Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
20 Cards in this Set
- Front
- Back
Rechten: |
iets wat je mag |
|
Plichten: |
iets wat je moet |
|
Burgers: |
alle inwoners van een land
|
|
dader: |
iemand die iets heeft gedaan |
|
Strafbaar: |
Een overtreding |
|
MisdaaD: |
Een ernstig strafbaar feit |
|
Officier van justitie: |
Iemand die bij een rechtbank schuld van verdachte te bewijzen |
|
Gedogen: |
Niets doen tegen het overtreden van een wet |
|
Advocaat: |
iemand die in de rechtbank een verdachte verdedig |
|
Standen: |
Groepen in samenleving 1e stand: geestelijkheid 2e stand: adel 3e stand: burgers |
|
Guillotine: |
Valbijl |
|
Patriotten: |
Groep Nederlanders die meer macht voor het volk wilden |
|
Regeringsleider: |
Het hoofd van de regiring, bijvoorbeeld een minister-president |
|
Staatssecretaris: |
Onderminister, bestuurder van een land |
|
Recht: |
Iets dat je mag |
|
Plicht: |
Iets wat je moet |
|
Natie: |
Volk, een grote groep mensen, bijvoorbeeld het volk van Nederland |
|
Misdadiger: |
Dader van een ernstig feit |
|
Franse revolutie: |
Opstand in Frankrijk tegen de koning in 1789 |
|
Burgers: |
Alle inwoners van een land |