• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/255

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

255 Cards in this Set

  • Front
  • Back

vierkante meter

square meters

2de verdieping

2nd floor

3de derde

third

uitzicht

view

dicht bij

nearby

gemeubileerd

furnished

meteen

immediately

Wat betekent...

What means...

Makkelijk

easy

moelijk

difficult

de uitspraak

pronunciation

uitspreken

to pronounce

de vertaling

the translation

vertalen

to translate

belangrijk

important

waar

where

wie

who

welk

which

hoe

how

hoeveel

how many

vandaag

today

woord

word

claar

ready

echt waar?

really?

de vraag

question

vragen

to ask

het antwoord

the answer

antwoorden

to answer

Ik wil...

I want...

Wil je doorgaan / beginnen / stoppen?

Do you want to go on / begin / stop?

De volgende

the next

Niet allemaal tegelijk!

not everyone at the same time!

Genoeg is genoeg

enough is enough

nooit

never

bijna

almost

altijd

always

maar

but

een beetje

a little

anders

otherwise / differently / else

Wat is het verschil tussen... en...?

Whats' the difference between... and... ?

herhalen

repeat

gebruiken

to use

weer

again

het weer

the weather

Wat wind je van de/het... ?

What do you think of the...?

omdat

because

daarom

therefore

te

too

mee vanavond

tonight

lichaam

body

achterkant

back

voorkant (van het huis)

front (of the house)

de kant

the side

plaats

place

favoriete

favourite

klopt / dat klopt

correct / that's right

spel

game

spelen

to play

winnen

to win

voor

before

ijs

icecream

het bon / bonnetje

receipt

recensies

reviews

hieronder

below

het voorbeeld / bijvoorbeeld

the example / for example

helemaal

completely

geweldig

awesome / great

de steenkool

carbon

de witte sneeuw

the white snow

het bloed

blood

de oceaan

ocean

zonnebloemen

sunflowers

het gras

grass

de chocola

chocolate

nodighebben (Ik heb... nodig)

to need (I need a... )

de mouw

sleeve

ver

far

verder

further

lang geleden

Long time no see (lit: long ago)

Hij draagt

He is wearing...

kelur

colour

kleurrijk

colourful

gestreept

striped

de bruiloft

the wedding

het hangt ervan af

it depends

het bedrijf

the company

Heeft u een prijs in gedachte?

Do you have a price in mind?

de zanger

the singer

de band

the band

muziek

music

het is kapot

it's broken

om te vergelijken

to compare

boven de knie

above the knee

samen

together

tellen

to count

al

already

proberen

to try

alleen

only

gisteren

yesterday

morgen

tomorrow

morgenochtend

tomorrow morning

tussen

between

duizend

thousand

miljoen

million

wat is je leeftijd?

what's your age?

kunt u dat herhalen?

can you repeat that?

hetzelfde

the same

begrijpen

to understand

kun je dat herhalen / spellen? (Hoe spel je dat?)

can you repeat / spell that?

meer

more

twee hog

two high

Ik ben lui

I am lazy

wanneer

when

misschien

maybe

andersom

the other way around

waarom niet

why not

leren

to learn

bladzijde

page

iederen

everyone

allemaal

all together

voorletter

initial

dubbel

double

zo

so

dus

so / therefore

Het spijt me

I'm sorry

Dat kan gebeuren

That can happen

de schoonmoeder

the mother in law

de zwager

the brother in law

klein kinderen (klein zoon / dochter)

grandchildren

kort

short

klein

small

terug

back

niemand

no one

allebei

both

Ongeveer

About (e.g. about 70)

het verschil

the difference

Krijg je nog bezoek?

Do you get many visitors?

eingenlijk

actually

de winter / de lente (het voorjaar) / de zomer / de herfst (het najaar)

winter, spring, summer, autumn

de pont

ferry


gedaan

done

de wolk

cloud

de uitnoding (uitnodingen) (Ik nodig je uit...)

the invitation (to invite) (I invite you to...)

gezin

immediate family

daar gaan we

there we go

thuis

at home

In het algemeen

In general

eigen

own

iets

something

verrukkelijk

super delicious

de hoogste tijd

no time to lose (high time)

het vuurwerk

fireworks

volgende / vorige week

next / last week

waar / niet waar

true / false

het gaat wel

it's ok / so so

Hoe is ie?

How is it?

kan niet beter

couldn't be better

Verhiuizen

to move house

een grapje

a joke

Kan ik zeggen...

Can I say...

Vanmiddag

this afternoon

Zoeken maar

to look for

Op straat

in the street

Kijken naar

To look at

Luisteren naar

to listen to

Op de markt

at the market

frisse lucht

fresh air

ik heb een fout gemaakt

I made a mistake

ei / eiren

egg /s

ui / uien

onion /s

ingewikkeld

complicated

duur / goedkoop

expensive / cheap

onthouden

to remember

In de rij

in the line

Heb je een lepel nodig?

Do you need a spoon?

zoet / zuur / bitter / zout

sweet / sour / bitter / salty

de bloem, de gist

flour, yeast

bol / teentje knoflook

bulb / clove of garlic

Meestal zonnig

mostly sunny

Heb je een tas nodig?

do you need a bag?

in ieder geval

in any case / anyway

sta op / ga zitten

stand up / sit down

doe de deur open / dicht

open / close the door

Draai je om

turn around

Raak de schakelaar

touch the switch

Nemen....


Ik zal een kopje koffie nemen

Take...


I will have a cup of coffee

het recept

recipe / prescription

Schillen / snijden / roeren


schil de aardappelen

to peel / cut / stir


peel the potatoes

ik heb het huis schoongemaakt

I cleaned the house

toevoegen


voeg wat zout toe aan de soep

add to


add some salt to the soup

bakken / koken /

to fry / cook /

Doe het in de pan


Doe je boek dicht

Put it in the pan


close your book

Loop naar de brug

walk to the bridge

Gooi de beker weg

throw the cup away

Je weet het nooit

You never know

Ik doe dat ook

I do too

Anders nog iets?


Nee, anders niets

Anything else?


No, nothing else

de korting

discount

aanbieding

special offer

de fooi

tip

beroend

famous

lekker, heel lekker, heerlijk, verrukkelijk

tasty + ++ +++

snertweer

bad weather

in de buurt

near

bediening

service

eigenaar

owner

Om dat / want

Because

afzewig

absent

langzammer

slower

Het is een grapje

I'm joking

Oefenen

to practice

Ik kijk naar...

I look at...

Ik begrijp het

I understand

Dat is erg handig

that's very useful

bij / aan het raam

by / at the wondow

na

after

tegenover

opposite

te

too much

Ik moet mijn Nederlands oefenen

I must practice my Dutch

Mijn huis ligt tegenover de Hallen

My house is opposite the Hallen

vierkante meter

square meters

Tweede verdieping

2nd floor

behalve

except

uitzicht

view

dichtbij / vlakbij

near (nearby)

gemeubileerd

furnished

zolder

attic

jammer


Wat jammer

pity


What a pity

wel

well

weinig

few

daarvoor

therefore

min of meer

more or less (lit: less or more)

saai

boring

Ik ging

I went

Ik kocht

I bought

koorts

fever

hoofdpijn

headache

regelmatig / onregelmatig

regular / irregular

Hoe zijn jullie naar de les gegaan?

How did you go to the lesson?

het bewijs

proof

Hoe drink je je koffie? Helemaal zwart

How do you drink (i.e. take) your coffee? Totally black

leek

empty

er tussen in

in between

verkouden zijn


Ik ben verkouden

to have a cold


I have a cold

de oorzaak

the cause

de werkgever

the employer

de pijnstiller

painkiller

bijzonder

special

geleden


drie dagen geleden

ago


three days ago

de woonruimte

accommodation / somewhere to live

blijven


Hoe lang blijven jullie in Frankrijk?

to stay


How long are you in France?

Lukken


Dat lukt niet, dan moet ik werken.

to work out


That doesn't work, I have to work then

pas


Hij woont pas twee maanden in deze buurt.

only


He only lived two months in this neighborhood.

sinds

since

al


Heb je al koffie gehad?

already


Have you already had coffee?