• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/143

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

143 Cards in this Set

  • Front
  • Back
confirmer la présence
de aanwezigheid bevestigen
Un souhait
een wens, verlangen
Un voeu
een wens, verzoek
voeux de bonne année
nieuwjaarswensen
meilleurs vœux !
beste wensen !
Les échanges verbaux (n.m)
gesprekken
échanger
uitwisselen, ruilen
faire un discours
een speech houden
Un remerciement
dank, bedanking
Un compte rendu oral
een mondeling verslag
rédiger une note
een memo, nota opstellen
Une disposition
maatregel, schikking
convier à, inviter à
uitnodigen op
Un entrepreneuriat, entreprenariat
ondernemerschap
Un entrepreneur (féminin : une entrepreneuse)
een ondernemer
consécutif
opeenvolgend
Une table ronde
een rondetafelgesprek
Une expérience
een ervaring
partager
delen
Un point de vue
standpunt
s’ouvrir sur, débuter par
beginnen met
affiner un projet
een project verfijnen, uitwerken, verder uitdiepen
prendre / établir des contacts
contacten leggen
Un atelier
een atelier, een workshop
se dérouler > le déroulement
verlopen > het verloop
transférer un mail
een mail doorsturen
Un ministère de l’Intérieur
ministerie van binnenlandse zaken
Un ministère de l’aménagement du territoire
ministerie van ruimtelijke ordening
Une remise >remettre
overhandiging > overhandigen
se tenir, avoir lieu
gehouden worden, plaatsvinden
être attendu à
verwacht worden op
à l’issue de (celle-ci = la cérémonie)
na afloop van (deze = de plechtigheid)
cordialement
van harte
débuter par
beginnen met
Un cocktail
cocktail(party), receptie
Un exposant
standhouder, exposant
Un stand
een stand
attractif
aantrekkelijk
s’occuper de
zich bezighouden met
Une location
huur(hier) /verhuur
Un mobilier
meubilair
être en charge de
belast zijn met, verantwoordelijk voor
se charger de
op zich nemen
impératif, indispensable
absoluut noodzakelijk, onontbeerlijk
réfléchir (sur)
nadenken (over)
Une brochure
een brochure
Un panneau d’affichage
aanplakbord
distribuer
uitdelen
Un objet publicitaire, gadget
gadget, reclamevoorwerp
quelque chose de spécial
iets bijzonders
Une inauguration
feestelijke opening, inhuldiging
lancer des invitations
uitnodigingen versturen
Un annuaire
lijst, overzicht, jaarboek, telefoonboek
Une clôture
slot, afsluiting (van een ceremonie, salon, boekjaar)
Une cérémonie de clôture
een eindceremonie, slotplechtigheid
Un emplacement (publicitaire)
plaats, (reclame)ruimte
faire part de qq.ch.
iets meedelen
être ému de > émouvoir
ontroerd zijn > ontroeren
prendre la parole
het woord nemen
le départ en retraite
het vertrek op pensioen
être touché (par)
ontroerd zijn (door)
cela me touche beaucoup
dat raakt me zeer
être habitué à
gewoon zijn aan iets, gewoon zijn iets te doen
Un discours
een speech
exprimer
uitdrukken
Une reconnaissance
erkentelijkheid, dankbaarheid
se consacrer à
zich toeleggen op
consacrer du temps à
tijd besteden aan
rendre visite à qqn.
iemand bezoeken
prospérer
bloeien, welvarend zijn
Une réussite
succes, welslagen
réussir (à)
lukken, slagen in iets
Un honneur
eer
en l’honneur de
ter ere van
Un proche collaborateur
naaste medewerker
servir à
dienen tot
établir des contacts
contacten leggen
entretenir un réseau
netwerk onderhouden
cultiver un réseau
netwerk ontwikkelen, aanhouden
faire avancer
doen vooruitgaan
Un déjeuner de travail
werklunch
conclure, valider une affaire
deal afsluiten, zaak beklinken
épicé
gekruid, pikant
interminable
eindeloos
Une attente
verwachting ; wachttijd (hier)
maladroit
onhandig
alimenter
voeden ; aanleiding geven tot (hier)
Un repas sobre >< copieux
sobere maaltijd >
s’étendre sur
uitwijden over
Un centre d’intérêt
interesse
aborder un sujet
een onderwerp aansnijden
évoquer un point important
een belangrijk punt vermelden
Une rencontre
ontmoeting
Un interlocuteur
gesprekspartner
laisser la parole à
het woord laten aan
fluide
vlot
relancer la conversation
opnieuw op gang brengen
Un intérêt
interesse; belang
commun
gemeenschappelijk
Un Lieu
een locatie, een plaats
échanger (des idées) avec quelqu’un
van gedachten wisselen met iemand
organiser des échanges
een gedachtewisseling organiseren
se libérer
zich vrijmaken
Un(e) partenaire
een partner
Un pot
een (afscheids)drink
apprendre une nouvelle
een nieuws vernemen
emprunter
lenen
prêter
uitlenen
Une suite
gevolg, opvolging
relancer une personne
opnieuw contact opnemen
Une prise de rendez-vous >prendre rendez-vous
het maken van een afspraak
conserver le compte rendu
het verslag bijhouden, bewaren
à négocier
te onderhandelen
se positionner de face
rechtover iemand/iets gaan staan
par rapport à
ten opzichte van
mener une action
een actie voeren
données chiffrées (n.f.)
cijfergegevens
prévoir
voorzien
Une plaquette
brochure
diffuser en boucle
in ‘loop’ uitzenden, in lus tonen
Un PP conçu pour l’occasion
PP gemaakt voor de gelegenheid
Une note d’information
informatienota
Une note de service
dienstmededeling, memo
Un en-tête
een hoofding, briefhoofd
Un service
een dienst
émetteur < émettre
uitbrengen, uitzenden, uitsturen
Un émetteur
een verzender
Un destinataire
een bestemmeling
être autorisé à
de toelating hebben om
à récupérer
af te halen
mettre à disposition
ter beschikking stellen
perturber
verstoren
Une mise en place>mettre en place
invoeren
Une plage horaire
tijdsblok
Un invité d’honneur
eregast
l’hôte/l’hôtesse
gastheer, gastvrouw/gast
se resservir
zich opnieuw bedienen
goûter un plat
een gerecht proeven
volontiers, avec plaisir
graag
Une convivialité
gezelligheid
Un code de civilité
beleefdheidscode
prendre place à table
aan tafel plaatsnemen
complimenter quelqu’un sur
iemand een compliment geven op