• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/25

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

25 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Hoe wordt organizational culture vaak gezien?

Als een unitaire of unieke organisatie, gekarakeriseerd door een stabiele set van betekenissen. Organisationele cultuur ontwikkeld zich in het midden en wordt beïnvloed door zowel above als below. Er is interactie tussen gedrag, materiële condities en culturele betekenis.

Wat zijn de twee invloeden op organisationele cutluur?

Above: bijv ideeën in de maatschappij die meekomen met medewerkers die bij de organisatie komen.




Below: verschillend werk in organisaties komen met verschillende visies op de wereld. De verschillende groepen worden vaak 'organizational subcultures' genoemd.

In welke zin hebben verhalen te maken met die above/below invloed volgens Alvesson?

Een verhaal kan ons een misleidende impressie geven maar ook een ideologisch gebaseerde visie zijn. Een derde optie is dat verhalen niet vertelt en hervertelt worden opeen homogene manier, maar worden geïnterpreteerd en gebruikt op vershchillende manieren; het niveau waarop een verhaal een organisatie spiegelt moet dus een open vraag zijn.

Waaraan refereert cultuur volgens Alvesson?

Ideational level op ideas, understandings, meanings and symbolism. Daarnaast worden culturele manifestaties vaak beinvloed door sociomaterial reality: ze zweven niet vrij rond.

Is een culturele manifestatie / invloed below/above overal hetzelfde?

Nee, het bedrijf waar je werkt heeft daar ook mee te maken. Culturele manifestaties hebben te maken met een sociomaterial reality. We moeten dus meer aandacht aan de werkprocessen besteden.

Is organizational culture homogeen?

Nee, met de nieuwe visie van below zien we dat er veel diversiteit is.

What is Alvessons modest suggestion for aredirection of cultural understanding?

Van puur idealistische orientatie naar meer nadruk op de materiele aspecten van organisationeel leven




Off-the-job activities --> work-related activities als focus




Van organisatie --> de meerdere groepen daarbinnen als uitgangspunt voor cultureel onderzoek.




Vooral gericht op overtuigingen/waarden van een abstracte natuur --> nadruk op sociale gebruiken als basis van de reproductie van culturele attributen van een bepaalde natuurlijke culturele categorie. Dit kan weer overtuigingen/waarden abstract maken. Nadruk ligt op het 'aarden'

Is dat 'aarden' echt zo lastig?

Nee, voor de meeste managers betekent dit gewoon werkpraktijken en cultuur aan elkaar linken.

Welke vier bekende dimensies zijn er van de benadering van organizational culture?

- Het niveau waarop een organisatie uniek gevonden wordt




- Het niveau waarop het wordt gezien als een coherent cultureel geheel




- Het niveau waarop het wordt gezien als onafhankelijk van culture-producing forces.




- Wat geconsidereerd wordt als het juiste niveau van bepaalde culturele fenomenen toelichten

Wat is de view from above uitgebreid?

Denk hierbij aan Hofstede. Die dimensies bepalen voor een groot deel de invloed van bovenaf (ideeën in maatschappij). Bijkomend zijn wel stereotypen en Alvesson waarschuwt ons hiervoor. Variatie in een organisatie zelf blijven erkennen.

Wat is de view from below uitgebreid? Wat stelt Parker hierbij?

Hier wordt de organisatie als macro context en culturen daarin als de belangrijkere fenomenen gezien. Diversiteit kan positief zijn, maar ook een bron van problemen vormen. Die belangrijke invloeden volgens Parker:


- spatial/functional


- Generational


- Occupational

Door welke twee visies wordt het idee van een unieke en unitaire organizational culture betwist?

- Organisaties zijn producten van macro-level phenomena


- They are normally similar andvariations within organizations are much more profound than unitary patternsbecause of the diversity of the groups involved.

Waar geven het idee van above and below kritiek op?

Het idee dat we een organisatie kunnen isoleren. Veel in de organisatie is 'in flux', dus we praten in dit geval eerder over processen en niet een afgebakend vast concept.

Waar begin je met het onderzoeken van organizational culture?

“Understandings of culturalmanifestations in organizations should not take the organization as aself-evident starting point.”

Wat stelt Njovane over wat stabiel is en wat veranderlijk is?

Veranderlijk: laws, policies, institutional frameworks




Stabiel: social and cultural structures, practices, habits of mind and heart

Wat is het belangrijkste punt van Njovane?

Policy doesn't necessarily translate into ethical action. Zelfs met het veranderen van policies blijft er een mate van racisme; er is steeds een soort hidden flow die doet denken aan kolonialisme en apartheid. (institutional culture: something that is narrated).

Wat is verbal toytoying volgens Njovane?

Dat de narratives en visies op de wereld bepalen wie kan spreken en wie toegestaan is een mening te hebben. De meesten houden gewoon hun mond.

Veranderen policies ethisch gedrag volgens Njovane?

Nee, ze vertalen niet in daadwerkelijke acties. Er is ook wel een onwil om je te bemoeien: colour-blindness. Tolerantie is sterk gelinkt aan denialism.




Policies kunnen zelfs in de weg staan van culturele verandering

Wat stelt Zizek over tolerantie?

Tolerance perpetuates and even exacerbates intolerance and insidious violence; intolerance feeds off tolerance.

Wat zijn good blacks volgens Njovane?

Theperceived pressure to be ‘a good black’, who has the right accent, isinterested in things white people want to talk about, works hard to impresswhite people and who, above all, fits in. In other words, the acceptable kindof black person is one who does not disturb the status quo.” (124/125). Omrepresentatief te zijn zocht de overheid juist naar zwarten die voldeden aan“all the right things”.

Welke twee vormen van geweld zijn er volgens Zizek?

Subjective: performed by a clearly identifiable agent


Objective: embodied in language (zoals accent)

geef twee voorbeelden van hoe wij in NL nog steeds deel uitmaken van postcolonial thinking

Third world women (spreken voor de subaltern (spivak))




Tourism

Is postcolonial imagery geëindigd?

Nee, het is nooit echt geëindigd, ondanks dat het misschien op papier wel zo is.

Welke drie doelen heeft professionele filosofie als een institutie?

Stabiele stroom mensen afgeven die studenten helpen bij leren




Conversaties vergroten en verdiepen (research)




Beoefeners helpen meer productieve/harmonieuze/intelligente relaties onderhouden

Wat ondersteund de weigering van nieuwsgierigheid en sociologische sophistication met betrekking tot postkolonialisme?

De aversie tot zelfkritiek en verdeieping. Vragen rondom dingen als white supremacy, patriarchy en empire worden niet als herkenbare filosofisdhe problemen beschouwd. Er is een lack of intellectual seriousness.