• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/181

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

181 Cards in this Set

  • Front
  • Back
l'asile (m)
het tehuis
revêtir
bekleden , aannemen {1x2}
étourdi
onbezonnen , onnadenkend; verstrooid {1x2}
les cahots
de hobbels (in de weg)
subvenir à
voorzien in , tegemoet komen {1x2}
tout compte fait
alles welbeschouwd
le jacassement
het luidruchtig gekwebbel; het luidruchtig geklets
assourdir
verdoven , dempen {1x2}
la perruche
de kletskous
le disparu, la disparue
de overledene {m en f invullen}
blanchir qqch à la chaux
iets witten
la verrière
het glazen dak
le chevalet
de schraag {heeft nog meer betekenissen}
se détacher
zich aftekenen {niet profiler of trancher invullen}
le brou de noix
de notenbeits
bégayer
stamelen , stotteren {niet balbutier of bredouiller 1x2}
tortiller
ineendraaien , verfrommelen {1x2}
le frelon
de horzel
bourdonner
gonzen , brommen {1x2}
le corbillard
de lijkwagen
indigent
armlastig , behoeftig {1x2}
le commutateur
de schakelaar
l'éclaboussement (m)
de bespatting , het bespatten {1x2}
au fond
eigenlijk , in wezen {1x2}
le cordon
het koord , het band {1x2}
dodeliner de la tête
knikkebollen
renifler
snuiven
le clappement
het geklak (bv van tong); het geklak (bv van de tong)
l'arrachement (m)
het losrukken
le remue-ménage
de bedrijvigheid
les pompes funèbres
de begrafenisonderneming
en l'espèce (f)
in casu , in het onderhavige geval {1x2}
l'encensoir (m)
de wierookbrander
oblong, oblongue
langwerpig {m en f invullen}
le plumier
de pennendoos
l'ordonnateur (m)
de leider , de regelaar {1x2}
emprunté
stijf , onnatuurlijk {niet raide 1x2}
la calotte
de kap
ôter
wegnemen , afnemen {1x2}
tire-bouchonner
slobberen
le soulier
de schoen
l'étoffe (f)
de stof , het weefsel {1x2}
truffer
volstoppen
ballant
slap neerhangend
ourler
zomen
la trêve
de wapenstilstand; de rust , de pauze {1 , 1x2}
claudiquer
mank lopen , hinken {1x2}
éventer
koelte toewaaien; aan de frisse lucht blootstellen , ventileren {1, 1x2}
ça tape
het is (stikkend) heet
insoutenable
onhoudbaar , onverdraaglijk {1x2}
la boue
de modder
gluant
plakkerig; kleverig {niet visqueux}
le crottin
de paardenvijg
l'encens (m)
de wierook
la nuée
de wolk
l'insolation (f)
de zonnesteek
l'énervement (m)
de zenuwachtigheid , de gejaagdheid {1x2}
la passe
de doorvaart , het zeegat {1x2}
le traversin
het langwerpig hoofdkussen , het rolkussen {1x2}
à l'abandon (m)
verwaarloosd
empêtrer
verward doen raken; verwarren
raide
stijf , stug {dus niet alleen steil 1x2}
le canotier
de platte strohoed
bondé
propvol {niet comble}
tout à l'heure
straks of zoëven
la sciure
het zaagsel
se découvrir
opklaren {hier van de lucht}
la rabarde
de reling , de balustrade {1x2}
affluer
toestromen
déverser
uitstorten , lozen {1x2}
dépouiller
onderzoeken , nauwkeurig bestuderen {niet beroven dus 1x2}
le cargo
het vrachtschip
en nage
bezweet
l'épagneul(e)
de spaniel
la croûte
de korst {onder andere}
buter
struikelen {niet trébucher}
chercher des histoires à qqn
mot met iemand zoeken
le taquet
de stomp {vermoedelijk, stond niet in van Dale}
le boudin
de bloedworst
avoir sa conscience pour soi
er ondanks alles zeker van zijn naar eer en geweten te hebben gehandeld
le mont-de-piété
het pandjeshuis , de lommerd {1x2}
charbonner
verkolen , walmen {1x2}
la cage d'escalier
het trappenhuis , het trapgat {1x2}
manquer à qqn
iemand niet met het verschuldigde respect bejegenen
doucereux
zoetsappig , poeslief {1x2}
le mégot
de peuk
la fine
de brandewijn
la charogne
het kreng , het loeder {1x2}
la baraque foraine
de kermistent , de kermiskraam {1x2}
la fourrière
het asiel
dévier
van richting veranderen
mâchonner
mummelen , prevelen {1x2}
le vaudeville
de klucht , het blijspel {1x2}
furtif; furtif , furtive
steels , heimelijk {1x2}
l'écaille (f)
de huidschilfer; het schild van de schildpad {2x}
dévaler
snel naar beneden komen , tuimelen {niet dégringoler 1x2}
éparpiller
verspreiden , verstrooien {1x2}
somnolent
slaperig of verborgen {1 of 1}
épatant
te gek , onwijs gaaf {1x2}
faire la planche
op zijn rug drijven
visqueux
kleverig {niet gluant}
l'aplomb (m)
de loodrechte stand
la chauffe
de verhitting
bleu de chauffe
stokersoverall
jusque-là
tot zover , tot daar aan toe {1x2}
jusqu'à...inclus
tot en met
l'allure (f)
het tempo; de houding {verschillende betekenissen 2x}
taillader
snijden , inkepen {niet entailler 1x2}
tenir qqn en respect
iemand in bedwang houden
le sparadrap
de hechtpleister
contrarier
tegenwerken; ergeren , hinderen {niet gêner 1,1x2}
le roseau
het riet
la poche revolver
de kontzak , de achterzak {1x2}
descendre qqn
iemand neerschieten
retentir
weerklinken; galmen van , vervuld worden van {1,1x2}
aborder
bereiken; aanspreken , beginnen; aanklampen; landen {1,1x2}
la pluie aveuglante
de verblindende overvloed {hier dus niet de regenbui}
le type
de kerel , de vent {1x2}
gicler
spatten
étincelant
schitterend , stralend {1x2}
le glaive
het zwaard
charrier
met zich meevoeren
l'ardeur (m)
de hitte
entrer dans le vif du sujet
tot de kern van de zaak komen
la paresse
de luiheid
se carrer
op zijn gemak gaan zitten
le classeur
de archiefkast of de ordner {of}
exhorter
aansporen {niet animer}
la natte
de slaapmat; de vlecht {2 heel verschillende betekenissen}
la punaise
de luis {heeft ook een zelfde betekenis als in het nederlands}
la nausée
de misselijkheid , de afschuw {1x2}
perpétuel
eeuwigdurend , levenslang {1x2}
l'incrustation (f)
de inzetting , de inleg {bv van sieraden 1x2}
la fêlure
de barst {ook figuurlijk}
ébrécher
scherven of stukken doen springen of slaan van; stukken of scherven doen slaan of springen {dus bijvoegl. met stukken eruit}
le grain
het graan , de graankorrel; de ruwheid , de nerf {2e betekenis van bv een oppervlak 2x2}
le fait divers
het nieuwtje
déferler
binnenstromen; breken van golven {2 betekenissen}
la gamelle
de etensbak
le cortège
de stoet , de optocht {1x2}
plein à craquer
tot barstens toe vol
le trac
de plankenkoorts , de examenvrees; de angst , de zenuwen {2x2}
le prétoire
de rechtszaal , de rechtbank {1x2}
le parricide
de vadermoord of moedermoord
la belette
de wezel
câbler
kabelen , overseinen , telegraferen {1x3}
vrombir
ronken; zoemen , gonzen {de 1e van motoren, de 2e van insecten 1,1x2}
la toque
de baret {bv van rechter}
définissable
definieerbaar , bepaalbaar {1x2}
la sentence
het vonnis , de uitspraak {1x2}
tresser
vlechten
décliner ses nom, prénoms, titres et qualités
zijn personalia opgeven
la minutie
de nauwkeurigheid
les conciliabules
het gesmoes , het gesprek op fluistertoon {1x2}
l'audition (f) des témoins
het getuigenverhoor
tonner
bulderen , tekeergaan {1x2}
péremptoire
afdoend , geen tegenspraak duldend {1x2}
citer
dagvaarden {dus niet alleen noemen of eervol vermelden}
la suspension
de verdaging {nog meer betekenissen!}
la barre
de balie {betekenis in de rechtbank}
enjoindre
gelasten , bevelen {1x2 niet intimer}
la débauche
de losbandigheid , de zedeloosheid {1x2}
inqualifiable
ongehoord {niet insolite}
détendu
kalm , ontspannen {1x2}
la clarté
de helderheid {niet luminosité}
posément
kalm
le forfait
de misdaad , het misdrijf; de vaste prijs , het vaste bedrag {2x2}
accabler
overladen {extra betekenis}
les circonstances atténuantes
de verzachtende omstandigheden
le châtiment
de straf , de tuchtiging {1x2}
volubile
spraakzaam
la cassation
de cassatie , de vernietiging {1x2}
défavorable
ongunstig , onvolledig {1x2}
le pourvoi
het beroep
le déclin du jour
de schemering
implacable
meedogenloos , onverbiddelijk {niet impitoyable 1x2}
l'évasion (f)
de ontsnapping , de vlucht {1x2}
la préméditation
de opzet
l'accroc (m)
de winkelhaak , de moeilijkheid , de hapering {1x3}
rauque
rauw , hees , schor {1x3}
le râle
het gereutel