Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
20 Cards in this Set
- Front
- Back
Hugo capet (987-996) |
Poogde met succes het koningschap erfelijk te maken: hij liet zijn zoon tot mederegent kronen en zorgde er zo voor dat hij hem zou opvolgen |
|
De capetingen |
- tot in de 13e eeuw kroonde zij hun zonen tot mederegent - ze regeerden onafgebroken tot 1328 - de koningen genoten steun van de kerk - sacrale heersers - niet machtiger dan andere rijksgroten - koningen schonken de bisschoppen zoveel mogelijk wereldlijke macht |
|
Lodewijk VI |
- onderwierp het kroondomein - liet zich buiten het kroondomein als vorst gelden Door bv. . Vlaanderen te bezetten . De schuldige voor de moord op Karel de goede te straffen . Door een nieuwe graaf aan te stellen |
|
12de eeuw |
Toen ging Engeland een bedreiging vormen voor Frankrijk: door huwelijk en vererving hebben zij heel Normandië en westelijk Frankrijk in handen gekregen Vanaf Hendrik II plantagenêt |
|
Filips II augustus (1180 - 1223) |
- probeerde de macht van de plantagenêts te breken - hij slaagde erin Normandië en de Loire provincies te bezetten bij de slag van bouvines waardoor het kroondomein verviervoudigde - hij reorganiseerde het regionaal bestuur - hij stelde baljuws en seneschalken aan - hij heeft de basis gelegd voor een effectief bestuur over centraal-Frankrijk |
|
Baljuws |
- belast met koninklijke rechtspraak - belast met inning van koninklijke belastingen - Franse ambtenaar - plaatselijke vertegenwoordiger van het koninklijk gezag |
|
Seneschalken |
- vooral in grensgebieden aangesteld - militaire functie |
|
Knoet |
- Engeland is in 11de eeuw twee keer veroverd door de Denen - knoet: koning van heel Engeland - sterft in 1035: zoons verwikkeld in een koningsstrijd |
|
Koningsstrijd |
1) Eduard de belijder: koning van Engeland 2) harold: sterft bij de slag om hastings 3) Willem de veroveraar/ hertog van Normandië - zet alle edelen af die tegen hem streden - geeft hun land aan Normandische getrouwen - Engeland in handen van de Franssprekende elite |
|
Willem de veroveraar |
- had het land in zijn greep . Hij kon rekenen op zijn Normandische getrouwen . Heeft uit de Angelsaksiche de koninklijke kanselarij en de koninklijke belastingen overgenomen - 1086 domesday book samengesteld |
|
Domesday book |
Inventarisatie van landerijen en hun rijkdom in het koninkrijk. Op basis hiervan kon de hoogte van de belasting worden vastgesteld |
|
Hendrik 1 |
- vestigde een centrale financiële administratie - stelde rondreizende koninklijke rechters aan = koninklijk gezag werd voelbaar bij het volk |
|
Hendrik II plantagenêt |
- vergrootte het bereik van de koninklijke rechtspraak . Rechters wachten niet meer tot slachtoffers met een klacht komen . Partijen in een geschil voor een plaatselijk gerecht konden hun zaak voor de koninklijke rechtbank brengen . Vrije grondbezitters konden zich tot de kroon wenden en waren zo beschermd tegen willekeur = common law kwam zo tot bloei - start kolonisatie van Ierland - probeerde de Engelse kerk aan zich te onderwerpen bij de aankondiging van de constituties van clarendon in 1164 |
|
Constitutie van clarendon |
- bisschoppen moesten de koning een hulde brengen voor hun wijding - koninklijke toestemming Was nodig voor een beroep tegen een vonnis van de kerkelijke rechtbank bij de paus - geestelijken die werden beschuldigd van misdaden moesten door een kerkelijke rechtbank van hun status worden ontheven om vervolgens door de koninklijke rechtbank te worden berecht |
|
Duitsland: koenraad II van franken (1024) |
- 1ste koning van het Salische huis - rijkskerkenstelsel bleef overeind - het Duitse koningschap en Romeinse keizerschap vereenzelvigd - het binnenlands bestuur functioneert als vanouds . Onwelgevallige graven en hertogen werden vervangen . Vrijen werden door de koning berecht . Koninklijke vazallen waren hun vorst trouw . Koning maakt toenemend gebruik van minestrialen - uitbreiding van het rijk ging verder: westwaarts en oostwaarts - kerstening van oost-Europa werd voortgezet
|
|
Minestrialen |
Mannen van vrije afkomst aan wie belangrijke posten in het bestuur en leger werden toevertrouwd |
|
1125 |
- de laatste salische keizer Hendrik V sterft - er ontstaat een troonstrijd tussen . Welfen (hertogen van beieren en saksen) . Staufen (zwaben) = de staufen winnen |
|
Frederik I Barbarossa ( 1152 - 1190) |
- stauf - poogde in Duitsland de rust te herstellen via landvredes - hij stond minder sterk dan de Franse koningen - de macht van de welfen was nog niet gebroken in 1180 neemt Frederik saksen af van Hendrik maar had steun nodig van de rijksgroten waardoor hij in ruil hun autonomie moest eerbiedigen - door Frederiks kanselarij werd Duitsland het heilig rijk genoemd in 1157 - had onenigheid met de paus doordat hij in midden-Italië Duitse gezagdragers had aangesteld - tijdens het pontificaat van Alexander 4x een tegenpaus aangesteld - de noord-Italiaanse verenigde zich in de lombardische Liga tegen Frederik maar leden een zware nederlaag bij legano waardoor de steden frederiks gezag erkenden en belastingen toezegden |
|
Hendrik VI (1190 - 1197) |
- huwelijk met erfdochter van Sicilië - rijk ingenomen op Normandiërs - als koning erkend door de paus - 1ste keer sinds de 5de eeuw was heel Italië opnieuw in handen van de keizer van het westen |
|
Gregoriaanse hervorming |
- gericht op de bevordering van de zuiverheid van het kerkelijke leven onder pauselijke leiding 1) de kerk moest worden losgemaakt uit de bezoedeling van de wereld . Priesters moeten het celibaat ernstig nemen . Geestelijken mogen zich niet langer laten inpalmen . Aan koninklijke benoemingen moest een einde komen 2) de kerk hoort een geestelijke leidersrol te vervullen 3) de paus eist het hoogste gezag op binnen de samenleving |