• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/147

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

147 Cards in this Set

  • Front
  • Back
het avontuur
das Abenteuer
avontuurlijk
abenteuerlich
de avonturier
der Abenteurer
het gevaar
die Gefahr
gevaarlijk
gefährlich
de safari
die Safari
de woestijn
die Wüste
de ruimte
der Weltraum
verdwalen
sich verirren
de extreme sport
die Extremsportart
de parachute
der Fallschirm
de sprong
der Sprung
duiken
tauchen
de grot
die Höhle
de rots
der Fels
de kloof, het ravijn
die Schlucht
de waterval
der Wasserfall
de spleet
die Spalte
de kick
der Kick
de charme
der Reiz
het risico
das Risiko
de beslissing
die Entscheidung
de uitdaging
die Herausforderung
de belevenis
das Erlebnis
beleven
erleben
de snelheid
die Geschwindigkeit
botsen
kollidieren
remmen
bremsen
de plank
das Brett
het zwemvest
die Schwimmweste
de gordel
der Gurt
de touw, de kabel
das Seil
het elastiek
das Gummiseil
zich aan een touw neerlaten
abseilen
de bol, de bal
die Kugel
de mountainbike
das Bike
de leider, de gids
der Führer
de vereiste voorwaarde
die Voraussetzung
nodig hebben
brauchen
sportief
sportlich
geen last hebben van duizeligheid
schwindelfrei
duizelingwekkend
schwindelerregend
bang voor water
wasserscheu
het uithoudingsvermogen
die Ausdauer
de conditie
die Kondition
de concentratie
die Konzentration
de moed
der Mut
de kracht
die Kraft
het evenwicht
das Gleichgewicht
de parapente
der Gleitschirm
de parapentevlieger
der Gleitschirmflieger
de stijgwind
der Aufwind
de thermiek
die Thermik
de hoogte
die Höhe
de trekker, de wandelaar
der Wanderer
de trektocht
die Wanderung
het traject
die Strecke
afleggen
zurücklegen
de uitrusting
die Ausrüstung
de bagage
das Gepäck
overnachten
übernachten
de plaats waar je naartoe wilt
der Zielort
de berg
der Berg
het gebergte
das Gebirge
de top
der Gipfel
het dal
das Tal
de (berg)pas
der Pass
de vlucht
der Flug
de rukwind
die Bö
heel klein
winzig
de open plek in het bos
die Lichtung
het eiland
die Insel
de wildernis
die Wildnis
overleven
überleben
de schipbreuk
der Schiffbruch
de rivier
der Fluss
oversteken
überqueren
moederziel alleen
mutterseelenallein
de hut
die Hütte
de redding
die Rettung
klaarspelen
schaffen
ellendig
elend
de beer
der Bär
de slang
die Schlange
de haai
der Hai
het onweer
das Gewitter
de blikseminslag
der Blitzschlag
aanvallen
angreifen
het geweer
das Gewehr
de plant
die Pflanze
de tent
das Zelt
de rugzak
der Rucksack
de slaapzak
der Schlafsack
de gsm
das Handy
de tropenhelm
der Tropenhelm
het mes
das Messer
het kompas
der Kompass
de eerstehulpkit
die Erste-Hilfe-Ausrüstung
de jas
die Jacke
de wandelschoen
der Wanderschuh
de wandelschoenen
die Wanderschuhe
de stok
der Stock
de zaklamp
die Taschenlampe
de gps-ontvanger
der GPS-Empfänger
de verrekijker
das Fernglas
het vliegtuig
das Flugzeug
de vleugel
die Tragfläche
de passagier (1)
der Insasse
de passagier (2) (de makkelijke)
der Passagier
het neerstorten
der Absturz
neerstorten
abstürzen
zijn gordel vastmaken
sich anschnallen
enig
einzig
het bloed
das Blut
het lijk
die Leiche
bewusteloos
ohnmächtig
vreselijk
fürchterlich
ijskoud
eisig
de kou
die Kälte
het lichaamsdeel
der Körperteil
pijn doen
schmerzen
dood
tot
de vrijheid
die Freiheit
de landkaart
die Landkarte
de streek, het gebied
die Gegend
het plan
das Vorhaben
de omstandigheden
die Bedingung
de voeding
die Nahrung
de hulp
die Hilfe
het tentzeil
die Zeltplane
de doodlopende straat
die Sackgasse
het struikgewas
das Gestrüpp
de drassige grond
das Moor
het moeras
der Sumpf
de kust
die Küste
strompelen, struikelen
stolpern
doodvriezen
erfrieren
fietsen
radeln
het wiel, de fiets
das Rad
het stuur
der Lenker
de versnellingen
das Schaltwerk
de band
der Reifen
het zadel
der Sattel
de spaak
die Speiche
de rem
die Bremse
het pedaal
das Pedal
de ketting
die Kette