• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/71

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

71 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Magazijn

Tijdelijke opslagplaats voor goederen. Ook wel: opslagruimte.

Intern magazijn

Magazijn binnen de winkelvestiging.

Extern magazijn

Een magazijn dat niet direct aan een winkelvestiging is verbonden.

Voorbeelden van EXTERNE magazijnen

- centraal magazijn of distributiecentrum


- een magazijn aan de rand van de stad


- een gezamenlijk magazijn


- het magazijn van de leverancier

Aankomstmagazijn

Het magazijn van een winkel waar de goederen binnenkomen.

Nachtmagazijn

Een magazijn van een winkel dat zodanig is ingericht dat het 's nachts beleverd kan worden.

Routing van goederen

De weg waarlangs je de goederen vervoert vanaf de magazijndeur tot in de winkel.


De weg die de artikelen afleggen binnen de winkel.

Magazijnindeling

De manier waarop het magazijn is ingericht.

Magazijnlay-out

Magazijnplattegrond

Verwerkingsruimte

Deel van het magazijn dat gebruik wordt om de goederen te verwerken.

Fast movers

Artikelen die veel verkocht worden.


Ook wel: fastsellers of snellopers.

Fast sellers

Artikelen die veel verkocht worden.


Ook wel: fastmovers of snellopers.

Snellopers

Artikelen die veel verkocht worden.


Ook wel: fastmovers of fastsellers.

Slow movers

Artikelen die niet zo veel worden verkocht.


Ook wel: slowsellers of langzaamlopers.

Slow sellers

Artikelen die niet zo veel worden verkocht.


Ook wel: slowmovers of langzaamlopers.

Langzaamlopers

Artikelen die niet zo veel worden verkocht.


Ook wel: slowmovers of slowsellers.

Artikelgroep

Een groep bij elkaar horende artikelen.

Winkellay-out

Indeling van de winkelruimte (plattegrond van de winkel).

Fysieke eigenschappen van artikelen.

Dit zijn de kenmerken en eigenschappen van de artikelen.


Bijvoorbeeld: artikelen die je koel moet bewaren (sla, spinazie en andijvie) moet je in de koelcel zetten. Terwijl bananen en ananas juist niet in een koelcel mogen.

Vast locatiesysteem

Magazijnsysteem waarbij je alle artikelen altijd op dezelfde plek moet opslaan.

Vrij locatiesysteem

Magazijnsysteem waarbij de plaats van de artikelen wisselt.

Gemengd locatiesysteem

Magazijnsysteem waarbij sommige artikelen een vaste plaats hebben en andere een wisselende plaats.

Lifo

Last in, first out.


Wat het laatst binnenkomt, gaat er het eerst uit.

Fifo

First in, first out.


Wat het eerst binnenkomst, gaat er het eerst uit.

Last in, First out

Lifo. Wat het laatst binnenkomt, gaat er het eerst uit.

First in, first out

Fifo. Wat het eerst binnenkomt, gaat er het eerst uit.

Open magazijn

Dit is een magazijn dat voor alle medewerkers (personeelsleden) toegankelijk is.



Gesloten magazijn

Dit is een magazijn dat niet voor iedere medewerker toegankelijk is.

Bestelfrequentie

Aantal keren dat er per periode besteld wordt.

Leveringsfrequentie

Aantal keren dat er per periode geleverd wordt.

Opslagmethode

De manier waarop je artikelen moet opslaan in het magazijn.

Buitenopslag

Opslagmethode waarbij de goederen in de open lucht zijn opgeslagen.

Vloeropslag

Opslagmethode waarbij de artikelen direct op de vloer van het magazijn zijn opgeslagen.

Stelling of een stellage

Een open rek waarin of waarop je artikelen neerlegt.

Stellingindeling

De manier waarop de ruimte in de stelling wordt verdeeld over de verschillende goederen.

Interne transportmiddelen

Hulpmiddelen voor het verplaatsen van goederen binnen de winkel en/of het magazijn.

Horizontaal transport

Op gelijke hoogte verplaatsen van goederen of artikelen.

Verticaal transport

Goederen of artikelen in hoogte te verplaatsen.

Steekwagen

Eenvoudig transportmiddel om gestapelde dozen te vervoeren

Rolcontainer

Intern transportmiddel. Op wieltjes geplaatste kooi met losse panelen van hekwerk.

Roll-in

Intern transportmiddel. Een variant op de rolcontainer. Wordt veel in supermarkten gebruikt voor het plaatsen van melk-, vla- en yoghurtpakken in de koeling.

Dolly

Een transportmiddel. Frame met wielen.
Ook wel: onderwagen.

Onderwagen

Een transportmiddel. Frame met wielen.
Ook wel: dolly.

Stapelaar

Soort pompwagen waarmee pallets verticaal (hoger dan 15 cm) en horizontaal kunnen worden verplaatst.

Pompwagen

Intern transportmiddel (bediend met handkracht) met twee vorken die onder een pallet passen. Ook wel: pallettrekker.

Vorkheftruck

Gemotoriseerd intern transportmiddel met twee vorken om pallets te verplaatsen.

Vlonder

Soort vloerbedekking van planken of lattenbodems.

Pallettrekker

Intern transportmiddel (bediend met handkracht) met twee vorken die onder een pallet passen.
Ook wel: pompwagen.

Plateauwagen

Klein intern transportmiddel met één blad voor dozen met een verschillende maat.

Etagewagen

Klein intern transportmiddel met twee of meer verdiepingen.

Winkelwagen

Boodschappenkar waarin de klant zijn artikelen kan verzamelen. Kan ook worden gebruikt door medewerkers als intern transportmiddel.

Distributiecentrum

Magazijn dat dient als verdeelcentrum voor de organisatie. Ook wel: centraal magazijn.

Centraal magazijn

Magazijn dat dient als verdeelcentrum voor de organisatie. Ook wel: distributiecentrum.

Ompakken

Goederen uit de transportverpakking halen.

Arbowet

Arbeidsomstandighedenwet. Wet die de algemene regels aangeeft voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van werknemers.

Abreidsomstandighedenwet

Arbowet.Wet die de algemene regels aangeeft voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van werknemers.

Warenwet

Wet die de keuring en samenstelling van levensmiddelen regelt, maar ook regels bevat voor de opslag en de verwerking van artikelen.

NVWA

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Een overheidsinstantie die toeziet op naleving van verschillende wetten, waaronder de Warenwet.

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

NVWA. Een overheidsinstantie die toeziet op naleving van verschillende wetten, waaronder de Warenwet.

Winkeldochter

Artikel dat verouderd is, uit de mode is en daardoor moeilijk verkoopbaar.

Demodage

Waardevermindering van artikelen doordat ze uit de mode raken.

20/80-regel

20% van alle aanwezige artikelen zorgt voor 80% van de omzet

Bedrijfsvloeroppervlakte

Het aantal vierkante meters in het hele pand (totale oppervlakte).
Ook wel: bvo

Bulkgoederen

Losgestorte goederen en vloeistoffen

Bvo

Bedrijfsvloeroppervlakte. Het aantal vierkante meters in het hele pand (totale oppervlakte).

Extern transport

Alle vormen van transport buiten de winkel.

Hanteerbare goederen

Goederen waarvan de vorm, het gewicht en de afmetingen zodanig zijn, dat ze zonder hulpmiddelen te hanteren zijn.

Intern transport

Alle vormen van transport binnen de winkel.

Niet-hanteerbare goederen

Goederen waarvan de vorm, het gewicht en de afmetingen zodanig zijn, dat ze niet zonder hulpmiddelen te hanteren zijn.

Opslagruimte

Tijdelijke opslagplaats voor goederen. Ook wel: magazijn.

Verkoopruimte

Onderdeel van de winkel toegankelijk voor de klant waar de verkoop plaatsvindt.