• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/144

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

144 Cards in this Set

  • Front
  • Back
- é maior do que -
- is groter dan -
- é menor do que -
- is kleiner dan -
adulto
volwassene
agora
nu
amerelo
geel
amorada
geliefde
andar
wandelen, etage
andar de bicicleta
fietsen
aneinho
hark?
animal, o
een dier
antiga
mooi oud
aprender
leren
apuntar
wijzen
astäo fazendo
aan het doen zijn
aviäo
vliegtuig
azul
blauw
barco, o
boot
barraca, a
tent
beber
drinken
bola, a
bal
branca
wit
cabelo comprido
lang haar
cabelo curto
kort haar
cachorro
hond
caixa, a
doos
calza
broek
caneta, a
pen
cavalo, o
paard
cesta
mand
chapéu, o
hoed
chutar
schieten
circulo, o
circel
comprido
lang
correr
rennen
criança, o
kind
curto
kort
dando
het geven van
deitar
liggen
dificil
moeilijk
direita
rechts/rechter
dois/duas
twee?
ele/ela
hij/zij
em cima
op
embaixa
onder
entender
begrijpen
escrevir
schrijven
esquerda
links/linker
estar deitado
liggend
este
oosten
eu gosto de
ik houd van
existir
bestaan
falar
praten
falar
spreken
favorita
favoriet
feia
vies,lelijk
ferías
vakantie
guarda-chuva, o
paraplu
hoje ainda nao sei
ik weet het nog niet
irmão
broer
jogar
spelen, vangen
lanchar
werpen
ler
lezen
lingua, o
een taal
lingua, o
een taal
maca
appel?
maior de todos
grootste van allemaal
mais curto
korter
me chamo
ik heet
menina, a
het meisje
menino, o
jongen
menos
minder
meu
mijn masculina
minha
mijn feminino
minha, o mulher
mijn vrouw
morango
aardbei
morar
wonen
moça, o
jongen?
mulher
vrouw
musica, o
muziek
mão direita
rechter hand
mão, o
hand
nadar
zwemmen
natal
kerst
novo
nieuw
año, o
jaar
centro, o
centrum
copa, o
beker
homem, o
een man
oeste, o
west
oesto, o
het oosten
papel, o
papier/blad
pato, o
eend
touro, o
stier
onde está
waar is
para mim
voor mij
parecer
lijken op
pasado
afgelopen
passaro
vogel
pegar
vangen
peixe, o
een vis
perto
dichtbij
pessoa, a
een persoon
preta
zwart
promover
promoten
pular
springen
quadrado, o
vierkant
rapaz
jongen?
retângulo, o
rechthoek
rico
rijk
rir
lachen
roda, a
wiel
se chama
zij heet
seis
zes
sentar
zitten
siete
zeven
sofá, o
bank/sofa
sorrir
glimlachen
sua ..
haar ..
televisão, a
televisie
tinham
er waren
triângolo, o
driehoek
caminhão, o
vrachtwagen
velha
oud
velho
oud
vermelho
rood
vestido
jurk
viagem
reis
voar
vliegen
domingo
zondag
segunda-feira
maandag
terça-feira
dinsdag
quarta-feira
woendag
quinta-feira
donderdag
sexta-feira
vrijdag
sábado
zondag
a manhã
morgen
o dia
de dag
a noite
's avonds
a tarde
's middags tot 18.00 uur
de manhã
's morgens
de / à noite
's nachts
Bom dia!
Goededag
Boa tarde!
Goedemiddag
Boa noite!
Goedenacht