• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/30

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

30 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Beroepshouding

de manier waarop je je opstelt in je werk.

Persoonlijke eigenschappen

bepalen hoe iemand is en hoe hij zich gedraagt.

Huisregels/ bedrijfsregels

bepaalde regels waar iedereen die in het bedrijf komt of werkt, zich aan moet houden.

Samenwerken

betekend dat je op een prettige manier met anderen aan dezelfde taak werkt.

Communicatie

kun je omschrijven als een informatie- uitwisselingsproces, vooral gericht op het uitwisselen van kennis (informatie).

Miscommunicatie

wanneer er in een fase van communicatie een probleem optreedt.

Interne communicatie

alle communicatie tussen alle medewerkers van een bedrijf.

Externe communicatie

alle communicatie tussen mensen van buiten het bedrijf.

Eenzijdige communicatie

wanneer er sprake is van eenrichtingsverkeer in de communicatie.

Tweezijdige communicatie

wanneer de rollen van zender en ontvanger in een gesprek wisselen.

Informele communicatie

wanneer de communicatie niet volgens bepaalde regels en normen verloopt.

Formele communicatie

is communicatie waarbij je je aan bepaalde regels en normen moet houden.

Non-verbale communicatie

communicatie zonder woorden, maar door lichaamstaal.

Lichaamstaal

is een combinatie van gezichtsuitdrukking, lichaamshouding en/of gebaren, waarmee een boodschap wordt overgebracht.

Verbale communicatie

is communicatie door middel van gesproken of geschreven taal, dus door woorden.

Mondelinge communicatie

je gebruikt het gesproken woord om informatie over te brengen.

Schriftelijke communicatie

is communiceren door middel van geschreven tekst op papier of op een beeldscherm.

Referentiekader

is het geheel van gewoonten, normen en waarden waarnaar iemand zich richt en die hij gebruikt als vergelijkingsmateriaal.

Open vraag

een vraag waar je niet met ja of nee op kunt antwoorden.

Gesloten vraag

een vraag waarbij je alleen met ja en nee kunt antwoorden.

Gerichte vraag

lijkt op een open vraag, alleen je stelt de vraag zo zodat je zo snel mogelijk het antwoord krijgt.

Suggestieve vraag

is een vraag waarin je al aanstuurt op een bepaald antwoord.

Controlevraag

is om te kijken of je iemand goed hebt begrepen.

Verzoek

een vraag om medewerking of om een gunst te vragen.

Feedback/ terugkoppeling

een kritische inhoudelijke reactie op iemands functioneren, met de bedoeling dat de bedoeling dat de betreffende persoon daar in de toekomst zijn voordeel mee doet.

Werkoverleg

een vergadering over het werk.

Voorzitter

degene die het overleg in goede banen leidt.

Notulist

maakt aantekeningen en schrijft op basis van die aantekeningen het verslag van het overleg (de notulen) of maakt een afsprakenlijst.

Afsprakenlijst

een lijst waarop alle gemaakte afspraken onder elkaar staan.

Agenda

een lijst van onderwerpen die je met elkaar bespreekt.