Pow Geschiedenis Deeltoets 2: H8 - H9

Front 1

Wat was er al aan het begin van de moderne tijd vóór er weeshuizen waren aan zorg voor wezen? (2)

Back 1

- gasthuizen, bij een klooster
- zorg in pleeggezinnen

Front 2

Hoe zijn weeshuizen ontstaan of waardoor precies? Noem ten minste 3 dingen. (5)

Back 2

- door proces van specialisatie
- van gestichten en inrichtingen (dolhuizen, pesthuizen, oudemannen/-vrouwenhuizen
- bevolkingsgroei,
- economische crisis
- Reformatie

Front 3

Wat was de omslag met betrekking tot weeshuizen en hoe daarmee moest worden omgegaan? (2)

Back 3

- steeds minder liefdadigheid
- steeds meer dwang tot arbeid en of afzondering

Front 4

Hoe komt het dat wezenopvang steeds noodzakelijker werd? (2)

Back 4

- snelle bevolkingstoename
- hoge sterftecijfers (door oorlogen, hongersnoden en epidemieën)

Front 5

Door wie zijn de weeshuizen opgericht? (3)

Back 5

- steden (burgerweeshuizen en armenweeshuizen)
- kerken
- particulieren

Front 6

Wat is een binnenvader of binnenmoeder mbt weeshuizen?

Back 6

Onderdeel van de dagelijkse leiding in de weeshuizen die de organisatie verzorgden

Front 7

Noem 5 kenmerken van de organisatie binnen de weeshuizen.

(tip: totale institutie zijn er vier)

Back 7

- jongens en meisjes apart
- strenge dagindeling
- wezenkleding
- strenge regels
- strenge controle en straffen

Front 8

Wat houdt een totale institutie in? (4)

Back 8

- strenge dagindeling
- wezenkleding
- strenge regels
- strenge controle en straffen

Front 9

Wat zijn de doelen van de weeshuizen? Noem er ten minste 3. (5)

Back 9

- religieuze vorming
- voorkomen van misdaad
- onderwijs
- arbeid
- bescherming

Front 10

Wat is het verschil tussen Burgerweeshuizen en Armenweeshuizen? (2)

Back 10

- Burgerweeshuizen namen alleen kinderen op van ouders met burgerrechten van de stad
- Armenweeshuizen waren afhankelijk van giften en aalmoezen

Front 11

Waarom was religieuze vorming zo belangrijk in de weeshuizen?

Back 11

Omdat gedacht werd dat mensen zonder religieuze vorming niet zelfstandig tot moreel goed gedrag in staat zijn

Front 12

Wat hield de crisis in het begin van de 19e eeuw in voor de weeshuizen? Noem ten minste 2. (4)

Back 12

- meer wezen en vondelingen
- financiële problemen
- weesjongens opgeroepen als dienstplichtigen/rekruut
- tewerkstelling in landbouwkolonies (1822) & protesten

Front 13

Wat hield de Heroriëntatie in voor de weeshuizen? (2)

Back 13

- verandering pedagogisch klimaat vanaf begin 19e eeuw
- verdwijnen van het wezenprobleem (en dus weeshuizen)

Front 14

Wat is het pedagogisch klimaat vanaf begin de 19e eeuw? (2)



(tip: Verlichting)

Back 14

- Iedereen is opvoedbaar en heeft een redelijk ontwikkelbaar vermogen
- (lijf)straffen neemt af

Front 15

Beschrijf de Code Pénal in 2 punten.

Back 15

- Franse strafwetboek (1810-1886)
- oordeel des onderscheids --> heropvoeding ja of nee?

Front 16

Wat was het nut van wezenkleding? Geef ten minste 3 redenen. (4)

Back 16

- controle
- herkenning
- vluchten werd bemoeilijkt
- zo werden zij gewezen op hun nederige plaats in de maatschappij

Front 17

Wat houdt het 'oordeel des onderscheids' in?

Back 17

Het morele oordeelsvermogen (mag ik dit wel of niet doen?) was bepalend voor de soort straf. Als het kind tot 16 jaar in staat was om te oordelen of het goed of kwaad was, kreeg het een (strenge) straf. Zo niet --> verbetertehuis voor heropvoeding.

Front 18

Waarom is de toelating tot weeshuizen zo selectief geweest?

Back 18

Er waren simpelweg teveel wezen en te weinig weeshuizen

Front 19

In de ontwikkeling van de wezenopvang en -verzorging in de 17e, 18e en 19e eeuw is er sprake van een soort verzuiling? Waarom?

Back 19

Iedere religieuze gemeenschap had haar eigen instituut/weeshuis.

Front 20

In de ontwikkeling van de wezenopvang en -verzorging in de 17e, 18e en 19e eeuw is er sprake van een soort verzuiling. Is dit te vergelijken met de verzuiling in de 20e eeuw?

Back 20

Nee, hoewel iedere religieuze gemeenschap haar eigen instituut/weeshuis had, miste de overtuiging. Zo was er in de 20e eeuw ook sprake van opdeling op grond van maatschappelijke opvattingen, niet enkel religie.

Front 21

Waarom was invoering van de Code Pénal een verbetering?

Back 21

Er bestond nu de mogelijkheid tot verbetering en heropvoeding in plaats van gelijk straffen.

Front 22

Probeer 2 kenmerken te noemen van Rijksopvoedingsgestichten. (4)

Back 22

- verbeterhuizen voor jongeren die een strafbaar feit hadden begaan, maar niet tot het oordeel des onderscheids beschikte
- heropvoeding
- sober en tucht
- militair karakter

Front 23

Wat is het verschil tussen jeugdgevangenissen en ROG's (Rijksopvoedingsgestichten)? (2)

Back 23

- doel van ROG is heropvoeden, doel van jeugdgevangenissen is straffen
- jeugdgevangenissen relatief korte tijd, ROG veel langer.

Front 24

Welke drie problemen waren er mbt tot het straffen en opvoeden?

Back 24

- ouderlijke macht; deze kon de heropvoeding in de weg staan
- wanneer moest je straffen/afschrikken en wanneer opvoeden? En hoe precies?
- hoe hoog was de jeugdcriminaliteit nu precies?

Front 25

OPMERKING:

Maatschappij van 't Nut:
verwaarlozing leidt tot criminaliteit

Back 25

OPMERKING:

Maatschappij van 't Nut:
verwaarlozing leidt tot criminaliteit