• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/18

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

18 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Vous désirez?

U wenst?

Il me faudrait le saucisson

Ik heb nodig een worst

Vous pourriez me la couper en morceaux?

zou u het voor me in stukken willen snijden?

Je vous prépare ça tout de suite

ik maak het direct voor u klaar

Et avec ceci?

en hierbij?

je vais prendre du veau

ik ga kalfsvlees nemen

qu'est-ce que vous me conseillez

Wat kunt u me aanbevelen

Vous auriez quelque chose de tendre?

Zou u iets mals gehad hebben?

J'ai ce qu'il vous faut

Ik heb wat u nodig heeft

il vous fallait autre chose?

Had u nog iets anders nodig?

Il vous en faut combien?

Hoeveel zal er nodig zijn?

c'est pour faire...

Het is om...te maken

il nous faudrait de cuisses de volaille

Wij hadden vogeldijen nodig

je vousdrais douze tranches [bien fines] de jambon

ik zou graag twaalf [heel dunne] plakjes ham willen

épaule

schouder

je voudrais un [beau] poulet et une [belle] dinde

ik zou graag een [mooie, grote] kip willen en een [mooie, grote] kalkoen

C'est suffisant

Dat is genoeg

dat is alles

c'est tout