Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
81 Cards in this Set
- Front
- Back
Armoede?
|
als iemand niet aan basisbehoeften kan komen.
|
|
basisbehoeften?
|
-eten&drinken
-een huis -onderwijs -en gezondheidszorg |
|
beroepssector
|
groep beroepen die bij elkaar horen
|
|
consument
|
iemand goederen en diensten koopt
|
|
consumeren
|
goederen of diensten kopen
|
|
diensten
|
werk dat bestaat uit iets voor iemand doen
|
|
economie
|
alles wat met inkomsten en uitgaven te maken heeft
|
|
Armoede?
|
als iemand niet aan basisbehoeften kan komen.
|
|
goederen
|
spullen, producten om te verkopen
|
|
basisbehoeften?
|
-eten&drinken
-een huis -onderwijs -en gezondheidszorg |
|
hunebed
|
grafkamer van op elkaar gestapelde stenen =, bedekt met zand, aarde en gras
|
|
industrie
|
hier worden producten in fabrieken gemaakt
|
|
beroepssector
|
groep beroepen die bij elkaar horen
|
|
consument
|
iemand goederen en diensten koopt
|
|
consumeren
|
goederen of diensten kopen
|
|
diensten
|
werk dat bestaat uit iets voor iemand doen
|
|
economie
|
alles wat met inkomsten en uitgaven te maken heeft
|
|
goederen
|
spullen, producten om te verkopen
|
|
hunebed
|
grafkamer van op elkaar gestapelde stenen =, bedekt met zand, aarde en gras
|
|
industrie
|
hier worden producten in fabrieken gemaakt
|
|
inkomsten
|
geld dat je krijgt of verdient
|
|
jager-verzamelaars
|
mensen die leven vaan visangst en het verzamelen van voedsel in de natuur
|
|
landbouwrevolutie
|
de verandering van jagen-verzamelaars naar landbouw
|
|
levensomstandigheden
|
manier van leven
|
|
nomaden
|
rondtrekkende mensen zonder vaste woonplaats
|
|
overeenkomst
|
wat het zelfde is
|
|
periode
|
een gedeelte van de tijd, de geschiedenis is ingedeeld in vijf periodes
|
|
prehistorie
|
eerste historische periode tot 3000 v.C (=tijd van de jagers en boeren
|
|
revolutie
|
een groot, belangrijke verandering
|
|
rijkdom
|
als mensen rijk
|
|
tijd van de jagers en boeren
|
eerste tijdvak tot 3000 v.C (= prehistorie
|
|
tijdvak
|
de geschiedenis is ingedeeld in tien vakken
|
|
uitgaven
|
geld dat je uitgeeft
|
|
vergelijken
|
overeenkomsten en verschillen vaststellen
|
|
verschil
|
iets wat anders is
|
|
Hoe leefden de jager-verzamelaars?
|
Leefden van plek tot plek
Voedsel uit natuur dmv jagen, vissen en verzamelen. |
|
welvaart
|
rijkdom, als mensen genoeg geld hebben voor hun basisbehoeften of meer
|
|
Hebben jager-verzamelaars een vaste woonplek?
|
Nee
|
|
wat zijn de 4 basisbehoeften?
|
1. eten en drinken
2. een huis. 3. onderwijs 4.gezondheidszorg |
|
waar zijn er meen mensen van arm of rijk?
|
Arm
|
|
noem 3 dingen van gezondheidszorg
|
1. dokter
2. tandarts 3. orthodontist |
|
Arme landen hebben ook scholen, ziekenhuizen en winkels. Waarom kunnen mensen in die landen en toch vaak geen gebruik van maken?
|
Ze hebben er geen geld voor of de voorzieningen zijn veel te ver weg.
|
|
hoe leef je als je geen geld hebt voor je basisbehoefte?
|
In slechte levensomstandigheden
|
|
Hoe noemden we de eerste mensen hun eten uit de natuur haalden?
|
jagers-verzamelaars
|
|
Hoe kwamen de eerste mensen aan eten?
|
Ze haalden eten uit de natuur
|
|
wat verzamelde ze vooral?
|
noten, eetbare planten, bessen en vruchten
|
|
waar jaagde ze meestal op?
|
op kleine dieren zoals; konijnen vossen maar soms op grote dieren zoals; rendieren, wolharige neushoorns of bizons
|
|
Hoe kwamen zij nog meer aan eten?
|
Door te vissenn,
|
|
Wat is er meestal afgebeeld in een groottekening?
|
Dieren.
|
|
Wat voor soort dieren tekende men zoal in de grotten?
|
paarden, bizons, herten, mammoeten, rendieren, neushoorns en wilde zwijnen.
|
|
We wisten niet zeker waarom ze dieren tekende maar wat denken wij?
|
Dat ze dachten dat dieren een soort tovermiddel was. dat als je ze tekent dat ze dan makkelijker te vangen zijn.
Of misschien vonden ze het wel gewoon mooi. |
|
Hoeveel mensen leefde ongerveer in een groep van Jagers-verzamelaars? En wat kan je over deze groep zeggen?
|
15-40 mensen. Iedereen was familie van elkaar.
|
|
Wat deden de jagerverzamelaars als er op een plek geen voedsel meer was?
|
Naar een andere plek gaan waar wel voedsel is.
|
|
Hoe noemen je mensen zonder vaste woonplaats?
|
nomaden.
|
|
Wat is gezondheidszorg
|
De gezondheidszorg zijn activiteiten die gericht zijn op verbetering van de gezondheid van de mensen
|
|
Wat betekent het voor de mensen als ze leven in welvaart?
|
Dat ze genoeg geld hebben voor hun basisbehoeften.
|
|
Waarom hadden de Jagerverzamelaars niet veel bezit?
|
Ze moesten alles meedragen dus dat kon niet veel zijn.
|
|
Wat zijn zoal uitgaven?
|
Eten, kleding, huur, hypotheek, kosten voor elektriciteit, water, internet.
|
|
Wat kan je zeggen over de rijkdom van de mensen in een groep van jagerverzamelaars?
|
Iedereen was even arm/rijk. Geen onderlinge verschillen want alles werd gedeeld.
|
|
Beschrijf hoe de landbouwsamenleving tot stand kwam.
|
Rond 10.000 vC. leerde men zaaien. Mensen hoefden minder rond te trekken voor hun eten (akkers). Men ging ook dieren houden => niet meer jagen. Jagerverzamelaars werden boeren => leefden in dorpen bij hun akkers en vee.
|
|
Hoe kwamen mensen aan hun voedsel? Jagerverz. Landbouwsamenleving?
|
J: jagen en vissen
L: dieren fokken, planten kweken |
|
Waar leefden de mensen?
Jagervz. Landbouws. |
J: van plek tot plek
L: in een drop bij akkers/dieren/vee. |
|
Hoe kwam het verschil in rijkdom min of meer tot stand?
|
Doordat mensen na de landbouwrevolutie vast woonplekken kregen konden ze ook meer spullen bewaren => bezitten. Daardoor hadden sommige mensen meer bezit dat anderen.
|
|
Wanneer en waar leefden de Hunebedbouwers?
|
vanaf 3500 vC in Drenthe.
|
|
wanneer is de prehistorie?
|
ouder dan 3000 v.C.
|
|
Wanneer was de 'oudheid'?
|
1-500 n.C.
|
|
Wanneer waren de middeleeuwen?
|
500-1500 n.C.
|
|
Wanneer was de vroeg-moderne tijd?
|
1500-1800
|
|
Wanneer was de moderne tijd?
|
1800-nu
|
|
Wie begroef men in de Hunebedden?
|
Belangrijke dorpsbewoners.
|
|
Hoe begroeven de boeren de mensen in Hunebedden?
|
Onder stapels grote stenen met potten waarin ze allerlei spullen stopten. Soms eten en sieraden. Ook wapens en gereedschap => geloofden dat ze het nodig hadden na de dood.
|
|
Wat is het verschil tussen landbouw in rijke landen en in arme landen?
|
In arme landen is de opbrengst voor de mensen zelf. Die eten er zelf van. In rijke landen is landbouw voor een groot deel voor de export.
In arme landen is er vaak geen geld voor machines. |
|
Wat zijn de problemen bij grote boerenbedrijven in arme landen?
|
Meeste voedsel wordt geëxporteerd. De eigenaar verdient veel geld maar de arbeiders blijven vaak erg arm.
|
|
Wat is het nadeel voor een boer van het werken op een klein eigen bedrijf?
|
Kans op misoogst => geen inkomsten
|
|
Wat is het voordeel voor een boer van het werken op een klein eigen bedrijf?
|
Grote vrijheid
|
|
Waarom zou een boer willen werken op een groot bedrijf van een ander?
|
Vast loon => vaste inkomsten
|
|
Wat zijn industriële samenlevingen?
|
Meer dan de helft van de mensen wonen in steden met industrie
|
|
Noem een paar beroepen die tot de dienstensector behoren.
|
timmerman
schoonheidsspecialist minister parkeerwachter. |
|
Werken in rijke mensen meer of minder mensen in de dienstensector dan in arme landen?
|
Meer. In arme landen doen mensen vooral arbeidsintesief werk (fabriek, landbouw).
|
|
Hoeveel jaar geleden begon in nederland ongeveer de landbouwsamenleving?
|
5000 jaar geleden.
|
|
Rond welke stad ontstond de landbouwsamenleving?
|
Nijmegen
|