Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
25 Cards in this Set
- Front
- Back
Ontwikkelen |
Een duurzame en langzame verandering |
|
Rijping |
‘Ergens aantoe zijn’ |
|
Psychologie |
De wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert |
|
Ontwikkelingspsychologie
|
De wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert op het gebied van de menselijke ontwikkeling |
|
Gerontopsychologie |
Gedrags- enbelevingsveranderingen bij de ouder wordende mens |
|
Ontwikkelingsfactoren – interne factoren |
Bij de geboorte zijn de mogelijkheden en beperkingen al bepaald |
|
Ontwikkelingsfactoren – externe factoren |
Factoren van buitenaf die de ontwikkelingbepalen |
|
Zelfbepaling |
De mogelijkheid om zelf richting te geven aan je eigenontwikkeling |
|
Ontwikkelingsfasen |
Het leven wordt opgedeeld in een aantal perioden |
|
Lichamelijke ontwikkeling
|
Lichamelijke groei of achteruitgang, motorische - en zintuiglijke ontwikkeling
|
|
Verstandelijke ontwikkeling |
Intelligentie, taalontwikkeling, denken en geheugen |
|
Sociaal gebied |
Omgang met anderen, acceptatie van anderen, ontwikkeling van sociaal gedrag
|
|
Persoonlijkheidsontwikkeling |
Vorming van eigen identiteit, eigen wil, eigen opvattingen en jongens-/meisjesgedrag |
|
Emotionele ontwikkeling
|
Ontwikkelen van gevoelens van (basis)vertrouwen en veiligheid |
|
Seksuele ontwikkeling |
Seksueel gedrag, lichaams- en lustbeleving, waardering van eigen lichaam ontwikkelen |
|
Exploreren |
Op onderzoek uit gaan |
|
Ongeboren kind |
Prenatale fase (tot 40 weken) |
|
Baby/zuigeling |
0-12 maanden |
|
Peuter |
12 maanden - 4 jaar |
|
Kleuter |
4 - 6 jaar |
|
Schookind |
6 - 12 jaar |
|
Puber |
12 - 16 jaar |
|
Adolescent |
16 - 21 jaar |
|
Volwassene |
21 - 65 jaar |
|
Oudere mens |
65 jaar en ouder |