Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
27 Cards in this Set
- Front
- Back
- 3rd side (hint)
|
Justinianus |
Oost-Romeinse keizer (527-565) die belangrijke verzamelingen van Romeinse rechtsteksten heeft uitgevaardigd |
Oost-Romeinse keizer |
|
|
Interessenjurisprudenz |
Een opvatting van het recht die de ontwikkeling en de aard van het recht in de eerste plaats als het resultaat van een constante strijd van tegenstrijdige belangen benadert.
(I.t.t. 'Begriffsjurisprudenz', die het recht vooral als een wetenschappelijk systeem van abstracte concepten en principes opvat) |
resultaat van een constante strijd van.... |
|
|
Dogmengeschichte |
De geschiedenis van het recht vanuit het perspectief van de ontwikkeling van de juridische leerstellingen en van het interne recht |
geschiedenis van het recht vanuit.... |
|
|
Legist |
Een wetgeleerd persoon die gespecialiseerd is in het Romeins recht |
Type jurist |
|
|
Polis (Historisch + Politiek) |
Historisch: Griekse stadsstaat in de Oudheid
Politieke theorie: Term die gebruikt wordt om in het algemeen de politieke organisatie van een samenleving aan te duiden. |
Stadsstaat + term |
|
|
Rechtspositivisme |
Theorie die alleen de dwingende rechtsnormen die door de menselijke wil geproduceerd worden (wetgeving, gewoonte) als rechtsbronnen erkent. |
wetgeving, gewoonte |
|
|
Policy considerations |
Vooral in de Anglo-Amerikaanse rechtstraditie: overwegingen in een besluitvormingsproces (bv een vonnis) waarbij met de economische en sociale effecten van de beslissing rekening wordt gehouden |
Anglo-Amerikaanse rechtstraditie |
|
|
Untersuchungsmaxime |
Principe dat uit gaat van een actief initiatief en controle door de openbare orde. Er wordt onderzoek gedaan naar de materiële waarheid: rechtbank verzamelt de bewijzen/feiten, niet de partijen, partijen mogen echter wel aanvullen. Voor de voortgang van de procedure liggen alle initiatieven bij de rechter. |
Actief |
|
|
Verhandlungsmaxime |
De rechter baseert zich enkel op de feiten/bewijzen die voorgelegd worden door de partijen. Vooral gebruikt in de civiele procedure. |
Civiele procedure |
|
|
Public Governance |
Internationaal sleutelbegrip in het openbaar bestuur dat gebaseerd is op een systeem van rechtvaardigheid en doelmatigheid. (Behoorlijk bestuur) |
Behoorlijk bestuur |
|
|
Arrest Marckx |
Arrest uit 1979 waarbij het EHRM België oplegt om de discriminatie tussen wettige en natuurlijke kinderen te beëindigen vanwege schending van art. 8 en 14 EVRM op basis van een zaak waarbij Paula Marckx (nadat zij vaststelt dat zij als ongehuwde moeder haar kind Alexandra moet erkennen) via het EHRM de regel aanvecht die stelt dat ongehuwde moeders hun kinderen moeten erkennen om de afstammingsband wettelijk vast te stellen, terwijl gehuwde moeders dit niet moeten doen. |
|
|
|
Geleerd recht |
a.k.a. Ius Commune = het Romeinse en Canonieke recht dat in de ME onderwezen werd aan de universiteiten |
|
|
|
Canonist |
Een jurist die in het kerkelijk (canoniek) recht is opgeleid |
|
|
|
Inquisitoriaal beginsel (in het procesrecht) |
Het proces ligt in handen van de overheid. |
|
|
|
Beschikkingsbeginsel (in het procesrecht) |
Recht van partijen in burgerlijke zaken om de grenzen van het geschil zelf te bepalen en verbod voor de rechter ambtshalve de oorzaak van een vordering te wijzigen zonder heropening van het debat te bevelen |
|
|
|
Oudheid (D) |
3500 VC - 476 |
|
|
|
Klassieke Oudheid (D+U) |
700 VC - 476 NC Uitsluitend gebruikt voor de westerse geschiedenis. Centraal: geschiedenis van Hellas, Rome en Carthago. Vooral te gebruiken voor iets dat tot de Griekse of Romeinse oudheid behoort. |
|
|
|
Bijbelse Oudheid (D+U) |
300 - 600 Plaatst de relatieve datering van de in de Hebreeuwse Bijbel (oud testament) en het nieuwe testament beschreven gebeurtenissen in de Westerse periodisering. |
|
|
|
Middeleeuwen (D+U) |
500 - 1500 of 476 - 1453 Donkere periode tussen de Klassieke Oudheid en de Renaissance |
|
|
|
Vroege Middeleeuwen (D) |
476 - 1000 |
|
|
|
Tweede Middeleeuwen (D) |
1000 - 1500 |
|
|
|
Renaissance (D+U) |
Ca. 1450 - 1600 De wedergeboorte van de Klassieke Oudheid. Gekenmerkt door secularisering (ontkerkelijking) en individualisme. |
|
|
|
Nieuwe Tijd/Moderne Tijd (D) |
1500 - 1789 |
|
|
|
Nieuwste Tijd (D) |
1789 - 1945 |
|
|
|
Hedendaagse Tijd (D) |
1945 - heden |
|
|
|
Franse Revolutie als periode (D) |
1789 |
|
|
|
Ancien Régime (D) |
1450 - 1800 |
|
