Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
1383 Cards in this Set
- Front
- Back
2. Van a tot z,
|
d.i. van het begin tot het einde, daar a de eerste en z de laatste letter van het alphabet is. Vgl. Harreb, I, 1; Joos 54; hd. von A bis Z; nd. he wêt't van a bet z; fr. depuis a jusqu' à z; eng. from A to Z. In het Westvlaamsch van ends t' ends, van hende te hende (De Bo, 305 a). Synoniem is de uitdr. van alpha tot omega; zie ald.
|
|
3. Wie a zegt, moet ook b zeggen,
|
d.i. men moet voortgaan gelijk men begonnen is; of ook: na de eerste schrede kan men niet meer stilstaan; fr. qui a dit a doit dire b; hd. wer A sagt musz auch B sagen; nd. wäa A säght, mütt ok B seggen; wenn ik A segg, so mutt ik B seggen; eng. you cannot say A without saying B; fri. dy 't A seit, moat ek Bie sizze. Volgens Günther, 94 zou deze zegswijze aan het rechtswezen ontleend zijn1).
|
|
4. Nieuwsgierig Aagje.
Deze zegswijze, zonder of met het bijvoegsel van Enkhuizen, is ontleend aan ‘T Leven en Bedrijf van Clement Marot. Uit het Fransch in |
[p. 2]
het Nederduyts vertaalt Door Jan Soet’. Aan het einde volgt een ‘Bijvoeghsel, Bestaende in verscheyde Quinckslagen en aerdige Poetsen, op de voorgaende Materie dienende’ en daaronder komt in een uitgave van 1655 voor ‘het kluchtigh Avontuurtje van 't Nieuwgierigh Aeghje van Enckhuysen’1), waarin het wedervaren wordt geschetst van eene vrouw uit Enkhuizen, die uit nieuwsgierigheid met haar buurman, een schipper, naar Antwerpen ging en daar in deerlijke ongelegenheid geraakte. Vgl. Gew. Weuw. III, 57: Wat schepzel staat daar! ey, komt vry wat nader, Nieuwsgierig Aagjen van Enkhuizen; en Comique en vermaaklijke Boerenreis, 1804, bl. 29: 't Zal u even eens vergaan, als nieuwsgierig Aagje van Enkhuizen, daar ik van in den Almanak geleezen hebbe. Thans zegt men in Friesland nog wel: sa nijsgjirrich as Aechje fen Inkhuzen; in Groningen echter zonder dit toevoegsel: een neisgierig Oagtje; oostfri. nêsgirige âgtje (Molema, 545 a); Waasch Idiot. 157: crieuze Beth. Vergelijk hiermede andere uitdrr. a |
|
Allegorie
|
metafoor die het hele kunstwerk door wordt volgehouden
|
|
Alliteratie
|
medeklinkerrijm
|
|
Ambfibrachyus
|
drie lettergrepen; nadruk op de middelste (-+-/-+-/-+-)
|
|
Anapest
|
drie lettergrepen; nadruk op de laatste (--+/--+/--+)
|
|
Anticlimax
|
opsomming afnemend in kracht
|
|
Antimetrie
|
het metrum wordt op een plaats bewust doorbroken
|
|
Antithese
|
twee begrippen die een tegenstelling vormen
|
|
Assonantie
|
klinkerrijm
|
|
Auctoriale verteller
|
alwetende verteller
|
|
Ballade
|
verhalend lied met tragische afloop
|
|
Beeldspraak
|
figuurlijk taalgebruik
|
|
Belangenruimte
|
de ruimte heeft een figuurlijke betekenis
|
|
Betrouwbaar perspectief
|
bekijk altijd of het perspectief betrouwbaar is
|
|
Bijfiguren
|
overige personages in een verhaal
|
|
Binnenrijm
|
rijmt het woord in één versregel (!niet aan eind/begin!)
|
|
Boekenweek
|
activiteit van Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek
|
|
Boekenweekgeschenk
|
bekende schrijver schrijft boekje van ong. 100 pagina's gratis bij aankoop van min. bedrag
|
|
Bombast
|
overdreven beeldspraak
|
|
Chaise
|
kruisstelling (woordvolgorde van 2 bij elkaar horende zinnen wordt omgedraaid)
|
|
Cliché
|
afgesleten beeldspraak
|
|
Climax
|
opsomming, toenemening in kracht
|
|
Contrasterende functie
|
wat plaatsvindt, staat in tegenstelling tot de sfeer die de omgeving oproept
|
|
Cyclische bouw
|
het verhaal begint met een voorval dat aan het eind ook weer een rol speelt.
|
|
Cynisme
|
dodelijke spot
|
|
Dactylus
|
drie lettergrepen; nadruk op de eerste (+--/+--/+--)
|
|
Distichon
|
strofe van 2 versregels
|
|
Dramatiek (toneel)
|
uitbeelding, mono-/dialogen
|
|
Dubbelroman
|
boeken met twee intriges
|
|
Eindrijm
|
rijmt het woord aan het eind van de versregels
|
|
Elegie
|
klaagzang n.a.v. het verlies van een geliefd persoon
|
|
Elisie
|
zwak beklemtoonde klank wordt weggelaten zodat het gedicht beter 'loopt'
|
|
Enjambement
|
door een zin op een vreemde plaats af te breken, nadruk leggen op een woord
|
|
Enumeratie
|
opsomming
|
|
Epigram (puntgedicht)
|
kort gedicht waarin kernachtig iets wordt uitgedrukt (spottend/grappig)
|
|
Epiloog
|
aan het eind, daaruit kun je afleiden hoe het met de personages is afgelopen
|
|
Eufemisme
|
verzachtende uitdrukking
|
|
Exclamatio
|
emotionele uitroep
|
|
Fabel
|
een logisch-chronologische loop van de gebeurtenissen
|
|
Flashback
|
terugkijken, verbreekt de chronologie
|
|
Flashforward
|
vooruitkijken, verbreekt de chronologie
|
|
Flat character
|
personage waarvan je minder/weinig weet, oppervlakkige karaktertrekken
|
|
Functies van ruimtebeschrijving
|
ondersteunend, contrasterend, symboliserend
|
|
Funeraire poëzie
|
poëzie over de dood
|
|
Galgenhumor
|
spotten met eigen ellende
|
|
Geleding
|
de structuur in een boek, waardoor het verhaal in delen is verdeeld (d.m.v. witregels, hoofdstukken, delen)
|
|
Gesloten eind
|
alle vragen zijn beantwoord, niets te raden. Het thema is afgerond.
|
|
Gleidend volrijm
|
na beklemtoonde lettergreep nog twee beklemtoonde lettergrepen
|
|
Grafschrift
|
poëzie op grafzerken, gedicht speciaal gemaakt voor iemands graf
|
|
Haiku
|
kort gedicht van drie regels, 5-7-5 lettergrepen. Over gevoelens en natuurervaringen
|
|
Hekelgedicht
|
gedicht om kritiek te geven
|
|
Historische tijd
|
jaar/datum waarin het verhaal zich afspeelt
|
|
Homerische vergelijking
|
de 'als' vergelijking heel breed uitgewerkt
|
|
Hoofdgenres
|
proza, poëzie, dramatiek
|
|
Hoofdpersoon
|
belangrijkste personage in een verhaal
|
|
Hymes
|
religieus lied, lofzang op God
|
|
Hyperbool
|
overdrijving van de werkelijkheid
|
|
Ik-verteller
|
doet zelf aan de handelingen mee, meestal als hoofdpersoon
|
|
Informatieve opening
|
het verhaal begint bij de 1e gebeurtenis
|
|
Ingelast verhaal
|
verhaal dat wordt 'ingelast' en via het thema verband heeft met de rest van de roman
|
|
Ironie
|
milde (zelf)spot
|
|
Jambe
|
twee lettergrepen; nadruk op de 2e (-+/-+/-+)
|
|
Kader-/raamvertelling
|
boeken die uit een verzameling losse verhalen lijken te bestaan
|
|
Karikatuur
|
een bepaald eigenschap wordt overdreven
|
|
Klanksymboliek
|
bepaalde klanken roepen de betekenis van een woord/gevoel op
|
|
Kwatrijn
|
strofe van 4 versregels
|
|
Kwintet
|
strofe van 5 regels
|
|
Leidmotief
|
motieven die onveranderd terugkeren binnen één boek
|
|
Lied
|
strofen van gelijke lengte, geeft inhoud aan gevoelens, wereldlijke/geeestelijke liederen
|
|
Limerick
|
apart puntdicht, altijd humorischtisch, rijmschema aabba, 1e regel wordt persoon, dier, plaatsnaam geïntroduceerd
|
|
Literaire prijs
|
'prijs der Nederlandse Letteren' (1x per 3 jaar), 'P.C. Hooftprijs' (jaarlijks), 'AKO-Literatuurprijs (jaarlijks)
|
|
Literaire thriller (detective)
|
spannende boeken met karakterontwikkeling, onverwachte wendingen, psychologie belangrijker dan geweld
|
|
Literaire tijdschriften
|
literatuur, Nederlandse Letterkunde, Liter
|
|
Litotes
|
sterke bevestiging door ontkenning van tegenovergestelde
|
|
Mannelijk volrijm
|
de beklemtoonde lettergreep wordt niet opgevolgd door een andere lettergreep
|
|
Metafoor
|
onject wordt vervangen door beeld
|
|
Metonymia
|
vergelijking tussen beeld en object
|
|
Metrum
|
regelmatige afwisseling van sterker en zwakker beklemtoonde lettergrepen
|
|
Motto
|
spreuk/citaat dat vooraf gaat aan de eigenlijkle tekst van het verhaal, thema
|
|
Niet/chronologisch
|
(niet) in tijdsvolgorde
|
|
Octaaf
|
strofe van 8 regels
|
|
Ode
|
geestdriftig loflied, meestal tot persoon gericht, plechtig, lang gedicht
|
|
Onderdelen Volrijm
|
Voorrijm, Binnenrijm, Eindrijm (->mannelijk volrijm, vrouwelijk volrijm, glijdend volrijm)
|
|
Ondersteunende functie
|
de beschrijving benadrukt de betekenis van de handeling
|
|
Ondertitel
|
nadere toelichting op hoofdtitel/aanwijzing voor thema
|
|
Onderwerp
|
korte samenvatting van wat er in het verhaal gebeurt
|
|
Onomatopeeën (klanknabootsing)
|
woorden die geluiden uit de werkelijkheid nabootsen
|
|
Onthullende titel
|
vertellen direct al iets voer de inhoud en het thema
|
|
Opdracht
|
'... dit verhaal draag ik op aan...', eerbetoon
|
|
Open eind
|
voor de lezer blijven er onbeantwoorde vragen over en er kan het gevoel bestaan dat de geschiedenis niet is afgerond, blijft je bezig houden
|
|
Opening in de handeling
|
zonder inleiding, midden in het gebeuren geplaatst, je begrijpt pas achteraf wat er aan voorafging en wat er opvolgt
|
|
Opening na de handeling
|
de lezer maakt eerst kennis met de afloop van de gebeurtenis en pas daarna met het voorafgaande
|
|
Panoramic view
|
aan het eind van het boek worden in vogelvlucht alle verdere lotgevallen van de personages verteld. Soms is dat het epiloog.
|
|
Paradox
|
schijnbare tegenstrijdigheid
|
|
Parallellisme
|
dezelfde manier opgebouwd
|
|
Pastorale vers
|
eenvoudig gedicht met vertroostende boodschap
|
|
Personale verteller
|
gebeurtenissen worden verteld vanuit de hij/zij-verteller
|
|
Personificatie
|
levenloze dingen worden voorgesteld als wezen
|
|
Perspectief
|
het gezichtspunt van waaruit het verhaal verteld wordt.
|
|
Perzisch/oosters kwatrijn
|
vier regels, levenswijsheid
|
|
Plezierdicht
|
lezer vermaken, iets leren/nadenken, niet te diepzinnig
|
|
Poëzie (gedichten)
|
opgebouwd uit versregels, rijm/ritme, korte regels
|
|
Prolepsis
|
zinsdeel met bijzondere nadruk geïsoleerd vooraan
|
|
Proloog
|
inleidend hoofdstuk waarin wordt vermeld wat er aan het verhaal vooraf is gegaan
|
|
Proza
|
volle bladspiegel, fictioneel, verhalend
|
|
Repetitio
|
onveranderde herhaling
|
|
Retorische vraag
|
nadrukkelijke mededeling in de vorm van een vraag
|
|
Rijk rijm
|
woord/woordgedeelte herhaald zich
|
|
Rijm
|
alliteratie, assonantie, rijk rijm, volrijm
|
|
Rijmschema
|
gepaard rijm (aabb), gekruist rijm (abab), omarmend rijm (abba), slagrijm (aaaa), gebroken rijm (abcb/abac)
|
|
Ritme
|
metrum + zinsmelodie + tempo
|
|
Round character
|
personage dat verschillende ideeën en eigenschappen heeft
|
|
Ruimte
|
méér dan plaats van handeling: de aankleding die de schrijver aan een bepaalde locatie geeft.
|
|
Samenhang
|
herhaling, overeenkomsten, tegenstelllingen, spiegeling
|
|
Sarcasme
|
bittere spot
|
|
Scanderen
|
manier van indelen in versvoeten
|
|
Schrijvers onderscheiden zich in schrijfstijl
|
taalgebruik, persoonlijkheid, tijd, genre
|
|
Septet
|
strofe van 7 regels
|
|
Sextet
|
strofe van 6 regels
|
|
Sonnet
|
twee kwatrijnen, samen octaaf + twee terzetten, samen sextet
|
|
Soorten plezierdicht
|
toekomstroman (science fiction), literaire thriller (detective)
|
|
Speaking name
|
de schrijver vertelt, via de naam iets over het karakter dat iemand heeft
|
|
Speelruimte
|
de ruimte heeft alleen een letterlijke betekenis
|
|
Stijlfiguren
|
enumeratie, climax, anticlimax, parallellisme, repetitio, chaise, antithese, paradox, hyperbool, eufemisme, understatement, litotes, prolepsis, woordspeling, zelfcorrectie, ironie, sarcasme, cynisme, retorische vraag, exclamatio
|
|
Strofe
|
gedeelte tussen twee witregels
|
|
Sujet
|
volgorde van de gebeurtenissen zoals het verhaal die geeft
|
|
Synesthesie
|
het object en het beeld liggen in verschillende zintuigelijke vlakken
|
|
Terzine
|
strofe van 3 versregels
|
|
Thema
|
kortste omschrijving van de centrale gedachte van het verhaal. Max. 1 zin
|
|
Tijd
|
historische tijd, vertelde tijd, vertel tijd, tijdversnelling/-vertraging, niet/chronologisch, vooruit-/terugwijzingen, sujet, fabel, flashback, flashforward
|
|
Toekomstroman (science fiction)
|
verhaal over verer toekomst
|
|
Trochee
|
twee lettergrepen; nadruk op de 1e (+-/+-/+-)
|
|
Twee soorten titels
|
onthullende, verhullende
|
|
Type
|
personage dat slechts één idee of eigenschap heeft, maakt geen ontwikkeling door
|
|
Understatement
|
onderkoeld schrijven
|
|
Vergelijking met verbindingswoord
|
vergelijking met 'als' of 'zoals' soms met 'van'
|
|
Vergelijking zonder verbindingswoord
|
beeld en object staan zonder verbindingswoord naast elkaar
|
|
Verhaalbegin
|
informatieve opening, opening in de handeling, opening na de handeling
|
|
Verhaaleinde
|
open eind, gesloten eind, panoramic view, cyclische bouw
|
|
Verhaalmotief
|
bouwstenen van de tekst. Verhaalonderdelen zoals: situaties, voorwerpen, uitspraken, gedachten, relaties die regelmatig terugkeren in een verhaal.
|
|
Verhaaltechnische trucs
|
spelen met tijd, keus voor type perspectief, spannende titel, speciale ruimte, uitstellen van ontknoping door te wisselen tussen verhaallijnen
|
|
Verhaalwerkelijkheid
|
de wereld van het verhaal
|
|
Verhullende titel
|
maakt je nieuwsgierig naar de inhoud, maar verraadt er weinig van
|
|
Versvoeten
|
gelijke delen waarin een versregel verdeeld kan worden
|
|
Vertel tijd
|
de tijd die je nodig hebt om een boek te lezen
|
|
Vertelde tijd
|
tijdsduur waarover een roman vertelt
|
|
Volrijm
|
klankovereenkomst van klinkers en medeklinkers
|
|
Voorrijm
|
rijmt 1e woord van opeenvolgende versregels
|
|
Vooruit-/terugwijzingen
|
zonder dat de chronologische volgordewordt aangetast vooruit/terug kijken
|
|
Vrije vers
|
geen of weinig rijm, geen metrum, geen regelmaat (moderne gedichten)
|
|
Vrouwelijk volrijm
|
na de beklemtoonde lettergreep nog een onbeklemtoonde lettergreep
|
|
Wisselend-perspectief
|
bijv. personale perspectief afgewisseld met brieven in de ik-verteller
|
|
Woordspeling
|
spel met taal
|
|
Zelfcorrectie
|
de schrijver maakt opzettelijk een fout en corrigieert die
|
|
symboliserende functie
|
symbool voor iets anders
|
|
Actief publiek (active audience)
|
Deze term ontstond in de context van de herziening van de ideeën i.v.m. het massapubliek. Het media-publiek is in verschillende mate selectief, gemotiveerd en bestand tegen invloed. De soort en mate van publieksactiviteit is zeer relevant voor elk media-effect. Publieksactiviteit is in detail bestudeerd in de traditie van 'uses and gratifications' (gebruik en voldoening) evenals in 'reception analysis' (ontvangstanalyse).
|
|
Agenda-setting
|
Proces van (bedoelde of onbedoelde) media-invloed waarbij de belangrijkheid van gebeurtenissen, kwesties of personen bij het publiek bepaald wordt door de verslaggeving in de media. Hoe meer media-aandacht , hoe meer belang het publiek aan iets hecht. De media beïnvloeden enkel waarover de mensen denken en niet wat ze denken. Agenda-setting is vooral van toepassing op politieke communicatie en verkiezingscampagnes. Ondanks de bijna-zekerheid dat agenda-setting plaatsvindt, is het moeilijk te bewijzen, want media nemen hun prioriteiten zowel van de publieke opinie als van politiekers. (zie ook framing)
|
|
Bias of vertekening
|
Elke tendens in de nieuwsverslaggeving naar afwijking van accurate, neutrale, gebalanceerde en onpartijdige weergave van de realistische gebeurtenissen en sociale werkelijkheid. Onderscheid tussen bedoelde en onbedoelde vertekening. De vertekening stamt vnl. van partijdigheid, voorspraak (verdediging) of ideologisch standpunt van de media of bron. (Zie ook objectiviteit) Birmingham School Verzamelnaam voor de auteurs geassocieerd met de 'Centre for Contemporary Cultural Studies' (CCCS) aan de Birmingham Universiteit in Engeland. Deze is gevestigd in de jaren '60. Oprichter : Richard Hoggart samen met Stuart Hall. Het werk van deze school was van belangrijke invloed op de ontwikkeling van de kritische culturele studies, zoals 'reception research' (ontvangst-onderzoek) en 'feminist media studies' (feministische media studies)
|
|
Broadcasting (uitzenden)
|
Transmissie van radio en tv signalen in de lucht via vaste transmitters op aarde met een beperkt bereik. (reeds voor opkomst van kabel- en satellietsystemen). Bedoeld voor vrije ontvangst. Vnl. gefinancieerd door reclame en ontvangstlicencies. Gerund door legale en regelgevende regimes; zij wijzen licencies toe en controleren de prestaties. Enige feitelijke belangrijke medium in publieke of gouvernementele handen in niet-socialistische samenlevingen. (Zie ook public service broadcasting)
|
|
Campagne (campaign)
|
Geplande poging om publieke opinie, gedrag, attitude en kennis te beïnvloeden ten behoeve van een persoon, institutie, topic of oorzaak. Hiervoor worden verschillende media gebruikt, gedurende een specifieke tijdsperiode. Belangrijkste campagnetypes: reclame, politieke campagne, publieke informatie, liefdadigheid. Publieke campagnes zijn meestal gericht naar sociaal erkende doelgroepen. Ze zijn gebaseerd op onderzoek en onderworpen aan evaluatie van succes.
|
|
Catharsis
|
Een type van effect van tragische of gewelddadige fictie en drama dat het publiek gezuiverd van emoties en bevrijd van elke drang om beïnvloed te worden door de afgebeelde acties achterlaat. De term is afkomstig van Aristoteles en werd terug in de mond genomen door onderzoekers van media-geweld die het gebrek aan gedragsgevolgen ermee bedoelden. Hoewel het plausibel is, is het toch nooit aangetoond of gemeten.
|
|
Commodificatie
|
Afkomstig uit de Marxistische theorie (-> alle entiteiten hebben materiële geldwaarde) In relatie tot de media zijn er twee aspecten:
1. Behandeling van alle media-boodschappen als koopwaar op de mediamarkt. 2. Ook het het publiek kan behandeld worden als koopwaar. Het wordt nl. verhandeld aan de adverteerders a.d.h.v. kijkcijfers of andere marketingcriteria. (Zie ook Marxisme) |
|
Communicatie
|
Het centrale idee is dat het een proces van verhoogde uniformiteit tussen de deelnemers is, op basis van het zenden en ontvangen van boodschappen. Er is theoretische onenigheid of het uitzenden van boodschappen op zich beschouwd kan worden als communicatie, zonder bewijs van ontvangst, effect of gevolg. Twee belangrijkste dimensies:
* mate van respons of feedback (1-richting vs interactief proces) * mate waarin communicatieve relatie ook een sociale relatie is In het algemeen verhogen moderne technologieën de mogelijkheden en de waarschijnlijkheid om communicatie los te maken van elke sociale basis. |
|
Convergentie (convergence)
|
Het proces van samenkomen of gelijker worden. Meestal wordt deze term gebruikt voor de convergentie van media technologieën als resultaat van 'digitalization' (computerization). Voor productie, verwerking en transmissie zijn de onderscheiden kenmerken zeker van belang. Toename in convergentie wordt gebruikt als argument voor media-deregulering. Nochtans is er een tendens naar meer diversificatie (dus minder convergentie); als je kijkt naar apparaten bijvoorbeeld. Eigen voorbeeld van convergentie: een computer waarop je films kan bekijken, internetten, afdrukken, tekstverwerking… alles komt dus samen in 1 toestel.
|
|
Cultural studies
|
Dit is een theorie die aanvankelijk media- en communicatiestudies overlapte, maar nog een bredere kijk heeft op culturele ervaringen en symbolische expressie. Sterk humanistisch georienteerd, vooral gefocust op 'popular culture' (vooral : jeugd) Ontstaan in GB, nu internationaal, onafhankelijk geworden van media- en cw.
|
|
Culture
|
Tegenwoordig verwijst men vaak hiernaar als de symbolische artefacten die de media-industrie produceert. Maar eigenlijk houdt het ook een bredere verwijzing in naar de gewoonten, gebruiken en bedoelingen in associatie met het massacommunicatieproces Soms refereert men naar het 'geloof' of de 'ideologie' (superstructures) van een bep. maatschappij. die de context voor media-operaties biedt.
|
|
Diffusion of innovations
|
Dit is het proces van de verspreiding van nieuwe technologie, info of ideeën. Het heeft een 'S-Patroon', nl. een trage start, snelle overneming en dan een lange staart. Media spelen met de verspreiding hiervan een belangrijke, secundaire rol en voorzien zelf ook in zaken die verspreid kunnen worden via dit S-patroon. (primair: persoonlijk voorbeeld en gekende autoriteiten)
|
|
Diffusion of news
|
Proces van de verspreiding van nieuws binnen een popûlatie, via massamedia of persoonlijk conatct (met of zonder inmenging van de media). Belangrijke aspecten: de graad en snelheid van verspreiding in relatie met het soort van gebeurtenis, en het relatieve gewicht van de massamedia en persoonlijke bronnen in dit proces.
|
|
Digitalization
|
Algemene term voor de elektronisatie van datatransmissie, gegevensopslag en verwerking. Maakt gebruik van de binaire code en vormt daardoor de basis voor de convergentie van de media. Wordt vooral gezien als de tendens naar digitale transmissie. Dit heeft geleid tot toenemende interactiviteit.
|
|
Discourse analysis
|
Het centrale idee is dat communicatie zich voordoet via 'text and talk', aangepast aan de sociale locaties, onderwerpen en soort van deelnemers. = interpretative communities Critical disc. an. onderzoekt de dominatie van onderliggende ideologieën en gevoelens in gesprekken, teksten… (invloed van de interpretative communities)
|
|
Diversity
|
De graad van verschil in een bepaalde dimensie. Toegepast op massamedia : bv. inhoud verzonden boodschappen, eigenaarsstructuur… (binnen elke dimensie gaat men dan de graad van diversiteit meten) Het wordt ook geassocieerd met vrijheid, gelijkheid, keuze, verandering en toegang.
|
|
Effects of media
|
De gevolgen van de werking van of blootstelling aan massamedia (gewild of ongewild). Meestal worden minstens 3 soorten effecten onderscheiden: behavioristische, attitudinale (of affectieve) en cognitieve effecten. Ze veschillen in de mate van doeltreffendheid.
|
|
Entertainment
|
Is een tak van de mediaproductie en -consumptie en heeft een amusementsfunctie. Het heeft soms ook betrekking op de diversie zelf, dan kan het dus ook over andere genres gaan zoals nieuws, reclame of opvoeding. Entertainment krijgt een problematisch karakter wanneer verslaving aan entertainment het informatieve gebruik van de media uitsluit of wanneer entertainment in de realiteitssfeer terechtkomt. Vb: nieuws is hier onderhevig aan. Men spreekt hier van 'infotainment' als resultaat.
|
|
Fourth estate
|
Een term die door historicus Thomas Carlyle wordt toegeschreven aan Edmond Burke, deze vond dat de macht van de pers op z'n minst gelijk is aan de andere 3 machten in het Engelse imperium: Lords, Commons en Clergy (=the three estates of the Realm) Het werd een conventionele term om journalisten te beschrijven in hun rol als reporters en waakhonden over de regering.
|
|
Framing
|
2 hoofdbetekenissen:
1: De manier waarop journalisten het nieuws inkaderen (in een vertrouwd kader en in overeenstemming met latente meningen) 2: Het effect van framing op het publiek (het publiek wordt verondersteld de referentiekaders over te nemen en de wereld dus op de zelfde manier te gaan zien) |
|
Frankfurt school
|
Deze naam wordt toegepast op de wetenschappers die aanvankelijk in het 'Frankfurt Institute of Social Research' werkten en die later naar de VS emigreerden toen de Nazi's aan de macht kwamen. Het centrale project van deze groep was de kritische analyse van de moderne cultuur en samenleving volgens Marxistische traditie. Hoofdfiguren zijn Theodor Adorno, Max Hockheimer, Herbert Marcuse en Leo Lowenthal (allen zeer belangrijke figuren ivm de ontwikkeling van de kritische theorie en de media en cultuur studies) Ze hadden een zeer pessimistische kijk op de 'massacultuur'.
|
|
Freedom of the press
|
Dit is een fundamenteel principe dat wettelijk alle burgers het recht geeft om te publiceren zonder censuur bij voorbaat of toestemming van een autoriteit en zonder angst of kans op vergelding. Het moet wel toegepast worden binnen de wet en met respect voor anderen. Het wordt aanzien als een fundament van de democratie. In de praktijk wordt de persvrijheid echter vaak beperkt door (economische) barrières voor toegang tot de publicatiemiddelen.
|
|
Functional analysis
|
Deze theorie behandelt de werking van de massamedia als noodzakelijk voor de werking van elk sociaal systeem (samenleving). De voornaamste functie die toegeschreven wordt aan de media is bijdragen tot de sociale cohesie en integratie. In dit licht kan men de media als functioneel (pos) of disfunctioneel (neg) zien. De theorie is vaak opzijgelegd door een gebrek aan analyse en omdat ze er niet in slaagt om sociaal conflict en verandering te verklaren Ze biedt wel verklaringen voor vragen over integratie en onafhankelijkheid
|
|
Gatekeeping
|
De algemene term voor nieuwsselectie door reporters in nieuwsorganisaties. Er zijn verschillende criteria om nieuws door de 'gates' te laten, het belangrijkste daarvan is de nieuwswaardigheid. Hoofdvragen gaan over de toegepaste criteria en de vertekening.
|
|
Genre
|
Dit is het proces waarbij de locatie van productie, transmissie en ontvangst van media-inhoud niet meer geografisch vaststaat. Gedeeltelijk door nieuwe technologie, maar ook door de nieuwe internationale mediastructuur en organisatie. Dit proces heeft veel culturele consequenties, vnl de delocalisatie van inhoud en de ondermijning van locale culturen. Positief is dat de culturen nieuwe impulsen krijgen en creatieve bastaarden ontstaan; negatief is dat de culturele identiteit, autonomie en integriteit bedreigd wordt. De nieuwe media worden gezien als versnellers van het globalisatieproces.
|
|
Hegemony
|
Deze term wordt geïntroduceerd door de Italiaanse Marxistische theoreticus Antonio Gramsci. het beschrijft een zekere soort macht die ontstaat uit alomvattende ideologische tendensen van de massamedia om machtssystemen te steunen en oppositie en botsende opvattingen uit te sluiten. Het is een soort dominante consensus die op een verborgen manier werkt en zonder dwang.
|
|
Human interest
|
Dit is een type van 'format' dat op persoonlijke acties en consequenties focust en dramatische, humoristische en narratieve steilen gebruikt. Het gaat vooral over alledaagse emoties en gebeurtenissen. (zie tabloidization en commercialization)
|
|
Hybridization
|
Het proces waarbij nieuwe culturele vormen worden samengesmolten uit verschillende elementen; vooral een combinatie van vreemde of geïmporteerde vormen en locale of traditionele culturen. (geassocieerd met globalisatie)
|
|
Identity
|
De specifieke typering van een persoon, plaats… door anderen of jezelf, volgens biografische, sociale, culturele of andere karakteristieken. Communicatie is noodzakelijk voor de vorming van identiteit. Maar tegelijkertijd kan het de identiteit ook ondermijnen. (massacommunicatie is hier maar één van de vele factoren)
|
|
Ideology
|
Een georganiseerd geloofssysteem of een verzameling van waarden die verspreid of versterkt worden door communicatie. Dit gebeurt vaak onbewust, de meeste media-inhoud doet dit veelal impliciet via het selectief benadrukken van bepaalde waarden en normen. ('preferred reading' in encoding/decoding-theorie) Vaak wordt de nationale cultuur die voorziet in de context van het mediasysteem gereflecteerd, maar vaak ook de klassepositie en de kijk van degenen die de media in handen hebben.
|
|
Information
|
In de brede zin: de inhoud van alle zinvolle communicatie Specifieker (nog losjes): betrouwbare feiten uit de echte wereld (opinies&reportages) Nog specifieker: gecommuniceerde data die waardoor onderscheid gemaakt in sommige domeien van de realiteit, zodat de ontvanger meer zekerheid krijgt. (eliminatie ofzo)
|
|
Inhoudsanalyse (content analysis)
|
Techniek voor systematische, kwantitatieve en objectieve beschrijving van media-teksten. Nuttig voor output-classificatie, het zoeken van effecten en het maken van vergelijkingen tussen media, over de tijd of als vgl. tussen inhoud en realiteit. Inhoudsanalyse is niet geschikt om onderliggende betekenissen van inhoud te ontdekken, maar kan wel aanwijzingen leveren voor de kwaliteit van media.
|
|
Interactivity
|
Het vermogen voor wederzijdse , twee-richtings communicatie die men kan toewijzen aan een communicatiemedium of relatie. Een wisselwerking laat wederzijdse aanpassing, co-oriëntatie , nauwkeurige controle en grotere efficiency toe in de meeste communicatie relaties en processen. De meest bepalende eigenschap van de nieuwe media is hun hoge wisselwerkingsgraad , die mogelijk is door de verhoogde digitalisatie.
|
|
Internet
|
Het wereldwijde systeem van onderling verbonden netwerken die gebruik maken van de telecommunicatie-infrastructuur die nu een groot aantal types van op computergebaseerde communicatie-uitwisseling ondersteund, waaronder raadpleging van databanken , websites en homepages , conversaties, e-mail , verschillende soorten electronische handel en financiele transacties… Het internet neemt stapsgewijs vele functies van traditionele massamedia over. (bv reclame, nieuws) Toegang tot het internet is nog steeds beperkt door de gerbruikskosten en taalbarrieres , cultuur en computerkennis.
|
|
Intertextuality
|
Dit verwijst naar de tendens van verschillende mediateksten om naar elkaar te verwijzen op verschillende niveaus en over verschillende genres en ook naar het proces waarbij lezers betekenisvolle verbindingen maken over formele grenzen van tekten en genres heen. Deze verbindingen gaan van mediateksten tot materiële consumptievoorwerpen dmv merking en verkooppromotie. Reclame maakt veel doelbewust gebruik van intertekstuele verbindingen. Conversationele teksten van het mediapubliek verlengen de invloed van de originele teksten in het dagelijkse leven en taal.
|
|
Journalistiek (Journalism)
|
Letterlijk: het product of het werk van professionele 'nieuws-mensen'. Als product: informatieve verslagen over recente of huidige gebeurtenissen of dingen waar het publiek zich voor interesseert. In deze zin is journalistiek een ander woord voor nieuws dat up-to-date, relevant, geloofwaardig en interessant probeert te zijn voor een bepaald publiek. Als werkproces: de term heeft gemengde bijklanken, die de onzekerheid van de status van het vak weerspiegelen. Er zijn verschillende stijlen en scholen van journalistiek die zich van elkaar onderscheiden dmv hun doel, publiek en nationale mediacultuur.
|
|
Knowledge gaps (kenniskloven)
|
Deze term is ontwikkeld om de structurele verschillen in informatieniveaus tussen groepen in de samenleving aan te duiden. De originele belofte van de massamedia was dat ze de kloof tussen informatierijken en informatie- armen zouden dichten. Dit heeft veel onderzoekers gestimuleerd om te onderzoeken in hoeverre dit is gebeurd en welke mediatypes gebruik maken van en welke condities geassocieerd worden met zulk effect (of zijn tegengestelde, verbreding van de kloof). Het uiteindelijke resultaat is dat de kranten beter de kloof dichten dan televisie. Huidige verwachtingen houden in dat de nieuwe media de kloof eerder verbreden door hun betere beschikbaarheid voor degene die reeds beter geïnformeed zijn.
|
|
Kritische theorie (critical theory)
|
Algemene term voor de late Marxistische versies over de rol van de massamedia in het onderhouden van een dominante ideologie of hegemonie. (origines meestal in Frankfurt School, maar varianten)
*culturele vormen: associatie met de structurele en betekenis interpretaties van teksten, ontvangstanalyse en ook etnografie. *politiek-economische vormen: associatie met structuren, eigenaars en controle van de media. Vaak wordt de kritische theorie gezien als een alternatief voor empirische, gedrags- of wetenschappelijke benaderingen (in de studie van massamedia) omdat het normatief is, het suggereert een andere en betere maatschappijvorm en mediasysteem. |
|
Life-style
|
Dit idee heeft een lange geschiedenis in het commerciële marktonderzoek en is verwant met theoriën over smaak en familiale afkomst ontwikkeld door Pierre Bourdieu. Het verwijst naar persoonlijke consumptiepatronen en verschillende soorten smaken die algemeen zelf gekozen zijn , maar die ook gedeeld worden met anderen. Deze patronen kunnen relatief onafhankelijk zijn van sociale klasse en materiële omstandigheden ondanks ze waarschijnlijk gevormd worden door een aantal externe factoren, waaronder inkomen, leeftijd, opvoeding, sociaal milieu en visie. Een life-style kan een uitdrukking van individuele identiteit zijn, maar voor de media kan het ook een middel zijn voor het maken en beheren van consumentenmarkten . (Zie ook taste culture)
|
|
Marxisme
|
Een theorie gebaseerd op het werk van Karl Marx, volgens wie menselijke vooruitgang plaatsvindt op basis van conflict tussen verschillende klassen, wiens dominante macht afhangt van het eigendom van productiefactoren (materialen, kapitaal...) De dominante klasse buit de andere klassen uit om hun winst en omzet te maximaliseren. De massamedia zijn hierin relevant in de voorstelling dat de media een ideologisch goed zijn dat kan gebruikt om de positie van de dominante klasse te verdedigen of aan te vallen. In de tijd van Marx en later werden de media beheert en gebruikt in het voordeel van de dominante klasse. Dit is een thema dat nog niet volledig uitgewerkt is.
|
|
Mass (massa)
|
Een heel grote en vormeloze set van individuen die zich gelijk gedragen, onder externe invloed, en door hun would-be manipulatoren gezien worden alsof ze geen aparte identiteit, organisatievorm, kracht, autonomie, integriteit of zelfbepaling hebben. (manier om het mediapubliek te zien) Het wordt gebruikt met dezelfde negatieve connotatie als veel aanleunende uitdrukkingen zoals massagedrag, massamening, massaconsumptie, massacultuur, massagemeenschap... en natuurlijk massacommunicatie op zich.
|
|
Mass Culture (massacultuur)
|
Toen de term in de omloop was (1930-1970), beschreef het de 'cultuur van de massa'. Dit betekende vooral de 'lagere' vormen van entertainment en fictie die de ongeschoolden en 'onculturele' meerderheid aansprak, in tegenstelling tot de 'hogere cultuur' van de meerderheid. De culturele veranderingen en nieuwe percepties van populaire cultuur hebben de betekenis van deze term veranderd en hebben hem grotendeels overbodig en ongewild gemaakt. Toen het gebruik ervan gangbaar was , was het eerder ideologisch dan empirisch geldig , aangezien eigenlijk heel veel mensen deelnamen aan tenminste een paar aspecten van massacultuur.
|
|
Mass society
|
Een vorm van samenleving die theoretisch geïdentificeerd wordt als gedomineerd door een klein aantal wisselwerkende elites die de levensomstandigheden van velen controleren, vaak dmv overtuiging en manipulatie. De term is voor het eerst toegepast op het na-oorlogse amerika door radicale critici (Mills) en door politieke theoretici op Europese gemeenschappen die onder de greep van het fascisme en het communisme vielen. Grootschalige een gecentraliseerde vormen van sociale organisatie zijn typisch, samengaand met gevoelens van anomie en machteloosheid. De massamedia zijn noodzakelijke instrumenten om de massagemeenschap te bekomen en te onderhouden.
|
|
Media ethics ( Media gedragsnormen)
|
Principes van goed gedrag voor mediabeoefenaars, de publieke rol van de media in een gegeven gemeenschap en de individuele eisen in gedachten houden. Het relevant gebruik ervan heeft vooral betrekking op de manier hoe men aan bepaalde informatie komt en over de beslissingen wat en hoe uit te geven, vnl met de mogelijke gevolgen voor betrokkenen in gedachte. Deze gedragsnormen bestaan ook in de niet-informatieve sfeer, maar spelen daar minder de rol ni het beslissingen nemen. Journalist zijn betekent dat je deze gedragsnormen zeker accepteert. (Zie ook media accountability)
|
|
Moral panic (Morele paniek)
|
Deze term werd voor het eerst gebruikt door criminoloog Jock Young om toe te passen op plotselinge uitdrukkingen van vaak irrationele massa ongerustheid en alarm gericht naar de veronderstelde 'criminaliteitsgolven' of andere veronderstelde bewijzen van wanorde en sociale defecten (bv. immigratie, vrije omgang). De media vergroten deze panieken. Ze zijn ook soms zelf voorwerpen van morele paniek, als hun schadelijke effecten plots duidelijk worden . (bv in een golf van criminaliteit, zelfmoorden). Nieuwe media, zoals het internet en computerspelletjes, generen een soort paniek door de veronderstelde (alleged) schade die ze berokkenen aan hun gebruikers.
|
|
Network (netwerk)
|
Elke onderlinge verbonden set van elementen, deze kunnen personen, plaatsen, organisaties, machines... zijn. In communicatie wordt de aandacht gevestigd op de stroom van informatie door de lijnen van het netwerk, met specifieke nadruk op hun draagcapaciteit en interactiviteit, en natuurlijk wie of wat aangesloten is en minder of meer dicht en exclusief. De term 'netwerk gemeenschap' is gevonden door theoretici (Catells, Van Dyke) als een alternatieve manier om de realiteit van de informatie gemeenschap uit te drukken.
|
|
News (Nieuws)
|
De belangrijkste vorm waarin huidige informatie over publieke gebeurtenissen gedragen wordt door de media. Er is een grote verscheidenheid in types en formaten en tussen verschillende culturen, maar de bepalende karakteristieken zijn in de tijdigheid, relevantie en betrouwbaarheid. (Zie ook journalistiek)
|
|
News values (Nieuwswaarden)
|
De criteria die toegepaast worden op journalisten en redacteurs in nieuwsorganisaties die bepalen of men bepaalde items al dan niet in het nieuws gaat opnemen. In commerciële media, is de consensus 'waarde' of het desbetreffende item een potentiel publiek heeft. Maar er zijn nog andere bronnen van waarden, waaronder een oordeel van intrinsieke betekenis of de druk van invloedrijke belangen buiten het publiek.
|
|
Newspaper (Krant)
|
Traditioneel: gedrukte media die op een regelmatige basis verschijnen (meestal minstens 1x /week) en die betrouwbare verslagen bevatten over recente of aan de gang zijnde gebeurtenissen van alg belang en aangeboden voor openbare verkoop. Geassocieerde karakteristieken zijn onafhankelijkheid of doorzichtigheid van eigendom, opmaak, geogragisch beperkte dekking en circulatie. Verschillende varianten zijn opgekomen, zoals gratis kranten (betaald door reclame) en meer recent de electronische krant die on-line wordt aangeboden en geen last heeft van de beperkte tijd en plaats van de traditionele kranten.
|
|
Objectivity (Objectiviteit)
|
Een theoretische term, die wordt toegepast op nieuws , alhoewel het in 'common-sense' termen een aantal kwaliteiten opsomt die zorgen voor vertrouwen en betrouwbaarheid van de kant van het nieuwspubliek. Deze zijn oa: feitelijke juistheid, gebrek aan vertekening, scheiding van feiten en commentaar, doorzichtigheid van de bronnen, geen partij kiezen. De controverse die hieruit voortkomt, stamt vooral voort uit het feit dat volledige objectiviteit onmogelijk is en het is misleidend anders te beweren. Alle nieuws is zogezegd ideologisch en objectiviteit is volgens kritici een andere ideologie. De vereisten van objectiviteit maken het mogelijk voor bronnen om het nieuws te manipuleren en dienen alleen om de vertekening te verbergen, of het nu de bedoeling is of niet.
|
|
Opinion leader
|
Geïntroduceerd door Elihu Katz en Paul Lazarsfeld, bij vroeg onderzoek naar de invloed van massa-media, om de sociale rol te beschrijven van mensen die het denken van andere mensen beïnvloeden in informele sociale relaties. De identificerende karakteristieken variëren volgens onderwerp van de invloed en sociale instelling, maar de betrokken personen zijn meestal beter geïnformeerd, maken meer gebruik van de massa-media en andere bronnen, zijn sociaal (gezellig) en veelal gerespecteerd door degene die zij beïnvloeden. Het falen van het vroege onderzoek naar de effecten van massamedia is deels te wijten aan het variabele en vaak onzichtbare bijdrage van opinieleiders.
|
|
Phonogram (Fonograaf)
|
Geschikte, hoewel niet zeer veel gebruikte, term voor alle vormen van geregistreerde en persoonlijk herspeelde muziek, die oorspronkelijk (bijna) slechts beschikbaar was via de 'grammofoon ' (gramophone), eerder de 'fonograaf' (phonograph), later 'platenspeler' (record-player). Het woord omvat platen, cassettes en discs van alle soorten.
|
|
Postmodernism (Postmodernisme)
|
Een brede, huidige (culturele) theorie die de mening onderschrijft dat de 'leeftijd van ideologie' voorbij is, samen met de 'industriële maatschappij' en zijn massieve vormen van sociale organisatie en controle en toewijding aan rationaliteit. In plaats daarvan leven wij in een gebied van ongestructureerde diversiteit, onzekerheid, tegenspraak, open creativiteit en individuele vrijheid van opgelegde regels en sociale beperking. Het is modieus om de overvloedige groei van massamedia als de essentie van de populaire postmoderne cultuur te zien. Noch de materiële voorwaarden van de eigentijdse maatschappij, noch de vormen van organisatie van massamedia tonen duidelijke tekens van postmodernisme. Net zoals de vroegere kritische culturele theorie, kan postmodernistisch denken uiteenlopende optimistische én pessimistische vooruitzichten ondersteunen.
|
|
Propaganda
|
Het proces en product van weloverwogen pogingen om collectief edrag en advies te beïnvloeden door het systematische en éénzijdige gebruik van vele communicatiemiddelen. De propaganda wordt gedragen door de belangen van de bron of de afzender, niet van de ontvanger. Het is bijna zeker dat de informatie in bepaalde opzichten misleidend of niet helemaal waar is. De informatie kan zelfs volledig onwaar of verkeerde ('oninformatie') zijn. Het kan ook psychologisch agressief en vervormd zijn in de representatie van de werkelijkheid. Haar doeltreffendheid is veranderlijk en eerder afhankelijk van de context en de aard van het doelpubliek dan van de kenmerken van het bericht. (Zie ook adverteren en campagne)
|
|
Public (Publiek)
|
Als zelfstandig naamwoord verwijst het naar de algemene verzameling van vrije burgers van een bepaalde maatschappij of een kleinere geografische ruimte. Haar connotaties worden sterk beïnvloed door de democratische theorie, aangezien de vrijheid en de gelijkheid (van rechten) over het algemeen enkel in een democratie beschikbaar zijn. De leden van een echt publiek in een democratie zijn vrij te associëren, te converseren, te organiseren en zich uit te drukken over alle onderwerpen en de overheid is uiteindelijk verantwoordelijk voor de wil van het 'publiek als geheel' en dit volgens goedgekeurde procedures. Dit grote begrip van wat het publiek vormt is één reden waarom de openbare communicatie een bepaalde mate van bescherming en eerbied vedient in een democratie. (Zie ook publieke opinie, openbaar belang, openbaar gebied)
|
|
Public interest (algemeen belang)
|
Drukt de idee uit dat de verwachtingen van, en de eisen tegen, de massamedia, op gronden van het brede en lange termijn 'goed van de maatschappij', wettig kunnen worden uitgedrukt en tot beperkingen op de structuur of de activiteit van media kunnen leiden. De inhoud van wat 'in het openbare belang' is neemt diverse vormen aan. De meest minimale interpretatie is dat de media aan de behoeften van hun publiek moeten voldoen, maar de ethische ideologische, politieke en wettelijke overwegingen kunnen ook tot veel sterkere definities leiden. De uitdrukking van openbaar belang vindt ook plaats op verschillende manieren, met inbegrip van de publieke opinie, politici, critici en vele belangengroepen die door openbare communicatie worden beïnvloed. (Zie ook media accountability)
|
|
Public opinion (publieke opinie)
|
De collectieve meningen van een significant deel van eender welk publiek (zoals boven beschreven). Dit deel is soms een numerieke meerderheid, gemeten door opiniepeilingen, maar dit overdrijft de capaciteit van de meetinstrumenten sterk en mist het essentiële punt dat een mening altijd verschillend, dynamisch en veranderlijk in sterkte is. Historisch gezien en in bepaalde contexten kan de publieke opinie worden genomen om naar 'geïnformeerd advies' (informed opinion) of de algemene mening van de meer opgeleide en bewuste leden van de maatschappij te verwijzen. Waarschijnlijk zal geen enkele verklaring betreffende de publieke opinie ondubbelzinnig of buiten discussie zijn zonder één of andere duidelijke definitie. (Zie spiraal van stilte.)
|
|
Public sphere (openbare ruimte)
|
De conceptuele ruimte die in de maatschappij buiten de directe cirkel van het privé leven en de muren van gesloten instellingen en organisaties die hun eigen (alhoewel soms publieke) doelstellingen nastreven bestaat. In deze ruimte bestaat de mogelijkheid voor openbare verenigingen en debatten die leiden tot de vorming van de publieke opinie en politieke bewegingen en partijen die privébelangen kunnen vertegenwoordigen. De media zijn nu waarschijnlijk de belangrijkste instellingen in het openbare gebied en de 'kwaliteit' hiervan zal afhangen van de kwaliteit van de media. In het extreme zijn bepaalde structurele tendensen van media, met inbegrip van concentratie, introductie op de mark en globalisering, schadelijk voor het openbare gebied.
|
|
Publiek, toehoorders (audience)
|
Iedereen die effectief bereikt wordt door bepaalde media-inhoud of media-kanalen. Het publiek kan ook bestaan als een ingebeeld 'doel' of doelgroep van ontvangers. Het kan samenvallen met een echte sociale groep of publiek(public). Toehoorders kunnen gedefiniëerd worden a.d.h.v. relevante media en inhoud of sociale samenstelling, plaats en tijd van de dag. Media-toehoorders zijn losse entiteiten en zijn mogelijk slechts bekend als 'ratings' (classificaties, kijkcijfers), met een gekende kans op herhaling. (=media-benadering) Publiek kan echter ook benaderd worden als collectieve sociaal culturele identiteit. (=alternatieve benadering)
|
|
Reclame (advertising)
|
Betaalpubliciteit voor goederen of diensten in de media, gericht aan de consumenten. Verschillende doelstellingen: voorlichting, merkbeelden maken, positieve associaties vormen, consumenten aanmoedigen… Er bestaan verschillende categorieën van reclame, gelinkt aan verschillende media-vormen. Voor sommige belangrijke media is reclame de grootste bron van inkomsten.
Paradox: reclame is niet gewild door de ontvangers; het heeft een propaganda-karakter en wordt verdacht van teleurstelling en manipultatie; het heeft een vervormend effect op de relatie tussen media en publiek; de inhoud is stereotiep en misleidend. De algemene effectiviteit van reclame is bekend en geaccepteerd, maar bepaalde successen zijn ver te zoeken. Reclame is ingebed in een enorme industrie van marktonderzoek, public relations en marketing. |
|
Rumour (Gerucht)
|
Communicatie die voornamelijk plaatsvindt via het gesproken woord bij gebrek aan betrouwbare of volledige informatie over belangrijke gebeurtenissen voor de betrokkenen. De massamedia kunnen geruchten (bv. vroege rapportering van een ramp) voeden of geruchten vervangen. Geruchten worden ontwikkelt waar de massamedia ontoereikend of onbetrouwbaar zijn (zoals in totalitaire maatschappijen of in de oorlogsomstandigheden). Netwerken van persoonlijke relaties vergemakkelijken geruchtvorming, maar onder extreme omstandigheden zijn ze niet noodzakelijk.
|
|
Semiology (Semiologie)
|
De wetenschap van 'tekensystemen' of 'tekenbetekenis'. Oorspronkelijk gebaseerd op de studie van algemene taalkunde van Ferdinand de Saussure. Het werd ontwikkeld tot een methode voor de systematische analyse en de interpretatie van alle symbolische teksten. De systemen van tekens worden georganiseerd binnen grotere culturele en ideologische systemen die uiteindelijk de betekenis bepalen. Een zeer belangrijk element in de semiologie is de idee dat om het even welk (zinvol) teken (om het even welke soort) een conceptueel element heeft dat zowel de betekenis als een fysieke manifestatie draagt (woord, beeld, enz.).
|
|
Sensationalism (Sensatiezucht)
|
Op één niveau een dagelijks woord voor alle aspecten van de media-inhoud die waarschijnlijk de aandacht zullen trekken of emoties zullen doen opwakkeren. In deze betekenis is het verwant met commercialisatie en roddelpers (commercialization en tabloidization) Het wordt oo, soms gebruikt als een concept in de inhoudsanalyse, het fungeert dan als indicator voor het meten van de graad van sensatiezucht. Dit doet men uit zorg voor de inconsistentie tussen sensationele en objectieve nieuwsrapportering.
|
|
Socialization (Socialisatie)
|
Het algemene proces van sociale vorming van jongeren onder de invloed van zogenaamde agentschappen van socialisatie - traditioneel de familie, buurtschool, godsdienst en nu massamedia.
|
|
Spin doctor
|
Eigentijdse uitdrukking om naar al diegenen te verwijzen die als job hebben de openbare presentatie van informatie of ideeën zo beheren en bewerken (vooral namens politici) dat ze er maximum-voordeel uit kunnen halen. Hun werk resulteert in de manipulatie van nieuws en is verwant met public relations en propaganda. De term 'flak' wordt in dit verband ook wel gebruikt. De rol van spin doctor is enorm versterkt in een tijd van politieke marketing en professioneel beheer van campagnes. Deze prominentheid weerspiegelt ook de voorkeur die de media zelf hebben om eerder strategische politieke verslagen te brengen dan wezenlijke, onafhankelijke.
|
|
Tabloidization
|
Een term die werd afgeleid van het gewone tabloid-format voor sensationele (roddel en schandaal) kranten, om te verwijzen naar het beweerde proces van 'verdomming' (dumbing down) of goedkoper maken (down-market) van de ernstigere pers in vele landen. De belangrijkste geloofde oorzaak is commercialisatie en de intense concurrentie voor lezers. Het proces heeft ook televisienieuws en actualiteitsformats in het algemeen beïnvloed (vooral VS) en veroorzaakte alarm bij de daling van journalistieke normen, stijging van openbare onwetendheid en risico van verwarring tussen fictie en werkelijkheid.
|
|
Toegang (access)
|
In een communicatieproces of -systeem:
- de mogelijkheid van een zender om gekozen toehoorders (audience) te bereiken - de mogelijkheid van toehoorders (audience) om bepaalde boodschappen of kanalen te ontvangen. In de praktijk betreft het vnl de graad van openheid van media-kanalen. |
|
Kernwoord (van een alinea)
|
het belangrijkste woord van de alinea. Het wordt vaak gebruikt.
|
|
Leesdoel
|
Je kunt een tekst lezen met verschillende doelen.
Antwoord krijgen op een korte vraag; de belangrijkste informatie weten; alles precies weten. |
|
Leesstrategie
|
Bij elk leesdoel hoort een bepaalde manier van lezen van de tekst. Een manier van lezen wordt ook wel een leesstrategie genoemd.
De leesstrategie die wordt gehanteerd is afhankelijk van het leesdoel. Als je een antwoord wilt hebben op een korte vraag dan kies je de leesstrategie Zoeken. Als je de belangrijkste informatie uit de tekst wilt halen dan kies je de leesstrategie Doorlezen. Als je alles wat in de tekst staat precies wilt weten dan kies je de leesstrategie Grondig lezen. |
|
alinea bekijken
|
Een alinea bekijken betekent: niet de hele alinea lezen, maar slechts
de eerste zin van de alinea; woorden die vaak gebruikt worden. Kernwoord van een alinea. |
|
alinea
|
Een alinea is een deel van een tekst. Wat in een alinea wordt besproken heeft met de hoofdzaak van de tekst te maken. De schrijver wil in een alinea iets nieuws aan de orde stellen. Een alinea is op de volgende manieren te herkennen:
Een alinea begint op een nieuwe regel; Een alinea begint op een nieuwe regel en het eerste woord spring iets in; Tussen alinea's staat een regel wit. |
|
hoofdzaak (van een tekst)
|
Hoofdzaak van een tekst is de belangrijkste informatie die in de tekst te vinden is. Een schrijver kan de hoofdzaak aangeven door:
de hoofdzaak in de titel te noemen; de hoofdzaak in tussenkopjes te noemen; met de hoofdzaak te beginnen (eerste alinea); met de hoofdzaak te eindigen (laatste alinea). |
|
kernzin (van een alinea)
|
In een kernzin zet de schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak. De andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen. Een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea. Soms is er geen duidelijke kernzin. Die moet dan zelf gemaakt worden door een zin te maken met het kernwoord.
|
|
Agga
|
[slang] Den Haag
|
|
Alli
|
[slang] Almere
|
|
Anti
|
[slang] Antilliaan
|
|
B-Boys
|
[slang] toffe jongens
|
|
BEMPI
|
[slang] bempie; Black Male Wagon; Blaka Man Wakka = BMW
|
|
Balanda
|
[slang] Nederland
|
|
Beveri
|
[slang] Beverwaard
|
|
Bigi
|
[slang] hooggeplaatst persoon
|
|
Black Male Wagon
|
[slang] bempie; Black Male Wagon; Blaka Man Wakka = BMW
|
|
Blaka Man Wakka
|
[slang] bempie; Black Male Wagon; Blaka Man Wakka = BMW
|
|
Botta
|
[slang] Bottachelli
|
|
Centje
|
[slang] CS (Rotterdam)
|
|
Drie Eggs
|
[slang] Eibergen
|
|
Eindscko
|
[slang] Eindhoven
|
|
JL
|
[slang] jonkoeland
|
|
Killburg
|
[slang] Killburg; Tikoe = Tilburg
|
|
Koelie
|
[slang] Koelie; Sranangman; Su = Surinamer
|
|
Masterdam
|
[slang] damsko; Masterdam; Tripple X = Amsterdam
|
|
Outka
|
[slang] Utrecht
|
|
Pigs
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
Pino
|
[slang] aboob ya; balhaar; droulou; flares; koekwaus; Pino; sjakkie; zwerver = sukkel
|
|
Porfotto
|
[slang] Porfotto; Rocca; Rof@-city; Roffadam; Roto; Tha dockz = Rotterdam
|
|
Rocca
|
[slang] Porfotto; Rocca; Rof@-city; Roffadam; Roto; Tha dockz = Rotterdam
|
|
Rof@-city
|
[slang] Porfotto; Rocca; Rof@-city; Roffadam; Roto; Tha dockz = Rotterdam
|
|
Roffa
|
[slang] porfoto; Rocca; Roffa; Tha dockz = Rotterdam
|
|
Roffadam
|
[slang] Porfotto; Rocca; Rof@-city; Roffadam; Roto; Tha dockz = Rotterdam
|
|
Roto
|
[slang] Porfotto; Rocca; Rof@-city; Roffadam; Roto; Tha dockz = Rotterdam
|
|
Saen-Boogie Dam
|
[slang] Zaandam
|
|
Sjakie
|
[slang] aboob ya; balhaar; droulou; koekwaus; Pino; Sjakie = sukkel
|
|
Skiffy
|
[slang] Scheveningen
|
|
Soetka
|
[slang] Soetka; Sweetlake = Zoetermeer
|
|
Spiekerie
|
[slang] Spijkennisse
|
|
Sranang
|
[slang] Sranang; Su = Suriname
|
|
Sranangman
|
[slang] Koelie; Sranangman; Su = Surinamer
|
|
Su
|
[slang] Koelie; Sranangman; Su = Surinamer
|
|
Sweetlake
|
[slang] Soetka; Sweetlake = Zoetermeer
|
|
Tha dockz
|
[slang] Porfotto; Rocca; Rof@-city; Roffadam; Roto; Tha dockz = Rotterdam
|
|
Tikoe
|
[slang] Killburg; Tikoe = Tilburg
|
|
Tjoemalie
|
[slang] Somaliër
|
|
Torkoe
|
[slang] Turk
|
|
Tripple X
|
[slang] damsko; Masterdam; Tripple X = Amsterdam
|
|
Upper K
|
[slang] Bovenkarspel
|
|
Vlizzzzzville
|
[slang] Vlissingen
|
|
XT-er
|
[slang] motoragent
|
|
a batterij zwak
|
[slang] geen kracht meer
|
|
a bub ya
|
[slang] houd je bek
|
|
a jump
|
[slang] vechtpartij
|
|
a mang echt
|
[slang] hij is goed
|
|
a mos
|
[slang] he gozer
|
|
a sma spang
|
[slang] ze is lekker
|
|
a16
|
[slang] drukbezette hoer
|
|
aaaaaaight
|
[slang] aaaaaaight; yo man = oke dan
|
|
aaaaaight
|
[slang] aaaaaight; yo man = oke dan
|
|
aaloe
|
[slang] wat denk je??
|
|
aaybaya
|
[slang] zuchten
|
|
ab
|
[slang] ab; brada = vriend; broer
|
|
abakpoen
|
[slang] achterlangs neuken
|
|
aboeng
|
[slang] aboeng; banisch; baniz; beest; boega; bon; dobro; safin; scoobes = goed
|
|
aboob ya
|
[slang] aboob ya; balhaar; droulou; flares; koekwaus; Pino; sjakkie; zwerver = sukkel
|
|
adham
|
[slang] adham; player = playboy; klootzak
|
|
adjaip, len
|
[slang] 'te gek, jongen'
|
|
affoe
|
[slang] de helft;een deel;het laatste trekje
|
|
afoe
|
[slang] half peukie;helft
|
|
aftjappen
|
[slang] afhouden
|
|
agoman
|
[slang] agoman; fagget; maricon; mietje; ollo; zemmer; zenel = homo
|
|
agou
|
[slang] beest
|
|
aight
|
[slang] oke / goed
|
|
aij
|
[slang] ja
|
|
aks
|
[slang] vraag
|
|
aku cinta kue
|
[slang] aku cinta kue; laf ya; luv ya; mi lob you = ik hou van je
|
|
alles chil
|
[slang] alles chil; baig = alles goed
|
|
aman
|
[slang] begin nou niet opnieuw
|
|
amang echt
|
[slang] hij is goed
|
|
ankeren
|
[slang] neuken;vrijen
|
|
anoe
|
[slang] hand
|
|
anoesaj
|
[slang] oh nee he
|
|
anyway
|
[slang] dus
|
|
apia
|
[slang] apia; loezoe = naar huis gaan; weggaan
|
|
appa
|
[slang] te stoned
|
|
asahbi
|
[slang] asahbi; gardasj; kammerad; koullo; mattie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko; zahbie = vriend
|
|
asie
|
[slang] hasj
|
|
b boy
|
[slang] breakdancer
|
|
b-boy
|
[slang] breakdancer
|
|
ba ciao
|
[slang] ba ciao; challa; houdoe; laters; mazzeltof; one; texel; thalla; wo box = tot ziens
|
|
baad
|
[slang] baad; boeng; inter; jiggy; siki; skraffa = tof
|
|
baanty
|
[slang] baanty; wappi = stoned; high
|
|
baap
|
[slang] baap; blunt; jonkoe; ketser; pit; toektoek = joint
|
|
babusu
|
[slang] babusu; dampoe = stank
|
|
baggerz
|
[slang] onwijs gaaf
|
|
bahamamama
|
[slang] bahamamama; morajka = lekkere meid
|
|
baig
|
[slang] alles chil; baig = alles goed
|
|
bajes
|
[slang] bajes; da pen = gevangenis
|
|
bakaptaka
|
[slang] op z'n hondjes
|
|
bakaptoe
|
[slang] op zijn hondjes
|
|
baken
|
[slang] rotzooi / shitzooi
|
|
bakkeluloe
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; herb; method; motta; p2; pita; shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
bakoe
|
[slang] 50 euro
|
|
bakra
|
[slang] bakra; belanda; tatta = nederlander; kaaskop
|
|
bakroe
|
[slang] kwade geest
|
|
baksen
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
balhaar
|
[slang] aboob ya; balhaar; droulou; flares; koekwaus; Pino; sjakkie; zwerver = sukkel
|
|
balizie
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
ballen
|
[slang] 26g; ballen; choppen; dyken; klari; prikken; skatten; skete = neuken
|
|
balu
|
[slang] balu; kassis; kaulo; panne; shizzle = shit
|
|
bana
|
[slang] bana; toli = penis
|
|
banamba
|
[slang] een dans
|
|
bananas
|
[slang] hype shit
|
|
banditos
|
[slang] de lul
|
|
banga
|
[slang] banga; hootchie; kahba; mocho; puta; skettel = hoer
|
|
bangsa
|
[slang] volk
|
|
banisch
|
[slang] aboeng; banisch; baniz; beest; boega; bon; dobro; safin; scoobes = goed
|
|
baniz
|
[slang] aboeng; banisch; baniz; beest; boega; bon; dobro; safin; scoobes = goed
|
|
bankoe
|
[slang] 50 gulden
|
|
barkie
|
[slang] 100 gulden
|
|
batas
|
[slang] batas; prada's; schoetas; shoeba's; shuris; spatu; stompers = schoenen
|
|
batchie
|
[slang] batchie; chick; meti; mitti; oema; poekoe; sma; tanga = meisje
|
|
batten
|
[slang] batten; klappen; pukul; stoeken; thopen = slaan
|
|
bazz
|
[slang] shit/geschokt
|
|
be born
|
[slang] be born; sowoh = doe normaal
|
|
beatrix
|
[slang] beatrix; gila; goeloe; guila = gulden
|
|
beckenbauer
|
[slang] iemand met een opvallend brede mond
|
|
bedaki
|
[slang] bedaki; dotie; hard = vies
|
|
beef
|
[slang] ruzie, probleem
|
|
beel
|
[slang] eruit gaan
|
|
beemer
|
[slang] bempie; Black Male Wagon; Blaka Man Wakka = BMW
|
|
beest
|
[slang] aboeng; banisch; baniz; beest; boega; bon; dobro; safin; scoobes = goed
|
|
belanda
|
[slang] bakra; belanda; tatta = nederlander; kaaskop
|
|
bempie
|
[slang] bempie; Black Male Wagon; Blaka Man Wakka = BMW
|
|
benoekoe
|
[slang] beneden
|
|
benzi
|
[slang] pooierwagen
|
|
benzibox
|
[slang] benzibox; tingi = autoradio
|
|
beren
|
[slang] beren; blemmen; snitchen = verraden
|
|
beslema
|
[slang] beslema; texel = mazzel
|
|
biatch
|
[slang] hoer;kutwijf
|
|
bibi binzi
|
[slang] mercedes
|
|
bieri nakken
|
[slang] bier drinken
|
|
bierie
|
[slang] bier
|
|
biggie
|
[slang] dik
|
|
bigi anu
|
[slang] big man, the big shot, grote meneer
|
|
bigi biniz
|
[slang] Mercedes
|
|
bigi fasi
|
[slang] bigi fasi; kappie = kapsones
|
|
bika
|
[slang] fiets
|
|
bile
|
[slang] bile; wackalou = ik zweer het
|
|
billenmati
|
[slang] beste vriend
|
|
billenmattie
|
[slang] beste vriend
|
|
billig
|
[slang] kut;slecht;dom;fout
|
|
bimre
|
[slang] Bijlmer
|
|
bin kas
|
[slang] bin kas; ke ruma; osso cee = naar huis
|
|
bitch
|
[slang] kreng
|
|
bla
|
[slang] bla; flautje = onzin
|
|
blackatoly
|
[slang] waterpistool
|
|
blakkaman
|
[slang] zwarte
|
|
blaster
|
[slang] geweer
|
|
blazen
|
[slang] joint roken
|
|
blemmen
|
[slang] beren; blemmen; snitchen = verraden
|
|
bling bin
|
[slang] bling bin; ice = juwelen
|
|
blood
|
[slang] blood; gierig; krasi = geil
|
|
blood
|
[slang] homie
|
|
blunt
|
[slang] blunt; bob; ketser; pit; soekkoe; toektoek = joint
|
|
bo slecta
|
[slang] goeie plaat
|
|
bo ta lekka
|
[slang] jij bent lekker
|
|
boaz
|
[slang] boaz; flokke; goud; gravy; loent; masterlijk; styl; tev = cool
|
|
boaz
|
[slang] boaz; flokke; goud; gravy; loent; masterlijk; styl; tev; wreed = cool
|
|
bobs
|
[slang] borsten
|
|
boega
|
[slang] aboeng; banisch; baniz; beest; boega; bon; dobro; safin; scoobes = goed
|
|
boegoe
|
[slang] een gek
|
|
boeken
|
[slang] boeken; booken = rijden
|
|
boelen
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
boeler
|
[slang] boeler; ibne = flikker; klootzak
|
|
boeroe
|
[slang] dorpeling
|
|
boieeee
|
[slang] maakt niet uit
|
|
boieeeee
|
[slang] maakt niet uit
|
|
bok
|
[slang] afgang
|
|
bokken
|
[slang] voor schut zetten
|
|
boks
|
[slang] hand geven
|
|
bomme
|
[slang] schuren
|
|
bon
|
[slang] aboeng; banisch; baniz; beest; boega; bon; dobro; safin; scoobes = goed
|
|
bond
|
[slang] goed;leuk;mooi
|
|
boneles
|
[slang] zonder botten;een slap iemand
|
|
bonen
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
bong
|
[slang] goed;flex
|
|
bonken
|
[slang] neuken;gooien
|
|
boobs
|
[slang] borsten
|
|
booka
|
[slang] respect
|
|
booken
|
[slang] boeken; booken = rijden
|
|
boos
|
[slang] masterlijk
|
|
bosjes
|
[slang] uitgeluld
|
|
bossen
|
[slang] batten; bossen; pukul; stoeken = slaan
|
|
bossi
|
[slang] bossi; etsen = zoenen
|
|
boudit
|
[slang] master
|
|
bout it
|
[slang] stoer doen
|
|
brada
|
[slang] ab; brada = vriend; broer
|
|
bradaz
|
[slang] broers
|
|
brainwash
|
[slang] brainwash; panoos; para; scaffa; tollo; waka = gek
|
|
brasa
|
[slang] omhelzen, knuffelen
|
|
bread
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
brentje
|
[slang] brand new, gloednieuw
|
|
breti
|
[slang] blij
|
|
broeia
|
[slang] in de war
|
|
brogie
|
[slang] een diss, voor schut staan
|
|
brokken
|
[slang] iemand standje geven
|
|
broko
|
[slang] broko; skeer = blut
|
|
bruin
|
[slang] heroïne
|
|
bruut
|
[slang] wreed
|
|
bruya
|
[slang] bruya; gruwelijk = moeilijk
|
|
bull
|
[slang] onzin;slaat nergens op
|
|
bumpers
|
[slang] lekkere borsten
|
|
bung sannetje
|
[slang] chil;relaxed
|
|
ca
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
cactus
|
[slang] iemand met een opvallende kaak
|
|
cala boca
|
[slang] cala boca; saja luku = hou je bek
|
|
capish
|
[slang] begrepen
|
|
cashflow
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
cats
|
[slang] andere gasten
|
|
cella
|
[slang] cella; celli; celluler = mobiele telefoon
|
|
celli
|
[slang] cella; celli; celluler = mobiele telefoon
|
|
celluler
|
[slang] cella; celli; celluler = mobiele telefoon
|
|
chadding
|
[slang] grappig
|
|
chaiba
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; herb; method; motta; p2; pita; shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
chala
|
[slang] chala; chima = lekkere dame
|
|
challa
|
[slang] ba ciao; challa; houdoe; laters; mazzeltof; one; texel; thalla; wo box = tot ziens
|
|
chan chan
|
[slang] billen
|
|
chappie
|
[slang] japanner;chinees;spleetoog
|
|
checken
|
[slang] bekijken
|
|
checko
|
[slang] kijk
|
|
cheez
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
chick
|
[slang] batchie; chick; meti; mitti; oema; poekoe; sma; tanga = meisje
|
|
chickie
|
[slang] lekker ding;vriendin
|
|
chiemeid
|
[slang] meisje;vriendin
|
|
chikie
|
[slang] lekker ding
|
|
chil
|
[slang] doe rustig
|
|
chillen
|
[slang] genieten;relaxen
|
|
chiloh
|
[slang] gestoorde
|
|
chima
|
[slang] chala; chima = lekkere dame
|
|
chimeid
|
[slang] vriendin
|
|
chinchawa
|
[slang] kwartje
|
|
choken
|
[slang] choken; puff puff pass; sucky sucky; temmen = blowen
|
|
choppen
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
chronic
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; herb; method; motta; p2; pita; shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
chrosies
|
[slang] kleren
|
|
ckotto
|
[slang] gevouwen jurk
|
|
click
|
[slang] gang
|
|
coca
|
[slang] coca; sossa = cocaïne
|
|
come again
|
[slang] herhaling
|
|
commadant
|
[slang] agent
|
|
como esta
|
[slang] como esta; fawaka (afk. favi); foewaka; how's life; kaise; sup; tapimofo; vawaka = hoe gaat het?
|
|
condoekoe
|
[slang] condoekoe; dokka = conducteur
|
|
conjo
|
[slang] conjo; doos; poenta; poese = kut
|
|
constantin
|
[slang] constantin; ebbe = dom
|
|
conta
|
[slang] hoe gaat ie?
|
|
contabai
|
[slang] como esta; conta; contabai; how's life; kaise; tapimofo; word up; zaisa = hoe gaat het?
|
|
coolie
|
[slang] het is cool
|
|
craza de vraza
|
[slang] gekke vriend
|
|
creepie
|
[slang] lelijk meisje
|
|
crib
|
[slang] crib; ma crib; ossel; osso = huis
|
|
crime
|
[slang] cool,gaaf
|
|
croque
|
[slang] ribbeloren
|
|
cross culture
|
[slang] gemengde cultuur
|
|
curva
|
[slang] curva; tchumai = mooi meisje
|
|
cutty ranks
|
[slang] cutty ranks; gratie; splitten = wegwezen
|
|
cuty
|
[slang] lekkertje
|
|
da bom
|
[slang] ben je nog maagd
|
|
da bomb
|
[slang] het einde
|
|
da don
|
[slang] ik ben rijk
|
|
da land
|
[slang] high worden
|
|
da pen
|
[slang] bajes; da pen = gevangenis
|
|
dagou
|
[slang] dagou; dahoe; kuta = hond
|
|
dahoe
|
[slang] dagou; dahoe; kuta = hond
|
|
daina
|
[slang] daina; digie; erg; lauw; ziek = goed; mooi
|
|
dalijk
|
[slang] straks
|
|
damn
|
[slang] fucked up
|
|
dampoe
|
[slang] babusu; dampoe = stank
|
|
damsko
|
[slang] damsko; Masterdam; Tripple X = Amsterdam
|
|
dang
|
[slang] dang; straati = straat
|
|
das
|
[slang] das; dazzzzz; pia; ploesa; spat = weg
|
|
dawet
|
[slang] dawet; dringi; ledder = drinken
|
|
dawg
|
[slang] maatje;buddy
|
|
dazzzz
|
[slang] das; dazzzz; pia; ploesa = weg
|
|
dazzzzz
|
[slang] das; dazzzzz; pia; ploesa; spat = weg
|
|
dede
|
[slang] dood;saai
|
|
deisje
|
[slang] rustig aan
|
|
derie
|
[slang] derie; fucked-up; kaka; kassis; moeilijk; nep; vaag; weck; wiesje = slecht
|
|
deuzel
|
[slang] dwaas
|
|
diddih
|
[slang] diddih; scrap; six feet = dood
|
|
die kill wandelt
|
[slang] die kil is lekker
|
|
dieken
|
[slang] neuken;bemoeien
|
|
digie
|
[slang] daina; digie; erg; lauw; ziek = goed; mooi
|
|
dil
|
[slang] dil; leipe frea = idioot
|
|
dissen
|
[slang] iemand in de maling nemen;voor lul zetten, playen
|
|
djaffen
|
[slang] opscheppen
|
|
djoeka
|
[slang] djoeka; habou; joeka; joram; monjet; mono = aap
|
|
djonko
|
[slang] joint;slaperig
|
|
do
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
dobro
|
[slang] aboeng; banisch; baniz; beest; boega; bon; dobro; safin; scoobes = goed
|
|
doedoe
|
[slang] mama
|
|
doekash
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
doekoe
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
doekoeloos
|
[slang] geen geld
|
|
doezoe
|
[slang] duizend euro
|
|
doh
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
dokka
|
[slang] condoekoe; dokka = conducteur
|
|
dokken
|
[slang] neergaan
|
|
dongel
|
[slang] dongel; sjikiman = stom
|
|
donni
|
[slang] 10 gulden
|
|
donnie
|
[slang] 10 gulden
|
|
doos
|
[slang] conjo; doos; poenta; poese = kut
|
|
dope
|
[slang] cool;te gek
|
|
dopo
|
[slang] dopo; flex; master; spits; spitta; tranga = goed; leuk; relaxt
|
|
dotie
|
[slang] bedaki; dotie; hard = vies
|
|
dr af
|
[slang] ophouden
|
|
draries
|
[slang] draries; kills = jongens
|
|
drie jaargarantiehaar
|
[slang] nepvlechten
|
|
dringi
|
[slang] dawet; dringi; ledder = drinken
|
|
droengoe
|
[slang] droengoe; panja = dronken
|
|
droge joke
|
[slang] grap waar geen lol aan is
|
|
droog
|
[slang] droog; fake; porie = nep
|
|
droulou
|
[slang] aboob ya; balhaar; droulou; flares; koekwaus; Pino; sjakkie; zwerver = sukkel
|
|
duh
|
[slang] natuurlijk
|
|
duidelijk
|
[slang] geen twijfel
|
|
dummi
|
[slang] gekkie
|
|
dunn
|
[slang] maat
|
|
dushi
|
[slang] dushi; goedoe; skaatje; zina = schatje
|
|
duuh
|
[slang] oud nieuws
|
|
dyken
|
[slang] 26g; ballen; choppen; dyken; klari; prikken; skatten; skete = neuken
|
|
dyna
|
[slang] dyna; on te bont; onyx; stala; the bomb = te gek
|
|
dzjie
|
[slang] inderdaad;wat krijgen we nu
|
|
ebbe
|
[slang] constantin; ebbe = dom
|
|
ebhoofd
|
[slang] groot hoofd
|
|
ebonics
|
[slang] slang
|
|
erg
|
[slang] daina; digie; erg; lauw; ziek = goed; mooi
|
|
erug
|
[slang] erug; phat = vet, cool
|
|
etsen
|
[slang] bossi; etsen = zoenen
|
|
ewa safi
|
[slang] klaar genoeg
|
|
ewa
|
[slang] hey
|
|
fa2
|
[slang] fa2; joke = grapje
|
|
faffie
|
[slang] hallo, hoe gaat het?
|
|
fagget
|
[slang] agoman; fagget; maricon; mietje; ollo; zemmer; zenel = homo
|
|
faja
|
[slang] erg;vies;betrapt;vervelend;vuur
|
|
fake
|
[slang] droog; fake; porie = nep
|
|
famiri
|
[slang] gezin
|
|
fassen
|
[slang] aanraken
|
|
fatoe
|
[slang] onzin, plezier
|
|
fattoe
|
[slang] fattoe; joke = grap
|
|
fawaka (afk. favi)
|
[slang] como esta; fawaka (afk. favi); foewaka; how's life; kaise; sup; tapimofo; vawaka = hoe gaat het?
|
|
fawaka
|
[slang] hallo/ Hoe gaat het?
|
|
faya
|
[slang] faya; scandi = erg
|
|
fesa
|
[slang] feest
|
|
ff
|
[slang] even
|
|
fies
|
[slang] wreed
|
|
fisa
|
[slang] feest
|
|
fissie
|
[slang] fissie; grill = gezicht
|
|
fittie
|
[slang] fittie; stroggel = ruzie
|
|
fitty
|
[slang] fitty; vittie = vechten
|
|
fity
|
[slang] gevecht
|
|
flaka a tori
|
[slang] iets in de gaten houden
|
|
flares
|
[slang] aboob ya; balhaar; droulou; flares; koekwaus; Pino; sjakkie; zwerver = sukkel
|
|
flashen
|
[slang] iemand in de maling nemen, iemand neppen
|
|
flautje
|
[slang] bla; flautje = onzin
|
|
flecher
|
[slang] oplichter
|
|
flex
|
[slang] dopo; flex; master; spits; spitta; tranga = goed; leuk; relaxt
|
|
flikken
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
flippen
|
[slang] flippen; flipperen = balen
|
|
flipperen
|
[slang] flippen; flipperen = balen
|
|
flippin
|
[slang] fockin
|
|
floes
|
[slang] bread; ca; cheez; do; doh; floes; franco++++; lakoenza; scrilla; uang = geld
|
|
flokke
|
[slang] boaz; flokke; goud; gravy; loent; masterlijk; styl; tev; wreed = cool
|
|
flokker op
|
[slang] flokker op; giet lan = donder op
|
|
flowa
|
[slang] flowa; oplossen; pikaan; tjala = weggaan
|
|
flowen
|
[slang] flowen; tokkelen = iemand versieren
|
|
flus
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
fly
|
[slang] doop, cool, knap, te gek
|
|
flygirls
|
[slang] knappe meiden
|
|
fo sho
|
[slang] fo sho; for real = echt waar
|
|
fock it
|
[slang] verdomme
|
|
foeroe
|
[slang] foeroe; on te bont = lauw
|
|
foewaka
|
[slang] como esta; fawaka (afk. favi); foewaka; how's life; kaise; sup; tapimofo; vawaka = hoe gaat het?
|
|
fok op
|
[slang] vervelend
|
|
fon(n)a
|
[slang] telefoon
|
|
fonna
|
[slang] telefoon
|
|
for real
|
[slang] fo sho; for real = echt waar
|
|
foroe
|
[slang] lauw
|
|
fotto
|
[slang] stad
|
|
franco++++
|
[slang] bread; ca; cheez; do; doh; floes; franco++++; lakoenza; scrilla; uang = geld
|
|
franco
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
freak
|
[slang] freak; macfees = mafkees
|
|
freaken
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
freeze
|
[slang] blijf staan
|
|
fromoe
|
[slang] schiet op
|
|
fucked-up
|
[slang] derie; fucked-up; kaka; kassis; moeilijk; nep; vaag; weck; wiesje = slecht
|
|
fucker
|
[slang] fucker; zebbe; zemmel = klootzak
|
|
ga das
|
[slang] ga das; haar a dang; kas gaan = weg gaan
|
|
ga loezoe
|
[slang] ga das; ga loezoe; ga ploesa = ga weg
|
|
ga ploesa
|
[slang] ga das; ga loezoe; ga ploesa = ga weg
|
|
gaaaaf
|
[slang] veel geluk
|
|
gaar
|
[slang] vreemd;raar;stom
|
|
gangster
|
[slang] tof, gaaf
|
|
ganster
|
[slang] tof, gaaf
|
|
ganster
|
[slang] tof;gaaf
|
|
gardasj
|
[slang] asahbi; gardasj; kammerad; koullo; mattie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko; zahbie = vriend
|
|
garo
|
[slang] garo; nicotinestaaf; peuk; saffie; smokkel; snagga; tabaccafume = sigaret
|
|
gatoh
|
[slang] gatoh; gierig; krasi = geil
|
|
gee
|
[slang] boeler; gee; zemmer = homo
|
|
geek
|
[slang] nerd
|
|
geget worden
|
[slang] betrapt worden
|
|
gejenst
|
[slang] voor gek gezet, gedist
|
|
gi wan pingi
|
[slang] geef een seintje
|
|
gierig
|
[slang] blood; gierig; krasi = geil
|
|
giet lan
|
[slang] flokker op; giet lan = donder op
|
|
gila
|
[slang] beatrix; gila; goeloe; guila = gulden
|
|
giorgo
|
[slang] de man
|
|
goedoe
|
[slang] dushi; goedoe; skaatje; zina = schatje
|
|
goeloe
|
[slang] beatrix; gila; goeloe; guila = gulden
|
|
goud
|
[slang] boaz; flokke; goud; gravy; loent; masterlijk; styl; tev; wreed = cool
|
|
gramma
|
[slang] oma
|
|
grampa
|
[slang] opa
|
|
gratie
|
[slang] cutty ranks; gratie; splitten = wegwezen
|
|
gravy
|
[slang] boaz; flokke; goud; gravy; loent; masterlijk; styl; tev; wreed = cool
|
|
greedy
|
[slang] greedy; griedie = gierig
|
|
griedie
|
[slang] greedy; griedie = gierig
|
|
grill
|
[slang] fissie; grill = gezicht
|
|
groenoe
|
[slang] groenoe; kapot; kikiriekie = lelijk
|
|
grontjie
|
[slang] Groningen
|
|
grootje
|
[slang] Grote Waal
|
|
gruw
|
[slang] dyna; gruw = gruwelijk
|
|
gruwelijk
|
[slang] bruya; gruwelijk = moeilijk
|
|
gucci
|
[slang] geweldig, goed
|
|
guila
|
[slang] beatrix; gila; goeloe; guila = gulden
|
|
haar a dang
|
[slang] haar a dang; kas gaan; pikaan = weg gaan
|
|
habou
|
[slang] djoeka; habou; joeka; joram; monjet; mono = aap
|
|
hagou
|
[slang] varken
|
|
hard
|
[slang] bedaki; dotie; hard = vies
|
|
hasikeboke
|
[slang] doe wat je wil
|
|
hasiktiiiir
|
[slang] dat meen je niet/ ga weg!
|
|
he santi
|
[slang] Hoogezand
|
|
hebimento
|
[slang] geweldig
|
|
heftig man
|
[slang] heftig man; neet = goed; leuk
|
|
hensje
|
[slang] afgedankt
|
|
herb
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; herb; method; motta; p2; pita; shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
het doet
|
[slang] te gek;mooi
|
|
het klapt
|
[slang] het klapt; wandel = het gaat goed
|
|
heuken
|
[slang] feesten
|
|
hij is seiko brada
|
[slang] hij is gek
|
|
hip
|
[slang] hip; radical = stoer
|
|
hoci
|
[slang] Hoorn
|
|
hodeer niet
|
[slang] verveel niet
|
|
hoest?
|
[slang] hoest?; moshimoshi; wazzup = hoe is het?
|
|
holla bile
|
[slang] ik zweer
|
|
holla
|
[slang] later
|
|
holler
|
[slang] nu meteen
|
|
homie
|
[slang] één van je beste vrienden
|
|
hootchie
|
[slang] banga; hootchie; kahba; mocho; puta; skettel = hoer
|
|
hopy
|
[slang] veel
|
|
hose
|
[slang] bommen
|
|
hosselen
|
[slang] versieren;drugs dealen
|
|
houdoe
|
[slang] ba ciao; challa; houdoe; laters; mazzeltof; one; texel; thalla; wo box = tot ziens
|
|
how's life
|
[slang] como esta; fawaka (afk. favi); foewaka; how's life; kaise; sup; tapimofo; vawaka = hoe gaat het?
|
|
ibahas
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
ibne
|
[slang] boeler; ibne = flikker; klootzak
|
|
ice
|
[slang] bling bin; ice = juwelen
|
|
icecreaman
|
[slang] icecreaman; nachtwandelaar = drugsdealer
|
|
icecreamman
|
[slang] icecreamman; nachtwandelaar = drugdealer
|
|
iddi
|
[slang] iddi; kabizz; kepala; panna = hoofd
|
|
idi
|
[slang] idi; kabizz; kepala = hoofd
|
|
ie weinig
|
[slang] je bent waardeloos
|
|
ill fuck
|
[slang] da bomb
|
|
ill shit
|
[slang] da bomb
|
|
illest
|
[slang] gaafst
|
|
in de bil
|
[slang] in de bil; tang; thong = string
|
|
in de flow zijn
|
[slang] in de beginfase van een relatie zijn
|
|
in de flow
|
[slang] in de beginfase van een relatie zijn
|
|
inter..
|
[slang] boeiend
|
|
inter
|
[slang] baad; boeng; inter; jiggy; siki; skraffa = tof
|
|
jaffu
|
[slang] erg;vies;vervelend;vuur
|
|
jakes
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
jamin
|
[slang] jointje
|
|
jangen
|
[slang] jangen; njangen; skaveren; tjappa = eten
|
|
jappen
|
[slang] jappen; nakken = stelen
|
|
jeh grabbing
|
[slang] jeh grabbing; wette = begrijp je?
|
|
jiggy
|
[slang] baad; boeng; inter; jiggy; siki; skraffa = tof
|
|
jings
|
[slang] kakker;snob
|
|
jo
|
[slang] hoi
|
|
joejoe
|
[slang] knettergek
|
|
joeka
|
[slang] djoeka; habou; joeka; joram; monjet; mono = aap
|
|
joint
|
[slang] een tof lied
|
|
joke
|
[slang] fa2; joke = grapje
|
|
jonko
|
[slang] herb; jonko; p2 = weed
|
|
jonkoe
|
[slang] baap; blunt; jonkoe; ketser; pit; toektoek = joint
|
|
joppa
|
[slang] werken
|
|
joppe
|
[slang] werken
|
|
joram
|
[slang] djoeka; habou; joeka; joram; monjet; mono = aap
|
|
jtap
|
[slang] jtap; mos; tjollie = jongen
|
|
ju e lauw
|
[slang] jij bent gek
|
|
juistem
|
[slang] tuurlijk
|
|
juro
|
[slang] euro
|
|
juut
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
kaas
|
[slang] kaas; Tatta = Nederlander
|
|
kabel
|
[slang] maat;brada;vriend
|
|
kabizz
|
[slang] iddi; kabizz; kepala; panna = hoofd
|
|
kaboela
|
[slang] Surinaamse muziek
|
|
kabritoe
|
[slang] geit
|
|
kaffa
|
[slang] kaffa; scava; skaffa = stoned
|
|
kahba
|
[slang] banga; hootchie; kahba; mocho; puta; skettel = hoer
|
|
kaise
|
[slang] como esta; fawaka (afk. favi); foewaka; how's life; kaise; sup; tapimofo; vawaka = hoe gaat het?
|
|
kaka
|
[slang] derie; fucked-up; kaka; kassis; moeilijk; nep; vaag; weck; wiesje = slecht
|
|
kakosie
|
[slang] kakosie; sup = hoe gaat het
|
|
kammerad
|
[slang] asahbi; gardasj; kammerad; koullo; mattie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko; zahbie = vriend
|
|
kampung
|
[slang] rosse buurt
|
|
kanker-
|
[slang] heel erg (-nep, -lauw)
|
|
kapot
|
[slang] groenoe; kapot; kikiriekie = lelijk
|
|
kappie
|
[slang] bigi fasi; kappie = kapsones
|
|
karapoetana
|
[slang] stoephoer
|
|
karta
|
[slang] kaart
|
|
kas gaan
|
[slang] haar a dang; kas gaan; pikaan = weg gaan
|
|
kassis
|
[slang] derie; fucked-up; kaka; kassis; moeilijk; nep; vaag; weck; wiesje = slecht
|
|
kaulo
|
[slang] balu; kassis; kaulo; panne; shizzle = shit
|
|
kauseband
|
[slang] ben je gek of zo?
|
|
ke ruma
|
[slang] bin kas; ke ruma; osso cee = naar huis
|
|
ken net
|
[slang] onmogelijk
|
|
kepala
|
[slang] iddi; kabizz; kepala; panna = hoofd
|
|
keten
|
[slang] stelen;jatten
|
|
ketser
|
[slang] blunt; bob; ketser; pit; soekkoe; toektoek = joint
|
|
kieren
|
[slang] eten;jatten;neuken
|
|
kikiriekie
|
[slang] groenoe; kapot; kikiriekie = lelijk
|
|
kil
|
[slang] man
|
|
kill
|
[slang] kerel
|
|
kills
|
[slang] draries; kills = jongens
|
|
kinky
|
[slang] modern
|
|
kino
|
[slang] film
|
|
kisengmooi (kisi mooy)
|
[slang] goed voor je
|
|
kisengmooi
|
[slang] goed voor je
|
|
kit
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
klappen
|
[slang] batten; klappen; pukul; stoeken; thopen = slaan
|
|
klaren
|
[slang] klaren; tjallen = jatten
|
|
klari
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
klef
|
[slang] vet
|
|
klefbessen
|
[slang] op de bank voor de buis zitten
|
|
kloppen
|
[slang] kloppen; pachie tachen = aftrekken
|
|
knopje
|
[slang] knopje; kwaka; tjading = leuk
|
|
koekroe
|
[slang] taki
|
|
koekwaus
|
[slang] aboob ya; balhaar; droulou; flares; koekwaus; Pino; sjakkie; zwerver = sukkel
|
|
koeli (kuli)
|
[slang] sjouer (veldslaaf)
|
|
koeli
|
[slang] gekke
|
|
koffoe
|
[slang] klap;stoot
|
|
kon konnie
|
[slang] konijn, man
|
|
koolio
|
[slang] toffe gast
|
|
koosoe
|
[slang] condoom
|
|
koullo
|
[slang] asahbi; gardasj; kammerad; koullo; mattie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko; zahbie = vriend
|
|
kouro
|
[slang] bilgat
|
|
kouseband
|
[slang] ben je gek ofzo!
|
|
kraktisupu
|
[slang] kracht soep
|
|
kralie-kabei
|
[slang] vlechtje met kralen
|
|
kranka
|
[slang] brainwash; kranka; panoos; tollo; waka = gek
|
|
krasbal
|
[slang] soa
|
|
krasi
|
[slang] gatoh; gierig; krasi = geil
|
|
krossies
|
[slang] kleding
|
|
kuta
|
[slang] dagou; dahoe; kuta = hond
|
|
kwaka
|
[slang] knopje; kwaka; tjading = leuk
|
|
kwekku
|
[slang] koekroe; kwekku; omang; takki = praten
|
|
la Rouge
|
[slang] een bende
|
|
laamraoui
|
[slang] dopest, cool, te gek
|
|
laf ya
|
[slang] aku cinta kue; laf ya; luv ya; mi lob you = ik hou van je
|
|
lagi
|
[slang] laag
|
|
lakoenza
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
laters
|
[slang] ba ciao; challa; houdoe; laters; mazzeltof; one; texel; thalla; wo box = tot ziens
|
|
laterz
|
[slang] groet
|
|
latr@
|
[slang] latr@; thalla = laters
|
|
latra
|
[slang] ba ciao; latra = laterzzz
|
|
laus
|
[slang] debiel
|
|
lauw worden
|
[slang] uit je dak gaan
|
|
lauw
|
[slang] daina; digie; erg; lauw; ziek = goed; mooi
|
|
ledder
|
[slang] dawet; dringi; ledder = drinken
|
|
legualeza
|
[slang] iemand die veel weet en uitlegt
|
|
leipe frea
|
[slang] dil; leipe frea = idioot
|
|
lekka lek
|
[slang] lekka lek; tjumai = lekker meisje
|
|
lekker doen
|
[slang] iemand die interessant loopt te doen
|
|
lelijk
|
[slang] lelijk; phat; smooth = vet; cool
|
|
lelly
|
[slang] lelijkerd
|
|
libieloos
|
[slang] levenloos
|
|
lijn 11
|
[slang] lopen
|
|
likecind
|
[slang] vriendelijk
|
|
liptenays
|
[slang] lippen
|
|
liti
|
[slang] licht
|
|
litta
|
[slang] aansteker
|
|
loco
|
[slang] metro;trein;gek;nadenken
|
|
loekoe
|
[slang] kijken
|
|
loent
|
[slang] boaz; flokke; goud; gravy; loent; masterlijk; styl; tev; wreed = cool
|
|
loesoe
|
[slang] flowa; loesoe; oplossen; tjala = weggaan
|
|
loezoe
|
[slang] apia; loezoe = naar huis gaan; weggaan
|
|
loos
|
[slang] lomp, dom
|
|
loto
|
[slang] vijf piek
|
|
luv ya
|
[slang] aku cinta kue; laf ya; luv ya; mi lob you = ik hou van je
|
|
lyrics
|
[slang] songteksten
|
|
ma crib
|
[slang] crib; ma crib; ossel; osso = huis
|
|
ma pampa
|
[slang] mijn bil
|
|
ma shit
|
[slang] mijn zaakjes
|
|
macfees
|
[slang] freak; macfees = mafkees
|
|
maddish
|
[slang] helemaal maf
|
|
mang
|
[slang] mang; of no = of niet
|
|
maricon
|
[slang] agoman; fagget; maricon; mietje; ollo; zemmer; zenel = homo
|
|
mariku
|
[slang] flikker
|
|
mastah
|
[slang] de baas
|
|
masten
|
[slang] mastruberen
|
|
master swa
|
[slang] mister cool
|
|
master
|
[slang] dopo; flex; master; spits; spitta; tranga = goed; leuk; relaxt
|
|
masterlijk
|
[slang] boaz; flokke; goud; gravy; loent; masterlijk; styl; tev; wreed = cool
|
|
matie
|
[slang] asahbi; gardasj; matie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko = vriend
|
|
mattie
|
[slang] asahbi; gardasj; kammerad; koullo; mattie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko; zahbie = vriend
|
|
mazzeltof
|
[slang] ba ciao; challa; houdoe; laters; mazzeltof; one; texel; thalla; wo box = tot ziens
|
|
mentos
|
[slang] ongesteld
|
|
mercie
|
[slang] mercie; merrie = Mercedes Benz
|
|
merrie
|
[slang] mercie; merrie = Mercedes Benz
|
|
method
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; herb; method; motta; p2; pita; shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
meti
|
[slang] batchie; chick; meti; mitti; oema; poekoe; sma; tanga = meisje
|
|
mi abi spier
|
[slang] ik heb een harde
|
|
mi de
|
[slang] het gaat
|
|
mi gado
|
[slang] mijn god
|
|
mi goedoe
|
[slang] mijn schatje
|
|
mi lob you
|
[slang] aku cinta kue; laf ya; luv ya; mi lob you = ik hou van je
|
|
mi sabie
|
[slang] begrijp het
|
|
mietje
|
[slang] agoman; fagget; maricon; mietje; ollo; zemmer; zenel = homo
|
|
mitti
|
[slang] batchie; chick; meti; mitti; oema; poekoe; sma; tanga = meisje
|
|
mo money
|
[slang] meer geld
|
|
mobila
|
[slang] mobiel telefoontje
|
|
mocho
|
[slang] banga; hootchie; kahba; mocho; puta; skettel = hoer
|
|
moeilijk
|
[slang] derie; fucked-up; kaka; kassis; moeilijk; nep; vaag; weck; wiesje = slecht
|
|
moekroe
|
[slang] gevaarlijk
|
|
moffo
|
[slang] moffo; mulut = mond
|
|
mokkel
|
[slang] mokkel; smaatje = lekker ding
|
|
monjet
|
[slang] djoeka; habou; joeka; joram; monjet; mono = aap
|
|
mono
|
[slang] djoeka; habou; joeka; joram; monjet; mono = aap
|
|
morajka
|
[slang] bahamamama; morajka = lekkere meid
|
|
mos
|
[slang] jtap; mos; tjollie = jongen
|
|
moshimoshi
|
[slang] moshimoshi; whazzzzzzza; word up = hoe is het?
|
|
motta
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; herb; method; motta; p2; pita; shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
muimen
|
[slang] regen
|
|
mulut
|
[slang] moffo; mulut = mond
|
|
nachtwandelaar
|
[slang] icecreaman; nachtwandelaar = drugsdealer
|
|
nacken
|
[slang] slaan;slopen
|
|
nafnoe
|
[slang] nafnoe; sunchi = kusje
|
|
nakas
|
[slang] klappen
|
|
naki wan inter
|
[slang] belazeren
|
|
nakken
|
[slang] jappen; nakken = stelen
|
|
nan da yo
|
[slang] nan da yo; wat kom je?; wat praat je = wat moet je?
|
|
narren
|
[slang] iemand vervelen
|
|
nasty
|
[slang] ranzig
|
|
neet
|
[slang] heftig man; neet = goed; leuk
|
|
nep
|
[slang] derie; fucked-up; kaka; kassis; moeilijk; nep; vaag; weck; wiesje = slecht
|
|
netjes
|
[slang] goed zo
|
|
nicotinestaaf
|
[slang] garo; nicotinestaaf; peuk; saffie; smokkel; snagga; tabaccafume = sigaret
|
|
nifoe
|
[slang] neefje
|
|
nigga
|
[slang] né; nigga = neger
|
|
nisie
|
[slang] nichtje
|
|
nivi
|
[slang] mes
|
|
njang mi m
|
[slang] kus mijn reet
|
|
njangen
|
[slang] jangen; njangen; skaveren; tjappa = eten
|
|
no badda
|
[slang] geen zorgen
|
|
no mang
|
[slang] nee man
|
|
no spang (spawn)
|
[slang] no probs, geen zorgen
|
|
no spang
|
[slang] no spang; paas me = maak je niet druk
|
|
nokken nou
|
[slang] hou op
|
|
normoelulu
|
[slang] normaal
|
|
noten
|
[slang] ballen
|
|
nuffin much
|
[slang] niet veel
|
|
nurdal
|
[slang] studiebol
|
|
né
|
[slang] né; nigga = neger
|
|
oema
|
[slang] batchie; chick; meti; mitti; oema; poekoe; sma; tanga = meisje
|
|
of no
|
[slang] mang; of no = of niet
|
|
offie
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
ogum
|
[slang] ogum; sanka = bil
|
|
oldies
|
[slang] oude mensen
|
|
ollo
|
[slang] agoman; fagget; maricon; mietje; ollo; zemmer; zenel = homo
|
|
omang
|
[slang] koekroe; kwekku; omang; takki = praten
|
|
ommin en lauw
|
[slang] te erg
|
|
on te bont
|
[slang] dyna; on te bont; onyx; stala; the bomb = te gek
|
|
one
|
[slang] ba ciao; challa; houdoe; laters; mazzeltof; one; texel; thalla; wo box = tot ziens
|
|
onmin
|
[slang] heel erg
|
|
onschadelijk maken
|
[slang] iemand ontmaagden
|
|
onyx
|
[slang] dyna; on te bont; onyx; stala; the bomb = te gek
|
|
op een feest boren
|
[slang] zonder uitnodiging op feest
|
|
opjenssen
|
[slang] oprotten
|
|
opladen
|
[slang] slapen
|
|
oplossen
|
[slang] flowa; oplossen; pikaan; tjala = weggaan
|
|
ordes
|
[slang] in orde
|
|
oso cee
|
[slang] bin kas; ke ruma; oso cee = naar huis
|
|
oso
|
[slang] ma crib; oso; ossel = huis
|
|
ossel
|
[slang] crib; ma crib; ossel; osso = huis
|
|
osso cee
|
[slang] bin kas; ke ruma; osso cee = naar huis
|
|
osso
|
[slang] crib; ma crib; ossel; osso = huis
|
|
ottah
|
[slang] blow
|
|
ouwe
|
[slang] asahbi; gardasj; kammerad; koullo; mattie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko; zahbie = vriend
|
|
p2
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; herb; method; motta; p2; pita; shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
paas me
|
[slang] no spang; paas me = maak je niet druk
|
|
paasen
|
[slang] paasen; skot = geven
|
|
pachie tachen
|
[slang] kloppen; pachie tachen = aftrekken
|
|
paipai
|
[slang] pak slaag
|
|
palen
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
pana
|
[slang] panasonic gsm/ gepoort worden met voetbal
|
|
panja
|
[slang] droengoe; panja = dronken
|
|
panna
|
[slang] iddi; kabizz; kepala; panna = hoofd
|
|
panne
|
[slang] balu; kassis; kaulo; panne; shizzle = shit
|
|
panoos
|
[slang] brainwash; panoos; para; scaffa; tollo; waka = gek
|
|
pantat
|
[slang] kont
|
|
pape
|
[slang] asahbi; gardasj; kammerad; koullo; mattie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko; zahbie = vriend
|
|
papfles
|
[slang] iemand die niets waard is
|
|
pappie
|
[slang] kerel
|
|
para
|
[slang] brainwash; panoos; para; scaffa; tollo; waka = gek
|
|
pata
|
[slang] gympie
|
|
pataaaat
|
[slang] shit he
|
|
patas
|
[slang] schoenen;velgen van auto
|
|
peepszz
|
[slang] gangsta,raptalent
|
|
peepz
|
[slang] tof gaaf
|
|
pekie
|
[slang] mooi meisje;vriendin
|
|
peuk
|
[slang] garo; nicotinestaaf; peuk; saffie; smokkel; snagga; tabaccafume = sigaret
|
|
pezavenk
|
[slang] pezavenk; playa = pooier
|
|
phat
|
[slang] lelijk; phat; smooth = vet; cool
|
|
pia
|
[slang] das; dazzzzz; pia; ploesa; spat = weg
|
|
pieces
|
[slang] stukjes;acts
|
|
pienaren
|
[slang] in armoede leven
|
|
pieren
|
[slang] laten zien
|
|
pierie tiefie
|
[slang] lachen
|
|
pikaan
|
[slang] flowa; oplossen; pikaan; tjala = weggaan
|
|
pilly willy
|
[slang] xtc gebruiker
|
|
pipa
|
[slang] pistool
|
|
pirkie
|
[slang] pistool
|
|
pit
|
[slang] blunt; bob; ketser; pit; soekkoe; toektoek = joint
|
|
pita
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; herb; method; motta; p2; pita; shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
pitt (pita)
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; method; motta; pitt (pita); shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
pitte
|
[slang] hard slaan
|
|
pitti
|
[slang] hard slaan
|
|
plaeze
|
[slang] astublieft
|
|
plamuur hoofd
|
[slang] meisje met veel make-up
|
|
planga
|
[slang] bril
|
|
plastic
|
[slang] credit card
|
|
playa
|
[slang] pezavenk; playa = pooier
|
|
played out
|
[slang] ouderwets;uit de tijd
|
|
player
|
[slang] adham; player = playboy; klootzak
|
|
player
|
[slang] cassanova;doet met iedereen
|
|
playet
|
[slang] playgirl;mooi meisje
|
|
pleaze
|
[slang] alstublieft
|
|
ploesa
|
[slang] das; dazzzzz; pia; ploesa; spat = weg
|
|
po po
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
pocket
|
[slang] pocket; portjie; telly = gsm
|
|
poekoe
|
[slang] batchie; chick; meti; mitti; oema; poekoe; sma; tanga = meisje
|
|
poenta, poeni
|
[slang] doosje
|
|
poenta
|
[slang] conjo; doos; poenta; poese = kut
|
|
poentje
|
[slang] kutje
|
|
poeny
|
[slang] poeny; punani = vagina
|
|
poese
|
[slang] conjo; doos; poenta; poese = kut
|
|
poeti wieri
|
[slang] schaamhaar
|
|
pokko's
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
pokoe
|
[slang] muziek
|
|
pokoes
|
[slang] songs
|
|
pola
|
[slang] grote punani
|
|
popi
|
[slang] populair
|
|
poppin
|
[slang] poppin; samsa = wat is er?
|
|
por lai
|
[slang] bedorven
|
|
porfoto
|
[slang] porfoto; Rocca; Roffa; Tha dockz = Rotterdam
|
|
porie
|
[slang] droog; fake; porie = nep
|
|
portjie
|
[slang] pocket; portjie; telly = gsm
|
|
pot
|
[slang] lesbiënne
|
|
prada's
|
[slang] batas; prada's; schoetas; shoeba's; shuris; spatu; stompers = schoenen
|
|
prakseri
|
[slang] nadenken
|
|
prikken
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
pro-beren
|
[slang] profiteren
|
|
proeka
|
[slang] pruik
|
|
ptatta
|
[slang] nederlander;kaaskoppunanie;kutje
|
|
puff dina
|
[slang] meisje uit Somalie
|
|
puff puff pass
|
[slang] choken; puff puff pass; sucky sucky; temmen = blowen
|
|
pukul
|
[slang] batten; klappen; pukul; stoeken; thopen = slaan
|
|
punani
|
[slang] poeny; punani = vagina
|
|
puta
|
[slang] banga; hootchie; kahba; mocho; puta; skettel = hoer
|
|
puto
|
[slang] klojo
|
|
queer
|
[slang] queer; vroes; weerie; woozie = raar
|
|
radical
|
[slang] hip; radical = stoer
|
|
rais tha
|
[slang] feesten tot ....
|
|
ranzig
|
[slang] ranzig; werrie = erg; vies; vervelend
|
|
relaxed
|
[slang] rustig
|
|
remi
|
[slang] alleen
|
|
ride
|
[slang] ride; waga; wagie = auto
|
|
riden
|
[slang] chillen
|
|
rippen
|
[slang] rippen; tjallen = jatten
|
|
rocken
|
[slang] dragen
|
|
rodi
|
[slang] lekkere gozer
|
|
ruff ryden
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
rug
|
[slang] duizend piek
|
|
sGuiver
|
[slang] vijf gulden stuk
|
|
saave
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
saffie
|
[slang] garo; nicotinestaaf; peuk; saffie; smokkel; snagga; tabaccafume = sigaret
|
|
safi
|
[slang] is goed
|
|
safin
|
[slang] aboeng; banisch; baniz; beest; boega; bon; dobro; safin; scoobes = goed
|
|
sagbi
|
[slang] asahbi; gardasj; kammerad; koullo; mattie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko; zahbie = vriend
|
|
saja luku
|
[slang] cala boca; saja luku = hou je bek
|
|
salaam
|
[slang] groeten
|
|
samsa
|
[slang] poppin; samsa = wat is er?
|
|
sanchi
|
[slang] kus
|
|
sang
|
[slang] ongelooflijk
|
|
sani
|
[slang] een ding
|
|
sanka
|
[slang] ogum; sanka = bil
|
|
sappig
|
[slang] sappig; sweetlanus = lekker
|
|
scaffa
|
[slang] brainwash; panoos; para; scaffa; tollo; waka = gek
|
|
scandi
|
[slang] scandi; wreed = erg
|
|
scandoules
|
[slang] schandalig
|
|
scanny
|
[slang] scanny; sjing = schande
|
|
scatten
|
[slang] poepen
|
|
scava
|
[slang] kaffa; scava; skaffa = stoned
|
|
scheer
|
[slang] leeg
|
|
scherp
|
[slang] intelligent
|
|
schock
|
[slang] stoot
|
|
schoetas
|
[slang] batas; prada's; schoetas; shoeba's; shuris; spatu; stompers = schoenen
|
|
schotten
|
[slang] afzeiken
|
|
schuren
|
[slang] schudden;zetten
|
|
schwen
|
[slang] wiet, joint
|
|
scoobes
|
[slang] aboeng; banisch; baniz; beest; boega; bon; dobro; safin; scoobes = goed
|
|
scooby
|
[slang] scooter
|
|
scoro
|
[slang] scoro; skoro = school
|
|
scotoe
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
scotten
|
[slang] afzeiken
|
|
scouto
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
scrap
|
[slang] diddih; scrap; six feet = dood
|
|
scratchen
|
[slang] scratchen; vingalinga = vingeren
|
|
scrilla
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
scur
|
[slang] meisje scoren
|
|
shaker
|
[slang] verwarrend
|
|
shebbe
|
[slang] dommie
|
|
shibber
|
[slang] waardeloos
|
|
shibby
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; herb; method; motta; p2; pita; shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
shizzle
|
[slang] balu; kassis; kaulo; panne; shizzle = shit
|
|
shock
|
[slang] stoot
|
|
shoeba's
|
[slang] batas; prada's; schoetas; shoeba's; shuris; spatu; stompers = schoenen
|
|
shoppa
|
[slang] koffieshop
|
|
shuris
|
[slang] batas; prada's; schoetas; shoeba's; shuris; spatu; stompers = schoenen
|
|
sickie
|
[slang] je bent gek
|
|
sikerim
|
[slang] ik neuk je
|
|
siki
|
[slang] baad; boeng; inter; jiggy; siki; skraffa = tof
|
|
sisa
|
[slang] zus
|
|
six feet
|
[slang] diddih; scrap; six feet = dood
|
|
sjakkie
|
[slang] aboob ya; balhaar; droulou; flares; koekwaus; Pino; sjakkie; zwerver = sukkel
|
|
sjikiman
|
[slang] dongel; sjikiman = stom
|
|
sjing
|
[slang] scanny; sjing = schande
|
|
skaatje
|
[slang] dushi; goedoe; skaatje; zina = schatje
|
|
skaffa
|
[slang] kaffa; scava; skaffa = stoned
|
|
skatten
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
skaufen
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
skaveren
|
[slang] jangen; njangen; skaveren; tjappa = eten
|
|
skeer
|
[slang] broko; skeer = blut
|
|
skete
|
[slang] 26g; ballen; choppen; dyken; klari; prikken; skatten; skete = neuken
|
|
skettel
|
[slang] banga; hootchie; kahba; mocho; puta; skettel = hoer
|
|
sketten
|
[slang] ballen
|
|
skinny
|
[slang] dun, mager
|
|
skippen
|
[slang] spijbelen
|
|
skitmo
|
[slang] schijt
|
|
skitta
|
[slang] schijt aan hebben
|
|
skoro
|
[slang] scoro; skoro = school
|
|
skot
|
[slang] paasen; skot = geven
|
|
skotoe
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
skraal
|
[slang] oneerlijk
|
|
skraffa
|
[slang] baad; boeng; inter; jiggy; siki; skraffa = tof
|
|
skrieki
|
[slang] skrieki; skrikka = schrikken
|
|
skrikka
|
[slang] skrieki; skrikka = schrikken
|
|
slammin
|
[slang] dope-ass, eikel
|
|
slanging
|
[slang] dealen
|
|
sma
|
[slang] batchie; chick; meti; mitti; oema; poekoe; sma; tanga = meisje
|
|
smaatje
|
[slang] mokkel; smaatje = lekker ding
|
|
smash
|
[slang] klap
|
|
smatje
|
[slang] meisje;schatje
|
|
smocho
|
[slang] je bent erg
|
|
smokkel
|
[slang] garo; nicotinestaaf; peuk; saffie; smokkel; snagga; tabaccafume = sigaret
|
|
smoko
|
[slang] roken
|
|
smooth
|
[slang] lelijk; phat; smooth = vet; cool
|
|
snagga
|
[slang] garo; nicotinestaaf; peuk; saffie; smokkel; snagga; tabaccafume = sigaret
|
|
snef
|
[slang] snagga; snef = sigaret
|
|
snitch
|
[slang] verrader
|
|
snitchen
|
[slang] beren; blemmen; snitchen = verraden
|
|
soekkoe
|
[slang] blunt; bob; ketser; pit; soekkoe; toektoek = joint
|
|
soema
|
[slang] wie?
|
|
softy
|
[slang] watje
|
|
soit
|
[slang] het zij zo
|
|
sombong
|
[slang] verwaand
|
|
sosaa
|
[slang] cacaïne
|
|
sossa
|
[slang] coca; sossa = cocaïne
|
|
sowoh
|
[slang] be born; sowoh = doe normaal
|
|
spacen
|
[slang] dromen;dom doen
|
|
span dat
|
[slang] check dat, kijk dat na
|
|
spang spang
|
[slang] spinternieuw
|
|
spang
|
[slang] lekker chiq;goed
|
|
spat
|
[slang] das; dazzzzz; pia; ploesa; spat = weg
|
|
spatu
|
[slang] batas; prada's; schoetas; shoeba's; shuris; spatu; stompers = schoenen
|
|
spieren
|
[slang] erectie
|
|
spiffy
|
[slang] mooi;dope
|
|
spits
|
[slang] dopo; flex; master; spits; spitta; tranga = goed; leuk; relaxt
|
|
spitta
|
[slang] dopo; flex; master; spits; spitta; tranga = goed; leuk; relaxt
|
|
splitten
|
[slang] cutty ranks; gratie; splitten = wegwezen
|
|
spo po
|
[slang] spoorweg politie
|
|
spuiter
|
[slang] gangmaker
|
|
stala
|
[slang] dyna; on te bont; onyx; stala; the bomb = te gek
|
|
stamang
|
[slang] kabel
|
|
stamma
|
[slang] asahbi; gardasj; kammerad; koullo; mattie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko; zahbie = vriend
|
|
standaard
|
[slang] normaal;vanzelfsprekend
|
|
stanko
|
[slang] asahbi; gardasj; kammerad; koullo; mattie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko; zahbie = vriend
|
|
staven
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
steelo
|
[slang] manier van kleden;gewoonte;stijl
|
|
stiepel
|
[slang] cocaina
|
|
stiffa
|
[slang] stijve
|
|
stilo
|
[slang] in de mode
|
|
stoeken
|
[slang] batten; klappen; pukul; stoeken; thopen = slaan
|
|
stoeroe
|
[slang] stoel
|
|
stof
|
[slang] roddel
|
|
stompers
|
[slang] batas; prada's; schoetas; shoeba's; shuris; spatu; stompers = schoenen
|
|
straati
|
[slang] dang; straati = straat
|
|
strak
|
[slang] cool;tof;kicken
|
|
strakke poster
|
[slang] brutaal gezicht
|
|
stranga
|
[slang] mooi, tof
|
|
strano
|
[slang] raar;vreemd
|
|
stroggel
|
[slang] fittie; stroggel = ruzie
|
|
stronken
|
[slang] stoned en dronken tegelijk
|
|
stuka
|
[slang] studeren
|
|
stumpie
|
[slang] lompe gozer
|
|
styl
|
[slang] boaz; flokke; goud; gravy; loent; masterlijk; styl; tev; wreed = cool
|
|
styling
|
[slang] cool;leuk;stoer
|
|
suchaaaaa
|
[slang] sukkeltje
|
|
sucky sucky
|
[slang] choken; puff puff pass; sucky sucky; temmen = blowen
|
|
sunchi
|
[slang] nafnoe; sunchi = kusje
|
|
sup
|
[slang] como esta; fawaka (afk. favi); foewaka; how's life; kaise; sup; tapimofo; vawaka = hoe gaat het?
|
|
swa
|
[slang] vriend;zwager;gozer
|
|
sweet
|
[slang] lief
|
|
sweetie
|
[slang] mooi meisje;vriendin;lekker
|
|
sweetlanus
|
[slang] sappig; sweetlanus = lekker
|
|
ta pie mov
|
[slang] ta pie mov; tjoep = hou je mond
|
|
taal blazen
|
[slang] uitspreken
|
|
tabacca
|
[slang] sigaretten
|
|
tabaccafume
|
[slang] garo; nicotinestaaf; peuk; saffie; smokkel; snagga; tabaccafume = sigaret
|
|
taker
|
[slang] lelijk;mager
|
|
takkerheid
|
[slang] dom;stom
|
|
takki
|
[slang] koekroe; kwekku; omang; takki = praten
|
|
takkie
|
[slang] kwekku; omang; takkie = praten
|
|
tan plan
|
[slang] blijven zitten
|
|
tang
|
[slang] in de bil; tang; thong = string
|
|
tanga
|
[slang] batchie; chick; meti; mitti; oema; poekoe; sma; tanga = meisje
|
|
tapanahoni
|
[slang] schotten;afsnauwen
|
|
tapi mofo
|
[slang] mond dicht
|
|
tapimofo
|
[slang] como esta; fawaka (afk. favi); foewaka; how's life; kaise; sup; tapimofo; vawaka = hoe gaat het?
|
|
tarr
|
[slang] schijt hebben aan
|
|
tati
|
[slang] troep, vies, smerig
|
|
tatta
|
[slang] bakra; belanda; tatta = nederlander; kaaskop
|
|
tazzzzz
|
[slang] shit
|
|
tchumai
|
[slang] curva; tchumai = mooi meisje
|
|
telly
|
[slang] pocket; portjie; telly = gsm
|
|
temmen
|
[slang] choken; puff puff pass; sucky sucky; temmen = blowen
|
|
terror
|
[slang] tering
|
|
tev
|
[slang] boaz; flokke; goud; gravy; loent; masterlijk; styl; tev; wreed = cool
|
|
texel
|
[slang] ba ciao; challa; houdoe; laters; mazzeltof; one; texel; thalla; wo box = tot ziens
|
|
tfoe
|
[slang] shit;schaam je
|
|
tfwoe
|
[slang] gaar erg
|
|
tha bomb
|
[slang] de beste
|
|
thalla
|
[slang] ba ciao; challa; houdoe; laters; mazzeltof; one; texel; thalla; wo box = tot ziens
|
|
the bomb
|
[slang] dyna; on te bont; onyx; stala; the bomb = te gek
|
|
theatertorie checken
|
[slang] naar een toneelvoorstelling gaan
|
|
thong
|
[slang] in de bil; tang; thong = string
|
|
thopen
|
[slang] batten; klappen; pukul; stoeken; thopen = slaan
|
|
thuaka
|
[slang] een groet
|
|
thug
|
[slang] gangster
|
|
thuglive
|
[slang] harde leven op straat
|
|
thx
|
[slang] bedankt
|
|
timer
|
[slang] even wachten
|
|
tingi
|
[slang] benzibox; tingi = autoradio
|
|
tingi
|
[slang] stinkt
|
|
tippo
|
[slang] benzibox; tippo = autoradio
|
|
tivi
|
[slang] tanden
|
|
tjaaring
|
[slang] streken hebben
|
|
tjading
|
[slang] knopje; kwaka; tjading = leuk
|
|
tjaiba
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; herb; method; motta; p2; pita; shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
tjala
|
[slang] flowa; loesoe; oplossen; tjala = weggaan
|
|
tjallen
|
[slang] rippen; tjallen = jatten
|
|
tjap
|
[slang] tjap; tjollie = jongen
|
|
tjappa
|
[slang] jangen; njangen; skaveren; tjappa = eten
|
|
tjawa
|
[slang] 25 gulden
|
|
tjing
|
[slang] klein meisje, kleine sma
|
|
tjoep
|
[slang] ta pie mov; tjoep = hou je mond
|
|
tjollie
|
[slang] jtap; mos; tjollie = jongen
|
|
tjumai
|
[slang] lekka lek; tjumai = lekker meisje
|
|
todo-ai
|
[slang] iemand met opvallend grote ogen
|
|
toektoek
|
[slang] blunt; bob; ketser; pit; soekkoe; toektoek = joint
|
|
toetoemoel
|
[slang] stil
|
|
tof
|
[slang] mooi, moeilijk
|
|
tokkelen
|
[slang] flowen; tokkelen = iemand versieren
|
|
toko
|
[slang] ruimte;klas
|
|
toli
|
[slang] bana; toli = penis
|
|
tollo
|
[slang] brainwash; panoos; para; scaffa; tollo; waka = gek
|
|
torie zetten
|
[slang] praten;kletsen;misdaad begaan
|
|
torie
|
[slang] verhaal;misdaad;gebeurtenis
|
|
toys
|
[slang] piemel
|
|
tralalalala
|
[slang] vrolijk
|
|
tranga bana
|
[slang] gaat goed!
|
|
tranga
|
[slang] dopo; flex; master; spits; spitta; tranga = goed; leuk; relaxt
|
|
trangaoema
|
[slang] sterke vrouw
|
|
trips
|
[slang] trippen
|
|
true that
|
[slang] dat is juist
|
|
truthola
|
[slang] dombo
|
|
tsjoken
|
[slang] wiet roken
|
|
tutup mulut
|
[slang] mondje dicht
|
|
twin bradaz
|
[slang] tweelingbroer
|
|
tyeppie
|
[slang] getikt
|
|
uang
|
[slang] bread; ca; cashflow; cheez; do; doekash; doekoe; doh; flus; franco; lakoenza; pokko's; saave; scrilla; uang = geld
|
|
undrogron
|
[slang] onderwereld
|
|
vaag
|
[slang] derie; fucked-up; kaka; kassis; moeilijk; nep; vaag; weck; wiesje = slecht
|
|
vawaka
|
[slang] como esta; fawaka (afk. favi); foewaka; how's life; kaise; sup; tapimofo; vawaka = hoe gaat het?
|
|
verhaal
|
[slang] vergeet het
|
|
vier een een
|
[slang] persoonlijke info
|
|
viestie
|
[slang] vies;lelijk
|
|
vijf nul
|
[slang] balizie; flikken; ibahas; jakes; juut; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; skotoe; vijf nul; wouten = politie
|
|
vingalinga
|
[slang] scratchen; vingalinga = vingeren
|
|
vittie
|
[slang] fitty; vittie = vechten
|
|
vlieg
|
[slang] irritant
|
|
vlizzzzville
|
[slang] Vlissingen
|
|
vriendje
|
[slang] fucker; vriendje = klootzak
|
|
vroes
|
[slang] queer; vroes; weerie; woozie = raar
|
|
waar ga je
|
[slang] waar ga je heen?
|
|
wachti
|
[slang] wacht
|
|
wackalou
|
[slang] bile; wackalou = ik zweer het
|
|
waga
|
[slang] ride; waga; wagie = auto
|
|
waggi 's
|
[slang] auto's
|
|
waggie blazen
|
[slang] waggie blazen; waggie boeken = hard autorijden
|
|
waggie boeken
|
[slang] waggie blazen; waggie boeken = hard autorijden
|
|
wagie
|
[slang] ride; waga; wagie = auto
|
|
waka
|
[slang] brainwash; panoos; para; scaffa; tollo; waka = gek
|
|
wakka mang
|
[slang] player/zwerver
|
|
wakkaman
|
[slang] player;zwerver
|
|
walla
|
[slang] ik zweer
|
|
wallach
|
[slang] ach ga toch weg;ik zweer het
|
|
wandel
|
[slang] het klapt; wandel = het gaat goed
|
|
wannabee
|
[slang] iemand die nep is, neppe kill
|
|
wappi
|
[slang] baanty; wappi = stoned; high
|
|
wat is de leeftijd
|
[slang] hoe laat is het?
|
|
wat kom je?
|
[slang] nan da yo; wat kom je?; wat praat je = wat moet je?
|
|
wat praat je
|
[slang] nan da yo; wat kom je?; wat praat je = wat moet je?
|
|
watskeburt
|
[slang] watskeburt; wazzup = alles goed?
|
|
wazzup
|
[slang] hoest?; moshimoshi; wazzup = hoe is het?
|
|
weck
|
[slang] derie; fucked-up; kaka; kassis; moeilijk; nep; vaag; weck; wiesje = slecht
|
|
weerie
|
[slang] queer; vroes; weerie; woozie = raar
|
|
weli
|
[slang] o mijn god
|
|
werrie
|
[slang] ranzig; werrie = erg; vies; vervelend
|
|
wette
|
[slang] jeh grabbing; wette = begrijp je?
|
|
whaza
|
[slang] alles goed?
|
|
whazzzzzzza
|
[slang] moshimoshi; whazzzzzzza; word up = hoe is het?
|
|
whola
|
[slang] ik zweer het
|
|
wicked
|
[slang] te gek;tof;waus, gaaf
|
|
wieri
|
[slang] bakkeluloe; chaiba; chronic; herb; method; motta; p2; pita; shibby; tjaiba; wieri = wiet
|
|
wierrie
|
[slang] haar
|
|
wiesje
|
[slang] derie; fucked-up; kaka; kassis; moeilijk; nep; vaag; weck; wiesje = slecht
|
|
wigger
|
[slang] blanke neger
|
|
wit
|
[slang] wit; wittie = cocaïne
|
|
wittie
|
[slang] wit; wittie = cocaïne
|
|
wix
|
[slang] gaaf
|
|
wo box
|
[slang] ba ciao; challa; houdoe; laters; mazzeltof; one; texel; thalla; wo box = tot ziens
|
|
woozie
|
[slang] queer; vroes; weerie; woozie = raar
|
|
word up
|
[slang] como esta; conta; contabai; how's life; kaise; tapimofo; word up; zaisa = hoe gaat het?
|
|
word
|
[slang] wat je zegt / wat zeg je?
|
|
wouten
|
[slang] 5-0; balizie; juut; flikken; ibahas; jakes; kit; offie; Pigs; po po; scotoe; scouto; skotoe; wouten = politie
|
|
wreed
|
[slang] scandi; wreed = erg
|
|
wussel
|
[slang] haarelastiek
|
|
xtasy
|
[slang] opwinding;extase
|
|
ye hossel
|
[slang] moeite doen
|
|
ye kot vonk
|
[slang] je bent gevaarlijk bezig
|
|
yo man
|
[slang] aaaaaaight; yo man = oke dan
|
|
yo thappie
|
[slang] he maatje
|
|
yo tjappie
|
[slang] he maatje
|
|
yo
|
[slang] hallo
|
|
za3ma
|
[slang] za3ma; zema = zogenaamd
|
|
zahbie
|
[slang] asahbi; gardasj; kammerad; koullo; mattie; ouwe; pape; sagbi; stamma; stanko; zahbie = vriend
|
|
zaisa
|
[slang] como esta; conta; contabai; how's life; kaise; tapimofo; word up; zaisa = hoe gaat het?
|
|
zebbe
|
[slang] fucker; zebbe; zemmel = klootzak
|
|
zema
|
[slang] za3ma; zema = zogenaamd
|
|
zemmel
|
[slang] fucker; zebbe; zemmel = klootzak
|
|
zemmer
|
[slang] agoman; fagget; maricon; mietje; ollo; zemmer; zenel = homo
|
|
zemmer
|
[slang] boeler; gee; zemmer = homo
|
|
zenel
|
[slang] agoman; fagget; maricon; mietje; ollo; zemmer; zenel = homo
|
|
zesentwintig G
|
[slang] baksen; boelen; bonen; choppen; freaken; klari; palen; prikken; ruff ryden; skatten; skaufen; staven; zesentwintig G = neuken
|
|
zibbie
|
[slang] lul (scheldwoord)
|
|
ziek
|
[slang] daina; digie; erg; lauw; ziek = goed; mooi
|
|
ziekie
|
[slang] tranga
|
|
zina
|
[slang] dushi; goedoe; skaatje; zina = schatje
|
|
zoethout
|
[slang] dommerik
|
|
zonder zout
|
[slang] niet spannend
|
|
zoutig
|
[slang] lullig
|
|
zuethout
|
[slang] dommerik
|
|
zuiver
|
[slang] bevestigend
|
|
zuku
|
[slang] zeekoe
|
|
zuur
|
[slang] echt nep
|
|
zwerver
|
[slang] aboob ya; balhaar; droulou; flares; koekwaus; Pino; sjakkie; zwerver = sukkel
|
|
saai
|
1 ابری
1 2 3 4 5 2 ابستن 1 2 3 4 5 3 اپارتمان 1 2 3 4 5 4 احمق 1 2 3 4 5 5 ادم کودن 1 2 3 4 5 6 آرام 1 2 3 4 5 7 ارزوی چیزی را داشتن 1 2 3 4 5 8 اشتیاق داشتن 1 2 3 4 5 9 اهسته 1 2 3 4 5 10 اهسته کردن یا شدن 1 2 3 4 5 11 اهلی 1 2 3 4 5 12 اوقات تلخ 1 2 3 4 5 13 با اطناب 1 2 3 4 5 14 بار دار 1 2 3 4 5 15 بد اخم 1 2 3 4 5 16 بدون پاشنه 1 2 3 4 5 17 بلند 1 2 3 4 5 18 بی تنوع 1 2 3 4 5 19 بی حرکت 1 2 3 4 5 20 بی حس 1 2 3 4 5 21 بی روح 1 2 3 4 5 22 بی مزه 1 2 3 4 5 23 پارچه صوف پشمی 1 2 3 4 5 24 پر زحمت 1 2 3 4 5 25 پهن 1 2 3 4 5 26 تخت 1 2 3 4 5 27 تدریجی 1 2 3 4 5 28 تنبل 1 2 3 4 5 29 توپر 1 2 3 4 5 30 تیره 1 2 3 4 5 31 جلگه 1 2 3 4 5 32 جنده بازی کردن 1 2 3 4 5 33 خاکستری 1 2 3 4 5 34 خسته کننده 1 2 3 4 5 35 خفه 1 2 3 4 5 36 خنک 1 2 3 4 5 37 خو گرف |
|
saai maken
|
1 بی تنوع کردن
1 2 3 4 5 2 بیمزه کردن 1 2 3 4 5 3 پهن کردن 1 2 3 4 5 4 تسطیح کردن 1 2 3 4 5 5 روحیه خود را باختن 1 2 3 4 5 6 قسمت پهن کردن 1 2 3 4 5 7 مسطح کردن 1 2 3 4 5 8 نیم نت پایین امدن |
|
saai werk
|
1 خرحمالی
1 2 3 4 5 2 نویسندگی برای کسب معیشت 1 2 3 4 5 3 نویسندگی و هنرپیشگی سودطلبانه |
|
saaie uiteenzetting
|
به نثر دراوردن
1 2 3 4 5 2 سخن منثور 1 2 3 4 5 3 نثر 1 2 3 4 5 4 نثر نوشتن 1 2 3 4 5 |
|
saaiheid
|
1 بیزاری
1 2 3 4 5 2 خستگی 1 2 3 4 5 3 دل تنگی 1 2 3 4 5 4 کندی 1 2 3 4 5 5 ملالت 1 2 3 4 5 6 یکنواختی |
|
saboteur
|
1 خرابکار
|
|
saaiwerk
|
1 خرکاری
1 2 3 4 5 2 کارهای عادی و روزمره |
|
saam
|
1 با هم
1 2 3 4 5 2 با همدیگر 1 2 3 4 5 3 بایکدیگر 1 2 3 4 5 4 بضمیمه 1 2 3 4 5 5 بطور دسته جمعی 1 2 3 4 5 6 یکجا |
|
saamhorigheid
|
1 اتحاد
1 2 3 4 5 2 انسجام 1 2 3 4 5 3 بهم پیوستگی 1 2 3 4 5 4 مسئولیت مشترک 1 2 3 4 5 5 هم بستگی 1 2 3 4 5 6 همکاری |
|
Sabbat
|
1 روز تعطیل
1 2 3 4 5 2 شنبه 1 2 3 4 5 3 یکشنبه |
|
sabbatsjaar
|
1 مربوط به یکشنبه
|
|
sabel
|
1 با شمشیر زدن
1 2 3 4 5 2 با شمشیر کشتن 1 2 3 4 5 3 بسیخ زدن 1 2 3 4 5 4 بسیخ کباب زدن 1 2 3 4 5 5 تیغ 1 2 3 4 5 6 رنگ سیاه 1 2 3 4 5 7 سمور 1 2 3 4 5 8 سیخ 1 2 3 4 5 9 سیخ اهنی یا چوب مخصوص کباب 1 2 3 4 5 10 سیخ کباب 1 2 3 4 5 11 شمشیر 1 2 3 4 5 12 شمشیر بلند نظامی 1 2 3 4 5 13 عدالت 1 2 3 4 5 14 قداره 1 2 3 4 5 15 لباس سیاه 1 2 3 4 5 16 هر چیزی شبیه سیخ کباب |
|
sabelbek
|
1 نوعی مرغ دراز پا
|
|
sabelbont
|
1 رنگ سیاه
1 2 3 4 5 2 سمور 1 2 3 4 5 3 لباس سیاه |
|
sabeldier
|
1 رنگ سیاه
1 2 3 4 5 2 سمور 1 2 3 4 5 3 لباس سیاه |
|
sabelen
|
1 با شمشیر زدن
1 2 3 4 5 2 با شمشیر کشتن 1 2 3 4 5 3 شمشیر 1 2 3 4 5 4 شمشیر بلند نظامی 1 2 3 4 5 5 قداره |
|
sabelschede
|
1 حفاظ
1 2 3 4 5 2 غلاف 1 2 3 4 5 3 غلاف شمشیر 1 2 3 4 5 4 غلاف کردن 1 2 3 4 5 5 نیام |
|
sabelsprinkhaan
|
1 حشره راست بال
1 2 3 4 5 2 درختی ازخانواده لکوس |
|
sabotage
|
1 خرابکاری
1 2 3 4 5 2 خرابکاری عمدی 1 2 3 4 5 3 خرابکاری کردن 1 2 3 4 5 4 کارشکنی و خرابکاری |
|
saboteren
|
1 خرابکاری
1 2 3 4 5 2 خرابکاری عمدی 1 2 3 4 5 3 خرابکاری کردن 1 2 3 4 5 4 کارشکنی و خرابکاری |
|
saboteur
|
1 خرابکار
1 2 3 4 5 |
|
Sabra
|
1 اسرائیلی بومی فلسطین
|
|
sacharine
|
1 ساخارین
1 2 3 4 5 2 ساخاریندار 1 2 3 4 5 3 شکری 1 2 3 4 5 4 شیرین 1 2 3 4 5 5 قندی 1 2 3 4 5 6 محتوی قند |
|
sacraal
|
1 تعالی
1 2 3 4 5 2 خدا 1 2 3 4 5 3 روحانی 1 2 3 4 5 4 مقدس 1 2 3 4 5 5 منزه وپاکدامن 1 2 3 4 5 6 وقف شده |
|
sacrament
|
1 ایین دینی
1 2 3 4 5 2 رسم دینی 1 2 3 4 5 3 سوگند ملایم 1 2 3 4 5 4 نشانه |
|
sacramentale
|
1 وابسته به مراسم مذهبی
|
|
sacramenteel
|
1 وابسته به مراسم مذهبی
|
|
sacristie
|
1 اتاق دعا
1 2 3 4 5 2 محل نگاهداری ظروف مقدسه کلیسا 1 2 3 4 5 3 نمازخانه کوچکی که متصل بکلیسا میباشد |
|
sadisme
|
1 بی رحمی
1 2 3 4 5 2 نوعی انحراف جنسی که شخص در اثر ان از ازار دادن لذت میبرد |
|
sadist
|
1 سادیست
1 2 3 4 5 2 کسیکه از زجر دیگران لذت میبرد |
|
sadistisch
|
1 کسیکه از زجر دیگران لذت میبرد
|
|
safari
|
1 سیاحت اکتشافی در افریقا
|
|
safe
|
1 اطمینان بخش
1 2 3 4 5 2 امن 1 2 3 4 5 3 ایمن 1 2 3 4 5 4 بی خطر 1 2 3 4 5 5 صحیح 1 2 3 4 5 6 صدمه نخورده 1 2 3 4 5 7 گاو صندوق 1 2 3 4 5 8 محفوظ 1 2 3 4 5 9 محفوظ از خطر 1 2 3 4 5 10 مطمئن |
|
saffiaantje
|
1 سیگار
1 2 3 4 5 2 سیگارت |
|
saffier
|
1 رنگ کبود
1 2 3 4 5 2 صفیر کبود 1 2 3 4 5 3 یاقوت کبود |
|
saffierblauw
|
1 رنگ کبود
1 2 3 4 5 2 صفیر کبود 1 2 3 4 5 3 یاقوت کبود |
|
saffraan
|
1 زعفران
1 2 3 4 5 2 زعفرانی |
|
saffraan kleren
|
1 زعفران
1 2 3 4 5 2 زعفرانی |
|
saffraangeel
|
1 زعفران
1 2 3 4 5 2 زعفرانی |
|
saffraankleurig
|
1 زعفران
1 2 3 4 5 2 زعفرانی |
|
safiaann
|
1 کشور مغرب
1 2 3 4 5 2 مراکش |
|
safjan
|
1 میشن
|
|
sage
|
1 حماسه
1 2 3 4 5 2 حماسه اسکاندویناوی |
|
sago
|
1 پنیر خرما
1 2 3 4 5 2 درخت نخل ساگو 1 2 3 4 5 3 شیرینی که با نشاسته ساگو تهیه شود |
|
sagopalm
|
نخل ساگو
|
|
sahib
|
1 آقا
1 2 3 4 5 |
|
saillant
|
1 بیرون زده
1 2 3 4 5 2 چشمگیر 1 2 3 4 5 3 در حال جست و خیز |
|
sajet
|
1 پارچه پشمی
1 2 3 4 5 2 پشم 1 2 3 4 5 3 پشم اعلی 1 2 3 4 5 4 پشم تابیده 1 2 3 4 5 5 پشم ریشته 1 2 3 4 5 6 جامه پشمی 1 2 3 4 5 7 کرک 1 2 3 4 5 8 مو 1 2 3 4 5 9 نخ پشم |
|
sajetten
|
1 پارچه پشمی
1 2 3 4 5 2 پشم اعلی 1 2 3 4 5 3 پشم تابیده 1 2 3 4 5 4 پشم ریشته |
|
sake
|
1 جهت
1 2 3 4 5 2 دلیل |
|
sakkerloot
|
1 رفو
1 2 3 4 5 2 رفو کردن 1 2 3 4 5 3 فحش |
|
Sakser
|
1 از نژاد انگلوساکسون
1 2 3 4 5 2 ساکسون |
|
Saksisch
|
1 از نژاد انگلوساکسون
1 2 3 4 5 2 ساکسون |
|
salade
|
1 خس
1 2 3 4 5 2 سالاد 1 2 3 4 5 3 کاهو 1 2 3 4 5 4 کلاه خود سبک قرن 15 بدون زره صورت |
|
salade van de chef
|
1 سالاد سرآشپز
|
|
saladebuffet
|
1 میز سالاد
|
|
salamander
|
1 سمندر
1 2 3 4 5 2 یکجور سوسمار یا مارمولک |
|
salami
|
1 سوسیس نمک زده
1 2 3 4 5 2 گوشت خوک و یا گوشت گاو خشک شده |
|
salariëren
|
1 حقوق
1 2 3 4 5 2 شهریه 1 2 3 4 5 3 مواجب |
|
salaris
|
1 اجاره کردن
1 2 3 4 5 2 اجرت 1 2 3 4 5 3 اجیر کردن 1 2 3 4 5 4 ادا کردن 1 2 3 4 5 5 امتیاز 1 2 3 4 5 6 انجام دادن 1 2 3 4 5 7 بجا آوردن 1 2 3 4 5 8 پاداش 1 2 3 4 5 9 پرداخت 1 2 3 4 5 10 پرداخت کردن 1 2 3 4 5 11 پرداختن 1 2 3 4 5 12 پردازانه 1 2 3 4 5 13 پردازه 1 2 3 4 5 14 پول 1 2 3 4 5 15 پول دادن 1 2 3 4 5 16 پیچ 1 2 3 4 5 17 پیچ خوردگی 1 2 3 4 5 18 پیچ دادن 1 2 3 4 5 19 پیچ کردن 1 2 3 4 5 20 پیچاندن 1 2 3 4 5 21 پیچیدن 1 2 3 4 5 22 تادیه 1 2 3 4 5 23 تلافی کردن 1 2 3 4 5 24 حقوق 1 2 3 4 5 25 حقوق ماهیانه 1 2 3 4 5 26 خست کردن 1 2 3 4 5 27 دادن 1 2 3 4 5 28 درامد 1 2 3 4 5 29 دستمزد 1 2 3 4 5 30 دستمزد دادن به 1 2 3 4 5 31 شهریه 1 2 3 4 5 32 کارسازی داشتن 1 2 3 4 5 33 گاییدن 1 2 3 4 5 34 مداخل 1 2 3 4 5 35 مرسوم 1 2 3 4 5 36 مزد 1 2 |
|
saldo
|
Translation Dutch - PersianFarsi : saldo
Want to share tranlation with others? Translation 1 باقی مانده 1 2 3 4 5 2 برابر کردن 1 2 3 4 5 3 بودجه احتیاطی 1 2 3 4 5 4 پس ماند 1 2 3 4 5 5 پس مانده 1 2 3 4 5 6 تتمه حساب 1 2 3 4 5 7 تراز 1 2 3 4 5 8 ترازو 1 2 3 4 5 9 تعادل 1 2 3 4 5 10 تفاله مانده 1 2 3 4 5 11 تفاوت 1 2 3 4 5 12 ته نشین 1 2 3 4 5 13 توازن 1 2 3 4 5 14 حاشیه 1 2 3 4 5 15 حاشیه دار کردن 1 2 3 4 5 16 حد 1 2 3 4 5 17 زیادتی 1 2 3 4 5 18 فضله 1 2 3 4 5 19 فضولات 1 2 3 4 5 20 قسمت باقی مانده 1 2 3 4 5 21 کنار 1 2 3 4 5 22 لبه 1 2 3 4 5 23 متعادل کردن 1 2 3 4 5 24 موازنه 1 2 3 4 5 25 موازنه کردن 1 2 3 4 5 26 میزان |
|
saletjonker
|
1 ابله
1 2 3 4 5 2 ادم خودساز و جلف 1 2 3 4 5 3 ادم شیک پوش 1 2 3 4 5 4 خود ساز 1 2 3 4 5 5 خوش تیپ 1 2 3 4 5 6 شخص 1 2 3 4 5 7 شیک پوش 1 2 3 4 5 8 فوکولی 1 2 3 4 5 9 کج کلاه |
|
salie
|
1 بافراست
1 2 3 4 5 2 بصیر 1 2 3 4 5 3 حکیم 1 2 3 4 5 4 دانا 1 2 3 4 5 5 سلوی 1 2 3 4 5 6 عاقل 1 2 3 4 5 7 فکور 1 2 3 4 5 8 مریم گلی |