Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
28 Cards in this Set
- Front
- Back
Denken |
Denken heeft te maken met de manipulatie van mentale representaties, zoals concepten, beelden, schema's en scripts. |
|
Conceptvorming |
Het vermogen om ervaringen onder te brengen in vertrouwde mentale categorieën en om ze op dezelfde manier te verwerken of ze het zelfde label te geven. |
|
Natuurlijke concepten |
Grove classificaties die zich ontwikkelen uit onze alledaagse ervaringen. |
|
Artificiële concepten |
Concepten die gedefinieerd worden door een combinatie van regels of kenmerken. |
|
Conceptuele hiërarchieën |
Hier gaan we bovenaan uit van de meer algemene categorie en naarmate we meer naar ondergaan wordt het steeds specifieker. |
|
De prefrontale cortex voert drie verschillende taken uit. |
A Bijhouden van de episode B Begrijpen van de context C Reageren op een specifieke stimulus |
|
Goede denkers |
Goede denkers beschikken over: Effectieve algoritmen en heuristieken Het vermijden van veel voorkomende hindernissen bij het nemen van beslissingen en het oplossen van problemen. |
|
Algoritme |
Formules / procedures die een speciaal soort probleem stap voor stap altijd op kunnen lossen. |
|
Heuristiek |
Eenvoudige elementaire (vuist)regels om verwarrende, complexe situaties het hoofd te kunnen bieden. |
|
Drie essentiële heuristieken |
A terugwerken B zoek naar overeenkomst met ander probleem C deel groot probleem op in kleinere problemen |
|
Soorten bias |
Conformation bias Hindsight bias Anchoring bias Representativeness bias Availability bias |
|
Conformation bias |
Alleen openstaan voor bevestigende info |
|
Hindsight bias |
'Dat heb ik altijd al geweten'-effect. Achteraf denken de controle over een situatie te hebben en dit te beargumenteren. |
|
Anchoring bias |
Eerste info dient als anker voor een beslissing. |
|
Representativeness bias |
Sociale categorisatie / uitgesproken typerend met betrekking tot iets; gevaar van vooroordelen |
|
Availablity bias |
De impact van een gebeurtenis bepaalt de waarschijnlijkheid. |
|
Spearman vs Sternberg |
Algemene intelligentie vs triarchische intelligentie |
|
Algemene intelligentie |
G Factor, een enkele algemene intelligentie factor die onze psychische activiteit aanstuurt. |
|
Triarchische intelligentie |
Praktische intelligentie, het vermogen om om te gaan met de mensen en gebeurtenissen in je omgeving |
|
Meervoudige intelligentie |
Linguïstische intelligentie Logisch-mathematische intelligentie Ruimtelijke intelligentie Muzikale intelligentie Lichamelijke-kinesthetische intelligentie Naturalistische intelligentie Interpersoonlijke intelligentie Intrapersoonlijke intelligentie |
|
Linguïstische intelligentie |
Intelligentie op het gebied van woordenschat en begrijpend lezen |
|
Logisch-mathematische intelligentie |
Intelligentie op het gebied van wiskunde en logische problemen |
|
Ruimtelijke intelligentie |
Vermogen om mentale beelden van voorwerpen te manipuleren en op een ruimtelijke manier over hun relaties t denken. |
|
Muzikale intelligentie |
Het vermogen om patronen van ritmes en toonhoogte waar te nemen het ontwikkelen |
|
Lichamelijke-kinesthetische intelligentie |
Het vermogen tot gecontroleerde beweging en coördinatie, turnen/opereren |
|
Naturalistische intelligentie |
Het vermogen om levende dingen in verschillende groepen in te delen |
|
Interpersoonlijke intelligentie |
Het vermogen om motieven en handelingen van anderen te begrijpen |
|
Intrapersoonlijke intelligentie |
Het vermogen om jezelf te kennen een gevoel van identiteit ontwikkelen |