Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
9 Cards in this Set
- Front
- Back
Ik ben beter ... jij. |
dan |
|
Hij is net zo goud ... jij bent. |
als |
|
Hij is drie keer beter ... jij bent. |
dan |
|
Hij is twee keer zo goed ... jij. |
als |
|
Het is beter ... je dat doet. |
als |
|
Ik heb mijn tweede ... graad gehaald in judo. |
dan |
|
Is dat niet beter ... die vorige? |
dan |
|
Het is net zo goed ... de vorige. |
als |
|
Vorig jaar is er geconstateerd dat hij ... heeft. |
als |