Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
12 Cards in this Set
- Front
- Back
|
Wat is het contingent perspectief? |
De effectieviteit van de leider hangt af van de leiderschapsstijl en de situatie. Binnen dit perspectief zijn er 2 benaderingen. - De LPC benadering - Path-goal theory |
|
|
Wat is de LPC benadering en wat houden ene hoge en een lage score in? |
De theorie kijkt naar hoe leiders hun minst favoriete werknemers behandelen. Dit is afhankelijk van de situatie en van de leider zelf. Lage LPC score: Taak georiënteerde leider die de minst gewaardeerde medewerker slecht behandelt. Hoge LPC score: Relationeel geörienteerde leider die de minst gewaardeerde medewerker relatief goed behandelt. |
|
|
Welke 3 situationele factoren hebben grote invloed op de effectiviteit van de leider binnen contingency theory? |
- relatie tussen leider en volger - de structuur van de taak - de macht van de leider |
|
|
Wanneer presteert een taakgeörienteerde leider het best? |
- goede relaties, strenge controle, duidelijke taak -slechte controle, slechte relaties, onduidelijke taak |
|
|
Wanneer presteert een relatiegeörienteerde leider het beste? |
-gematigde relaties, gematigde controle en gematigde duidelijkheid |
|
|
Leg het team leadership model uit |
Een leider kan interne en externe acties ondernemen. De interne acties zijn onderverdeeld tussen taak- en relatiegeörienteerd gedrag. De externe acties houden zich bezig met de omgeving en bestaat uit zaken als netwerken, onderhandelen etc. Bij team leiderschap is de coördinatie van het team het belangrijkst. Alle deze factoren dragen bij aan de effectiviteit van het team. |
|
|
In college is er een model samengesteld met verschillende manieren van leiderschap van ineffectief naar effectief en van passief naar actief. Hoe ziet dit model eruit? |
1. Laisez faire (lui, niet effectief) 2. Management by exception (transactioneel, slecht gedrag bestraffen) 3. contingent reward (transactioneel, goed gedrag belonen) 4. individualized consideration (transformationeel, effectiever) 5. intelectual stimulation (transformationeel, stimulatie van autonomiteit) 6. inspirational motivation (transformationeel, visie en hoge eisen communiceren) 7. idealized influence (transformationeel, visie en duidelijke doelen, charismatische leider, meest effectief) |
|
|
Wat waren de uitkomsten van het onderzoek naar charisma van Jung en Aioli in 2000? |
Bij transformationeel onderzoek verbeterde de kwaliteit van de ideeën maar er werden minder ideeën ingebracht. Verklaring: de volgers hadden meer vertrouwen in de visie van de leider en de leider zelf. Bij transactioneel leiderschap bleven de kwaliteit en de kwantiteit van de ideeën gelijk omdat het vertrouwen is de leider hier slechts een gering effect had. |
|
|
Wat is social identity theory? |
Deze theorie kijkt naar de invloed van de groep op de leider. De identiteit van een individu is in grote mate afhankelijk van de identiteit van de groep. De ideeën van de groep vormen hier de basis omdat een groep bepaalde normen en waarden deelt. |
|
|
Wat is de relatie tussen het groepsprototype en de leider? |
Hoe meer de leider het groepsprototype volgt, hoe meer vertrouwen en speelruimte hij heeft en hoe meer invloed hij uit kan oefenen op zijn volgers. |
|
|
Wat zijn de prototypische leiderschapskarakteristieken? |
-gevoeligheid -dynamisch -intelligentie -toewijding |
|
|
Wat zijn leiders vooral niet volgens mensen |
Tiranniek Mannelijk |
