Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
142 Cards in this Set
- Front
- Back
Eed van hippocrates |
Door het afleggen van deze eed verbinden artsen zich aan de geheimhoudingsplicht ze verklaren dat zijn niemand kwaad zullen doen en beloven zorgvrager zo goed mogelijk te helpen hippocrates benadrukt het belang van hygiëne gezonde eet en drinkgewoonten frisse lucht en natuurlijk verloop van processen in het lichaam |
|
Liefdadigheid |
Verzorgen zonder betaald te krijgen. In oudheid tot in de 20e eeuw de zieke vooral in kerken en kloosters verzorgd dit zie je nog in de namen van sommige moderne zorginstellingen voorbeeld st Franciscus of Diaconessenziekenhuis. |
|
Geschiedenis van de zorg |
Vroeger werden zieke achtergelaten bij Kerken of kloosters ze werden ook tentoongesteld of psychiatrische zorgvragers aan kettingen vastgebonden een zieke werd vaak alle verantwoording en taken uit handen genomen in de 21e eeuw zijn er nog steeds psychiatrische zorgvragers of lichamelijk in hele slechte omstandigheden in 3e wereldlanden |
|
Beroep voor verzorgen |
Tot de 17de eeuw bestond er geen opleiding de Franse priester Vincent de Paul startte in 1633 de eerste opleiding voor zusters verschillende zorginstellingen in Europa zijn naar hem vernoemd |
|
Florence nightingale |
1820-1910 wetenschapper, verpleegkundige, sociaal hervormer 1860 in Engeland een opleiding voor verpleegsters voor het eerst waren er toelatingseisen aan verbonden Florence Nightingale vond verplegen is de patiënt helpen om te leven verplegen vereist een georganiseerde praktische en wetenschappelijke opleiding(Hiervoor mocht iedereen die dus wou verplegen dat ook doen zonder gescreend worden op juiste eigenschappen) Ze was de eerste die verplegen loskoppelen van liefdadigheid haar geboortedag 12 mei wordt nog steeds gevierd als de dag van de verpleging |
|
Verandering professionele zorg |
In de jaren 60 was het normaal dat iemand van 70 die nog zelfredzaam was een plaats kreeg in een rusthuis Ze mochten uitrusten van het harde werken en genieten van een laatste levensjaren
De nog gezonde ouderen werken afhankelijk en gingen lichamelijk en geestelijk sneller achteruit Ze vervreemde ook van de samenleving dit gebeurde ook in instellingen voor geestelijke lichamelijke of verstandelijke beperkte mensen Ze woonde in grote zorginstellingen in de bossen ver van de bewoonde wereld gemakkelijk voor zorgverleners omdat alles op een terrein aanwezig was en de 'patiënten' zouden zich beter thuis voelen met gelijke op elkaar
in de jaren 70 werd het aanbod verder uitgebreid Veel zorgvragers kregen zorg en moesten nog gedeeltelijk zelfredzaam zijn de gezondheidszorg ging elk jaar meer geld kosten. Er moest wat gebeuren de regering besloot tot veranderingen en te bezuinigen vanaf dat moment moesten de zorgvragers en naasten gestimuleerd om zoveel mogelijk zelf te doen |
|
Professionele zorg nu-2025 |
Zorgverlening vindt vaker plaats in samenwerking met andere dicht bij de omgeving van zorgvrager de wens van de zorgvrager is voor iedereen het uitgangspunt Veel mensen willen zo lang mogelijk thuis blijven zo is de zorg in een ziekenhuis zo kort mogelijk Er wordt gezorgd dat er ook meer zorg geeft niet kan worden thuis als het voor de thuiszorg ingewikkeld is kan er ook een specialistisch team bij de zv komen Vernieuwingen: Een verpleeghuis is een logeerkamer voor familie vanzelfsprekend De medicatie wordt gefotografeerd en via smartphone gecontroleerd door een collega De mevrouw koopt een warme maaltijd en wordt niet meer gebracht door de maaltijd voorziening Meer kleinschalig wonen en dichter bij huis Het winkeltje in de zorg er zijn voor verstandelijk gehandicapten verdwijnt en bewoners worden gestimuleerd om de buurtsuper te gaan Ouderen die ver weg wonen kunnen met een tablet contact met de verzorgende thuiszorg houden |
|
Intramurale zorg |
Binnen de muren van de zorgorganisatie intramurale zorg is de zorg die wordt gegeven aan een zorgvrager die in een zorginstelling is opgenomen
Voorbeeld: Ziekenhuis Algemeen Ziekenhuis
hier kunnen zorgvragers met verschillende zorg vragen worden geholpen minimaal: chirurgie Interne geneeskunde kindergeneeskunde gynaecologie obstetrie Academisch ziekenhuis Ziekenhuis verbonden aan Universiteit Behalve behandelen onderzoeken en verplegen van zorgvragers hebben deze ziekenhuizen de belangrijke taak om toekomstige artsen op te leiden in een academisch ziekenhuis wordt veel onderzoek gedaan vergeleken met een algemeen ziekenhuis is het groter en is er elk erkent specialisme aanwezig Categoraal ziekenhuis in Nederland ongeveer 40 categorale ziekenhuizen het richt zich op een bepaalde categorie zorgvragers voorbeeld: Revalidatiekliniek (multidisciplinair) Kinderkliniek hemodialyse centrum;(nierdialyse) brandwondencentrum Psychiatrisch ziekenhuis Mensen met een psychische ziekte die niet voor zichzelf kunnen zorgen vrijwillige of gedwongen opname mogelijk voorbeeld: Psycho educatie (leren omgaan met de stoornis) werken op een werkervaringsplaats gesprekstherapie creatieve therapie bewegingstherapie Zorgcentrum/verpleeghuis Zorgvragers wonen door ziekte beperking of ouderdom niet zelfstandig meer kunnen leven ook mensen die moeten revalideren in een verpleeghuis worden zorgvragers opgenomen vanwege een langdurige zorg vraag Ze hebben geen 24uur specialistische behandeling nodig wel verpleging of verzorging in combi met verblijf omdat de afgelopen jaren zorgvragers langer thuis blijven zijn er minder mensen naar een zorgcentrum/verpleeghuis gegaan categorieën: Psychogeriatrie zorgvragers met psychiatrische stoornissen soms in combi met lichamelijke klachten Dit zijn zorgvragers met cognitieve stoornissen zoals geheugenproblemen stemmings en gedragsproblemen de problemen kunnen zich voordoen in combi met lichamelijke beperking of ziekte Somatiek zorgvragers vanwege lichamelijke aandoening niet langer thuis kunnen blijven Kortdurende opname zorgvragers die nog niet naar huis kunnen of wachten op een opname in een ziekenhuis Spoedopname zorgvragers die binnen 24 uur vanwege acute gezondheidsproblemen of het plotseling wegvallen van de noodzaak van mantelzorg niet thuis kunnen blijven Somatische reactivering en revalidatie Zv die na een operatie of behandeling tijdelijk begeleiding revalidatie en medische zorg nodig Psychogeriatrische reactivering zorgvragers met meerdere psychische klachten en problemen krijgen behandeling extra begeleiding en ondersteuning een opname duurt maximaal 3 maanden instelling voor zorgvragers met een verstandelijke beperking Mensen met een verstandelijke beperking functioneren verstandelijk niet op het niveau dat bij je leeftijd past zorgvrager wordt begeleidt en zo nodig verzorgd verschillende therapieën in de instelling zorg in de instelling is multidisciplinair veel zorginstellingen hebben kleinschalige woonvoorziening in steden en dorpen en nog een lijntje met de grote organisatie verwachting is dat mensen met een verstandelijke beperking actiever worden in de maatschappij en meer gaan deelnemen in de samenleving |
|
Extramurale zorg |
Buiten de muren van de zorgorganisatie extramurale zorg wordt verlengd buitendienststelling meestal om zorg die wordt verlengd bij de zorgvrager thuis of in zijn directe omgeving Huisarts Eerste persoon naar je toe gaat met een medisch probleem de huisarts Kan je doorsturen naar andere specialist Thuiszorg Vrouw verzorgende en verpleegkundige 4 onderdelen Ouderenzorg Kraamzorg Ouder en kind zorg Psychiatrische zorg Thuiszorgorganisaties Zorg bij zorgvragers in hun eigen woonomgeving lichamelijke verzorging en verpleging psychosociale begeleiding Andere extramurale voorzieningen Basisgezondheidszorg houdt zich bezig met het verkopen van gezondheidsproblemen gemeentelijke gezondheidsdienst GGD Preventieve jeugdgezondheidszorg Kinderen van 0 tot 18 Centrum Jeugd en Gezin CJG Bied zorg en begeleiding aan moeders in zwangerschap baby's peuters school kinderen jongeren tot aan jongvolwassenen en ouders |
|
Transmurale zorg |
Door de muren van de zorginstelling transmurale zorg het samen verlenen van zorg door het ziekenhuis en de thuiszorg het doel een korter verblijf in een instelling om of voorkomen dat iemand moet worden opgenomen ligduur in het ziekenhuis wordt verkort het samen verlenen van zorg door het ziekenhuis en de thuiszorg het doel een korter verblijf in een instelling om of voorkomen dat iemand moet worden opgenomen ligduur in het ziekenhuis wordt verkort het samen verlenen van zorg door het ziekenhuis en de thuiszorg het doel een korter verblijf in een instelling om of voorkomen dat iemand moet worden opgenomen ligduur in het ziekenhuis wordt verkort |
|
Semimurale zorg |
Half moeilijk insane maar ook niet dat anderen semimurale zorg wordt verlengd in een zorginstelling De zorgvrager hoeft niet te worden opgenomen Hij gaat na afloop van de behandeling weer naar huis Dagbehandeling Overdag blijft zorgvrager een voorbeeld in ziekenhuis waar hij wordt beloond's avonds is hij weer thuis Dagbehandeling ziekenhuis Meer kleine ingrepen en wandelingen via dagopname Het is voldoende om een paar uurtjes ter observatie in het ziekenhuis te verblijven Dagbendeling in het Psychiatrisch ziekenhuis Dagopvang voor mensen behandeld met therapie en medicatie Tussen behandeling kunnen ze naar huis Dagwandeling en dag zorg in verpleeghuis zorgcentrum Aantal uur gebruik maken van voorzieningen in een verpleeghuis of zorgcentrum Dagbehandeling voor zorgvragers met een verstandelijke beperking Enkele dagen per week overdag in een instelling verblijven activiteiten richt op zijn welzijn en passend bij zijn verstandelijke vermogens |
|
0,1,2,3e lijns zorg |
0lijns: zorg zonder professional(mantel, vrijwilliger)
1lijns:Directe hulpvraag naar zorggever 2lijns:(semimurale en intramurale)Toegangelijk na verwijzing huisarts 3elijns(super gespecialiseerd e zorg)als andere lijns zorg niks meer voor je kan doen
|
|
Ketenzorg |
Samenwerken tussen verschillende aanbieders van zorg,welzijn en wonen. Behoefte zorgvragers centraal en daaromheen zorg organiseren dit gebeurt in samenwerking met meerdere organisaties en daar waar zorgvrager is. |
|
Cure |
ziekenhuis revalidatie instelling huisarts |
|
Care |
Verpleeg en verzorgingshuizen thuiszorg verblijf afdelingen psychiatrische ziekenhuizen instellingen verstandelijke en lichamelijke gehandicapten GHZ hospices |
|
Preventie |
Voorkomen van ziekte of verergering daarvan of vroegtijdige opsporing |
|
Gezondheidsbescherming |
Maatregelen genomen ter bevordering van gezond en veilig leerklimaat door de overheid bijvoorbeeld riolering luchtkwaliteit afvalverwijdering verkeersveiligheid voedselveiligheid |
|
Gezondheidsbevordering |
Het beïnvloeden van omgeving en leefwijze zoals arbeidsomstandigheden preventie van psychische aandoeningen |
|
3 vormen ziektepreventie |
Primaire preventie maatregelen om ziekten en aandoeningen te voorkomen bijvoorbeeld campagnes secundaire preventie vroegtijdige opsporing van ziekte behandelen en schade te beperken bijvoorbeeld hielprik tertiaire preventie maatregel om verergering van ziekte tegen te gaan nadelige gevolgen verminderen bijvoorbeeld insuline |
|
Universele preventie |
Richt zich op de algemene bevolking net geen verhoogd risico op ziekte bijvoorbeeld Voedingscentrum |
|
Selectieve preventie |
Richt zich op risicogroepen in de bevolking |
|
Geïndiceerde preventie |
Richt zich op mensen zonder vastgestelde ziekte maar wel risicofactoren of symptomen vertonen bijvoorbeeld beweegkuur voor mensen met overgewicht |
|
Zorggerelateerde preventie |
Richt zich op mensen met een ziekte of gezondheidsprobleem bijvoorbeeld leefstijladviezen |
|
Verpleeg en verzorgingshuizen en Thuiszorg VVT |
Oudere zorgvrager met beperkte zelfzorg psychogeriatrische zorgvrager zorgvragers met psychiatrische problemen chronisch zieken revaliderende zorgvrager en zorgvrager die kortdurende zorg ontvangen na een ziekenhuisopname kwetsbare ouderen vindt plaats in verschillende settings zoals verpleeghuis zorgcentrum thuissituatie kleinschalige woonvorm of in combinatie |
|
Gehandicaptenzorg GHZ |
Lichamelijke beperking verstandelijke beperking zintuiglijke beperking meervoudige beperking Vindt plaats in instellingen Kleinschalige woonvormen dagbestedingsprojecten thuis situatie of combinatie |
|
Geestelijke gezondheidszorg GGZ |
Alle leeftijden laag tot gemiddeld complexe psychosociale of psychiatrische stoornissen verslaving Als verzorgende Ouderenpsychiatrie chronische volwassenen psychiatrie Vindt plaats in GGZ instellingen regionale instellingen voor beschermende woonvormen RIPW Instellingen verslavingszorg instellingen forensische psychiatrie thuissituatie of combinatie |
|
Kraamzorg KZ |
Kraamvrouwen Barende pasgeborene vindt plaats in ziekenhuis kraamhotel kraamvrouw thuis |
|
Activiteitenbegeleider |
Organiseren en begeleiden van activiteiten voor verschillende doelgroepen Is Care |
|
Diëtist |
Adviseren van gezond eetgedrag Is Care |
|
Ergotherapeut |
Adviseren en voorzien in materiële aanpassingen Is care |
|
Fysiotherapeut |
Behandelenlen in begeleiden bij lichamelijk functioneren motoriek houding Is cure en care |
|
Huidtherapeut |
Wandelen van huidaandoeningen Is cure |
|
Huisarts |
Behandelen adviseren in functie van minder complexe lichamelijke en psychosociale problemen |
|
Logopedist |
Preventie en behandeling van problemen met spreken en begrijpen van taal Cure en Care |
|
Maatschappelijk werker |
Adviseren en glijden van mensen met psychosociale problemen is care |
|
Medisch specialist |
Behandelen van medische problemen van een specifiek lichamelijk probleem Is cure |
|
Mondhygienist |
Adviseren en preventief behandelen van tandvlees en gebitsproblemen Care |
|
Optometrist |
Uitvoeren van oogmetingen Care |
|
(ortho) pedagoog |
Begeleiden en behandelen van kinderen (pedagoog) verstandelijk gehandicapten (orthopedagoog) en ouders/ opvoeders bij opvoeding en ontwikkeling vragen Cure en care |
|
Podotherapeut |
Behandelen en voorkomen voetklachten Cure en care |
|
Psychiater |
Wandelen psychiatrische problemen Cure en care |
|
Psychotherapeut/ GZ psycholoog |
Diagnose en behandeling psychische problemen Cure en care |
|
Specialist ouderengeneeskunde |
Behandelen van geriatrische zorgvrager in verpleeghuis Cure en care |
|
Tandarts |
Behandelen en preventie gebitsproblemen Cure en care |
|
Thuiszorgmedewerker |
Huishoudelijke zorg verlenen bij mensen thuis Care |
|
Verpleegkundige |
Verplegen en begeleiden ondersteunen van zelfredzaamheid coördineren van zorg Cure en care |
|
Verloskundige |
Begeleiden van zwangerschap bevalling en kraambed Care |
|
Taakgerichte zorg |
Eenvoudige organisatie de taken en bevoegdheden duidelijk zijn door perfect aantal taken verrichten kan je deze goed en snel uitvoeren Nadeel zorgverlener niet altijd weet wat een ander doet psychosociale begeleiding van ZV verloopt moeilijker |
|
Cliëntgerichte zorg |
ZV staat Centraal een mogelijke lichamelijke geestelijke en sociale problemen je kan een aantal ZV toegewezen krijgen Ik ben verantwoordelijk voor totale zorgverlening |
|
Teamverpleging |
Een groepje is verantwoordelijk voor zv Verschillende deskundigheidsniveaus voordeel beperkt aantal gezichten Flexibiliteit nadeel gaat alleen goed als er samengewerkt word probleem als iemand het niet eens is |
|
Eerst verantwoordelijk verzorgende systeem |
Auto ZV toegewezen aan een verzorger antwoorden voor planning en communicatie van zorg voor de duidelijkheid voor beide partijen contact is intensief hebben van verantwoordelijkheid blijkt motivatie en kwaliteit van zorg positief beïnvloeden nadelen de totale verantwoordelijkheid als last ervaren bij het signaleren van complexe situatie moeilijk om zorg over te dragen probleem als ZV en zorgen na elkaar niet liggen |
|
Casemanagement |
Organisatievorm vooral in GGZ combineert zorg zowel Intra als extramuraal denk dan aan psychische sociale medische en materiële hulp zorgt ervoor dat iedereen aan hetzelfde doel werkt geeft leiding aan het hele zorgproces behartigt belangen van ZV |
|
Zelfsturende teams |
Doet alle taken zonder tussenkomst leidinggevende plannen en organiseren zorg zelf en lossen dagelijkse problemen op werk rechtstreeks samen met andere disciplines nadeel medewerkers moeten over alle vaardigheden beschikken om alle rollen in het team te vervullen leidinggevenden moeten kunnen loslaten en coachen |
|
Kosten zorg |
Ontwikkelingen medische wetenschap gevolg meer technische mogelijkheden voor onderzoek en behandeling mensen worden ouder meer gebruik gemaakt van behandelingen regeringen houden zorg betaalbaar curatieve zorg kost het meeste geld |
|
Technische vernieuwingen |
Elektronisch clienten dossier gebruikt om kind gegevens en ziekte zorg gegevens te verwerken Beeldschermzorg in gebruik bij ouders die hun baby in couveuse kunnen zien Skype or FaceTime Telemonitoring afstand volgen van situatie zorgverlener controles uitvoeren begeleiden en in de gaten houden Domotica Elektrische communicatie tussen elektrische toepassingen E health Behulp van tablet op afstand meekijken en communiceren Zorgrobot |
|
Gedragstekort |
(als zv het gewenste gedrag onvoldoende toont of uit kan voeren)
Kennistekort: iemand heeft een tekort aan informatie Vaardigheidstekort: iemand weet niet wat hij met de opdracht moet Motivatietekort: iemand heeft geen zin om de taak te doen |
|
Ongewenst gedrag |
Als gedrag door de zv en omgeving als onprettig wordt ervaren |
|
Oorzaken gedragsproblemen |
Persoonlijkheid zv Hoge draaglast en niet genoeg draagkracht Medisch of biologische factoren Lichamelijke aandoeningen Psychische aandoeningen Sociale omgeving Hospitalisatie |
|
Gevolgn gedragsproblemen |
Naasten en betrokkenen hebben last van zv en zwaardere draaglast Sfeer beïnvloeden Vereenzaming Vermijden van zv Conflict Verwaarlozing van zichzelf Agressie Kan sneller gedragsproblemen ontwikkelen |
|
methodische aanpak van gedragsproblemen |
Signaleren van het probleemgedrag Gedrag systematisch beschrijven en verhelderen Aanvullend onderzoek Concrete beschrijving van het probleemgedrag. Zorg- en behandeldoelen. Evaluatie |
|
visie individu |
uitleggen waarom je bepaalde (dagelijkse) keuzes maakt bij de verzorging van de zorgvrager; aangeven wat de eigen deskundigheid van het beroep van verzorgende precies is; uitleggen wat de plaats van de verzorgende is ten opzichte van andere hulpverleners of beroepsgroepen die werkzaam zijn in de zorgverlening; aangeven waar de eigen grenzen van de verantwoordelijkheid in de zorg voor de zorgvrager liggen. |
|
kenmerken zelfzorg |
Zelfzorg richt zich op het zelfstandig voldoen aan verschillende behoeften op eigen lichamelijk, psychisch en sociaal gebied. Zelfzorg is op de directe leefomgeving gericht.Zelfzorg is gericht op omstandigheden die van invloed zijn op het lichaam, de psyche en de sociale interactie. Zelfzorg kan dus ook betekenen dat je zorgt dat je in een schone keuken eten bereidt, zodat je niet ziek wordt. Maar het kan bijvoorbeeld ook betekenen dat je contacten onderhoudt met je vrienden, zodat je niet eenzaam wordt. Zelfzorg komt voort uit eigen motivatie en gebeurt op eigen initiatief; zelfzorg gebeurt vanuit eigen regie. |
|
zorgbehoefte |
Zorgbehoeften zijn menselijke basisbehoeften die voldaan moeten worden voor een gezond bestaan. Het kan gaan om:Psychische behoeften, zoals de behoefte om te leren, je te ontplooien, de behoefte aan gevoelens van warmte en liefde, de behoefte om je op een bepaalde manier te gedragen. Sociale behoeften, zoals de behoefte aan contact met andere mensen, de behoefte om tot een sociale groep te behoren. Lichamelijke behoeften, ook wel somatische behoeften genoemd, zoals de behoefte aan voedsel, lucht, water, uitscheiding, lichaamsbeweging, evenwicht tussen activiteit en rust. mens= psycosociale-somatische eenheid |
|
kenmerken mantelzorg |
Het gaat om algemene zorg, bijvoorbeeld medicijnen halen bij de apotheek of oppassen bij een zieke. De zorg wordt gegeven als de zorgvrager dit vraagt of als de zorgvrager het nodig heeft, maar deze niet meer kan vragen. Het is belangrijk dat de zelfstandigheid van de zorgvrager hierbij wordt gerespecteerd. De rol van zorgvrager en zorgverlener zijn in principe verwisselbaar. De relatie is in de basis op gelijkheid gebaseerd en beiden zouden elkaar zorg kunnen geven. Voor mantelzorg wordt niet betaald, want er is sprake van emotionele betrokkenheid. Voor mantelzorg is geen speciale deskundigheid nodig: je geeft de zorg zoals je het voor jezelf zou doen. Het is een directe vorm van zorg, zonder tussenpersonen. Mantelzorg is vaak voor langere duur, bijvoorbeeld als deze wordt gegeven aan chronisch zieken. |
|
kenmerken professionele zorg |
Het gaat om specifieke zorg, bijvoorbeeld het voorschrijven van medicijnen door de huisarts. Het gaat om zorg waarin de rollen van zorgvrager en professionele zorgverlener in principe niet kunnen worden omgedraaid. De zorg duurt zo lang als nodig is, daarna wordt de relatie beëindigd. Professionele zorgverleners kunnen altijd terugvallen op anderen. Er staat een organisatie achter de zorgverleners; denk aan de thuiszorg of een verpleeghuis of verzorgingshuis. |
|
acute psychiatrie |
Bij acute psychiatrie moet je denken aan crisisopvang en -interventie. De acute psychiatrie biedt bescherming en begeleiding aan mensen in een crisissituatie. Het gaat om zorgvragers met acute psychiatrische problemen, zoals een psychose, een poging tot zelfdoding of een ernstige paniekaanval. Wanneer de crisis is bedwongen, vaak ook door medicatie, wordt samen met de zorgvrager bekeken of verdere behandeling nodig is en welke vorm van therapie geschikt is. Dit kan een behandeling in een instelling zijn, de zogenaamde klinische zorg, maar het kan ook ambulante zorg zijn. Voor crisisinterventie kunnen zorgvragers terecht bij:de polikliniek van een APZ (Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis)de crisisopvang op een PAAZ (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis)Maar de eerste hulpverlener die gebeld moet worden bij een psychiatrische crisis is de huisarts. Hij zal dan contact opnemen met de juiste instantie en zo nodig een opname of medicatie regelen. |
|
Chronische psychiatrie |
De chronische psychiatrie houdt zich bezig met zorgvragers die zich door geestelijke stoornissen niet kunnen handhaven in de maatschappij. Het gaat om zorgvragers met chronische stoornissen. Veel chronische zorgvragers hebben al een lange geschiedenis in de psychiatrie achter de rug. Sommigen zijn zo gehospitaliseerd dat ze niet meer buiten het psychiatrische ziekenhuis kunnen wonen. Zorgvragers met chronische psychiatrische problemen kom je zowel in de instelling als in de ambulante zorg tegen. De zorgvragers wonen vaak in de instelling of in een begeleide woonvorm. Hier wordt geprobeerd om de zorgvrager zo goed mogelijk te laten functioneren met de psychiatrische beperking. |
|
Ouderenpsychiatrie |
In de ouderenpsychiatrie kom je zowel zorgvragers met acute als met chronische problematiek tegen. Het specifieke van deze categorie is dat de zorgvragers over het algemeen ouder dan 65 jaar zijn. De ouderenpsychiatrie is een categorie die steeds meer aandacht krijgt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ouderenpsychiatrie (of gerontopsychiatrie) en psychogeriatrie. In de psychogeriatrie worden vooral ouderen opgenomen of behandeld met organische psychiatrische stoornissen zoals dementie. Afdelingen voor psychogeriatrie kom je vooral tegen in verpleeghuizen.De gerontopsychiatrie is de zorg aan de ouderen met alle overige psychiatrische stoornissen. Hier wordt én aandacht besteed aan de behandeling van de psychiatrische stoornis én aan de specifieke effecten van veroudering. Veel psychiatrische ziekenhuizen hebben speciale afdelingen voor ouderen. |
|
Kinder- en jeugdpsychiatrie |
Ook kinderen en jongeren kunnen psychiatrische problemen ontwikkelen. Kinderen en jongeren hebben andere zorgbehoeften dan volwassen zorgvragers. Naast het behandelen van de psychiatrische stoornis speelt de ondersteuning van een zo normaal mogelijke ontwikkeling een belangrijke rol. Kinderen en jongeren met psychiatrische problemen verblijven vaak op gespecialiseerde afdelingen binnen instellingen voor psychiatrische zorg. Soms zijn ze opgenomen, omdat de thuissituatie niet langer houdbaar was. Vaak krijgen ze echter ook een deeltijdbehandeling, zodat ze gewoon naar school kunnen blijven gaan |
|
Verslavingszorg |
e verslavingszorg is een gespecialiseerde vorm van geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg die verslaving behandelt volgens vaste methodieken en protocollen. Een geïntegreerde aanpak komt tot stand door de samenwerking van meerdere disciplines. Daarbij komt, naast de opdracht om individuele zorg te leveren en preventieve activiteiten te ontwikkelen, de sociaal-maatschappelijke opdracht vaak duidelijk naar voren. De partner of familie van de zorgvrager wordt ook betrokken in het behandelplan. Een belangrijk deel van het werk van de verslavingszorg bestaat uit het motiveren van de zorgvragers tot gedragsverandering. Daarnaast kunnen er verschillende behandeldoelen worden nagestreefd. Deze doelen zijn gericht op:genezingvoorkomen van ergerrehabilitatie (leren leven met een blijvende beperking/handicap)palliatie (proberen symptomen te bestrijden of te verminderen en lijden te verzachten van vaak zeer langdurig zwaarverslaafden) |
|
geriatrisch |
oudere patient |
|
ziekte oorzaken |
biologische factoren(genetisch,ouderdom, bacterieën/virus) Fysische factor (botbreuk, snijwond,warm/koud, electriciteit) chemische factor voeding psychische/sociale factor |
|
subjectieve ziekte verschijnslen |
Pijn (Reflexen, vermijdingsgedrag, gezichtuitdrukking, wit of rood worden, agressie, pijnstillers nemen, stil zijn, onrust)
Jeuk (Krabben, huidverwondingen, onrust, agressie)
Benauwdheid (Veranderd adempatroon, angst, onrust, vermoeidheid)
Misselijkheid (Zuchten, wit worden, braken, transpireren, flauwvallen, voedsel weigeren)
Hartkloppingen (Onrust, angst, zuchten, veranderde polsslag)
Dorst (Veel drinken, transpireren, droge slijmvliezen, onevenwichtige vochtbalans)
Duizeligheid (Evenwichtsproblemen, braken, angst, onrust, concentratieverlies)
Concentratiestoornis (Afdwalen, verminderde respons, productiviteitsverlies)
|
|
objectieve ziekte verschijnselen |
Koorts (Graden Celsius) Onder- of overgewicht (Kilo's en grammen) Bradycardie (Aantal hartslagen per minuut) Tumor (Plaats, grootte, beweegbaarheid, vorm) |
|
norm |
gedragsregel bijv. behandel iemand zoals je zelf behandelt wil worden wees aardig |
|
waarden |
iets waar je belang aan hecht bijv respectvol vrijheid |
|
zorg/ziekteopvatting |
de manier hoe iemand over zorg/ziekte denkt |
|
zorgconsulent |
allochtoon als tussenpersoon tussen zorgaanbieder en allochtone zorgvrager. |
|
intermediair |
vertaalt en geeft informatie over welzijns- en zorgvoorzieningen. Hij geeft uitleg over culturele verschillen in de zorgverlening. |
|
financiering |
als VZ weet je wat iemand aan zorg (hulpmiddelen,personeel, medicatie, lich.,tijd) nodig heeft en verdelen kennis/verantwooding over bezuinigingen en kostenbesparing begrotingstekorten urenverantwoording invloed van VZ kosten van het verblijf kosten van het personeel (minder/lager geschoold,hoge werkdruk) kosten van middelen en materialen kosten van voeding en drinken het verbruik van geneesmiddelen het verbruik van verband- en incontinentiemateriaal de ondersteuning bij revalidatiede inzet van hulpmiddelen en diensten het regelen van ontslag en nazorg |
|
wlz |
zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen en gehandicapten. De overige extramurale zorg wordt nu door de Gemeenten geregeld. Belangrijkste punten uit de Wlz: Intensieve 24-uurszorg, ondersteuning of toezicht. Voor kwetsbare ouderen en mensen met een beperking. Langdurige zorg kan thuis of in een instelling worden geleverd. Langdurig verblijf (langer dan 3 jaar) in een Geestelijke gezondheidszorginstelling (GGZ). Kinderen met ernstige beperkingen die 24-uurszorg of toezicht nodig hebben. Voor wie? Mensen die in een instelling of woonvorm wonen, zelfstandig met begeleiding thuis (of bij ouders) en blijvende 24-uurszorg of ondersteuning nodig hebben. Kwetsbare ouderen en gehandicapten die intensieve zorg nodig hebben. Meervoudig complex gehandicapte kinderen (0-19 jaar) met verstandelijke beperkingen die langdurige zorg nodig hebben. Welke zorg? Blijvende 24-uurszorg/-toezicht Langdurig verblijf GGZ-instelling (langer dan drie jaar) Medische zorg (behandeling en revalidatie) voor mensen met een zintuiglijke beperking Palliatief terminale zorg (24-uurs) Verblijf in het ziekenhuis (langer dan 366 dagen) |
|
zvw |
specialistische zorg, huisartsenzorg en ziekenhuisverblijf wijkverpleging en persoonlijke verzorging behandeling in de GGZ en verblijf in een GGZ-instelling tot 3 jaar extramurale behandeling en palliatieve zorgintensieve kindzorg Voor wie? Mensen die medische, specialistische of acute zorg nodig hebben. Psychisch zieken Mensen die verpleging of verzorging nodig hebben (niet 24-uurs). Mensen met een fysieke of verstandelijke beperking en een zintuiglijke beperking of taalontwikkelingsstoornis. Kinderen en jongeren jonger dan achttien jaar met een zintuiglijke beperking. Welke zorg? Verblijf in GGZ-instelling korter dan drie jaar Wijkverpleging (verpleging en persoonlijke verzorging thuis) Acute medische zorg Specialistische behandeling Noodzakelijke medische zorg Op behandeling gerichte GGZ Revalidatiezorg ouderen Verblijf in het ziekenhuis (korter dan 366 dagen) Palliatief terminale zorg (niet 24-uurs) |
|
wmo |
begeleiding dagbesteding huishoudelijke hulp vervoer ondersteuning bij zelfstandig wonen beschermd wonen voor mensen met een psychische aandoening ondersteuning bij het meedoen in de maatschappij Voor wie? Mensen vanaf achttien jaar Mensen met een verstandelijke, lichamelijke of psychische beperking Mensen met psychosociale problemen Chronisch zieken en ouderen Welke zorg? Huishoudelijke hulp (bij structurele beperkingen) Begeleiding, kortdurend verblijf, dagbesteding en beschermd wonen Ondersteuning mantelzorg en cliëntondersteuning Minder zware en intensieve zorg, begeleiding en ondersteuning Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Ondersteuning zelfredzaamheid, participatie en zelfstandig wonen |
|
jeugdwet |
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en financiën van de Jeugdwet jeugdhulpplicht gemeenten voor kinderen tot achttien jaar gemeenten kunnen deskundige organisaties en hulpverleners inschakelen veel gemeenten hebben een Centrum voor Jeugd en Gezin Voor wie? Kinderen en jongeren onder de achttien jaar met een zintuiglijke beperking Kinderen en jongeren onder de achttien jaar met een verstandelijke beperking Kinderen en jongeren onder de achttien jaar met een psychische stoornis Kinderen en jongeren onder de achttien jaar die begeleiding, ondersteuning of persoonlijke verzorging nodig hebben. Welke zorg? Grootste deel van zorg voor kinderen en jongeren met een handicap Kinderbeschermingsmaatregelen Begeleiding, dagbesteding, beschermd wonen, kortdurend verblijf en vervoer Jeugdreclassering Zorg en ondersteuning Hulp en ondersteuning bij opgroei- en opvoedproblemen Behandeling (met of zonder verblijf) voor jongeren met een (licht) verstandelijke beperking Begeleiding, persoonlijke verzorging en het bijbehorend kortdurend verblijf voor jongeren met een beperking, stoornis of aandoening Preventieve zorg Jeugd-GGZ, kinder- en jeugd psychiatrie Vervoer van en naar locatie waar jeugdhulp wordt geboden voor jongeren met een beperking, stoornis of aandoening |
|
zorgzwaartepakket |
geeft aan welke zorg iemand krijgt beschrijving van de zorgvrager (cliëntenprofiel) het aantal benodigde uren zorg een beschrijving van de (verblijfs)zorg |
|
zorgleefplan |
afspraak inzet uren |
|
zorg in natura |
De zorgvrager kan zelf een zorginstelling uitkiezen. De instelling biedt alle zorg die hij nodig heeft. De kosten voor wonen, eten en begeleiding worden betaald uit het zorgzwaartepakket. hoge eigen bijdrage. |
|
persoons gebonden budget |
koopt zelf de zorg in die hij nodig heeft. De sociale verzekeringsbank (SVB) regelt de pgb/De zorgvrager stuurt de rekeningen naar de SVB. De SVB betaalt vervolgens de mensen die de zorg leveren. Het pgb is bedoeld voor zorgvragers die thuis wonen of in een kleinschalige woonvorm. lage eigen bijdrage Hij betaalt zelf de huur van zijn huis en zijn eten en drinken. |
|
volledig pakket thuis |
zorg uit het zorgzwaartepakket bij de zorgvrager thuis. vergoed vanuit de Wlz. betaalt zelf de boodschappen en de huur of hypotheek. |
|
modulair pakket thuis |
Zorgvragers die thuis of in een kleinschalige woonvorm wonen, kunnen ook zelf hun zorg regelen. een deel met een persoonsgebonden budget (pgb). Een ander deel van de zorg met zorg in natura (ZiN). kan met verschillende zorgaanbieders te maken krijgen en afspraken maken. |
|
veiligheid ziekenhuis |
Voorkomen van wondinfecties na een operatie (met hieraan gerelateerd: infectiepreventie en antibioticaresistentie)Vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde zorgvragerVroege herkenning en behandeling van pijnOptimale zorg bij acute coronaire syndromenVoorkomen van lijnsepsis en behandeling van ernstige sepsisKwetsbare ouderenMedicatieverificatie (controle) bij opname en ontslagVeilige zorg voor zieke kinderenVoorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelenVerwisseling van en bij zorgvragersHigh-riskmedicatieMedische technologie |
|
veiligheid ouderenzorg |
Vallen voeding medicatie fouten huidletsel en incontinentie delier werken met hulpmiddelen |
|
veiligheid thuiszorg |
opdrachten die worden gegeven, te (laten) herhalen;opdrachten zowel schriftelijk als mondeling vast te (laten) leggen;regelmatig overleg te voeren met andere disciplines;wanneer je iets niet zeker weet, altijd te overleggen. |
|
veiligheid gehandicaptenzorg |
Agressie of grensoverschrijdend gedrag
Somatische comorbiditeit: (verstandelijke beperking/ lichamelijke aandoening) Dwang en drang Brandveiligheid ziektes slikken en kauwen |
|
VZ veiligheid |
veiligheid bevorderen/veiligheids cultuur hulpmiddelen kennen afvragen voorkomen/kennis ziekte medicatie kennis communicatie brand inspectie |
|
domotica |
automatisering van het huis -Toezichthoudende domotica toezicht op afstand -ondersteunende domotica helpen de zorgvrager |
|
robotica |
robots in de zorg |
|
telemonitoring |
op afstand begeleiden |
|
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) |
de zorginstelling goede zorg moet aanbieden. De zorg moet passen bij de behoefte van de zorgvrager. goede werknemers en goed materiaal zijn. Voor domotica betekent dit dat heel duidelijk moet zijn waarvoor het wordt gebruikt. Ook moet duidelijk zijn wat de zorgvrager er precies aan heeft. Verder moet bekend zijn welke opleiding de zorgverlener nodig heeft voordat hij met een apparaat mag werken. |
|
De Wet BOPZ en het wetsvoorstel Zorg en dwang |
De wet BOPZ zal worden vervangen door een nieuwe wet. In de huidige Wet BOPZ staat niets over domotica, maar in de nieuwe wet (het wetsvoorstel Zorg en dwang) wel. Deze wet zegt dat een zorgvrager eerst toestemming moet geven, voordat bijvoorbeeld een belmat naast zijn bed kan worden geplaatst of een chip in zijn schoen wordt gezet. |
|
De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) |
Deze wet zegt dat zorgvragers goede informatie moeten krijgen over de behandeling. De zorgverlener moet ze vertellen wat de voordelen, nadelen en mogelijke risico’s van een behandeling zijn. En de zorgverlener moet hen om toestemming vragen. |
|
vraaggerichte zorg |
Zorg die uitgaat van de wensen en ervaren behoeften van de zorgvrager, die in dialoog met de professional tot stand komt en waarbij de zorgvrager uiteindelijk beslist’ |
|
vraaggestuurde zorg |
De zorgvrager bepaalt dan daadwerkelijk het aanbod; er wordt niet alleen richting gegeven aan het zorgaanbod. De zorgvrager stuurt zijn eigen zorg. Hij bepaalt zelf de inhoud en de organisatie van de zorg, met het beschikbare budget. |
|
belevingsgerichte zorg |
beleving die de zorgvrager heeft van zijn situatie, zijn ziekte en mogelijkheden, het uitgangspunt voor de zorgverlening. Bij langdurige zorgverlening is de relatie tussen de zorgvrager en de zorgmedewerker erg belangrijk. Beiden zijn deskundig: de zorgvrager is ervaringsdeskundige op het gebied van zorgverlening en het inpassen van gezondheidsproblemen in het dagelijks leven en de zorgverlener heeft de vakmatige, professionele deskundigheid. De zorgvrager en de zorgverlener bepalen samen de inhoud van de zorg en stellen in gezamenlijk overleg een plan van aanpak op. |
|
cohortverpleging |
zorgvragers worden dan bij elkaar op een kamer verpleegd aan één kant van een gang, achteraan op een afdeling. Zo bestaat er minder kans dat andere zorgvragers besmet raken |
|
vier kwaliteiten van de ademhaling: |
De frequentie van de ademhaling: wat is het aantal in- en uitademingen per minuut? De diepte van de ademhaling: is er sprake van een oppervlakkige of een diepe ademhaling? De regelmaat van de ademhaling: is de ademhaling regelmatig of niet? De ademhalingspatronen: is er een steeds terugkerend patroon in de ademhaling? normale ademfrequentie: Volwassenen halen tussen 9 en 14 keer per minuut adem. Tieners halen tussen 12 en 20 keer per minuut adem. Kinderen van 2 tot 12 jaar halen tussen 20 en 30 keer per minuut adem. Zuigelingen halen tussen 30 en 50 keer per minuut adem. |
|
Terminologie voor ademhalingspatronen |
Apneu: er is sprake van afwezigheid van ademhaling. Dyspneu: benauwdheid. De zorgvrager heeft moeite met de ademhaling en maakt een benauwde indruk. De zorgvrager is kortademig. Hyperventilatie: overademhaling. De zorgvrager haalt langdurig te diep adem. Dit komt voor bij lichamelijke inspanning, en is soms het gevolg van psychische factoren Ademhaling volgens Kussmaul: zeer diepe, ononderbroken en regelmatige ademhaling, die ontstaat bij een zorgvrager met ernstig ontregelde diabetes. Cheyne-stokesademhaling: de diepte van de ademhaling neemt eerst toe, neemt daarna af en stopt dan even. Deze komt voor bij een verminderde pompfunctie van het hart bij slagaderverkalking in de hersenen en bij stervende zorgvragers. Zuchtende ademhaling: regelmatige ademhaling met af en toe een zucht. Dit is bij kinderen een normaal verschijnsel. Komt ook voor bij volwassenen met een hersenvliesontsteking of een hersenbeschadiging. |
|
kwaliteiten van de polsslag |
De frequentie van de pols: wat is het aantal slagen per minuut? De regelmaat van de pols: is de pols regelmatig of niet? De gelijkmatigheid van de pols: zijn de polsslagen gelijk gevuld? De kracht van de pols: is de polsslag al of niet heftig? |
|
normale hartslag |
Bij iemand die rustig zit of ligt, varieert de normale polsfrequentie van 60 tot 100 slagen per minuut. Vrouwen hebben meestal een iets snellere pols dan mannen. Bij ouderen kan de frequentie ongeveer 60 slagen per minuut zijn. Bij een pasgeborene is de frequentie ongeveer 120 slagen per minuut. Vanaf ongeveer drie jaar is de frequentie 100 slagen per minuut. |
|
tachycardie |
meer dan 100 slagen per minuut |
|
bradycardie |
minder dan 50 slagen |
|
hartslag voelen |
Arteria radialis: pols Arteria temporalis: slaap Arteria femoralis: lies Arteria brachialis: arm bij elleboog Arteria carotis: hals |
|
bovendruk/systolische druk |
hart samengeknepen pomp bloed naar de slagaders hogere meting |
|
onderdruk/diastolische druk |
hart ontspannen lage meting |
|
Gemiddelde bloeddruk |
Of een gemeten bloeddruk normaal is, hangt onder meer af van leeftijd, emotionele toestand, koorts en eventueel bloedverlies. oudere zorgvragers: 160/90 mmHgvolwassenen: 120/80 mmHgkinderen: 110/60 mmHgbaby’s: 90/60 mmHg |
|
hypertensie |
hoge bloeddruk |
|
hypotensie |
lage bloeddruk |
|
meten van de bloeddruk volgens Riva-Rocci |
Bij het meten van de bloeddruk volgens Riva-Rocci heb je een bloeddrukmeter en een stethoscoop nodig. Aan de bloeddrukmeter zit een manchet, die je om de bovenarm van de zorgvrager aanlegt en oppompt met behulp van de ballon. Door de druk in de manchet rond de arm te verhogen, wordt er druk uitgeoefend op de slagader in de arm. Als de druk op die slagader even hoog is als de bloeddruk, zal het bloedvat dichtgedrukt worden en gaat er geen bloed meer doorheen. Laat je de manchet langzaam leeglopen, dan vermindert de druk en kan er op het moment waarop het hart bloed in het vat pompt (de systole), even wat bloed doorstromen. Dit kun je met de stethoscoop horen. Bij verdere drukvermindering wordt het geluid eerst wat luider. Als de manchet het bloedvat helemaal niet meer vernauwt, verdwijnt het geluid. Je meet dan de diastolische druk. Dit is de druk in de bloedvaten als het hart zich ontspant. Voor een betrouwbare meting van de bloeddruk let je op de volgende punten: De manchet moet leeg zijn en goed aangelegd (maximaal twee vingers speling). De breedte van de manchet moet in verhouding staan tot de dikte en de lengte van de bovenarm: hoe dikker de arm, hoe breder de manchet. Bij kinderen gebruik je, afhankelijk van de leeftijd, kleinere manchetten. De kleding mag niet knellen. Het moet stil zijn. Manchet en bloeddrukmeter moeten zich ongeveer op harthoogte bevinden. De zorgvrager moet ontspannen zijn en de arm moet ondersteund zijn, anders worden de spieren aangespannen en vallen de waarden iets te hoog uit. De arm moet zo liggen dat je in de handpalm kijkt. Het ventiel van de ballon moet met één hand te bedienen zijn. Dit is vooral van belang als je het ventiel open moet draaien. Heb je het ventiel met twee handen dichtgedraaid toen je de manchet oppompte, dan zit het te strak vast om het met één hand open te kunnen draaien. |
|
techniek van de tensiemeting in stappen |
Breng een manchet aan om de linkerbovenarm van de zorgvrager. Pomp lucht in de manchet door in een knijpballonnetje te knijpen. De manchet staat in verbinding met een meter waarop de druk in millimeters kwik wordt weergegeven. Door in het ballonnetje te knijpen breng je druk aan op de manchet. Voel bij het oppompen van de manchet tegelijkertijd de pols. Zodra je de pols niet meer voelt, moet je nog verder pompen tot 30 mmHg boven dat punt. Laat vervolgens, terwijl je luistert, de manchet langzaam (2 mmHg/seconde) leeglopen. Luister naar de eerst hoorbare hartslag (de systolische druk) en lees de waarde op de manometer af. Blijf de druk verminderen door de pomp een klein stukje open te houden. Luister naar het moment waarop de harttonen verdwijnen of duidelijk zachter worden (de diastolische druk) en lees de waarde op de manometer af. Zet vervolgens de manchetpomp geheel open, zodat de manchet snel leeg loopt. Problemen bij de tensiemeting: Als je de bloeddruk meet zoals beschreven, kan het soms zijn dat je niets hoort. Dan kan het volgende aan de hand zijn: De stethoscoop zit verkeerd in je oren of de membraankant van de stethoscoop waarmee je luistert, is niet ingeschakeld. Je luistert op de verkeerde plaats. De manchet zit te los; het goed aanleggen van de manchet vereist oefening. Er zijn verschillende soorten sluitingen en de ene is wat handiger dan de andere. Zorg dat je vertrouwd raakt met elke soort en niet alleen met de klittenbandsluiting. |
|
normale lichaamstemparatuur |
volwassenen en kinderen: tussen 36,5 °C en 37,5 °C
oudere zorgvragers: tussen 36,0 °C en 37,5 °C
pasgeborenen: tussen 35,5 °C en 37,5 °C |
|
problemen bij lichaamstemparatuur |
van 37,5 °C tot 38 °C (verhoging); tussen 38 °C en 41 °C (koorts); hoger dan 41 °C (hyperthermie); bij een temperatuur hoger dan 41 °C werken veel processen in het lichaam niet goed meer, waardoor een levensbedreigende situatie kan ontstaan; lager dan 35 °C (hypothermie); een dergelijke lage temperatuur kan voorkomen bij onderkoelde alcoholisten, verwarde zorgvragers, oudere zorgvragers en pasgeborenen, en door verdrinking en bevriezing. |
|
verschillende metingen |
Rectale meting0 ºC (anus) Orale meting-0,3 ºC (onder tong) Axillaire meting-0,5 ºC (onder de oksel) Aurale meting-0,5 tot -0,7 ºC (oor) |
|
maatregelen temparatuur stijging |
Vaak gebruikt hij medicijnen om de oorzaak of de verschijnselen van de koorts te bestrijden, of om de temperatuurstijging te onderdrukken (bijvoorbeeld paracetamol). Je zorgt ervoor dat de zorgvrager zijn medicijnen op het juiste tijdstip krijgt toegediend. Kan dit niet via de mond, dan overleg je met de arts over de toedieningswijze en over verandering van medicatie. De verschijnselen van koorts kunnen erg lastig zijn voor de zorgvrager. Meestal transpireert hij sterk, waardoor hij zich klam en vies voelt. Je geeft de zorgvrager persoonlijke verzorging en verschoont zijn kleding en bed. Geef bij voorkeur kleding die is vervaardigd van natuurlijke producten. Je ondersteunt hem tijdens het uit- en aankleden, want hij kan zich erg verzwakt voelen. Door de zorg zal de zorgvrager zich prettiger, veiliger en aangenamer voelen. Dek hem niet al te warm toe, want dan gaat hij extra transpireren. Dek liever zijn bovenlichaam toe met een badhanddoek, die neemt de transpiratie beter op. Vaak heeft de zorgvrager een droge mond of een ontsteking van het mondslijmvlies (stomatitis), doordat hij door de mond ademt. Sommige mensen krijgen bij koorts last van een koortslip en verkleving van de oogleden door een teveel aan secretie. Geef de zorgvrager dan de juiste mond- en oogverzorging. Zo voorkom je stomatitis en een infectie aan de ogen. Omdat de zorgvrager vaak geen trek heeft, geef je hem licht verteerbare voedingsmiddelen of voedsel dat hij lekker vindt en mag hebben. Vlees en vetten kan hij meestal niet verdragen. Het eten is de eerste dagen niet zo belangrijk. Omdat hij veel transpireert, is het erg belangrijk dat je hem regelmatig drinken aanbiedt, want bij langdurig aanhoudende koorts kan de zorgvrager uitdrogen. Kleine kinderen en ouderen kunnen sneller uitdrogen. Bied drank aan waarin voedingsstoffen en zouten zitten, zoals bouillon, vruchtensap en mineraalwater, of thee, eventueel met honing. Bouillon is aan te raden omdat er veel voedingsstoffen en zouten in zitten, waardoor de zorgvrager meer vocht gaat vasthouden in plaats van verliezen. Eventueel leg je een vochtbalans aan, zodat je het evenwicht van vochtopname en vochtverlies goed in de gaten kunt houden. Voer het eten en drinken langzaam op naar vloeibare voeding met melk, yoghurt, pap enzovoort. Forceer niets. Ga pas over op volwaardige voeding als de lichaamstemperatuur gedaald is. Zorg voor een rustige, frisse kamer (16 tot 18 °C). Het mag beslist niet tochten, want de kans dat de zorgvrager kouvat is nu extra groot. Voorkom trombose, embolie, pneumonie, decubitus en smetten door de zorgvrager zo snel mogelijk te mobiliseren als dat toegestaan is. Als hij voor het eerst uit bed mag, moet je hem begeleiden, want er bestaat een kans dat hij flauwvalt. Hij kan zich ook erg slap en duizelig voelen, dus bouw de zelfzorgactiviteiten rustig en langzaam op. |
|
maatregelen temparatuur daling |
Ouderen hebben wel eens een lage lichaamstemperatuur doordat de lichaamsprocessen langzamer verlopen, en dus ook de temperatuurregeling. Ze ervaren kou vaak niet als zodanig. Op koude dagen en bij een lage omgevingstemperatuur kan dat betekenen dat ze sneller afkoelen en dat de lichaamstemperatuur te laag wordt. Pasgeborenen hebben een relatief groot lichaamsoppervlak en bij hen is de temperatuurregulatie vaak nog onvoldoende stabiel. Daardoor kunnen er schommelingen in de temperatuur voorkomen, waardoor ze een te lage lichaamstemperatuur hebben. Bij pasgeborenen gebruik je altijd naadloze kruiken. Bij het gebruik van een kruik of warmwaterzak leg je die altijd tussen de dekens, om verbranding te voorkomen. Voer extra controles van de lichaamstemperatuur uit, om te voorkomen dat de zorgvrager het te warm krijgt. |
|
gedrag |
alle activiteiten dat je waarneemt, als VZ is het belangrijk dat er zo nodig wat bij doet bijv. schreeuwen door de kamer en stampen->inzicht hij is boos->handelen |
|
gedragsoorzaken |
lichamelijk cognitief emoties sociaal fysische omgeving persoonlijkheid belevingswereld |
|
waarnemen |
opnemen en verwerken van prikkels kwaliteit zintuigen psychise toestand persoonlijkheid |
|
behoefte trap masslow |
fysiologische/vitale behoeften behoefte aan zekerheid/veiligheid behoefte om erbij te horen behoefte aan waardering/erkenning' behoefte aan zelfrealisering/zelfontplooing |
|
Anticoagulantia |
Medicijnen die ervoor zorgen dat het bloed minder snel stolt (antistollingsmedicijnen). |
|
Aften |
Kleine, pijnlijke, witte zweertjes op het mondslijmvlies. |
|
Stomatitis |
Ontsteking van het mondslijmvlies. Het mondslijmvlies is rood, gezwollen en pijnlijk en kan gemakkelijk gaan bloeden. |
|
Elektrolyten |
Mineralen die de werking van de lichaamscellen ondersteunen. Voorbeelden van elektrolyten zijn: natrium, kalium, magnesium en calcium. |
|
Nycturie |
Toenemende urineproductie in de nacht. |
|
Anurie |
Afwezige urinelozing (minder dan 50 milliliter per 24 uur). |
|
Asthma cardiale |
Ernstige kortademigheid als gevolg van acuut linkerventrikel hartfalen. |
|
Diurese |
Vorming van urine door de nieren. |
|
Enuresis nocturna |
Bedplassen (’s nachts). |
|
Mictie |
urineren |
|
Nycturie |
Toenemende urineproductie in de nacht. |
|
Oligurie |
Verminderde urineproductie (minder dan 500 milliliter per 24 uur). |
|
Polyurie |
Vermeerderde urinelozing (meer dan 2 liter per 24 uur). |
|
h |
h |