Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
10 Cards in this Set
- Front
- Back
Schering en inslag zijn |
Zeer regelmatig voorkomen |
|
Hoogtij vieren |
Een grote bloei doormaken |
|
Kapers op de kust |
Concurrenten |
|
Iemand een loer draaien |
Iemand beetnemen |
|
Zonder slag of stoot |
Zonder verzet of tegenstand te ervaren |
|
De nekslag geven |
De laatste klap uitdelen die een vernietiging compleet maakt |
|
In iemands voetsporen treden |
Iemand navolgen |
|
Je kans schoon zien |
Een geboden mogelijkheid gebruiken |
|
Een doorn in het oog |
Een grote ergenis |
|
Paal en perk stellen |
De verdere verspreiding van iets negatief tegenhouden |