• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/167

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

167 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)
a.
arterie (=slagader)
a- of an-
niet of zonder
aa.
arteriën
abductie (onderzoek lichaamsbewegingen)
zijwaartse beweging van de middellijn, wijd, gespreid.
z b v d m, w, g
acuut
plotseling ontstaan
adductie (onderzoek lichaamsbewegingen)
zijwaartse beweging naar de middellijn, te veel naar elkaar toe.
Bij een adductiestand van de benen bestaat er geen ruimte
tussen de benen.

Abductie is het tegenovergestelde en betekent dus te gespreid.
z b n d m, t v n e t
allopathie
geneeswijze waarbij ziekten worden behandeld met stoffen die normaal gesproken niet de aandoening kunnen veroorzaken, i.t.t. de homeopathie
gw w z w b m s d n g n d a k v, i t t d h
anamnese
voorgeschiedenis van een ziekte
anatomie
de wetenschap die de opbouw van het menselijk lichaam bestudeert
d w d d o b h m l b
anesthesie
gevoelloos maken
anteflexie (onderzoek lichaamsbewegingen)
naar voren buigen
anterior
aan de voorkant
anteversie (onderzoek lichaamsbewegingen)
naar voren kantelen
anti-
tegen
antibiotica
geneesmiddelen tegen bacteriën
g t b
art.
articulatio (=gewricht)
cardioloog
internist die zich richt op hartaandoeningen
cart.
cartilago (=kraakbeen)
caudaal
in de richting van het voeteneinde
centraal
in het midden van het lichaam
chirurg
arts die operaties verricht
chronisch
langdurig, slepend
complicatie
verwikkeling
conservatief
zonder operatief ingrijpen
z o i
craniaal
in de richting van het hoofdeinde
cryotherapie
behandeling met kou
curatie
genezing
curatief
genezend
dermatoloog
medisch specialist voor huidaandoeningen
di-
twee
diagnose
het onderkennen van de aard van een ziekte
h o v d a v e z
diathese
aanleg
a
distaal
richting het uiteinde van het lichaam
r h u v h l
dominant
betreffende erfelijkheid: eigenschap uit zich al als het heterozygoot aanwezig is
b e: e u z a a h h a i
donor
iemand die een orgaan, weefsel of cellen afstaat ten behoeve van de behandeling van een ander mens
i d e o, w o c a t b v d b v e a m
dorsaal
aan de rugzijde
a d r
dys-
slecht of abnormaal
ectomie
het uitsnijden van
elektrotherapie
behandeling met elektrische stromen
endocrinoloog
internist die zich richt op aandoeningen van de hormoonproducerende organen
extensie (onderzoek lichaamsbewegingen)
strekken
extra-
buiten
b
farmacie
de bereiding van geneesmiddelen
farmacotherapie
de behandeling met geneesmiddelen
flexie (onderzoek lichaamsbewegingen)
buigen
fysiologie
de wetenschap die het functioneren van het menselijk lichaam bestudeert
gastro-enteroloog
internist die zich richt op aandoeningen van het maagdarmkanaal
genetica
erfelijkheidsleer
geriater
specialist voor ouderen
gl.
glandula (=klier)
gynaecoloog
vrouwenarts
heliotherapie
behandeling met licht
hematoloog
internist gespecialiseerd op bloedziekten
hereditair
erfelijk
hydrotherapie
behandeling met water
hyper-
vermeerderd of verhoogd
hypo-
verminderd of verlaagd
iatrogeen
veroorzaakt door de arts, bijvoorbeeld een bijwerking van een behandeling
v d d a, b e b v e b
indicatie
aanwijzing, maar ook een reden om een behandeling in te stellen
infaust
ongunstig
infra-
onder of beneden
o o b
intensive care
zorgvuldige bewaking i.v.m. een ernstige ziekte
z b i v m e e z
inter-
tussen
intoxicatie
vergiftiging
intra-
binnen of in
b o i
-itis
ontsteking
juveniel
jeugdig
lateraal
aan de zijkant van het lichaam
letaal
dodelijk
lig.
ligament (=bindweefselbandje)
m.
musculus (=spier)
maligniteit
kwaadaardige ziekte, kanker
k z, k
mechanotherapie
behandeling met mechanische krachten
mediaal
richting het midden van het lichaam
r h m v h l
metabolisme
stofwisseling
mono-
één of alleen
morbus
ziekte
mors
dood
n.
nervus (=zenuw)
nefroloog
internist gespecialiseerd in nierziekten
neonatoloog
medisch specialist voor pasgeborenen
neuroloog
medisch specialist voor aandoeningen van het zenuwstelsel
obductie
lijkschouwing (ook wel: sectie)
obstetricus
vrouwenarts die gespecialiseerd is in het verrichten van bevallingen
oligo-
weinig of zelden
w o z
-oma of -oom
gezwel
oncoloog
internist voor maligne aandoeningen
-ose
ziekte of aandoening
palliatief
verzachtend
pathologie
de wetenschap die de ziekten bestudeert; hoe ziekten ontstaan en verlopen
peri-
rondom
perifeer
het verst van het midden verwijderd
h v v h m v
poly-
veel
post-
na
posterior
aan de achterkant
pre-
voor
preventie
het voorkómen van een ziekte
prognose
vooruitzicht
proximaal
het meest bij het midden van het lichaam gelegen
h m b h m v h l g
psychisch
geestelijk
pulmonoloog
internist die zich richt op aandoeningen van de longen en de luchtwegen
radiologie
de leer van (röntgen)straling
d l v (r) s
radiotherapie
behandeling met (röntgen)straling
recessief
betreffende erfelijkheid: eigenschap uit zich alleen als het homozygoot aanwezig is
b e: e u z a a h h a i
regressief
in afnemende mate
i a m
remissie
tijdelijke verbetering van ziekte
t v v z
resectie
slechts een deel van een orgaan wordt weggenomen
s e d v e o w w
retroflexie (onderzoek lichaamsbewegingen)
naar achteren buigen
retroversie (onderzoek lichaamsbewegingen)
naar achteren kantelen
rostraal
in de richting van het hoofd
-scoop
kijker, -scopie = kijken
sectie
lijkschouwing
somatisch
lichamelijk
sub-
onder of bijna
supra-
boven
symptoom
ziekteverschijnsel
syndroom
een vaste combinatie ziekteverschijnselen die steeds samen voorkomen
e v c zv d s s v
thermotherapie
behandeling met warmte
tractus
orgaanstelsel
transplantatie
overbrengen van levend weefsel naar een andere plaats bij dezelfde persoon of een ander
o v l w n e a p b d p o e a
trauma
verwonding
tri-
drie
uni-
één
v.
vena (=ader)
vaccinatie
het actief immuniseren met behulp van inentingsvloeistof (vaccin)
h a i m b v i (v)
ventraal
aan de buikzijde (soms ook wel abdominaal genoemd)
decubitus
doorligwond
hernia (+mv)
breuk
herniae
labium (+mv)
lip
labia
nervus (MV)
nervi
zelfstandige naamwoorden eindigend op -a (MV)
-ae (uitspraak -ee)
zelfstandige naamwoorden eindigend op -us (MV)
-i
zelfstandige naamwoorden eindigend op -um (MV)
-a
ovarium (+MV)
eierstok
ovaria
naevus (uitspraak neevus)
pigmentvlek
eufoor
overdreven vrolijk
trachea
luchtpijp
adipositas
vetzucht
anovulatie
zonder ovulatie
ovulatie
eisprong
conceptie
bevruchting
dysgrafie
stoornis in het schrijven
hypertensie
verhoogde bloeddruk
hypotensie
verlaagde bloeddruk
infraclaviculair
onder de clavicula
clavicula
sleutelbeen
supraclaviculair
boven het sleutelbeen
intrathoracaal
in de thorax
thorax
borstkas
extrathoracaal
buiten de thorax
oligomenorroe
weinig menstruaties (met lange tussenpozen)
polymenorroe
vaak menstruaties (met korte tussenpozen)
perineuraal
rondom het neuron
neuron
zenuw
menorroe
menstruatie
subileus
onvolledige ileus
ileus
darmafsluiting
unilateraal
aan één zijde
bilateraal
aan twee zijden of beiderzijds
nefroom
tumor uitgaande van nierweefsel
nefritis
ontsteking van de nier
nefrose
aandoening van de nier
cystoscopie
het bekijken van de blaas
nefrectomie
het operatief verwijderen van de nier
nierresectie
het verwijderen van een deel van de nier
Samuel Hahnemann
homeopathie
Rudolf Steiner
antroposofie