• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/36

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

36 Cards in this Set

  • Front
  • Back
when do we have science?
wanneer hebben we scheikunde?
where do we have history?
Waar hebben we geschiedenis?
when do they have school band practice?
wannneer oefenen zij met de schoolband?
when does he have geography?
wanneer heeft hij aardrijkskunde?
where does shira have biology?
waar heeft shira biologie?
who is our maths teacher?
wie is onze wiskundeleraar?
what is your next lesson?
wat is jouw volgende les?
what time is the next break?
hoe laat is de volgende pauze?
I have english on tuesdays.
ik heb engels op dinsdag.
they have biology at eleven o'clock.
zij hebben biologie om elf uur
Patrick has maths at half past eight.
patrick heeft wiskunde om half 9
we have computing on fridays.
wij hebben computerles op vrijdag.
she has PE in classroom ten.
zij heeft gym in lokaal tien.
our class has french in the gym.
onze klas heeft frans in het gymlokaal.
i have geography in the school hall.
ik heb gym in de aula.
our maths teacher is Mr Bracket.
onze wiskunde leraar is meneer bracket.
my next lesson is english.
mijn volgende les is engels.
the next break is at twelve o'clock.
de volgende pauze is om twaalf uur.
have they got good marks for maths?
hebben zij goede cijfers voor wiskunde?
have you got all the right books?
heb jij alle goede boeken?
has danny got lunch money?
heeft danny geld om te lunchen?
has she got a school diary?
heeft zij een agenda?
have you got a new schoolbag?
heb jij een nieuwe schooltas?
do they have any friends at school?
hebben zij vrienden op school?
do you have a pencil for me?
heb jij een potlood voor mij?
does he have a school uniform?
heeft hij een schooluniform?
does jenny have a good report card?
heeft jenny een goed rapport?
i have got a school uniform.
Ik heb een school uniform.
you haven't got a computer.
jij hebt geen computer.
we have lots of school supplies.
wij hebben veel schoolspullen.
MIke and kyrian don't have bad marks for geography.
mike en kyrian hebben geen slechte cijfers voor aardrijkskunde.
Jeffrey has got good marks for biology.
jeffrey heeft goede cijfers voor biologie.
she hasn't got good report card marks.
zij heeft geen goede rapportcijfers.
jeffrey has got a great future.
jeffrey heeft een geweldige toekomst.
she has a busy week.
zij heeft een drukke week.
she doesn't have time to do homework.
zij heeft geen tijd om huiswerk te doen.