Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
42 Cards in this Set
- Front
- Back
beschermd het verlengde merg fibro-elastisch loopt van de dorsale atlasboog naar dorsaal op het foramen magnum |
membrana atlantooccipitalis dorsalis |
|
verhindert dat het verlengde merg bij het buigen van het hoofd doorheen het ruggenmerg prikt zit over het dens axis heen
|
lig. transversarium atlantis |
|
verhindert dat het verlengde merg bij het buigen van het hoofd doorheen het ruggenmerg prikt loopt vanuit het andere ligament naar de zijkanten van het foramen magnum |
lig. alaria |
|
verhindert dat het verlengde merg bij het buigen van het hoofd doorheen het ruggenmerg prikt loopt van dens axis naar ventrale zijde van het foramen magnum |
lig. apicis dentis |
|
kraakbeenringen (4tal) in de trachea die de trachea open houden en een rond lumen geven |
cartilagines tracheales |
|
fibro-elastische ligamenten die de verschillende tracheaalringen met elkaar verbinden |
ligg. anularia tracheae |
|
leidingen die beiderzijds van de trachea en de slokdarm lopen |
a. carotis communis truncus vagosympathicus n. laryngeus recurrens v. jugularis interna truncus trachealis |
|
2 grote lymfevaten in de hals --> waar geven ze hun lymfe af |
truncus trachealis dexter --> ductus lymphaticus dexter sinister --> ductus thoracicus |
|
3 grote lymfeknopen in de hals (lat + nl) |
lnn. retropharyngei = heelholte lymfeknopen lnn. cervicales superficiales = boeglymfeknopen lnn. cervicales profundi= diepe halslymfeknopen |
|
waar komen de lnn. retropharyngei voor |
1) dorsomediaal van de wand van de pharynx 2) onder de atlasvleugels |
|
waar komen de lnn. cervicales superficiales voor |
- craniodorsaal van de schouder - mediaal van de m. cleidocervicalis, m. omotransversarius en de m. trapezius - lateraal van de m. serratus vertralis en de m. scalenus |
|
waar komen de lnn. cervicales profundi voor |
langs de trachea en de a. carotis communis |
|
waar liggen de neuronlichamen van: n. accessorius (XI)
|
myelencephalon + halsruggenmerg |
|
waar liggen de neuronlichamen van: n. vagus (en n. laryngeus recurrens) |
myelencephalon |
|
waar liggen de neuronlichamen van: n. phrenicus |
ruggenmerg en spinale ganglia van C5, C6 en C7 |
|
waar liggen de neuronlichamen van: nn. cervicales |
ruggenmerg en spinale ganglia van C1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 |
|
waar liggen de neuronlichamen van: truncus sympathicus |
ganglion cervicalis medium |
|
waar liggen de neuronlichamen van: n. vertebralis |
ganglion cervicalis caudalis |
|
wat is de functie van: n. vagus |
parasympathisch, motorisch en sensibel: oorschelp, farynx, begin van de larynx en begin van de slokdarm (en de buikingewanden) |
|
wat is de functie van: n. laryngeus recurrens |
parasympathisch, sensibel en motorisch: luchtpijp, slokdarm, laryngeale spieren (behalve m. cricothyroideus) en het slijmvlies van het cavum infraglotticum |
|
wat is de functie van: n. vertebralis |
sympathisch voor het derde tot het achtste halssegment |
|
wat is de functie van: n. accessorius |
motorisch voor de m. cleidocephalicus, m. omotransversarius en de m. sternocephalicus, m. trapezius |
|
wat is de functie van: sympathische zijstreng |
sympathisch voor de kop en het eerste en tweede halssegment |
|
wat is de functie van: n. phrenicus |
motorisch en sensibel voor het diaphragma |
|
wat is de functie van: nn. cervicales |
dorsaal lateraal: motorisch dorsaal mediaal: gemengd ventraal lateraal: sensibel ventraal mediaal: motorisch |
|
ganglia in de hals |
-ganglion cervicalis cranialis -ganglion cervicothoracicum = ganglion stellatum= ggl. cervicalis medium + ggl. cervicalis caudalis - spinale ganglia
|
|
waar bevind zich en wat is de functie van: ggl. cervicalis cranialis |
aan de schedelbasis sympathisch |
|
waar bevind zich en wat is de functie van: ggl. stellatum |
aan de borstingang symphatisch |
|
waar bevind zich en wat is de functie van: spinale ganglia |
tussen de wervels sensibel (autonoom) |
|
tussen welke halswervels zit de eerste tussenwervelschijf |
C2 en C3 |
|
tussen welke halswervels ligt de 2de spinale halszenuw |
C1 en C2 |
|
door welke zenuw word(t/en) de volgende spier(en) geïnnerveerd? m. cleidocephalicus + m. omotransversarius + m. sternocephalicus + m. trapezius |
n. accessorius (XI)
|
|
door welke zenuw word(t/en) de volgende spier(en) geïnnerveerd? m. sternohyoideus + m. sternothyroideus |
n. cervicalis I
|
|
door welke zenuw word(t/en) de volgende spier(en) geïnnerveerd? diaphragma |
n. phrenicus |
|
door welke zenuw word(t/en) de volgende spier(en) geïnnerveerd? halshuidspieren |
n. transversus colli: n. cervicalis II ramus colli: n. facialis |
|
door welke zenuw word(t/en) de volgende spier(en) geïnnerveerd? spierlaag van de slokdarm |
ramus pharyngeus en rami esophagei (PS) truncus sympathicus (C 1&2) + n. vertebralis (OS) |
|
door welke zenuw word(t/en) de volgende spier(en) geïnnerveerd? m. cricothyroideus dorsalis |
n. laryngeus cranialis |
|
door welke zenuw word(t/en) de volgende spier(en) geïnnerveerd? bloedvaten ter hoogte van de atlas en axis |
n. vagus (PS) truncus sympathicus (OS) |
|
door welke zenuw word(t/en) de volgende spier(en) geïnnerveerd? bloedvaten caudaal van de axis |
n. vagus (PS) n. vertebralis (OS) |
|
GEVOEL oorschelp |
ramus auricularis internus (n. facialis) n. auricularis magnus (CII) n. auricularis rostralis (n. mandibularis) ramus auricularis (X) |
|
GEVOEL halsadergroeve |
ventrale takken CII tot CIV |
|
GEVOEL huid voorzijde schoudergewricht |
nn. supraclavicularis (ventrale laterale takken CIV) |