• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/85

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

85 Cards in this Set

  • Front
  • Back
A4’tje / A4-tje

Hoe spel je het verkleinwoord van een A4?
De juiste schrijfwijze is een A4'tje. Een achtervoegsel, zoals -tje, -je, -ig, -er, wordt met een apostrof gekoppeld aan het cijfer of de afkorting waarmee het één geheel vormt. Andere voorbeelden zijn 65+'er, 55+'er, CDA'er, sms'je, wc'tje. Dit soort woorden worden afleidingen genoemd.

Als er geen achtervoegsel maar een woord aan een cijfer of afkorting wordt gekoppeld, is een streepje juist: A4-formaat, 64-jarige, 65+-kaart, 06-nummer, 19%-tarief. Dit soort woorden worden samenstellingen genoemd: beide delen kunnen los (als zelfstandig woord) voorkomen.

Er zijn enkele uitzonderingen: de achtervoegsels -achtig, -heid, -schap en -dom worden niet met een apostrof maar met een streepje aan een afkorting of cijfer gekoppeld. Dit soort combinaties komen niet heel vaak voor, maar de volgende zinnen zijn voorstelbaar: 'De politicus werd beschuldigd van een D66-achtige vlees-noch-vismentaliteit', 'Het EU-schap brengt niet alleen maar vreugde', 'Het programma-idee werd getoetst op RTL4-heid' en 'Het NAC-dom ga
Nieuwsgierig Aagje / aagje

Wat is juist: een nieuwsgierig aagje of een nieuwsgierig Aagje?
Juist is: een nieuwsgierig aagje. Aagje wordt hier niet als eigennaam gebruikt, maar als zogeheten soortaanduiding: iedereen kan een nieuwsgierig aagje zijn. Het lidwoord een is al een teken dat het niet meer om een eigennaam gaat. De regel is dat (eigen)namen die een algemene betekenis hebben gekregen en niet meer als naam fungeren, een kleine letter krijgen.

De aanduiding nieuwsgierig aagje komt overigens uit het zeventiende-eeuwse kluchtspel Kluchtigh Avontuurtje van 't Nieuwsgierigh Aeghje van Enckhuysen van A. van Bogaert.

Er zijn een heleboel eigennamen die algemeen (in uitdrukkingen en vergelijkingen) gebruikt worden. Deze categorie woorden wordt ook wel 'eponiemen' genoemd. Ze krijgen kleine letters. Voorbeelden:
een arme tobias
een benjamin ('de jongste van een familie')
een bereisde roel
een blonde miep
een brave hendrik
een casanova ('vrouwenverleider')
een croesus
een dappere dodo
een dolle mina
een domme joris
een don juan ('versierder')
een don quichot
een dooie piet
een droge
Aambeeld / aanbeeld

Wat is juist: aambeeld of aanbeeld?
Zowel aambeeld als aanbeeld is juist. Aambeeld is de gebruikelijkste vorm.

De vorm aanbeeld is het oudst. Aan betekent hier 'aan' of 'op', en beeld is waarschijnlijk afkomstig van een werkwoordstam met de betekenis 'slaan' of 'stampen'. De n van aanbeeld werd onder invloed van de b van -beeld als m uitgesproken, en zo is de schrijfwijze aambeeld in gebruik gekomen; deze spelling is in elk geval in de zestiende eeuw al aangetroffen. Aambeeld is nu veel gebruikelijker dan aanbeeld.

Aambeeld en aanbeeld komen ook voor in de lijst met spellingvarianten die in het Groene Boekje voorkomen.

Trefwoorden
woordkeuze
Aanbelanden: in Amsterdam aanbeland

Is aanbeland juist in de zin 'Ik ben in Amsterdam aanbeland'?
Ja. Er wordt wel gedacht dat aanbeland een contaminatie (verhaspeling) is van aankomen en belanden, maar geen enkel naslagwerk heeft het ooit zo genoemd. Aanbelanden betekent 'ergens (bij toeval en/of na nogal wat omzwervingen) aankomen om daar te blijven'. Ook belanden betekent overigens 'ergens (min of meer onverwacht) terechtkomen'. Een paar voorbeeldzinnen met beide werkwoorden:
Al tijdens haar middelbareschooltijd in de jaren negentig neemt ze acteerlessen, waarna ze al snel in een soapserie belandt.
In het boek Kruistocht in spijkerbroek belandt een jongen via een teletijdmachine in de dertiende eeuw.
In deze tentoonstelling beland je via 17e-eeuwse kluchten en 19e-eeuwse brievenromans uiteindelijk aan bij de literatuur van de 21ste eeuw.
Na uren lopen bleek dat we weer bij het beginpunt waren aanbeland.

Het werkwoord aanbelanden lijkt voor het eerst in geschreven Nederlands voor te komen in de Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut, of de gevolgen der opvoeding van Betje Wolff en Aagje Deke
Aanbevelenswaardig / aanbevelingswaardig

Wat is het best: aanbevelenswaardig of aanbevelingswaardig?
Volgens Van Dale (2005) is het allebei juist; het Witte Boekje en het Groene Boekje nemen alleen aanbevelenswaardig op. Dat is de oudste vorm; het eerste deel bestaat uit het hele werkwoord aanbevelen. Aanbevelenswaardig lijkt in de praktijk het meest voor te komen, maar aanbevelingswaardig is ook mogelijk; het Woordenboek der Nederlandsche Taal noteert al in 1864 dat deze variant ook voorkomt. Er is dan ook op zichzelf geen bezwaar tegen aanbevelingswaardig: het is een goedgevormd woord, dat uit een zelfstandig naamwoord en het bijvoeglijk naamwoord waardig bestaat.

De oudere vorm aanbevelenswaardig houdt echter kranig stand. Naast bijvoorbeeld begerenswaardig is de variant begeringswaardig zelfs niet goed mogelijk, omdat begering geen gangbaar woord is. Dat geldt ook voor beklagenswaardig, benijdenswaardig, betreurenswaardig, lezenswaardig, lovenswaardig, meldenswaardig, noemenswaardig, prijzenswaardig en wetenswaardig.

Van woorden op -waardig bestaan er ook varianten op -waard; dat geldt voor alle gen
Aangekomen viel het me op

Is de volgende zin juist: 'Bij het Spui aangekomen vielen me de veranderingen op'?
Ja, dit is een goede zin.

'Bij het Spui aangekomen' is hier een zogeheten beknopte bijzin. Een beknopte bijzin bevat geen onderwerp, en het werkwoord is geen persoonsvorm, maar een (voltooid) deelwoord of een infinitief (het hele werkwoord). We zouden de bijzin hierboven kunnen aanvullen tot 'Toen ik aankwam bij het Spui'.

Meestal is het (verzwegen) onderwerp van de beknopte bijzin hetzelfde als dat van de hoofdzin (de bijzin is hieronder gecursiveerd, het onderwerp is vet weergegeven):
Mijn broer had beloofd zijn vrouw mee te nemen. (= Mijn broer had beloofd dat hij zijn vrouw mee zou nemen.)
De blauwe paaltjes volgend vonden we de juiste weg. (= Doordat we de blauwe paaltjes volgden, vonden we de juiste weg.)

In de zin 'Bij het Spui aangekomen vielen me de veranderingen op' is het verzwegen onderwerp van de bijzin niet gelijk aan dat van de hoofdzin: het onderwerp van de bijzin is ik, het onderwerp van de hoofdzin is de veranderingen. Toch is de zin grammaticaal correct. In sommige gevallen kunnen d
Aanhalingstekens: dubbele aanhalingstekens

Wanneer gebruik je dubbele aanhalingstekens?
Dubbele aanhalingstekens worden gebruikt om een letterlijk citaat weer te geven. Dat kan uit gesproken of uit geschreven taal komen:
De Troonrede begint altijd met: "Leden van de Staten-Generaal".
Ze zei vanmorgen nog: "Ik kom op tijd thuis."
Er stond heel duidelijk "verboden te parkeren".

In romans en sommige tijdschriften worden letterlijke citaten anders weergegeven, bijvoorbeeld met streepjes of met enkele aanhalingstekens.

Verwante adviezen
Aanhalingstekens en leestekens
Aanhalingstekens: enkele aanhalingstekens
Aanhalingstekens: hoog of laag
Hoofdletter na dubbele punt

Trefwoorden
aanhalingstekens
leestekens
Aanhalingstekens: enkele aanhalingstekens

Wanneer gebruik je enkele aanhalingstekens?
Enkele aanhalingstekens hebben diverse functies. De meestvoorkomende zijn de volgende.

Als alternatief voor cursivering

Vaak worden titels van boeken, films, etc. gecursiveerd, of wordt er een verschil gemaakt tussen titels van publicaties (cursief) en artikelen (aanhalingstekens). In plaats van cursivering is het ook mogelijk om enkele aanhalingstekens te gebruiken.

De populairste rubriek in het tijdschrift Onze Taal is 'Ruggespraak'.


Bekende taaladviesboeken zijn 'Schrijfwijzer' en 'Vraagbaak Nederlands'.


Woorden die voor de lezer waarschijnlijk onbekend zijn, bijvoorbeeld omdat het gaat om nieuwe of anderstalige woorden, worden de eerste keer in een tekst vaak gecursiveerd of tussen aanhalingstekens gezet. Zo mogelijk volgt dan ook een (korte) uitleg van het begrip. In de rest van de tekst hoeft het woord dan niet meer apart gemarkeerd te worden.

BCD heeft WXY aangewezen als 'preferred partner'. Een preferred partner geniet de voorkeur van een leverancier.


Bij zelfbedachte woorden

Schri
Aanhalingstekens: hoog of laag

Wanneer gebruik je hoge en wanneer lage aanhalingstekens?
Er zijn geen officiële regels voor het gebruik en de vorm van aanhalingstekens, maar er zijn wel conventies die wijdverbreid zijn. Tegenwoordig worden vooral hoge aanhalingstekens gebruikt:
"Zeg, wat betekent 'quod non' eigenlijk?", vroeg Nynke.

Aanhalingstekens die onder aan de regel beginnen („zo dus”), raken hoe langer hoe meer in onbruik, maar sommige kranten en tijdschriften, zoals Trouw en NRC Handelsblad, hebben er aparte opmaakprogramma's voor en gebruiken ze wel.

Het gebruik van hoge aanhalingstekens is de laatste decennia opgekomen onder invloed van de techniek. Doordat de meeste typmachines geen dubbel aanhalingsteken voor onder aan de regel hadden, werden de aanhalingstekens bovenaan gezet. De volgende ontwikkeling was dat tekstverwerkingsprogramma's op computers vaak standaard zo waren ingesteld dat ze de beginaanhalingstekens omdraaiden (er 'zesjes' van maakten in plaats van 'negentjes'). Daarmee nam het gebruik ervan in drukwerk toe, en ook op internet, in e-mails en in handgeschreve
Aanhalingstekens en leestekens

Hoe zit het met het gebruik van hoofdletters en leestekens in citaten?
Er zijn geen vaststaande regels voor het weergeven van citaten; wel zijn er conventies die door de meeste adviesboeken gehanteerd worden. Ook wij houden deze vuistregels aan:
Als er een hele zin geciteerd wordt, begint het citaat met een hoofdletter, en valt de punt binnen de aanhalingstekens: Ik zei: "Ik hou niet van appeltaart."
De kassière vroeg: "Hebt u een klantenkaart?"

Als de zin begint met het citaat, vervalt de punt (het vraagteken blijft staan), en wordt het citaat gevolgd door een komma: "Ik hou niet van appeltaart", zei ik.
"Hebt u een klantenkaart?", vroeg de kassière.

Als een deel van een zin geciteerd wordt, begint het citaat met een kleine letter, en valt de punt buiten de aanhalingstekens: De directeur vond de ophef "nogal overdreven".

Gedachten worden zonder aanhalingstekens weergegeven, en na de dubbele punt volgt een kleine letter: Ik dacht: morgen ga ik naar de film.
Morgen ga ik naar de film, dacht ik.


Veel mensen twijfelen over de plaats van de komma als een citaat wordt
Aanhef aan een groep: hallo bestuur

Hoe begin je een brief die aan een groep mensen, bijvoorbeeld een commissie of een bestuur, is gericht?
Een brief aan een bestuur of een commissie kunt u het best beginnen met de aanhef Geacht bestuur, Geachte commissie of met Geachte dames en heren. Ook Geachte heer/mevrouw (in het enkelvoud) is correct.

Er is geen bijzondere aanhef vereist voor een groep waarin één man of één vrouw zit; dus niet Mevrouw, mijne heren of Geachte dames en heer, maar bijvoorbeeld Geacht college, Geachte raad. In een rondzendbrief kan de aanhef gespecificeerd worden: Geachte abonnee, Beste lezer, of Aan de bewoners van de Rivierenbuurt. De Latijnse aanhef L.S. (lectori salutem, 'den lezer heil') wordt steeds meer als onpersoonlijk en ouderwets ervaren, net als Mijne heren.

Trefwoorden
brief- en e-mailconventies
terug

Deel dit via
Aanmeren / afmeren

Kun je zeggen dat een schip is aangemeerd, of is het afgemeerd?
Aanmeren en afmeren kunnen hier allebei; ze betekenen ongeveer hetzelfde. Alleen is voor veel 'leken' op vaargebied het perspectief iets anders: bij afmeren denk je vooral aan het schip dat de reis onderbreekt en aan de kant wordt vastgemaakt, bij aanmeren aan wat er vervolgens op de kade gebeurt, aan de passagiers die aan land gaan.

De grote Van Dale (2005) vermeldt bij aanmeren de betekenissen 'afmeren' en 'meren'. Koenen (2006) geeft bij aanmeren: 'een schip voor en achter vastleggen', en bij afmeren: 'met trossen vastleggen' – ook Koenen ziet deze werkwoorden dus als synoniemen. De omschrijvingen in de Prisma-woordenboeken zijn vergelijkbaar.

Het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt bij aanmeren: "Uit meren (maren), scheepsterm, en het bijw. aan in den zin van aanhechting (...). Een schip in de haven vóór en achter vastleggen, hetzij aan palen of aan uitgebrachte ankers. Thans gewoonlijk alleen meren: zie aldaar." Bij afmeren staat: "Af in de betekenis 30, l [= 'ten einde toe', zoals in af
Aanrichten / aanrechten

Wat is juist: een feestmaal aanrichten of een feestmaal aanrechten?
Aanrichten is hier verreweg het gewoonst, maar aanrechten is ook juist.

Een feestmaal aanrechten werd tot enkele tientallen jaren geleden als juister gezien dan een feestmaal aanrichten. Tegen een feestmaal aanrichten gold als bezwaar dat het een germanisme zou zijn, een vertaling uit het Duits (van anrichten) die ingaat tegen het Nederlandse taaleigen. In het Nederlands heeft aanrichten, anders dan in het Duits, vaak een ongunstige betekenis ('veroorzaken, teweegbrengen', vergelijk schade aanrichten en een bloedbad aanrichten). Daarom vonden sommigen dat aanrichten niet gebruikt kon worden in combinatie met feestmaal, maaltijd, feest, enz. In het hedendaags taalgebruik is een feestmaal aanrichten echter veel gewoner.

Trefwoorden
barbarisme
betekenis
woordkeuze
terug

Deel dit via
Aansluitend bij / aan / op

Wat is juist: 'Aansluitend aan de vergadering vindt er een receptie plaats' of 'Aansluitend op de vergadering vindt er een receptie plaats'?
In de betekenis 'direct volgend op, direct na' kan het best aansluitend aan gebruikt worden: 'Aansluitend aan de vergadering vindt er een receptie plaats.' Aansluitend op lijkt erop te duiden dat de receptie een voortzetting is van de vergadering, en dat is doorgaans niet bedoeld.

Bij het werkwoord aansluiten passen verschillende voorzetsels. Enkele veelvoorkomende mogelijkheden:
aan: 'U moet het paarse stekkertje aansluiten aan uw computer' (= 'vastmaken aan' (zodat een verbinding tot stand komt))
bij/aan: 'De schoolzwemtijden zullen zo veel mogelijk aansluiten aan/bij de gewone schooltijden' (= 'zich voegen naar');
bij: 'De resultaten uit het onderzoek sluiten aan bij eerdere studies' (= 'zijn in overeenstemming met');
bij: 'Ik sluit me geheel bij de vorige spreker aan' (= 'ben het geheel eens met');
bij: 'Hij sloot zich aan bij de stichting Bont voor Dieren' (= 'werd lid van/sympathisant van');
op: 'Alle computers zijn aangesloten op het netwerk' (= 'verbonden met');
op: 'De voorgestelde veranderingen
Aansluitpunt / aansluitingspunt

Is er verschil in betekenis tussen samenstellingen die beginnen met aansluit- (aansluitpunt) en samenstelling die beginnen met aansluitings- (aansluitingspunt)?
In het Nederlands kunnen samenstellingen onder meer gevormd worden door twee zelfstandige naamwoorden te koppelen (zoals in aansluitings+kosten) of door een werkwoordsstam en een zelfstandig naamwoord samen te voegen (zoals in aansluit+punt). Het zelfstandig naamwoord aansluiting verwijst wat minder nadrukkelijk naar de handeling van het aansluiten dan de werkwoordsstam aansluit: onder een aansluiting verstaan we eerder een concreet 'ding' dat het gevolg is van die handeling. Dit accentverschil komt wellicht het best tot uitdrukking als we de betekenis van de samenstellingen omschrijven:

Met een werkwoordsstam:
aansluitpunt 'een punt om iets op aan te sluiten'
afsluitklep 'een klep om iets mee af te sluiten'
aansluitleiding 'een leiding om iets mee aan te sluiten'

Met een naamwoord:
aansluitingskosten 'de kosten van/voor een aansluiting'
aansluitingsvoorwaarden 'de voorwaarden voor aansluiting'
afsluitingsdatum 'de datum van afsluiting'

Een scherpe grens tussen beide categorieën kan overigens vaak n
Aansprakelijkstelling / aansprakelijkheidsstelling

Wat is juist: aansprakelijkstelling of aansprakelijkheidsstelling?
Aansprakelijkstelling is juist.

Aansprakelijkstelling is afgeleid van aansprakelijk stellen; het woord drukt precies uit wat bedoeld is: 'iemand wordt aansprakelijk gesteld/gemaakt'.

Aansprakelijkheidsstelling is een samenstelling van aansprakelijkheid en stelling. Dat is geen logische combinatie: er staat iets als 'iemand wordt aansprakelijkheid gesteld/gemaakt', en dat is vreemd.

Samenstellingen als aansprakelijkheidsbeperking, aansprakelijkheidsgrens en aansprakelijkheidsverzekering zijn trouwens wél juist: ze zijn een 'optelsom' van de delen waaruit ze bestaan ('beperking op de aansprakelijkheid', 'grens van de aansprakelijkheid', 'verzekering voor aansprakelijkheid').

Trefwoorden
woordkeuze
Aanstalte / aanstalten maken

Wat is juist: aanstalte maken of aanstalten maken?
Aanstalten maken is juist.

Het woord aanstalten is in het begin van de negentiende eeuw ontleend aan het Duistse Anstalten, dat 'voorbereidingen' betekent. Ook in het Duits komt het in deze betekenis alleen in het meervoud voor. In de oudste teksten waarin het woord voorkomt, staat het steeds in het meervoud. Later werd ook soms de enkelvoudsvorm aanstalte gebruikt, die vermoedelijk van het meervoud is afgeleid (maar feitelijk nooit in het Nederlands heeft bestaan). Sommige negentiende- en twintigste-eeuwse woordenboeken hebben die enkelvoudsvorm wel opgenomen, maar tegenwoordig vermelden alle woordenboeken alleen de meervoudsvorm.

Trefwoorden
enkelvoud/meervoud
Een aantal collega’s ging / gingen op cursus

Is het 'Een aantal collega's ging op cursus' of 'Een aantal collega's gingen op cursus'?
Beide zinnen zijn juist. Bij een aantal is zowel enkelvoud als meervoud mogelijk. In het dagelijks taalgebruik is een meervoudige persoonsvorm het gewoonst.

Het meervoud bij een aantal past bij de betekenis die het voor veel mensen in de praktijk heeft: 'enkele, meerdere'. Het geeft dus meer een onbepaald getal aan dan een zeker groepsverband. Vanwege collega's staat de zin in het meervoud: 'Een aantal collega's gingen op cursus.' Het enkelvoud is ook juist, al komt het formeler over: 'Een aantal collega's ging op cursus.' De nadruk ligt in dat geval meer op de groep als geheel. 'Een aantal collega's ging op cursus' wil dan vooral zeggen dat ze op hetzelfde moment dezelfde cursus gingen doen – gezamenlijk dus, als groep.

Andere zinnen met aantal
Net als bij een aantal kan bij een groot aantal, een flink aantal, enz. een meervoud worden gebruikt, maar het enkelvoud is hier gebruikelijker:
Een groot aantal schilderijen ging/gingen verloren.
Er was/waren een flink aantal mensen op het feest.

Bij het
Een aantal van de mensen die hier wonen / woont


Welke van de volgende zinnen is juist?
Een aantal van de mensen die hier wonen, krijgen een bewonersbrief.
Een aantal van de mensen die hier wonen, krijgt een bewonersbrief.
Een aantal van de mensen dat hier woont, krijgt een bewonersbrief.

Zin 1 en 2 zijn allebei juist. De bijzin die hier wonen verwijst naar de mensen; díé wonen hier. 'Een aantal van de mensen dat hier woont' (zin 3) klinkt gewrongen. Dat hier woont zou wel juist zijn in bijvoorbeeld 'Het aantal mensen dat hier woont, is verdubbeld'; in deze zin staat het groeiende aantal van de inwoners centraal.

Over de vraag of zin 1 of zin 2 het best is, verschillen de meningen. Wie zin 1 het best vindt, kijkt vooral naar het woord mensen; een aantal krijgt niet zo veel nadruk en betekent iets als 'sommige, enkele': 'enkele mensen krijgen een brief'. Wie zin 2 het best vindt, kijkt vooral naar een aantal. Een aantal wordt dan gelezen als 'een (selecte) groep': 'een bepaalde groep mensen krijgt een brief'. Het is allebei te verdedigen, maar meestal klinken de zinnen met een meervoud n
Aangevangen hebben / zijn

Wat is goed: 'Wij zijn de werkzaamheden aangevangen' of 'Wij hebben de werkzaamheden aangevangen'?
'Wij hebben de werkzaamheden aangevangen' is juist.

Aanvangen kan op twee verschillende manieren gebruikt worden, en afhankelijk daarvan is (een vorm van) het hulpwerkwoord van tijd zijn of hebben juist. Waarom is het hier hebben? Dat komt doordat erbij wordt gezegd waarméé iemand is begonnen, namelijk de werkzaamheden. Daarom is het hebben aangevangen in de volgende zinnen:
We hebben de werkzaamheden aangevangen.
We hebben niets met hem kunnen aanvangen.

Zijn aangevangen is goed als juist niet wordt gezegd waarmee je begonnen bent, maar als de zin alleen maar zegt dát iets of iemand begonnen is. Dat is het geval in de volgende zinnen:
De wedstrijd is aangevangen.
De werkzaamheden zijn aangevangen.
Wij zijn eindelijk aangevangen.

'Wij hebben de werkzaamheden aangevangen' is overigens wel een formele zin; een stuk gewoner zou zijn 'Wij zijn begonnen met de werkzaamheden.'

Verwante adviezen
Hulpwerkwoord

Trefwoorden
hulpwerkwoord
woordkeuze
Aanwijzend voornaamwoord

Wat voor soort woord is degene, bijvoorbeeld in 'Wil degene die mijn fiets gejat heeft ook mijn krantenwijk overnemen?'
Degene is een aanwijzend voornaamwoord.

Aanwijzende voornaamwoorden verwijzen nadrukkelijker ergens naar dan andere voornaamwoorden. Vergelijk bijvoorbeeld:
Is Joost er al? Nee, die heb ik nog niet gezien.
Is Joost er al? Nee, ik heb 'm nog niet gezien.

In zin 1 wordt een aanwijzend voornaamwoord gebruikt, in zin 2 een persoonlijk.

Aanwijzende voornaamwoorden kunnen zowel zelfstandig gebruikt worden (zoals in zin 1), als niet-zelfstandig, zoals in: 'Dat meisje kan prachtig zingen.'

Welk aanwijzend voornaamwoord gebruikt wordt, hangt af van of het zelfstandig of niet-zelfstandig gebruikt wordt, en van het woord waar het bij hoort:

Zelfstandig gebruikt



enkelvoud

bij het-woorden

dit, dat, datgene, hetgene, zulk, zo'n, zulks



bij de-woorden

deze, die, degene, diegene



meervoud

deze, die, degene(n), diegene(n), zulke(n)


Niet-zelfstandig gebruikt



enkelvoud

bij het-woorden

dit, dat, ginds, zulk, zo'n, zulk een



bij de-woorden

deze, die, zulke, zo'n, zulk een



meervoud
In de aap gelogeerd zijn

Wat is de herkomst van de uitdrukking in de aap gelogeerd zijn?
Waar de uitdrukking in de aap gelogeerd zijn vandaan komt, is niet precies bekend. Wel mogen we aannemen dat (In) De Aap de naam (of spotnaam) was van een herberg waar het verblijven niet prettig was of nadelige gevolgen kon hebben, of waarvan men vermoedde dat dat het geval was. Die naam of spotnaam zou dan te danken zijn aan het negatieve imago dat een aap had. Het is ook mogelijk dat er een aap was afgebeeld op het uithangbord van zo'n herberg.

Er wordt weleens geopperd dat de uitdrukking ontstaan zou zijn in (of naar aanleiding van) de Amsterdamse herberg 't Aepje of 't Aepgen, gelegen aan de Zeedijk, waar het slecht toeven zou zijn. Ook op internet doet dit verhaal (met enkele varianten) de ronde. Hoewel er aan de Zeedijk inderdaad een pand is dat 't Aepgen heette, is niet te bewijzen dat het pand vroeger een herberg of café is geweest. Het boek Het XYZ van Amsterdam (2002) van Jaap Kruizinga meldt er enkel over: "De begane grond heeft nu een horecabestemming en op de verdiepingen zijn hotelsuites."
Nu komt de aap uit de mouw

Waar komt de zegswijze 'Nu komt de aap uit de mouw' vandaan?
Als ineens duidelijk wordt hoe iets zit, of als eindelijk iemands ware bedoeling of karakter blijkt, is het heel gewoon om uit te roepen 'Nu komt de aap uit de mouw!'

Volgens het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) gaat deze zegswijze letterlijk terug op een aap die in een mouw zat. Sommige kunstenmakers verstopten vroeger namelijk een aap in hun mouw die op een bepaald moment onverwachts tevoorschijn moest komen.

F.A. Stoett (Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden) vermeldt den aap in de mouw hebben (of houden) ("zijne streken, zijne slinksche oogmerken verbergen"). Volgens hem is er mogelijk een andere verklaring voor de herkomst: met aap wordt 'apen-aard' bedoeld (oftewel: 'kwajongensachtig karakter'), en met in de mouw houden 'verbergen'. Als de aap dan uit de mouw kwam, kwam iemands ware aard naar voren.

Stoett geeft ook de zegswijze den gek (het gekje) in de mouw hebben (of houden), dat hetzelfde betekende ('zijn bedoelingen verbergen'). Met de gek was
Aarde / aarde

Moet aarde met een hoofdletter geschreven worden als de aanduiding voor de planeet bedoeld is?
Het is het gebruikelijkst om aarde met een kleine letter te schrijven. Als het woord verwijst naar onze planeet, is er weliswaar sprake van unieke referentie, maar aarde is net als zon en maan van oorsprong een soortnaam en geen eigennaam. Uitsluitend als de aarde als een persoon beschreven wordt, is een hoofdletter juist: Moeder Aarde. Aarde is dan als het ware de naam van een persoon geworden.

Veel andere planeetnamen zijn van oorsprong godennamen en deze worden wel met een hoofdletter geschreven: Mars, Venus, etc. Het verschil tussen soortnamen en eigennamen blijkt ook uit het gebruik van het lidwoord: voor aarde, zon, maan, noordelijk halfrond, heelal, enz. zetten we automatisch een lidwoord, terwijl Venus, Mars, Antarctica, Nederland, enz. geen lidwoord krijgen, wat doorgaans een kenmerk van eigennamen is. (Overigens gaat deze regelmaat niet altijd op, zoals dat wel vaker het geval is bij lidwoorden en hoofdletters.)

We kunnen ons goed voorstellen dat zon, aarde en maan in de sterrenkunde wel met ee
Dat het een aard heeft

Waar komt dat het een aard heeft vandaan?
Dat het een aard heeft betekent 'in hoge mate', 'extreem'. Het wordt gecombineerd met een werkwoord, bijvoorbeeld drinken dat het een aard heeft en werken dat het een aard heeft, wat dan wil zeggen: 'heel veel drinken' en 'heel hard werken'.

Het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) vermeldt dat aard hier 'goede, sterke aard' betekent. Dat het een aard heeft wil dus zeggen 'op een manier die sterk, intens is'. F.A. Stoett vermeldt dat de uitdrukking dat het een aard heeft al sinds de zeventiende eeuw voorkomt.

Van Dale (2005) noemt dat het een aard heeft bij aard in de betekenis 'vereiste gesteldheid'. Van Dale geeft ook andere uitdrukkingen met dit aard, zoals naar de(n) aard ('zoals het behoort') en het is naar den aard ('er valt niets op af te dingen').

Dat het een aard heeft lijkt wel wat op dat het een lieve lust is. Je kunt immers ook werken dat het een lieve lust is, wat 'intens en met plezier werken, naar hartelust werken' betekent.

Een andere bekende uitdrukking met aard is een
De / het aas

Heb je het bij kaarten over de aas of het aas?
Zowel de aas als het aas ('de één in het kaartspel') is juist. In het Middelnederlands was het het aes. Dat had de betekenissen 'het laagste of het kleinste gewicht' en 'de eenheid of het laagste getal in verschillende spelen'. Het Middelnederlands had het woord aan het Frans ontleend, dat het weer ontleend had aan het Latijn. Het Latijnse as was een eenheid van munten en gewichten.

De aas is ontstaan uit de aaskaart. Een oud woordenboek vermeldt bij het aas: "In het kaartspel hoort men niet zelden de aas zeggen, hetgeen als verkorting van de aaskaart te beschouwen is." Deze verkorting heeft een succesvolle loopbaan achter de rug: alle hedendaagse naslagwerken vermelden dat het woord aas (de speelkaart) zowel mannelijk ('de') als onzijdig ('het') kan zijn. Tegenwoordig is de aas zelfs gebruikelijker. Het aas gebruiken we tegenwoordig vooral in de betekenis 'lokspijs'.

Trefwoorden
betekenis
lidwoord
woordgeslacht
Abraham, Sara gezien hebben

Waar komen Abraham gezien hebben en Sara gezien hebben vandaan?
Sara gezien hebben betekent 'vijftig geworden zijn'; het wordt van vrouwen gezegd. Mannen die 50 worden, zien Abraham.

De zegswijze Sara gezien hebben komt in Van Dale pas voor het eerst voor in de laatste uitgave (de veertiende uit 2005). Sinds 1992 (de twaalfde druk) geeft Van Dale wel sara, een benaming voor de "pop van brooddeeg, banket, vlees of stof in de vorm van een oude vrouw, die een vrouw op haar vijftigste verjaardag ten geschenke wordt gegeven".

Sara gezien hebben is waarschijnlijk afgeleid van de zegswijze Abraham gezien hebben. De bijbelse figuren Abraham en Sara waren man en vrouw; zij kregen op hoge leeftijd nog een zoon. Abraham gezien hebben komt in Van Dale voor sinds de vierde druk (1898), met de betekenisomschrijving: "gezegd van iemand die reeds 50 jaar oud is en nog ongetrouwd". In de drukken daarna worden als betekenissen gegeven 'hij is al 50 jaar oud' en 'hij is gestorven'. In de tiende druk (1976) is die laatste betekenis geschrapt. F.A. Stoett vermeldt Abraham gezien hebben o
Accent circonflexe: ^

Wordt het accent circonflexe (het dakje: ^) tegenwoordig nog wel gebruikt in het Nederlands?
Ja, maar in beperkte mate: op een e in uit het Frans geleende woorden en sóms op andere Franse klinkers, en in een enkel Fries woord.

In het Groene Boekje staat dat Franse woorden in het Nederlands hun accenttekens verliezen, behalve:
op de e als dat voor de uitspraak nodig is (crème, café);
in woorden, met name woordgroepen, die echt Frans aandoen (déjà vu, belle époque).

Wat betekent dat voor het accent circonflexe? Het wordt niet meer gebruikt in bijvoorbeeld crouton, debacle, depot (maar en dépôt is 'echt Frans' en dus met accenten), paté, ragout en zone. Wel komt het nog voor op woorden als crêpe, enquête, fêteren, frêle en gêne (maar generen is zonder accent), waar het nodig is voor de uitspraak, en op 'Franse' woordgroepen als coûte que coûte, crème fraîche en maître d'hôtel. Over het woord genant verschillen de meningen; volgens het Witte Boekje kan dit prima zonder accent geschreven worden, maar het Groene Boekje vindt het 'dakje' wel nodig, en schrijft gênant.

Op andere
Accenten op hoofdletters

Kunnen op hoofdletters ook accenttekens gezet worden?
Ja, ook op hoofdletters kunnen accenttekens worden geplaatst.

Accenten worden gezet om de juiste uitspraak van een woord, of de juiste klemtoon aan te geven. Een accent kan op de eerste letter van een woord staan, en als zo'n woord aan het begin van een zin staat, komt het accent dus op een hoofdletter te staan:
À propos, Karen komt morgen langs.
Ík weet van niets.
Éérst je handen wassen!

Ook als hele woorden of zelfs zinnen in hoofdletters geschreven worden, zetten we (als het typografisch mogelijk is) accenttekens. Dit zien we bijvoorbeeld in kopjes boven een stuk tekst.
COMMERCIËLE VORMGEVING
DÉJÀ VU
VOORKÓMEN IS BETER DAN GENEZEN

Een uitzondering is het woord één aan het begin van een zin; het eerste accent op één vervalt juist als het woord aan het begin van de zin staat. Het is dus 'Eén zwaluw maakt nog geen zomer', met alleen een accentteken op de tweede e.

Volgens het Groene Boekje mogen op hoofdletters in principe geen accenten of uitspraaktekens gebruikt worden. Alleen al
Accessoires

Hoe moet accessoires uitgesproken worden? Als [asseswares] of als [akseswares]?
De uitspraak [asseswares] heeft de voorkeur, al is die uitspraak niet goed verklaarbaar.

Voor de uitspraak van de lettercombinatie -cc- voor een klinker gelden de volgende regels:
voor een a, o en u spreken we een [k] uit: accapareren ('in beslag nemen') spreken we uit als [akkapareren], accorderen als [akkorderen] en accu als [akku];
voor een e, i en ij is de uitspraak [ks]: accelereren spreken we uit als [aksellereren], accident als [aksident] en accijns als [aksijns].

Maar hoe zit het dan met accessoires? Volgens de bovenstaande regels zouden we [akseswares] moeten zeggen, maar de uitspraak [asseswares] komt veel vaker voor, ook in de naslagwerken, bijvoorbeeld in Van Dale (2005) en Prisma (2005). [Akseswares] horen we overigens ook weleens, en deze uitspraak vinden we bijvoorbeeld ook terug in het Uitspraakwoordenboek. Waarom [asseswares] het gebruikelijkst is, is helaas onduidelijk.

Trefwoorden
uitspraak en klemtoon
Accommodatie / accomodatie

Wat is juist: accomodatie of accommodatie?
Accommodatie (met dubbel c en dubbel m) is juist. Dit woord komt voor in zinnen als 'We zijn op zoek naar een geschikte accommodatie voor het voetbalkamp.' Het gaat meestal om een huis of ander gebouw waar een keuken, slaapplaatsen, douches en wc's aanwezig zijn.

Ook het werkwoord accommoderen wordt met twee c's en twee m'en geschreven. Het betekent 'zich aan de omstandigheden aanpassen'. Accommoderen wordt vaak gebruikt met betrekking tot de lens van het oog; het betekent dan 'aanpassen aan de afstand van het waar te nemen object'. Bijvoorbeeld: 'Alleen als je oog goed accommodeert, krijg je een helder beeld.' Accommoderen wordt ook wel gebruikt in de betekenis 'de gunstige voorwaarden scheppen voor', zoals in 'Ons bestuur accommodeert de opleiding van twee jeugdtrainers.'

Verwante adviezen
Akkoord en accorderen

Trefwoorden
barbarisme
betekenis
c/k
lastige woorden
Achter de geraniums zitten

Waar komt achter de geraniums zitten vandaan?
Achter de geraniums zitten betekent 'een inactief leven leiden, werkloos thuis zitten' (vanwege ziekte of ouderdom), vaak met de bijgedachte 'en zich nutteloos voelen'.

Het is niet duidelijk hoe deze uitdrukking ontstaan is. Diverse naslagwerken noemen de uitdrukking wel, bijvoorbeeld het Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans van Marc De Coster: "Geraniums worden geassocieerd met alles wat burgerlijk is. De uitdrukking wordt daarom meestal in ontkennende zin gebruikt. Iemand zegt bijvoorbeeld dat hij niet van plan is achter de geraniums te blijven zitten." Maar een precieze oorsprong van de uitdrukking wordt niet gegeven. Het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) houdt het ook op het vermoeden dat het burgerlijke imago van de geranium een rol heeft gespeeld.

Van Dale (2005) vermeldt naast achter de geraniums zitten de vergelijkbare uitdrukkingen achter de kachel blijven ('thuisblijven', vaak met ongunstige bijklank) en achter de (toon)bank raken, liggen ('verge
Achterin / achter in

Wat is juist: 'Het toilet is achterin de winkel' of 'Het toilet is achter in de winkel'?
Juist is 'Het toilet is achter in de winkel.'

Combinaties van twee voorzetsels, zoals achter( )in, onder( )op en boven( )aan, worden als twee losse woorden geschreven als:
er (een combinatie met) een zelfstandig naamwoord achter staat: achter in het tijdschrift, onder op de stapel, boven aan de bladzijde;
er een persoonlijk voornaamwoord (mij, jou, haar, hem, ons, jullie, hen) achter staat: 'De kat sprong uit de boom boven op mij.'

In andere gevallen zijn achterin, onderop enz. één woord. Bijvoorbeeld:
Het artikel staat achterin.
Het moet ergens onderop liggen.
Hij heeft zijn naam bovenaan geschreven.
Je plaats is achteraan.
De kat sprong erbovenop.
Leg het maar bovenin.

'Het toilet is achterin in de winkel' is trouwens ook mogelijk, maar wat omslachtiger.

Verwante adviezen
Vlakbij / vlak bij

Trefwoorden
aaneenschrijven
basisregels
voorzetsels
Achternamen combineren

Hoe combineer je twee achternamen: Bakker-Smit of Bakker - Smit of Bakker Smit?
Mensen die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, kunnen in het dagelijks leven de achternaam van hun partner combineren met hun eigen achternaam. Het is het gebruikelijkst om een streepje te zetten tussen de twee namen, zonder spaties eromheen: Bakker-Smit, Smit-Bakker, De Jong-Vlietstra, Van Dijk-de Vries.

Het streepje tussen de namen is wettelijk niet verplicht: een spatie zou ook mogen. Desondanks verdient het sterk de voorkeur het streepje ertussen te zetten om aan te geven dat de achternamen van twee personen gecombineerd zijn. Er zijn namelijk ook namen die van zichzelf al een spatie hebben. Niet alleen namen met tussenvoegsels erin, maar bijvoorbeeld ook adellijke namen: mevrouw Quarles van Ufford , dhr. Harinxma thoe Slooten en H.G.I.V. van Voorst tot Voorst hebben allemaal van zichzelf al een dubbele naam. Een streepje geeft dus veel duidelijker dan een spatie aan dat er sprake is van een naam van een partner: H.G.I.V. van Voorst tot Voorst-ten Cate.

Aan een gecombineer
Achter / voor het beeldscherm

Wat is juist: 'Je zit veel te lang achter je beeldscherm' of 'Je zit veel te lang voor je beeldscherm'?
Het is allebei mogelijk; achter lijkt in deze zin iets gewoner dan voor.

Over het algemeen wordt het voorzetsel achter gebruikt bij alles waar we actief mee bezig zijn: we zitten achter de boeken, achter het stuur, achter het bedieningspaneel, achter de stuurknuppel, achter de typemachine, achter de pc, achter de kassa, achter een bureau, achter de piano, achter het orgel, achter de toetsen, achter het keyboard, enz. In sommige gevallen is in plaats van achter ook aan mogelijk: achter/aan de piano, achter/aan de toetsen.

Als er geen sprake is van actief bezig zijn met een apparaat of voorwerp, maar als we er alleen maar naar of in kijken, is voor juist. Daarom is het voor de televisie/buis zitten en voor de spiegel staan/zitten. Voor betekent nu niet veel meer dan met het gezicht gekeerd naar.

Het beeldscherm is een twijfelgeval, omdat taalgebruikers er verschillende betekenissen aan toekennen. Wie met 'het beeldscherm' de computer of tekstverwerker in zijn geheel bedoelt, gebruikt bij voorkeur achter
Achterzetsel

Wat is een achterzetsel?
Een achterzetsel is een 'achtergeplaatst voorzetsel'; het staat achter het woord waar het bij hoort. Sommige voorzetsels die met een beweging worden geassocieerd, kunnen ook als achterzetsel fungeren, bijvoorbeeld door, in, op, over en uit. In de voorbeelden hieronder staan in de (a)-zinnen voorzetsels en in de (b)-zinnen achterzetsels:

1a. Hij reed met zijn driewieler op de autoweg.
1b. Hij reed met zijn driewieler de autoweg op.

2a. Ze reden met hun camper in Amerika.
2b. Ze reden met hun camper Amerika in.

3a. Het hert rende door het bos.
3b. Het hert rende het bos door.

4a. Eindelijk kwam ze uit haar bed.
4b. Eindelijk kwam ze haar bed uit.

Niet alle achterzetsels zijn achtergeplaatste voorzetsels: af is wel een achterzetsel, maar geen voorzetsel. We kunnen wel zeggen: 'Hij holde de trap af', maar niet: 'Hij holde af de trap.' Alleen in de constructie af fabriek wordt af wél als voorzetsel gebruikt: 'De producten worden af fabriek geleverd' (dat wil zeggen:
Acquisitie wordt niet op prijs gesteld

In bijvoorbeeld personeelsadvertenties staat vaak de toevoeging 'Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.' Wat betekent dat?
Met een zin als 'Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld' bedoelt de plaatser van de advertentie dat hij er geen prijs op stelt dat andere bedrijven op basis van die advertentie ongevraagd hun diensten aanbieden.

In personeelsadvertenties wordt met deze zin meestal bedoeld dat werving-en-selectiebureaus en headhunters niet hoeven aan te kloppen met het aanbod om een geschikte kandidaat voor de vacature te zoeken. In bredere zin wil een bedrijf er ook weleens mee aangeven dat het niet benaderd wil worden als potentiële klant of opdrachtgever.

De betekenis van acquisitie is overigens 'het aanwerven'; het komt van het Latijnse acquirere ('verkrijgen, verwerven').

Trefwoorden
betekenis
Een adder aan zijn borst koesteren

Waar komt de zegswijze een adder aan zijn borst koesteren vandaan?
Een adder aan zijn borst koesteren betekent 'aardig voor iemand zijn en dan stank voor dank krijgen; iemand helpen die vervolgens misbruik van je maakt'.

Van Dale (2005) geeft de varianten een adder aan of in zijn boezem koesteren en een slang aan zijn borst, aan of in zijn boezem koesteren.

De zegswijze gaat terug op een fabel van Aesopus. Aesopus (in het Grieks Aisopos) was een Griekse slaaf die leefde van 620 tot 560 v.Chr. Hij is beroemd gebleven om zijn dierfabels. Een dierfabel is een verhaal waarin dieren kunnen praten en handelen als mensen. Meestal bevat zo'n fabel een duidelijke zedenles of moraal.

De zegswijze een adder aan zijn borst koesteren is ontleend aan fabel 97 van Aesopus, die gaat over een boer die een zieke slang vindt. Hij heeft medelijden met het dier en stopt het onder zijn kleding tegen zijn borst om het te verwarmen. Als de slang zich beter voelt, bijt hij de boer.

Trefwoorden
uitdrukkingen en spreekwoorden
Adelijk / adellijk

In sommige kookwoordenboeken vind je het woord adelijk, vooral in de combinatie adelijk wild. Moet dat niet adellijk zijn? En wat betekent het precies?
Adellijk moet met twee l'en gespeld worden: het bestaat uit adel + -lijk. Meestal betekent adellijk 'van adel, te maken hebbend met de adel', maar het heeft nog een gebruikswijze. Adellijk wild wordt wat langer bewaard voordat men het gaat bereiden, waardoor de smaak uitgesprokener zou zijn.

De spelling adelijk, met één l, is niet juist. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) zegt er het volgende over:

"De door Bilderdijk en anderen gevolgde spelling adelijk, met ééne l, is in strijd met de regels der afleiding en samenstelling, en staat gelijk met die van edelieden, middelandsch, eigenaam, voor edellieden, middellandsch, eigennaam, enz. Zij is afkomstig uit den tijd, toen men, geheel naar de uitspraak, ook achtien, geheelick, doeloos, enz. schreef."

In de kookvaktaal heeft adelijk zich nog weten te handhaven, maar adellijk is juister. Adellijk wild is volgens het WNT trouwens van oorsprong een schertsende uitdrukking, met de betekenis 'wat al te oud, te lang bewaard, en dus op het punt van t
Adembenemend / adem benemend

Is adembenemend één woord?
Ja, adembenemend wordt aaneengeschreven; het is een samenstelling. Verder naar beneden op deze pagina staat een lijst van honderden woorden die op -(e)nd eindigen en die aaneen worden geschreven.

In adembenemend is een werkwoordsvorm te herkennen: benemend. Dit is een vervoeging van benemen, namelijk het tegenwoordig deelwoord. In een zin als 'Hij danste maar door, ons de adem benemend met zijn elegantie' worden adem en de vervoeging benemend los geschreven; iemand de adem benemen wordt namelijk ook in losse woorden geschreven. De adem is hier het lijdend voorwerp bij het werkwoord benemen.

Maar in zijn adembenemende elegantie heeft adembenemend in zijn geheel de functie van bijvoeglijk naamwoord. Dat blijkt onder meer uit het feit dat het een vergrotende en overtreffende trap heeft: adembenemender - adembenemendst. Een andere aanwijzing is dat het ook een eigen betekenis heeft: 'prachtig, schitterend'. De letterlijke betekenis van de adem benemen is verdwenen, wat ook het wegblijven van het lidwoord de
Ad-hocoplossing / ad hoc-oplossing / adhocoplossing

Wat is juist: ad-hocoplossing, ad hoc-oplossing of adhocoplossing?
Ad-hocoplossing en ad-hoc-oplossing zijn allebei juist volgens het Witte Boekje en volgens het officiële Groene Boekje. Ad hoc-oplossing wordt als onjuist beschouwd. Volgens het Witte Boekje is adhocoplossing op zichzelf niet onmogelijk, maar is de schrijfwijze met een of meer streepjes duidelijker, en daarom aan te raden.

Ad-hoc-oplossing bestaat uit een Latijnse woordgroep (ad hoc) en een zelfstandig naamwoord (oplossing). Het geheel vormt een samenstelling. In samenstellingen die beginnen met zo'n anderstalige, niet-Engelse woordgroep wordt een streepje tussen deze woorden worden gezet. Voor de leesbaarheid mag er ook een extra streepje worden ingevoegd na het tweede woord.

Meer voorbeelden met ad hoc:
ad-hocanalyse, ad-hoc-analyse
ad-hocbeslissing, ad-hoc-beslissing
ad-hocbestuur, ad-hoc-bestuur
ad-hoccomité, ad-hoc-comité
ad-hoccommissie, ad-hoc-commissie
ad-hocinitiatief, ad-hoc-initiatief
ad-hoconderzoek, ad-hoc-onderzoek
ad-hocoptie, ad-hoc-optie

Ad hoc komt ook weleens voor ná een
Advocaat van de duivel spelen

Waar komt advocaat van de duivel spelen vandaan?
Wie advocaat van de duivel speelt, doet zich voor als een zwartkijker bij een overleg of discussie: hij stelt kritische vragen en maakt op- en aanmerkingen vanuit een zo negatief mogelijk standpunt. Vaak wordt dat gedaan om te kijken of alle minpunten van een plan wel goed in kaart zijn gebracht, of om een beeld te krijgen van wat er allemaal mis zou kunnen gaan.

Je kunt ook expliciet gevraagd worden om in een discussie advocaat van de duivel te spelen. Dan verdedig je een standpunt (waar je mogelijk zelf niet eens achter staat) dat helemaal ingaat tegen het standpunt van de ander. Het is een manier om de discussie te verlevendigen, of om de discussiepartners te leren argumenteren.

Met de advocaat van de duivel wordt eigenlijk de persoon bedoeld die bij zalig- en heiligverklaringen in de rooms-katholieke kerk kritische vragen stelt over de heiligheid van de kandidaat. Er wordt een soort rechtszaak opgevoerd waarin wordt nagegaan of deze kandidaat het werkelijk waard is om zalig of heilig verklaard te wor
Afbreekregels

Wat zijn de belangrijkste regels voor het afbreken van woorden aan het einde van een regel?
Bij het afbreken van woorden is soms de uitspraak van een woord doorslaggevend, soms de etymologie (de herkomst) en soms de morfologie (de opbouw van een woord). Meestal leiden deze drie principes tot dezelfde opvatting over waar de lettergreepgrens (en dat is vaak de plaats om af te breken) ligt. Hieronder geven we de hoofdregels voor woordafbreking.
Afbreken kan tussen de delen van een samenstelling: bij-val, circus-act, fiets-pad, tand-arts.
Woorden op -achtig, -baar, -heid, -rijk, -dom en -loos (achtervoegsels waarmee afleidingen worden gevormd) gedragen zich als samenstellingen: aap-achtig, bereik-baar-heid, ei-wit-rijk, prins-dom, werke-loos.
Afbreken kan aan het einde van een lettergreep: cir-cus, be-las-ting, me-de-wer-ker, Ge-noot-schap On-ze Taal, er-ger-nis, klap-lo-per.
Medeklinkers gaan zo veel mogelijk naar de volgende regel, maar beide stukken van het afgebroken woord moeten uitspreekbaar blijven en uit normale lettergrepen bestaan. Dus: dui-ker, lei-den, mor-gen, be-schrij-ven, reu-ze-fla
Afdoend / afdoende

Wat is juist: 'Dat is een afdoend antwoord' of 'Dat is een afdoende antwoord'?
Juist is: 'Dat is een afdoend antwoord.'

Als een bijvoeglijk naamwoord bij een enkelvoudig het-woord hoort, en als een als lidwoord wordt gebruikt, komt er geen -e achter het bijvoeglijk naamwoord: 'het goede antwoord' – 'een goed antwoord'. Ook afdoend is een bijvoeglijk naamwoord, dat deze regels volgt.

Van oorsprong is afdoend een werkwoordsvorm: het is het zogenoemde tegenwoordig deelwoord van afdoen in de betekenis 'geschikt zijn om iets af te maken, beslissen'. De meeste mensen vatten het echter niet meer als werkwoordsvorm op.

In de uitdrukking 'Dat is afdoend(e)' kunt u wél kiezen tussen afdoend en afdoende. Daaruit blijkt dat afdoend toch nog wat trekjes van een werkwoord heeft; die eindigen in dergelijke constructies op -de ('Het onderzoek is gaande'). Meer informatie hierover vindt u in de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997).

Verwante adviezen
Behorend / behorende bij
Voorafgaand / voorafgaande

Trefwoorden
bijvoeglijk naamwoord
buigings-e
Afgelasten / aflasten / aflassen

Wat is juist: 'De scheidsrechter gelastte / gelaste / lastte / laste de wedstrijd af'?
Juist is: 'De scheidsrechter gelastte de wedstrijd af.' Het hele werkwoord is afgelasten. Dit is opgebouwd uit af (dat hier het betekeniselement 'ongedaan maken' toevoegt, zoals in afbestellen en afblazen) en gelasten ('bevelen'). Afgelasten betekent dus 'door een tegenbesluit afzeggen'. De stam (het hele werkwoord min de uitgang -en) van dit werkwoord eindigt op een t. In de verleden tijd komt daar -te achter, dat levert een dubbele t op: 'Zij gelastte de wedstrijd af.'

Aflasten is geen bestaand werkwoord; de vervoeging 'aflastte' is daarom niet juist.

Aflassen wordt in de laswereld wel gebruikt in de betekenis 'de laatste laslaag aanbrengen'. In 'De lasser laste de constructie af' is laste … af wél juist met één t, omdat in het hele werkwoord aflassen geen t voorkomt.

Van Dale (2005) vermeldt aflassen overigens wel als vormvariant van afgelasten, maar geeft daarbij wel de waarschuwing "niet algemeen". Andere voorbeelden die vergelijkbaar zijn met afgelasten:
De rechter gelastte een onderzoek (h
Afgezaagd zijn

Waar komt afgezaagd zijn vandaan?
Als iets afgezaagd wordt genoemd, wil dat zeggen dat het zo vaak gezongen, gespeeld, gezegd, geschilderd, beweerd, behandeld, gebruikt of (na)gemaakt is dat het nu alleen maar een gevoel van verveling opwekt.

Afgezaagd werd oorspronkelijk gezegd van een muziekstuk dat men tot vervelens toe op de viool had horen spelen. Zagen wordt in afgezaagd figuurlijk gebruikt in de betekenis 'eentonig strijken of krassen op de viool, telkens dezelfde melodie spelen'. De beweging die gemaakt wordt met de strijkstok, wordt vergeleken met de (eentonige) zaagbeweging.

F.A. Stoett vermeldt in zijn uitleg van afgezaagd zijn ook de zegswijze altijd op dezelfde snaar zagen ('altijd over hetzelfde onderwerp praten'), maar die komt in de praktijk niet meer voor. In België is zagen een gebruikelijk woord in de betekenis 'eentonig over iets blijven doorpraten, zodat het vervelend wordt', 'zeuren, zaniken'.


Trefwoorden
uitdrukkingen en spreekwoorden
Afkorting aan begin van zin

Welke letters krijgen een hoofdletter als een zin met een afkorting begint, zoals in: 'cd's worden niet veel meer verkocht'?
Alleen de eerste letter van de zin wordt een hoofdletter. Juist zijn dus:
Cd's worden niet veel meer verkocht.
I.v.m. de feestdagen zijn wij volgende week gesloten.
Mp3'tjes zijn populairder dan cd's.
Sms'en doe je maar in je eigen tijd.
Tv's worden steeds groter.
N.a.v. uw verzoek stuur ik u deze folder.

Als de afkorting in zijn geheel in hoofdletters wordt geschreven, blijft dat ook aan het begin van de zin zo: 'EHBO-cursussen zijn geen overbodige luxe.'

Verwante adviezen
80% Verzuimde / verzuimde te gaan
EBay / eBay
Haakjes: hoofdletter bij zinsbegin of niet

Trefwoorden
afkortingen
hoofdletter of kleine letter
Afkorting aan eind van zin

Als een zin eindigt op een afkorting met een punt, komt er dan nog een extra punt aan het einde van de zin?
Nee, aan het einde van de zin komt maar één punt; als de zin op een afkorting met een punt eindigt, vervalt de zinseindepunt. Ook als er aan het einde van de zin een citaat staat dat eindigt op een (afkortings)punt, vervalt de zinseindepunt. In de Schrijfwijzer staat: "Er komt geen zinseindepunt als de zin eindigt op een afkortingspunt, een puntenreeks, een vraagteken of een uitroepteken."

Zin (1a), (2a) en (3a) zijn dus niet goed, zin (1b), (2b) en (3b) wel:

(1a) Hierbij reageer ik op uw brief van 1 juli jl..
(1b) Hierbij reageer ik op uw brief van 1 juli jl.
(2a) Stuur de antwoordkaart zo snel mogelijk terug, a.u.b..
(2b) Stuur de antwoordkaart zo snel mogelijk terug, a.u.b.
(3a) In de fles zat een briefje met de tekst "S.O.S.".
(3b) In de fles zat een briefje met de tekst "S.O.S."

Als er na de punt van de afkorting een dubbele punt volgt, blijven alle punten gewoon staan:

(4) Een bekende afkorting met punten is H.K.H.: 'Hare Koninklijke Hoogheid'.

Verwante adviez
Meervoud van afkortingen

Wat is juist: bv's of bv'en?
Het meervoud van bv ('besloten vennootschap') is bv's.

Afkortingen die letter voor letter uitgesproken worden, krijgen in het meervoud vrijwel altijd een apostrof en een s. Het maakt voor het meervoud bv's dus niet uit dat het kernwoord van de afkorting, vennootschap, een meervoud op -en heeft. De afkorting bv is een opzichzelfstaand woord met een eigen meervoud. Zo is het ook vve's naast verenigingen van eigenaars/eigenaren, en cao's naast collectieve arbeidsovereenkomsten.

Alleen afkortingen die op een s of een x eindigen, krijgen een meervoud op apostrof en -en: BMX'en, hbs'en, sms'en, SOS'en, etcetera. Het meervoud op 's zou in deze gevallen moeilijk uit te spreken zijn. Omdat de meervoudsvormen sms'en en SOS'en op werkwoorden lijken, zijn de verkleinvormen sms'jes en SOS'jes gebruikelijker.

Een uitzonderlijk geval is de afkorting GGD: daarvan bestaat zowel het meervoud GGD's als GGD'en.

Andere voorbeelden:
AMvB's (algemene maatregelen van bestuur)
APV's (algemene plaatselijke verordening, alg
Het afleggen

Waar komt de uitdrukking het afleggen vandaan?
Het afleggen betekent dat je het moet opgeven, vaak omdat blijkt dat je de mindere bent. Je kunt bijvoorbeeld niet tegen iemand op in een sportwedstrijd of in een discussie. De uitdrukking komt vaak voor in combinatie met het werkwoord moeten en het voorzetsel tegen: het tegen iemand moeten afleggen. Niet alleen personen moeten het soms tegen elkaar afleggen, maar ook bij zaken kan dat het geval zijn, zoals in 'De kijkcijfers waren niet slecht, maar het programma moest het toch afleggen tegen Studio Sport.'

Het afleggen was een verzachtende (eufemistische), enigszins plechtige uitdrukking voor 'sterven'. Van daaruit ontstond de betekenis 'het niet halen, er niet bestand tegen zijn, het moeten opgeven'. Het is volgens F.A. Stoett eigenlijk het leven afleggen (Latijn: ponere vitam; Engels: to lay down one's life), waarbij afleggen zoveel betekent als 'zich ontdoen van, verliezen'. De bijgedachte was dat het leven gepaard gaat met lijden; de dood maakt daar een einde aan. In een woordenboek uit 1781 wordt bij
Afleiding / samenstelling

Wat is het verschil tussen een afleiding en een samenstelling?
Kort gezegd: van een samenstelling kunnen alle delen ook zelfstandig voorkomen en van een afleiding niet.

Samenstellingen bestaan bijvoorbeeld uit twee zelfstandige naamwoorden: huis en deur worden samen huisdeur. Maar ook andere (langere) combinaties zijn mogelijk: langetermijnplanning bestaat uit een bijvoeglijk naamwoord (lang) en twee zelfstandig naamwoorden (termijn en planning) en spinnewiel bestaat uit een deel van het werkwoord spinnen en het zelfstandig naamwoord wiel. Er bestaan ook samenstellingen met een afkorting of een getal erin. Al deze woorddelen kunnen ook zelfstandig in een zin voorkomen. Soms duikt in samenstellingen overigens een tussenklank op: de tussen-s (bijvoorbeeld in snelheidsduivel) of tussen-e(n) (bijvoorbeeld in kippenhok).

Afleidingen zijn woorden waarvan niet alle delen zelfstandig kunnen voorkomen. Verkleinwoorden, meervouden en werkwoordsvervoegingen zijn voorbeelden van afleidingen: bloempje (-pje is geen zelfstandig woord, maar een achtervoegsel), typiste (met -e afge
Afwezigheid, ontbreken, ontstentenis

Zijn er inhoudelijke verschillen tussen de gecursiveerde woorden in de zinsnede 'Bij afwezigheid, ontbreken of ontstentenis van de voorzitter ...', die vaak worden gebezigd in de statuten van bijvoorbeeld een vereniging?
Als we de definities van deze drie woorden vergelijken, lijken ze op het eerste gezicht vrijwel synoniem. Toch blijkt vooral uit het woordenboek van Koenen dat er wel kleine betekenis- of gebruiksverschillen zijn:
afwezigheid: 'het niet aanwezig zijn';
ontbreken: 1) 'mankeren, niet voorhanden zijn'; 2) 'niet aanwezig zijn';
ontstentenis: 'gemis, gebrek, het niet voorhanden zijn'; bij - van de burgemeester, als de burgemeestersplaats vacant is.

Bepalingen in statuten moeten juridisch waterdicht zijn. Afwezigheid is in z'n eentje een te vaag begrip om naar de verschillende vormen van afwezig zijn te kunnen verwijzen. Afwezigheid door ziekte is iets anders dan afwezigheid doordat de functie van voorzitter vacant is. Met drie verschillende woorden kunnen we preciezer de verschillende omstandigheden specificeren waarvoor het bepaalde geldt.

Waar deze drie termen in juridische zin precíes betrekking op hebben, hebben we helaas niet kunnen achterhalen - ook niet via de juridische woordenboeken. We veronderste
Afgewisselde koe

Wat betekent een afgewisselde koe?
Een afgewisselde koe is volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) ''een koe waarbij de tandwisseling is afgelopen''. Van Dale geeft bij afwisselen 'het (tanden) wisselen beëindigen': ''het paard heeft nog niet afgewisseld, is nog niet aftands'' (aftands betekent 'een af (= volledig) gebit hebbend'; later ontstond de betekenis 'aftakelend, sporen van slijtage vertonend').

Het WNT geeft onder andere ook nog een afgaande koe (die niet veel melk meer geeft), een brakke koe (waarvan het vlees minderwaardig is), een dikke koe (een drachtige koe) en een afgekalfde koe (die kort tevoren gekalfd heeft).

Trefwoorden
betekenis
werkwoord
Ajaxieden / Ajacieden

Noemen we de spelers en aanhangers van voetbalclub Ajax Ajacieden of Ajaxieden?
De oorspronkelijke en meestvoorkomende vorm is die met een c: Ajacieden. Het Witte Boekje laat ook Ajaxied toe.

Ajax of Aiax is de Latijnse naam van een held uit de Griekse mythologie (in het Grieks heette hij Aias). De tweede naamval van Ajax is Ajacis ('van Ajax'). Van veel Latijnse woorden die op een x eindigen, verandert die x in een c als er een uitgang op volgt. In Nederlandse woorden die van het Latijn zijn afgeleid, zien we de c ook terug. Vergelijk:



Latijns woord,
1e naamval

Latijns woord,
2e naamval

daarvan afgeleid
Nederlands woord



pax ('vrede')

pacis

pacificatie



lux ('licht')

lucis

lucifer



vox ('stem')

vocis

vocaal


De uitgang -ied gaat terug op het Griekse -ides, wat 'zoon van' betekent. Zo waren de Atrides de (pleeg)zonen van Atreus en de Priamides de zonen van Priamus.

In De Nederlandsche Geslachtsnamen (1885) van Johan Winkler staat nog een aardige opmerking over het gebruik van Griekse patroniemen: "Vele verlatynschte en vergriekschte namen zijn niet van aardrij
Akkoord en accorderen

Waarom is akkoord met twee k's en is accorderen met twee c's?
Dat is een keuze geweest van de samenstellers van het officiële Groene Boekje van 1954; de samenstellers van het Groene Boekje van 1995 en 2005 hebben deze keuze gerespecteerd. Op de website van de Nederlandse Taalunie, die verantwoordelijk is voor de officiële spelling, wordt het volgende over deze kwestie gezegd:

"Waarom is het accorderen terwijl we akkoord schrijven?
Deze spelling dateert uit 1954. De toenmalige woordenlijstcommissie Blanquaert-Van Haeringen heeft ervoor gekozen om accorderen als voorkeurspelling te houden (omdat het woord nog duidelijk als vreemd werd gevoeld), maar toch akkoord als voorkeurspelling te honoreren, omdat dit woord minder als vreemd werd gevoeld, en daarbij de samenhang tussen beide woorden niet te laten doorwegen.
In 1995 zijn verschillende vergelijkbare inconsistenties weggewerkt (bv. fotocopie versus kopie werd fotokopie; produkt versus viaduct werd product). De Taaladviescommissie oordeelde dat akkoord, net als oktober en vakantie, te zeer was ingeburgerd om nog t
Alcoholisch / alcoholistisch

Wat is juist: 'een alcoholische vader' of 'een alcoholistische vader'?
Zowel 'een alcoholische vader' als 'een alcoholistische vader' is juist.

Alcoholisch (afgeleid van alcohol) kan volgens Van Dale (2005) 'alcohol bevattend' betekenen, maar ook 'aan alcoholische dranken verslaafd'. Al in de zesde druk van Van Dale (1924) staat het voorbeeld 'een alcoholische stukadoor'. In latere drukken treffen we 'een alcoholische advocaat' en 'een alcoholische huisvader' aan.

Alcoholistisch is afgeleid van alcoholisme/alcoholist. De uitgang -isch kunnen we in het Nederlands achter een zelfstandig naamwoord op -ist of -isme zetten; het nieuwe woord dat dan ontstaat, betekent volgens Van Dale: "betrekking hebbend op, de karakteristieke eigenschappen hebbend van het door het grondwoord bedoelde". Denk aan socialist - socialistisch, toerisme - toeristisch, etc. Alcoholistisch betekent dus 'met de eigenschappen van een alcoholist' of, zoals Prisma Handwoordenboek Nederlands (2005) schrijft, "betrekking hebbend op alcoholisme of alcoholisten".

Overigens reserveert Prisma het woord alcoholi
Alea iacta est (De teerling is geworpen)

Waar komt 'Alea iacta est' ('De teerling is geworpen') vandaan?
Het spreekwoord 'Alea iacta est' (Van Dale (2005) geeft 'Jacta alea est' en 'Alea jacta est') wordt toegeschreven aan Julius Caesar, die in het jaar 49 voor Christus lange tijd aarzelde of hij met zijn troepen de rivier de Rubicon (in het Latijn eigenlijk: de Rubico) zou oversteken. De Rubicon scheidde zijn ambtsgebied Gallië van Italië. Als proconsul mocht hij zijn legers niet buiten zijn ambtsgebied leiden. Aan de andere kant werd er in Rome aan zijn stoelpoten gezaagd: men wilde hem zijn provincie afnemen. Hij stond voor de keus: óf afwachten tot zijn tegenstanders in Rome in hun missie slaagden, óf toch met zijn leger de rivier oversteken. Dat laatste kwam neer op een oorlogsverklaring aan de Romeinse staat. Uiteindelijk besloot hij het laatste te doen; hij stak met zijn leger de Rubicon over na 'Jacta alea est' uitgeroepen te hebben. Hij bedoelde iets als 'Op goed geluk dan maar!' Het is een gevleugelde uitspraak geworden, die gebruikt wordt wanneer iemand een besluit met mogelijk grote gevolgen hee
In het algemeen / over het algemeen

Bestaat er een verschil tussen in het algemeen en over het algemeen of is een van beide fout?
Over het algemeen is van oorsprong een contaminatie: een versmelting van twee verschillende woorden of uitdrukkingen met (vrijwel) dezelfde betekenis. De ingrediënten voor deze contaminatie waren: over het geheel (genomen) en in het algemeen.

Sommige contaminaties verwerven bestaansrecht. Zo is bekritiseren een versmelting van beoordelen en kritiseren, en is verzenden ontstaan uit versturen en zenden. Oorspronkelijk ondervonden deze contaminaties afkeuring, maar inmiddels zijn ze volledig geaccepteerd. Hetzelfde geldt voor over het algemeen.

Nu in en over het algemeen naast elkaar bestaan, ontwikkelt zich een betekenisverschil tussen beide uitdrukkingen. Enkele woordenboeken (Van Dale, Verschueren) bevestigen dat:
in het algemeen: in het geheel genomen, als men niet naar bijzonderheden kijkt ('In het algemeen geef ik je gelijk, maar ik wil toch een kanttekening plaatsen')
over het algemeen: doorgaans, meestal ('Over het algemeen komen hier uitsluitend vrouwen, maar een enkele keer verschijnen er ook ma
Alle / allen

Wanneer schrijf je alle en wanneer allen?
Bij de keuze tussen alle en allen zijn twee dingen van belang: verwijst het woord naar personen of naar zaken, en is het zelfstandig gebruikt of niet?

Allen

Allen kan alleen gebruikt worden als het op eerder in de zin genoemde personen slaat, of als het de algemene betekenis 'iedereen' heeft:
De jongens gaan allen naar school.
Ze vroegen allen hoe het met me ging.
De nieuwe buurvrouw vroeg ons allen op de koffie.
Ik heb jullie allen gewaarschuwd.
Allen vroegen hoe het met me ging.
Ik heb allen een uitnodiging gestuurd.
Mijn collega's houden kennelijk niet van citroentaart; ze hebben geen van allen een stuk genomen.

Alle

Alle is juist in twee gevallen:

Als het een combinatie vormt met een zelfstandig naamwoord (eventueel met een bijvoeglijk naamwoord ertussen). Het maakt daarbij niet uit of het om personen gaat of niet:
Als het een combinatie vormt met een zelfstandig naamwoord (eventueel met een bijvoeglijk naamwoord ertussen). Het maakt daarbij niet uit of het om personen gaat of niet: All
Alledrie / alle drie

Wat is juist: alledrie of alle drie?
Alle drie is juist. Ook bij andere telwoorden wordt de combinatie met alle los geschreven: alle twee, alle tien, alle honderd.

In het Groene Boekje uit 1995 werd alledrie wel aaneengeschreven, maar woordenboeken en andere woordenlijsten hebben deze spelling nooit overgenomen. In het nieuwe Groene Boekje (2005) en in het Witte Boekje worden combinaties van alle en een getal los geschreven, en dus ook alle drie.

Trefwoorden
aaneenschrijven
getallen
Alle geld / al het geld

Wat is het best: al het geld of alle geld?
Het is allebei juist. Alle kan voor de-woorden worden geplaatst (alle rijst, alle groente) en voor het-woorden (alle geld, alle goud, alle zilver). Maar alle geld en al het geld betekenen niet helemaal hetzelfde. Een eigenschap van alle is namelijk dat het datgene wat erop volgt onbepaald maakt. Vergelijk:
Alle mensen hebben angsten (vergelijkbaar met de algemene uitspraak 'Mensen hebben angsten').
Al de mensen hebben angsten (een uitspraak over een bepaalde groep mensen, vergelijkbaar met 'De mensen (bijvoorbeeld: 'van dit dorp') hebben angsten').

Als u 'het hele bedrag' bedoelt, dan ligt het voor de hand om al het geld te zeggen of schrijven. Alle geld duidt meer op geld in het algemeen. Bijvoorbeeld:
Hij heeft al het geld verbrast.
Zelfs voor alle geld van de wereld ga ik niet terug.

Trefwoorden
lidwoord
woordkeuze
Allerlei broodbeleg / allerlei soorten broodbeleg

Is de zin 'We konden kiezen uit allerlei soorten broodbeleg' goed?
Ja, deze zin is prima. Maar soorten kan ook worden weggelaten: 'We konden kiezen uit allerlei broodbeleg.'

Allerlei is een samenvoeging van al en lei. Dat laatste is een verouderd woord dat 'wijze, soort' betekent. Allerlei betekent dus oorspronkelijk 'van alle soorten'. Allerlei soorten broodbeleg werd vroeger dan ook als 'dubbelop' gezien, maar bijna niemand is zich er nog van bewust dat lei op zichzelf al 'soort' betekent. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt in 1884 al: "Daar het begrip van soort reeds door lei wordt uitgedrukt, is de zegswijze allerlei soort (soorten) of allerlei slag eigenlijk eene tautologie. In de dagelijksche spreektaal is zij echter niet ongewoon, en men vindt ze ook bij goede schrijvers."

Allerlei heeft nu voor bijna iedereen de betekenis 'veel'. De keuze tussen allerlei soorten broodbeleg, allerlei broodbeleg en veel soorten broodbeleg is vrij.

Andere woorden die met -lei zijn gevormd: enerlei ('van dezelfde soort'), enigerlei ('van een of andere soort', 'w
Alle / aller ogen zijn gericht op Kwatta

Wat betekent de uitdrukking 'Alle(r) ogen zijn gericht op Kwatta' en waar komt ze vandaan?
Van Dale (2005) vermeldt bij Kwatta: "in de verbinding 'aller ogen zijn gericht op Kwatta'; (thans ook) 'alle ogen zijn gericht op Kwatta', gezegd van iemand die of iets dat in het middelpunt van de belangstelling staat". In het Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans (2002) schrijft Marc De Coster dat deze uitdrukking ook gebruikt wordt in de betekenis 'van iemand een initiatief verwachten zonder zelf iets te doen', zoals in een zin als: 'Aller ogen zijn gericht op Kwatta: wat gaat de Amerikaanse president beslissen?'

De oorspronkelijke vorm van de uitdrukking luidt 'Aller ogen zijn gericht op Kwatta' (dus: 'de ogen van allen, van iedereen'). Tegenwoordig is 'Alle ogen zijn gericht op Kwatta' een geaccepteerde variant. De uitdrukking komt uit de reclame. Vroeger waren de chocoladerepen van Kwatta een begrip. Op de repen stonden zegels, de Kwattasoldaatjes, waarmee men voor cadeaus kon sparen. In de Eerste Wereldoorlog waren de Kwattarepen erg geliefd bij de soldaten van het Ne
Alles behalve / allesbehalve plezierig

Wat is juist: 'Ik voelde me allesbehalve plezierig' of 'Ik voelde me alles behalve plezierig'?
'Ik voelde me allesbehalve plezierig' is juist.

Of alles( )behalve aaneen- of los geschreven wordt, hangt af van wat ermee uitgedrukt wordt. Alleen als het een bijwoord is en 'lang niet, allerminst, geenszins' betekent, wordt het aaneengeschreven, zoals in de bovenstaande zin. Ook in bijvoorbeeld 'Allesbehalve prettig, zo’n wortelkanaalbehandeling' en 'De bediening was allesbehalve vriendelijk' is allesbehalve één woord.

Alles behalve wordt los geschreven als beide woorden nadruk krijgen en er een pauze tussen hoorbaar is. Het betekent dan iets als 'het geheel met uitzondering van', zoals in 'De bankmedewerker gaf de overvaller alles behalve het kleingeld.'

Het verschil tussen allesbehalve en alles behalve blijkt ook uit het feit dat de delen van allesbehalve niet van elkaar gescheiden kunnen worden door andere woorden ('Zij zei dat de behandeling alles was behalve prettig' klinkt een stuk minder goed), terwijl die mogelijkheid bij alles behalve wel bestaat:
De bankmedewerker gaf de overvaller all
Alles kits

Waar komt de uitdrukking alles kits vandaan?
Alles kits betekent 'alles in orde'. Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (EWN) noemt als oudste bron waarin kits voorkomt een proefschrift uit 1904, Het Dialect der Noord-West-Veluwe van Wijnand van Schothorst.

De herkomst van kits is onduidelijk. Marc De Coster noemt het in zijn Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans (2002) een Bargoens woord. Het zou afgeleid zijn van het Jiddische alles gietes, dat weer is afgeleid van het Duitse alles Gute, 'het beste ermee'. Het EWN zet hier echter een vraagteken bij: de uitdrukking komt slechts in een enkel Jiddisch naslagwerk voor. Bovendien hebben de Jiddische dialecten waarin een Duitse u vervangen werd door een i geen invloed gehad op het Nederlands. En ten slotte zou het Jiddische gietes in het Nederlands kietes of kiets zijn geworden, en niet kits, aldus het EWN. Dit alles maakt het onzeker dat alles kits oorspronkelijk Jiddisch zou zijn.

Er bestaan enkele varianten van alles kits. De Coster noemt alles kitserdebitsie
Alles op haren en snaren zetten

Waar komt de zegswijze alles op haren en snaren zetten vandaan?
Wie alles op haren en snaren zet, doet alles om zijn doel te bereiken of doet alles om zijn zin te krijgen. Het betekent dus iets als 'alles in het werk stellen', bijvoorbeeld in: 'Zij zette alles op haren en snaren om haar dochter in het hoogste elftal te krijgen.'

De herkomst van deze uitdrukking is helaas niet duidelijk. Het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) vermeldt dat haren hier misschien een oud werkwoord is dat 'barsten' betekende. Het werd vooral gezegd van lichaamsdelen die aan de elementen (zoals wind en kou) zijn blootgesteld. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt "de handen, de lippen haren mij" ('mijn handen en lippen krijgen barstjes'). Het is mogelijk dat snaren er in de uitdrukking voor het rijm bij gevoegd is. Alles op haren en snaren zetten moet dan misschien gelezen worden als 'iets zo hoog opspelen dat de verhoudingen op barsten staan'.

Het WNT vermeldt – met de nodige slagen om de arm – een andere mogelijke herkomst: "Het schijnt dat deze zegswij
Allochtonen

Waar komt het woord allochtonen vandaan? Wordt het nu beschouwd als een stigmatiserend begrip of niet, en wat zou dan een alternatief zijn?
Het woord allochtoon is gevormd op basis van de Griekse woorden allos ('ander') en chtoon ('land'). Een allochtoon is dus letterlijk 'iemand uit een ander land'. Tegenwoordig wordt de term vooral gebruikt voor mensen die (ouders met) een niet-westerse achtergrond hebben. Ook het woord buitenlander lijkt meer en meer deze betekenis te krijgen.

Van Dale vermeldt allochtoon voor het eerst in 1961, maar dan nog als bijvoeglijk naamwoord met de betekenis 'van elders aangevoerd, gevormd uit van elders aangevoerd materiaal'. Deze betekenis is afkomstig uit de geologie. Pas in 1971 werd het begrip allochtoon (door de sociologe Hilde Verwey-Jonker) geïntroduceerd als een neutraal alternatief voor gastarbeiders, buitenlanders of immigranten. Ook autochtoon werd van oorsprong alleen in de geologie gebruikt, zij het dat dit woord al in de negentiende eeuw voorkwam. In de loop van de tijd is de term autochtonen ook in gebruik geraakt als aanduiding van de oorspronkelijke bewoners van een land of gebied.

Sinds de jar
Allochtoonse / allochtone taal

Is een taal die door allochtonen gesproken wordt, een allochtone of een allochtoonse taal?
De meeste mensen hebben een voorkeur voor een allochtone taal. Allochtoons komt wel voor, maar is volgens Van Dale (2005) "spreektaal".

Allochtoon kan een zelfstandig naamwoord zijn (de allochtoon), maar ook een bijvoeglijk naamwoord (een allochtone taal). Het is het gebruikelijkst als zelfstandig naamwoord; het wordt zelfs steeds minder goed herkend als bijvoeglijk naamwoord. Zo kon het 'nieuwe' bijvoeglijk naamwoord allochtoons ontstaan. Door een s aan een zelfstandig naamwoord te plakken, kun je immers van zelfstandige naamwoorden (én van aardrijkskundige namen) een bijvoeglijk naamwoord afleiden: school - schools, winter - winters, Jood - Joods, Rotterdam - Rotterdams.

Toch vinden niet alle taalgebruikers dat je kunt spreken van een allochtoonse taal, de allochtoonse gemeenschap en een allochtoons gezin. Een allochtone taal, de allochtone gemeenschap en een allochtoon gezin zijn vooralsnog gebruikelijker, zeker in situaties waarin nette schrijftaal verwacht wordt.

Er zijn verschillende categorieë
Alloniem

Wat is een alloniem?
Een alloniem is een bijzonder pseudoniem. Van Dale vermeldt als betekenis bij alloniem: "de naam van iemand anders als auteursnaam gebruikt". Zo ondertekende Hugo Brandt Corstius sommige van zijn stukken ooit met "Joop den Uyl", en gaan achter 'Joyce & Co.' (naar James Joyce) de auteurs G. Meijsing en K. Snell schuil.

Trefwoorden
betekenis
Allooi

Verwijst het woord allooi altijd naar iets negatiefs?
Nee, niet per se.

Allooi betekent 'waarde', 'soort', 'peil' en 'gehalte'. Van Dale geeft het voorbeeld poëzie van beter allooi: van hogere waarde. Allooi wordt echter vaak gebruikt om iets negatiefs aan te duiden, bijvoorbeeld gezelschap van verdacht allooi. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) geeft de uitdrukking: "van één allooi (meestal in ongunstigen zin): van hetzelfde geringe gehalte".

Trefwoorden
betekenis
Almaar / alsmaar

Is het waar dat alsmaar minder juist is dan almaar?
Nee, almaar en alsmaar worden tegenwoordig allebei als juist gezien. Wel vinden sommige taalgebruikers almaar verzorgder dan alsmaar.

Dat laatste wordt niet ondersteund door de woordenboeken. Van Dale (2005) vermeldt bij almaar de betekenis 'voortdurend'. Bij alsmaar staat: "steeds, voortdurend, almaar; ik was doodmoe, maar ze leuterde alsmaar door". Er wordt geen opmerking gemaakt over wat de beste vorm zou zijn. Het Groene Boekje ziet almaar en alsmaar als gelijkwaardige varianten, net als het Witte Boekje.

In het dagelijks taalgebruik is alsmaar veel gewoner dan almaar. De woordgroep alsmaar beter komt op internet bijna tien keer zo vaak voor als almaar beter.

Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt: "al maar. Soms nog versterkt door een volgend bijwoord: al maar door, al maar voort, in het Zuiden: al maar toe". In een aanvulling van het WNT staat een citaat uit het Algemeen Handelsblad van 16 november 1932 met alsmaar: "De rondentellers (bij een zesdaagschen wielerwedstrijd) zetten al
Al met al / al bij al

Wat is het best: al met al of al bij al?
Zowel al met al als al bij al is juist; ze betekenen hetzelfde ('alles overziend, alles overwogen hebbend') . Al met al komt het vaakst voor.

Al met al is weleens een anglicisme genoemd (het zou dan ontstaan onder de invloed van het Engelse all in all), maar daar is eigenlijk geen bewijs voor te vinden. In het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) komt al met al al voor in een lemma uit 1881. Het Vlaams kende volgens het WNT ooit de verbinding al met alle in de betekenis 'volstrekt, in 't geheel'. Het WNT noemt al met al "nog gewoon" in Noord-Nederland. Vreemd genoeg wordt al bij al niet genoemd in het WNT bij al, en ook niet bij bij.

Van Dale (2005) vermeldt al bij al net zo min, en noemt al met al slechts eenmaal in een citaat ("al met al een larmoyante vertoning"). Het Groene Boekje vermeldt zowel al met al als al bij al.

Trefwoorden
voorzetsels
woordkeuze
Als muzikant zijnde

Wat is er mis met als muzikant zijnde in een zin als deze: 'Als muzikant zijnde kan ik dit wel waarderen'?
Als muzikant zijnde wordt gezien als een contaminatie (verhaspeling) van twee constructies: als muzikant en muzikant zijnde. Omdat die laatste formulering in modern Nederlands erg ouderwets overkomt, kun je volgens de taaladviesboeken het best zeggen: 'Als muzikant kan ik dit wel waarderen.'

Van Dale (2005) geeft bij als de betekenisomschrijving 'in de hoedanigheid van, in de functie van -, dat zijnde'. Uitgaande van deze betekenisomschrijving zou zijnde in als zijnde altijd overbodig zijn. Toch geeft Van Dale ook enkele voorbeelden met als zijnde, zoals 'Hij werd uitgenodigd als zijnde een verre neef.' Als heeft hier volgens Van Dale "een verklarende nuance" en betekent 'en wel omdat': hij werd uitgenodigd, en wel omdat hij een verre neef is. Dit voorbeeld maakt duidelijk dat het voorkomen van als en zijnde in dezelfde zin de duidelijkheid kan verhogen; 'Hij werd uitgenodigd als een verre neef' is minder duidelijk dan 'Hij werd uitgenodigd als zijnde een verre neef.' Dat betekent dat als zijnde niet altij
Als u hieraan voldoet en u opent een rekening


Welke van de volgende zinnen is het best?
'Als u aan de eerste voorwaarde voldoet en u een tweede rekening opent, dan ontvangt u een cadeautje.'
'Als u aan de eerste voorwaarde voldoet en u opent een tweede rekening, dan ontvangt u een cadeautje.'

Deze zinnen zijn beide juist; ze hebben ook dezelfde betekenis.

In beide zinnen staat de hoofdzin achteraan: 'dan ontvangt u een cadeautje'. Daarvoor staan telkens twee nevengeschikte voorwaardelijke bijzinnen (bijzinnen die een voorwaarde uitdrukken): 'als u aan de eerste voorwaarde voldoet' en '(als) u een tweede rekening opent' (zin 1) respectievelijk 'u opent een tweede rekening' (zin 2). In de eerste bijzin staat de persoonsvorm, voldoet, achter in de zin (zoals meestal het geval is in bijzinnen). In de tweede bijzin mág de persoonsvorm (de pv) ook naar voren worden gehaald, zoals in zin 2 is gebeurd. In dit laatste geval spreekt de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) van een bijzin met "voor-pv als tweede zinsdeel". Deze constructie is bijzonder, maar grammaticaal juist. De ANS geeft d
Als / wanneer / indien

Zijn de woorden als, indien en wanneer synoniemen van elkaar, of is er een betekenisverschil?
De voegwoorden als en wanneer zijn synoniem. In sommige gevallen zijn deze woorden uitwisselbaar met indien, in andere niet. Daartoe moeten we onderscheid maken tussen voegwoorden van tijd en voegwoorden van voorwaarde of veronderstelling. (Zie ook ons advies over voegwoorden.)

Als en het iets formelere wanneer kunnen beide een voegwoord van tijd zijn, indien niet:
Geef je me een seintje als/wanneer je weggaat? (= op dat moment)

Daarnaast kunnen als, wanneer en indien voegwoord van voorwaarde/veronderstelling zijn:
Als/wanneer/indien ik mij niet vergis, gaat de trein om 14.03 uur.

Ook hier is als de minst formele van de drie, terwijl indien uitsluitend in de schrijftaal voorkomt.

Over het gebruik van wanneer als voegwoord van voorwaarde/veronderstelling zijn de naslagwerken het overigens niet helemaal eens: Het groene woordenboek (2002), de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) en de woordenboeken van Koenen (2006) en het Witte Woordenboek (2007) vermelden het zonder enig voorbehoud. De grot
Alweer de tiende keer / al de tiende keer

Is alweer goed gebruikt in de zin: 'Het is alweer de tiende keer dat dit toernooi wordt gehouden'?
Ja, alweer betekent in deze zin iets als 'inmiddels'; het kan goed in dit verband gebruikt worden. Het heeft de bijbetekenis 'de tijd is ongemerkt snel voorbijgegaan'. Als er vooral veel nadruk moet liggen op de tiende keer ('wat veel!'), ligt 'Het is al de tiende keer dat dit toernooi wordt gehouden' het meest voor de hand. Vergelijk ook:
Het is alweer twaalf jaar geleden dat ik hier kwam werken. (het lijkt veel korter)
Het is al twaalf jaar geleden dat ik hier kwam werken. (dat is behoorlijk lang)

De grote Van Dale (2005) geeft als betekenis bij alweer: "(versterking van) weer". Synoniemen zijn volgens dit woordenboek nogmaals en opnieuw. Dat alweer ook andere betekenissen kan hebben, blijkt uit de voorbeelden die Van Dale elders geeft, zoals:
De ene depressie was nog niet verdwenen, of er kondigde zich alweer een nieuwe aan.
Hij kan alweer een beetje in de kamer rondscharrelen.
Ben je daar alweer?

In 'Hoe heette je ook alweer?' betekent alweer samen met ook nog iets anders: 'help me even, want ik
Alzheimer / alzheimer

Hoort er een hoofdletter te staan in ziekte van Alzheimer / alzheimer?
Ja, in ziekte van Alzheimer wordt een hoofdletter geschreven. Van Dale (2005), het Groene Boekje en het Witte Boekje vermelden allemaal ziekte van Alzheimer.

Deze ziekte is genoemd naar de Duitse arts Alois Alzheimer (1864-1915). In ziekte van Alzheimer komt de naam van de ontdekker van de ziekte nog duidelijk als eigennaam naar voren. Anders is dat in 'Opa heeft helaas al jaren alzheimer' en 'Een van de bijwerkingen van alzheimermedicijnen is duizeligheid.' Hier wordt alzheimer gebruikt als benaming van de ziekte, en dan vervalt de hoofdletter van de eigennaam van de ontdekker. Hetzelfde gebeurt met:
het syndroom van Asperger hebben - het aspergersyndroom hebben
de ziekte van Basedow hebben - basedow hebben
de ziekte van Bechterew hebben - bechterew hebben
de ziekte van Crohn hebben - crohn hebben
syndroom van Down hebben - downsyndroom hebben
de ziekte van Duchenne - duchenne hebben
de ziekte van Dupuytren - dupuytren hebben
het syndroom van Gilles de la Tourette hebben - het tourettesyndroom heb
Amazone

Waarom wordt een paardrijdster ook wel een amazone genoemd?
Ooit moeten er echte Amazonen bestaan hebben: een Klein-Aziatische stam (Klein-Azië is het huidige Turkije) waarvan alleen de vrouwen vochten. Waar de naam Amazone vandaan komt, is niet helemaal zeker, maar het Perzisch zou de bron kunnen zijn; het zou verband kunnen houden met de woorden voor 'sterke vrouw' of met het woord voor 'oorlog'.

Maar de bekendste Amazonen zijn de vrouwelijke krijgers uit de Griekse mythologie. Ze zijn genoemd naar de werkelijke Amazonen, en wel omdat de Grieken er een andere betekenis aan gaven: ze zagen er a- 'zonder' en mazos 'borst' in, en zo ontstond het verhaal dat deze vrouwelijke strijdsters te paard één borst hadden afgebrand om beter met pijl-en-boog te kunnen schieten. Cru, maar dat zijn mythes wel vaker.

Amazone is ook bekend uit het woord amazonezit: met beide benen aan één kant zitten op een paard (of bijvoorbeeld achter op een fiets), dit in tegenstelling tot schrijlings zitten (één been links, één been rechts). En sinds de negentiende eeuw worden vrouwe
Ammehoela!

Waar komt de uitroep ammehoela vandaan?
Ammehoela, ook wel gespeld als amehoela, ammenoela en aan me hoela, betekent iets als 'nooit van m'n leven', 'geen sprake van', 'bekijk 't maar', 'ik geef er niets om', 'ik luister niet naar je'. Je roept het uit als je iets niet gelooft of iets beslist niet wilt doen.

Dit tussenwerpsel gaat terug op een persoon: koning Amanoellah van Afghanistan (1892-1960). Deze koning wilde zijn land naar westers model hervormen. Aan het einde van de jaren twintig ontstonden er felle protesten tegen zijn hervormingen, bijvoorbeeld tegen het voorschrift dat iedereen in Kaboel westerse kleding moest dragen. De protesten leidden tot een opstand en in 1929 was hij gedwongen afstand te doen van de troon. Amanoellah leefde de rest van zijn leven in ballingschap en werd een veelbesproken societyfiguur in Europa.

Volgens Marc De Coster (Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans, 2002) werd ammehoela al in de jaren twintig van de twintigste eeuw gebruikt door jongeren. De Coster vermeldt ook: "Naar v
Ampel / amper

Wat is het verschil tussen amper en ampel?
Het bijwoord amper betekent 'nauwelijks, ternauwernood, nog maar net'. Het betekende vroeger 'zuur, bitter'. In sommige dialecten heeft amper die betekenis nog steeds (ampere wijn bijvoorbeeld betekent dan 'bittere/zure wijn'), maar in het Algemeen Nederlands niet meer. Enkele voorbeeldzinnen met amper:
Ik had amper mijn boterham op of we gingen alweer verder.
Wat is het hier donker; ik kan amper iets zien.
De vergadering verliep teleurstellend; we kregen amper de kans ons standpunt naar voren te brengen.
Ik van middelbare leeftijd? Ik ben amper 40!

Het bijvoeglijk naamwoord ampel betekent 'uitvoerig, tot in detail'. Het is ontleend aan het Frans (ample) dat het weer leende uit het Latijn (amplus). Het wordt in de volgende zinnen op een juiste manier gebruikt:
Na ampel overleg hebben we besloten een comité op te richten.
Deze beslissing is na ampel beraad genomen.
U bent ampel in de gelegenheid gesteld uw standpunt te verdedigen; nu is het de beurt aan uw opponenten.
Ouders besluiten meestal pas n
à {voorzetsel}
a {vz.}
Wie A zegt moet ook B zeggen.
We have to follow things through.
Laten we beginnen met die drie A's.
So let's talk about those three As.
Keuze A of Keuze B.
Option A or option B.
a-al-tolletje {het}
put-and-take top {znw.}