Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
27 Cards in this Set
- Front
- Back
|
Transactiekosten |
De kosten die gemaakt worden om in een markt te opereren zoals het zoeken naar een leverancier, onderhandelingen, kwaliteitscontroles etc. |
|
|
3 productiekostenvoordelen van het gebruiken van de markt |
Economies of scope, economies of scale en het verminderen van risico door de spreiding van vraag. |
|
|
Welke twee assumpties zijn belangrijk om te maken bij transactiekosten en waarom? |
Bounded rationality en opportunisme omdat contracten niet alle toekomstige scenario's kunnen dekken zijn er mensen die hier misbruik van zullen maken als ze de kans krijgen. |
|
|
Bounded rationality |
Het maken van rationele keuzes wordt beperkt door een gebrek aan kennis, vaardigheden, tijd etc. |
|
|
Opportunisme |
Individuen die zo handelen dat ze zelf het maximale profijt uit elke situatie halen. |
|
|
Welke drie omstandigheden bepalen of een bedrijf intern produceert of niet? |
1. Een hogere frequentie zorgt voor meer transactiekosten. 2. Een hogere onzekerheid zorgt voor hogere transactiekosten. Denk aan een onzekere toekomst, gebrek aan info of gedrag van de competitie/leveranciers. 3. Hoe groter het belang van bepaalde middelen, hoe groter de kans op interne productie. |
|
|
Wat zijn de voordelen van een corporatie tegenover eenmanszaken en partnerschappen? |
Een corporatie heeft beperkt risico en een oneindige levensduur waardoor ze gemakkelijk grote hoeveelheden geld binnen kunnen halen. |
|
|
Waarom is de discussie over scheiding tussen eigenaren en management belangrijk? |
Omdat de prioriteiten van managers en eigenaren anders kunnen liggen => opportunisme, werkzekerheid, risico. |
|
|
X-inefficiency |
Het niet optimaal gebruik maken van middelen/managers => Je kan beter een haai als manager hebben die naar optimale resultaten streeft. |
|
|
Welke beperkingen op managers zijn er? |
Stockholders revolt en een takeover. Wanneer managers niet presteren dan zullen de aandeelhouders de aandelen met verlies verkopen waardoor de waarde van het bedrijf daalt. Het bedrijf kan ook overgenomen worden met de kans dat het management vervangen wordt. |
|
|
Welke stimulaties voor managers zijn er?
|
Bonussen of aandelenpakketten, gerelateerd aan maximale winst. |
|
|
Op welk niveau van output ligt de maximale winst? |
Op het niveau dat de marginale kosten gelijk zijn aan de marginale opbrengsten. |
|
|
Wat is het verband tussen marginale kosten en marginale opbrengsten? |
Zolang de marginale opbrengsten groter zijn dan de marginale kosten, is het voordelig voor een bedrijf om te produceren gegeven de juiste omstandigheden zoals een sterke vraag. |
|
|
Accounting costs |
De kosten die accountants rapporteren in de financiële verslagen. |
|
|
Economic en opportunity costs |
De waarde die middelen produceren bij gebruik van het beste alternatief. Als de vraag laag is dan kan een bedrijf 1 van haar kapitaalintensieve machines bijvoorbeeld verhuren aan een ander bedrijf. Op de lange termijn moet een bedrijf produceren als de economic costs gelijk zijn aan 0. |
|
|
Fixed costs |
Alle vaste kosten op de korte termijn. Op de lange termijn zijn alle kosten variabel |
|
|
Sunk costs |
Fixed costs die niet meer te herstellen zijn. Dit zou gaan invloed moeten hebben op toekomstige beslissingen |
|
|
Recoverable costs |
Het deel van de fixed costs dat nog te herstellen is. Hier moet rekening mee gehouden worden bij het maken van beslissingen. |
|
|
Avoidable costs |
Alle variabele kosten en de kosten die hersteld kunnen worden als er geen output geproduceerd wordt. |
|
|
Wat is de relatie tussen SRMC, SRAC en AVC? |
De SRMC snijdt de SRAC en AVC op hun laagste punt. Zolang SRMC kleiner is dan SRAC en AVC dan zijn deze dalende bij een extra unit output. |
|
|
Returns to scale |
De toename in output die hoort bij een bepaalde toename van input. |
|
|
Economies of scale |
Een verdubbeling in output zonder een verdubbeling in gemiddelde kosten op lange termijn. |
|
|
Diseconomies of scale |
Een verdubbeling in output met gemiddelde kosten die proportioneel harder stijgen op lange termijn. |
|
|
Bronnen van economies of scale |
1. op productniveau d.m.v. specialisatie of verdeling van taken. 2. op locatieniveau d.m.v. vergrootte productie units en spreiding van overheadkosten. 3. Op multi-locatieniveau door daling in transportkosten, spreiding van nationale marketing en toegang tot kapitaalmarkten. |
|
|
Bronnen van diseconomies of scale |
Schaarste van bepaalde input, stijgende kosten i.v.m. transport naar een groter gebied. |
|
|
Economies of scope |
Bedrijven die kosten reduceren door meerdere producten op één locatie te produceren. |
|
|
Als je een prijselasticiteit van -0.3 hebt, zal je de prijs dan verhogen of verlagen, waarom? |
Een prijselasticiteit van -0,3 impliceert dat een prijsstijging van 10% slechts een een daling van 3% in de vraag teweeg brengt. (-0,03/0,1) |
