• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/24

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

24 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)

Lijken, lijken op (ww)



Uitspraak: 사

사 (ww)

Vriend (nw)



Uitspraak: 우

우 (nw)

Identiek, gelijkend, zelfde (eww) / identiek zijn aan, gelijk zijn aan, overeenkomen met (ww)



Uitspraak: 동

동 (eww/ww)

Roepen, schreeuwen (ww)



Uitspraak:

Noemen (ww)



Uitspraak:

Verblijfplaats, herberg (nw) / verblijven, overnachten (ww)



Uitspraak:

Sjamaan, priester (nw)



Uitspraak:

Markt (nw)



Uitspraak:

Ademen, op adem komen, uitrusten, pauzeren (ww)



Uitspraak:

Verdriet hebben, bedroefd zijn (ww)



Uitspraak:

Verzamelen (ww)



Uitspraak:

Zonsondergang, avondschemering (nw)



Uitspraak:

Inderdaad, zoals verwacht (bw) / vrucht, resultaat, gevolg (nw)



Uitspraak:

Beslissen, bepalen, oplossen (ww)



Uitspraak:

Dorst hebben (ww)



Uitspraak:

Huid, vel (nw)



Uitspraak:

Met elkaar (bw)



Uitspraak: 상여

상여

Gunstig, voorspoedig, veelbelovend (eww) / gunstig voorteken (nw)



Uitspraak:

Offeren, een ceremonie houden voor (ww)



Uitspraak:

Noodlottig, rampspoedig, ongelukkig (eww) / noodlot, rampspoed, ongeluk (nw)



Uitspraak:

Passeren (ww)



Uitspraak:

Gaan naar, bereiken (ww)



Uitspraak:

Snel, vlug, haastig, meteen (bw)



Uitspraak:

Volgroeid, volwassen (eww) / oudere, oudste (nw) / groeien, opgroeien, toenemen (ww)



Uitspraak: