Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
131 Cards in this Set
- Front
- Back
Bij geleidingsverlies zijn de hoge/lage tonen nog goed te horen. |
Lage |
|
Geleidingsdrempel daalt bij de volgende aandoeningen: - - - - -
|
- cerumenprop - otitis media purulenta (OMA) - otitis media serosa (OME) - cholesteatoom - otosclerose (overmatige botgroei in middenoor) |
|
Geleidings- perceptiedrempel daalt in gelijke mate bij: - - - |
- syndroom van Meniere - Labyrinth ontsteking - brughoektumor - multipele sclerose die het gehoorsgedeelte betreft |
|
Combinatie geleidings- en perceptieprobleem: - - |
- rotsbeenfractuur - zeer vergaang cholesteatoom |
|
De proef van Rinne: |
Eerst op mastoid zetten en daarna voor het oor. Positieve Rinne: wordt wel nog gehoord. Negatieve Rinne: wordt niet meer gehoord. |
|
De proef van Weber: Als je het geluid aan het goede oor hoort dan lijdt je aan: - - |
- perceptief gehoorverlies - otosclerose bilateraal (abnormale verbening middenoor, met meeste progressie aan slechte zijde) |
|
De proef van Weber: Geluid aan de slechte kant horen: - - |
- beide binnenoren hebben een gelijke gevoeligheid en in een oor functioneert de geluidsgeleiding in het uitwendige of het middenoor niet goed (door minder omgevingsruis hoor je het geluid gevoeliger --> adaptatie) - een asymmetrisch bilateraal perceptief verlies waarbij het rechteroor het beste is. |
|
De proef van Schwabach |
Binnenoorfunctie vergelijken met de arts. |
|
Het neurocranium bestaat uit de: - - |
- schedelbasis (basis cranii) - schedeldak (calvaria) |
|
Het viscerocranium is de ......schedel. |
aangezichts |
|
De schedel wordt verdeeld in: - - - |
- neurocranium - viscerocranium - mandibula (onderkaak) |
|
Welke botstukken bevinden zich zowel op het neuro- als viscerocranium? - - - - |
- os frontale - os ethmoidale - os lacrimale (traanbeen) - os nasale |
|
Wat is het os ethmoidale? |
Het is een ongepaard been dat het benige neustussenschot vormt. |
|
Wat is het vomer? |
Het ongepaarde 'ploegschaarbeen' van de neus |
|
Waarvoor is de f. rotondum een opening? |
n. maxillaris
|
|
Waarvoor is de f. ovale een opening? |
n. mandibularis |
|
Waarvoor is de fissura orbitalis superior een opening? |
Toegang naar de oogkas vor de bovenste tak van de n. mandibularis. |
|
Wat is de meatus acusticus internus? |
opening van het rotsbeen (= os petrosum) |
|
De wervelkolom is longitudinaal verbonden door het ligament ...... |
nuchae. |
|
Noem de twee spieren van de hals (+ functie). - - |
- suprahyoidale spieren (trekken hyoid en larynx omhoog --> slikken en praten) - infrahyoidale spieren (trekken hyoid en larynx naar beneden --> slikken/praten) |
|
Welke twee arterien voorzien het brein? |
- a. carotis interna - a. vertebralis |
|
Welke twee arterien verzorgen het halsgebied? - - |
- a. cervicalis - a. thyrocervicalis |
|
Welke arterie verzorgt het aangezicht en hoofdhuid? |
a. carotis externa + vertakkingen |
|
Waar zit het tongbeen en wat is zijn functie? |
Het is de verbinding tussen tong en strottenhoofd. Hiermee kan de larynx omhoog worden gebracht zodat veilig kan worden geslikt. |
|
Welke vene voorziet het brein + diepe aangezicht? |
v. jugularis interna |
|
Welke vene voorziet het oppervlakkige aangezicht + hoofdhuid? |
v. jugularis externa |
|
Welke twee venen voorzien het halsgebied? |
v. vertebralis + v. cervicalis |
|
De plexus pharyngeus bestaat uit twee zenuwen: - - |
- n. glossopharyngeys IX) - n. vagus (X) |
|
De n. facialis is motorisch/sensorisch |
motorisch |
|
De n. trigeminus is motorisch/sensorisch. |
Sensorisch, maar ook kauwspieren. |
|
Wat is een andere naam voor neusamandel? |
Tonsilla pharyngea ('adenoid') |
|
tongamandel = |
tonsilla lingualis |
|
keelamandel = |
tonsilla palatina |
|
Door welke spieren wordt het zachte gehemelte omhoog getrokken? (waardoor tuba auditiva zich opent) - - - |
- m. levator veli palatini - m. tensor veli palatini - m. salpingopharyngeus |
|
Hoe heet de toegang tot de mondholte? |
Fauces |
|
Hoe heet de toegang tot de neusholte? |
Choana |
|
Strotteklepje = |
epiglottis |
|
Innervatie van de keel: - - - - |
- n. opthalmicus - n. maxillaris n. mandibularis - plexus pharyngeus (n. glossopharyngeus + n. vagus) |
|
Innervatie stembanden: - - |
- n. laryngeus recurrens - n. vagus |
|
Een furunculus nasi/furunculus mortis est = |
een steenpuist op de neus |
|
Risico van furunculus nasi: - ... mortaliteit - ...... ogen |
- 20% mortaliteit - uitpuilende ogen |
|
Conchea nasales = |
neusschelpen |
|
Bij jonge mensen treedt een bloedneus vaak op in de ...... |
locus Kiesselbachi |
|
Het labyrinth bevindt zich in het ........... |
rotsbeen |
|
Het labyrint bevat - -
|
- het evenwichtsorgaan / vestibulaire orgaan - slakkenhuis / cochlea (tonotopie, hoog-->laag) |
|
Het vestibulum bestaat uit: - - - |
- ampulla (3x) met semicirculaire kanalen - utriculus -sacculus |
|
Verwekkers keelpijn: - meestal .... - soms ..... |
- virussen - bacterien (streptococcen/angina) |
|
De fauces begint bij: - de voorste gehemelteboog = - de achterste gehemelteboog = |
- arcus palatoglossus - arcus palatopharyngeus |
|
Het palatum molle wordt gevormd door spieren: - 2 spieren zijn de gehemeltebogen - 2 hulpspieren boven het gehemelte: ... en ... |
m. levator palatina en m. tensor veli palatina |
|
De plexus pharyngeus (motorisch en sensorisch) wordt geinnerveerd door de n. glossopharyngeus die de nasopharynx en oropharynx doet. De n. vagus doet de ...... |
laryngopharynx. |
|
De behandeling van keelpijn in toenemende ernst: - - - -
|
- paracetamol 4x daags 500 mg - paracetamol 4x daags 1000 mg - zetpil bij erge pijn en ev ibuprofen of diclofenac proberen. - antibiotica (penicilline) |
|
Wanneer is behandeling met antibiotica nodig bij keelpijn? - - - - |
- als de keel- en slikklachten erg heftig zijn - als u zich erg ziek voelt - als de mond niet goed te openen is - zeer pijnlijke en gezwollen lymfeklieren in de hals. |
|
Keelpijn verdwijnt meestal binnen . dagen. |
7 |
|
Wanneer wordt een tonsillectomie gedaan? |
Meer dan 5x per jaar of meer dan 3x per jaar in de afgelopen 2 jaar. |
|
Wat is de uvula? |
De huig (zodat voedsel niet in de neus terecht komt) |
|
Waar bestaat de huig/uvulus uit? - - |
- Alveolaire klieren - een deel van de musculus uvulae. Eten kan zo niet in de neus komen. |
|
Uvulitis is hinderlijk/levensgevaarlijk. |
Hinderlijk |
|
Waar bestaat de epiglottis uit en wat is de functie? |
Kraakbeen bedekt met slijmvlies, Bij het slikken kan eten niet in de trache terecht komen. |
|
Epiglottitis is hinderlijk/levensgevaarlijk. |
Levensgevaarlijk |
|
Symptomen van epiglottitis zijn: - - - Verwekker: |
- benauwdheid - rode kers achterin keel - Verwekker: hemophilus influenzae. |
|
De eerste kieuwspleet wordt de ...... |
recessus tubotympanicus (Buis van Eustachius en middenoor) |
|
2, 3, 4e kieuwspleten worden verschillende organen. |
Bv bijschildklieren |
|
Het voorste 2/3e deel van de tong wordt geinnerveerd door de ..... |
n. facialis (smaakgewaarwording) |
|
Het achterste 1/3e deel wordt geinnerveerd door de .... |
n. glossopharyngeus (smaak) |
|
Aspecifieke lymfadenitis colli: de lymfeklieren zelf zijn geinfecteerd --> halsklierontsteking. Dit komt voor op de leeftijd van ..-.. jaar en komt door een ..... infectie. |
1-4 jaar, bacteriele infectie |
|
Ziekteverschijnselen van tuberculose zijn: - - - - |
- nachtzweten - vermoeidheid - koorts - gebrek aan eetlust en gewichtsverlies |
|
Hoe wordt tuberculose gediagnosticeerd? - - - - |
- tuberculine huidtest - bloedtest (IGRA) - rontgenfoto longen - bacteriologisch onderzoek |
|
Wat is de therapie bij tuberculose? 4 ........ 2 maanden. 2 nog 4 maanden. |
Isoniazide, rifampicine, pyrazinamide, ethambutol 2 maanden. Hierna nog 2 soorten medicijnen 4 maanden lang. |
|
Waardoor wordt taxoplasmose veroorzaakt? |
Toxoplasma gondii (in uitwerpselen katten) |
|
Wat zijn de ziekteverschijnselen bij toxoplasmose? - - - |
griepachtig lymgadenopathie in de hals soms koorts, lever- of mildvergroting, ooginfectie, huiduitslag |
|
De diagnostiek van toxoplasmose: - - |
- serologie antistoffen (A M en G) - PCR |
|
Wat is de therapie bij toxoplasmose? - meestal ..... - |
meestal geen behandeling antibiotica: sulfonamide of clidamycine |
|
De etiologie en pathofysiologie van sarcoidose is onbekend. De ziekteverschijnselen zijn: - - -
|
- granulomen in de longen - soms ook in de lymfeklieren - moeheid, gewichtsverlies |
|
Diagnostiek sarcoidose: |
longfoto |
|
Kattekrabziekte verwekker: |
Bartonella henselae (uit speeksel van katten) |
|
Ziekteverschijnselen kattekrabziekte: - - - |
- griepverschijnselen - zwelling/blaar krabgebied - pijnlijke gezwollen lymfeklieren |
|
Diagnostiek kattekrabziekte: - - - |
- kweek - pcr - antistofonderzoek |
|
Behandeling kattekrabziekte: vaak geen, maar soms .... |
antibiotica |
|
.... % van de onverklaarde lymfekliervergrotingen is een maligniteit. |
1.1% |
|
Wat is torticollis? |
Verkorting van de m. sterno cleido-mastoideus. |
|
Benoem de drie grote speekselklieren. + sereus/gemeng/muceus |
- glandula parotis (sereus: met ptyaline = a-amylase) - glandula submandibularis (gemengd) - glandula submandibularis (muceus) |
|
Slikproblemen door neurologische ziekten: - acute centrale hersenbeschadigingen (bv CVA 22-65% van de slikklachten) - neurodegeneratieve ziekten (Parkinson, .....% slikproblemen) - neuromusculaire aandoeningen |
30% |
|
Orofaryngeale slikklachten symptomen: - - |
- meteen pijn bij het slikken - cervicale pijn |
|
Hypofaryngeale slikklachten symptomen: - |
gereferreerde pijn |
|
Waardoor kan je een droge mond/inadequate speekselproductie hebben? - - - |
- medicatie: anticholinerg, antihistamine, antihypertensief - sjogrens syndroom -radiotherapie van hoofd en nek |
|
Odynofagie = |
pijn door slikken |
|
Herkenning van myasthenias gravis door: |
dysfagie (= moeilijk kunnen slikken) later tijdens de maaltijd |
|
Symptomen Zenker's divertikel: - - - |
- voedsel reurgitatie - halitosis (slechte adem) - gevoel van volzitten in de nek |
|
Wat zijn de grenzen van het strottenhoofd? (larynx) |
Van laryngopharynx tot aan de trachea. |
|
De stembanden bevinden zich tussen ........ |
de cartilago arytenoidea aan de achterzijde |
|
De innervatie van de larynx en daarmee dus ook van de stembanden: - - |
- n. laryngeus superior - n. laryngeus recurrens (aftakkingen van de n. vagus) |
|
Oorzaken heesheid: - - -
|
- verkeerd stemgebruik - laryngitis (acuut door slijmvliesontsteking. Chronisch door roken, reflux etc) - stembandknobbels |
|
Reinke's oedeem geeft vaak een ...... kleur van de stembanden. |
grijze |
|
Etiologie larynxcarcinoom + percentages: - - - |
- 66% door de stembanden (glottis) - 30% door de supraglotticus - 4% door de subglottis |
|
Leeftijd + man:vrouw verhouding larynxcarcinoom: - - |
50-70 jaar en 7:1 |
|
Symptomen glottiscarcinoom: - - - |
- heesheid - keelpijn, gerefereerde oorpijn - slikklachten |
|
Symptomen supraglottiscarcinoom: - - |
- globusgevoel - kliermetastase hals |
|
Symptomen subglotticus carcinoom: - - |
- Hoesten - Benauwdheid |
|
Hoe GOR tot heesheid kan leiden: - - - |
- keelschrapen - voortdurend niet-productief hoesten - zuurbranden --> heesheid |
|
DD heesheid: - - - - - - |
- acute laryngitis - chronische laryngitis - benigne vocale fold lesions - maligniteit - neurologische dysfunctie - functionele issues - systemisch en zelden voorkomende ziektes |
|
Bij ouderen met een gehoorprobleem betreft het vaak de .... |
externe gehoorgang. |
|
Klacht oorpijn komt ...../1000 voor. |
38/1000 |
|
4 delen trommelvlies: |
- parstena - flaccida - proc. brevis - umbo |
|
Aan de achterkant is de cavita tympanica verbonden aan de holtes van het ..... |
rotsbeen (cellulae mastoideae) |
|
Indicaties voor buisjes zijn: - - - |
- meer dan 3 maanden geen verbetering van OME opgetreden - problemen bij functioneren - recidiverende OMA/OME |
|
Buisjes worden binnen .... maanden uitgestoten door epitheelemigratie van het trommelvlies. |
6 |
|
Het positief fistelsymptoom (duizeligheid bij druk op uitwendige meatus) hoort bij een ..... |
cholesteatoom. |
|
Een cholesteatoom kan zowel via de .... als via de .... naar binnen groeien. |
pars flaccida (membraan van Shrapnell) en de pars tensa. (trommelvlies verkleeft mediaal) |
|
Verwekkers van een otitis externa zijn: - - - - - - - - -
|
- Pseudomonas aeruginosa - staphylococcus aureus - streptococcus pyogenes - mycose (< 10%) (candida albicans) - atopie/allergie - eczeem/psoriasis - oorpeuteren - cosmetische producten - hoorapparaat |
|
Alleen bij een ....... mag je zwemmen, bij de rest van de ooraandoeningen sowieso niet. |
Trommelvlies buisjes OME (maar dan wel met oordopjes) |
|
Het rotsbeen = |
de pars petrosa van het os temporale |
|
Otitis externa komt vooral voor op ...... leeftijd. |
Middelbare |
|
Tubastenose komt vooral voor op ..... leeftijd. |
Middelbare |
|
Bodem neusingang: - - - |
- maxilla - premaxilla - palatum |
|
Dak neus: - - - |
- neusbeen - lamina cribiformis van het os etmoidales - osspenoidale |
|
Zijwanden neus: - - - |
- vomer - neustussenschot (septum nasi) - lamina perpendicularis etmoidales |
|
De neusbijholten zijn: - - - |
- sinus frontales (voorhoofd) - sinus maxillares (kaakholten) - sinus ethmoidales (lateraal bij ogen) - sinus spenoidalis (dorsaal van neus) |
|
De wand van de sinus ethmoidalis met de orbita wordt ook wel de ..... genoemd. |
lamina papyracea |
|
De bovenste concha is veel .... dan de andere 2 en meer naar achter gelegen. |
kleiner |
|
De choanen houden de ingeademde lucht op 30 graden dmv: - - |
- het grote inwendige oppervlak - vaatplexus in de submucosa |
|
Een acute infectieuze rhinitis eindigt in maximaal ..... dagen. |
3-7 dagen, max 10 |
|
Een acute infectieuze rhinitis komt vaker voor bij ..... |
kinderen. |
|
Acute infectieuze rhinitis verwekkers: - - - - - - |
- rhinovirus - coronavirus - streptococci - pneumococci - h. influenzae - staphylococci |
|
Acute infectieuze rhinitis symptomatologie: - - - - |
- neusverstopping (95%) - pijnlijke keel/keelpijn (70%) - hoesten (80%) - algemene malaise (60%) |
|
Een acute infectieuze rhinitis kan belangrijke complicaties geven: - - - - |
- sinusitis - otitis media - laryngo-tracheobronchitis - tonsillitis |
|
Sinusitis = |
bijholteontsteking |
|
rhinosinusitis = |
bijholteontsteking + ontsteking neus zelf |
|
Het ....... is de gemeenschappelijke drainage en ventilatieplaats van de sinussen. Het complex bevindt zich onde rde middelste neusschelpen. |
osteomeatale complex |
|
Alarmsymptomen van een rhinosinusitis zijn: - - - - |
- visusvermindering - osteomyelitis - meningitis - ! kinderen jonger dan 3 maanden of zieke ouderen |
|
Allergische rhinitis is een door ... gemedieerde allergie. |
IgE |
|
Ethmoiditis acuta symptomen: - - |
- cellulitis van de orbita - subperiostaal abces - intracraniele complicaties als meningitis en sinus cavernosus-trombose. |