• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/43

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

43 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Wat is een oxymoron?
Het naast elkaar plaatsen van tegenstrijdige begrippen.
vb. Een jonge grijsaard of hij was levend dood.
Wat houdt de stijlfiguur 'geheel-voor-deel' in?
De stijlfiguur geheel-voor-deel (totum pro parte) slaat op het met het geheel aanduiden van 1 onderdeel daarvan.
vb. De fiets oppompen ipv de fietsband oppompen.
vb. Nederland heeft de voetbalwedstrijd gewonnen van Duitsland ipv Het Nederlands elftal heeft gewonnen.
Wat houdt de stijlfiguur 'deel-voor-geheel' in?
De stijlfiguur deel-voor-geheel (pars pro toto) houdt in dat men 1 deel van het totaal gebruikt om het geheel aan te duiden.
vb. De neuzen tellen ivp de personen waar die neuzen aan vastzitten.
vb. Een vloot van twintig zeilen ipv 20 zeilschepen.
Wat is een hypallage?
Hypallage (of Woordwissel) is een stijlfiguur die wordt gebruikt om een formulering extra zeggingskracht te geven.

In een woordwisse wordt een bijvoeglijk naamwoord dat bij een bepaald zelfstandig naamwoord hoort, geplaatst bij een ander zelfstandig naamwoord.
vb. De warme bakker, een lopend buffet, de eenzame nachten, een humanitaire ramp, een goed glas wijn.

In Aeneis laat Vergilius roeiriemen van uitgeputte roeiers door de trage zee gaan. Het woordje trage hoort bij de roeiriemen of bij de roeiers maar dor het bij de zee te zetten, wordt het beeld krachtiger.
Wat is de oordeel-constructie?
In sommige gevallen kan een lijdend voorwerp of een constructie met een voorzetsel onderwerp van de zin worden. Het onderwerp ondergaat dan als het ware de handeling die in het werkwoord wordt uitgedrukt. Dit komt vooral voor in zinnen waarin een oordeel of evaluatie wordt gegeven. Er is niks mis met deze constructie.

vb(a). Ik tik niet lekker op dit toetsenbord.
vb(b). Dit toetsenbord tikt niet lekker.

vb. Die modderpaadjes wandelen zo lastig.
vb. Deze artikelen verkopen steeds minder goed.
Wat is een anakoloet?
Een zin zonder samenhang passend met een begin bij het einde niet.

(Een zin waarvan het begin en het einde geen samenhangend geheel vormen)

vb(a). Uw betaling heeft mij alsnog bereikt. Daarmee heeft dit mijn vorige bericht doorkruist en kan uiteraard alsnog worden ingetrokken.

De verbeterde versie:

vb(b). Uw betaling en mijn verzoek om betaling heben elkaar gekruist. Hartelijk dank voor uw overschrijving.
Wat is een tantebetje?

(Ik lees de zin wel, maar zie ik de fout niet)
In een tantebetje komt het onderwerp ten onrechte na de persoonsvorm. Oftewel een ongeoorloofde inversie.

Zinnen met een gewone woordvolgorde - eerst onderwerp, daarna persoonsvorm - houden in een bijzin na 'en', 'maar' en 'want' ook de gewone volgorde. Maar soms gebruiken schrijvers hier ten onrechte de omgekeerde volgorde: tantebetje.

Vernoemd naar de tante van taalcriticus Charivarius (jaren dertig vorige eeuw) die deze fout in haar brieven veel maakte.
Wat is inversie?
De zogenoemde gewone volgorde in een hoofdzin is: eerst het onderwerp en dan de persoonsvorm. Alleen als de zin begint met een ander zinsdeel of een bijzin, wordt die volgorde omgekeerd; inversie heet dat, eerst de persoonsvorm en dan het onderwerp.

vb. Waar is de boter?
vb. Deze zomer ga ik op vakantie.
Wat is de lastige tantebetje?

(Deze zin lees ik, en zie ik de fout)
De tantebetje is lastig te herkennen wanneer de zin voor 'en', 'maar' of 'want' begint met een ander zinsdeel dan het onderwerp, en dus niet de gewone woordvolgorde heeft.

vb. Morgen hebben we vrij en gaan we een dagje uit.
Hier hoort het eerste zinsdeel (Morgen) ook bij het deel na 'en' en is de volgorde na 'en' gelijk aan die van voor 'en'. Deze zin is dus goed.

Maar:

vb. Morgen hebben we vrij en gaan we nu alvast plannen maken.
Bij deze zin slaat het eerste zinsdeel (Morgen) niet op het gedeelte na 'en'; hier staan immer de woorden 'nu alvast'. De zin na 'en' mag dus niet beginnen met een ander zinsdeel dan het onderwerp:

Morgen hebben we vrij en WE gaan nu alvast plannen maken.
Wat is de onzichtbare tantebetje?

(Deze zin lees ik, en zie de fout)
Eigenlijk is dit een verkeerde samentrekking, waarin geen rekening wordt gehouden met 'gelijkheid van plaats'.

Vb. Morgen hebben we vrij en gaan nu alvast plannen maken.

In deze zin is het onderwerp (we) in het gedeelte na 'en' weggelaten. Dit mag alleen als 'we' op dezelfde plaats hoort als in het gedeelte voor 'en', dus na de persoonsvorm. Maar dit kan niet omdat 'Morgen' niet hoort bij het deel na 'en'.

vb. Jaren geleden stichtte hij een nieuw bedrijf en vond nu pas succes. (hij vond)
vb. Bovendien zijn deze mensen niet geintereseerd, en vullen daarom niets in. (daarom vullen ze)
vb. Vorige week boog de organisatie zich over de voorstellen en gaat binnenkort een definitief programma maken. (ze gaat)
Aan welke eisen voldoet een goede samentrekking?
Gelijkheid van betekenis: Het samengetrokken zinsdeel betekent hetzelfde (de foute variant heeft een zeugma).

vb. fout: Hier zet men koffie en over. (koffie zetten en over zetten)

Gelijkheid van vorm: Het samengetrokken zinsdeel heeft in beide gevallen dezelfde vorm.

vb. fout: Graag sturen wij u ons jaarverslag en folder. (ons jaarverslag en onze folder)

Gelijkheid van plaats: Het samengetrokken zinsdeel moet dezelfde plaats innemen in de zinsbouw, voor of na de persoonsvorm (de foute variant is een onzichtbare tantebetje).

Gelijkheid van functie: Het samengetrokken zinsdeel moet dezelfde functie hebben. Dit betekent dat het in beide gevallen onderwerp is of lijdend voorwerp, enz.

vb. Hij werd misselijk en onmiddellijk van het veld gedragen. (misselijk worden en gedragen worden)
vb. Drinken kan hij goed, maar ertegen niet. (kunnen drinken en ertegen kunnen).
Wat is een zeugma?
Een 'overspannen' samentrekking waarbij het samengetrokken zinsdeel in de ene deel iets anders betekent dan in het andere deel.

vb. Hier zet met koffie en over.
vb. Hij sloeg een ruit in en de eerste straat rechts
Vormfout <-> Vormverschil
Sommige samentrekkingen bevatten geen vormfout, maar alleen een acceptabel vormverschil.

vb. Hij drinkt, ik niet.
vb. Zij drinkt en wij ook.
vb. Zij dronken toen veel biertjes, ik dronk er maar een.

Deze samentrekkingen zijn goed, want er mag wel vormverschil zijn bij de persoonsvorm en het getal van het zelfstandig naamwoord (enkelvoud of meervoud).
Waarom zijn samentrekkingen belangrijk?
Een samentrekking is noodzakelijk voor een bondige stijl. Een foute samenstelling valt doorgaans gemakkelijk te herstellen door het samengetrokken zinsdeel met een verwijswoord te herhalen.
Hoe maak je een beknopte bijzin?
Door het onderwerp weg te laten en het voegwoord te schrappen.
Dit mag alleen als het onderwerp gelijk is aan de hoofdzin.

vb. Nadat hij deze voorbeelden gelezen had, begreep hij het.

de beknopte bijzin:

vb. Deze voorbeelden gelezen hebbende, begreep hij het.
Wat is een 'hangende bepaling' of 'absolute bepaling'?
Als de twee onderwerpen verschillen, hangt de beknopte bijzin als het ware in de lucht. Zo'n bijzin wordt daarom ook wel een 'hangende bepaling' of 'absolute bepaling' genoemd.

vb. Vrolijk zingend werd het eten klaargemaakt.
vb. Bij het strand aangekomen, bleek de wind toch te hard te waaien.
vb. In euro's uitgedrukt schiet de minister er niets mee op.

Deze fout is dikwijls gemakkelijk te herstellen door de beknopte bijzin uitgebreider te formuleren en het onderwerp te noemen.
Hoe fout is een beknopte bijzin?
Een foute beknopte bijzin levert bijna nooit begripsproblemen op.

Beknopte foute bijzinnen met 'om te' en een heel algemeen (niet genoemd) onderwerp zoals 'men' of 'we' zijn acceptabel, omdat hier het probleem van verschillende onderwerpen minder storend is.

vb. Om dit te controleren is er een nieuw onderzoek nodig. (Wanneer we dit willen controleren)
vb. Om dit bezwaar te weerleggen is een korte uitweiding nodig. (Wanneer we dit willen weerleggen)
Wat zijn voorbeelden van foute beknopte bijzinnen die algemeen geaccepteerd zijn?
Ingesloten treft u aan (...).

Bijgaand vindt u (...).

Onderstaand vindt u (....).
Wat is een ellips of elliptische zin?
Vaak wordt de stijl krachtiger wanneer de schrijver woorden weglaat die de lezer er zelf gemakkelijk bij kan denken. Zo'n onvolledige zin wordt een ellips of elliptische zin genoemd.

vb. Dit moet scherper geformuleerd (worden).
vb. (Het verslag van) Dit onderzoek is heel leesbaar.
vb. De brief (waarin stond) dat hij was ontslagen, is nooit aangekomen.

Strenge critici keuren dit soort zinnen af. Maar zodra de weglating de stijl versterkt, is er niets tegen (in te brengen).
Wanneer is een ellips of elliptische zin fout?
Het weglaten van woorden is af te keuren wanneer de zin bij hardop lezen niet goed loopt, of wanneer de formulering letterlijk genomen niet mogelijk is.

vb. Bijna alle brieven gaan over wanneer je de kaart moet inleveren.
vb. Kan een kinderwagen worden afgetrokken?
vb. De situatie in deze eeuw is te vergelijken met de middeleeuwen.
Wat wordt bedoeld met de 'rode' of 'groene' werkwoordsvolgorde?
De combinatie van een persoonsvorm en een voltooid deelwoord of heel werkwoord levert een volgorde variatie op. Deze variatie is in kaart gebracht door dialectonderzoekers. In het oosten van Nederland is of was de ook uit het Duits bekende volgorde:

vb. Zou hij het vergeten zijn?
vb. Ze zeiden dat het plan aangepast zou moeten worden.

gebruikelijk. Dit staat bekend als de 'groene' volgorde omdat dit op de dialectenkaart met groen werd aangegeven.

De andere variant heet de rode variant:

vb. Zou hij het zijn vergeten?
vb. Ze zeiden dat het plan zou moeten worden aangepast.
Wanneer heeft de 'rode' werkwoordsvolgorde en wanneer de 'groene' de voorkeur?
In de spreektaal bestaat een voorkeur voor de wat lossere en meer natuurlijk aandoende groene volgorde (gevonden wordt, enz.). In de schrijftaal komt de iets krachtiger rode volgorde meer voor (wordt gevonden, enz.). Vandaar dat het einde van een alinea soms wat beter klinkt wanneer de groene volgorde door de rode vervangen wordt/wordt vervangen.
Is er verschil in betekenis tussen de 'rode' en de 'groene' werkwoordsvolgorde?
De volgordes verschillen soms heel subtiel van betekenis:

vb. Hij zei dat zijn taak was beperkt. (rood)
vb. Hij zei dat zijn taak beperkt was. (groen)

De rode volgorde in de eerste zin (was beperkt) duidt eerder op het resultaat van een handeling, en de groene in de tweede zin (beperkt was) eerder op een toestand.
Als 'beperkt' geen voltooid deelwoord is, maar een bijvoeglijk naamwoord met de betekenis 'klein' (dus een toestand). dan is alleen de groene volgorde mogelijk.

vb. Wat vervelend dat deze winkel is gesloten. (opgeheven is)
vb. Wat vervelend dat deze winkel gesloten is. (dicht is)

vb. Zij zeiden dat ze op schrikkeldag waren getrouwd. (de handeling van het trouwen)
vb. Ik wist niet dat zij pas getrouwd waren. (de situatie van het getrouwd zijn)
Wat is een chiasme?
Een kruisstelling van werkwoordsvolgorde (gespiegelde volgorde) die wordt toegepast om meer zeggingskracht te geven.

vb. Wat is geweest, is geweest.
vb. Wat geweest is, is geweest. (chiasme)
Wanneer spreek je van 'gevals'-bijzinnen en wanneer pas je ze toe?
Soms zijn er bijzinnen waarna in de hoofdzin de omgekeerde volgorde (inversie) niet mogelijk is of een vreemde betekenis oplevert.

vb. Wie er ook belt, ben ik er niet.
vb. Wie er ook belt, ik ben er niet.

vb. Als Piet mij wil bereiken, ben ik woensdag thuis.
vb. Als Piet mij wil bereiken, ik ben woensdag thuis.

In de bijzinnen wordt niet op een voorwaarde gewezen, maar op een 'in het geval dat'. Als een bijzin de 'gevals'-betekenis heeft, komt in de hoofdzin erna het onderwerp voor het gezegde.
Wanneer spreek je van 'toegevende bijzinnen' en wanneer pas je ze toe?
Dit zijn bijzinnen waarin een toegeving (of soms ook een voorwaarde) wordt uitgedrukt. Hierbi krijgt de daaropvolgende hoofdzin de gewone woordvolgorde met eerst het onderwerp en dan de persoonsvorm.

vb. Omdat je populair bent, moet je oppassen.
vb. Ook al ben je populair, je moet oppassen.

Tegenwoordig wordt vooral na bijzinnen met 'Ook al', Zelfs al', 'Waar.....ook', de gewoone volgorde (je moet) in de hoofdzin steeds vaker vervangen door de volgorde die ook na de meeste andere bijzinnen gebruikelijk is.

vb. Waar hij ook komt, hij is welkom
vb. Waar hij ook komt, is hij welkom.
Wat is de woordvolgorde na zinsinleiders?
Als het accent ligt op de zinsinleider, komt er een komma achter en is de volgorde ondewerp-persoonsvorm. De andere volgorde wordt gebruikt wanneer het accent ligt opde mededeling na de zinsinleider.

vb. Dus, je moet gaan.
vb. Dus moet je gaan.

vb. Immers, zij zijn er ook nog.
vb. Immers zijn zij er ook nog.
Wat zijn zinsinleiders?
Woorden als:

Dus
Echter
Immers
Hoe.....des te....
Hoe....hoe....
Na welke zinsinleiders kunnen beide woordvolgordes voorkomen?
Na 'Hoe....des te....' en 'Hoe....hoe..' kunnen beide volgordes worden toegepast.

vb. Hoe warmer het werd, hoe meer hij dronk. (dronk hij)
vb. Hoe warmer het werd, des te meer dronk hij. (hij dronk)
Wanneer zijn samengestelde werkwoorden scheidbaar?
Het samengestelde werkwoord óverdrijven is scheidbaar, maar overdríjven is het niet.

vb. De bui zal wel overdrijven. (de bui drijft over)
vb. Jij moet niet zo overdrijven. (jij overdrijft altijd)

Als een scheidbaar samengesteld werkwoord aan het einde van de zin of bijzin staat, mogen er tussen het voorzetsel en het werkwoord andere werkwoorden staan.
Wanneer het voorzetsel los van het werkwoord staat, is de stijl dikwijls hortend (de hikstijl).

Sommige taalgebruikers zien betekenisverschil tussen 'iets laten uitlekken' (een geheim) en 'iets uit laten lekken' (groente, yoghurt). Maar betekenisverschil is er alleen bij klemtoonverschil zoals óverdrijven en overdríjven.
Waarover <-> waar.....over???
Woorden zoals 'over', 'door' en 'mee' mogen direct achter het bijbehorende woord staan, zonder spatie: 'waarover', enz. Maar ze mogen ook verderop in de zin staan. Beide mogelijkheden zijn goed.

vb. Het onderwerp waarover hij spreekt, is al aan de orde geweest.
vb. Het onderwerp waar hij over spreekt, is al aan de orde geweest.

Wel wordt het lezen soms vergemakkelijkt wanneer de gesplitste delen niet al te ver uit elkaar staan.

De gesplitste variant klinkt wel iets stijver. Er is één opmerkelijk geval bekend van een opmerkelijk betekenisverschil, een belegen grapje van Charivarius:

vb. Zeus donderde vanaf de Olympus.
vb. Zeus donderde van de Olympus af.
Wat is Prolepsis?
Wanneer men een zinsdeel meer naar voren plaatst, krijgt het extra accent. Vooropplaating is zelfs een erkende stijlfiguur: Prolepsis.

vb. Ze wilde graag praten met die jongen.
vb. Met die jongen wilde zij graag praten.
vb. Die jongen, met hem wilde zij graag praten.
vb. Die jongen wilde zij graag mee praten.
Wat is de regel mbt volgorde van bijvoeglijke naamwoorden?
1. Een subjectief kenmerk komt voor een objectief kenmerk.
2. Binnen de objectieve kenmerken is de volgorde: afmeting, vorm, kleur, materiaal.
3. Binnen deze vaste volgorde kan een woord dat nadruk moet krijgen, op de eerste plaats komen.

vb. Op die camping staan lelijke kleine bruin-witte houten huisjes.

Als er binnen de subjectieve of objectieve min of meer gelijkwaardige bijvoeglijke naamwoorden zijn, staat het meest bepalende woord het dichtst bij het zelfstandig naamwoord.

vb. De vier achterste rijen zijn nog vrij.
vb. Zij droeg zo'n heerlijk, zijdezacht, warm truitje.
Twee algemene volgordeadviezen
1. Zet belangrijke informatie bij voorkeur aan het begin of aan het einde.
2. Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort.
Wat is een volksetymologie?
Als een woordverbastering algemeen geaccepteerd wordt, noemen we het een volksetymologie.

vb. polshoogte -> ipv Poolshoogte nemen: de plaats van de Poolster bepalen om na te gaan waar men zich op zee bevindt.

vb. slibtong -> ipv sliptong: tong die met een sleepnet wordt gevangen omdat die makkelijk door de mazen slipt.

Slachttanden is wel een woordverbastering en dus fout: Olifanten worden veelal geslacht vanwege het ivoor, maar deze tanden heten 'slagtanden'.
Wat is malapropisme?
Pogingen tot beeldspraak verzanden soms in hilarische woordkeus: onbeholpen woordgebruik waarbij de lezer in de lach schiet. We spreken dan van malapropisme.

vb. Appels en pruimen vergelijken.
vb. Ook onderwijzers hebben de spelling niet onder de duim.
vb. Ook andere beveiligingsmiddelen zoals de wielklem kunnen u een eind op weg helpen.
Is er betekenisverschil tussen -atie en -ering?
Soms is er een klein verschil tussen woorden op -atie en -ering. Bij de vorm -atie ligt de nadruk op het resultaat en bij de vorm met -ering op het proces.

Differentiatie <-> differentiëring
situatie <-> situering

Overigens kent niet elk stamwoord beide vormen.

Naast riolering bestaat geen riolatie, naast creatie en prestatie bestaan geen creëring en prestering.
Voorbeelden waarin daadwerkelijk verschil is tussen -atie en -ering
Fundatie: stichting voor beheer van geld.
Fundering: fundament

Legatie: gezantschap
Legering: vermenging van metalen

Redenatie: vreemde redenering
Redenering: betoog
Is er betekenisverschil tussen -eloos en -loos?
Bij enkele woorden op -loos geeft de -e- betekenisverschil. De vormen zonder -e- hebben doorgaans een letterlijke betekenis; de vormen met -e- hebben een meer figuurlijke betekenis.
Voorbeelden van het betekenisverschil tussen -eloos en -loos
Bandloze: zonder band
Bandeloos: ongeremd

Naamloos: zonder naam
Nameloos: oneindig groot

Smaakloos: zonder smaakstoffen
Smakeloos: zonder goede smaak

Werkloos: zonder werk
Werkeloos: zonder iets te doen

Zinloos: heeft geen nut
Zinneloze: zonder zinnen, krankzinnig

Zoutloos: zonder zout
Zouteloos: flauw
Is er betekenisverschil tussen -ig en -erig?
In sommige gevallen is er betekenisverschil, in sommige niet. Meest bekende verschillen:

Houtig: houtachtig
Houterig: stijf

Aanhalig: knuffelig
Aanhalerig: heel aanhalig

Grillig: wispelturig
Grillerig: rillerig

Jachtig: zenuwachtig, gejaagd
Jachterig: iets minder zenuwachtig

Mottig: beschadigd door mot
Motterig: o.a. druilerig weer
Is er betekenisverschil tussen -name en -neming?
Woorden op -name, zoals toename, werden vroeger als germanisme beschouwd. De vormen op -ing hadden de voorkeur. Maar een woord als toeneming komt nauwelijks meer voor. In sommige gevallen is er betekenisverschil ontstaan:

Aanname: hypothese
Aanneming: aanbesteding

Deelname: aan een wedstrijd
Deelneming: bij een sterfgeval

Opname: foto, in een ziekenhuis
Opneming: geldopname
Wat is het betekenisverschil tussen ieder en elk?
Er is op 3 manieren geprobeerd onderscheid te maken (manier 3 heeft de voorkeur):

1. Het onderscheid tussen ieder en elk loopt parallel met het onderscheid tussen persoon en zaak. Ieder bij personen en elk bij zaken.
2. Het onderscheid tussen ieder en elk loopt parallel met het onderscheid tussen de-woorden en het-woorden: ieder bij de-woorden en elk bij het-woorden.
3. Het onderscheid tussen ieder en elk loopt parallel met het onderscheid zoals de Engelse taal dat kent bij de woorden each en every. Bij each of ieder gaat het om iedereen afzonderlijk. Bij every of elk gaat het eerder om het geheel dan om de afzonderlijke onderdelen. Anders geformuleerd: ieder is distributief en elk is collectief.