Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
87 Cards in this Set
- Front
- Back
Definitie acute gastritis
|
kortdurige nadelige invloed op maagmucosa
|
|
Oorzaken acute gastritis
|
uiteenlopende factoren:
- ASA - ijzer - CS - acute HP infectie - alcohol |
|
Belangrijk gevolg van acute gastritis
|
Hoge GI bloeding
|
|
Acute gastritis veroorzaakt hoeveel % van hoge GI bloedingen?
|
30 %
|
|
Definitie chronische gastritis
|
Een histologische diagnose met 3 grote categorieën:
A(uto-immuun) B(acterieel) C(hemisch) |
|
Auto-immune gastritis veroorzaakt door
|
antistoffen tegen IF of pariëtaalcellen
|
|
Prototype van Auto-immune gastritis bij
|
pernicieuze anemie
|
|
Pernicieuze anemie
|
macrocytaire anemie door defecte aanmaak IF waardoor geen vitB12-opname mogelijk
|
|
Oorzaken pernicieuze anemie
|
Crohn
chronische gastritis pigmentstoornis |
|
Auto-immuun gastritis tast welk deel aan?
|
Corpus
|
|
Chemische gastritis tast welk deel aan?
|
vnl antrum
|
|
Oorzaken chemische gastritis
|
Galreflux
NSAID gekruid of sterk gezouten voeding hoge alcoholinname |
|
Letsels bij chemische gastritis
|
hyperemie
erytheem oedeem erosie foveolaire hyperplasie reactieve epitheelcelveranderingen |
|
D/ chemische reactieve gastritis moet steeds gecorreleerd met
|
kliniek (zie O/)
|
|
Speciale vormen chronische gastritis
|
post-gastrectomie
lymfocytair granulomateus eosinofiel focaal actief |
|
denk bij lymfocytaire gastritis aan
|
coeliakie
|
|
denk bij granulomateuze gastritis aan
|
Crohn
|
|
denk bij focaal actieve gastritis aan
|
Crohn bij kinderen
|
|
lymfocytaire gastritis gedefinieerd door
|
meer dan 25% lymfocyten per 100 epitheelcellen
|
|
peptisch ulcus tgv H. Pylori bij hoeveel besmettingen?
|
1/6 HP-besmette personen
|
|
Chronische ontsteking tgv HP zeer waarschijnlijk rechtstreeks oorzaak van
|
B-cel MALT lymfoom
|
|
B-cel MALT lymfoom gedraagt zich biologisch als
|
lage graad maligne
|
|
Chronische gastritis type B geeft ook nog aanleiding tot
|
intestinale metaplasie met ontwikkeling van adenocarcinoom van de maag
|
|
Omschrijf de HP-bacterie
|
Spiraalvormig
Gram-negatief Ureaseactiviteit 4-6 flagellen micro-aërofiel |
|
Transmissie van HP
|
waarschijnlijk oro-oraal of faeco-oraal
|
|
Welke varianten zijn meer infectieus/aggressief?
|
VacA (vacuolating toxin)
CagA (cytotoxin associated protein) |
|
Beschrijf een acute infectie met HP
|
Enkele dagen acuut ziektegevoel, nausea, braken, bovenbuikpijn.
Enkele weken hypochlorhydrie. |
|
Beschrijf de microscopische beelden bij chronische gastritis type B
|
gedaalde slijminhoud cellen
discrete uniforme kernvergroting toegenomen mitotische activiteit gemengd ontstekingsinfiltraat lamina propria (neutro, plasmacellen, lymfocyten) |
|
Prevalentie van HP bij duodenaal ulcus
|
100%
|
|
Prevalentie HP bij maagulcus (en overige % door?)
|
80%
(20% door NSAID-gebruik) |
|
Geef de 3 argumenten voor de relatie tussen HP en ulcus?
|
- hoge prevalentie
- eradicatie lijdt tot verdwijnen ulcus - eradicatie doet neiging tot recidief verdwijnen |
|
Ontwikkelt elke patiënt met HP een ulcus?
|
Nee, er zijn invloeden:
- stam (CagA, VacA) - bijkomende RF (NSAID) - genen |
|
D/ HP-infectie
|
- CLO test
- IHC (zilver) - ureaseademtest - serologie - cultuur (antibiogram) |
|
Voordeel van IHC in HP D/
|
risico voor carcinoom en uitgebreidheid/ernst bepalen
|
|
CLO-test:
|
gebruikt ureaseactiviteit om via pH-gebonden kleurreactie HP aan te tonen
|
|
R/ HP infectie
|
- PPI
- 2 AB: augmentine of tetracycline met metronidazole of azythromycine |
|
Duur van R/ HP
|
1 week tot 10d
|
|
succes van R/ HP
|
85%
|
|
R/ resistente HP
|
Trikalium dicitratobismuthaat + PPI + 2 AB
|
|
NE van trikalium dicitratobismuthaat
|
Zwarte stoelgang: waarschuw pt
|
|
Definitie ulcus
|
scherp begrensde onderbreking van de mucosa die doorheen de muscularis mucosae heen dringt
|
|
definitie peptisch ulcus
|
ulcus waar mucosa in contact komt met zuur/pepsine
|
|
vb van plaatsen voor peptisch ulcus
|
- maag
- duodenum - peptische oesofagitis - jejunum (ZE of gastrojejunostomie) - ileum (Meckel) |
|
lokalisatie van peptisch ulcus in maag
|
meestal thv de kleine curvatuur
soms overgang antrum-corpusmucosa |
|
lokalisatie duodenaal ulcus meestal
|
binnen de 2 cm postpylorisch
|
|
Peptisch ulcus per geslacht
|
meer mannen
|
|
Peptisch ulcus per lokalisatie
|
2,5 keer meer bulbair
|
|
Pathogenetische factoren in peptisch ulcus
|
- HP
- maagzuur - NSAID |
|
Pathogenese van duodenaal ulcus in HP
|
- antrumgastritis tgv HP
- corpus produceert meer zuur tgv gebrekkige inhibitie van gastrine - leidt tot metaplasie bulbus tot maagmucosa - HP infecteert en geeft duodenaal ulcus |
|
pathogenese van maagulcus in HP
|
- pangastritis leidt tot atrofie
- meestal antraal ulcus |
|
Argumenten voor rol van maagzuur in peptisch ulcus
|
- ZE geeft vrijwel steeds ulcers
- PPI's genezen ulcers - minimumhoeveelheid zuur noodzakelijk |
|
Mechanismen van NSAID-gerelateerd ulcus
|
- Irritatie maagmucosa
- Verminderde barrière tgv PG-inhibitie |
|
S/ peptisch ulcus
|
- knagende bovenbuikpijn 2 tot 3u na maaltijd (niet gebufferd)
- 1u na maaltijd wanneer pylorisch - minder uitgesproken bij ouderen - atypisch: anorexie, speekselvloed, nausea |
|
D/ peptisch ulcus
|
Anamnestisch vermoeden
KO: epigastrische drukpijn Endoscopie met biopsie Rx SMD contrast HP-status |
|
Terreinen van R/ peptisch ulcus
|
- ulcus zelf (symptoom)
- ulcusziekte |
|
R/ peptisch ulcus
|
Hygiënodiëtisch (koffie, thee, cola, NSAID, roken, ASA)
PPI's, H2blokkers |
|
R/ ulcusziekte
|
HP-eradicatie
continue PPI's HK |
|
HK voor ulcusziekte
|
Supraselectieve vagotomie met sparen hepatische tak en tak van Latarjet (dd-bezenuwing)
|
|
Verwikkelingen van peptisch ulcus
|
- bloeding
- perforatie - stenose |
|
2 vormen van perforatie bij maagulcus
|
- gedekt
- vrij |
|
Definitie van perforatie bij ulcus
|
Maag-duodenumwand wordt door alle lagen heen doorbroken met peritonitis als gevolg
|
|
Vrije perforatie tgv ulcus meestal thv
|
voorvlakte D1 of pyloor
|
|
Evolutie van vrije perforatie
|
- epigastrische pijn, diafragmaprikkeling
- chemische peritonitis (diffuse pijn) - septische peritonitis (6u) - septische shock (2d) - MOSF |
|
Evolutie gedekte perforatie
|
- continue epigastrische pijn
- gelokaliseerde peritonitis (1-4u) - mits R/ verdwijnen S/ (5-6d) |
|
S/ perforatie
|
- continue epigastrische pijn met uitstraling naar rug
- plankharde buik |
|
D/ perforatie bij ulcus
|
GEEN endoscopie
KOZ Rx abdomen, diafragma CT (DD!) Rx colon gastrografine (DD) Rx SMD gastrografine (niet standaard) |
|
R/ gedekte perforatie bij ulcus
|
Conservatief: NPO, maagsonde in suctie, IV vocht, AB en PPI
|
|
R/ vrije perforatie bij ulcus
|
Laparotomie: sluit perforatie, peritoneale lavage en drainage.
PPI, AB na 6w controle endoscopie |
|
Prognose voor gedekte perforatie, vrije perforatie
|
Goed voor gedekt.
Afhankelijk van ASA-klasse en tijdstip HK voor vrij: - 12-24h: 2-3% mortaliteit - meer dan 24h: 20% mortaliteit |
|
Bloeding bij ulcus verantwoordelijk voor hoeveel % van hoge GI bloedingen?
|
50
|
|
S/ bloeding bij ulcus
|
30% melena
20% hematemesis 50% beide 5% hematochezia (RBPA) |
|
Meer kans op bloeding bij ulcus door
|
NSAID
|
|
R/ acute hoge GI bloeding bij ulcus
|
endoscopische lasercoagulatie, adrenaline injectie of overhechting.
IV PPI |
|
R/ bloeding bij ulcus indien geen hemostase verkregen wordt
|
Billroth II of excisie bloedend maagulcus.
|
|
FU na acute hoge GI bloeding tgv maagulcus
|
6 w later endoscopie met biopsie
|
|
Pathogenese van stenose tgv ulcus
|
Recidiverende ulcussen leiden tot sclerose van de wand, met aantasting van spier en vernauwing van het lumen. Dit alles wordt verder verergerd door oedeem.
|
|
Oorzaken van stenose van de maag + positie
|
Tumor: vnl cardia, corpus
Ulcus: vnl pylorus, antrum en bulbus |
|
Stenose van de maag vaker tumor of ulcus?
|
tumor
|
|
graden van stenose in de maag
|
- volledig
- onvolledig (doorgankelijk voor vloeistoffen) |
|
gevolg van onvolledige stenose
|
vaste stoffen stagneren en vormen bezoar.
Proximaal ontstaan functiestoornissen en oedeem. |
|
phytobezoar samengesteld uit
|
cellulose van de vezelstoffen in fruit en groenten
|
|
S/ stenose van de maag
|
- Dehydratatie/hypovolemie
- dysfagie (cardiastenose) - krampende pijn en braken (corpus) - braken en opgezet epigastrium, plasgeruis (antrum, pyloor, bulbus) |
|
D/ stenose van de maag
|
Rx AE
Endoscopie en biopsie na suctie Rx SMD als geen endoscopie mogelijk |
|
R/ stenose maag in eerste instantie (conservatief)
|
IV vocht en elektrolyten
maagtube in suctie (7d) NPO en TPN PPI of H2B (ulcusbehandeling) |
|
Positieve evolutie van conservatieve R/ maagstenose
|
spontane regressie naar substenose en aanvang etiologische R/
|
|
R/ HK in maagstenose bij
|
tumor
blijvende stenose |
|
Opties in HK R/ maagstenose
|
- selectieve vagotomie met pyloroplastie of gastrojejunostomie
- Billroth 1 (antrectomie) + vagotomie - Billroth 2 met Roux-in-Y |