slappe man]
|
|
een oude sok hebben
|
[spaargeld hebben]
|
|
er de sokken in zetten
|
[hard gaan lopen]
|
|
hem van de sokken rijden
|
[omver rijden]
|
|
een beer op sokken
|
[een plomp, zwaar mens]
|
|
een held op sokken
|
[een lafaard]
|
|
een helder moment hebben
|
[een goed idee hebben]
|
|
het staat me nog helder voor de geest
|
[ik kan het me nog goed herinneren]
|
|
zo helder als koffiedik
|
[onbegrijpelijk]
|
|
als een donderslag bij heldere hemel
|
[heel onverwacht]
|
|
zo helder als koffiedik
|
[erg onduidelijk]
|
|
over de hele linie
|
[in alle opzichten]
|
|
op het hele uur
|
[als de klok een vol uur aanwijst]
|
|
niets heel laten van iets of iemand
|
[alleen maar negatief beoordelen]
|
|
er bleef geen spaan van heel
|
[totaal niets]
|
|
een hele poos
|
[flink lang]
|
|
dat is een hele aanschaf
|
[commentaar als iemand iets duurs heeft gekocht]
|
|
een hele bedoening
|
[een hele drukte]
|
|
het was een hele bevalling
|
[het kostte veel moeite]
|
|
dat is een hele eer
|
[een onderscheiding]
|
|
een heel eind komen
|
[je doel bijna bereiken]
|
|
het is een hele geschiedenis
|
[een lang verhaal]
|
|
het is een heel karwei
|
[niet gemakkelijk]
|
|
er een hele kluif aan hebben
|
[er veel werk aan hebben, het moeilijk vinden]
|
|
hij is een hele piet
|
[een belangrijk persoon]
|
|
een hele prestatie
|
[een knap stukje werk]
|
|
de hele tijd
|
[voortdurend]
|
|
het is een hele zit
|
[commentaar als je lang ergens moet zitten]
|
|
dat is een hele zorg minder
|
[opgelucht commentaar als een probleem is opgelost]
|
|
een heel getal
|
[getal dat geen breuk is]
|
|
een hele lading water
|
[heel veel water]
|
|
een scheepslading
|
[heel veel]
|
|
je woorden een bepaalde lading geven
|
[een extra betekenis, een zekere spanning]
|
|
iemand de zwarte piet toespelen
|
[hem de schuld of het probleem toeschuiven]
|
|
stinken als de pieten
|
[heel erg]
|
|
een hele piet
|
[een belangrijk persoon]
|
|
een saaie piet
|
[een saai persoon]
|
|
lopen als een tiet
|
[heel goed lopen]
|
|
een hele tiet geld
|
[heel veel]
|
|
een hels kabaal
|
[een verschrikkelijk lawaai]
|
|
een helse machine
|
[die veel gevaren oplevert]
|
|
een hemellichaam
|
[een ster of planeet]
|
|
een hiaat in je kennis
|
[niet weten wat je eigenlijk zou moeten weten]
|
|
dat verhaal is historisch
|
[het is echt gebeurd]
|
|
het is historisch gegroeid
|
[door de jaren heen zo ontstaan]
|
|
een historische optocht
|
[van personen uit de geschiedenis]
|
|
een historisch feit
|
[een belangrijke gebeurtenis]
|
|
een historische gebeurtenis
|
[die later zal worden herdacht]
|
|
het stuit me tegen de borst
|
[ik vind het afschuwelijk]
|
|
uit volle borst zingen
|
[heel hard zingen]
|
|
hij klopt zich op de borst
|
[laat blijken dat hij zichzelf erg goed vindt]
|
|
maak je borst maar nat
|
[bereid je er maar op voor]
|
|
een slang aan je borst koesteren
|
[goed zijn voor iemand die daar misbruik van maakt]
|
|
een hoge borst opzetten
|
[verwaand zijn]
|
|
het op de borst hebben
|
[zwaar verkouden zijn]
|
|
een brave borst
|
[een goeie kerel]
|
|
de ruzie liep hoog op
|
[was erg heftig]
|
|
dat zit haar erg hoog
|
[dat houdt haar erg bezig]
|
|
hij zit hoog en droog thuis
|
[veilig thuis]
|
|
hij zweert het bij hoog en bij laag
|
[zegt dat het zeker waar is]
|
|
een hoge borst opzetten
|
[verwaand zijn]
|
|
dat is te hoog gegrepen
|
[te moeilijk]
|
|
iets hoog houden
|
[in ere houden]
|
|
je kunt hoog of laag springen, maar...
|
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
|
|
de lat hoog leggen
|
[hoge eisen stellen]
|
|
hoog tegen iemand opkijken
|
[veel bewondering voor hem hebben]
|
|
geen hoge pet op hebben van iemand
|
[niet veel van hem verwachten]
|
|
hoog van de toren blazen
|
[een grote mond hebben]
|
|
iets hoog in zijn vaandel hebben
|
[er veel waardering voor hebben]
|
|
het neemt een hoge vlucht
|
[ontwikkelt zich goed en snel]
|
|
geen zee gaat hem te hoog
|
[hij laat zich nergens door afschrikken]
|
|
het hoogste lied zingen
|
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
|
|
het hoogste woord hebben
|
[druk en zelfbewust praten]
|
|
in hoge mate
|
[zeer]
|
|
hoge ogen gooien
|
[er veel kans op hebben]
|
|
iemand te hoog aanslaan
|
[hem te veel belasting laten betalen]
|
|
hoge lasten hebben
|
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
|
|
ten hoogste
|
[maximaal]
|
|
een hoge dunk van jezelf hebben
|
[denken dat je beter bent dan anderen]
|
|
iemand hoog hebben
|
[eerbied, respect voor hem hebben]
|
|
een hogere macht
|
[bovenaards wezen of principe]
|
|
in hogere sferen zijn
|
[wegdromen]
|
|
hoger beroep aantekenen
|
[herziening vragen van een vonnis]
|
|
geen hoge dunk van iemand hebben
|
[hem minachten]
|
|
op zijn hoogst
|
[in het uiterste geval]
|
|
de Hoge Raad
|
[hoogste rechtbank van Nederland]
|
|
hoog spel spelen
|
[riskante dingen doen]
|
|
dat is hogere wiskunde voor mij
|
[dat vind ik heel moeilijk]
|
|
hoge nood hebben
|
[naar het toilet moeten]
|
|
het is hoog tijd
|
[we kunnen niet wachten]
|
|
in hoge mate
|
[zeer, ruimschoots]
|
|
de strijd loopt hoog op
|
[wordt steeds erger]
|
|
hoog aan de wind zeilen
|
[bovenwinds]
|
|
iets bij hoog en laag beweren
|
[heel stellig]
|
|
iets hoog opnemen
|
[het iemand zeer kwalijk nemen]
|
|
het hoge woord is eruit
|
[hij heeft het eindelijk gezegd]
|
|
het zit hem hoog
|
[hij is er heel verontwaardigd over]
|
|
een hoge positie bekleden
|
[heel belangrijk zijn]
|
|
op de vlucht slaan
|
[wegvluchten]
|
|
een hoge vlucht nemen
|
[zich goed ontwikkelen]
|
|
aan de macht komen
|
[gaan regeren]
|
|
uit de macht der gewoonte
|
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
|
|
macht uitoefenen
|
[je invloed gebruiken]
|
|
iemand in zijn macht krijgen
|
[hem onderwerpen]
|
|
boven je macht werken
|
[met je handen boven je hoofd]
|
|
we waren niet bij machte om ...
|
[niet in staat om ...]
|
|
uit alle macht
|
[met de grootste inspanning]
|
|
eendracht maakt macht
|
[eensgezindheid maakt sterk]
|
|
kennis is macht
|
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
|
|
met man en macht
|
[met alle beschikbare hulp]
|
|
boven zijn macht werken
|
[met de handen boven het hoofd]
|
|
de gewapende macht
|
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
|
|
een hogere macht
|
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
|
|
de uitvoerende macht
|
[de regering, het bestuur]
|
|
de wetgevende macht
|
[de kroon en het parlement samen]
|
|
de rechterlijke macht
|
[de rechters]
|
|
dat past in mijn holle kies
|
[schamper commentaar als je te weinig eten krijgt]
|
|
holle vaten klinken het hardst
|
[domme mensen hebben vaak de meeste praatjes]
|
|
holle bolle Gijs
|
[een dik, gulzig iemand]
|
|
holle klanken
|
[woorden die niets zeggen]
|
|
holle wangen
|
[ingevallen]
|
|
holle ogen
|
[die diep in de kassen liggen]
|
|
een holle weg
|
[die dieper ligt dan de grond aan weerskanten]
|
|
een holle blik
|
[een blik die niets lijkt te zien]
|
|
holle frasen
|
[nietszeggende, mooi klinkende woorden]
|
|
in het holst van de nacht
|
[middenin de nacht]
|
|
een blik agenten opentrekken
|
[een extra aantal agenten inzetten]
|
|
een holle blik
|
[die niets lijkt te zien]
|
|
een vernietigende blik
|
[waaruit boosheid spreekt]
|
|
iemands blik vangen
|
[zorgen dat hij naar je kijkt]
|
|
verstand op nul, blik op oneindig
|
[niet denken, maar doen]
|
|
iemand geen blik waardig keuren
|
[hem uit minachting of trots niet aankijken]
|
|
ergens een blik op werpen
|
[ernaar kijken]
|
|
een ruime blik hebben
|
[ruimdenkend zijn]
|
|
een vooruitziende blik hebben
|
[weten wat er in de toekomst gebeurt]
|
|
een holle frase
|
[een zin zonder inhoud]
|
|
dat past in mijn holle kies
|
[schamper commentaar als je te weinig eten krijgt]
|
|
holle vaten klinken het hardst
|
[domme mensen hebben vaak de meeste praatjes]
|
|
holle bolle Gijs
|
[een dik, gulzig iemand]
|
|
holle klanken
|
[woorden die niets zeggen]
|
|
holle wangen
|
[ingevallen]
|
|
holle ogen
|
[die diep in de kassen liggen]
|
|
een holle weg
|
[die dieper ligt dan de grond aan weerskanten]
|
|
een holle blik
|
[een blik die niets lijkt te zien]
|
|
holle frasen
|
[nietszeggende, mooi klinkende woorden]
|
|
in het holst van de nacht
|
[middenin de nacht]
|
|
een hoofd als een boei hebben
|
[sterk blozen]
|
|
de boeien afschudden
|
[zich onafhankelijk maken]
|
|
eten wat de pot schaft
|
[wat op tafel komt]
|
|
hij kan een potje bij me breken
|
[ik word niet gauw boos op hem]
|
|
zijn eigen potje koken
|
[zijn eigen eten klaarmaken]
|
|
op ieder potje past een dekseltje
|
[voor iedereen is een geschikte partner te vinden]
|
|
de dood in de pot
|
[een saaie boel]
|
|
de hond in de pot vinden
|
[komen als het eten op is]
|
|
een hoofd als een ijzeren pot
|
[een goed geheugen]
|
|
jongens van de gestampte pot
|
[zonder kapsones]
|
|
het is één pot nat
|
[er bestaat nauwelijks verschil tussen]
|
|
kleine potjes hebben grote oren
|
[als er kinderen in de buurt zijn moet je niet te veel vertellen]
|
|
hij kan de pot op
|
[ik trek me niets van hem aan]
|
|
ben je nou helemaal van de pot gerukt!
|
[ben je gek geworden?]
|
|
naast de pot piesen
|
[misgrijpen of te laat zijn]
|
|
naast de pot piesen
|
[overspel plegen]
|
|
het is allemaal één pot nat
|
[hetzelfde]
|
|
je maakt er een potje van
|
[een rommeltje]
|
|
een hoofd zo rood als een biet
|
[erg rood]
|
|
zo rood als een kreeft
|
[verbrand door de zon]
|
|
in de rode cijfers komen
|
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
|
|
de rode draad
|
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
|
|
de rode kaart
|
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
|
|
de rode vlag hangt uit
|
[iemand menstrueert]
|
|
dat werkt als een rode lap op een stier
|
[het veroorzaakt een woedende reactie]
|
|
een rooie rakker
|
[een linkse activist]
|
|
geen rooie cent
|
[helemaal niets]
|
|
met rode oortjes
|
[met stijgende opwinding]
|
|
ik sta rood bij de bank
|
[ik heb een tekort op mijn rekening]
|
|
hij is hopeloos!
|
[er is niets met hem te beginnen]
|
|
hopeloos verliefd
|
[heel erg verliefd]
|
|
een hopeloos geval
|
[iemand die onverbeterlijk is]
|
|
hij zit de hele dag op zijn luie kont
|
[doet niets]
|
|
je kunt hier je kont niet keren
|
[het is hier klein en vol]
|
|
je kont tegen de krib gooien
|
[je verzetten, ergens dwars tegenin gaan]
|
|
het bedrijf ligt op zijn kont
|
[ligt stil, is failliet]
|
|
je kont ergens in draaien
|
[je erin werken]
|
|
een houten kont krijgen
|
[een pijnlijk achterwerk, door lang zitten]
|
|
in zijn blote kont
|
[geheel naakt]
|
|
voor de kat zijn kont
|
[voor niets]
|
|
iemand bij kop en kont pakken
|
[dwars oppakken]
|
|
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
|
[hij geeft niet gauw op]
|
|
iemand in zijn kont kruipen
|
[hem overdreven vleien]
|
|
op zijn luie kont zitten
|
[niets zitten doen]
|
|
iemand een veer in zijn kont steken
|
[hem prijzen]
|
|
een huishouden van Jan Steen
|
[een rommelige, ongeorganiseerde boel]
|
|
het IJzeren Gordijn
|
[de afsluiting van de Sovjet-Unie van de rest van de wereld]
|
|
hij heeft een hoofd als een ijzeren pot
|
[een heel goed geheugen]
|
|
de ijzeren long
|
[een toestel voor kunstmatige ademhaling]
|
|
een ijzeren greep
|
[een heel stevige omklemming]
|
|
een ijzeren Hein
|
[onverstoorbaar]
|
|
het is alsof het van de armen gaat
|
[zuur commentaar als men zuinig is]
|
|
zo arm als Job (de mieren, een kerkrat)
|
[heel erg arm]
|
|
arm en rijk
|
[iedereen]
|
|
de armen van geest
|
[eenvoudige mensen]
|
|
een illusie armer zijn
|
[ergens teleurgesteld over zijn]
|
|
het arme schaap
|
[de stakker]
|
|
een arme sloeber (stakker, stumper, sukkel)
|
[iemand die medelijden opwekt]
|
|
indirecte verlichting
|
[die tegen de muur weerkaatst wordt]
|
|
een indirecte vraag
|
[die niet rechtstreeks gesteld wordt]
|
|
indirecte rede
|
[waarin je niet rechtstreeks weergeeft wat gezegd is]
|
|
indirect object
|
[meewerkend voorwerp]
|
|
indirecte belastingen
|
[die door de belastingbetaler aan anderen worden doorberekend]
|
|
een individuele arbeidsovereenkomst
|
[contract tussen werkgever en één werknemer]
|
|
daar neem ik geen genoegen mee
|
[dat accepteer ik niet]
|
|
hem serieus nemen
|
[accepteren zoals hij is]
|
|
een bad nemen
|
[in bad gaan]
|
|
hem in dienst nemen
|
[hem een baan geven]
|
|
een besluit nemen
|
[iets besluiten]
|
|
hij neemt het niet zo nauw
|
[hij is niet erg precies]
|
|
een initiatief nemen
|
[ergens mee beginnen]
|
|
de maat nemen
|
[iets meten]
|
|
het hem kwalijk nemen
|
[hem de schuld ervoor geven]
|
|
een foto nemen
|
[een foto maken]
|
|
een intieme vriendin
|
[iemand aan wie je veel vertrouwelijke dingen vertelt]
|
|
iets in intieme kring vieren
|
[met alleen de mensen die je goed kent]
|
|
intiem zijn met iemand
|
[seksuele omgang met hem hebben]
|
|
inwendig moest ik erom lachen
|
[zonder het te laten blijken]
|
|
medicijnen voor inwendig gebruik
|
[om in te nemen door de mond]
|
|
een inwendige bloeding
|
[binnenin het lichaam]
|
|
we gaan de inwendige mens versterken
|
[eten]
|
|
een jochie van drie turven hoog
|
[een klein jochie]
|
|
as is verbrande turf
|
[spottend commentaar wanneer iemand een onwaarschijnlijke vergelijking met 'als' begint]
|
|
een jonge borrel
|
[jonge jenever]
|
|
van jongs af aan
|
[vanaf de tijd dat hij jong was]
|
|
jong en oud heeft plezier
|
[iedereen heeft plezier]
|
|
die bril maakt hem jong
|
[geeft hem een jong uiterlijk]
|
|
jong geleerd, oud gedaan
|
[wat je in de jeugd leert, kun je later gebruiken]
|
|
de nacht is nog jong
|
[nog maar net begonnen]
|
|
het jonge paar
|
[het pas getrouwde paar]
|
|
jonge benen hebben
|
[jong zijn en dus goed kunnen lopen]
|
|
een jonge hond
|
[iemand met een jeugdig, aanstekelijk enthousiasme]
|
|
jong en oud
|
[iedereen]
|
|
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
|
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
|
|
een jongen van Jan de Wit
|
[een flinke, dappere vent]
|
|
bij Clinton vergeleken is hij maar een kleine jongen
|
[onbelangrijk]
|
|
iedere gek heeft z'n gebrek
|
[niemand is volmaakt]
|
|
iemand voor de gek houden
|
[voor de grap tegen hem liegen]
|
|
een jongensgek
|
[een meisje dat dol is op jongens]
|
|
voor gek staan
|
[jezelf belachelijk maken]
|
|
één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden
|
[er zijn vragen waarop je geen zinnig antwoord kunt geven]
|
|
al te goed is buurmans
|
gek [wees niet te behulpzaam, want mensen maken daar misbruik van]
|
|
voor gek lopen
|
[er bespottelijk uitzien]
|
|
zoveel als de gek ervoor geeft
|
[zoveel als iemand wil bieden]
|
|
één gek kan meer vragen, dan tien wijzen kunnen beantwoorden
|
[op veel vragen is geen verstandig antwoord mogelijk]
|
|
een juweel van een auto
|
[een geweldige auto]
|
|
een kale boterham
|
[zonder beleg]
|
|
een kale boom
|
[zonder blad]
|
|
een kale plek in een stof
|
[een versleten plek]
|
|
zo kaal als een luis
|
[heel erg arm]
|
|
een kale neet
|
[een armoedzaaier]
|
|
de kale huur
|
[zonder de kosten van gas en licht]
|
|
kale kak
|
[afkeurende benaming voor zogenaamd deftige mensen]
|
|
een kalme zee
|
[zonder hoge golven]
|
|
doe je een beetje kalm aan?
|
[maak je je niet te druk?]
|
|
een kans voorbij laten gaan
|
[hem niet benutten]
|
|
een kansje wagen
|
[iets proberen]
|
|
waag het niet om ...!
|
[doe het niet]
|
|
wie niet waagt die niet wint
|
[wie iets wil bereiken, moet een risico nemen]
|
|
ik waag het erop
|
[ik doe een poging]
|
|
je leven wagen
|
[je leven op het spel zetten]
|
|
een kapitale fout
|
[een enorme fout]
|
|
een kapitaal misdrijf
|
[waar de doodstraf op staat]
|
|
hem op de kast jagen
|
[expres kwaad maken]
|
|
ik werd van het kastje naar de muur gestuurd
|
[steeds maar doorgestuurd]
|
|
een kast van een huis
|
[heel groot]
|
|
alles uit de kast halen
|
[enorm je best doen]
|
|
iemand op de kast jagen
|
[kwaad maken]
|
|
een lijk in de kast
|
[een tegenvaller die er plotseling blijkt te zijn]
|
|
van het kastje naar de muur gestuurd worden
|
[eindeloos doorgestuurd worden]
|
|
uit de kast komen
|
[uitkomen voor je homoseksuele geaardheid]
|
|
kastje kijken
|
[televisie kijken]
|
|
iemand onder uit de zak geven
|
[scherpe kritiek op hem geven]
|
|
een kat in de zak kopen
|
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
|
|
zakjes plakken
|
[in de gevangenis zitten]
|
|
oude wijn in nieuwe zakken
|
[iets bekends in een nieuwe vorm]
|
|
in zak en as zitten
|
[in een toestand van verslagenheid]
|
|
een duit in het zakje doen
|
[een woordje meespreken]
|
|
iemand de zak geven
|
[hem ontslaan]
|
|
geld op zak hebben
|
[geld bij je hebben]
|
|
dat kun je in je zak steken
|
[die opmerking was raak]
|
|
die kan hij in zijn zak steken
|
[hij is veel beter dan die ander]
|
|
zonder een cent op zak
|
[zonder contant geld bij zich te hebben]
|
|
het geld brandt hem in de zak
|
[hij wil het graag uitgeven]
|
|
iemand in je zak hebben
|
[met hem kunnen doen wat je wilt]
|
|
zijn ogen in zijn zak hebben
|
[niet uitkijken]
|
|
zijn zakken vullen
|
[zich verrijken]
|
|
iets uit eigen zak betalen
|
[zelf de kosten dragen]
|
|
op zijn zak teren
|
[van zijn geld leven]
|
|
een ouwe zak
|
[oude man]
|
|
ik begrijp er geen zak van
|
[helemaal niets]
|
|
een kat in de zak kopen
|
[iets kopen dat erg tegenvalt]
|
|
leven als kat en hond
|
[met veel ruzie]
|
|
maak dat de kat wijs!
|
[daar geloof ik niets van]
|
|
geen katje om zonder handschoenen aan te pakken
|
[iemand die altijd erg fel reageert]
|
|
de kat uit de boom kijken
|
[rustig afwachten wat er gebeurt]
|
|
kat in 't bakkie
|
[een gemakkelijk werkje]
|
|
de kat in de gordijnen jagen
|
[ruzie veroorzaken]
|
|
de kat in het donker knijpen
|
[alleen lelijke dingen doen als je denkt dat niemand je ziet]
|
|
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
|
[als er geen toezicht is, gaat men zich misdragen]
|
|
dat weet onze kat ook
|
[dat begrijpt iedereen]
|
|
een kat in het nauw maakt rare sprongen
|
[als je in nood bent, doe je gekke dingen]
|
|
je voelen als een kat in een vreemd pakhuis
|
[je niet thuis voelen]
|
|
de kat de bel aan binden
|
[over een moeilijk onderwerp beginnen]
|
|
de kat op het spek binden
|
[iemand heel erg in de verleiding brengen]
|
|
als kat en hond leven
|
[voortdurend ruzie met elkaar maken]
|
|
als katten muizen, mauwen ze niet
|
[wie eet, praat niet]
|
|
iemand een kat geven
|
[een hatelijke opmerking maken]
|
|
in het nauw zitten
|
[het moeilijk hebben]
|
|
iemand in het nauw drijven
|
[hem in moeilijkheden brengen waar hij niet meer uit kan komen]
|
|
een kat in het nauw maakt rare sprongen
|
[wie in moeilijkheden zit, doet vaak onverwachte dingen]
|
|
een kerkelijk huwelijk
|
[dat in de kerk gesloten wordt]
|
|
de aandacht trekken
|
[zorgen dat ze je zien]
|
|
het toneelstuk trekt veel publiek
|
[veel mensen willen het zien]
|
|
dat trekt mij niet
|
[dat vind ik niet aantrekkelijk]
|
|
een kies trekken
|
[hem eruit halen]
|
|
een conclusie trekken
|
[zeggen wat je mening over het onderwerp is]
|
|
een lijn trekken
|
[tekenen]
|
|
het trekt
|
[het tocht]
|
|
aan je trekken komen
|
[krijgen wat je nodig hebt of hebben wilt]
|
|
een koude kikker
|
[iemand die niet snel enthousiast is]
|
|
een kikker in je keel hebben
|
[schorre geluiden maken als je praat]
|
|
een kind kan de was doen
|
[het is heel eenvoudig]
|
|
de vuile was buiten hangen
|
[tegen buitenstaanders vertellen over je problemen en ruzies]
|
|
als was in iemands handen zijn
|
[heel gewillig]
|
|
goed in zijn slappe was zitten
|
[rijk zijn]
|
|
zo blij als een kind
|
[heel erg blij]
|
|
hij is een kind van zijn tijd
|
[hij past precies in die tijd]
|
|
je moet het kind niet met het badwater weggooien
|
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
|
|
Kjeld is het kind van de rekening
|
[hij is het slachtoffer]
|
|
als een pasgeboren kind
|
[zo onschuldig]
|
|
dat kan een kind begrijpen
|
[dat is erg eenvoudig]
|
|
een doodgeboren kindje
|
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
|
|
geen kind hebben aan iemand
|
[niet de minste last van hem hebben]
|
|
ik krijg er een kind van!
|
[ik heb er schoon genoeg van]
|
|
een ondergeschoven kindje
|
[dat niet veel aandacht krijgt]
|
|
een kind kan de was doen
|
[het is heel eenvoudig]
|
|
kind aan huis zijn bij iemand
|
[er vaak komen]
|
|
kind noch kraai hebben
|
[geen familie hebben]
|
|
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
|
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]
|
|
slaap krijgen
|
[slaperig worden]
|
|
ik krijg hem nog wel!
|
[ik zal wraak nemen]
|
|
er erg in krijgen
|
[begrijpen hoe het zit]
|
|
het aan de gang krijgen
|
[laten werken]
|
|
er genoeg van krijgen
|
[het niet meer willen]
|
|
een kind krijgen
|
[bevallen]
|
|
op je kop krijgen
|
[horen dat het niet meer mag gebeuren]
|
|
het warm krijgen
|
[je warm voelen]
|
|
een kind ter wereld brengen
|
[een kind krijgen]
|
|
hem naar de andere wereld helpen
|
[hem doden]
|
|
de derde wereld
|
[de ontwikkelingslanden]
|
|
een man van de wereld
|
[die veel heeft gereisd en veel heeft meegemaakt]
|
|
hij leeft in een eigen wereld
|
[in zijn gedachten]
|
|
een wereld van verschil
|
[een heel groot verschil]
|
|
een kind verwachten
|
[zwanger zijn]
|
|
je verwacht te veel van me
|
[je wilt dat ik meer doe dan ik kan]
|
|
een kind verwekken
|
[een eicel bevruchten zodat een kind ontstaat]
|
|
één klap en je kunt hem afvoeren
|
[hij is overwonnen]
|
|
met een stalen gezicht
|
[zonder gevoel te tonen]
|
|
dat geeft scheve gezichten
|
[het maakt anderen jaloers]
|
|
een raar gezicht trekken
|
[spieren in je gezicht bewegen]
|
|
op het eerste gezicht
|
[als je er voor het eerst mee te maken krijgt]
|
|
iemand van gezicht kennen
|
[wel weten hoe hij eruitziet, maar meer niet]
|
|
iemand uit het gezicht verliezen
|
[niet meer weten waar hij is]
|
|
het recht in zijn gezicht zeggen
|
[zonder er omheen te draaien]
|
|
even je gezicht laten zien
|
[er kort op bezoek gaan]
|
|
het gezicht verliezen
|
[blind worden]
|
|
géén gezicht!
|
[niet om aan te zien, erg lelijk]
|
|
een klap in het gezicht
|
[een grove belediging]
|
|
op je gezicht gaan
|
[afgaan, mislukken]
|
|
een gezicht als een oorwurm
|
[boos en ontevreden]
|
|
een gezicht van oude lappen
|
[huilerig en lelijk]
|
|
iemand met twee gezichten
|
[een schijnheilig iemand]
|
|
op het eerste gezicht
|
[als je er voor het eerst naar kijkt]
|
|
het is géén gezicht
|
[het ziet er heel raar uit]
|
|
de trein verdween uit het gezicht
|
[ik zag hem niet meer]
|
|
je gezicht verliezen
|
[iets doen waardoor je je goede naam kwijtraakt]
|
|
een klapper maken
|
[in één keer veel geld verdienen]
|
|
dat is een hoofdstuk apart
|
[iets heel bijzonders]
|
|
een wereld apart
|
[een totaal andere wereld]
|
|
een klasse apart
|
[iets heel bijzonders]
|
|
een klein eindje
|
[een kort stukje]
|
|
ik krijg hem wel klein
|
[ik win het wel van hem]
|
|
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
|
[wie niet blij is met iets kleins, is het niet waard iets groots te krijgen]
|
|
het kleinste kamertje
|
[het toilet]
|
|
hij is voor geen kleintje vervaard
|
[durft alles aan]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden]
|
|
alles kort en klein slaan
|
[kapot slaan]
|
|
wat is de wereld toch klein!
|
[dat zeg je als je ver van huis vrienden of kennissen tegenkomt]
|
|
daar is hij een kleine jongen bij
|
[vergeleken daarmee is hij onbeduidend]
|
|
de kleine
|
[de baby of de peuter]
|
|
een kleine boodschap doen
|
[plassen, urineren]
|
|
een kleine eter zijn
|
[weinig eten]
|
|
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
|
[wie niet blij is met iets kleins, verdient geen waardevolle, dure dingen]
|
|
heeft u het niet kleiner?
|
[in munten met een geringere waarde?]
|
|
de kleine kas
|
[geld voor dagelijkse uitgaven]
|
|
voor een klein prijsje
|
[voor weinig geld]
|
|
de kleine kaart
|
[beperkte kaart met eenvoudige gerechten]
|
|
hij is nogal klein van geest
|
[bekrompen]
|
|
een klein jaar
|
[bijna een jaar]
|
|
een kleinigheidje
|
[een klein cadeau]
|
|
hij heeft niet veel kleur
|
[ziet er ziek uit]
|
|
kleur bekennen
|
[laten merken hoe je erover denkt]
|
|
hij heeft een kleur als een biet
|
[een vuurrood hoofd]
|
|
een kleur krijgen
|
[blozen]
|
|
het in geuren en kleuren vertellen
|
[uitgebreid, met veel bijzonderheden]
|
|
primaire kleuren
|
[niet van andere kleuren gemaakt]
|
|
gedekte kleuren
|
[die rustig zijn voor de ogen]
|
|
ergens kleur aan geven
|
[het opvrolijken, verlevendigen]
|
|
de nationale kleuren
|
[die van de vlag]
|
|
een kleur als een boei hebben
|
[sterk blozen]
|
|
een kleurloos leven leiden
|
[waarin nooit iets bijzonders gebeurt]
|
|
een klontje suiker
|
[suiker in de vorm van een blokje]
|
|
het is zo klaar als een klontje
|
[het is helemaal duidelijk]
|
|
een kluwen mensen
|
[die in elkaar verstrikt lijken te zijn]
|
|
iemand een aai over zijn bol geven
|
[een compliment geven]
|
|
het is hem in de bol geslagen
|
[hij is gek geworden]
|
|
het hoog in de bol hebben
|
[veel willen bereiken]
|
|
een knappe bol
|
[een intelligente, geleerde persoon]
|
|
een knelpunt in het verkeer
|
[waar het verkeer vastloopt]
|
|
van de blauwe knoop zijn
|
[geen alcohol gebruiken]
|
|
in de knoop zitten
|
[in moeilijkheden]
|
|
de knoop doorhakken
|
[een moeilijke beslissing nemen]
|
|
met zichzelf in de knoop zitten
|
[verward zijn]
|
|
een knoop in je zakdoek leggen
|
[proberen iets niet te vergeten]
|
|
iets uit de knoop halen
|
[het ontwarren]
|
|
dat ligt me zwaar op de maag
|
[daar zie ik erg tegenop]
|
|
ik zit ermee in mijn maag
|
[het is een probleem voor me]
|
|
hij heeft het me in de maag gesplitst
|
[hij heeft me iets vervelends opgedragen]
|
|
een knorrende maag hebben
|
[honger hebben]
|
|
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
|
[hij kan minder eten dan hij dacht]
|
|
iemand iets in zijn maag splitsen
|
[hem ergens mee opzadelen]
|
|
dat staat in de maag
|
[dat is stevige kost]
|
|
een koekje van eigen deeg krijgen
|
[vervelend behandeld worden nadat je hetzelfde bij anderen deed]
|
|
iets voor zoete koek aannemen
|
[het zomaar geloven of accepteren]
|
|
het is weer koek en ei
|
[de ruzie is voorbij]
|
|
dat is andere koek
|
[dat is heel anders]
|
|
dat ging erin als koek
|
[dat vonden ze heel leuk]
|
|
de koek is op
|
[er is niets meer te verdelen]
|
|
kop op!
|
[houd moed!]
|
|
een kop als een boei
|
[een vuurrood hoofd]
|
|
de kop indrukken
|
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
|
|
een verhaal met kop noch staart
|
[onbegrijpelijk]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
een bord voor je kop hebben
|
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
je kop in het zand steken
|
[jezelf voor de gek houden]
|
|
dat zal me de kop niet kosten
|
[dat kan ik wel betalen]
|
|
de hele zaal stond op zijn kop
|
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
|
|
kopjes geven
|
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
|
|
de kop opsteken
|
[zich opnieuw vertonen]
|
|
al ga je op je kop staan!
|
[je zult je zin niet krijgen]
|
|
iemand op zijn kop geven
|
[hem berispen, een standje geven]
|
|
iemand een kopje kleiner maken
|
[hem doden, verslaan]
|
|
de kolder in de kop krijgen
|
[onhandelbaar worden]
|
|
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
|
[hij geeft niet gauw op]
|
|
met je kop tegen de muur lopen
|
[niet bereiken wat je wilt]
|
|
iets in je kop stampen
|
[het met moeite in je geheugen opnemen]
|
|
de koppen tellen
|
[de aanwezigen]
|
|
zaagsel in zijn kop hebben
|
[dom zijn, niets begrijpen]
|
|
je niet op je kop laten zitten
|
[niet alles goedvinden]
|
|
een Haags kopje
|
[halfvol]
|
|
hou die doos niet op zijn kop!
|
[ondersteboven]
|
|
over de kop slaan
|
[ondersteboven vallen]
|
|
op zijn kop
|
[ondersteboven]
|
|
koplamp
|
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
|
|
over de kop gaan
|
[failliet gaan]
|
|
de spijker op de kop slaan
|
[zeggen waar het precies om gaat]
|
|
iets bij de kop vatten
|
[eraan beginnen]
|
|
iets op de kop tikken
|
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
|
|
op de kop af
|
[precies]
|
|
de koperen ploert
|
[de zon]
|
|
een koperen bruiloft
|
[van mensen die 12,5 jaar getrouwd zijn]
|
|
het koperen paar
|
[echtpaar dat 12,5 jaar getrouwd is]
|
|
hem kort houden
|
[hem niet veel toestaan]
|
|
aan het kortste eind trekken
|
[uiteindelijk verliezen]
|
|
de korte golf
|
[radiogolf met een lengte van 10 tot 100 meter]
|
|
alles kort en klein slaan
|
[in stukken slaan]
|
|
kort en bondig
|
[met weinig woorden]
|
|
van korte duur
|
[wat kort duurt]
|
|
het is kort dag
|
[er is niet veel tijd meer]
|
|
een kort geding
|
[proces voor spoedeisende zaken]
|
|
kort geleden
|
[onlangs]
|
|
binnen de kortste keren
|
[heel snel]
|
|
het kort maken (houden)
|
[snel zeggen wat je wilt]
|
|
kort van memorie zijn
|
[een slecht geheugen hebben]
|
|
korte metten maken met iemand
|
[genadeloos met hem afrekenen]
|
|
op korte termijn
|
[binnenkort]
|
|
tot voor kort
|
[onlangs nog]
|
|
in kort bestek
|
[beknopt]
|
|
kort en goed
|
[direct en zonder omhaal]
|
|
in het kort
|
[met weinig woorden, samengevat]
|
|
kort en krachtig
|
[direct en zonder uit te weiden]
|
|
om kort te gaan
|
[inleiding op een samenvatting]
|
|
kort van stof zijn
|
[zeer weinig woorden gebruiken]
|
|
in het kort
|
[met weinig woorden]
|
|
tot voor kort
|
[tot een tijdje geleden]
|
|
een kort geding
|
[voor zaken die snel afgehandeld moeten worden]
|
|
dat is in het geding
|
[daar gaat het over]
|
|
hem koud maken
|
[vermoorden]
|
|
een koud buffet
|
[zelfbedieningsmaaltijd met salades en andere koude gerechten]
|
|
een koude douche
|
[iets onverwachts wat je erg tegenvalt]
|
|
groente van de koude grond
|
[niet in een kas gekweekt, maar buiten]
|
|
een koude kikker
|
[iemand die onverstoorbaar is]
|
|
het langs je koude kleren laten afglijden
|
[je er niets van aantrekken]
|
|
het niet koud laten worden
|
[er onmiddellijk werk van maken]
|
|
ergens niet warm of koud van worden
|
[er niet door geraakt worden]
|
|
het koude zweet brengt me uit
|
[dat zeg je als je erg angstig bent]
|
|
dat laat hem koud
|
[dat doet hem niets, raakt hem niet]
|
|
kouwe drukte
|
[nodeloze ophef]
|
|
kouwe kak
|
[afkeurende benaming voor mensen die deftig doen]
|
|
dat is een koud kunstje
|
[het is niet moeilijk]
|
|
een koude oorlog
|
[oorlog zonder gevechten]
|
|
de Koude Oorlog
|
[benaming voor de vijandelijkheden tussen de VS en de Sovjet-Unie]
|
|
een koude kikker
|
[iemand die niet snel enthousiast is]
|
|
een kikker in je keel hebben
|
[schorre geluiden maken als je praat]
|
|
hem koud maken
|
[vermoorden]
|
|
een koud buffet
|
[zelfbedieningsmaaltijd met salades en andere koude gerechten]
|
|
een koude douche
|
[iets onverwachts wat je erg tegenvalt]
|
|
groente van de koude grond
|
[niet in een kas gekweekt, maar buiten]
|
|
een koude kikker
|
[iemand die onverstoorbaar is]
|
|
het langs je koude kleren laten afglijden
|
[je er niets van aantrekken]
|
|
het niet koud laten worden
|
[er onmiddellijk werk van maken]
|
|
ergens niet warm of koud van worden
|
[er niet door geraakt worden]
|
|
het koude zweet brengt me uit
|
[dat zeg je als je erg angstig bent]
|
|
dat laat hem koud
|
[dat doet hem niets, raakt hem niet]
|
|
kouwe drukte
|
[nodeloze ophef]
|
|
kouwe kak
|
[afkeurende benaming voor mensen die deftig doen]
|
|
dat is een koud kunstje
|
[het is niet moeilijk]
|
|
een koude oorlog
|
[oorlog zonder gevechten]
|
|
de Koude Oorlog
|
[benaming voor de vijandelijkheden tussen de VS en de Sovjet-Unie]
|
|
front maken tegen iets
|
[je ertegen verzetten]
|
|
op alle fronten winnen
|
[in alle opzichten]
|
|
een koufront
|
[lucht die zorgt voor koud weer]
|
|
een krantenwijk
|
[de straten waarin iemand de krant bezorgt]
|
|
de wijk nemen
|
[vluchten]
|
|
krap bemeten
|
[van geringe afmeting]
|
|
een krappe arbeidsmarkt
|
[met te weinig werkzoekenden]
|
|
iemand krap houden
|
[hem weinig geld geven]
|
|
krap bij kas zitten
|
[weinig geld te besteden hebben]
|
|
ergens een kritische noot bij plaatsen
|
[er een mening over geven]
|
|
de kritische leeftijd
|
[waarop je het best bepaalde dingen aanleert]
|
|
een kritische soort
|
[die op het punt staat uit te sterven]
|
|
waarom zijn de bananen krom?
|
[grappig commentaar als iemand een moeilijke vraag stelt]
|
|
krom liggen van het lachen
|
[heel erg moeten lachen]
|
|
zich krom werken
|
[heel hard werken]
|
|
daar gaan je tenen krom van staan
|
[dat vind ik gênant, ergerlijk]
|
|
een kromme redenering
|
[een redenering die niet klopt, die niet logisch is]
|
|
een kruis slaan
|
[met de rechterhand een kruis in de lucht tekenen]
|
|
het Rode Kruis
|
[vereniging die slachtoffers van rampen en oorlogen helpt]
|
|
iemand het heilige kruis nageven
|
[opgelucht zijn dat hij vertrekt]
|
|
kruis of munt gooien
|
[een muntstuk laten vallen en de beslissing laten afhangen van de kant die boven komt]
|
|
hij voelde zich in zijn kruis getast
|
[heel erg beledigd]
|
|
hij heeft last van zijn geweten
|
[voelt zich schuldig]
|
|
wie heeft dat op zijn geweten?
|
[wie heeft het gedaan?]
|
|
een kwaad geweten hebben
|
[zich schuldig voelen]
|
|
de goeden moeten onder de kwaden lijden
|
[de onschuldigen moeten ook mee lijden]
|
|
hij meent het zo kwaad niet
|
[verontschuldiging voor iemand die onaardig doet]
|
|
te kwader trouw zijn
|
[oneerlijk zijn]
|
|
in een kwaad daglicht staan
|
[slecht bekend staan]
|
|
een kwade dronk hebben
|
[agressief zijn als je dronken bent]
|
|
een kwaad geweten hebben
|
[een gevoel van schuld]
|
|
zo goed en zo kwaad als het gaat
|
[zo goed als in deze situatie mogelijk is]
|
|
aan iemand een kwaaie hebben
|
[een geduchte tegenstander]
|
|
hij is de kwaadste niet
|
[hij is best vriendelijk]
|
|
met hem is het kwaad kersen eten
|
[met hem kun je beter niet te maken krijgen]
|
|
de kwaaie pier zijn
|
[altijd de schuld krijgen]
|
|
kwaad bloed zetten
|
[boosheid opwekken]
|
|
iemand een kwaad hart toedragen
|
[gunstig over hem denken]
|
|
kwade tongen beweren....
|
[roddelaars vertellen...]
|
|
kwade tijden
|
[tijden vol tegenspoed]
|
|
een kwade dronk hebben
|
[lastig worden als je dronken bent]
|
|
een laffe grap
|
[flauw, niet leuk of grappig]
|
|
je kunt hoog of laag springen
|
[om duidelijk te maken dat je niet zult toegeven]
|
|
een toontje lager zingen
|
[minder praatjes hebben]
|
|
iets op een laag pitje zetten
|
[het voorlopig laten rusten]
|
|
een lage dunk van iemand hebben
|
[weinig waardering]
|
|
van lagere orde
|
[minder belangrijk]
|
|
iets bij hoog en laag beweren
|
[blijven volhouden dat het zo is]
|
|
zij heeft niet veel in de melk te brokkelen
|
[niet veel te vertellen]
|
|
eruitzien als melk en bloed
|
[er heel gezond uitzien]
|
|
een land van melk en honing
|
[waar alles in overvloed is]
|
|
melk is goed voor elk
|
[reclame voor melk]
|
|
melk, de witte motor
|
[reclame voor melk]
|
|
de dames gaan in het lang
|
[in een lange jurk]
|
|
iets op de lange baan schuiven
|
[het telkens uitstellen]
|
|
op de lange duur
|
[over een lange tijd gezien]
|
|
aan het langste eind trekken
|
[het uiteindelijk winnen]
|
|
een lang gezicht trekken
|
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
|
|
de lange latten
|
[ski's]
|
|
lange tenen hebben
|
[snel beledigd zijn]
|
|
lange vingers hebben
|
[stelen]
|
|
het is zo lang als het breed is
|
[het komt op hetzelfde neer]
|
|
we hebben er lang en breed over gesproken
|
[heel uitvoerig]
|
|
hij zal het niet lang meer maken
|
[hij leeft nog maar kort]
|
|
ze heeft erg lang werk
|
[ze doet er een hele tijd over]
|
|
werk je daar al lang?
|
[al een tijd?]
|
|
een lange adem hebben
|
[iets lange tijd volhouden]
|
|
een zaak van lange adem
|
[die lange tijd blijft bestaan]
|
|
hoe langer hoe beter
|
[steeds beter]
|
|
al lang en breed
|
[al lang]
|
|
eerlijk duurt het langst
|
[met bedrog kom je niet ver]
|
|
lang geleden
|
[ver in het verleden]
|
|
we kennen elkaar langer dan vandaag
|
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
|
|
van zijn lang zal z'n leven niet
|
[absoluut nooit]
|
|
hij zal het niet lang meer maken
|
[zal spoedig sterven]
|
|
lang van stof zijn
|
[altijd veel woorden nodig hebben]
|
|
dan kun je lang wachten
|
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
|
|
een lang weekend
|
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
|
|
ergens lang werk mee hebben
|
[niet opschieten]
|
|
iets niet langer doen
|
[het niet meer doen]
|
|
dat is lang niet slecht
|
[behoorlijk goed]
|
|
ten langen leste
|
[eindelijk]
|
|
met lange tanden eten
|
[met tegenzin]
|
|
een lans voor iemand breken
|
[hem verdedigen]
|
|
een lap tekst
|
[een lange tekst]
|
|
een gezicht van oude lappen
|
[huilerig en ontevreden]
|
|
dat werkt als een rode lap op een stier
|
[dat wekt alleen maar woede op]
|
|
dat werkt op hem als een rode lap op een stier
|
[hij wordt er woedend van]
|
|
iemand voor het lapje houden
|
[voor de gek houden]
|
|
enkele reis
|
[alleen de heenreis]
|
|
op reis gaan
|
[je verplaatsen naar een plaats ver weg]
|
|
een last minute reis
|
[die op het laatste moment geboekt is]
|
|
hem lastig vallen
|
[hem storen of tegen zijn zin aanraken]
|
|
een lastig portret
|
[een vervelend, moeilijk mens]
|
|
een lastig karwei
|
[een moeilijke zaak]
|
|
iemand in een lastig parket brengen
|
[in een moeilijke positie brengen]
|
|
een leger op de been brengen
|
[mensen oproepen om te gaan vechten]
|
|
het lek boven water hebben
|
[de grootste problemen opgelost hebben]
|
|
een lek in de organisatie
|
[iemand die geheimen naar buiten brengt]
|
|
een lekker dier
|
[vertederend, aantrekkelijk persoon]
|
|
een politiek dier
|
[iemand die zich veel met politiek bezighoudt]
|
|
de koning der dieren
|
[de leeuw]
|
|
ik heb er een lief ding voor over
|
[ik heb er veel voor over]
|
|
een aardig ding
|
[een lief meisje]
|
|
de dingen bij hun naam noemen
|
[precies zeggen hoe je erover denkt]
|
|
de dingen nemen zoals ze zijn
|
[met alle gebreken en fouten die erbij horen]
|
|
een lekker ding
|
[een aantrekkelijke man of vrouw]
|
|
iemand lekker maken
|
[zorgen dat hij ernaar verlangt]
|
|
lekkere trek hebben
|
[zin in lekkere dingen]
|
|
wat je ver haalt is lekker
|
[wat van ver komt wordt meer gewaardeerd]
|
|
lekker is maar één vinger lang
|
[genieten duurt maar even]
|
|
voor het lekker
|
[omdat het zo lekker is]
|
|
dat zit me niet lekker
|
[dat bevalt me niet]
|
|
een lekker ding
|
[aantrekkelijke persoon]
|
|
lekker in het gehoor liggen
|
[gemakkelijk om naar te luisteren]
|
|
je bent niet lekker!
|
[je bent niet goed wijs]
|
|
dat is een lekker stel
|
[die samen niet veel goeds van plan zijn]
|
|
het zit me niet lekker
|
[ik ben er ontevreden of bezorgd over]
|
|
je bent niet lekker!
|
[je bent gek!]
|
|
zo lelijk als de nacht
|
[erg lelijk]
|
|
een lelijke eend
|
[een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
|
|
het ziet er lelijk voor je uit
|
[het lijkt erop of het niet goed afloopt]
|
|
hij vertelt lelijke dingen over mij
|
[ongunstige, slechte dingen]
|
|
een lelijke knauw krijgen
|
[schade aan gezondheid of financiën]
|
|
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
|
[uitschelden]
|
|
een lelijke pijp roken
|
[een slechte, nare ervaring hebben]
|
|
een lelijk gezicht trekken
|
[boos kijken]
|
|
lelijk op zijn neus kijken
|
[erg teleurgesteld worden]
|
|
dat zal je nog lelijk opbreken
|
[daar zul je spijt van krijgen]
|
|
wat kijk je lelijk!
|
[wat kijk je boos!]
|
|
hem over de grens zetten
|
[naar de andere kant van de grens brengen]
|
|
je er overheen zetten
|
[besluiten er niet meer over te denken]
|
|
het in beweging zetten
|
[laten bewegen]
|
|
een lelijk gezicht zetten
|
[lelijk kijken]
|
|
het op een lopen zetten
|
[beginnen hard te lopen]
|
|
alles op alles zetten
|
[doen wat je kunt]
|
|
hij zet alles op het spel
|
[als hij verliest is hij alles kwijt]
|
|
onder water zetten
|
[vol laten lopen tot het onder water staat]
|
|
ik kan haar echt niet zetten
|
[ik vind haar niet aardig, irritant]
|
|
nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan
|
[heel zwak of slap zijn]
|
|
een lelijke deuk krijgen
|
[geestelijke schade oplopen]
|
|
in een deuk liggen
|
[onbedaarlijk lachen]
|
|
zo lelijk als de nacht
|
[erg lelijk]
|
|
een lelijke eend
|
[een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
|
|
het ziet er lelijk voor je uit
|
[het lijkt erop of het niet goed afloopt]
|
|
hij vertelt lelijke dingen over mij
|
[ongunstige, slechte dingen]
|
|
een lelijke knauw krijgen
|
[schade aan gezondheid of financiën]
|
|
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
|
[uitschelden]
|
|
een lelijke pijp roken
|
[een slechte, nare ervaring hebben]
|
|
een lelijk gezicht trekken
|
[boos kijken]
|
|
lelijk op zijn neus kijken
|
[erg teleurgesteld worden]
|
|
dat zal je nog lelijk opbreken
|
[daar zul je spijt van krijgen]
|
|
wat kijk je lelijk!
|
[wat kijk je boos!]
|
|
een vreemde eend in de bijt
|
[iemand die een vreemdeling is in een groep]
|
|
de gebraden eenden vliegen hem in de mond
|
[het gaat hem erg voorspoedig]
|
|
een lelijke eend
|
[een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
|
|
een leugentje om bestwil
|
[een kleine leugen om iemand te helpen]
|
|
al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel
|
[de waarheid wordt toch ontdekt]
|
|
een leugentje om bestwil
|
[vanuit goede bedoelingen]
|
|
een leven als een oordeel
|
[een ontzettend lawaai]
|
|
je bent er je leven niet zeker
|
[het is er heel gevaarlijk]
|
|
iemand om het leven brengen
|
[doden]
|
|
zij heeft het leven geschonken aan een dochter
|
[zij kreeg een dochter]
|
|
het slachtoffer is nog in leven
|
[leeft nog]
|
|
het nieuw leven inblazen
|
[het opnieuw laten opbloeien]
|
|
hij heeft geen leven bij haar
|
[zij zit hem steeds dwars]
|
|
hij maakt haar het leven zuur
|
[hij zit haar steeds dwars]
|
|
zij leven langs elkaar heen
|
[ze hebben geen contact]
|
|
dat brengt leven in de brouwerij
|
[geeft actie en vrolijkheid]
|
|
haar leven hangt aan een zijden draad
|
[is in gevaar]
|
|
bij leven en welzijn
|
[als alles gaat zoals we verwachten]
|
|
van mijn leven niet!
|
[nooit!]
|
|
iets in het leven roepen
|
[laten ontstaan]
|
|
dat is uit het leven gegrepen
|
[naar de werkelijkheid]
|
|
zij koopt kleren bij het leven
|
[heel veel, heel vaak]
|
|
dat zal ik nooit van mijn leven doen
|
[absoluut nooit]
|
|
over lijken gaan
|
[niets en niemand ontzien]
|
|
over mijn lijk!
|
[dat mag niet gebeuren!]
|
|
een leven lijk zijn
|
[er heel slecht uitzien]
|
|
moderne talen
|
[Engels, Frans en Duits]
|
|
klassieke talen
|
[Grieks en Latijn]
|
|
een dode taal
|
[die niemand meer spreekt]
|
|
grove taal uitslaan
|
[lelijke woorden gebruiken]
|
|
zwijgen in alle talen
|
[niets zeggen]
|
|
hij gaf taal noch teken
|
[liet niets van zich horen]
|
|
een levende taal
|
[die nog gesproken wordt]
|
|
een vreemde taal
|
[een buitenlandse taal]
|
|
bloemrijke taal
|
[met veel beeldspraak]
|
|
duidelijke taal spreken
|
[begrijpelijk zijn]
|
|
gepeperde taal
|
[met harde oordelen]
|
|
taal noch teken geven
|
[niets van zich laten horen]
|
|
versluierende taal
|
[waarmee iemand niet ronduit zegt wat hij bedoelt]
|
|
een lichtzinnig mens
|
[iemand die niet goed nadenkt]
|
|
een liedje uit de oude doos
|
[van vroeger]
|
|
als een duveltje in een doosje
|
[plotseling, zonder waarschuwing]
|
|
uit de oude doos
|
[ouderwets]
|
|
een sigaar uit eigen doos krijgen
|
[een cadeau waarvoor je zelf moet betalen]
|
|
de zwarte doos
|
[het apparaat waarmee vluchtgegevens worden opgenomen]
|
|
een lief smoeltje
|
[een lief gezichtje]
|
|
(grof) een grote smoel opzetten
|
[brutaal zijn]
|
|
een relatie aanknopen
|
[iemand goed leren kennen]
|
|
een liefdesrelatie
|
[een liefdesverhouding]
|
|
een eind aan de relatie maken
|
[iemand niet meer willen zien]
|
|
hij heeft goede relaties
|
[kent belangrijke mensen]
|
|
lijfelijk aanwezig zijn
|
[in levenden lijve]
|
|
een lijfelijke afkeer van iets hebben
|
[ervan walgen]
|
|
hem op de kast jagen
|
[expres kwaad maken]
|
|
ik werd van het kastje naar de muur gestuurd
|
[steeds maar doorgestuurd]
|
|
een kast van een huis
|
[heel groot]
|
|
alles uit de kast halen
|
[enorm je best doen]
|
|
iemand op de kast jagen
|
[kwaad maken]
|
|
een lijk in de kast
|
[een tegenvaller die er plotseling blijkt te zijn]
|
|
van het kastje naar de muur gestuurd worden
|
[eindeloos doorgestuurd worden]
|
|
uit de kast komen
|
[uitkomen voor je homoseksuele geaardheid]
|
|
kastje kijken
|
[televisie kijken]
|
|
de aandacht trekken
|
[zorgen dat ze je zien]
|
|
het toneelstuk trekt veel publiek
|
[veel mensen willen het zien]
|
|
dat trekt mij niet
|
[dat vind ik niet aantrekkelijk]
|
|
een kies trekken
|
[hem eruit halen]
|
|
een conclusie trekken
|
[zeggen wat je mening over het onderwerp is]
|
|
een lijn trekken
|
[tekenen]
|
|
het trekt
|
[het tocht]
|
|
aan je trekken komen
|
[krijgen wat je nodig hebt of hebben wilt]
|
|
door het lint gaan
|
[je zelfbeheersing verliezen, heel woedend worden]
|
|
een lintje verdienen
|
[onderscheiding vanwege een bijzondere prestatie]
|
|
het lint doorknippen
|
[ceremonie om iets te openen]
|
|
een literair café
|
[waar schrijvers elkaar treffen]
|
|
hij is mij niet tot last
|
[hij stoort of belemmert mij niet]
|
|
een loden last
|
[een zware druk]
|
|
vaste lasten
|
[regelmatig terugkerende financiële verplichtingen]
|
|
hem wordt diefstal ten laste gelegd
|
[daar wordt hij van beschuldigd]
|
|
op last van de brandweer
|
[het moet van de brandweer]
|
|
een lome warmte
|
[warmte die loom maakt]
|
|
loze woorden
|
[lege woorden, die niets zeggen]
|
|
wat is er loos?
|
[wat is er aan de hand?]
|
|
een loos knoopsgat
|
[dat niet open is]
|
|
een lor van een vent
|
[waardeloos mens]
|
|
geen lor
|
[niets]
|
|
alles wat los en vast zit is weggehaald
|
[alles dus]
|
|
de beer is los
|
[de narigheid is begonnen]
|
|
er zit een draadje (schroefje) bij hem los
|
[hij is niet goed bij zijn verstand]
|
|
losse handen hebben
|
[veel en gauw slaan]
|
|
iets uit de losse pols doen
|
[met groot gemak]
|
|
op losse schroeven staan
|
[onzeker, twijfelachtig of het doorgaat]
|
|
aan hem is een steekje los
|
[hij is een beetje gek]
|
|
als los zand aan elkaar hangen
|
[zonder samenhang zijn]
|
|
dat was maar een losse opmerking
|
[ik bedoelde er niet iets bijzonders mee]
|
|
een losse kracht
|
[zonder arbeidsovereenkomst]
|
|
een los nummer
|
[dat niet bij een abonnement hoort]
|
|
los van...
|
[afgezien van...]
|
|
zij leven erop los
|
[doen waar ze zin in hebben]
|
|
hij slaat erop los
|
[slaat hard en wild]
|
|
een losse flodder
|
[munitiepatroon zonder kogel]
|
|
van God los zijn
|
[verderfelijk]
|
|
erop los leven
|
[losbandig zijn]
|
|
alles wat los en vast zit is weggehaald
|
[alles dus]
|
|
de beer is los
|
[de narigheid is begonnen]
|
|
er zit een draadje (schroefje) bij hem los
|
[hij is niet goed bij zijn verstand]
|
|
losse handen hebben
|
[veel en gauw slaan]
|
|
iets uit de losse pols doen
|
[met groot gemak]
|
|
op losse schroeven staan
|
[onzeker, twijfelachtig of het doorgaat]
|
|
aan hem is een steekje los
|
[hij is een beetje gek]
|
|
als los zand aan elkaar hangen
|
[zonder samenhang zijn]
|
|
dat was maar een losse opmerking
|
[ik bedoelde er niet iets bijzonders mee]
|
|
een losse kracht
|
[zonder arbeidsovereenkomst]
|
|
een los nummer
|
[dat niet bij een abonnement hoort]
|
|
los van...
|
[afgezien van...]
|
|
in de kracht van je leven
|
[in je beste tijd]
|
|
met vereende krachten
|
[met zijn allen]
|
|
uit zijn krachten gegroeid zijn
|
[naar verhouding te lang geworden]
|
|
zijn krachten meten met iemand
|
[uitproberen wie de sterkste is]
|
|
met vereende krachten
|
[met gezamenlijke inspanning]
|
|
de krachten bundelen
|
[samenwerken]
|
|
op eigen kracht
|
[zonder hulp van anderen]
|
|
is die wet al van kracht?
|
[in werking]
|
|
een losse kracht
|
[zonder arbeidsovereenkomst]
|
|
in het niet vallen
|
[alle betekenis of waarde verliezen]
|
|
een loterij zonder nieten
|
[je wint altijd een prijs]
|
|
het schip is in de lucht gevlogen
|
[ontploft]
|
|
dat is uit de lucht gegrepen
|
[dat kun je niet bewijzen]
|
|
de kritiek was niet van de lucht
|
[er was veel kritiek]
|
|
het programma gaat de lucht in
|
[wordt uitgezonden]
|
|
een gat in de lucht springen
|
[heel blij zijn]
|
|
dat is uit de lucht gegrepen
|
[verzonnen, niet waar]
|
|
er hangt iets in de lucht
|
[er gaat iets gebeuren]
|
|
de kou is uit de lucht
|
[het conflict is voorbij]
|
|
dat is een slag in de lucht
|
[iets wat nergens op gebaseerd is]
|
|
iets in de lucht laten vliegen
|
[het opblazen]
|
|
een vliegtuig uit de lucht halen
|
[het neerschieten]
|
|
de lucht breekt
|
[de wolken gaan uiteen]
|
|
niet van de lucht zijn
|
[veel voorkomen]
|
|
er is geen vuiltje aan de lucht
|
[het is helemaal in orde]
|
|
in de open lucht
|
[buiten]
|
|
hij leeft van de lucht
|
[heeft weinig geld nodig]
|
|
we gaan een luchtje scheppen
|
[buiten lopen]
|
|
hij doet alsof zij lucht is
|
[alsof hij haar niet ziet]
|
|
het zit in de lucht
|
[iedereen heeft er last van]
|
|
frisse lucht
|
[de buitenlucht]
|
|
geen lucht krijgen
|
[moeilijk kunnen ademhalen]
|
|
een luchtje scheppen
|
[buiten een wandeling maken]
|
|
van de lucht leven
|
[heel sober]
|
|
een lui oog
|
[met een afwijking waardoor je dubbel ziet]
|
|
een luie stoel
|
[waar je lekker een beetje in kunt liggen]
|
|
liever lui dan moe zijn
|
[zeer lui zijn]
|
|
het luie zweet komt eruit
|
[spottend commentaar als een lui iemand transpireert]
|
|
een gemakkelijke stoel
|
[waar je gemakkelijk in kunt zitten]
|
|
ik val van mijn stoel van verbazing
|
[ik ben heel erg verbaasd]
|
|
het niet onder stoelen of banken steken
|
[er geen geheim van maken]
|
|
voor stoelen en banken praten
|
[terwijl er niet wordt geluisterd]
|
|
een luie stoel
|
[waarin je kunt luieren]
|
|
op het puntje van zijn stoel zitten
|
[scherp opletten]
|
|
op andermans stoel gaan zitten
|
[zich geestelijk in hem verplaatsen]
|
|
een lui oog
|
[met een afwijking waardoor je dubbel ziet]
|
|
een luie stoel
|
[waar je lekker een beetje in kunt liggen]
|
|
liever lui dan moe zijn
|
[zeer lui zijn]
|
|
het luie zweet komt eruit
|
[spottend commentaar als een lui iemand transpireert]
|
|
ik ben tot over mijn oren verliefd
|
[heel erg dus]
|
|
het is op een oor na gevild
|
[bijna klaar]
|
|
je de oren van het hoofd kletsen
|
[druk praten]
|
|
nog op één oor liggen
|
[nog slapen]
|
|
er wel oren naar hebben
|
[er wel zin in hebben]
|
|
één en al oor zijn
|
[heel aandachtig luisteren]
|
|
met een half oor luisteren
|
[niet aandachtig]
|
|
de oren spitsen
|
[heel aandachtig gaan luisteren]
|
|
iemand een oor aannaaien
|
[bedriegen]
|
|
het gaat het ene oor in en het andere uit
|
[de boodschap komt niet over]
|
|
je oor te luisteren leggen
|
[goed luisteren wat er gezegd wordt]
|
|
je oren niet geloven
|
[niet voor waar aannemen wat er gezegd wordt]
|
|
iemand de oren van het hoofd eten
|
[heel veel eten]
|
|
nog nat (niet droog) achter de oren zijn
|
[jong en onervaren zijn]
|
|
het in je oren knopen
|
[goed onthouden]
|
|
iemand het vel over de oren halen
|
[veel te veel laten betalen]
|
|
kleine potjes hebben grote oren
|
[kinderen horen meer dan je denkt]
|
|
een luisterend oor vinden
|
[iemand vinden die naar je luistert]
|
|
ter ore komen
|
[toevallig iets horen]
|
|
zich achter de oren krabben
|
[teleurgesteld zijn, er spijt van hebben]
|
|
de muren hebben hier oren
|
[je wordt hier gemakkelijk afgeluisterd]
|
|
je oren niet kunnen geloven
|
[niet geloven dat het waar is wat je hoort]
|
|
met rode oortjes
|
[met toenemende opwinding]
|
|
hij kijkt alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft
|
[beteuterd, in de war]
|
|
een maagdelijk vel papier
|
[onbeschreven]
|
|
een maatregel nemen
|
[besluiten wat er gebeurt]
|
|
dat zijn geen halve maatregelen
|
[er verandert veel door]
|
|
zo mager als een lat
|
[heel erg mager]
|
|
een magere sprinkhaan
|
[iemand die erg mager is]
|
|
magere en vette jaren
|
[goede en slechte jaren]
|
|
een mager resultaat
|
[slechter dan verwacht]
|
|
een malse regen
|
[zacht en niet te koud]
|
|
de kritiek was niet mals
|
[was erg scherp]
|
|
geen man meer hebben
|
[weduwe zijn]
|
|
aan de man komen
|
[trouwen]
|
|
de liefde van de man gaat door de maag
|
[mannen verleid je met lekker eten]
|
|
hij is er de man niet naar
|
[zo is hij niet]
|
|
hij staat zijn mannetje wel
|
[kan zich goed verdedigen]
|
|
een man een man, een woord een woord
|
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
|
|
hij is mans genoeg
|
[flink genoeg]
|
|
hij is heel wat mans
|
[kan heel wat en is niet gauw bang]
|
|
de man met de hamer
|
[vermoeidheid of een morele inzinking]
|
|
ik ben je man
|
[ik sta tot je beschikking]
|
|
een man van de klok zijn
|
[altijd op tijd zijn]
|
|
een sterke man
|
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
|
|
een man van de wereld zijn
|
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
|
|
de man met de zeis
|
[de dood]
|
|
iets aan de man brengen
|
[het verkopen]
|
|
er is geen man overboord
|
[er is niets ernstigs gebeurd]
|
|
man en paard noemen
|
[niets verzwijgen]
|
|
een gewaarschuwd man telt voor twee
|
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
|
|
als één man
|
[allemaal tegelijk]
|
|
de kleine man
|
[de mensen met een laag inkomen]
|
|
het op de man af vragen
|
[rechtstreeks]
|
|
kleren maken de man
|
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
|
|
met man en muis vergaan
|
[met alle opvarenden]
|
|
dan is er nog geen man overboord
|
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
|
|
man en paard noemen
|
[de namen van de betrokkenen geven]
|
|
anderhalve man en een paardenkop
|
[bijna niemand]
|
|
op de man spelen
|
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
|
|
iets tot de laatste man verdedigen
|
[tot het uiterste]
|
|
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
|
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
|
|
het aan stukken slaan
|
[kapot slaan]
|
|
aan één stuk door
|
[voortdurend]
|
|
een man uit één stuk
|
[erg betrouwbaar]
|
|
stukje bij beetje
|
[langzaam en geleidelijk]
|
|
werken dat de stukken ervan afvliegen
|
[heel hard werken]
|
|
een stukje mee-eten
|
[een hapje mee-eten]
|
|
stukje bij beetje
|
[geleidelijk]
|
|
aan één stuk door
|
[voortdurend]
|
|
het ontbrekende stukje van de puzzel
|
[de oplossing]
|
|
iemand uit één stuk
|
[consequent in zijn opvattingen]
|
|
een stuk duidelijkheid scheppen
|
[enige duidelijkheid]
|
|
op geen stukken na
|
[in het geheel niet]
|
|
een raar stuk vreten
|
[een wonderlijke persoon]
|
|
stukken beter
|
[veel beter]
|
|
stuk voor stuk
|
[allemaal apart]
|
|
per stuk
|
[per exemplaar]
|
|
een stuk of tien
|
[ongeveer tien]
|
|
een aangetekend stuk
|
[waarvoor je een ontvangstbewijs moet tekenen]
|
|
een stuk of wat
|
[een paar]
|
|
stukken goedkoper
|
[veel goedkoper]
|
|
op geen stukken na
|
[lang niet]
|
|
van zijn stuk zijn
|
[in de war zijn]
|
|
een stuk in je kraag
|
[dronken]
|
|
op zijn stuk blijven staan
|
[niet toegeven]
|
|
groot van stuk
|
[groot van gestalte]
|
|
lik op stuk krijgen
|
[snel een reactie krijgen]
|
|
een stuk onbenul
|
[een sufferd]
|
|
een stout stukje
|
[een dappere daad]
|
|
voet bij stuk houden
|
[niet toegeven]
|
|
als de dag van gisteren
|
[alsof het gisteren gebeurd is]
|
|
dag in, dag uit
|
[steeds, iedere dag]
|
|
ze loopt op alledag
|
[ze kan elk moment bevallen]
|
|
op zijn oude dag
|
[toen hij al oud was]
|
|
van de ene dag op de andere
|
[heel plotseling]
|
|
bij de dag leven
|
[niet nadenken over de toekomst]
|
|
het gesprek van de dag zijn
|
[het meest besproken onderwerp]
|
|
zijn dagen zijn geteld
|
[hij gaat bijna dood]
|
|
heden ten dage
|
[tegenwoordig, in deze tijd]
|
|
sinds jaar en dag
|
[al heel lang]
|
|
tot in lengte van dagen
|
[nog heel lang]
|
|
een man van de dag zijn
|
[vlak voor zijn dood staan]
|
|
de dag des oordeels
|
[de laatste dag van de wereld]
|
|
overgaan tot de orde van de dag
|
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
|
|
voor je oude dag zorgen
|
[sparen voor later]
|
|
ouden van dagen
|
[bejaarden]
|
|
pluk de dag!
|
[leef; geniet nu!]
|
|
vandaag de dag
|
[tegenwoordig]
|
|
je dag niet hebben
|
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
|
|
geen zorgen voor de dag van morgen
|
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
|
|
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
|
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
|
|
het is morgen weer vroeg dag
|
[we moeten vroeg op]
|
|
iets voor de dag halen
|
[het tevoorschijn halen]
|
|
goed voor de dag komen
|
[iets goeds presteren]
|
|
het is kort dag
|
[er is nog maar weinig tijd]
|
|
dag en nacht
|
[onophoudelijk]
|
|
een gat in de dag slapen
|
[lang uitslapen]
|
|
ermee voor de dag komen
|
[het zeggen]
|
|
voor dag en dauw
|
[heel vroeg]
|
|
een verschil van dag en nacht
|
[een groot verschil]
|
|
een kind ter wereld brengen
|
[een kind krijgen]
|
|
hem naar de andere wereld helpen
|
[hem doden]
|
|
de derde wereld
|
[de ontwikkelingslanden]
|
|
een man van de wereld
|
[die veel heeft gereisd en veel heeft meegemaakt]
|
|
hij leeft in een eigen wereld
|
[in zijn gedachten]
|
|
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
|
[niet precies zo]
|
|
hem aan het woord laten
|
[hem de anderen toe laten spreken]
|
|
met andere woorden
|
[anders gezegd]
|
|
er geen woorden voor hebben
|
[het heel goed of heel erg vinden]
|
|
je haalt me de woorden uit de mond
|
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
|
|
er geen woorden aan vuil willen maken
|
[er niet over willen spreken]
|
|
hij had het hoogste woord
|
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
|
|
het hoge woord komt eruit
|
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
|
|
met twee woorden spreken
|
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
|
|
iemand woorden in de mond leggen
|
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
|
|
het laatste woord willen hebben
|
[er als laatste iets over willen beslissen]
|
|
van het ene woord kwam het andere
|
[het ontaardde in ruzie]
|
|
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
|
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
|
|
geen woorden maar daden
|
[we hebben niets aan praatjes alleen]
|
|
ergens geen woorden voor hebben
|
[het niet kunnen uitleggen]
|
|
dat is geen woord teveel gezegd
|
[dat is niet overdreven]
|
|
woorden hebben
|
[ruzie hebben]
|
|
holle woorden
|
[zonder inhoud]
|
|
het hoogste woord hebben
|
[druk en zelfbewust praten]
|
|
let op mijn woorden!
|
[dat zal zeker gebeuren]
|
|
woorden schieten tekort
|
[het is niet in woorden uit te drukken]
|
|
met twee woorden spreken
|
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
|
|
woord voor woord
|
[volledig en precies]
|
|
je woorden wegen
|
[zorgvuldig formuleren]
|
|
ik geloof je op je woord
|
[omdat je het zegt]
|
|
woord houden
|
[doen wat je beloofd hebt]
|
|
iemand aan zijn woord houden
|
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
|
|
een man van zijn woord
|
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
|
|
een man een man, een woord een woord
|
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
|
|
iemand aan het woord laten
|
[laten uitspreken]
|
|
het woord voeren
|
[spreken]
|
|
zijn woordje kunnen doen
|
[zich goed kunnen uitdrukken]
|
|
het woord richten tot iemand
|
[hem toespreken]
|
|
iemand te woord staan
|
[hem aanhoren]
|
|
een goed woordje voor hem doen
|
[hem aanbevelen]
|
|
een vies woord
|
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
|
|
niet uit je woorden kunnen komen
|
[er niet in slagen het te zeggen]
|
|
hem op zijn woord geloven
|
[hij hoeft het niet te bewijzen]
|
|
een hartig woordje spreken met iemand
|
[hem zeggen wat je vindt]
|
|
er was geen woord tussen te krijgen
|
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
|
|
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
|
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
|
|
enkele woorden wisselen
|
[met elkaar spreken]
|
|
een aardig woordje Engels spreken
|
[die taal goed beheersen]
|
|
altijd het laatste woord willen hebben
|
[altijd nog iets willen toevoegen]
|
|
de daad bij het woord voegen
|
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
|
|
daar is geen woord Frans bij
|
[dat is heel duidelijk]
|
|
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
|
[die zaak is nog niet afgehandeld]
|
|
woorden hebben
|
[ruzie hebben]
|
|
een marginaal bestaan leiden
|
[zó arm zijn dat je bijna niet kunt overleven]
|
|
een markante persoonlijkheid
|
[een opvallende persoonlijkheid]
|
|
ik heb geen mens gezien
|
[niemand dus]
|
|
grote mensen
|
[volwassenen]
|
|
zij komt niet onder de mensen
|
[ontmoet geen anderen]
|
|
we gaan de inwendige mens versterken
|
[iets eten]
|
|
daar heb ik mijn mensen voor
|
[mijn medewerkers]
|
|
zij is geen mens voor kantoor
|
[daar is zij niet geschikt voor]
|
|
hij is een nachtmens
|
[werkt het liefst 's nachts]
|
|
ik ben ook maar een mens!
|
[verontschuldiging voor zwakheden]
|
|
een mens is geen aardappel
|
[hij wil wel eens een pleziertje]
|
|
alle mensen!
|
[uitroep van verbazing of ergernis]
|
|
de mens leeft niet van brood alleen
|
[heeft hogere behoeftes dan alleen het materiële]
|
|
ik ben geen mens meer
|
[ben heel erg moe]
|
|
de mens wikt, God beschikt
|
[het kan wel eens heel anders lopen dan je denkt]
|
|
onder de mensen komen
|
[mensen ontmoeten]
|
|
je hebt mensen en potloden
|
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
|
|
een mens van vlees en bloed
|
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
|
|
de Zoon des Mensen
|
[Jezus Christus]
|
|
ik heb geen mens gezien
|
[niemand dus]
|
|
grote mensen
|
[volwassenen]
|
|
zij komt niet onder de mensen
|
[ontmoet geen anderen]
|
|
we gaan de inwendige mens versterken
|
[iets eten]
|
|
daar heb ik mijn mensen voor
|
[mijn medewerkers]
|
|
zij is geen mens voor kantoor
|
[daar is zij niet geschikt voor]
|
|
hij is een nachtmens
|
[werkt het liefst 's nachts]
|
|
ik ben ook maar een mens!
|
[verontschuldiging voor zwakheden]
|
|
een mens is geen aardappel
|
[hij wil wel eens een pleziertje]
|
|
alle mensen!
|
[uitroep van verbazing of ergernis]
|
|
de mens leeft niet van brood alleen
|
[heeft hogere behoeftes dan alleen het materiële]
|
|
ik ben geen mens meer
|
[ben heel erg moe]
|
|
de mens wikt, God beschikt
|
[het kan wel eens heel anders lopen dan je denkt]
|
|
onder de mensen komen
|
[mensen ontmoeten]
|
|
je hebt mensen en potloden
|
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
|
|
een mens van vlees en bloed
|
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
|
|
de Zoon des Mensen
|
[Jezus Christus]
|
|
een mis met drie heren
|
[opgedragen door drie priesters]
|
|
wees een heer in het verkeer
|
[gedraag je netjes in het verkeer]
|
|
ergens heer en meester zijn
|
[veel te vertellen hebben]
|
|
m'n oude heer
|
[mijn vader]
|
|
niemand kan twee heren dienen
|
[niet voor twee verschillende partijen zijn]
|
|
de heer des huizes
|
[het hoofd van het gezin]
|
|
het heertje zijn
|
[er netjes uitzien]
|
|
een miserabel klein beetje
|
[heel erg weinig]
|
|
een misverstand uit de weg ruimen
|
[ervoor zorgen dat men elkaar niet langer verkeerd begrijpt]
|
|
een modern antiquariaat
|
[handel in restanten van een product]
|
|
de moderne vreemde talen
|
[Engels, Frans en Duits]
|
|
moeilijk lopen
|
[slecht lopen]
|
|
een moeilijke jongen
|
[lastig, onhandelbaar]
|
|
doe niet zo moeilijk!
|
[werk eens een beetje mee]
|
|
maak het jezelf niet zo moeilijk
|
[vat het niet zo zwaar op]
|
|
alle begin is moeilijk
|
[aanmoediging als iemand iets moeilijk vindt]
|
|
het er moeilijk mee hebben
|
[het slecht kunnen verwerken]
|
|
iemand in een moeilijk parket brengen
|
[het hem moeilijk maken]
|
|
een moeilijke materie
|
[een moeilijk onderwerp]
|
|
een monument oprichten
|
[ergens een gedenkteken plaatsen]
|
|
daar ben je mooi klaar mee
|
[blijk van medeleven als iemand in een nare situatie zit]
|
|
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
|
[uitschelden]
|
|
nou nog mooier!
|
[verontwaardigde reactie op een belediging]
|
|
jij hebt mooi praten
|
[jij zit niet met die problemen]
|
|
het is te mooi om waar te zijn
|
[zo fijn dat ik het bijna niet kan geloven]
|
|
mooi weer spelen
|
[doen alsof er niets aan de hand is]
|
|
een mooi portret
|
[een kleurrijk, bijzonder persoon]
|
|
het mooie eraf kijken
|
[ergens lang naar kijken]
|
|
hij is niet moeders mooiste
|
[lelijk]
|
|
wie mooi wil zijn, moet pijn lijden
|
[voor een fraai uiterlijk moet je wat overhebben]
|
|
het is weer mooi geweest
|
[we gaan stoppen]
|
|
daar komen we mooi van af
|
[zonder veel schade]
|
|
mooie jongen ben jij!
|
[wat je gedaan hebt is niet zo leuk]
|
|
het is mooi geweest zo
|
[zeg je als iemand ergens mee ophoudt]
|
|
mooi niet!
|
[beslist niet]
|
|
iemands dood
|
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
|
|
de een zijn dood is de ander zijn brood
|
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
|
|
de dood vinden
|
[omkomen]
|
|
de dood zoeken
|
[zelf een eind aan je leven maken]
|
|
de dood voor ogen hebben
|
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
|
|
ten dode opgeschreven (mensen)
|
[op korte termijn gaan sterven]
|
|
ten dode opgeschreven (dingen)
|
[gedoemd zijn te mislukken]
|
|
als de dood zijn voor iets
|
[er erg bang voor zijn]
|
|
om de dooie dood niet
|
[absoluut niet]
|
|
de dood in hebben
|
[de pest in hebben]
|
|
het is er de dood in de pot
|
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
|
|
duizend doden sterven
|
[heel veel angsten hebben]
|
|
een mooie dood
|
[zonder doodstrijd]
|
|
iemand de dood op het lijf jagen
|
[heel erg laten schrikken]
|
|
zo bleek als de dood
|
[heel erg bleek]
|
|
de zwarte dood
|
[de pest]
|
|
als de dood zijn voor iemand of iets
|
[er heel erg bang voor zijn]
|
|
een motie van wantrouwen
|
[waaruit blijkt dat het beleid wordt afgekeurd]
|
|
ik beschouw dat als een motie van wantrouwen beschouwen
|
[als een opmerking waaruit blijkt dat je me niet vertrouwt]
|
|
de muren hebben oren
|
[je kunt afgeluisterd worden]
|
|
uit de muur eten
|
[voedsel uit de automaat eten]
|
|
de muren kwamen op me af
|
[ik voelde me erg opgesloten]
|
|
een blinde muur
|
[zonder ramen of deuren]
|
|
een dragende muur
|
[waarop het dak steunt]
|
|
met je kop tegen de muur lopen
|
[door tegenwerking niet bereiken wat je wilt bereiken]
|
|
van het kastje naar de muur gestuurd worden
|
[eindeloos doorgestuurd worden]
|
|
een muur optrekken
|
[je in jezelf terugtrekken]
|
|
de muren hebben oren
|
[zorg ervoor dat niemand je afluistert]
|
|
met de rug tegen de muur staan
|
[geen uitweg meer zien]
|
|
Gert-Jan kan nog geen spijker in de muur slaan
|
[is erg onhandig]
|
|
het mag geen naam hebben
|
[het betekent niets]
|
|
ik kan niet op zijn naam komen
|
[ik herinner me niet hoe hij heet]
|
|
met name in augustus was het koud
|
[vooral in augustus]
|
|
zij heeft de naam lui te zijn
|
[veel mensen vinden dat]
|
|
die winkel heeft een goede naam
|
[staat bekend als een goede winkel]
|
|
uit naam van de vereniging
|
[als vertegenwoordiger van de vereniging]
|
|
mijn naam is haas
|
[ik weet er niets van]
|
|
een naamloze vennootschap
|
[zaak waarvan de aandelen openbaar verkocht kunnen worden]
|
|
het beestje bij de naam noemen
|
[zeggen waar het op staat]
|
|
iets op zijn naam schrijven
|
[een succes behalen]
|
|
in zijn naam
|
[op zijn gezag]
|
|
ten name van
|
[op die naam geregistreerd]
|
|
met naam en toenaam
|
[met alle persoonlijke gegevens]
|
|
vrij op naam
|
[de koper betaalt geen overdrachtskosten]
|
|
in naam der wet
|
[de wet bepaalt het zo]
|
|
zijn naam eer aan doen
|
[zijn reputatie waarmaken]
|
|
te goeder naam en faam bekend zijn
|
[gunstig bekendstaan]
|
|
iemand in zijn goede naam aantasten
|
[belasteren]
|
|
een slechte naam hebben
|
[een slechte reputatie]
|
|
iemands naam door het slijk halen
|
[zijn reputatie aantasten]
|
|
het aan zijn naam verplicht zijn
|
[voor het behoud van zijn goede naam]
|
|
een nadelig saldo
|
[een tekort]
|
|
een natte cel
|
[toilet, douche, of badkamer]
|
|
nat tot op zijn hemd
|
[doornat]
|
|
een nat pak halen
|
[in het water vallen]
|
|
een natte rug hebben
|
[hard gewerkt hebben]
|
|
natte sneeuw
|
[smeltende sneeuw, die in regen overgaat]
|
|
nat gaan
|
[in één ronde alles verliezen]
|
|
dat is niet gepiest maar toch nat
|
[commentaar als iemand iets bijzonders krijgt]
|
|
met de natte vinger
|
[grofweg, zonder zich er echt in te verdiepen]
|
|
zij is met een natte vinger te lijmen
|
[gemakkelijk over te halen]
|
|
het nationale inkomen
|
[waarde van de geproduceerde goederen]
|
|
een nationaal kabinet
|
[waarin alle grote partijen vertegenwoordigd zijn]
|
|
het is achter de rug
|
[het is voorbij]
|
|
achter zijn rug om
|
[zonder dat hij er van weet]
|
|
hem de rug toekeren
|
[niets van hem willen weten]
|
|
ik heb een brede rug
|
[ik kan veel verdragen]
|
|
de rug van een boek
|
[waar de bladen aan elkaar vast zitten]
|
|
de rug van je hand
|
[de bovenkant]
|
|
de rug van een stoel
|
[waar je met je rug tegenaan zit]
|
|
het was een dolkstoot in zijn rug
|
[een verraderlijke aanval]
|
|
door je rug gaan
|
[je vertillen]
|
|
met de rug tegen de muur staan
|
[geen oplossing meer weten]
|
|
een natte rug hebben
|
[hard gewerkt hebben]
|
|
ik heb geen ogen in mijn rug
|
[ik had dat onmogelijk kunnen zien]
|
|
een open ruggetje
|
[open ruggenmerg bij pasgeboren baby]
|
|
over de ruggen van...
|
[misbruik makend van...]
|
|
iets de rug toekeren
|
[je er niet meer mee bezighouden]
|
|
het water loopt hem langs de rug
|
[hij zweet erg]
|
|
een natuurlijke dood sterven
|
[niet vermoord worden]
|
|
natuurlijke brandstoffen
|
[steenkool, olie, aardgas, etc.]
|
|
de natuurlijke vader
|
[die het kind verwekt heeft]
|
|
natuurlijke getallen
|
[positieve, hele getallen]
|
|
je grenzen kennen
|
[weten tot hoever je kunt gaan]
|
|
een natuurlijke grens
|
[die samenvalt met een rivier of bergketen]
|
|
geen grenzen kennen
|
[alle perken te buiten gaan]
|
|
binnen de grenzen van het mogelijke
|
[binnen wat mogelijk is]
|
|
een grens overschrijden
|
[te ver gaan]
|
|
de grenzen verleggen
|
[nieuwe normen vaststellen]
|
|
een batig saldo
|
[meer inkomsten dan uitgaven]
|
|
een negatief saldo
|
[meer uitgaven dan inkomsten]
|
|
per saldo
|
[uiteindelijk, tenslotte]
|
|
een geweldsspiraal
|
[een ontwikkeling die het geweld erger laat worden]
|
|
een negatieve spiraal
|
[een ontwikkeling die iets kwalijks in stand houdt]
|
|
van alle markten thuis zijn
|
[overal wat vanaf weten]
|
|
een gat in de markt
|
[een mogelijkheid om producten te verkopen]
|
|
goed in de markt liggen
|
[gevraagd, gewild zijn]
|
|
in de markt zijn voor iets
|
[gegadigde zijn]
|
|
een nerveuze markt
|
[met sterke schommelingen]
|
|
een open markt
|
[zonder invoerrechten en heffingen]
|
|
iets onder de markt verkopen
|
[onder de vastgestelde prijs]
|
|
de markt veroveren
|
[veel verkopen]
|
|
de zwarte markt
|
[clandestiene handel]
|
|
op de markt is uw gulden een daalder waard
|
[op de markt is alles goedkoper]
|
|
een nestje bouwen
|
[een gezin stichten en een woning inrichten]
|
|
het eigen nest bevuilen
|
[roddelen over de eigen groep of de eigen familie]
|
|
een nest uithalen
|
[de eieren eruit halen]
|
|
uit een goed nest komen
|
[uit een keurig gezin]
|
|
zij komt uit een goed nest
|
[uit een goede familie]
|
|
een nestje bouwen
|
[een gezin stichten en een woning inrichten]
|
|
het eigen nest bevuilen
|
[roddelen over de eigen groep of de eigen familie]
|
|
een nest uithalen
|
[de eieren eruit halen]
|
|
uit een goed nest komen
|
[uit een keurig gezin]
|
|
zij komt uit een goed nest
|
[uit een goede familie]
|
|
een niet onaanzienlijk salaris
|
[een behoorlijk salaris]
|
|
nieuwe aardappelen
|
[pas geoogst]
|
|
nieuwe bezems vegen schoon
|
[nieuwe maatregelen werken goed]
|
|
het nieuwe is eraf
|
[het is minder aantrekkelijk omdat men eraan gewend is]
|
|
nieuwe haring
|
[van de nieuwe vangst]
|
|
iets in een nieuw jasje steken
|
[het vernieuwen]
|
|
zich in het nieuw steken
|
[nieuwe kleren kopen]
|
|
een nieuw leven beginnen
|
[alles anders gaan doen]
|
|
ik ben hier nieuw
|
[ik ben hier nog maar heel kort]
|
|
nieuw bloed
|
[mensen die een frisse kijk op de dingen hebben]
|
|
een nieuw geluid
|
[iets ongewoons, iets verrassends]
|
|
de nieuwe geschiedenis
|
[van ongeveer 1500-1800]
|
|
de nieuwste geschiedenis
|
[van 1800 tot nu]
|
|
iets nieuw leven inblazen
|
[zorgen dat het weer aantrekkelijk wordt of goed draait]
|
|
er is niets nieuws onder de zon
|
[alles is bij het oude gebleven]
|
|
nieuwe maan
|
[maan precies tussen aarde en zon zodat je hem niet ziet]
|
|
een nieuwsgierig Aagje
|
[iemand die heel nieuwsgierig is]
|
|
je wonden likken
|
[in stilte bijkomen van een nederlaag]
|
|
zachte heelmeesters maken stinkende wonden
|
[halve maatregelen verergeren de zaak]
|
|
een oude wond
|
[verdriet uit het verleden]
|
|
de tijd heelt alle wonden
|
[mettertijd komt men alle verdriet weer te boven]
|
|
een nog verse wond
|
[recent verdriet]
|
|
een nomadenbestaan leiden
|
[veel reizen]
|
|
een noodzakelijk kwaad
|
[dat je op de koop toe moet nemen]
|
|
een normaal mens
|
[wie goed bij zijn verstand is]
|
|
normaal gesproken....
|
[gewoonlijk wel, maar nu juist niet]
|
|
niet normaal
|
[geestelijk gestoord]
|
|
een oase van rust
|
[een rustige plek in een onrustige omgeving]
|
|
een ogenblikje alstublieft
|
[wilt u even wachten?]
|
|
hij kan elk ogenblik komen
|
[hij komt bijna]
|
|
op dit ogenblik
|
[nu]
|
|
op het laatste ogenblik
|
[op het allerlaatst]
|
|
op het puntje van zijn stoel zitten
|
[heel goed opletten]
|
|
het ligt op het puntje van mijn tong
|
[ik weet het, maar kan er even niet opkomen]
|
|
daar kunnen ze een puntje aan zuigen
|
[een voorbeeld aan nemen]
|
|
tot in de puntjes verzorgd
|
[heel netjes]
|
|
dat is een teer punt
|
[je kunt er beter niet over praten]
|
|
ergens een punt van maken
|
[er moeilijk over doen]
|
|
een omstreden punt
|
[waarover verschil van mening bestaat]
|
|
er een punt achter zetten
|
[ermee stoppen]
|
|
de puntjes op de i zetten
|
[heel precies werken]
|
|
punt uit!
|
[ik wil er niet meer over praten!]
|
|
we stonden op het punt om te vertrekken
|
[we zouden juist vertrekken]
|
|
als puntje bij paaltje komt
|
[als het eropaan komt]
|
|
zo blij als een kind
|
[heel erg blij]
|
|
hij is een kind van zijn tijd
|
[hij past precies in die tijd]
|
|
je moet het kind niet met het badwater weggooien
|
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
|
|
Kjeld is het kind van de rekening
|
[hij is het slachtoffer]
|
|
als een pasgeboren kind
|
[zo onschuldig]
|
|
dat kan een kind begrijpen
|
[dat is erg eenvoudig]
|
|
een doodgeboren kindje
|
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
|
|
geen kind hebben aan iemand
|
[niet de minste last van hem hebben]
|
|
ik krijg er een kind van!
|
[ik heb er schoon genoeg van]
|
|
een ondergeschoven kindje
|
[dat niet veel aandacht krijgt]
|
|
een kind kan de was doen
|
[het is heel eenvoudig]
|
|
kind aan huis zijn bij iemand
|
[er vaak komen]
|
|
kind noch kraai hebben
|
[geen familie hebben]
|
|
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
|
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]
|
|
een onecht kind
|
[waarvan de moeder niet getrouwd is]
|
|
zo sterk als een beer
|
[heel erg sterk]
|
|
een beer van een vent
|
[een grote, sterke man]
|
|
beren op de weg zien
|
[bang zijn voor iets wat niet bestaat]
|
|
de beer is los!
|
[de strijd is begonnen]
|
|
een ongelikte beer
|
[iemand zonder goede manieren]
|
|
je moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is
|
[geen toezeggingen doen over iets wat nog niet van jou is]
|
|
hij heeft dat per ongeluk gedaan
|
[niet met opzet]
|
|
hij is voor het ongeluk geboren
|
[heeft altijd pech]
|
|
hij lacht zich een ongeluk
|
[moet erg lachen]
|
|
een ongeluk zit in een klein hoekje
|
[er kan je gemakkelijk iets overkomen]
|
|
een ongeluk komt zelden alleen
|
[als er eenmaal iets misgaat, gaat er meer mis]
|
|
het hoekje om gaan
|
[doodgaan]
|
|
hij kan leuk uit de hoek komen
|
[leuke opmerkingen maken]
|
|
je moet je niet in een hoekje laten drukken
|
[toestaan dat anderen de baas over je spelen]
|
|
ik zocht in alle hoeken en gaten
|
[overal]
|
|
haar alle hoeken van de kamer laten zien
|
[mishandelen]
|
|
hij zit in de hoek waar de klappen vallen
|
[heeft het erg moeilijk]
|
|
weten uit welke hoek de wind waait
|
[wat je kunt verwachten]
|
|
hem in de hoek trappen
|
[slecht behandelen]
|
|
een ongeluk zit in een klein hoekje
|
[kan door een kleinigheid ontstaan]
|
|
weten uit wat voor hoek de wind waait
|
[waar de tegenstand vandaan komt]
|
|
een ongelukkige liefde
|
[die slecht afloopt]
|
|
zij kwam heel ongelukkig terecht
|
[de gevolgen waren vervelend]
|
|
op een ongelukkig moment
|
[een moment dat niet zo geschikt was]
|
|
een ongelukkige woordkeus
|
[die pijnlijk of kwetsend is voor anderen]
|
|
een daad stellen
|
[iets met nadruk doen, zodat anderen het zien]
|
|
de daad bij het woord voegen
|
[het zeggen en het meteen doen]
|
|
een onrechtmatige daad
|
[waarvoor je strafbaar bent]
|
|
geen woorden maar daden
|
[niet praten maar doen]
|
|
een ontkennend antwoord
|
[nee]
|
|
hij bleef ontkennen
|
[bleef zeggen dat hij het niet gedaan had]
|
|
een onverwachte meevaller
|
[een die je niet verwacht had]
|
|
een onvoorwaardelijke straf
|
[die meteen wordt uitgevoerd]
|
|
een voorwaardelijke straf
|
[die pas wordt uitgevoerd als je opnieuw in de fout gaat]
|
|
zo blij als een kind
|
[heel erg blij]
|
|
hij is een kind van zijn tijd
|
[hij past precies in die tijd]
|
|
je moet het kind niet met het badwater weggooien
|
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
|
|
Kjeld is het kind van de rekening
|
[hij is het slachtoffer]
|
|
als een pasgeboren kind
|
[zo onschuldig]
|
|
dat kan een kind begrijpen
|
[dat is erg eenvoudig]
|
|
een doodgeboren kindje
|
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
|
|
geen kind hebben aan iemand
|
[niet de minste last van hem hebben]
|
|
ik krijg er een kind van!
|
[ik heb er schoon genoeg van]
|
|
een ondergeschoven kindje
|
[dat niet veel aandacht krijgt]
|
|
een kind kan de was doen
|
[het is heel eenvoudig]
|
|
kind aan huis zijn bij iemand
|
[er vaak komen]
|
|
kind noch kraai hebben
|
[geen familie hebben]
|
|
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
|
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]
|
|
een onzekere toekomst tegemoet gaan
|
[niet weten hoe de toekomst eruit zal zien]
|
|
in het onzekere verkeren
|
[niet weten hoe het zal aflopen]
|
|
het zeker voor het onzekere nemen
|
[geen risico nemen]
|
|
alle zeilen bijzetten
|
[alle middelen gebruiken]
|
|
met opgestoken zeil
|
[kwaad
|
|
onder zeil gaan
|
[gaan slapen]
|
|
een oogje in het zeil houden
|
[toezicht houden]
|
|
iemand de wind uit de zeilen nemen
|
[gaat doen wat hij ook wilde gaan doen]
|
|
uit het oog, uit het hart
|
[wie je niet meer ziet, vergeet je]
|
|
zo op het oog
|
[als je oppervlakkig kijkt]
|
|
uit het oog verliezen
|
[niet meer zien]
|
|
iemand onder vier ogen spreken
|
[zonder dat er anderen bij zijn]
|
|
oog om oog, tand om tand
|
[wat iemand je aandoet, dat doe je ook hem aan]
|
|
oog in oog staan met iemand
|
[recht tegenover elkaar]
|
|
iemand een doorn in het oog zijn
|
[hem ergeren]
|
|
groen en geel voor de ogen worden
|
[duizelig worden]
|
|
iemand een rad voor de ogen draaien
|
[de dingen anders voorstellen dan ze zijn]
|
|
wat zijn ogen zien, maken zijn handen
|
[hij is erg handig]
|
|
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
|
[hij kan minder eten dan hij dacht]
|
|
ogen in zijn rug hebben
|
[alles zien]
|
|
iemand de ogen openen
|
[hem de waarheid laten zien]
|
|
met het oog op
|
[in verband daarmee]
|
|
iemand naar de ogen zien
|
[je afhankelijk opstellen]
|
|
iets met de ogen verslinden
|
[er verlangend naar kijken]
|
|
een oogje in het zeil houden
|
[opletten of alles goed gaat]
|
|
iets voor ogen houden
|
[het in gedachten houden]
|
|
in zijn ogen
|
[volgens hem]
|
|
in het oog lopen of springen
|
[opvallen]
|
|
je ogen uitkijken
|
[het prachtig vinden om te zien]
|
|
het met andere ogen bekijken
|
[op een andere manier]
|
|
schele ogen geven
|
[anderen jaloers maken]
|
|
grote ogen opzetten
|
[verbaasd kijken]
|
|
er geen oog voor hebben
|
[er geen aandacht voor hebben]
|
|
iemand de ogen uitsteken
|
[jaloers maken]
|
|
een oogje op iemand hebben
|
[een beetje verliefd op haar zijn]
|
|
het onder ogen zien
|
[het beseffen]
|
|
iets op het oog hebben
|
[het gezien hebben en willen kopen]
|
|
je ogen de kost geven
|
[goed kijken]
|
|
iemand zand in de ogen strooien
|
[hem misleiden]
|
|
je ogen in je zak hebben
|
[niet opletten]
|
|
iemand zand in de ogen strooien
|
[voor de gek houden, misleiden]
|
|
ogen tekortkomen
|
[veel te zien hebben]
|
|
als mijn ogen mij niet bedriegen
|
[ik weet niet zeker of ik het goed gezien heb]
|
|
met het blote oog
|
[zonder bril of andere hulpmiddelen]
|
|
geen oog dichtdoen
|
[niet kunnen slapen]
|
|
hij heeft dollartekens in zijn ogen
|
[laat blijken dat hij graag geld wil verdienen]
|
|
geen hand voor ogen kunnen zien
|
[helemaal niets]
|
|
iemand het licht in de ogen niet gunnen
|
[niets gunnen]
|
|
ergens een open oog voor hebben
|
[er de waarde van inzien]
|
|
de schellen vallen hem van de ogen
|
[hij ziet hoe het werkelijk zit]
|
|
wel de splinter in andersmans oog zien, maar niet de balk in zijn eigen oog
|
[blind zijn voor eigen fouten, maar van anderen alles zien]
|
|
hoge ogen gooien
|
[veel kans maken]
|
|
door het oog van de naald
|
[aan groot gevaar ontkomen]
|
|
een oordeel vellen
|
[uitspreken]
|
|
hij gaat zijn boekje te buiten
|
[doet of zegt dingen die niet mogen]
|
|
ik zal eens een boekje over hem open doen
|
[slechte dingen over hem vertellen]
|
|
een open boek zijn
|
[geen geheimen hebben]
|
|
hij staat hoog te boek
|
[ze denken positief over hem]
|
|
dat is een gesloten boek
|
[een afgesloten periode]
|
|
met je neus in de boeken zitten
|
[studeren]
|
|
het boek der boeken
|
[de Bijbel]
|
|
de boeken afsluiten
|
[een financieel jaarverslag maken]
|
|
buiten zijn boekje gaan
|
[andere dingen doen dan je mag doen]
|
|
een boekje opendoen over iemand
|
[geheimen verklappen]
|
|
volgens het boekje
|
[volgens de voorschriften]
|
|
in de open lucht
|
[buiten]
|
|
met open mond
|
[heel verbaasd]
|
|
hem met open armen ontvangen
|
[heel hartelijk]
|
|
een open boek zijn
|
[geen geheimen hebben]
|
|
dat is een open deur
|
[iets wat al veel vaker verteld is]
|
|
dweilen met de kraan open
|
[proberen een probleem op te lossen, zonder iets aan de oorzaken te doen]
|
|
met open mond luisteren
|
[zeer aandachtig]
|
|
een open oog hebben voor iets
|
[er de waarde, het belang van inzien]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen het eerlijk]
|
|
een film met een open eind
|
[je ziet niet hoe het afloopt]
|
|
dat laat ik nog even open
|
[dat bepaal ik nu nog niet]
|
|
een open sollicitatie
|
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
|
|
een open vraag
|
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
|
|
een open brief
|
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
|
|
een open dag
|
[kijkdag bij een instelling]
|
|
open huis houden
|
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
|
|
een open inrichting
|
[zonder afgesloten deuren]
|
|
de Open Universiteit
|
[die voor iedereen toegankelijk is]
|
|
een open gezicht
|
[dat vertrouwen wekt]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
in open zee
|
[ver uit de kust]
|
|
open en bloot
|
[vrij en zonder zich te schamen]
|
|
scoren voor open doel
|
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
|
|
zo gek als een deur
|
[heel erg gek]
|
|
ze is net de deur uit
|
[net weg]
|
|
dat is niet naast de deur
|
[dat is ver weg]
|
|
een open deur
|
[iets wat iedereen al weet]
|
|
met de deur in huis vallen
|
[het meteen vertellen]
|
|
de deur plat lopen
|
[er heel vaak komen]
|
|
dat doet de deur dicht
|
[nu moet er iets aan gedaan worden]
|
|
niet samen door één deur kunnen
|
[elkaar niet kunnen verdragen]
|
|
dat staat voor de deur
|
[het is bijna zover]
|
|
iemand het gat van de deur wijzen
|
[zeggen dat hij moet vertrekken]
|
|
de deur uit zijn
|
[niet meer thuis wonen]
|
|
buiten de deur eten
|
[in een restaurant]
|
|
voor een gesloten deur staan
|
[niemand thuis treffen]
|
|
het witte doek
|
[het scherm waar een film op vertoond wordt]
|
|
er geen doekjes om winden
|
[er openlijk voor uitkomen]
|
|
dat is een doekje voor het bloeden
|
[hij probeert het op een makkelijke manier goed te maken]
|
|
ze ziet zo wit als een doek
|
[heel erg bleek]
|
|
iets uit de doeken doen
|
[het uitleggen]
|
|
een open doekje krijgen
|
[applaus tijdens de voorstelling]
|
|
in de open lucht
|
[buiten]
|
|
met open mond
|
[heel verbaasd]
|
|
hem met open armen ontvangen
|
[heel hartelijk]
|
|
een open boek zijn
|
[geen geheimen hebben]
|
|
dat is een open deur
|
[iets wat al veel vaker verteld is]
|
|
dweilen met de kraan open
|
[proberen een probleem op te lossen, zonder iets aan de oorzaken te doen]
|
|
met open mond luisteren
|
[zeer aandachtig]
|
|
een open oog hebben voor iets
|
[er de waarde, het belang van inzien]
|
|
we spelen open kaart
|
[we zeggen het eerlijk]
|
|
een film met een open eind
|
[je ziet niet hoe het afloopt]
|
|
dat laat ik nog even open
|
[dat bepaal ik nu nog niet]
|
|
een open sollicitatie
|
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
|
|
een open vraag
|
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
|
|
een open brief
|
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
|
|
een open dag
|
[kijkdag bij een instelling]
|
|
open huis houden
|
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
|
|
een open inrichting
|
[zonder afgesloten deuren]
|
|
de Open Universiteit
|
[die voor iedereen toegankelijk is]
|
|
een open gezicht
|
[dat vertrouwen wekt]
|
|
open kaart spelen
|
[eerlijk zijn, niets verbergen]
|
|
in open zee
|
[ver uit de kust]
|
|
open en bloot
|
[vrij en zonder zich te schamen]
|
|
scoren voor open doel
|
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
|
|
van alle markten thuis zijn
|
[overal wat vanaf weten]
|
|
een gat in de markt
|
[een mogelijkheid om producten te verkopen]
|
|
goed in de markt liggen
|
[gevraagd, gewild zijn]
|
|
in de markt zijn voor iets
|
[gegadigde zijn]
|
|
een nerveuze markt
|
[met sterke schommelingen]
|
|
een open markt
|
[zonder invoerrechten en heffingen]
|
|
iets onder de markt verkopen
|
[onder de vastgestelde prijs]
|
|
de markt veroveren
|
[veel verkopen]
|
|
de zwarte markt
|
[clandestiene handel]
|
|
op de markt is uw gulden een daalder waard
|
[op de markt is alles goedkoper]
|
|
het is achter de rug
|
[het is voorbij]
|
|
achter zijn rug om
|
[zonder dat hij er van weet]
|
|
hem de rug toekeren
|
[niets van hem willen weten]
|
|
ik heb een brede rug
|
[ik kan veel verdragen]
|
|
de rug van een boek
|
[waar de bladen aan elkaar vast zitten]
|
|
de rug van je hand
|
[de bovenkant]
|
|
de rug van een stoel
|
[waar je met je rug tegenaan zit]
|
|
het was een dolkstoot in zijn rug
|
[een verraderlijke aanval]
|
|
door je rug gaan
|
[je vertillen]
|
|
met de rug tegen de muur staan
|
[geen oplossing meer weten]
|
|
een natte rug hebben
|
[hard gewerkt hebben]
|
|
ik heb geen ogen in mijn rug
|
[ik had dat onmogelijk kunnen zien]
|
|
een open ruggetje
|
[open ruggenmerg bij pasgeboren baby]
|
|
over de ruggen van...
|
[misbruik makend van...]
|
|
iets de rug toekeren
|
[je er niet meer mee bezighouden]
|
|
het water loopt hem langs de rug
|
[hij zweet erg]
|
|
een openbare aanklacht
|
[iemand wordt door de staat ergens van beschuldigd]
|
|
een openbare aanklager
|
[die namens de staat mensen vervolgt wegens strafbare feiten]
|
|
het Openbaar Ministerie
|
[de ambtenaren strafbare feiten vervolgen]
|
|
openbaar onderwijs
|
[dat van de overheid uitgaat]
|
|
openbaar maken
|
[het aan iedereen laten weten]
|
|
een openhartig gesprek
|
[waarin persoonlijke zaken eerlijk besproken worden]
|
|
dat was niet in me opgekomen
|
[daar had ik niet aan gedacht]
|
|
een opkomende hoofdpijn
|
[een beginnende hoofdpijn]
|
|
kom op!
|
[aansporing]
|
|
kom maar op als je durft!
|
[val me maar aan, ik ben niet bang]
|
|
een oplossing forceren
|
[doordrukken]
|
|
ze is omgedraaid als een blad aan de boom
|
[ze gedraagt zich ineens heel anders]
|
|
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
|
[schamper commentaar als een oudere man met een jong meisje gaat]
|
|
zij is een onbeschreven blad
|
[er valt nog niets op haar aan te merken]
|
|
zij staat bij hem in een goed blaadje
|
[hij denkt positief over haar]
|
|
hij neemt geen blad voor de mond
|
[zegt rechtstreeks en eerlijk wat hij vindt]
|
|
ze staat bij de directie in een goed blaadje
|
[de directie denkt gunstig over haar]
|
|
ik erger me groen en geel
|
[ik erger me verschrikkelijk]
|
|
een groene partij
|
[partij die opkomt voor het milieu]
|
|
zij heeft groene vingers
|
[bij haar doen de planten het altijd goed]
|
|
het wordt hem groen en geel voor de ogen
|
[het duizelt hem, alles draait]
|
|
onder de groene zoden liggen
|
[dood en begraven zijn]
|
|
het groene licht geven
|
[toestemming geven]
|
|
het Groene Boekje
|
[officiële woordenlijst van de Nederlandse taal]
|
|
de groene golf
|
[reeks van op groen springende verkeerslichten]
|
|
het groene hart van de Randstad
|
[het deel dat nog uit open, onbebouwd land bestaat]
|
|
de groene kaart
|
[internationaal verzekeringsbewijs]
|
|
het groene laken
|
[het biljart]
|
|
groen zien van nijd
|
[erg jaloers zijn]
|
|
groene vingers hebben
|
[succes met het kweken van planten]
|
|
onder de groene zoden liggen
|
[dood en begraven zijn]
|
|
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
|
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
|
|
rijp en groen
|
[goed en slecht door elkaar]
|
|
de bokken van de schapen scheiden
|
[de mannen van de vrouwen scheiden]
|
|
een oude bok lust wel een groen blaadje
|
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
|
|
een bok schieten
|
[een grote fout maken]
|
|
erop zitten als een bok op de haverkist
|
[erg happig zijn op iets]
|
|
de bokken van de schapen scheiden
|
[de goede van de slechte mensen scheiden]
|
|
oud en nieuw
|
[de jaarwisseling]
|
|
een oude vlam
|
[een vroegere geliefde]
|
|
een oude wond
|
[verdriet uit het verleden]
|
|
de oude garde
|
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
|
|
een ouwe getrouwe
|
[iemand die al lang in dienst is]
|
|
dat is ouwe koek
|
[niets nieuws]
|
|
alles bij het oude laten
|
[niets veranderen]
|
|
het is weer het oude liedje
|
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
|
|
iemand van de oude stempel
|
[een conservatief iemand]
|
|
op de oude voet doorgaan
|
[op dezelfde manier als vroeger]
|
|
iets uit de oude doos
|
[iets ouderwets]
|
|
een oude kous (sok) hebben
|
[spaargeld hebben]
|
|
oude liefde roest niet
|
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
|
|
dat is oud nieuws
|
[allang bekend]
|
|
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
|
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
|
|
oude talen
|
[Latijn en Grieks]
|
|
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
|
[heel oud]
|
|
dat is oud zeer
|
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
|
|
oude bomen moet je niet verplanten
|
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
|
|
zorgen voor de oude dag
|
[sparen voor later, als men oud is]
|
|
ouden van dagen
|
[bejaarden]
|
|
hoe ouder hoe gekker
|
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
|
|
jong en oud
|
[iedereen]
|
|
jong geleerd, oud gedaan
|
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
|
|
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
|
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
|
|
zo oud als Methusalem
|
[hoogbejaard]
|
|
een ouwe snoeper
|
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
|
|
een ouwe vrijster
|
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
|
|
hij is oud en wijs genoeg
|
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
|
|
daarmee is de kous af
|
[daarmee is het afgelopen]
|
|
de kous op de kop krijgen
|
[er niet in slagen, terwijl je dacht dat het gemakkelijk was]
|
|
het naadje van de kous willen weten
|
[het precies willen weten]
|
|
een oude kous hebben
|
[spaargeld hebben]
|
|
hij verstaat zijn vak
|
[hij is goed in zijn werk]
|
|
de kneepjes van het vak kennen
|
[het vak goed beheersen]
|
|
dat is het risico van het vak
|
[als je dat gevaar niet wilt lopen, moet je er niet aan beginnen]
|
|
een oude rot in het vak
|
[iemand met veel ervaring]
|
|
zijn vak verstaan
|
[vakkundig zijn]
|
|
een zijden sok
|
[een weke, slappe man]
|
|
een oude sok hebben
|
[spaargeld hebben]
|
|
er de sokken in zetten
|
[hard gaan lopen]
|
|
hem van de sokken rijden
|
[omver rijden]
|
|
een beer op sokken
|
[een plomp, zwaar mens]
|
|
een oude taart
|
[oude, ouderwetse vrouw]
|
|
dat slaat als een tang op een varken
|
[dat slaat nergens op]
|
|
hem in de tang nemen
|
[te pakken nemen, vastzetten]
|
|
een oude tang
|
[boosaardige, oude vrouw]
|
|
oud en nieuw
|
[de jaarwisseling]
|
|
een oude vlam
|
[een vroegere geliefde]
|
|
een oude wond
|
[verdriet uit het verleden]
|
|
de oude garde
|
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
|
|
een ouwe getrouwe
|
[iemand die al lang in dienst is]
|
|
dat is ouwe koek
|
[niets nieuws]
|
|
alles bij het oude laten
|
[niets veranderen]
|
|
het is weer het oude liedje
|
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
|
|
iemand van de oude stempel
|
[een conservatief iemand]
|
|
op de oude voet doorgaan
|
[op dezelfde manier als vroeger]
|
|
iets uit de oude doos
|
[iets ouderwets]
|
|
een oude kous (sok) hebben
|
[spaargeld hebben]
|
|
oude liefde roest niet
|
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
|
|
dat is oud nieuws
|
[allang bekend]
|
|
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
|
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
|
|
oude talen
|
[Latijn en Grieks]
|
|
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
|
[heel oud]
|
|
dat is oud zeer
|
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
|
|
oude bomen moet je niet verplanten
|
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
|
|
zorgen voor de oude dag
|
[sparen voor later, als men oud is]
|
|
ouden van dagen
|
[bejaarden]
|
|
hoe ouder hoe gekker
|
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
|
|
jong en oud
|
[iedereen]
|
|
jong geleerd, oud gedaan
|
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
|
|
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
|
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
|
|
zo oud als Methusalem
|
[hoogbejaard]
|
|
een ouwe snoeper
|
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
|
|
een ouwe vrijster
|
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
|
|
hij is oud en wijs genoeg
|
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
|
|
zo slim als een vos
|
[heel slim]
|
|
een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken
|
[wie ouder wordt, houdt hetzelfde karakter]
|
|
als de vos passie preekt, boer pas op je kippen
|
[vertrouw niet iemand met mooie praatjes]
|
|
men moet vossen met vossen vangen
|
[tegenover slimheid moet je slim te werk gaan]
|
|
een oude vos
|
[iemand met veel ervaring]
|
|
een sluwe vos
|
[een geslepen iemand]
|
|
oud en nieuw
|
[de jaarwisseling]
|
|
een oude vlam
|
[een vroegere geliefde]
|
|
een oude wond
|
[verdriet uit het verleden]
|
|
de oude garde
|
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
|
|
een ouwe getrouwe
|
[iemand die al lang in dienst is]
|
|
dat is ouwe koek
|
[niets nieuws]
|
|
alles bij het oude laten
|
[niets veranderen]
|
|
het is weer het oude liedje
|
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
|
|
iemand van de oude stempel
|
[een conservatief iemand]
|
|
op de oude voet doorgaan
|
[op dezelfde manier als vroeger]
|
|
iets uit de oude doos
|
[iets ouderwets]
|
|
een oude kous (sok) hebben
|
[spaargeld hebben]
|
|
oude liefde roest niet
|
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
|
|
dat is oud nieuws
|
[allang bekend]
|
|
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
|
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
|
|
oude talen
|
[Latijn en Grieks]
|
|
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
|
[heel oud]
|
|
dat is oud zeer
|
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
|
|
oude bomen moet je niet verplanten
|
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
|
|
zorgen voor de oude dag
|
[sparen voor later, als men oud is]
|
|
ouden van dagen
|
[bejaarden]
|
|
hoe ouder hoe gekker
|
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
|
|
jong en oud
|
[iedereen]
|
|
jong geleerd, oud gedaan
|
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
|
|
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
|
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
|
|
zo oud als Methusalem
|
[hoogbejaard]
|
|
een ouwe snoeper
|
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
|
|
een ouwe vrijster
|
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
|
|
hij is oud en wijs genoeg
|
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
|
|
taaie kost
|
[waarvan het verwerken veel moeite kost]
|
|
hou je taai!
|
[om iemand sterkte te wensen]
|
|
een ouwe taaie
|
[een dapper oud mens]
|
|
hou je taai!
|
[doe je best, hou vol!]
|
|
iemand onder uit de zak geven
|
[scherpe kritiek op hem geven]
|
|
een kat in de zak kopen
|
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
|
|
zakjes plakken
|
[in de gevangenis zitten]
|
|
oude wijn in nieuwe zakken
|
[iets bekends in een nieuwe vorm]
|
|
in zak en as zitten
|
[in een toestand van verslagenheid]
|
|
een duit in het zakje doen
|
[een woordje meespreken]
|
|
iemand de zak geven
|
[hem ontslaan]
|
|
geld op zak hebben
|
[geld bij je hebben]
|
|
dat kun je in je zak steken
|
[die opmerking was raak]
|
|
die kan hij in zijn zak steken
|
[hij is veel beter dan die ander]
|
|
zonder een cent op zak
|
[zonder contant geld bij zich te hebben]
|
|
het geld brandt hem in de zak
|
[hij wil het graag uitgeven]
|
|
iemand in je zak hebben
|
[met hem kunnen doen wat je wilt]
|
|
zijn ogen in zijn zak hebben
|
[niet uitkijken]
|
|
zijn zakken vullen
|
[zich verrijken]
|
|
iets uit eigen zak betalen
|
[zelf de kosten dragen]
|
|
op zijn zak teren
|
[van zijn geld leven]
|
|
een ouwe zak
|
[oude man]
|
|
ik begrijp er geen zak van
|
[helemaal niets]
|
|
een overeenkomst sluiten
|
[iets met elkaar afspreken]
|
|
een pak voor zijn broek krijgen
|
[klappen tegen zijn achterwerk]
|
|
een broekje
|
[een jong en onervaren iemand]
|
|
dat zal je dun door de broek lopen
|
[lelijk tegenvallen]
|
|
de broek aan hebben
|
[de baas zijn]
|
|
iemand achter de broek aan zitten
|
[hem voortdurend aanmanen]
|
|
daar zakt mijn broek van af
|
[verontwaardigde, verbaasde reactie]
|
|
het loopt hem dun door de broek
|
[hij is erg bang]
|
|
het in je broek doen
|
[in je broek plassen of poepen]
|
|
hij heeft geen broek aan zijn gat
|
[is erg arm]
|
|
een proces aan je broek krijgen
|
[het moeten voeren]
|
|
je eigen broek op kunnen houden
|
[onafhankelijk zijn]
|
|
hebt u vuur?
|
[een aansteker of lucifer voor mijn sigaret]
|
|
een pan op het vuur zetten
|
[op het gas]
|
|
ze gaat voor hem door het vuur
|
[wil alles voor hem doen]
|
|
met vuur spelen
|
[onvoorzichtig te werk gaan waardoor je jezelf en anderen in gevaar brengt]
|
|
in vuur en vlam staan
|
[heel verliefd zijn]
|
|
het nieuws ging als een lopend vuurtje
|
[iedereen wist het heel snel]
|
|
ik heb wel voor heter vuren gestaan
|
[heb wel moeilijker dingen gedaan]
|
|
hem het vuur na aan de schenen leggen
|
[scherp ondervragen, het hem lastig maken]
|
|
zich het vuur uit de sloffen lopen
|
[heel veel voor iemand doen]
|
|
meer ijzers in het vuur hebben
|
[meer mogelijkheden]
|
|
olie op het vuur gooien
|
[de emoties doen oplaaien]
|
|
waar rook is, is vuur
|
[van een gerucht is altijd wel iets waar]
|
|
vuur spuwen
|
[heel woedend zijn]
|
|
iets te vuur en te zwaard bestrijden
|
[met alle macht]
|
|
hem onder vuur nemen
|
[op hem schieten]
|
|
tussen twee vuren zitten
|
[van twee kanten kritiek krijgen]
|
|
het vuur openen
|
[beginnen te schieten]
|
|
de vuurproef doorstaan
|
[slagen voor een zware test]
|
|
je arm uit het lid draaien
|
[uit de kom]
|
|
familielid
|
[wie bij de familie hoort]
|
|
een papieren lid
|
[dat niet actief deelneemt]
|
|
het mannelijk lid
|
[de penis]
|
|
zij heeft iets onder de leden
|
[ze is nog niet ziek, maar ze wordt ziek]
|
|
gezond van lijf en leden
|
[welgeschapen]
|
|
je arm uit het lid draaien
|
[uit de kom]
|
|
de kroon op het werk
|
[de laatste en beste prestatie]
|
|
iemand naar de kroon steken
|
[proberen hem te overtreffen]
|
|
dat spant de kroon
|
[dat overtreft alles]
|
|
een parel aan zijn kroon
|
[een van zijn beste eigenschappen]
|
|
een parlementaire enquête
|
[onderzoek in opdracht van het parlement]
|
|
het parlementaire stelsel
|
[systeem waarin de volksvertegenwoordiging de regering controleert]
|
|
een pauze inlassen
|
[een tijdje stoppen]
|
|
een peulenschil
|
[een kleinigheid, iets wat je gemakkelijk doet]
|
|
een pilsje
|
[glaasje of flesje bier]
|
|
een plaats op de landkaart zetten
|
[hem mee laten tellen]
|
|
onder de plak zitten
|
[niets te vertellen hebben]
|
|
een plak winnen
|
[een medaille winnen]
|
|
plannen maken
|
[bedenken wat je gaat doen]
|
|
iets van plan zijn
|
[het voornemen hebben iets te gaan doen]
|
|
een plan uitbroeden
|
[maken]
|
|
plannen in de ijskast zetten
|
[er voorlopig niet meer over spreken]
|
|
een sociaal plan
|
[een afvloeiingsregeling]
|
|
iets op een hoger plan brengen
|
[op een hoger niveau]
|
|
op het tweede plan staan
|
[minder belangrijk zijn]
|
|
de advocaat verdedigt de verdachte
|
[neemt het bij de rechter voor hem op]
|
|
een plan verdedigen
|
[proberen anderen ervan te overtuigen dat het goed is]
|
|
iets met vuur verdedigen
|
[met veel overtuiging]
|
|
een plas doen
|
[urine lozen]
|
|
een platte neus
|
[die niet ver uitsteekt]
|
|
zo plat als een dubbeltje
|
[heel erg plat]
|
|
ik ga plat
|
[ik ga slapen]
|
|
hem plat spuiten
|
[veel kalmerende middelen inspuiten]
|
|
iemand plat krijgen
|
[hem voor je winnen]
|
|
de fabriek gaat plat
|
[er wordt gestaakt]
|
|
een plukje mensen
|
[een klein groepje]
|
|
een poel van verderf
|
[waar veel verkeerde dingen gebeuren]
|
|
een poel van ellende
|
[een en al ellende]
|
|
iets van hem gedaan krijgen
|
[ervoor zorgen dat hij het doet]
|
|
zo gezegd zo gedaan
|
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
|
|
niets aan te doen!
|
[er is niets aan te veranderen]
|
|
het is met hem gedaan
|
[hij is dood of verloren]
|
|
dat is niks gedaan
|
[waardeloos]
|
|
iemand een plezier doen
|
[ervoor zorgen dat hij plezier heeft]
|
|
ik kon er niets aan doen
|
[het was mijn schuld niet]
|
|
doen alsof
|
[toneelspelen]
|
|
dat doet er niet toe
|
[dat is onbelangrijk]
|
|
ik heb met hem te doen
|
[ik heb medelijden met hem]
|
|
daar is het haar om te doen
|
[daar doet ze het voor]
|
|
voor zijn doen
|
[in vergelijking met hoe hij anders is]
|
|
het kind is uit zijn doen
|
[in de war]
|
|
zijn doen en laten
|
[zijn manier van leven]
|
|
een poging doen
|
[het proberen]
|
|
een lekker dier
|
[vertederend, aantrekkelijk persoon]
|
|
een politiek dier
|
[iemand die zich veel met politiek bezighoudt]
|
|
de koning der dieren
|
[de leeuw]
|
|
politiek asiel
|
[waarbij je toestemming krijgt om in een land te blijven]
|
|
politiek correct
|
[in overeenstemming met wat de meeste mensen juist vinden]
|
|
een politieke gevangene
|
[die vanwege zijn politieke voorkeur gevangen zit]
|
|
een politiek vacuüm
|
[situatie waarin er geen regering is die besluiten kan nemen]
|
|
politieke zelfmoord
|
[door eigen toedoen een eind maken aan je politieke carrière]
|
|
een politieke prent
|
[karikatuur van politicus]
|
|
een prent krijgen
|
[een rode of gele kaart bij voetbal]
|
|
een prent krijgen
|
[een bekeuring]
|
|
dat geeft de burger moed
|
[nu kunnen we er weer tegen]
|
|
een politieman in burger
|
[in gewone kleren, zonder uniform]
|
|
positieve discriminatie
|
[bepaalde groepen krijgen een voorkeursbehandeling]
|
|
een positief saldo
|
[een overschot]
|
|
een politieke prent
|
[karikatuur van politicus]
|
|
een prent krijgen
|
[een rode of gele kaart bij voetbal]
|
|
een prent krijgen
|
[een bekeuring]
|
|
een prettige dag verder!
|
[afscheidsgroet]
|
|
prettig gestoord
|
[op een plezierige manier een beetje gek]
|
|
we moeten hem tot elke prijs tegenhouden
|
[wat het ook kost]
|
|
dat doe ik voor geen prijs
|
[beslist niet]
|
|
tot elke prijs
|
[beslist, in elk geval]
|
|
voor geen prijs
|
[beslist niet]
|
|
voor een zacht prijsje
|
[voor weinig geld]
|
|
zij valt altijd in de prijzen
|
[wint altijd een prijs]
|
|
een prijs op iemands hoofd stellen
|
[een beloning uitloven voor wie hem uitlevert]
|
|
ik zou het op prijs stellen ....
|
[ik zou het prettig vinden]
|
|
daar stel ik geen prijs op
|
[ik wil het niet]
|
|
een prik halen bij de dokter
|
[een injectie]
|
|
dat is vaste prik
|
[dat gebeurt altijd zo]
|
|
daar heb ik problemen mee
|
[ik vind het moeilijk]
|
|
een probleem oplossen
|
[er een antwoord of oplossing voor vinden]
|
|
een pak voor zijn broek krijgen
|
[klappen tegen zijn achterwerk]
|
|
een broekje
|
[een jong en onervaren iemand]
|
|
dat zal je dun door de broek lopen
|
[lelijk tegenvallen]
|
|
de broek aan hebben
|
[de baas zijn]
|
|
iemand achter de broek aan zitten
|
[hem voortdurend aanmanen]
|
|
daar zakt mijn broek van af
|
[verontwaardigde, verbaasde reactie]
|
|
het loopt hem dun door de broek
|
[hij is erg bang]
|
|
het in je broek doen
|
[in je broek plassen of poepen]
|
|
hij heeft geen broek aan zijn gat
|
[is erg arm]
|
|
een proces aan je broek krijgen
|
[het moeten voeren]
|
|
je eigen broek op kunnen houden
|
[onafhankelijk zijn]
|
|
hem een proces aandoen
|
[hem voor de rechtbank ergens van beschuldigen]
|
|
een proces aanspannen
|
[een proces beginnen]
|
|
een proces winnen
|
[de rechter is het met je eens]
|
|
hem uit het gezicht verliezen
|
[niet langer zien]
|
|
de moed verliezen
|
[kwijtraken]
|
|
tijd verliezen
|
[er te lang mee bezig zijn]
|
|
een proces verliezen
|
[veroordeeld worden door de rechter]
|
|
hij wint aan invloed
|
[krijgt meer invloed]
|
|
hij heeft haar voor zich gewonnen
|
[zij vindt hem nu aardig]
|
|
hij geeft zich gewonnen
|
[geeft het op]
|
|
een proces winnen
|
[gelijk krijgen van de rechter]
|
|
terrein winnen
|
[meer terrein in je bezit krijgen]
|
|
die opvatting wint steeds meer veld
|
[steeds meer mensen zijn het ermee eens]
|
|
een prop in je keel krijgen
|
[zo ontroerd zijn dat je niet kunt slikken]
|
|
een publiek geheim
|
[het moest geheim blijven, maar iedereen weet het al]
|
|
daar maak ik geen geheim van
|
[dat mag iedereen weten]
|
|
met een stalen gezicht
|
[zonder gevoel te tonen]
|
|
dat geeft scheve gezichten
|
[het maakt anderen jaloers]
|
|
een raar gezicht trekken
|
[spieren in je gezicht bewegen]
|
|
op het eerste gezicht
|
[als je er voor het eerst mee te maken krijgt]
|
|
iemand van gezicht kennen
|
[wel weten hoe hij eruitziet, maar meer niet]
|
|
iemand uit het gezicht verliezen
|
[niet meer weten waar hij is]
|
|
het recht in zijn gezicht zeggen
|
[zonder er omheen te draaien]
|
|
even je gezicht laten zien
|
[er kort op bezoek gaan]
|
|
het gezicht verliezen
|
[blind worden]
|
|
géén gezicht!
|
[niet om aan te zien, erg lelijk]
|
|
een klap in het gezicht
|
[een grove belediging]
|
|
op je gezicht gaan
|
[afgaan, mislukken]
|
|
een gezicht als een oorwurm
|
[boos en ontevreden]
|
|
een gezicht van oude lappen
|
[huilerig en lelijk]
|
|
iemand met twee gezichten
|
[een schijnheilig iemand]
|
|
op het eerste gezicht
|
[als je er voor het eerst naar kijkt]
|
|
het is géén gezicht
|
[het ziet er heel raar uit]
|
|
de trein verdween uit het gezicht
|
[ik zag hem niet meer]
|
|
je gezicht verliezen
|
[iets doen waardoor je je goede naam kwijtraakt]
|
|
het aan stukken slaan
|
[kapot slaan]
|
|
aan één stuk door
|
[voortdurend]
|
|
een man uit één stuk
|
[erg betrouwbaar]
|
|
stukje bij beetje
|
[langzaam en geleidelijk]
|
|
werken dat de stukken ervan afvliegen
|
[heel hard werken]
|
|
een stukje mee-eten
|
[een hapje mee-eten]
|
|
stukje bij beetje
|
[geleidelijk]
|
|
aan één stuk door
|
[voortdurend]
|
|
het ontbrekende stukje van de puzzel
|
[de oplossing]
|
|
iemand uit één stuk
|
[consequent in zijn opvattingen]
|
|
een stuk duidelijkheid scheppen
|
[enige duidelijkheid]
|
|
op geen stukken na
|
[in het geheel niet]
|
|
een raar stuk vreten
|
[een wonderlijke persoon]
|
|
stukken beter
|
[veel beter]
|
|
stuk voor stuk
|
[allemaal apart]
|
|
per stuk
|
[per exemplaar]
|
|
een stuk of tien
|
[ongeveer tien]
|
|
een aangetekend stuk
|
[waarvoor je een ontvangstbewijs moet tekenen]
|
|
een stuk of wat
|
[een paar]
|
|
stukken goedkoper
|
[veel goedkoper]
|
|
op geen stukken na
|
[lang niet]
|
|
van zijn stuk zijn
|
[in de war zijn]
|
|
een stuk in je kraag
|
[dronken]
|
|
op zijn stuk blijven staan
|
[niet toegeven]
|
|
groot van stuk
|
[groot van gestalte]
|
|
lik op stuk krijgen
|
[snel een reactie krijgen]
|
|
een stuk onbenul
|
[een sufferd]
|
|
een stout stukje
|
[een dappere daad]
|
|
voet bij stuk houden
|
[niet toegeven]
|
|
een rake klap
|
[die hard aankomt]
|
|
maar raak kletsen
|
[in het wilde weg, over van alles]
|
|
het is weer raak hoor!
|
[er is weer iets vervelends gebeurd]
|
|
een rake opmerking
|
[precies waar het over gaat]
|
|
maar raak kopen
|
[zonder dat je jezelf beperkingen oplegt]
|
|
een rare kronkel hebben
|
[vreemde dingen doen]
|
|
de vogel is gevlogen
|
[wie je moet hebben is ervandoor]
|
|
elk vogeltje zingt zoals het gebekt is
|
[iedereen praat op zijn eigen manier]
|
|
beter één vogel in de hand dan tien in de lucht
|
[beter tevreden zijn met een beetje dan verlangen naar iets dat je nooit krijgt]
|
|
een rare vogel
|
[een persoon met bijzondere kenmerken]
|
|
een rasartiest
|
[in alle opzichten een artiest]
|
|
het blanke ras
|
[met een lichte huidskleur]
|
|
gekleurde rassen
|
[mensen met een niet-blanke huidskleur]
|
|
een uitstervend ras zijn
|
[bij de mensen met een zeer goed karakter horen]
|
|
ze lust hem rauw
|
[ze is niet bang voor hem]
|
|
een rauwe wond
|
[waar het vlees helemaal open is]
|
|
het valt me rauw op mijn dak
|
[het komt heel onverwacht]
|
|
recht op doel af
|
[zonder omwegen]
|
|
recht praten wat krom is
|
[slechte dingen goedpraten]
|
|
recht voor zijn raap
|
[eerlijk en zonder omwegen]
|
|
recht op iemand afstevenen
|
[doelbewust naar hem toe lopen]
|
|
iemand recht in de ogen kunnen kijken
|
[niets te verbergen hebben voor hem]
|
|
recht voor zijn raap
|
[op de man af, zonder omwegen]
|
|
hou je roer recht
|
[val niet, wankel niet]
|
|
recht tegenover
|
[precies aan de overzijde]
|
|
recht tegenover mij
|
[precies tegenover mij]
|
|
een rechte hoek
|
[gevormd door twee lijnen haaks op elkaar]
|
|
het bij het rechte eind hebben
|
[gelijk hebben]
|
|
van het rechte pad afdwalen
|
[in de criminaliteit terechtkomen]
|
|
recht gebreid
|
[waarbij de steken aan de voorkant zijn ingestoken]
|
|
een record breken
|
[het beter doen dan ooit]
|
|
een record vestigen
|
[tot stand brengen]
|
|
een redder in de nood
|
[die je precies op tijd komt helpen]
|
|
dienstregeling
|
[schema van de treinen of bussen]
|
|
een regeling treffen
|
[afspraken maken om iets te regelen]
|
|
geboorteregeling
|
[maatregelen om te zorgen dat vrouwen niet zwanger worden]
|
|
een regelmatig werkwoord
|
[dat in de verleden tijd dezelfde klank houdt]
|
|
dat is toch geen ramp
|
[dat is niet erg]
|
|
tot overmaat van ramp
|
[alsof de ellende nog niet groot genoeg was]
|
|
een regelrechte ramp
|
[heel erg]
|
|
een regen van prijzen
|
[heel veel prijzen]
|
|
na regen komt zonneschijn
|
[na een vervelende tijd komt een goede tijd]
|
|
van de regen in de drup
|
[je ontwijkt iets vervelends, en krijgt iets ergers]
|
|
in het reine brengen
|
[misverstanden oplossen]
|
|
reine dieren
|
[waarvan je volgens de godsdienst het vlees mag eten]
|
|
je reinste onzin
|
[pure onzin]
|
|
een rein geweten
|
[geen schuldgevoel]
|
|
een rel schoppen
|
[opschudding veroorzaken]
|
|
een relatie aanknopen
|
[iemand goed leren kennen]
|
|
een liefdesrelatie
|
[een liefdesverhouding]
|
|
een eind aan de relatie maken
|
[iemand niet meer willen zien]
|
|
hij heeft goede relaties
|
[kent belangrijke mensen]
|
|
een renteloos voorschot
|
[waarover je geen rente hoeft te betalen]
|
|
een representatief uiterlijk
|
[goed verzorgd en prettig om te zien]
|
|
een restaurant beginnen
|
[een restaurant openen]
|
|
een restje
|
[een kliekje eten van de vorige dag]
|
|
stoffelijke resten
|
[het lichaam van een dode]
|
|
voor de rest
|
[voor het overige]
|
|
én de rest
|
[er valt nog veel meer op te noemen]
|
|
laat de rest maar zitten
|
[ik hoef geen wisselgeld]
|
|
ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken
|
[wat ben jíj egoïstisch!]
|
|
dat is nog de vraag
|
[dat is nog onzeker]
|
|
vragen afvuren
|
[een reeks vragen stellen]
|
|
een retorische vraag
|
[waarop men geen antwoord verwacht]
|
|
dat is voor jou een vraag, maar voor mij een weet
|
[daar geef ik geen antwoord op]
|
|
aan de vraag voldoen
|
[zorgen dat er voldoende artikelen zijn]
|
|
een reus op lemen voeten
|
[wat schijnbaar machtig is, maar niet veel voorstelt]
|
|
slapend rijk worden
|
[geld ontvangen zonder er veel voor te hoeven doen]
|
|
de rijke landen
|
[de westerse landen]
|
|
arm en rijk
|
[iedereen]
|
|
als ik in mijn rijke jaren kom
|
[nooit]
|
|
slapend rijk worden
|
[zonder zich in te spannen]
|
|
een rijke stinker
|
[een rijk mens]
|
|
het land is rijk aan olie
|
[heeft veel olie]
|
|
hij heeft een rijke verbeelding
|
[fantaseert veel]
|
|
rijk bedeeld zijn
|
[heel slim zijn, of veel bezittingen hebben]
|
|
iemand liever kwijt dan rijk zijn
|
[hem liever niet om je heen hebben]
|
|
een rijke vegetatie
|
[veel verschillende planten]
|
|
het staat in de sterren
|
[het is voorspeld]
|
|
sterretjes zien
|
[duizelig zijn]
|
|
de sterren van de hemel zingen
|
[heel mooi zingen]
|
|
zijn ster is verbleekt
|
[zijn succes is minder groot geworden]
|
|
een rijzende ster
|
[iemand die steeds populairder wordt]
|
|
geld speelt geen rol
|
[het is niet belangrijk hoeveel het kost]
|
|
de rollen omdraaien
|
[doen wat iemand anders deed]
|
|
aan de rol gaan
|
[uitgebreid feestvieren]
|
|
het loopt op rolletjes
|
[goed, gesmeerd]
|
|
een rol spelen
|
[je anders voordoen dan je bent]
|
|
uit zijn rol vallen
|
[even laten zien hoe hij echt is]
|
|
geld speelt geen rol
|
[het geeft niet wat het kost]
|
|
een rol spelen
|
[van invloed zijn]
|
|
een rol spelen
|
[zich anders voordoen dan hij is]
|
|
zijn rol is uitgespeeld
|
[hij heeft geen invloed meer]
|
|
de rollen zijn omgekeerd
|
[de onderlinge verhoudingen zijn verwisseld]
|
|
op de rol staan
|
[op de lijst]
|
|
in de maat spelen
|
[je goed aan de maat houden]
|
|
de baas spelen
|
[de baas zijn]
|
|
een rol spelen
|
[doen alsof je iemand anders bent]
|
|
open kaart spelen
|
[precies zeggen wat je vindt]
|
|
spelen met je gezondheid
|
[je gezondheid in gevaar brengen]
|
|
een rommelige vergadering
|
[alles gebeurde door elkaar]
|
|
een rond bedrag
|
[dat op een of meer nullen eindigt]
|
|
het jaar rond
|
[het hele jaar]
|
|
het klokje rond slapen
|
[twaalf uur achter elkaar]
|
|
zo rond als een ton(netje)
|
[dat zeg je van heel dikke mensen]
|
|
in het rond kijken
|
[om je heen kijken]
|
|
een hoofd zo rood als een biet
|
[erg rood]
|
|
zo rood als een kreeft
|
[verbrand door de zon]
|
|
in de rode cijfers komen
|
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
|
|
de rode draad
|
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
|
|
de rode kaart
|
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
|
|
de rode vlag hangt uit
|
[iemand menstrueert]
|
|
dat werkt als een rode lap op een stier
|
[het veroorzaakt een woedende reactie]
|
|
een rooie rakker
|
[een linkse activist]
|
|
geen rooie cent
|
[helemaal niets]
|
|
met rode oortjes
|
[met stijgende opwinding]
|
|
ik sta rood bij de bank
|
[ik heb een tekort op mijn rekening]
|
|
een rookpluim
|
[een dikke sliert rook]
|
|
iemand een pluim geven
|
[hem prijzen]
|
|
een rots in de branding
|
[iemand waarop je kunt vertrouwen]
|
|
hij heeft een ruim inkomen
|
[hij verdient veel]
|
|
een ruime jas
|
[een wijde jas]
|
|
ruimer ademhalen
|
[je opgelucht, bevrijd voelen]
|
|
ruim baan maken
|
[alles wat hindert, weghalen]
|
|
het ruime sop kiezen
|
[uitvaren]
|
|
ruim bemeten zijn
|
[flinke afmetingen hebben]
|
|
het niet ruim hebben
|
[arm zijn]
|
|
in ruime mate
|
[ruimschoots]
|
|
een ruime blik hebben
|
[niet bekrompen denken]
|
|
een blik agenten opentrekken
|
[een extra aantal agenten inzetten]
|
|
een holle blik
|
[die niets lijkt te zien]
|
|
een vernietigende blik
|
[waaruit boosheid spreekt]
|
|
iemands blik vangen
|
[zorgen dat hij naar je kijkt]
|
|
verstand op nul, blik op oneindig
|
[niet denken, maar doen]
|
|
iemand geen blik waardig keuren
|
[hem uit minachting of trots niet aankijken]
|
|
ergens een blik op werpen
|
[ernaar kijken]
|
|
een ruime blik hebben
|
[ruimdenkend zijn]
|
|
een vooruitziende blik hebben
|
[weten wat er in de toekomst gebeurt]
|
|
hij heeft een ruim inkomen
|
[hij verdient veel]
|
|
een ruime jas
|
[een wijde jas]
|
|
ruimer ademhalen
|
[je opgelucht, bevrijd voelen]
|
|
ruim baan maken
|
[alles wat hindert, weghalen]
|
|
het ruime sop kiezen
|
[uitvaren]
|
|
ruim bemeten zijn
|
[flinke afmetingen hebben]
|
|
het niet ruim hebben
|
[arm zijn]
|
|
in ruime mate
|
[ruimschoots]
|
|
een ruime blik hebben
|
[niet bekrompen denken]
|
|
het is rustig op straat
|
[er is weinig verkeer]
|
|
rustig!
|
[wind je niet op]
|
|
een rustig patroon
|
[zonder wilde figuren]
|
|
rustig aan doen
|
[je niet te veel inspannen of opwinden]
|
|
een rustig geweten hebben
|
[je onschuldig voelen]
|
|
iemand de zwarte piet toespelen
|
[hem de schuld of het probleem toeschuiven]
|
|
stinken als de pieten
|
[heel erg]
|
|
een hele piet
|
[een belangrijk persoon]
|
|
een saaie piet
|
[een saai persoon]
|
|
een saaie piet
|
[een saai persoon]
|
|
een samengesteld werkwoord
|
[dat uit twee woorden bestaat, bijvoorbeeld 'opbellen']
|
|
een samengestelde zin
|
[met twee of meer persoonsvormen]
|
|
alle stoppen slaan door bij hem
|
[hij verliest zijn zelfbeheersing]
|
|
een sanitaire stop
|
[een pauze om naar de wc te gaan]
|
|
een sappig verhaal
|
[met veel overdrijving]
|
|
een scala van mogelijkheden
|
[heel veel verschillende mogelijkheden]
|
|
een schaap met vijf poten
|
[iemand die alles kan]
|
|
het zwarte schaap
|
[iemand die altijd beschuldigd wordt]
|
|
je schaapjes op het droge hebben
|
[genoeg verdiend hebben om te leven zonder zorgen]
|
|
er gaan veel makke schapen in een hok
|
[veel mensen in één ruimte bij elkaar]
|
|
als er één schaap over de dam is, volgen er meer
|
[als iemand het voorbeeld geeft, komen de anderen ook]
|
|
de bokken van de schapen scheiden
|
[de goede van de slechte mensen scheiden]
|
|
het komt op zijn pootjes terecht
|
[het komt wel goed]
|
|
op zijn achterste poten staan
|
[verontwaardigd zijn, protesteren]
|
|
met hangende pootjes terugkomen
|
[nadat je tot inkeer bent gekomen]
|
|
opzitten en pootjes geven
|
[beleefd gedrag bij een bezoek]
|
|
een schaap met vijf poten zoeken
|
[iemand die veel verschillende dingen kan]
|
|
de poten onder zijn stoel vandaan zagen
|
[ervoor zorgen dat hij het niet redt]
|
|
geen poot uitsteken
|
[helemaal niets doen]
|
|
poten thuishouden!
|
[afblijven]
|
|
op hoge poten
|
[erg verontwaardigd]
|
|
op je poot spelen
|
[tekeer gaan uit kwaadheid]
|
|
hem een poot uitdraaien
|
[hem oplichten]
|
|
geen poot hebben om op te staan
|
[nergens je gelijk mee kunnen aantonen]
|
|
je poot stijf houden
|
[niet toegeven]
|
|
een brief op poten schrijven
|
[waarin flink de waarheid wordt gezegd]
|
|
op hoge poten
|
[zeer boos]
|
|
iets op poten zetten
|
[het organiseren]
|
|
hem in de schaduw stellen
|
[beter zijn dan hij]
|
|
dat wierp een schaduw op het feest
|
[daardoor was het minder feestelijk]
|
|
een schaduw vergeleken bij wat hij geweest is
|
[heel zwak in vergelijking met vroeger]
|
|
je kunt niet in zijn schaduw staan
|
[je bent veel minder waard dan hij]
|
|
een schat aan boeken
|
[veel kostbare boeken]
|
|
een hele lading water
|
[heel veel water]
|
|
een scheepslading
|
[heel veel]
|
|
je woorden een bepaalde lading geven
|
[een extra betekenis, een zekere spanning]
|
|
hij gaf de geest
|
[hij stierf]
|
|
het je voor de geest halen
|
[eraan terugdenken]
|
|
de armen van geest
|
[de eenvoudigen]
|
|
een scheiding der geesten
|
[het uit elkaar lopen van opvattingen]
|
|
de tegenwoordigheid van geest hebben om ...
|
[zonder aarzeling doen wat nodig is]
|
|
de geest is gewillig, maar het vlees is zwak
|
[onze neigingen zijn vaak sterker dan goede voornemens]
|
|
iets in de geest van...
|
[zoiets als ...]
|
|
niet naar de letter, maar naar de geest beoordelen
|
[de bedoeling van de tekst eruit halen]
|
|
de Heilige Geest
|
[God in de vorm van een geest]
|
|
de geest krijgen
|
[ergens door bezield worden]
|
|
de geest geven
|
[sterven]
|
|
een boze geest
|
[gevallen engel, duivel]
|
|
eruitzien als een geest
|
[heel mager en bleek]
|
|
de geest is uit de fles
|
[de zaak is niet meer in de hand te houden]
|
|
toen kreeg Ida de geest
|
[ze ging ineens aan het werk]
|
|
het was iets in de geest van ....
|
[iets als ....]
|
|
er een schepje bovenop doen
|
[je nog meer inspannen]
|
|
een schep geld
|
[heel veel geld]
|
|
de scherpe kanten ergens vanaf nemen
|
[het verzachten]
|
|
zonder bril kan ik niet scherp zien
|
[niet duidelijk]
|
|
hij heeft een scherp gehoor
|
[hoort alles]
|
|
een scherpe hoek
|
[kleiner dan 90 graden]
|
|
een scherpe neus ergens voor hebben
|
[goed kunnen aanvoelen wat aan de hand is]
|
|
scherp concurreren
|
[zodat er maar weinig winst overblijft]
|
|
een scherpe daling
|
[een sterke, plotselinge daling]
|
|
je neus stoten
|
[afgewezen worden]
|
|
je neus ervoor ophalen
|
[het minderwaardig vinden]
|
|
hem met zijn neus op de feiten drukken
|
[laten zien hoe het werkelijk zit]
|
|
de neuzen tellen
|
[tellen hoeveel mensen er zijn]
|
|
er met je neus bovenop staan
|
[er vlakbij staan]
|
|
met je neus kijken
|
[niet goed zoeken]
|
|
uit je neus zitten eten
|
[niets doen]
|
|
je neus in de wind steken
|
[ergens trots op zijn]
|
|
op je neus kijken
|
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
|
|
overal zijn neus in steken
|
[zich overal mee bemoeien]
|
|
een frisse neus halen
|
[bij koud weer buiten lopen]
|
|
geen knip voor zijn neus waard zijn
|
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
|
|
m'n neus!
|
[kom nou, dat is onzin]
|
|
iemand bij de neus nemen
|
[hem voor de gek houden, bedriegen]
|
|
dat komt me de neus uit
|
[daar heb ik schoon genoeg van]
|
|
iemand iets door de neus boren
|
[niet betalen wat men hem schuldig is]
|
|
plotseling voor iemands neus staan
|
[hem onverwacht ontmoeten]
|
|
de deur voor zijn neus dichtdoen
|
[terwijl hij er vlak voor staat]
|
|
dat gaat je neus voorbij
|
[daar krijg je niets van]
|
|
iemand iets onder de neus wrijven
|
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
|
|
dat zal ik je niet aan je neus hangen
|
[niet vertellen]
|
|
iets langs zijn neus weg zeggen
|
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
|
|
doen alsof je neus bloedt
|
[alsof je van niets weet]
|
|
zijn neus krult
|
[hij is blij over een compliment]
|
|
iemand de pen op de neus zetten
|
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
|
|
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
|
[iedereen heeft dezelfde mening]
|
|
bleek om de neus worden
|
[ergens heel bang voor zijn]
|
|
niet verder kijken dan je neus lang is
|
[niet goed nadenken]
|
|
iemand iets door de neus boren
|
[verhinderen dat hij het krijgt]
|
|
met de neus in de boter vallen
|
[het goed treffen]
|
|
het deksel op je neus krijgen
|
[gestraft worden als je te begerig bent]
|
|
het ligt voor je neus
|
[vlak voor je]
|
|
iemand de pin op de neus zetten
|
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
|
|
dat is een wassen neus
|
[stelt niets voor]
|
|
het neusje van de zalm
|
[het fijnste, het beste]
|
|
een fijne neus voor iets hebben
|
[intuïtief iets opmerken]
|
|
een scherpe neus hebben
|
[goed kunnen ruiken]
|
|
de tijd vliegt
|
[hij gaat snel voorbij]
|
|
de tijd zal het leren
|
[later weten we het wel]
|
|
tijd is geld
|
[tijd is kostbaar]
|
|
ik heb daar geen tijd voor
|
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
|
|
hij zit de hele tijd te gapen
|
[voortdurend, steeds]
|
|
de laatste tijd
|
[de periode die achter ons ligt]
|
|
we hebben geen tijd te verliezen
|
[we moeten opschieten]
|
|
vrije tijd
|
[waarin je niet hoeft te werken]
|
|
dat is uit de tijd
|
[ouderwets]
|
|
de tijd doden
|
[iets doen als je moet wachten]
|
|
hij is zijn tijd vooruit
|
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
|
|
het zal mijn tijd wel duren
|
[ik maak me er niet druk over]
|
|
hij heeft de tijd
|
[hoeft zich niet te haasten]
|
|
zijn tijd verdoen
|
[niets uitvoeren]
|
|
een sprong in de tijd maken
|
[een lange periode overslaan]
|
|
de tand des tijds
|
[de slijtage van alle dingen]
|
|
de tijd heelt alle wonden
|
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
|
|
het is tijd om te vertrekken
|
[we moeten vertrekken]
|
|
zij komt nooit op tijd
|
[ze is altijd te laat]
|
|
je moet op de tijd letten
|
[opletten of het moment er al is]
|
|
zij is over tijd
|
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
|
|
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
|
[als het moment daar is]
|
|
zij is erg bij de tijd
|
[bijdehand, slim]
|
|
komt tijd, komt raad
|
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
|
|
als het mijn tijd is
|
[wanneer ik doodga]
|
|
heb je de tijd?
|
[weet je hoe laat het is?]
|
|
op tijd zijn natje en droogje krijgen
|
[niets tekort komen]
|
|
over tijd zijn
|
[de menstruatie is nog niet gekomen]
|
|
te allen tijde
|
[altijd]
|
|
van tijd tot tijd
|
[af en toe]
|
|
binnen afzienbare tijd
|
[spoedig]
|
|
in de baas zijn tijd
|
[onder werktijd]
|
|
iemands tijd in beslag nemen
|
[zijn aandacht opeisen]
|
|
dat heeft de tijd
|
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
|
|
het zal mijn tijd wel duren
|
[ik maak me er niet druk om]
|
|
iemand de tijd ergens voor gunnen
|
[het hem op zijn gemak laten doen]
|
|
gezelligheid kent geen tijd
|
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
|
|
de hele tijd
|
[voortdurend]
|
|
ik kan mijn tijd wel beter besteden
|
[dat vind ik minderwaardig]
|
|
in minder dan geen tijd
|
[heel snel]
|
|
een scherpe tijd
|
[die moeilijk te verbeteren is]
|
|
dat is verleden tijd
|
[dat is voorbij]
|
|
de tijd aan zichzelf hebben
|
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
|
|
met je tijd meegaan
|
[met de mode en de heersende opvattingen]
|
|
niet meer van deze tijd
|
[heel verouderd]
|
|
zijn tijd ver vooruit zijn
|
[heel modern zijn]
|
|
je tong uitsteken
|
[handeling waarmee je iemand bespot]
|
|
kwade tongen beweren ...
|
[roddelaars zeggen ...]
|
|
een scherpe tong hebben
|
[harde dingen zeggen]
|
|
met dubbele tong spreken
|
[de ene keer wat anders zeggen dan de andere keer]
|
|
het ligt vóór op mijn tong
|
[ik weet het bijna]
|
|
met de tong op de schoenen
|
[helemaal uitgeput]
|
|
heb je je tong verloren/ingeslikt?
|
[kun je niet meer praten?]
|
|
de tongen kwamen los
|
[de mensen begonnen te praten]
|
|
hij gaat over de tong
|
[er wordt over hem geroddeld]
|
|
niet het achterste van je tong laten zien
|
[niet alles vertellen]
|
|
je tong wel kunnen afbijten
|
[er spijt van hebben dat je het vertelde]
|
|
het hart op de tong hebben
|
[zeggen wat je denkt]
|
|
rad van tong zijn
|
[snel en veel spreken]
|
|
het smelt op je tong
|
[is zeer mals]
|
|
boze tongen beweren...
|
[kwaadsprekers beweren...]
|
|
het maakt de tongen los
|
[zet de mensen aan het praten]
|
|
een scheve schaats rijden
|
[iets doen wat niet mag of hoort]
|
|
de lamp hangt scheef
|
[er is geldgebrek]
|
|
zijn pruik staat scheef
|
[hij is uit zijn humeur]
|
|
een scheve schaats rijden
|
[iets doen wat niet geoorloofd is]
|
|
schots en scheef
|
[rommelig, verkeerd]
|
|
iemand scheef aankijken
|
[met wantrouwen]
|
|
dat geef scheve gezichten
|
[waarschuwing dat men jaloers zal zijn]
|
|
dat zit scheef
|
[dat zit fout]
|
|
dat gaat scheef
|
[dat loopt verkeerd af]
|
|
een schichtige blik
|
[een snelle, bange blik]
|
|
een schilderij met diepte
|
[de figuren zijn niet naast, maar achter elkaar geplaatst]
|
|
het zal zo'n vaart niet lopen
|
[het zal wel meevallen]
|
|
met een vaart
|
[heel snel]
|
|
iemand stuiten in zijn vaart
|
[zijn ontwikkeling belemmeren]
|
|
in vliegende vaart
|
[bliksemsnel]
|
|
ergens vaart achter zetten
|
[het bespoedigen]
|
|
de grote vaart
|
[naar landen buiten Europa]
|
|
de wilde vaart
|
[ongeregeld, niet op vaste tijden]
|
|
een schip in de vaart brengen
|
[voor het eerst laten varen]
|
|
ik wens u een behouden vaart
|
[ik hoop dat de reis goed verloopt]
|
|
een schoen met open hiel
|
[waarvan de hiel niet bedekt is]
|
|
iemand op de hielen zitten
|
[hem achterna zitten]
|
|
iemands hielen likken
|
[op een kruiperige manier slijmen]
|
|
de hielen lichten
|
[ervandoor gaan]
|
|
schoon aan de haak
|
[naakt gewogen]
|
|
met een schone lei beginnen
|
[een heel nieuw begin maken]
|
|
schoon metselwerk
|
[netjes gevoegd]
|
|
een schone motor
|
[die weinig luchtvervuiling veroorzaakt]
|
|
schoon schip maken
|
[opruimen]
|
|
het schone geslacht
|
[de vrouwen]
|
|
de schone slaapster
|
[Doornroosje]
|
|
schoon in het handje
|
[contant]
|
|
het eten is schoon op
|
[helemaal op]
|
|
je hebt schoon gelijk
|
[helemaal gelijk]
|
|
ik heb er schoon genoeg van
|
[ik ben het zat]
|
|
zijn kans schoon zien
|
[een goede kans zien en daar gebruik van maken]
|
|
een school met de bijbel
|
[waar het onderwijs op de bijbel gebaseerd is]
|
|
een bijzondere school
|
[opgericht vanuit een bepaalde levensovertuiging]
|
|
de open school
|
[voor volwassenen]
|
|
een vrije school
|
[gebaseerd op de filosofische stroming van de antroposofie]
|
|
een zwarte school
|
[waar niet-blanke kinderen in de meerderheid zijn]
|
|
uit de school klappen
|
[een geheim doorvertellen]
|
|
een schort voor hebben
|
[voor je buik gebonden]
|
|
iets vóór zijn
|
[het nog net voorkomen]
|
|
iemand voor zijn
|
[het net even iets eerder doen]
|
|
het was Irma voor en Irma naar
|
[er werd steeds lovend over haar gesproken]
|
|
een schot lossen
|
[een keer schieten]
|
|
iets voor de boeg hebben
|
[nog in het vooruitzicht hebben]
|
|
het over een andere boeg gooien
|
[over een ander onderwerp beginnen]
|
|
een schot voor de boeg geven
|
[vooruitlopen op wat gaat gebeuren]
|
|
je schouders eronder zetten
|
[heel hard gaan werken]
|
|
een schouderklopje geven
|
[een compliment]
|
|
brede schouders hebben
|
[veel kunnen verdragen]
|
|
je schouders ophalen
|
[laten zien dat het je niet kan schelen]
|
|
een schouder om op uit te huilen
|
[iemand die naar je problemen luistert]
|
|
er met kop en schouders bovenuit steken
|
[veel beter zijn]
|
|
schouder aan schouder staan
|
[samen strijden]
|
|
het zijn sterke schouders die de weelde kunnen dragen
|
[rijkdom bederft je karakter]
|
|
een schouderklopje krijgen
|
[een compliment]
|
|
een schrille tegenstelling
|
[erg groot en schrijnend]
|
|
de lamp hangt schuin
|
[er is geldgebrek]
|
|
met een schuin oog kijken naar iets of iemand
|
[jaloers zijn]
|
|
een schuine mop
|
[die te maken heeft met seks]
|
|
seksuele voorlichting
|
[informatie over vrijen en lichamelijke opwinding]
|
|
seksuele geaardheid
|
[hetero-, homo-, of biseksueel zijn]
|
|
een seksueel overdraagbare aandoening
|
[infectieziekte door seks wordt overgebracht]
|
|
een serie volgen op de televisie
|
[alle afleveringen zien]
|
|
daar heeft hij een hele serie van
|
[heel veel]
|
|
deze stoelen worden in serie gemaakt
|
[een heleboel tegelijk]
|
|
2620
|
2620
|
|
een serieuze kandidaat
|
[een die meetelt]
|
|
iemand serieus nemen
|
[waarde hechten aan wat hij zegt]
|
|
iets serieus nemen
|
[er waarde aan hechten]
|