• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/29

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

29 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Johny Hoes

Was er wel of niet sprake van een OR? Werknemer stelde van wel omdat het niet enkel ging om Hoes BMI, doch om de onderneming van drie verbonden vennootschappen waarbij wel meer dan 50 personen werkzaam waren. HR: in casu stelling niet voldoende onderbouwd maar, 'onderneming' in de zin van art. 2 WOR kan wel in stand worden gehouden door diverse in een groep verbonden vennootschappen.

Montaklus VOF

Kunnen de gedragingen van vennoot Bulent (meewerken aan valse verklaring van tewerkstelling voor een vriend) aan de VOF worden toegerekend en is de medevennoot krachtens art. 18 WvK hoofdelijk verbonden? De onrechtmatige gedragingen moeten in het maatschappelijk verkeer als gedragingen van de VOF worden aangemerkt. Bulent kon uitsluitend in zijn hoedanigheid als vennoot van de VOF de valse schijn wekken van het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Dat medevennoot hier niet bij was betrokken is slechts van belang bij de verdeling van de onderlinge draagplicht.

Biek Holding

De maten van een advocatenmaatschap, zijn in geval van een door die maatschap aanvaarde opdracht, ieder op grond van art. 7:407 lid 2 jegens de opdrachtgever aansprakelijk voor het geheel. Opdrachtgever heeft 3 mogelijkheden


1. vordering tegen maatschap als zodanig voor verhaal op het afgescheiden vermogen.


2. individuele maten (die ten tijde van de overeenkomst maat waren) voor verhaal op privé vermogens.


3. De persoon/feitelijke opdrachtnemer ex art. 7:404 voor verhaal op privé vermogen.


Normaal is de hoofdregel voor aansprakelijkheid bij de maatschap dat alle maten voor gelijke delen aansprakelijk zijn ex art. 7A:1679



Forumbank

Het bestuur van de vennootschap is binnen de wettelijke en statutaire grenzen van zijn taak autonoom. Dit wil zeggen dat het bestuur, bij zijn taakuitoefening, van geen enkel orgaan van de vennootschap concrete instructies hoeft te aanvaarden. Beginsel van bestuursautonomie.

Hyster

De moedervennootschap kan aan de dochtervennootschap instructies geven, waaraan die dochtervennootschap zich door haar afhankelijkheid van de moedermaatschappij in het algemeen moeilijk kan onttrekken.

Amstelland

Kan amstelland Concernbeheer NV van haar 100% dochtervennootschappen verlangen dat deze zich over en weer aansprakelijk stellen voor schulden uit een paraplukrediet? Indien niet gebleken is dat het voortbestaan van de dochter door het aanvaarden van een instructie reel wordt bedreigd, kan zij niet afzien van het opvolgen van de instructie van de moeder.

Myers/Mast Holding

Instructiemacht d.n.v. ontslag. De weigering van een bestuurder van een vennootschap om een door de AVA gewenst beleid uit te voeren, kan een redelijke grond voor ontslag zijn. Of die weigering in concreto een redelijke grond oplevert, hangt af van de aard van het door de AVA gewenst beleid en van de overige omstandigheden.

SOBI Hurks II

Doorbraak van aansprakelijkheid in het concern. Aansprakelijkheid van de moeder voor haar dochter op grond van art. 6:162 bij onrechtmatig stilzitten van de moeder. Stappenplan:


1. beoordelen of vaststellen van de hechte aard van de concernstructuur en de daarbij horende 'ingrijpmacht' van de moeder


2. Concluderen tot een zorgplicht van de moeder tegenover de schuldeiser van de dochter vanwege die hechte concernstructuur in combinatie met moeder voorafgaande intensieve bemoeienis.


3. Bepalen van het tijdstip waarop de moeder van de deplorabele toestand van haar dochter geacht mag worden op de hoogte te zij en haar zorgplicht deswege werd geactiveerd. (peildatum)


4. Beslissen of moeder haar zorgplicht in voldoende mate is nagekomen.

Bruil

In de gevallen waarin een natuurlijk persoon handelt in de hoedanigheid van bestuurder tevens aandeelhouder van meerdere vennootschappen die een groep vormen zal niet spoedig sprake zijn van tegenstrijdige belangen. Dit is omdat het juist de bedoeling is dat door de uiteindelijke zeggenschap in 1 hand te houden, waarbij de afweging van alle bij deze groepsvennootschappen betrokken belangen bij die persoon is geconcentreerd. Deze belangen lopen dus paralel.

ABN Amro OK beschikking

Bij de beoordeling van de vraag hoe te dezen de bevoegdheden van het bestuur, RVC, en de AVA zich tot elkaar verhouden wordt het volgende vooropgesteld. Bij een verschil van inzicht tussen de genoemde organen van een vennootschap over de in haar onderneming te voeren strategie, dienen de discussies daaromtrent te worden gevoerd in het kader van het Nederlands vennootschapsrecht en heersende opvattingen omtrent corporate governance.


Kort gezegd bepalen die dat:


1. bestuur bepaalt strategie van de vennootschap.


2. Rvc houdt toezicht op het bestuur


3. AVA kan haar opvattingen tot uitdrukking brengen door uitoefening van de haar in de wet en statuten toegekende rechten

Stork beschikking OK

Enquete procedure, vast is gesteld dat tussen het bestuur en RVC enerzijds en een belangrijk dee val den aandeelhouders (centaurus c.s.) anderzijds een verhouding is ontstaan van verwijten, confrontatie, wantrouwen en moeizame communicatie. Centaurus wilde het vertrouwen in de Rvc opzeggen. Het bestuur besloot daarop beschermingsprefs uit te geven zodat het aandeel van Centaurus c.s. verwaterde. Het optierecht van de stichting op de prefs was echter alleen toegekend in geval van een vijandige overname. Dreiging om vertrouwen in de Rvc op te zeggen valt hier niet onder. De OK trof de volgende voorzieningen.


1. verbod tot stemming over opzeggen vertrouwen in de RVC tijdens de AVA


2. Stemrecht van beschermingsrecht zijn ingetrokken.


3. Benoeming van 3 supercommissarissen die bij uitsluiting bevoegd zijn tot het vaststellen van de agenda van de AVA en een doorslaggevende stem hebben met betrekking tot de strategie van Stork en de aangelegenheden die partijen hebben verdeeld.

Staleman/Van de Ven

Voor aansprakelijkheid ex art. 2:9 is vereist dat aan de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Of hieraan is voldaan moet worden beoordeel aan de hand van alle omstandigheden van het geval waaronder:


1. De aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten


2. De in het algemeen daaruit voortvloeiende risico's


3. de taakverdeling binnen het bestuur


4. De voor het bestuur geldende richtlijnen.


5. Gegevens waarover de bestuurder (behoorde) te beschikken ten tijde van de handelingen.


Een decharge strekt zich niet uit tot informatie waarover een individuele aandeelhouder uit andere hoofde (buiten het verband van de AVA) de beschikking heeft gekregen, of tot gegevens die niet uit de jaarrekening blijken of niet anderszins aan de AVA zijn bekendgemaakt voordat deze de jaarrekening vast stelde.

Waning/Van de Vliet

Onder omstandigheden kan de bestuurder van een vennootschap jegens een schuldeiser van de vennootschap op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk zijn, indien hij feitelijk verhindert dat de vennootschap bestaande verplichtingen jegens de crediteur nakomt. Wanneer er dus sprake is van betalingsonwil.

NHB/Oosterhof

Bij het beoordelen van de vraag of een bestuurder op grond van onrechtmatig handelen jegens een wederpartij van de vennootschap persoonlijk aansprakelijk is zijn er 2 situaties te onderscheiden met de daarbij behorende criteria.


1. Bestuurder gaat in naam van vennootschap verplichtingen aan terwijl hij daarbij wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. in het algemeen treft de bestuurder dan een zodanig verwijt dat hij persoonlijk jegens de wederpartij van de vennootschap aansprakelijk is.


2. Bestuurder wordt verweten te hebben bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap een eerder door haar aangegane overeenkomst niet nakomt. Of er dan sprake van persoonlijke verwijtbaarheid van de bestuurder hangt af of aan hem een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Steins/Textile

Steins was enig bestuurder van Romanel. Een lading trainingspakken wordt door Romanel gekocht echter nooit betaald. Steins heeft zich persoonlijk actief bezig gehouden met deze transactie, Steins wist dat de afgeleverde trainingspakken niet werden betaald noch teruggegeven terwijl hij in de positie was de trainingspakken terug te geven. Gelet ook op de omstandigheden dat Romanel failliet is verklaar, wist Steins dat het onwaarschijnlijk was dat de verschuldigde koopprijs zou worden betaald. Gelet op de omstandigheden van het geval ter zake treft Steins ene persoonlijk verwijt en pleegt hierbij aldus persoonlijk toerekenbare onrechtmatige daad jegens Textile. Doorbraak van aansprakelijkheid ex. art. 6:162.

Van Kerkwijk/Van den Berg

De vennootschap heeft rechtshandelingen van van Kerkwijk voor de vennootschap i.o. bekrachtigd. Echter ingevolge art. 2:203 lid 3. indien de vennootschap bekrachtigde rechtshandelingen niet nakomt is van Kerkwijk hoofdelijk aansprakelijk als hij wist of redelijkerwijs kon weten dat de vennootschap de rechtshandeling niet zou kunnen nakomen binnen 1 jaar failliet wordt dit zelfs vermoed zo te zijn.

Willemse/NOM

Ingevolge art. 2:9 is elke bestuurder tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Deze bepaling wordt naar vaste rechtspraak aldus uitgelegd dat de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Deze norm van interne aansprakelijkheid geldt overeenkomstig in het geval een aandeelhouder een bestuurder aansprakelijk stelt krachtens art. 6:162. Door dezelfde maatstaf te hanteren wordt voorkomen dat bestuurder hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen. Tweede rechtsregel is dat wanneer er gehandeld is in strijd met een statutaire bepaling die een individuele aandeelhouder beoogt te beschermen, in beginsel aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover die aandeelhouder meebrengt.

Blue tomato

Verhaalsvordering van de curator ex art. 2:248 (faillissement bestuurdersaansprakelijkheid). probleem was dat de jaarrekening niet tijd was gepubliceerd. Hierdoor wordt het bewijs vermoeden geactiveerd dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervult en dit wordt vermoed een belangrijke oorzak te zijn geweest in het faillissement. In casu kon dit worden weerlegt omdat de vennootschap failliet was gegaan nadat de verzekering weigerde uit te keren na een ernstige brand.

Albada Jelgersma

AJ wordt als moeder door een schuldeiser van haar dochter aansprakelijk gesteld op grond van art. 6:162. Feiten: AJ heeft na de overname van de dochter zich intensief bemoeit en had zeggenschap over de bedrijfsvoering van de dochter. Toen AJ voorzag of dit behoorde te voorzien dat de dochter schuldeiser zou benadelen door gebrek aan verhaal had zij moeten stoppen dat de dochter door ging met de inkoop van goederen danwel zelf de schuldeiser moeten voldoen. Door dit na te laten heeft AJ zich onrechtmatig gedragen jegens de schuldeiser van haar dochter.

Coral Stalt

Indien vast komt te staan dat de moeder zich intensief heeft bemoeit met de bedrijfsvoering en/of de wijze van bedrijfsbeeindiging van haar dochter bemoeit, wordt de wetenschap van benadeling bij deze dochter (door bewuste selectieve betaling van groepscrediteuren ten nadele van andere schuldeisers) toegerekend aan de moeder. Een 'dichte' of 'gekwalificeerde' concernverhouding leidt dus niet slechts tot een zorgplicht voor de moeder om met het belang van de schuldeiser van haar dochter proactief rekening te houden, maar ok tot toerekening van de wetenschap van benadeling binnen de groep.

Krijger-citco

Van het identiteitsverschil tussen twee door dezelfde persoon beheerste vennootschappen kan misbruik worden gemaakt. Vereenzelviging

Rainbow

Voor het aannemen van vereenzelviging zijn uitzonderlijke omstandigheden vereist welke dat zijn is onbekend.


Mefigro

Hof's oordeel dat op feitelijke bestuurders ook de verplichting voortvloeiende uit art. 2:10 en 2:394 rust is juist.

Nimox

Ook indien van de geldigheid van het besluit (uitkering van dividend) als zodanig moet worden uitgegaan bij gebreke van vernietiging, volgt hieruit niet dat uitvoering van het onvernietigde besluit tegenover derden zoals schuldeisers van de vennootschap niet onrechtmatig kan zijn. Er geldt dus ook een continuiteitstest voor de uitkering van dividend (NV).

Reinders/Didam

De gang van zaken rond de dividenduitkering levert onbehoorlijk bestuur op. Zou een redelijk dender bestuurder onder de omstandigheden van het geval tot dezelfde handelswijze zijn gekomen? Nee. De uitkering van het dividend bracht de continuïteit van de vennootschap ernstig in gevaar wat wordt bevestigd door het kort daaropvolgend faillissement.

Textlite

Als doeleinde van een enquete worden genoemd.


1. Opening van zaken en vaststelling bij wie de verantwoordelijkheid berust voor mogelijk blijkend wanbeleid, waarbij in de eerste plaats is te denken aan de verantwoordelijkheid van de onderscheidende rechtspersoon.


2. Echter soms kan die beoordeling niet altijd los worden gezien van de individuele verantwoordelijkheid van de personen die het orgaan uitmaken


Een enquête kan zich ook uitstrekken tot het functioneren van de personen die de rechtspersoon doen optreden. De plicht van de OK tot het motiveren van het treffen van voorzieningen ten laste van individuele bestuurder en commissarissen als bedoeld in art. 2:356 en van de beslissing tot verhaal van kosten op een of meer van hen ingevolge art. 2:354 brengt mee dat de OK naar omstandigheden zal moeten oordelen omtrent het functioneren van individuele bestuurders en commissarissen.

Gucci

Het in de wet vastgelegde stelsel van het enqueterecht houdt twee afzonderlijke procedures in:


1. de eerste procedure voorziet in de mogelijkheid van een verzoek tot het instellen van een onderzoek als in art. 2:345 beschreven.


2. De tweede procedure, bedoeld in art. 2:355 (verzoek om voorzieningen bij gebleken wanbeleid), komt pas aan de orde indien het in art. 2:345 bedoelde verzoek is toegewezen nadat het verslag van de uitkomst van het onderzoek ter griffie is neergelegd.

HBG

De bedoelde omstandigheden kunnen immers, nadat de hiervoor besproken argumenten ontoereikend zijn gebleken, niet, ook niet wanneer zij tezamen worden genomen, leiden tot aanvaarding van een verplichting tot voorafgaande consultatie noch tot het oordeel dat HBG heeft gehandeld in strijd met elementaire beginselen van verantwoord ondernemerschap door de AVA niet te consulteren voorafgaan aan de besluitvorming ter zake van de afwijzing van het bod van Boskalis en het aangaan van de joint-venture met Balast/Nedam

Rodamco

Voor beantwoording van de vraag of het nemen en vooralsnog handhaven van de beschermingsmaatregel gerechtvaardigd is, zal als maatstaf moeten gelden of deze maatregel in de gegeven omstandigheden bij een redelijke afweging van de in het geding zijnde belangen valt binnen de marges van een adequate en proportionele reactie op het dreigende gevaar van een ongewenste overname. Het middel betoogt dat alleen strijd met elementaire beginselen van behoorlijk ondernemerschap kan worden aangenomen, als sprake is van beleidsfouten die voldoende ernstig zijn om deze kwalificatie te rechtvaardigen en dat het niet het geval kan zijn bij een incidentele beleidsfout. Ook deze klacht treft geen doel. In de eerste plaats ligt in het oordeel van de OK besloten dat de door haar afgekeurde handelswijze van RNA ernstig en verwijtbaar is en daarom de kwalificatie van wanbeleid verdient. In de tweede plaats gaat het onderdeel uit van de onjuiste maatstaf dat een incidenteel besluit nimmer wanbeleid kan opleveren. Ten slote is anders dan het onderdeel veronderstelt noodzakelijk dat komt vast te staan dat het besluit ook daadwerkelijk tot nadelige gevolgen heeft geleid. Voldoende kan zijn, zoals de OK hier kennelijk heeft aangenomen, dat het besluit mogelijk tot nadelige gevolgen had kunnen leiden.