Groepsdynamica

Front 1

Projectie

Back 1

eigenschappen, emoties of impliciete motieven toeschrijven aan iets of iemand anders

Front 2

egocentrische projectie

Back 2

De neiging om eigen denkbeelden op anderen te projecteren

Front 3

False-consensus-effect

Back 3

mensen zijn geneigd aan te nemen dat anderen net zo denken, vinden, voelen en doen als zijzelf

(overschatten van de ander)

Front 4

Sociale projectie

Back 4

De neiging om je eigen kenmerken etc... bij anderen waar te nemen

Front 5

spotlight-effect

Back 5

denken dat anderen net zo op jou blunders letten als jijzelf.

Deze mensen missen het vermogen om zich te verplaatsen in het perspectief van de ander en het besef dat de ander niet zo met jou bezig is als jijzelf

Front 6

Egocentrische vertekening

Back 6

Door aan te nemen dat de meeste mensen net zijn zoals jij, houdt je het gevoel dat je heel normaal en aangepast bent

Front 7

Defensieve projectie

Back 7

onwenselijke eigenschappen zijn onbewust aanwezig en zoeken een uitlaatklep, zo worden ze op anderen geprojecteerd

Front 8

Zelfverheffingsmotief

Back 8

komt voort uit de behoefte aan informatie die van dienst kan zijn om jezelf te ontwikkelen, te ontplooien en te verbeteren.

we hechten waarde aan informatie die ons zelfbeeld opkrikt

Front 9

gedachten onderdrukking

Back 9

de doelbewuste poging om ergens niet aan te denken, leidt ertoe dat de ongewenste gedachte juist naar boven komt

Front 10

Het boemerang effect

Back 10

Als je gedachten onderdrukt komen ze extra vaak en makkelijk weer terug

Front 11

sociale vergelijking

Back 11

het beoordelen van eigenschappen of kwaliteiten doe je eigenlijk altijd in vergelijking met anderen.

Front 12

cognitieve dissonantie theorie

(festinger)

Back 12

mensen zijn gemotiveerd om hun eigen mening en bekwaamheden te evalueren, in lijn met anderen om hun heen

Front 13

neerwaartse sociale vergelijking

Back 13

het liefst wil jij je vergelijken met iemand die slechter is als jij, hierdoor voel ik mij slimmer.

Vooral mensen met een hoge zelfwaardering blijken dit te doen

minder zelfvertrouwen

Front 14

zelfverbetering

Back 14

je wil manieren vinden om je studiegedrag te verbeteren, je kiest dan voor iemand die beter is als jij. Daar kan jij je dan aan optrekken.

Dit gebeurt onbewust en automatisch

Front 15

opwaartse sociale vergelijking

Back 15

je hebt het doel om zo goed te worden als de ander

hoop & zelfverbetering

Front 16

Assimilatie

Back 16

je ziet de gelijkenis tussen jezelf en een ander die beter is

'wij' denken

'wij zitten in hetzelfde schuitje'

jij kan dit dus ik kan dat ook

Front 17

contrast

Back 17

je ziet het verschil tussen jou en de vergelijkingsander

Front 18

Het paris-Hilton-Effect

Back 18

Dommer worden als je aan een dom blondje denkt

Front 19

Looking-glass-self

Back 19

We zien onszelf door de ogen van anderen, ze houden ons alsware een spiegel voor de neus.

Als iemand lacht om mijn grapjes krijg ik het signaal dat ik grappig ben en ga ik dit zelf ook vinden.

Front 20

Self-fulfilling-prophecy

Back 20

zelf zorgen dat je eerste indruk waarheid wordt.

Of docenten die mooie kinderen beter behandelen omdat ze 'slimmer' zijn.

Front 21

- Zelfpresentatie

- Expressieve zelfpresentatie

- Instrumentele zelfpresentatie

Back 21

- Bewust of onbewust proberen invloed uit te oefenen op wat anderen van jou vinden

- De behoefte om je persoonlijke identiteit uit te drukken: laten zien wie je bent of juist te zeggen 'zo ben ik niet, ik eet geen vlees'

- Je wilt er iets mee gedaan krijgen. Sympathie winnen of slijmen

Front 22

Ingratiator's dilemma

Back 22

hoe meer je afhankelijk bent (van een docent voor je cijfers), des te eerder zal het opvallen dat je aan het slijmen bent.

Front 23

Zelfpromotie

Back 23

zorgen dat je als bekwaam wordt gezien. (succesvol, intelligent, capabel) de aandacht gaat naar jou; duidelijk maken waar je goed in bent

Front 24

Paradox van de zelfpromotor

Back 24

Hoe meer je vertelt hoe goed je bent, des te minder ben je geloofwaardig voor anderen

Front 25

Zelf-handicappen

Back 25

Indekken tegen mogelijke mislukkingen. (voor een moeilijk tentamen opstap gaan en dit voor het tentamen al vertellen, zo kun je dat de schuld geven en niet het feit dat je niet heb geleerd)

Front 26

Evaluatie

Back 26

Is de persoon leuk JA/NEE

Front 27

non-verbaal

Back 27

hoe iemand loopt, kijkt of doet..hier kun je informatie uit halen.

Front 28

Thin Slices of Behaviour

Back 28

korte filmpjes of geluidsfragmenten van 30 seconden. Binnen 30 seconden kunnen mensen al een beeld krijgen van intelligentie, zelfvertrouwen, empathie etc..

Front 29

Stereotypen

Back 29

In hokjes stoppen

Bejaarden zien --> traag en vergeetachtig

Dit is actief in ons brein

Front 30

Quick and Dirty

Back 30

Wij vormen onze eerste indrukken snel en grof.

evolutionair: snel reageren op mogelijke bedreigingen, is de ander oké?

onbewust en impliciet worden allerlei gedachten en concepten geactiveerd die de eerste indruk gaan kleuren

Front 31

impliciete processen

Back 31

Automatische reacties

Front 32

sublimale priming

Back 32

onder de waarnemingsgrens

rond de 15 miliseconden

Front 33

automatische evaluatie

Back 33

mensen hebben onbewust negatieve associaties bij bijvoorbeeld een zwarte huidskleur. dit vormt onbewust een voedingsbodem voor bijv. discriminatie.

Evolutionair: mensen die er anders uitzien vormen een bedreiging --> achterdocht en een negatieve indruk

Front 34

automatische indrukken van gezichten

Back 34

in 50 miliseconden zie je of iemand homo of hetro is, 100 ms herken je agressie, aantrekkelijkheid en sympathie bijv.

Zelfs als je iemand langer aan de foto blootsteld veranderd de mening over de eerste indruk niet meer -> self fulfulling prophecy

Front 35

automatische waakzaamheid

Back 35

door snel te bepalen wat goed of fout is kun je tijdig handelen --> vluchten of vechten

Negatieve stimulie hebben voorrang

Lui en depressief trekken geen aandacht; ze vormen geen bedreiging

Front 36

sociale categorisatie

Back 36

mensen indelen in hokjes en vakjes

man/vrouw

oud/jong

homo/hetro

Front 37

Automatische informatie-verwerking

Back 37

Heuristisch; onbewust en geen aandacht voor nodig

Quick and Dirty

Front 38

wishful thinking

Back 38

mensen willen graag goede relaties met aantrekkelijke mensen.

Zien wat je wilt zien

Front 39

Seksuele overperceptie

Back 39

mannen overschatten bij mooie vrouwen hoeveel zin in seks ze hebben

naar knappe baby's wordt meer gelachen

aantrekkelijke collectanten halen meer geld op

Front 40

Blondines

Back 40

worden als onbekwaam gezien, maar verdienen meer geld en trouwen met rijkere mannen.

Front 41

Zelfwaardering

Back 41

Aantrekkelijke mannen en vrouwen zijn in het nadeel als ze worden beoordeeld door seksegenoten met een relatief lage zelfwaardering. (je wordt als bedreiging gezien)

Front 42

Halo - Effect

Back 42

Toeschrijven van goede eigenschappen aan iemand op basis van een positieve eigenschap.

Iemand die aantrekkelijk is > zal ook wel vriendelijk en rijk zijn en misschien ook wel eerlijk en een goede vriend.

Front 43

Likeability

Back 43

Met wie willen wij ons verbinden?

aardig & warm

Horizontaal

Front 44

Power

Back 44

Wie is wie de baas?

Dominant, bekwaam en krachtig

Verticaal (baas-werknemers)

Front 45

Babyface

Back 45

grote ogen, kleine neus, rond gezicht.

scoren hoog op likeability maar laag op power. we vinden ze relatief vaak zwak, naïef, lief en eerlijk.

Front 46

Teddy Beer Effect

Back 46

Een volwassen man met een babyface

Front 47

Uiterlijke kenmerken

Back 47

Volwassen/dominant = brede kaken, dunne lippen en kleine ogen

agressief = Breed gezicht

power = soldaten met een dominant gezicht worden vaker generaal

Front 48

Testoteron

Back 48

geeft krachtige trekken in het gezicht en leidt ook tot competitie, ambitie en zelfvertrouwen.

Self fulfilling prophecy= kinderen met krachtige gezichten worden door ouders en docenten tot leiderschap gestimuleerd

Front 49

Taille Heup Verhouding

Back 49

Smalle taille en brede heupen is een typisch figuur voor vrouwen.

voor mannen is lengte belangrijk

lange vrouwen verdienen meer geld

korte/kleine kinderen worden als minder slim gezien

Front 50

Kleding

Back 50

Hiermee geef jij signalen over je status. Van consultants met een duur pak en een dure auto wordt meer advies aangenomen.

Narcistische vrouwen dragen meer make-up en tonen meer decolleté (dure vlotte kleding)

Front 51

Ambodiment

Back 51

Associaties hebben bij bepaalde kleding beïnvloed je gedrag.

Labjas dragen; 'ik doe belangrijk werk'

Front 52

intuitie

Back 52

we pikken signalen op uit non-verbaal gedrag. we 'voelen' of iemand ons aardig vindt of niet. We kunnen agressie of ellende aan voelen komen -> vechten of vluchten

Front 53

Dr. Fox effect

Back 53

als een docent enthousiast, vrolijk en expressief is; kan hij indruk maken ondanks dat hij lariekoek uitslaat

Front 54

Narcisten

Back 54

maken vaak een goede indruk en zijn populair bij speeddating. Ze bezitten 4 componenten van charismatic air; ze zien er leuk uit, stralen bekwaamheid en zelfvertrouwen uit, tonen charme in contact en zijn humoristisch en geestig.

Front 55

Oogcontact

Back 55

Als 2 mensen elkaar aankijken gaan ze vrijen of vechten (langer dan 2 seconden), ze zijn verliefd of ze vinden het intimiderend.

ook van belang in vergaderingen; wie neemt het woord nu?

Front 56

Persoonlijke ruimte

Back 56

Bewaak je meestal onbewust; in de trein bijv; allemaal spullen om je heen leggen