Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
1 Cards in this Set
- Front
- Back
- 3rd side (hint)
akkoord gaan
antwoorden beschermen blij zijn boos zijn dromen eens zijn gaan geloven genieten horen houden kwaad zijn last hebben letten liegen liegen nadenken reageren trots zijn vergelijken vertellen vragen zeker zijn zin hebben zorgen afhangen afspreken bedanken behoefte hebben behoren belangstelling hebben besteden bezig zijn bezighouden bezwaar hebben bijdragen blijken deelnemen denken dienen dol zijn ervaring hebben feliciteren geïnteresseerd zijn gek zijn gelden geschikt zijn geslaagd zijn gewend zijn hoogte zijn ingaan interesse hebben interesseren inzicht hebben kiezen kritiek langskomen laten zien leiden liggen lijden maken hebben moeite hebben omgaan onderhandelen onderhandelen ophouden overtuigen passen passen / oppassen rekenen rekening houden schrikken slagen spijt hebben staat zijn stelen tegenstelling terechtkunnen toevoegen tonen twijfelen uitgeven uitkijken uitleggen vechten vechten vechten verantwoordelijk zijn verbaasd zijn vergissen verlangen vertrouwen hebben verwachten voorbereiden voorstellen wennen zoek zijn zorgen maken aanpassen bemoeien benieuwd zijn beschuldigen bevallen bewondering hebben bijten commentaar geven een hekel hebben enthousiast zijn ergeren indruk hebben indruk maken indruk zijn ruiken schamen snakken solliciteren verdenken verliefd zijn veroordelen veroordelen verwijzen beantwoorden bijdragen danken hebben denken gevoel hebben grenzen inzetten verstand hebben voelen vragen |
met
op tegen met op over met over in van bij van op van op over tegen over op op met over aan van in voor van met voor aan tot voor aan met met tegen aan uit aan aan voor op met met in op voor voor voor aan van op voor voor in voor op bij aan tot aan aan met met met met over met van bij op op met van voor van tot van tot met aan aan aan aan naar aan met tegen voor voor over in naar in van op aan aan naar over aan met naar van van voor in op aan over aan van op van naar voor naar naar van op voor tot naar aan tot aan van voor aan voor van voor naar |
met
op tegen met op over met over in van bij van op van op over tegen over op op met over aan van in voor van met voor aan tot voor aan met met tegen aan uit aan aan voor op met met in op voor voor voor aan van op voor voor in voor op bij aan tot aan aan met met met met over met van bij op op met van voor van tot van tot met aan aan aan aan naar aan met tegen voor voor over in naar in van op aan aan naar over aan met naar van van voor in op aan over aan van op van naar voor naar naar van op voor tot naar aan tot aan van voor aan voor van voor naar |