• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/50

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

50 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Schrijven

Scrivere

Lezen

Leggere

Zien

Vedere

Leggen

Mettere

Vragen

Chiedere

Sluiten

Chiudere

Zeggen

Dire

Openen

Aprire

Blijven

Rimanere

Antwoorden

Rispondere

Geschreven

Scritto

Gelezen

Letto

Gezien

Visto

Gelegd

Messo

Gevraagd

Chiesto

Gesloten

Chiuso

Gezegd

Detto

Geopend

Aperto

Gebleven

Rimasto

Geantwoord

Risposto

Wat heb je geantwoord?

Che cosa hai risposto?

Ik heb dit boek niet geschreven.

Non ho scritto questo libro.

Hebben jullie die jongen gezien?

Avete visto quel ragazzo?

Zij hebben de deur gesloten.

Hanno chiuso la porta.

Waar heb je de appels gelegd?

Dove hai messo le mele?

Mama heeft de krant gelezen.

La mamma ha letto il giornale.

Ik heb nooit veel gevraagd.

Non ho mai chiesto molto.

Wat hebben ze gezegd?

Che cosa hanno detto?

Waar zijn de twee vriendinnen gebleven?

Dove sono rimaste le due amiche?

Waar zijn de leraren geweest?

Dove sono stati i professori?

De tentoonstelling

La mostra

De ansichtkaart

La cartolina

Het schilderij

Il quadro

De enveloppe

La busta

De postzegel

Il francobollo

Nodig hebben

Aver bisogno di

Het nachtkastje

Il comodino

Dit zijn de lessen die wij geleerd hebben.

Queste sono le lezioni che abbiamo imparato.

Daar is de auto die ik gekocht heb.

Ecco la macchina che ho comprato.

Waar zijn de leraren aan wie jij geschreven hebt?

Dove sono i professori a cui hai scritto?

Dit is het huis waarin ik woon.

Questa è la casa dove abito.

Dat is de vrouw met wie ik de stad in ben gegaan.

Quella è la donna con cui sono andato in città.

Onmiddellijk, meteen

Subito

Naast

Accanto a

Posten, op de post doen

Imbucare

De moderne kunst

L'arte moderna

Iets

Qualcosa

Vandaag

Oggi

Schrijven over

Scrivere su, scrivere di

Gisteren

Ieri