Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
53 Cards in this Set
- Front
- Back
ambachtsman
|
iemand die een product maakt met zijn handen en gereedschap
|
|
bevolkingsdichtheid
|
het aantal mensen dat in een bepaald gebied woont
|
|
burger
|
inwoner van een stad (alle burgers samen noem je de burgerij)
|
|
centraal bestuur
|
een gebied wordt steeds meer bestuurd vanuit één centrale plaats, daar worden wetten gemaakt
|
|
dichtbevolkt
|
waar veel mensen wonen
|
|
dorp
|
een woonplaats met minder dan 10.000 inwoners
|
|
dunbevolkt
|
waar weinig mensen wonen
|
|
feit
|
iets wat echt waar is
|
|
file
|
rij van wachtende of langzaam rijdende auto's
|
|
forens
|
iemand die in een andere plaats woont dan waar hij of zij werkt
|
|
grondgebruik
|
wat mensen met een stuk grond doen
|
|
Hanze
|
een groep samenwerkende handelaren
|
|
historisch feit
|
iets wat echt gebeurd is in het verleden
|
|
hoofdverbindingen
|
de belangrijkste autosnelwegen, spoorlijnen en waterwegen
|
|
landelijk gebied
|
platteland
|
|
markt
|
de plak waar mensen dingen kopen en verkopen
|
|
marktplaats
|
de plaats waar makrt wordt gehouden
|
|
middeleeuwen
|
historisch periode die duurde van 500 tot 1500 (= tijd van de monniken en ridders + tijd van steden en staten)
|
|
stad
|
tegenwoordig: een woonplaats met meer dan 10.000 inwoners
|
|
stedelijk gebied
|
gebied met veel steden
|
|
textiel
|
de stof waar bijvoorbeeld kleren van gemaakt zijn (zoals wol, linnen, katoen)
|
|
tijd van steden en staten
|
historisch tijdvak dat duurde van 1000 to 1500
|
|
verstedelijking
|
als veel mensen van het platteland naard e stad verhuizen
|
|
voorzieningen
|
diensten waar mensen gebruik van maken
|
|
woon-werkverkeer
|
verkeer tussen woning en werk
|
|
waarom wonen en werken er veel mensen in stedelijke gebieden
|
er is veel werk, zijn veel voorzieningenl
|
|
Noem een paar stedelijke voorzieningen
|
bioscopen, ziekenhuizen, winkels, restaurants
|
|
noem een paar kenmerken van een stedelijk gebied
|
steden dicht bij elkaar
veel voorzieningen veel werk veel verkeer veel mensen |
|
wat is het tegenovergestelde van een stedelijk gebied?
|
landelijk gebied
|
|
wat is het tegenovergestelde van een landelijk gebied?
|
stedelijk gebied
|
|
Wat is kenmerkend voor een landelijk gebied?
|
Ver van de stad
wonen weinig mensen weinig voorzieningen minder werk grond wordt gebruik voor landbouw of is natuurgebied |
|
Hoe kan je het grondgebruik in nederland opdelen?
|
landbouwgrond
natuurgebied woongebied industrie- en havengebied water |
|
Van welk soort grondgebruik is er in nederland het meest?
|
landbouwgrond (57%)
|
|
Hoe zorgde de groei van de landbouw voor een groei in de handel?
|
gebruik mest > hogere opbrengste landbouw > overschot voedse > verkopen op de makrt > meer mensen
|
|
Noem een paar soorten ambachtslieden
|
bakker, slager, timmerman, schoenmaker
|
|
waarom wilden de ambachtslieden dicht bij de markt wonen
|
konden ze makkelijk hun spullen verkopen
|
|
waar bestond het werk van een handelaar uit?
|
koopt spullen en verkoopt ze met winst ergens anders (verschillende markten)
|
|
Waarom gingen handelaren in een Hanze samenwerken?
|
Ze helpen elkaar en verdienden op die manier meer geld. Ze werden rijker
|
|
In welke landen waren Hanzesteden?
|
België, Nederland, Duitsland, Denemarken
|
|
Noem een paar Hanzesteden in Nederland
|
Kampen, Deventer, Zutphen
|
|
Waar kan je markten vinden?
|
Bij plekken waar veel soorten verkeer mogelijk en waar veel mensen komen
|
|
Wat voor relaties hadden ambachtslieden en handelaren met elkaar?
|
Handelaren kochten producten van de ambachtslieden en verkochten ze zelf dan weer door. Zo hoefden de ambachtslieden niet zelf naar de markt om hun spullen te verkopen. Ze hielden meer tijd over om nog meer spullen te maken.
|
|
Hoe veranderden marktplaatsen in steden?
|
Voor de veiligheid maakten ze muren om de marktplaatsen en de gebieden eromheen.
|
|
Wanneer was de tijd van de monniken en ridders?
|
500 - 1000
|
|
Hoe was het leven in een middeleeuwse stad?
|
kleine straten, druk, dieren op straat, afval op straat en in grachten, poep en pies overal
|
|
Hoe veranderde de economie in de tijd van steden en staten?
|
er ontstond de landbouwstedelijke samenleven. Mensen in stad werkte samen met boeren. Mensen betaalde met geld. Met geld konden boeren weer spullen in de stad kopen > ontstond handel
|
|
Waar was Graaf Floris V om bekend?
|
veroverde groten gebieden van edelen.
Gaf burgers veel rechten Liet kastelen bouwen om z'n gebied te beschermen |
|
Waar wordt de Ridderzaal nu voor gebruikt?
|
Prinsjesdag, troonrede.
|
|
Wat veranderde naast de economie nog meer in de tijd van de steden en staten?
|
de politiek. Er ontstond een centraal bestuur
|
|
Hoe onstond een centraal bestuur in de middeleeuwen?
|
In steden moesten afspraken gemaakt worden (wetten). Deden burgers zelf. Koningen kregen weer de macht en maakten ook wetten en lieten mensen belasting betalen.
|
|
Wat is personenvervoer
|
Vervoer van mensen (bijv met auto's of bussen, fiets of trein)
|
|
Waarom reizen mensen nu vaker dan vroeger?
|
Reizen kostte vroeger veel geld en tijd.
Vroeger werkte de mensen waar ze woonden. Nu werken ze vaak ergens anders. |
|
Wat voor soorten hoofdverbindingen zijn er?
|
Snelwegen, spoorlijnen, waterwegen, luchtwegen.
|