• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/15

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

15 Cards in this Set

  • Front
  • Back

gender

eigenschappen van mensen zoals man of vrouw. Het verschil met geslacht is dat geslacht biologisch is bepaald en gender is een sociale en cultureel identiteit.
Gender identity
het gevoel van iemands eigen gender. Kennis, begrip en acceptatie van het zijn van een man of vrouw horen hierbij.
Gender typing
de traditionele toewijzing van een mannelijke of vrouwelijke rol. Begint al vanaf 2,5 jaar tot 3,5 jaar.
Gender roles
een set van verwachtingen die beschrijven hoe mannen en vrouwen zouden moeten denken, zich gedragen en denken.

biologische invloeden

hormonen en hersenen spelen een rol

Social role theory (Eagly)
gender verschillen resulteren uit de verschillende/tegenstrijdige rollen van vrouwen en mannen. Vrouwen hebben minder macht en status dan mannen. Zij doen meer huishoudelijk werk en werken minder uren in loondienst. Omdat vrouwen minder machtige rollen hebben en minder dominant zijn/overkomen zorgt dit voor genderverschillen.
Psychoanalytic theory of gender (stamt af van Freud
kinderen krijgen erotische gevoelens voor de ouder van het andere geslacht. Dit zorgt uiteindelijk voor angst en zorgt ervoor dat het kind zich gaat identificeren met de ouder van hetzelfde geslacht en neemt onbewust diens eigenschappen over. Developmentalisten geloven niet dat gender ontwikkeling op de manier plaatsvindt hoe Freud het zich voorstelde.
Social cognitive theory of gender (Bandura)
de gender ontwikkeling zou plaatsvinden door observatie en imitatie en de beloningen en straffen die kinderen ervaren voor juist en onjuist gender gedrag. In veel culturen voeden de moeders de dochters gehoorzamer en verantwoordelijker op dan de zonen. Dochters krijgen minder autonomie. Vaders geven meer aandacht aan zonen dan aan dochters en promoten de intellectuele ontwikkeling van zonen meer dan van dochters. Ook kunnen leeftijdsgenoten belonen en straffen voor juist en onjuist gedrag
Cognitive- Developmental Theory (kohlberg)
Eerst moeten kinderen begrip krijgen over gender voordat ze worden beinvloed door sociale ervaringen. De psychoanalitic theory en de social learning theory zouden uitgaan van dat kinderen worden aangespoord om jongens/meisjes dingen te doen en daarna zich pas te identificeren met jongens/meisjes. Volgens Kohlberg is er eerst een identificatie (ik ben een jongen/meisje) en daarna gaat men zich pas gedragen als een jongen/meisje. Kinderen zouden door de volgende 3 fases heengaan.- Basic gender identity  3 jaar, kinderen labelen zichzelf als jongen of meisje- Gender stability  gender wordt gezien als iets stabiels door de tijd heen. Jongens groeien tot mannen en meisjes worden vrouwen- Gender consistency  het geslacht van iemand blijft constant in verschillende situaties. 5-7 jaar die dit hebben bereikt worden niet voor de gek gehouden met hoe iemand zich bijvoorbeeld kleedt of gedraagt.
Gender Schema theory (Martin & Halverson)
Het bereiken van een basic gender identity motiveert kinderen om te leren over de verschilende seksen en om deze informatie samen te voegen in een gender schema (een georganiseerde set van kennis en verwachtingen over mannen en vrouwen). Eerst ontwikkelingen kinderen een in-group/out-group schema die ervoor zorgt dat objecten, gedrag en rollen verschillen tussen de seksen. Vervolgens wordt er ook own-seks schema gevormd. Deze bestaat uit gedetaileerde informatie die nodig is om verschillend gedrag wat bij een bepaald gender hoort te kunne uiten.
Biosocial theory of gender differentation and development (money & Ehrhardt)
Er zijn een aantal gebeurtenissen die ervoor zorgen dat iemand een voorkeur heeft voor een mannelijke of vrouwelijke rol. 1. XX of XY2. Testosteron (wel/niet aanwezig)  mannelijk of vrouwelijk geslachtsorgaan3. Testicular feminization syndrome  XY met vrouwelijke geslachtskenmerken. Lichaam is niet gevoleig voor testosteron. Er wordt gelooft dat testosteron ook de ontwikkeling van de hersenen en zenuwstelsel aanpast.4. Zodra geboren: sociale factoren spelen mee.  op basis van geslacht wordt er anders op het kind gereageerd.5. Tijdens puberteit: hormonen  zorgen voor secundaire geslachtskenmerken en seksuele behoeften. In combi met self-concept als man of vrouw ontwikkelt de volwassen gender identity.
Gender role standard
een gedrag, waarde of motief dat leden van een gemeenschap meer typisch geschikt vinden voor een bepaald geslacht. Het beschrijft hoe mannen en vrouwen zich zouden moeten gedragen. - Expressive rol  meisjes worden aangespoord deze rol aan te nemen. Het houdt in dat men aardig, zorgzaam, samenwerkend en gevoelig moet zijn voor de behoeften van anderen. Deze eigenschappen zouden meisjes voorbereiden om later een echtgenote moeder te zijn, om het gezin goed te laten werken en om kinderen succesvol op te voeden. - Instrumental role  jongens worden aangemoedigd om deze rol op zich te nemen. Het vraagt men dominant, assertief, onafhankelijk en competitief te zijn. Deze eigenschappen bereiden jongens voor om de rol van vader en echtgenoot te zijn en de taken te vervullen om het gezin te onderhouden en hen te beschermen tegen kwade invloeden.

verschilen jongens en meisjes

meisjes:


- beter in taal


- LHH meer gespecialiseerd in taal
- meer witte stof
- volgroeider ter wereld


- negeren ipv agressie


- eerder puberteit


- emotioneler (ook woorden)




jongens


- meer grijze stof


- kwetsbaarder bij geboorte


- fysiek actiever


- meer agressie


- beter in wiskunde

invloeden van ouders

- Ouders verwachten betere prestaties van zonen in wiskunde.

- Geven verschillende oorzaken voor goede cijfers in wiskunde voor zonen en dochters (vaardigheid/hard werken)


- Meisjes verliezen interesse in wiskunde


- Self fullfilling prophecy  meisjes gaan geloven dat ze werkelijk minder goed in wiskunde zijn dan jongens en nemen een rol aan die hierbij past.

Gender segregation
neiging van kinderen om zichzelf te associeren met hetzelfde geslachts kinderen en over het andere geslacht te denken als een out-group.