• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/38

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

38 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)
de aal
de alen
het aaltje
lange, glibberige, dunne vis
vb:we eten vanavond gebakken aal
de aalbes
de aalbessen
het aalbesje
kleine rode bes, die in trosjes aan een struik groeit
vb:we eten aalbessen met suiker als dessert
de aalmoes
de aalmoezen
klein bedrag, geld dat je aan een bedelaar geeft
vb:zij gaf maar een aalmoes aan de Hartstichting
de aalscholver
de aalscholvers
het aalscholvertje
zwarte zwemvogel met haakvormige snavel, die veel vis eet
vb:de aalscholver zat op een paal en liet zijn vleugels drogen
de aanbetaling
de aanbetalingen
het aanbetalinkje
klein bedrag dat je alvast betaalt, waarbij de rest later betaald wordt
vb:de aanbetaling is 20 euro
de aanbieding
de aanbiedingen
het aanbiedinkje
een artikel dat tijdelijk goedkoper is
vb:de aardappels zijn in de aanbieding
de aanblik
het kijken ernaar
vb:bij de eerste aanblik zag ik al dat het huis verloren was
de aandacht
het opletten, niet aan andere dingen denken
vb:wilt u even luisteren, mag ik even uw aandacht?
de aandeelhouder
de aandeelhouders
het aandeelhoudertje
iemand die aandelen in een bedrijf heeft
vb:de overheid is een van de grootste aandeelhouders van de KLM
de aandoening
de aandoeningen
het aandoeninkje
ziekte van een bepaald onderdeel van je lichaam
vb:mijn broer heeft een oogaandoening
de aandrang
kracht waarmee je iets zegt
vb:met enige aandrang vroeg hij deze zaak te bespreken
de aandrijving
de aandrijvingen
het op mechanische wijze in beweging brengen
vb:deze auto heeft een aandrijving via de achterwielen
de aaneenschakeling
de aaneenschakelingen
rij van dingen die op elkaar volgen
vb:het was een aaneenschakeling van droge feiten
de aanfluiting
wat bespottelijk of schandelijk gevonden wordt
vb:het was een aanfluiting zoals hij erbij liep
de aangelegenheid
de aangelegenheden
waar het over gaat
vb:hij gaat over de financiële aangelegenheden
de aangifte
de aangiftes
het melden
vb:bij diefstal doen wij aangifte bij de politie
de aanhaling
de aanhalingen
letterlijke weergave van iemands woorden
vb:deze tekst is een aanhaling van de woorden van de president
de aanhang
mensen die een persoon of club of partij altijd volgen
vb:hij hoort bij de aanhang van de partij van Fortuyn
de aanhanger
de aanhangers
het aanhangertje
kar die aan een auto vastgemaakt kan worden
vb:met een aanhanger kan ik die boomstammen wel vervoeren
de aanhangwagen
de aanhangwagens
het aanhangwagentje
kar die aan een auto vastgemaakt kan worden
vb:wij gaan altijd met een aanhangwagen vol spullen op vakantie
de aanhef
groet aan het begin van een brief
vb:de aanhef van deze brief luidt: geachte dames en heren
de aanhouding
de aanhoudingen
het gevangen nemen door de politie
vb:met de aanhouding van de moordenaar is de zaak opgelost
de aanklacht
de aanklachten
officiële beschuldiging, aangebracht bij de rechtbank
vb:in de aanklacht stond dat hij beschuldigd werd van diefstal
de aankomst
het arriveren
vb:bij aankomst bleek dat we veel te laat waren
de aankoop
de aankopen
wat je koopt
vb:die auto was onze duurste aankoop
de aanleg
aangeboren handigheid of geschiktheid voor iets

het maken of bouwen van iets
vb:Joop heeft aanleg voor wiskunde

vb:wie betaalt de aanleg van die nieuwe weg?
de aanleiding
de aanleidingen
het aanleidinkje
wat tot gevolg heeft dat iets gebeurt
vb:naar aanleiding van uw brief moet ik u het volgende vertellen
de aanmaning
de aanmaningen
het aanmaninkje
bericht waarmee je wordt aangespoord om te betalen
vb:hij kreeg een tweede aanmaning van het telefoonbedrijf
de aanmerking
de aanmerkingen
het aanmerkinkje
het noemen van fouten
vb:hij had maar één aanmerking over mijn uiterlijk
de aannemer
de aannemers
het aannemertje
iemand die werk aanneemt, bijvoorbeeld in de bouw
vb:de aannemer kreeg opdracht een schuur te bouwen
de aanpak
handelingen die je achter elkaar uitvoert om iets te maken
vb:deze aanpak had een goed resultaat
de aanraking
de aanrakingen
het aanrakinkje
ergens tegenaan komen
vb:over het hoofd aaien is een aanraking
de aanrijding
de aanrijdingen
het aanrijdinkje
een botsing tussen voertuigen
vb:door de aanrijding zit de auto helemaal in elkaar
de aanslag
de aanslagen
poging om mensen of dingen te vernietigen

vastgesteld bedrag dat je aan de belasting moet betalen
vb:deze groep heeft een aanslag gepleegd op een school

vb:ik kreeg een aanslag van 1500 euro dit jaar
de aansluiting
de aansluitingen
met elkaar van gedachten kunnen wisselen
vb:zij vindt moeilijk aansluiting bij andere mensen
de aanspraak
gelegenheid om met iemand te praten

het bezit of het gebruik ervan kunnen opeisen
vb:ik houd ervan om een beetje aanspraak te hebben

vb:jij kunt geen aanspraak maken op het servies van oma
de aanstaande
iemand met wie je van plan bent te gaan trouwen
vb:Iris is mijn aanstaande
de aansteker
de aanstekers
het aanstekertje
apparaatje om vuur mee te maken voor een sigaret
vb:hij pakte zijn aansteker en stak een sigaret aan