• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/90

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

90 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Accro

Verslaafd

L'altitude

De hoogte v.

Angoissant

Beangstigend

L'appréhension

De angst v.

Atteindre

Bereiken

Avoir de l'expérience

Ervaring hebben

Avoir droit à

Recht hebben op

Avoir du mal à

Moeite hebben om

Avoir peur de

Bang zijn voor

Ça m'énerve

Het irriteert me

Captivant

Spannend, boeiend

Car

Want

Le casque

De helm

Dénigrer

Denigreren, zwart maken

Ensuite

Vervolgens

Expérimenté

Ervaren

Freiner

Remmen

Hebdomadaire

Wekelijks

Le licencié

Het lid

Le niveau requis

Het vereiste niveau

La notion

De definitie, de notie

Par contre

Daarentegen

Pourtant

Echter, toch

Le pratiquant

De deelnemer

Sauter

Springen

La sueur

Het zweet

Tant pis

Jammer

Le vertige

De hoogtevrees

Le vide

De leegte

Voler

Vliegen

Accomplir

Behalen, vervullen

L'arbitre

De scheidsrechter m.

Attaquer

Aanvallen

Se battre contre

Strijden / vechten tegen

La bonne cause

Het goede doel

Le but

Het doel

Célèbre

Beroemd

Convaincre de

Overtuigen van

Le corps

Het lichaam

Le courage

De moed

La course

De wedstrijd

La date de naissance

De geboortedatum

Décontracté

Ontspannen

L'exploit

De heldendaad m.

La force mentale

De mentale kracht

Gagner

Winnen

Le lieu de naissance

De geboorteplaats

Marquer un but

Een doelpunt maken

Mériter

Verdienen

Obtenir

(ver)krijgen

Perdre

Verliezen

Le poids

Het gewicht

Profiter de

Voordeel behalen uit, eruit halen

Le sentiment

Het gevoel

Sévère

Streng

La taille

De lengte

Taper dan l'œil

In het oog springen

Le terrain

Het veld

Tomber malade

Ziek worden

La victoire

De overwinning

Accorder

Toekennen

L'adversaire

De tegenstander m.

Aller jusqu'au bout

Tot het einde gaan

Avoir confiance en soi

Zelfvertrouwen hebben

Chaque

Elk, elke

Combatif

Aanvallend

Le coureur

De renner

Le début

Het begin

Déclarer

Verklaren

Se dérouler

Plaatsvinden

La dispute

De ruzie

Donner le feu vert

Groen licht geven

En général

Over het algemeen

S'endormir

Gaan slapen, in slaap vallen

S'entrainer

Trainen

Le fait

Het feit

Faire son apparition

Verschijnen

La fin

Het einde

Hors du commun

Buitengewoon

Le long de

Langs

Lorsque

Toen, wanneer

Le maillot

Het sportshirt

Des milliers

Duizenden

L'opportunité

De mogelijkheid v.

Par vengeance

Uit wraak

Poursuivre

Achtervolgen

Représenter

Vertegenwoordigen

Le spectateur

De toeschouwer

Le sport de combat

De vechtsport

Surnommé

Bijgenaamd