• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/20

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

20 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Ze moet altijd huilen bij 'Titanic' en andere droevige films

Ze is gevoelig/emotioneel.

Hij blijft vaak tot 11 uur in bed liggen en kijkt dan de hele dag naar TV.

Hij is lui

Hij laat altijd allerlei dingen vallen.

Hij is onhandig

De juffrouw vroeg de jongen een tekst voor te lezen en hij werd helemaal rood.

Hij is verlegen.

Sarah trakteert nooit iemand

Ze is gierig

Simon heeft zich weer laten doen. Hij gelooft altijd alles.

Hij is naïef.

Hij heeft een baby gered uit een brand!

Hij is moedig

Met Ibrahim is het altijd plezant, lachen!

Hij is grappig.

Hij heeft uren aan de telefoon gehangen in de wachtrij, en nog klaagde hij niet.

Hij is geduldig.

Jeroen komt altijd vrienden tegen op straat en babbelt met iedereen.

Hij is sociaal.

Peter verandert nooit van standpunt, ook al heeft hij ongelijk.

Hij is koppig.

Lies kan helemaal niet liegen. Ze zegt altijd de waarheid.

Ze is eerlijk.


Vele mensen denken dat je iets van hen wilt als je hen aanspreekt op straat.

Ze zijn wantrouwig.

Kim zegt altijd 'alsjeblieft' en 'dankjewel' en laat anderen vaak voorgaan in de rij.

Ze is beleefd.

Over Fanny weten we niet echt veel, ze praat weinig over zichzelf.

Ze is gesloten.

Liam verliest snel zijn kalmte en vecht vaak.

Hij is agressief.

Madeleine denkt dat ze een betere persoon is dan de anderen omdat ze meer geld heeft en slimmer is.

Ze is trots.

Nelle twijfelt niet veel. Ze weet altijd meteen wat ze wilt en gaat er voor.

Ze is zelfverzekerd.

Van Han mag geen enkel ander meisje met haar vriendje praten.

Ze is jaloers.

Erik blijft altijd thuis en doet of zegt nooit iets interessants.

Hij is saai.