• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/40

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

40 Cards in this Set

  • Front
  • Back
bloedvaten opbouw?
-tunica externa: external elastical lamina
-tunica media: internal elastic lamina
-tunica intima: -eondothelium
-subentothelial layer

tunica madia: v: dun a: dick
functies versch. vaten?
-arterien: 4mm, transport van bloed onder hoge druk naar weefsels
-arteriolen: 30micro m regulatie van flow naar capillairen, belangrijk bij bepalen bloeddruk
-capillairen: 8micro m, uitwisseling van O2/Co2 en voedings en afvalsstoffen
-venulen: 20micro m verzamel bloed uit capillairen
-venen: 5mm terugstransport van bloed naar het hart, opslagplaats voor bloed
hoge/lage druk systeem?
HDS: -hoge systemische weerstand
- hoge perfusiedruk (11mmHg)
LDS: -lage systemische weerstand
-lage perfusiedruk 15mmHg

grootste drukverval in arteriolen!
hemodynamica?
het in fysische termen beschrijven van vloeistofstromen door een buizenstelsel

wet van ohm? P=F(flow) x R (resistance)
3 verschillende vormen van drukken?
1. perfusiedruk: verschil tussen art. en ven. in capillairen
2. transmurale druk: druk der auf die wand einwirkt, diff. zwischen innen und aussen druk
3. hydrostatischer druk: " gravitationsdruck" stellt sich in flüssigkeit unter einfluss von gravitation ein
flow?
hoeveelheid vloeistof (V) die per tijdseenheid (t) een bepaald punt passeert
F= V / t
Wet van Poiseuille?
F= P x (pi x r^4) / 8nl

n= viscositeit
visceuse weerstand?
"shearstress" afschuivspanning
"von wand abdrück stress"
wordt bepaald door:

-hematocriet
-temperatuur daling-->viscositeit stijging
-diameter van de bloedvat: viscositeit neemt af narmaate de diamter afneemt
snelheid van bloed?
-hoog in arterien, arteriolen, hart
-laag in capillairen venulen
-stijgt weer in venen en hart
-laag in lung capillairen
-stijgt in het hart
vertakkingsgraad van capillairen?
-vertakkingsgraad hoog
-cross sextional area hoog
-snelheid laag
-stofuitwisseling!
hoeveelheid versch. drukken?
diastolisch: 80
systolisch: 120
pulse pressure: 40
mean arterial pressure: diastole + 1/3 (systole - diastole) = 93
Mean arterial pressure=?
cardiac output x resistance
Veranderin in bloeddruk?
1. beinvloeden cardiac output
2. verandering in perifere weerstand: met name afhankelijk van diameter (r^4 !) diamter onlaag --> R omhoog

3. verandering in bloedvolume
4. herverdeling van bloedvolume
diameter regulatie in weerstandarterien:
1. symp. zenuwen: vasoconstrictie door alpha 1 adrenerge receptoren op de vasculaire gladde spiercellen
2. locale controle:
-vasoconstrictie door myogene autoregulatie
-vasodilatatie door actieve hyperemie
-vasodilatatie door reactieve hyperemie
3. vasoactieve stoffen:
-vasocon. door stimulatie van alph 1 AR door adren uit bijnier
-vasocon : (ang II, endotheline)
-vasodil: bradykine, adenosin
normale verdeling bloed:
60%veneus, 10%arterieel, 30% organen
centrale regulatie van bloeddruk?
baroreceptoren:
-"stretch" receptoren
-registreren drukverandering
-tonsisch actief
-afferente nerves naar medulla oblongata
-in arcus artoae
-in carotic sinus

Chemoreceptors:
-O2 receptoren
-meer perifeer gelegen
-registreren O2 tekorten
-afferente nerves naar medulla oblongata
doel microregulatie?
-transport van voedingsstoffen/ O2 naar het weefsel
-afvoer van afbraakproducten/CO2
-betrokken blodvaten: arteriolen, capillairen, vernulen, lymfevaten
arteriolen:
-interne diam: <200micr m
-gladde spiercellen in de wand-->reguleren van flow
-vertakken tot terminale arteriolen (diam= 5micrm)
-terminale art. bevatten slechts sporadisch gladde spiercellen
-precapillaire sphincter: overgang van terminale arteriolen naar capillair
vasomotion?
-onder invloed van O2 concentratie contraheren van gladde spiercellen
-openen en sluiten precapillaire sphincters
-ook in rust is er vasomotion: echter door het grote aantal capillairen is er een constante bloedtoevoer en bloeddruk naar een bepaald weefsel
capillairen:
-celwand bestaat uit 1 enkele laag endotheel cellen
-diameter tot 5microm
-grote aantal-->enorme oppervlakte
venulen
-minder gladde spiercellen dan arteriolen
-kunnen onafhankelijk van de arteriolen contraheren:
-gevolg van verschillen in receptoren tussen art en ven systeem
-belangrijk voor regulatie vna weefseldoorbloeding!
regulatie bloedtoevoer naar het weefsel:
-geen "alles of niets" effect
-bloedtoevoer naar specifieke orgaanen wordt locaal gereguleerd
-binnen een orgaan kan de bloedtevoer gereguleerd worden( meer od minder precapillaire sphincters/capillairen geopend)

locale bloedtecoer o.i.v:
-concentraties van nutrienten
-H+/O2
-cellulaire bijproducten
-fysische eigenschappen van flow(bv shear stress9
hoe vind de uitwisseling tussen de capillairen en de weefsel plaats?
structuur van de capillairen:
-enkele laag endothelcellen met een basement membraan aan de buitenzijde
-3-tal typen: continue capillairen, sinusoidale capillairen, gefrensteerde capillairen
continue capillairen
-meest voorkomende vorm
-intercellulaire spleet
-pinocytose ("zelltrinken")
sinusoidale capillairen?
-voornalijk in de lever
-brede intracellulaire spleten
-zowl H2O, O2, CO2, vet oplossbare molekulen, electrolyten als eiwitten kunnen zonder problemen passeren
gefrenesteerde capillairen
voornamelijk in de nier
-snelle passage van de meeste componenten in het plasma (behalve eiwitten) zonder gebruik te maken van intracellulaire spleten
speciale capillairen in de hersenen
-endotheel cellen met elkaar verbonden via tight junctions
-geen intercellulaire spleten
-vormen bloed hersenen barriere
-alle transport verloopt dor de cellen
-op sommige plaatsen in de hersenen vindt er een meer normal transport plaats (hypothalamus, hypofiese)
uitwisseling van stoffen
- er vindt continue vermenging van bloed en interstitielle vloeistof plaats
-vermeming vindt plaats via diffusie
-grootte van de moleculen is van belang bij uitwisseling

-relative permeabiliteit neemt af met toenemende grootte van de moleculen
-dit geld niet voor alle weefsels !! gefrenesteerde en sinosudale caps
interstitium
-1/6 van het lichaam bestaat uit interstinium
-26% van alle vloeistof volume bestaat uit interstitiele vloeistof
--structuren binnen het interstitium: collageen vezels, erg sterk; proteoglycan filamenten--> gaan interactie aan met interstitiele vloeistof
factoren voor vleoistofbeweging van/naar capillairen
"starling krachten"
-capillaire druk
-interstitielle vloeistof druk
-plasma colloid osmotische druk
-inter vloeistof colloid osmotische druk
capillaire druk
naar buitengerichte kracht die vloeistof naar buiten drukt

Pc
interstitielle vloeistof druk
-kracht waaraan de buitenkant van een vat blootgestelt is
-onder normale omstandigheiden onttrekt het interstitium zelfs vloeistof aan de caps
-gedeeltelijk gebarseerd op de hoevelheid vloeistof in het interstitium
-bij odeemvorming kan er zelfs een positieve druk ontstaan groter dan de capillaire druk waardoor de capillair zal collaberen!
plasma colloid osmotische druk
-onder normale omstandigheiden onttrekt plasma met daarin aanwezenige eiwitten vloeistof aan het interstitium
-een oorzak voor odemvorming is een verlaagde plasma eiwit concentratie - vloeistoffen kunnen daardoor makkelijke de capillairen verlaten
interstiotielle colloid osmotische driuk
kleine hoieveelheid eiwitten passeren de capillaire porien, dit resulteert in een druk van 8mmHg waardoor vloeistof de capillairen kan verlaten
- in de meeste weefsel wordt eiwit stapeling voorkomen door de "gelekte" eiwitten af t e voeren via het lyfe systeem
druk arteriele kant
41mmHg naar buiten gericht, 28mmHg naar binnen gericht

Netto filtratie 13
druk veneuze kant
naar buiten gericht 21
naar binnen gericht 28

netto absorptie 7
lymfe systeem
blangrijkset functie:
-terugvoeren van eiwitrijke interstitielle vloeistof naar de circulatie
-2-3 l vloeistof per dag
-lymfe vloeistof bevat hetzelfde eiwitgehalte als de interstitielle vloeistof
-afvoer vindt plaat via de lymphatic ducts, monden uit in grote veneuzre vaten
structuur van lymfatisch capillairen
-endotheel cellne
-uiteinde van deze cellen dienen als kleppen om terugstroom te voorkomen
-in de grotere lyfevaten bevinden zich ook gladde spiercellen
vorming van lymfe
-starling krachten die de instroom van vloeistof naar het interstitium stimuleren, vormen ook de vorming van lymfe
-toegenomen Pc
-toegenomen capillaire permeabilitiet
-toegenomen pi (if)
-afgenomen pi (p)
lymfe flow wordt bepaald door
-druk van de interstitielle vleoistof
-lymfatische pompen
-samentrekking van skeletspieren
-samentrekking van gladde spiercellen in de grotere lyfevaten