• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/210

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

210 Cards in this Set

  • Front
  • Back

eenwording

l'unification

verenigd

uni(e)

Wereldoorlog

une Guerre mondiale

peiler

un pilier

weer op gang brengen

relancer

West-Europa

l'Europe Occidentale

stap

un pas

EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal)

la C.E.C.A (Communauté européenne du charbon et de l'acier)

invoeren

instituer

EEG (Europese Economische Gemeenschap)

la C.E.E. (Communauté économique européenne)

lid

un membre

(het) opstellen/uitwerken

l'élaboration

van kracht worden

entrer en vigueur

(het) nastreven

la poursuite

monetaire unie

l'union monétaire

etappe

une étape

(het) invoeren

l'adoption

eenheidsmunt

la monnaie unique

in werking stellen

mettre en oeuvre

binnenlandse aangelegenheden/zaken

les affaires intérieures

basis, grondslag

une base

(staats)burgerschap

la citoyenneté

vrijheid van reizen

la liberté de circulation

verblijf

le séjour

lidstaat

un pays membre

gemeenteraadsverkiezingen

les élections municipales

wonen

résider

toepassing, doorvoering

une application

afschaffen

abolir

oprichting, invoering

l'instauration

Europese interne markt

le Grand Marché Unique

concurrerend

compétitif, compétitive

macht

une puissance

douanebeperking

une restriction douanière

vrijhandel

le libre-échange

koopwaar

une marchandise

kapitaal

le capital ; les capitaux

circuleren, in omloop zijn

circuler

verstevigen

renforcer

buitenlandse handel

le commerce extérieur

mun(eenheid)

la monnaie

de plaats innemen aan

se substituer à

groei

la croissance

sluiten

instaurer

overheidstekort

le déficit public

aan iets beantwoorden/voldoen

répondre à qc

eisen, verlangen

exiger

(het) verdwijnen

la disparition

doorslaggevend, beslissend

décisif, décisive

raadplegen

consulter

referendum, volksraadpleging

un référendum

zich voor/tegen iets uitspreken

se prononcer pour/contre qc

zich voorzien van iets, zich uitrusten met iets

se doter de qc

schuldencrisis

la crise de la dette

verzwakken

affaiblir

storten

plonger

faillissement, bankroet

un faillite

in gevaar brengen, op het spel zetten

compromettre

meningsverschil, onenigheid

un désaccord

reddingsplan

un plan de sauvetage

hulp, ondersteuning

une assistance

Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit (EFSF)

le Fond européen de stabilité financière (F.E.S.F.)

aflossen, overnemen

relayer

Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)

le Mécanisme européen de stabilité (M.E.S.)

te gunste van, vóór

en faveur de

instelling

un institution

Europese Raad

le Conseil européen

samen overleggen

se concerter

(beleids)lijn, koers

une orientation

ministerraad

le Conseil des ministres

Europese Commissie

la Commission européenne

toepassen, naleven

appliquer

resolutie, besluit

une résolution

Europees Parlement

le Parlement européen

rechstreekse algemene verkiezingen

le suffrage universel direct

begroting

le budget

Hof van justitie

la Cour de justice

beslechten, oplossen

trancher

ECB (Europese Centrale Bank)

BCE (Banque centrale européenne)

zetelen

siéger

als taak/opdracht hebben

avoir pour mission

handhaven, in stand houden

maintenir

vastleggen, bepalen

définir

bewaren

détenir

beheren

gérer

proces

un processus

instellen

mettre au point

landbouwpolitiek

la politique agricole

gemeenschappelijk

commun(e)

quotum

un quota

visvangst

la pêche

onderzoek

la recherche

vrij verkeer van werknemers

la libre circulation des travailleurs

verwerven

acquérir

beroepsopleiding

une formation professionnelle

zich inschrijven

s'inscrire

kleuterschool

l'école maternelle

hoger onderwijs

l'enseignement supérieur

schoolonderwijs

l'enseignement scolaire

(het) leren

un apprentissage

grondbeginsel

une notion

(werk)ervaring

une expérience

gunstig

favorable

bedreiging

une menace

soevereiniteit, onafhankelijkheid

la souveraineté

regeren, leiden

diriger

technocraat

un(e) technocrate

tegenstander

un(e) adversaire

ongelijkheid, verschil

une disparité

afwezigheid, gebrek

l'absence

doeltreffendheid, efficiëntie

l'efficacité

buitenlandse politiek

la politique extérieure

daarentegen

en revanche

graag zien

voir d'un bon oeil

te midden van, in

au sein de

met name, in het bijzonder

notamment

voor het merendeel

en majorité

kwaad

un mal ; des maux

iemand ertoe brengen om iets te doen

amener qn à faire qc

een risico lopen

courir un risque

verlammen

paralyser

verscheidenheid

la diversité

Franstalig deel van de wereld

la francophonie

koloniale rijk

en empire colonial ; coloniaux

mensenrechten

les Droits de l'Homme

vaderland

la patrie

invloed

un influence

VN (Verenigde Naties)

l'O.N.U. (Organisation des Nations unies)

permanent

permanent(e)

Veiligheidsraad

le Conseil de sécurité

dekolonisatie

le décolonisation

handhaven, (in stand) houden

maintenir

bezitting

une possession

ontwikkelingsland

un pays en voie de développement

werkgebied

un champ d'activité

(onder)steunen

soutenir

CFA-frank (Afrikaanse Financiële Gemeenschap)

le franc C.F.A. (Communautés françaises d'Afrique)

aan een index koppelen, indexeren

indexer

vereenvoudigen

faciliter

(ontwikkelings)samenwerking

la coopération

opdracht, taak

une mission

hulp, ondersteuning

un assistance

gezondheid-, sanitair

sanitaire

ontwikkelingswerk(st)er

un(e) coopérant(e)

vrijwillig

volontaire

overzees

d'outre-mer

gelegen zijn

être situé

buiten

hors de

te vergelijken met

comparable à

Europees Frankrijk

la France métropolitaine

overzees gebiedsdeel

une collectivité d'outre-mer

gegeven

une donnée

oppergezag

la souveraineté

genieten, bezitten

jouir de

(ver)kiezen

élire

verbreiden

répandre

enerzijds..., anderzijds...

d'une part..., d'autre part...

verovering

une conquête

officiële taal

la langue officielle

instelling, instantie

un organisme

(ver)spreiding, verbreiding

la diffusion

spreker/spreekster

un locuteur, une locutrice

moedertaal

la langue maternelle

Franstalig gedeelte van Zwitserland

la Suisse romande

Wallonië

la Wallonie

Ivoorkust

la Côte d'Ivoire

tweede officiële taal

co-officielle

onderwijstaal

la langue d'enseignement

ambtelijke taal

la langue administrative

voertaal

la langue véhiculaire

met elkaar in aanraking komen

so côtoyer

toegang

un accès

maatschappelijke emancipatie

la promotion sociale

vreemde taal

une langue étrangère

school-, onderwijs-

scolaire

bijdragen tot

contribuer à

verbreiding, verspreiding

la propagation

teruggang

le recul

ten gunste van

au profit de

taalgebied

un espace linguistique

verenigen, omvatten

regrouper

gemeenschap

une communauté

gebruik

un usage

verscheidenheid

la diversité

taaleenheid

un ensemble linguistique

(be)dreiging

une menace

alomtegenwoordigheid

l'omniprésence

bewustzijn

la conscience

Franstalig

francophone

ontwaken, weer opleven

se réveiller

beweging

un mouvement

(hoge) vlucht, (snelle) ontwikkeling

un essor

zich voorzien van, zich uitrusten met

se doter de

Hoge Raad van de francophonie

le Haut-Conseil de la francophonie

top(ontmoeting)

un sommet

versterken, uitbreiden

intensifier

de basis leggen

jeter les bases

wezenlijk

essentiel(le)

bevordering, promotie

une promotion

hulp, ondersteuning

un soutien

duurzaam

durable

uitzenden

émettre

overdrager, overbrenger

un vecteur

verzamelen, bijeenbrengen

rassembler

wedstrijd

une épreuve

weerspiegelen, weergeven

refléter

zich onderscheiden van

se distinguer de

aansnijden, aanroeren

aborder


zich vermengen met

se mêler à

schrijver/schijfster, auteur

un écrivain, une femme écrivain.