• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/210

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

210 Cards in this Set

  • Front
  • Back
de dag
day
Hoe gaat het met je?
How are you?
aflopen
to end
de afspraak
appointment
al
all
alweer
again
ander
other
anderhalf
one and a half
de avond
evening
beginnen
to begin
bijna
almost
de bus
bus
het centrum
center
de collega
colleague
de dag
day
danken
thank
de datum
date
denken
to think
doen
to do
de douche
shower
duren
to continue
dus
so
eten
to eat
het feest
party
feliciteren
to congratulate
geboren
born
gelijk
equal
graag
like
groet
greeting
half
half
hartelijk
warm; loving
hoeveel
many; How many?
jarig
birthday
jong
young
de keer
the time
klaar
ready
kunnen
to be able to
het kwart
fourth (quarter)
het kwartier
quarter
laat
late
het land
land
lang
long
de les
class
de lestjiden
school hours
de maand
month
de minuut
minute
morgenmiddag
tomorrow afternoon
net
fine; just
niets
nothing
de ochtend
morning
of
or
opschieten
to move; HURRY UP!
oud
old
over
over
pas
only
per
by
praten over
to go over; to discuss
precies
precisely
programma
program
rijden
to ride
het semester
semester
sporten
sports
het station
station
te
to; in, at, on
thuis
home
de tijd
time
toch
still
tot
until
het uur
hour
vaak
often
de vakantie
holiday
vanavond
tonight
vanmiddag
this afternoon
veel
many
de verjaardag
birthday
vieren
to celebrate
vinden
to find
volgend
next
voor
for
de vriend
friend
vrij
free
wakker
awake
wanneer
when
de week
week
worden
to be; to become
het ziekhuis
sick house; hospital
het overhemd
shirt
de jas
coat
de trui
pullover
het dier
animal
de riem
belt
de broek
pair of trousers
de rok
skirt
de jurk
dress
de slager
butcher
kopen
to buy
het ontbijt
breakfast
de maaltijd
meal
het brood
bread
het vlees
meat
de groente
vegetables
de woning
house
de flat
apartment
het dorp
village
de kamer
room
optellen
to add up
de vogel
bird
de vis
fish
de kip
chicken
de koe
cow
de bloem
flower
de berg
mountain
de maan
moon
de zon
sun
groeien
to grow
de stropdas
tie
het colbert
blazer
het hemd
vest
de onderbroek
underwear
de stof
fabric
de knoop
button
de veter
shoelace
passen
to try on
het kaartje
ticket
de vertraging
delay
reizen
to travel
proeven
to taste
de gang
corridor
de tuin
garden
het hek
fence
de muur
wall
voelen
to feel
de regen
rain
de hagel
hail
de regenbui
(rain) shower
de sjaal
scarf
de muts
cap
de want
mitten
de handschoen
glove
de board
collar
de kraag
collar
de pijp
pant leg
de mouw
sleeve
de sluiting
fastener
de drukknoop
push button
het kantoor
office
de fabriek
factory
de tas
bag
de koffer
suitcase
het loket
ticket counter
de trap
stairs
de roltrap
escalator
het bedrag
amount
de pinpas
pincard
contant
cash
gepast
exact change
het wisselgeld
change
sparen
to save
betalen
to pay
de druif
grape
de sinaasappel
orange (fruit)
de perzik
peach
de aardbei
strawberry
de citroen
lemon
de kers
cherry
schillen
to peel
de kast
cupboard
het raam
window
het tapijt
carpet
liggen
to lie down
de keel
throat
de buik
stomach
de darm
intestine
de maag
stomach
het onderzoek
examination
het recept
prescription
bellen
to call
rekenen
to calculate
de aarde
earth
het heelal
universe
de druppel
drop
de vlok
snowflake
de droogte
drought
de sneeuwbui
snowstorm
vochtig
humid
de mist
mist
hangen
to hang
de sollicitatie
job interview
het gesprek
conversation
het beeldscherm
screen
de vergadering
meeting
de arbeider
worker
de vrachtwagen
truck
praten
to talk
de luchthaven
airport
de douane
customs
de haven
harbor
het verbod
ban
de transport
transport
de landing
landing
de noodlandning
emergency
de aankomst
landing-arrival
de belasting
tax
hoe
how
wat
what
wanneer
when
wie
who
zeggen
to say
Hoe laat is het?
What time is it?
welke
which