• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/29

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

29 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Sociaal kapitaal

Meerwaarde van sociale netwerken

Drie dimensies van sociaal kapitaal

Wel/geen meerwaarde:


1) Structurele dimensie


2) Relationele dimensie


3) Cognitieve dimensie

Structurele dimensie van sociaal kapitaal

Netwerkstructuur (wie ken je)


Sterkte/aard van netwerk

Bonding/bridging

Bonding: de verbinding tussen gelijkgestemden. In onderling contact construeren zij waarheden waar ze vooral zelf in geloven.




Bridging: Bridging is juist het bouwen van bruggen tussen andersdenkenden. Bridging gaat niet vanzelf, er moet veel aandacht naar uitgaan. Gaat tussen groepen die in zichzelf wel een hoge maten van bonding hebben.

Relationele dimensies van sociaal kapitaal

Gedeelde gedragsnormen, vertrouwen, gedeeld commitment.

Cognitieve dimensie van sociaal kapitaal

Gedeelde normen en waarden; gedeeld wereldbeeld.

Hoe manage je het social kapitaal?

Dat kun je niet managen (alleen via indirecte manier) [Prusak en Cohen)

Eerste orde kennisvraagstuk

Kennis die wordt beschouwd als strategisch relevante kennis is er niet of is matig. (normen zijn er wel)

Tweede orde kennisvraagstuk

Onbekend welke kennis nodig is (geen normen aanwezig).

Het recept voor kennismanagement

a) Bepaal of er sprake is van een kennisvraagstuk




b) Zo ja, stel vast/beargumenteer welke kennisprocessen hierbij betrokken zijn en waaraan tezien is dat die kennisprocessen niet goed verlopen




c) Identificeer barrières die van invloed zijn op het niet goed verlopen van die kennisprocessen;dat wil zeggen achterhaal aan welke voorwaarden voor de kennisprocessen niet is voldaan:-Sociale voorwaarden- Infrastructurele voorwaarden




d) Pak de (gevolgen van) verstoringen aan met interventies (= aanpassing infrastructuur)

Ba

The shared context (‘place’) for knowledge creation

Twee hoofdbetekenissen van leren.

1. het veranderen/verbeteren van in-zicht en bijbehorende processen van ontdekken en uit het hoofd leren/onthouden.




2. het veranderen/verbeteren van houding en gedrag

Wanneer is kennis kennis en wanneer is het relevant?

Kennis is kennis als het dymanisch is. En of het relevant is hangt af van de strategische kennis die is vastgesteld.

Friends in high place

Vrienden met invloedrijke posities.

Hoe komt het dat mensen in hun gedrag niet alleen indiviudalistisch zijn, maar zich ook met anderen bezig houden?

1) Markt: Beter worden door een ruilrelatie


2) Hierarchische relatie: In de omschrijving van de taak.


3) Sociaal kapitaal: Je houdt rekening met anderen, omdat dit van je wordt verwacht.

SECI-model


Wat betekenen de From en To

From: Wat weet ik nu?


To: gegeven wat ik nu weet, wat kan ik daar aan nieuwe inzichten verlenen?

Expliciete en impliciete kennis bij Nonaka

Aspecten van kennis, geen soorten!

SECI-model van Nonaka

Socialisation (imp-imp); Externalisation (imp.-exp); Internalization (exp-im); combination (exp.-exp.).

In welke kennisprocessen speelt het SECI-model zich af?

Kenniscreatie en kennisdeling( socialisation).

3 soorten Ba's

Physical ba; Social ba'; cyber ba

Physical Ba

Fysieke ruimte waar je elkaar kunt tegen komen en samen ideeën opdoet.

Social Ba

Je moet openstaan voor kenniscreatie. (Relationele en cognitieve dimensie van social kapitaal)

Cyber ba

Plek om kennis te delen -> met name expliciete kennis.

Knowledge asset (Nonaka)

Kennis die een kennisproces in gaat en die er weer uitkomt.

Wat is het idee van de waardeketen van Weggeman?

Het idee van de keten is dat we niet moeten kijken naar de individuele kennis, maar naar die van het collectief. En over hoe de kennisprocessen samen hangen (=een keten).



Verhouding kennis- en leerprocesesn.

Alle kennisprocessen zijn leerprocessen.

Verschil lerende organisatie (LO) en organisatorisch leren (OL)?

LO: één op één gekoppeld aan het niveau leren van/door organisaties.




OL: Of medewerkers leren in een organisatie en of ze het ook overdragen naar andere medewerkers. (Overkoepelend begroep: Leren van/door organisaties én in organisaties)




Als leren van individuen gekoppeld wordt aan de organisatie dan is het OL.

Waarom is kennisbehoud geen opslag?

Kennis heeft een dynamische aspect en kan je dus niet opslaan.

Hoe zorg je voor het behoud van impliciete kennis in een organisatie?

Verdelen over mensen (het delen = socialisatie)